26 e jaargang Nummer 1, 2003
COLOFON
De “Eemlander” is een uitgave van W.S .V. Eemland en wordt verspreid onder haar leden . De “Eemlander” verschijnt vier maal per jaar.
Ereleden
INHOUD
W.S.V. Eemland Opgericht 2 februari 1952 Zuidereind 2, 3741 LG BA A R N Tel. 035 -5415735 Postbank : 611303 A BN A MRO : 468392726
Mijmeringen 4 Gedragsregels 4 K ampschap 5 Notulen 8 Mutatie Ledenbestand 10 Uitnodiging Ledenvergadering 11 Belangrijke Data 13 Familieberichten 14 Noordzeetocht 18 Spakenburg & Watersport 21 Winter 2002/2003 23 Honger 24 Liefde 29 Faja Lobbi 30 Een ontmoeting in de sneeuw 35 Maritiem K aarten 37 Twee dwergen in Patagonië 40 Glas - in - lood 46 Heen en Weer 48
P.M. Slingerla nd, A .G. Stef fens, A . A . va n Poppel en A . Wag ter- v.d. Bossche Bestuur Voorzitter Ma rco Ja nsen Kolonieweg 2F, 3768 E X Soest tel. 035 - 6023671 Secreta ris Niels Bijl August Ja nsenweg 18, 3742 R X Baa rn tel. 035 -5416335 Penningmeester Ha ns va n der Meer Pelmolenhof 9, 3833 K W L eusden tel. 033 - 4950062 A lgemeen Adjunct Henny va n de Brink Ta lma laa n 13, 3741 T X Baa rn tel. 035 -5420223 Havencommissa ris Theo va n Wijk Ca mposdreef 43, 3563 X M Utrecht tel. 030 -2612339 Havencontact Menno va n Moorselaa r Havencommissie Menno va n Moorselaa r Theo va n Wijk Eddy de Ruy ter A rja n va n Ga rderen Wedstrijdcommissie John Willemse Hommelmeent 93,1218 ER Hilversum tel. 035 - 6915226 Cees va n Empelen Ha ns Va lkenburg Evenementencommissie Menno en Ma rja va n Moorselaa r Jos va n R aay R ia Beyer Piet Sta lenhoef Red actie Redacteuren Fred Veldk a mp ( 0172 - 4 43076 ) veldk a mp.ma il @pla net.nl Ba s Osk a mp ( 035 -5424794) ba s @osk a mp.nl Adver tentiewer v ing John Goeken Za ndk a mp 207, 3828 GN Hoogla nd tel. 033 - 4803720 Verzending Willem Koelewijn Ypendael 2 - 8, 3743 AW Baa rn tel. 035 -5430193
E
K
D e E e ml a n d e r
Mijmerin gen
riebels, hiermee is het best te omschrijven wat watersporters in het voorjaar voelen. K riebels om weer te gaan varen. K riebels van al het schuurstof en kriebels van wat we er nu weer onder gaan smeren. Deze oerdrang van watersporters leidt er dan ook toe dat vooral in het voorjaar veel ijver en vlijt getoond wordt. Ook ik kon niet ontkomen aan deze kriebels. Resultaat, voor de zoveelste keer een onder waterschip kaal gehaald en nu nog de vraag wat smeer ik er onder. De zomerligplaatsen zijn weer ingedeeld en het resultaat heeft u al kunnen merken, de jaarlijkse rekening. In de aankomende ledenvergadering kunt u weer uw stem laten gelden over de begroting en natuurlijk zeer belangrijk: de verkiezing van twee nieuwe bestuursleden voor uw vereniging. Reden te meer om aanwezig te zijn
op de ledenvergadering. Toch met recht een mijmering. Na zes jaar in het bestuur gezeten te hebben, is nu de tijd weer daar om het stokje over te geven aan een ander. Het waren voor mij zeker zes leuke en leerzame jaren waarbij ik me toch altijd weer af vraag waarom er maar zo weinig animo voor is. Je doet het voor de vereniging en daarnaast is het nog leuk om te doen ook. Zeker bij zo’n geweldige vereniging. Ondanks dat ik nu meer dan een jaar elders lig met de boot, ben en blijf ik een Eemlander in hart en nieren. We kunnen trots zijn op zo’n vereniging met haar inzet van leden en de vele activiteiten die er toch maar weer worden geregeld. Natuurlijk vraag je je af hoelang de ligplaats- en lidmaatschapsprijzen gelijk kunnen blijven. Maar zolang elk bestuur (en haar leden) het ieder jaar weer voor elkaar krijgen om het budget sluitend te krijgen is er alleen maar meer reden om zuinig te zijn op wat
we hebben. De vakantieplannen van de familie Jansen dit jaar wijzen in de richting Denemarken, per boot wel te verstaan. Voor de aanstormende bemanning zal dit even af wachten zijn hoe zij zich houden. Zeker gezien de afgelopen er varing van het seizoen er voor. Twee dochters die nog even moesten wennen aan het slingeren en stampen. De voorbereidingen zijn wat anders dan gepland, maar we hopen toch die kant op te gaan. Tot slot wil ik alle leden een zonnig en prettig zeilwindje wensen voor het aankomende seizoen en tot op het water! (en de ledenvergadering). Marco Jansen voorzitter
Gedragsregels tijdens winterk lussen aan uw schip. • Zorg dat de stekker van uw verlengsnoer uit de stroompalen is ver wijderd na werkzaamheden aan uw schip. De havencommissie controleert dit ‘s avonds en trekt de stekkers er zonder pardon uit. • Bij werkzaamheden aan de onderzijde van uw schip dient het terrein onder uw schip voorzien te worden van een plastic afdekzeil om stof en verfspatten op te vangen. Mocht er onverhoopt toch wat op het terrein terecht komen ver wijder dit dan direct. • Helder is dat voornoemd afdekzeil niet boven het terrein of groenstrook uitgeklopt mag worden. Dat is behangen tegen de wind in. • Schuren aan de buitenzijde van je schip, doe je in het najaar of in de winter. Met schuren in het voorjaar maak je niet alleen veel stof maar je watersportvrienden raak je ook k wijt. • Gebruik een schuurmachine bij voorkeur in combinatie met een stofzuiger. Een stofzak werkt onvoldoende.
E
4
• Het aanbrengen en gebruik van koperhoudende antifouling is in onze jachthaven verboden. Bij overtreding en controle kan van overheidswege een f linke boete boven het hoofd hangen. • Zorg voor gedegen af voer van chemisch af val, zoals lege en half lege verf blikken, plakband, k wasten en afgewerkte olie. Dit hoort niet thuis in de havencontainer. • K ijk ook nog eens kritisch naar uw winterbok. Is deze in hoogte verstelbaar en kan de bok nog zodanig aangepast worden dat stophout niet meer nodig is. • Zorg er voor dat een ieder zijn bok op het bokkenterrein k wijt kan. Dus ordelijk en gedemonteerd de bokken in het daar voor bestemde rek plaatsen. De havencommissie. Theo, Menno, A rjan en Eddy
A ls u dit weer het bekende gezeur vindt, slaat u deze rubriek maar gerust over en heeft u hopelijk veel leesplezier aan deze Eemlander, die we weer met veel genoegen voor u in elkaar gedraaid hebben. Maar als u net als wij vindt dat dit wel een erg laag aantal is, kom dan in actie en stuur ook eens wat kopij in. U hoeft echt geen goeie schrijver te zijn. A lle artikeltjes worden nage-
keken en indien nodig gecorrigeerd en qua stijl aangepast. Iedereen kan een stukje schrijven! We willen zo graag eens wat van de zwijgende meerderheid binnen de vereniging horen. En als u vindt dat u nu geen tijd heeft omdat er veel geklust moet worden voor het nieuwe seizoen, dan heeft u natuurlijk gelijk. Maar maak eens een piepklein dagboekje van het onderhoud wat u in de komende maand gaat doen, b.v. welke onderhoudsmiddelen u gebruikt, welke problemen u bent tegengekomen, etc. Of misschien heeft u al vaarplannen voor het komende seizoen. Stuur ze eens op, dan nemen we in het najaar weer contact met u op om te kijken wat er van gerealiseerd is. En zo zijn er nog veel meer ideeën op te noemen. Wees eens creatief !
“De Griffel” een oproep hebben gedaan wie van de seniorleden wilde reageren op een ‘griffel’ van een nieuw lid. Niet één reactie hebben we ontvangen. Wij vinden het best hoor. A ls u “De Griffel” weer in ere wilt herstellen, zal er eerst een reactie van de leden moeten komen.
Kamps c hap
T
wee jaar lang verzorgen wij (Bas en Fred) de Eemlander nu. En in die twee jaar zijn er al heel wat artikeltjes verschenen, maar meestal van DEZELFDE leden. Wist u dat buiten de reguliere rubrieken, zoals de vaste columns, commissie verslagen en artikels van het bestuur er welgeteld van net iets meer dan 10 leden wel eens een artikel op persoonlijke titel ontvangen is.
Niettemin willen wij de leden die in het afgelopen jaar kopij hebben ingeleverd, heel hartelijk bedanken voor hun bijdrage. Namens de redactie een geweldig vaarseizoen toegewenst. Sluitingsdatum kopij volgende Eemlander 1 juni.
Misschien weet u nog dat we in de vorige Eemlander voor de rubriek
2 6 e Ja a r gang , nr. 1
'LUHFWJHOHJHQDDQGH$UNHUYDDUWELMGH:DWHUWRUHQ LV8ZDGUHVYRRU / ZDWHUVSRUWDUWLNHOHQUXLPDVVRUWLPHQW/ / ZLQWHUVWDOOLQJQLHXZERXZLQKRXWHSR[\HQVWDDO/ / UHSHUDWLHVVSXLWHQVFKLOGHUZHUN/ / DOOHVRRUWHQWRXZZHUN/ / GHDOHUYDQ
E
Advertenties
7%$342)*$:%),%. 4/%2:%),%. 2/,'%.5!3 2/,&/+ '2//4:%), &5,,"!44%.%$ 3934%-%. 302!9(//$3 ')%+(5)+%. 2!),).':%),%. "//4+!00%. $%+:%),%.
-!2).! -5)$%2:!.$ )*-%%2$)*+ "! !,-%2% 4ELEFOON &!8 INFO HEINEKESAILSCOM WWWHEINEKESAILSCOM
0DULQHU%% PRWRUHQ
(OHNWULVFKH%%PRWRUHQ
:DWHUVSRUWNOHGLQJHQVFKRHLVHO
,QWHUQDWLRQDOHQ(SLIDQHV ERRWODNNHQ
1DYLJDWLHYHUOLFKWLQJHQDSSDUDWXXU
$FFHVVRLUHVYRRUPRWRUHQ]HLOERWHQ
5XEEHUERWHQ
*LGVHQHQNDDUWHQYRRUGHZDWHUVSRUW 1UICKSILVER 3PORT 3
7XLJHULMWPPP
:$7(563257%('5,-)µ79528:(=$1' +$9(1:(*35$0(56)22577(/ (0$,/9528:(=$1'#3/$1(71/
Advertenties
Notulen algemene ledenvergadering Notulen
gehouden op 24 oktober 2002 in de kantine van W.S.V. Eemland aan het Zuidereind 2 te Baarn. Bestuur:
Marco Jansen Theo van Wijk Hans van der Meer Henny van den Brink Niels Bijl
(Voorzitter) (Havencommissaris) (Penningmeester) (Algemeen adjunct) (Secretaris)
Agenda: 1.
Opening voorzitter
2.
Ingekomen en uitgegane stukken
3.
Goedkeuring notulen van de algemene ledenvergadering van 4 april 2002
4.
Bestuursmededelingen
5.
Verslag havencommissie De havencommissie doet verslag van de werkzaamheden van de afgelopen periode.
1.
6.
Verslag van de financiële zaken. (financiële stukken waren reeds 14 dagen voor de vergadering beschikbaar gesteld)
7.
Rondvraag
8.
Sluiting
Opening vergadering
D e E e ml a n d e r
De voorzitter opent de vergadering om 20:00 uur en heet een ieder van harte welkom. Hij verzoekt een ieder tijdens de vergadering niet te roken. Tevens duidt hij aan dat de volgende personen verhinderd zijn: A. Douma, A. Reumerman, A. van Garderen, J. Boonstra, W. Koelewijn, K. de Wit, G. Stalenhoef, H. Werkhoven, F. Jansen. In verband met het overlijden van Dhr. W.A.M. van Loon verzoekt de voorzitter om een minuut stilte in acht te nemen. Daarna vraagt de voorzitter de vergadering wie zich wil aanmelden voor de rondvraag. De volgende leden melden zich: D. Hesterman, B. Oskamp en de voorzitter zelf.
2.
Ingekomen en uitgegane stukken Ingekomen en uitgegane stukken: Er zijn geen noemenswaardige stukken ingekomen of uitgegaan.
3.
Notulen Notulen van de ledenvergadering van 4 april 2002 worden goedgekeurd.
4.
Bestuursmededelingen
4.1.
50-jarig jubileum Het 50-jarig jubileum is goed verlopen. De organisatie was perfect en het geheel is binnen budget gebleven. De voorzitter vraagt applaus voor de organisatoren.
E
8
4.2.
Milieu Er zal deze winter een nog strengere controle worden uitgevoerd op verboden verven en handelingen welke het milieu schaden.
Notulen
De voorzitter verzoekt een ieder om onze leefomgeving te beschermen en daar ook aan bij te dragen. Er ontstaat een levendige discussie over goede en toegestane antifoulings. De voorzitter sluit deze discussie en gaat over naar het volgende agendapunt.
4.3.
Winterindeling Indien men zich na 10 september afmeldt voor de winterligplaats zal er geen restitutie meer plaatsvinden. Tevens zal er een wachtlijst worden opgesteld voor leden welke met boten elders liggen en aanspraak willen maken op een winterligplaats. Koert Koster vindt dat er sancties moeten worden ingesteld tegen mensen die te elfder ure afzeggen. De voorzitter geeft aan het vervelend te vinden maar geeft aan dat we geen sanctie vereniging willen worden. John Goeken vraagt of we nu nog iets kunnen met de lege plaatsen. De voorzitter geeft een ‘nee’ als antwoord maar geeft wel aan dat de plaatsen betaald zijn. De voorzitter geeft aan dat dit probleem niet op termijn op te lossen is en sluit dit agendapunt.
4.4.
Redactie Eemlander Bas Oskamp en Fred Veldkamp krijgen een ideeënbus overhandigd waar een ieder zijn kopij voor de Eemlander in kan stoppen. Via de digitale snelweg komt er namelijk niet veel binnen. Schrijvers verenigt U en schrijf!!
Wedstrijdcommissie
2 6 e Ja a r gang , nr. 1
4.5.
Er zijn twee leden van de wedstrijdcommissie afgetreden i.v.m. hun zittingsperiode in de commissie. De beide heren, te weten John Willemse en Cees van Empelen, krijgen iets lekkers overhandigd en worden door de voorzitter bedankt voor hun inzet. Hans van Donkelaar en Gert de Recht zijn bereid gevonden in de wedstrijdcommissie plaats te nemen en worden door het bestuur voorgesteld aan de vergadering.
4.6.
Statuten en reglementen De nieuwe statuten en reglementen liggen vanaf volgende week bij Menno in het clubhuis om afgehaald te worden.
5.
Verslag havencommissie T. van Wijk geeft zijn eenduidige verslag van de havencommissie werkzaamheden. Er zijn veertien brieven uitgegaan naar eigenaren met ondeugdelijke bokken. De betrokkenen hebben actie ondernomen en alle bokken zijn nu goed. In het nieuwe jaar zal de vloerbedekking van de kantine worden vernieuwd evenals het mastiek op het dak van de woonark. De havencommissie wil de bokkenhoek opruimen en verzoekt iedereen zijn spullen duidelijk van naam te voorzien. Dit geldt tevens voor de mastenloods. Het is nu meerdere malen gevraagd en nu zullen niet gemerkte onderdelen worden verwijderd.
6.
Financiële zaken Hans van der Meer heeft de nieuwe tarievenlijst 2003 uitgereikt aan de aanwezigen en licht toe welke onderdelen zijn verhoogd. Na de uitleg wordt er door de voorzitter gevraagd of alle aanwezigen akkoord zijn met de nieuwe tarievenlijst. De vergadering gaat unaniem akkoord.
9
E
Tijdens de voorjaarsvergadering zal het bestuur terugkomen op de vraag of de afspuitkosten in het grote geheel opgenomen kunnen worden.
Ledenbestand
De penningmeester deelt mede dat we een naheffing van de Remu hebben ontvangen van Euro 620,Hij verzoekt daarom iedereen zuinig om te gaan met de energie.
7.
8.
Rondvraag Dirk Hesterman
Dirk vraagt zich af wanneer het weerstation van het 50-jarig jubileum wordt geïnstalleerd? John Willemse deelt mede dat alle onderdelen reeds aanwezig zijn, maar het geheel nog wel moet worden geplaatst. Dit zal spoedig gebeuren.
Bas Oskamp
Bas vraagt of er in de Eemlander weer opgenomen kan worden welke wijzigingen er zijn in het ledenbestand. De voorzitter deelt mede dat dit normaal ook in de Eemlander wordt gepubliceerd. Een en ander zal weer worden opgepikt.
Marco Jansen
Marco bedankt het havenechtpaar voor hun inspanningen gedurende het vaarseizoen en overhandigt een cadeautje.
Sluiting De voorzitter bedankt iedereen voor haar/zijn aanwezigheid en sluit om 21:00 de vergadering.
Mutaties Ledenbestand W.S.V. Eemland 2002 / 2003 Nieuwe Begunstigers: D e E e ml a n d e r
V. Minneboo F. Spetter R.H.C. Hovius F. Wever
Nieuwe Aspiranten: J. Leistra B.G. van den Berg A.W. den Exter-Blokland F. van Dijk J. Jorg
Nieuwe Leden: B.J. Scholtens B. Siegmund E.L. Conradie R.C.G. Hoogwinkel E.F. Koops
Namens het bestuur en leden van W.S.V. Eemland van harte welkom en veel watersport plezier toegewenst.
E
10
Uitnodiging algemene ledenvergadering Uitn odigin g
A an de leden, aspiranten en begunstigers van W.S.V. Eemland, Hiermee hebben wij het genoegen u uit te nodigen voor het bijwonen van de algemene ledenvergadering, die gehouden wordt op woensdag 9 april 2003 om 20:00 in de kantine van onze vereniging W.S.V. Eemland. Het bestuur verzoekt u vriendelijk gedurende de vergadering, inclusief de pauze, niet te roken.
Agenda Opening voorzitter.
2.
Ingekomen en uitgegane stukken.
3.
Goedkeuring notulen van de algemene ledenvergadering van 24 oktober 2002.
4.
Bestuursmededelingen.
5.
Verslag van het bestuursbeleid. De secretaris geeft een kort overzicht van de activiteiten welke het bestuur het afgelopen verenigings jaar heeft ondernomen.
6.
Verslag van de financiële zaken.
7.
K ascontrolecommissie. a)Verslag van de kascontrolecommissie. b)Verkiezing kascontrolecommissie. A ftredend is R.J.A.D. van Dijk. Zittend in de commissie zijn A. Reumerman en H. Valkenburg. Staande de vergadering wordt een nieuw reser ve commissielid gekozen. Verslag havencommissie. De havencommissie doet verslag van de werkzaamheden van de afgelopen periode.
8. 9.
2 6 e Ja a r gang , nr. 1
1.
Bestuursverkiezingen. A ftredend en niet herkiesbaar is Marco Jansen. A ftredend en niet herkiesbaar is Theo van Wijk. Het bestuur stelt voor om in het bestuur te benoemen: Piet Stalenhoef en A rjan van Garderen. Tegenkandidaten worden opgeroepen zich schriftelijk te melden bij de secretaris van W.S.V. Eemland, Niels Bijl, uiterlijk 10 dagen voor aanvang van de vergadering.
10. Rondvraag. 11. Sluiting. Namens het bestuur, Niels Bijl (secretaris) Baarn, februari 2003
11
E
Advertenties
Takelen: Zaterdag 19 april B elan gr ijke Dat a
O pening vaarseizoen 2003 Zaterdag 26 april a.s. clubhuis w.s.v. Eemland
Tijd:
vanaf 17. 30 uur
Activiteit:
nut tigen van een overheerlijk Spakenburgs visbuf fet
Voor wie:
alleen voor leden, begunstigers, aspiranten en donateurs
Kosten:
geen
Inschrijven:
tot en met maandag 21 april a.s.
Consumpties:
deze avond uitsluitend met consumptiebonnen, te verkrijgen voor 1 euro per stuk
Humeur:
goed is altijd meegenomen en eventueel geduld
Weer:
wind, zuid-zuidwest 3, temperatuur ongeveer 18 graden, neerslag geen
2 6 e Ja a r gang , nr. 1
Locatie:
openingstijden clubhuis, ingaande woensdag 2 april 2003
O pen
Dinsdag tot en met zondag van 10.15 tot 17. 30 uur
Gesloten Maandag
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Zondag Maandag Zaterdag
Uit zonderingen
21 april 2 2 april 30 april 29 mei 8 juni 9 juni ? september
2 e paasdag
Koninginnedag Hemelvaar tdag 1 e pink sterdag 2 e pink sterdag Hoorntocht 13
open gesloten gesloten gesloten gesloten open gesloten E
E
14
D e E e ml a n d e r
Famiieberic hten
Famileberic hten 2 6 e Ja a r gang , nr. 1
E
15
Advertenties
W van der Schuur & Zn zeilmakers sinds 1895 • Jachtzeilen • Tuigages • Touw • Dekkleden • Dektenten • Bootkappen • Zeil en fok huiken
• Markiezen • Marktzeilen • Tenten/Luifels op maat • Reparaties • Spandoeken • Belettering
Bel ons voor een vrijblijvende offerte W van der Schuur & Zn Nijverheidsweg 10 industrieterrein Haarburg Spakenburg
Tel.: 033-2981346 Fax: 033-2988654
Advertenties
N o ordzeetoc ht
Eindelijk ? ? ?
D e E e ml a n d e r
N
adat in 2001 de Noordzeetocht wegens een heuse westerstorm in IJmuiden strandde, moest het in september 2002 dan maar gebeuren. Via de Eemlander werd iedereen opgeroepen om met het aangepaste draaiboek op de navigatietafel in Eemlandverband het tochtje om Noord-Holland eens te maken. Mijn vaste bemanning Bert liet het wegens een reis naar Spanje helaas af weten, waarna ik op zoek ging naar ver vangende bemanning. John Willemse en Cees van Empelen wilden wel eens mee op die boot met dat stuur wiel, dus dat was snel geregeld. Op vrijdag 13 september haalde Cees me op uit Zeist om via Baarn, John en Hans Donkelaar bij Eemland op te halen en naar Lelystadhaven te rijden. Hans ging mee om zich bij Eddy en Kees Hoeve te voegen. Eddy en Kees waren op woensdag al vertrokken voor een rondje buitenom (de randmeren) vanwege de masthoogte. Met enig geprop pasten we in de auto. In Lelystad snel de boot vaarklaar gemaakt en in gezelschap van de
E
SiSu van Eddy op weg naar de Oranjesluizen. Via de telefoon en marifoon hadden we inmiddels begrepen dat 13 schepen zouden deelnemen en op weg waren naar IJmuiden. Marco Jansen zou wat later uit Lelystadhaven vertrekken. Op het IJsselmeer kon bij noordwest 3 - 4 al snel de spi erop. De Spindrift en de SiSu liepen gelijk op naar Durgerdam. John en Cees raakten snel gewend aan het stuur wiel. Bij de Oranjesluizen k wamen we al een stel Eemlanders tegen. Op het Noordzeekanaal ging het zeil er op en dankzij een voorspoedige schutting konden we om 18.00 uur afmeren in de Seaport Marina. John en Cees voelden zich prima thuis op de Spindrift en met z’n drieën maakten we een voortreffelijke maaltijd en genoten we van enkele licht alcoholische versnaperingen. Om een uur of negen was er een palaver in de captainsbar, d.w.z. alle Eemlanders verzamelden zich op het terras, ruim 40 man. De weersver wachting was echter niet 18
positief: noordoost, toenemend 5 tot 6. We spraken af om om zeven uur op de steiger de laatste weersinformatie uit te wisselen en dan te besluiten. Na een heerlijke nachtrust en een stevig ontbijt stonden we om zeven uur startklaar. Hoewel de weersvoorspelling onveranderd slecht was, noordoost toenemend 5 - 6, was het op dat moment nog bladstil. De discussie op de steiger verliep dus moeizaam. Een enkeling wilde op de motor naar Den Helder. Het vooruitzicht om ca. 10 uur naar Den Helder te moeten kruisen of om ruim 6 uur pal tegen de golven in te moeten motoren was voor mij niet aanlokkelijk. De Spindrift en de SiSu besloten met de meesten terug te gaan en het vooraf afgesproken alternatief plan in werking te zetten; naar Monnickendam. Het blijkt overigens dat de weersvoorspelling en zeker die van de Navtex zeer betrouwbaar is. Om 8.00 uur begon het stevig te waaien, zo stevig dat de enkeling die zich buiten waagde al spoedig ingezouten omkeerde en de achter volging op het Noordzeekanaal
2 6 e Ja a r gang , nr. 1
19
weer als een raket vandoor en die hebben we niet eerder dan in de box in Lelystadhaven teruggezien. Intussen was er dankzij het schitterende weer veel te genieten op het IJsselmeer. Eind van de middag kon schoon schip worden gemaakt en gingen we met de auto op weg naar Baarn. Ik werd keurig door Cees afgezet in Zeist en daarmee was de cirkel weer rond. Het is helaas geen echte Noordzeetocht geworden. Het werd wel een prima zeilweekeind. Cees en John: hartelijk bedankt voor jullie inzet en gezelligheid. In 2001 schreven we al: “Thuisblijvers krijgen altijd ongelijk.” Dat was in 2001 zo en ook in 2002. Weliswaar geen zout water onder de kiel gehad, maar wel een schitterend zeilweekeind. Natuurlijk gaan we er dit jaar weer voor, zo mogelijk met nog meer schepen. De nieuwe Noordzeetocht staat gepland op 6 september 2003. Noteren jullie deze datum alvast in de agenda’s? In een volgende Eemlander komen we op de Noordzeetocht 2003 uitgebreid terug.
Ein delijk???
inzette. Daar viel de wind en het weer mee en met halve wind zeilden we in colonne naar A msterdam. Na de Oranjesluizen weer het zeil erop en vanaf Durgerdam ging het met een knik in de schoot naar ‘het Paard’. Dankzij een strakke trim van John hoefde het eerste rif er niet in en bereikten we onder stevige helling ‘het Paard’. In een paar slagen konden we bij Volendam het zeil ruimen en als een speer vlogen we richting Monnickendam. John en Cees stuurden als er varen piloten en genoten zichtbaar.
Bij ‘van Goor’ meldden we een aantal Eemlanders die even na ons afmeerden en dankzij het heerlijke zonnetje konden we in de kuip van de nodige drankjes genieten. In Monnickendam even een snelle hap geregeld, waarna we vermoeid de kooi opzochten. Tot onze stomme verbazing k wam op dat moment bij Hans Valkenburg een bemanningslid uit de kajuit met een slaapzak onder zijn arm. Deze nestelde zich uitgebreid in de kuip en verzocht iedereen zijn kop te houden want hij ging slapen. Navraag bij Hans leerde dat er met zoveel bemanning te weinig zuurstof in de kajuit overbleef en dat geloot was wie er buiten ‘mocht’ slapen. Hans vertelde er overigens niet bij dat hij als schipper niet mee hoefde te loten. De volgende dag scheen een prachtig zonnetje en er stond een zwakke noordoostenwind. Natuurlijk heb je dan de discussie of we er niet beter aan hadden gedaan om via Den Helder het rondje te maken. De meeste Eemlanders gingen bijtijds weg richting de Hollandse brug. Marco, Eddy en ondergetekende gingen op weg naar Lelystadhaven. Met enig kunst- en vliegwerk bleven de Spindrift en de Windlooper bij elkaar. De SiSu ging er bij dit lichte
Joop Hoogendoorn
E
De uitrusting van de Fiat Stilo was al onovertroffen: ABS met EBD, Connect - navigatiesysteem met handsfree GSM-telefoon* en MP3-speler*, 6 airbags, radio/CD-speler met 6 speakers, cruise control, et cetera. Toch waren er sommigen die nog méér wilden. Welnu, dat kan. Zie hier de Fiat Stilo Multi Wagon. Net zo
BAARN, TOLWEG 11, TEL. 035 - 548 03 33
www.fiatstilo.nl
bomvol als de drie - en vijfdeurs uitvoeringen, alleen met meer bagageruimte: 510 liter om precies te zijn. Kijk op www.fiatstilo.nl en vergelijk de meest complete station ooit met uw huidige auto. Natuurlijk kunt u ook nu meteen naar onze Premièreshow komen. Kunt u in alle rust aan de nieuwe Stilo Multi Wagon snuffelen.
De Fiat Stilo Multi Wagon. De meest complete station ooit.
AUTOMOBIELBEDRIJF M. LETTENMEIJER B.V.
Prijs Fiat Stilo Multi Wagon: v.a. € 18.695,-, incl. BTW/BPM, excl. kosten rijklaar maken. Wijzigingen voorbehouden. U least een Fiat Stilo Multi Wagon vanaf € 432,- per maand, bij 48 maanden en 20.000 km per jaar. Gemiddeld brandstofverbruik 5,6 -8,3 l /100 km volgens EU 1999 /100-norm (1op12,0 -17,8) CO2 -emissie: 149 -197 g/km. Leverbaar met 1.6,1.8 benzinemotor of 1.9 JTD commonrail diesel. *Optineel.
Hij is er.
Advertenties
een riant en groot nieuw pand te wachten op de nieuwe ondernemers, die de wintermaanden gebruiken om het in te richten voor het nieuwe seizoen. Een van de nieuwkomers is Hopman Sails, een van onze vaste adverteerders. Hun nieuwe adres is vanaf eind februari Westdijk 28, en op 6 maart 2003 houden ze een open dag, waarop ze aan een ieder die daar interesse in heeft de vernieuwde werkplaats en verkoopruimte laten zien. Een nieuwe adverteerder komt naast hen te zitten, Nautic R ing, met T. van Halteren als eigenaar. Nautic R ing is met deze vestiging weer een adres in Nederland
rijker. Ze hebben onder deze naam meer dan twintig goed voorziene watersportzaken in alle delen van het land. Er zou ook nog een restaurant en andere recreatie mogelijkheden komen, maar dat was in begin 2003 nog niet aan de orde, misschien later in het jaar. Dus als jullie weer eens aanleggen in Spakenburg, is het altijd de moeite om al dat nieuws eens te bekijken.
Spakenburg en...
V
oor de eerste plezier vaarders was Spakenburg altijd al een leuke aanlegplaats voor korte of langere tijd. De lange toegang tussen de beschermde pieren gaven een gevoel van ergens thuiskomen, en het afmeren naast de oude werf gaf altijd toch iets extra. Twee jaar geleden heeft men ‘Het K leine Zeet’je’ tot een Strand boulevard omgebouwd, voor de kinderen en hun ouders op zomerse warme dagen een zeer aantrekkelijke aanwinst. A ls je er dan in de winter niet zo vaak meer komt kijk je verbaasd naar de veranderingen die er nu weer bij zijn gekomen. Bij Jachthaven Nieuwboer staat
John Goeken
Advertenties
2 6 e Ja a r gang , nr. 1
+ HW JDDW 8 YR RU GH Z LQG PHW + 2 30 $ 1 6$ , /6 :LMELHGHQ8MDDUHUYDULQJLQKHWPDNHQYDQ]HLOHQ HQNXQQHQRSDIVSUDDNELM8DDQERRUGNRPHQRP8 RSWLPDDOWHDGYLVHUHQ2I8EUHQJWHHQEH]RHNDDQRQ]H ]HLOPDNHULMLQ6SDNHQEXUJ'HNRI¿HVWDDWNODDU :LMZHUNHQPHWEHWURXZEDUHPHUNHQ]RDOVRD 'LPHQVLRQ3RO\DQWHQ&RQWHQGHU]HLOGRHN3URIXUOHQ )DFQRUUROUHH¿QVWDOODWLHV 1DDVWRQ]HODJHSULM]HQHQKRJHNZDOLWHLWKHEEHQZLM GLYHUVHVSHFWDFXODLUHDDQELHGLQJHQ 5HSDUDWLHVELQQHQGDJHQ MDDUJDUDQWLHRSVWDQGHQFRQVWUXFWLHYDQ]HLOHQ
-DFKW]HLOHQFUXLVLQJHQUDFLQJ 6FKHUSHURQGHHQSODWERGHPV 6SLQQDNHUVHQ*HQQDNHUV 6SUD\KRRGVHQ%RRWNDSSHQ 'HNWHQWHQ &RPSOHWHWXLJDJH =HLOHQYRRUHHQKHLGVNODVVH
&RPSXWHURQWZHUS&$'&$0 $OOHUHSDUDWLHVZDVVHQ %RRWNXVVHQV :DWHUVSRUWDUWLNHOHQ
WH
SHRIIHU
UVFKHU )D[YRR
%HORI
=HLOPDNHULM+RSPDQEY:HVWGLMN$(63$.(1%85*WHOID[ 21
E
Advertenties
&+,1((6,1',6&+5(67$85$17
'(*527(&+,1(6(0885 H[FOXVLHYHVSHFLDOLWHLWHQ PHWDLUFRQGLWLRQLQJ FDSDFLWHLWSHUVRQHQ UXLPHSDUNHHUJHOHJHQKHLG HONHGDJJHRSHQG DSDUWH]DDOYRRUSHUVRQHHOVGLQHUHQIHHVW YRRUPD[LPDDOSHUVRQHQ ZLMYHU]RUJHQRRNSDUW\VHUYLFHELMXWKXLV
6SXLVWUDDW6SDNHQEXUJ7HO)D[
M
Bron: K NMI, De Bilt, 3 maart 2003 – nr 3, Rob Sluijter.
2 6 e Ja a r gang , nr. 1
et in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 2,4 °C over de drie wintermaanden tegen een langjarig gemiddelde van 3,3 °C was de winter koud. Een koude winter was sinds de winter van 1996/97 niet meer voorgekomen. Opvallend was dat alle drie de wintermaanden koud verliepen. Reeds in de eerste helft van december beleefden we een vorstperiode. Deze werd gevolgd door een periode met k wakkelweer waarbij het soms zeer glad was door ijzelvorming. Rond de Kerst was het zeer zacht. In januari viel de winter voor de tweede keer in. Van 4 tot en met 11 januari vroor het tijdens de nachten lokaal streng (temperatuur lager dan –10,0 °C). De landelijk laagste temperatuur van deze winter, -16,8 °C, werd gemeten in Nieuw Beerta op 9 januari. Na de vorstperiode in januari volgde een lang, zacht tijdvak. Eind januari vond er een omslag plaats naar koud weer. Er viel regelmatig winterse neerslag. Soms kon zich een sneeuwdek vormen; zo lag er op 1 februari lokaal in Zeeland ca. 20 cm sneeuw. Na een kort tijdvak met vrij zacht weer volgde vanaf 10 februari een lange periode met droog en vaak zonnig weer. A anvankelijk was het koud maar geleidelijk k wam de temperatuur met name overdag op een hoger niveau. In De Bilt werden in totaal 47 vorstdagen (dagen met een minimumtemperatuur lager dan 0,0 °C) genoteerd en 10 ijsdagen (dagen met een ma ximumtemperatuur lager dan 0,0 °C) tegen respectievelijk 38 en acht normaal. Landelijk varieerde het aantal ijs- en vorstdagen van 21, respectievelijk 57 plaatselijk in het noordoosten tot zes en 34 lokaal in Zeeland. De landelijk hoogste temp, 17,1 °C, werd gemeten in A rcen op 27 februari. Gemiddeld over het land was de winter zeer zonnig met 265 zonuren tegen 172 uren normaal. In De Bilt scheen de zon 267 uren tegen 175 zonuren normaal. Hiermee was de winter de zonnigste vanaf 1901. De zonnigste winter tot nu toe was opvallend genoeg die van verleden jaar met 257 uren zon. Slechts 28 dagen verliepen in De Bilt geheel zonloos. Normaal zijn dit er 38. Het zonnige karakter was vooral te danken aan de uitzonderlijk zonnige februari. Landelijk gemiddeld scheen de zon toen 151 uren tegen normaal 78. In De Bilt was februari met ca. 158 uren zonneschijn tegen 79 uren normaal de zonnigste februarimaand sinds 1901. Het grootste aantal zonuren deze winter, 290, werd geregistreerd in Twenthe, ter wijl in Nieuw Beerta de zon slechts 231 uren scheen. Gemiddeld over het land viel met 184 mm tegen 194 mm normaal vrijwel de normale hoeveelheid neerslag. Zowel in december als januari viel iets meer neerslag dan normaal. Februari verliep gemiddeld over het land
droog. Vanaf de 10e tot het einde van de maand viel in een deel van het land zelfs geen meetbare hoeveelheid neerslag. Landelijk liepen de neerslagsommen deze winter uiteen van 150 mm in De Kooy tot 218 mm te Schiphol. In De Bilt viel 195 mm tegen 191 mm normaal. Op 14 dagen werd in De Bilt sneeuw waargenomen, tegen op 17 dagen normaal. Over de winter 2001/2002 bedroeg de gemiddelde temperatuur in De Bilt 4,8 °C, het aantal uren zonneschijn 257 en de neerslagsom 312 mm. Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1971 – 2000
Winter 20 02 / 20 0 3
WINTER 2002/2003 (december, januari, februari) KOUD, ZEER ZONNIG, EN EEN NOR M A LE HOE VEELHEID NEERSL AG
23
E
I
D e E e ml a n d e r
H on g er
k had hem in de morgen zien binnenvaren in zijn mahoniehouten Harrison Butler-kottertje van negen meter of daaromtrent. Hij k wam uit het westen, maar de groene algenslierten aan de waterlijn deden me vermoeden dat hij om het eiland was gedraaid en uit het oosten k wam, uit Europa. Boven de klassieke, platte spiegel woei de Britse vlag in de blauwe uitvoering, de ‘blue ensign’. Het schip k wam zeilend de zich vernauwende baai binnen, geen motorgeluid was te horen. Eerst gooide hij zijn fok eraf, de kluiver was al gestreken. Hij stond op het voordek naast zijn mast. Ik zag hem de afstand schatten, ter wijl zijn scheepje steeds langzamer tegen de passaatwind aanliep, want hij voer de luwte van de stad in. Ik pakte mijn kijker om hem te obser veren met de belangstelling die de ene oceaanvogel heeft voor de andere. Ik zag hoe zijn linkerhand – hij bleef naar voren kijken – het grootzeilval schijnbaar onbewust losgooide van de kikker. Daarna liep hij rustig naar de boegspriet waaraan het stokanker klaarhing om te vallen. Twintig meter van me vandaan, aan bakboord, liet hij zijn anker gaan. Eerst liep de kettingvoorloop uit, daarna volgde een lange lijn. De baai was op die plek elf meter diep. Nadat hij de lijn genoeg vond uitgevierd en had vastgezet, bleef hij kijken tot de lijn op het zachte briesje min of meer strak ging staan. Hij trok er even aan, draaide zich om en liep naar achteren. Bij de kuip stopte hij even om naar mij te kijken waarop ik mijn hand opstak. Hij knikte en verdween naar binnen. Ik had tijd genoeg gehad om hem goed te bekijken. Oud was hij, vast over de zeventig. Een bruine, rimpelige huid, grijs haar, grijze stoppelbaard. Ik meende dat ik een kleine tic had gezien, hij trok zijn wenkbrauwen af en toe naar zijn
E
Honger neus. Plotseling k wam een hondje naar buiten rennen dat naar mij begon te blaffen met die half hoge klank waaraan een canisofiel de hondengroet herkent. In de kortste keren stond mijn hond groetend terug te blaffen naar een hond die even wit was als hij zwart. Even later k wam de man weer naar buiten, haalde een pak los van zijn kajuitsdak dat een opblaasbaar bootje bleek te zijn. Hij pompte het op, zette het overboord, stapte erin en pakte zijn hond, die al hevig piepend zijn kop onder de zeereling door naar hem toe duwde. Hij roeide naar de stad, die haar kade toonde op een afstand van een halve mijl. In de middag zag ik hem terugkomen met dozen vol boodschappen, waaruit een paar stokbroden staken. Vroeg in de volgende morgen, voordat de hitte het schip beving, k wam ik naar buiten met een pot koffie en brood om onder de zonnetent te ontbijten. Mijn blik ging als eerste naar mijn nieuwe buurman. Hij was bezig in de kuip, waarin hij zich voortdurend bukte. Even later k wam hij omhoog om aan zijn giek, waar van hij het grootzeil had weggehaald, een drieschijfs blok te bevestigen waar een lijn was ingeschoren. Daarna verdween hij in wat waarschijnlijk zijn motorruimte was. Na een halfuur, ik had net mijn ontbijt op, k wam hij weer tevoorschijn, keek naar mij, zette zijn handen als een scheepsroeper aan zijn mond en schreeuwde: ‘Good morning.’ Zonder mijn teruggroet af te wachten ver volgde hij zijn eenzijdige roep: ‘Would you mind to give me a hand with this engine here.’ Ik stak mijn hand op, knikte, bracht bord, beker en pot naar binnen en roeide even later in mijn opblaasbootje naar hem toe. Hij bleek van plan te zijn om zijn motor, een enigszins verroeste
24
eencilinder benzine A lbin, omhoog te hijsen. We wisselden onze namen uit en ik begon zonder meer woorden te hijsen, waarbij hij de motor met een stuk hout als een hef boom op de kuipbank ondersteunde. Toen de motor onder de giek hing zwaaide hij die naar buiten, pakte een mes uit zijn broekzak en sneed de lijn door waarmee de motor aan het onderste tweeschijfsblok van de hijs hing. De A lbin verdween met een grote plons in het water van de baai. Hij keek me aan, de waterdruppels van de plons op zijn gezicht glinsterden in de lage ochtendzon. Hij trok even met zijn neus ter wijl een f lauwe glimlach om zijn mond speelde en zei: ‘Done with that bugger, now the shithouse and this ship will be liberated from all mechanical evil.’ Hij wachtte even, ik had in mijn verbazing nog geen woord gezegd, en ver volgde: ‘I saw you drinking coffee, thats the only thing I forgot in my hurr y to get as much food in my dinghy as possible.’ Ik stelde hem natuurlijk voor bij mij aan boord koffie te drinken, wat hij met duidelijk genoegen aanvaardde. Bij zijn tweede koffie, keek hij me aan met een zweem van dankbaarheid in zijn ogen en zei dat er bij hem aan boord die avond vast en zeker een goede f les Scotch zou worden opengetrokken en dat ik welkom was voor wat hij de eerste borrel in weken noemde en voor een goed maal. Een uitnodiging die ik met plezier aannam, want ik was intussen zo nieuwsgierig geworden als een oud wijf dat nieuwe buren heeft gekregen. Ik stapte vlak voor het vallen van de tropennacht met mijn hond Sancho bij hem aan boord. De twee honden begonnen in territoriumdrift om elkaar heen te draaien om daarna vrienden te worden. In het gangboord zag ik naast een oud, aangeknaagd groot bot een donkere verf vlek van een halve meter doorsnee in het teak van zijn
25
die twee konden opstappen, dat ze geen geld hadden om een vliegtuig te betalen en of ik ze niet alsnog wilde meenemen. De twee hadden kennelijk met hem over mijn weigering gesproken. Ik begrijp nu nog steeds niet waarom ik me liet overhalen, maar ik zei tenslotte ja, onder voor waarde dat ze voor hun eigen voedsel zouden zorgen, genoeg voor vijfentwintig dagen de man en dat ze binnen twee uur aan boord moesten zijn. Ik voegde er nadrukkelijk aan toe dat ik niet genoeg voedsel had voor drie mensen. Twee uur later k wamen ze met grote kitbags aan boord, gaven me een hand, brachten hun bagage en voedsel naar ik aannam, naar binnen en hielpen me bij het vertrek. Buiten woei eindelijk de passaat, we zeilden de archipel uit. Acht dagen later ontdekte ik dat Werther, die vaak had gekookt, daar voor voortdurend uit mijn voorraad putte. Ik was toch al geïrriteerd door het lamlendige gedrag van die twee knullen en wees hem er nogal venijnig op dat ze nu maar eens hun eigen blikken en deegwaren moesten aanspreken. Het bleken namelijk dwarse, luie mensen te zijn met de verkeerde grapjes, die ook voortdurend te laat op wacht k wamen en dan vaak in de kuip zaten te slapen. Enfin, ik begon het moment te ver vloeken waarop ik ze voor het eerst had gezien. De roodharige Oostenrijker keek me na mijn opmerking over hun voedsel nog schichtiger aan dan anders. Hij zei dat ze geen voedsel hadden, want dat ze daar voor over onvoldoende geld hadden beschikt. Ik riep Berthold erbij en gaf mijn niet mis te verstane mening. Ik noemde ze onverantwoordelijke schoffies, wees erop dat we moeilijk tegen de passaat konden terugkeren, dat zou zelfs langer duren dan door varen. Dat we van nu af aan strikt moesten rantsoeneren en dat ik daar voor een lijst zou opmaken en wee hun gebeente als ze zich daar niet aan hielden. Berthold stond bij mijn sermoen
2 6 e Ja a r gang , nr. 1
‘Ik vertrok half december van het eiland La Palma in de Canaries, een beetje vroeg in het seizoen. Ik raakte in een gordel van windstilten en besloot koers te wijzigen naar de K aapverdische. Min of meer op de zuidgaande stroom drijvend, soms zeilend op een te ver waarlozen briesje, mijn motor hield er de eerste dag dat ik hem gebruikte al mee op, k wam ik daar na tien dagen aan. Ik liep São Vicente binnen en ging tegen de hoge kaai liggen om de watertank aan te v ullen en nieuwe bougies en een vlotter voor de carburateur te kopen. In de namiddag was ik klaar met de motor en zat ik in de kuip een lauw pilsje te drinken toen er twee blanke jongemannen boven me op de kade k wamen staan die vroegen of ze even aan boord mochten komen. Ik had de vraag op mijn lippen waarom?, maar zei tot mijn eigen ergernis “hop aboard”. Ze gingen in de kuip naast elkaar tegenover me zitten. De een had blonde haren boven een gebruind gelaat, dat me aan een Duitse matroos deed denken die ik ooit als krijgsgevangene heb verhoord, de
ander had rood haar en sproeten. Die kon een Schot zijn, hoewel hij daar voor te schichtig keek. Het bleken Oostenrijkers te zijn. Nou ja, ook een Teutoons bergvolk... een mens heeft tenslotte recht op zijn kleine vooroordelen, vooral als die door de er varing zijn gevoed. De blonde stelde zich voor als Berthold, de ander als Werther. Hun achternamen zijn voor dit verhaal niet belangrijk ofschoon ze in mijn geheugen zijn gebrand. Ze vertelden dat ze op een jacht op deze eilanden waren gekomen, maar dat de eigenaar daar van een ellendeling was. Omdat het aan boord niet meer te harden was, waren ze hier afgestapt. Ze zochten nu een ander schip dat naar de West ging en aangezien ik alleen was zouden vier handen extra toch welkom zijn. Ze hoefden geen betaling, alleen de kost. Ik maakte uit wantrouwen een tactische fout door naar het hoe en wat van die ellendeling van een schipper te vragen. Daardoor gaf ik ze de kans verder te praten en draaide ik mezelf in hun probleem. Na hun verhaal dat al even ellendig was als de schipper waarom het ging, een schipper overigens voor wie ik naderhand groot begrip zou krijgen, zei ik hun dat ik geen mensen aan boord wilde, dat ik nooit mensen meenam. Dat ik genoeg had aan mijn hond en mijn papegaai. Ik had een papegaai aan boord die Sean heette naar mijn oude Ierse oppas. Mijn hond heet overigens Bobby, naar niemand in het bijzonder. Ze probeerden me te overreden, maar ik bleef bij mijn weigering. Ze dropen af met groot vertoon van spijt. De volgende morgen vroeg – ik was de boel al aan het klaarmaken voor vertrek – k wam de Portugese douanier (de K aapverdische eilanden waren toen nog Portugees) die mij had ingeklaard, aan boord. Op de kade stonden de twee knapen, die kennelijk met hem meegekomen waren. Hij zei dat hij al een dag of tien met deze twee Oostenrijkers zat, hij wees met zijn duim naar boven, dat er wellicht in geen weken een jacht zou komen waar
H on g er
dek. Een vlek die ik ’s morgens niet had gezien omdat ik toen aan de andere kant opstapte. Die verf vlek verbaasde me omdat ik het niet bij hem vond passen. Bij de beloofde Scotch vertelde hij me dat hij een gepensioneerd officier was van ‘the British Nav y’. Na whisk y, veel rode wijn en een grote visschotel van baccalao, verse groente en rijst waarbij we hoofdzakelijk over boten en varen spraken, dronken we koffie met weer whisk y onder een hemel die lichtte van de sterren. Hij keek omhoog en zei: ‘Milk y way, bloody star spangled sk y, some weeks ago I thought never to see it again.’ Hij keek terug naar mij, trok een paar keer zijn wenkbrauwen naar zijn neus, boog dan zijn hoofd en zei op bezwerende toon, zijn glas ronddraaiend tussen zijn vingers: ‘Je moet nooit, nooit van z’n leven opstappers meenemen.’ Hij begon te vertellen.
E
D e E e ml a n d e r
H on g er
een beetje te grijnzen, maar ze zeiden niets. Nou, ze hielden zich er niet aan. Ze bleken ’s nachts te vreten en op de twaalfde dag constateerde ik dat we praktisch door mijn voorraad heen waren. Nou zul je zeggen dat dit alles wel heel naïef van me was, maar ik kom uit de marine waar zowel besef van verantwoordelijkheid en solidariteit heersen als gehoorzaamheid aan een bevel. Ze waren langzamerhand ook echt lastig geworden, wat zich uitte in kleine pesterijen. Ze lachten me uit als ik de middagbreedte schoot. Berthold zei dan bijvoorbeeld: “Daar hebben we Columbus weer. Dat is allemaal onzin, zolang je gewoon west vaart kom je er altijd.” Of ze begonnen hardop mee te tellen als ik bij het schieten van de primaire verticaal in de ochtend of de namiddag de seconden telden tussen zon op de horizon en het indrukken van de stopwatch. Zulke dingen, waarbij ik de grootste moeite had om de juiste houding te vinden en me te beheersen. Weer twee dagen later was het voedsel op. Hoewel ik het had zien aankomen en wat voedsel had trachten te verbergen, hadden ze het steeds weer gevonden. A ls ik erop wees dat ze zichzelf ook in gevaar brachten, was het meestal Berthold die dan zulke antwoorden gaf als: “Man, we hebben honger, we moeten eten en je belazert ons toch, je hebt ergens nog voedsel.” Ik was niet alleen razend, ik werd bang. De atmosfeer werd zeer dreigend. Voor alle zekerheid legde ik mijn pistool onder mijn hoofdkussen. Ik bleef zelfs een dag of twee wakker, ter wijl ik deed alsof ik sliep. Intussen begon de honger. Werther was voortdurend aan het klagen en beweerde ook dat ik vast wel ergens voedsel zou hebben verborgen. Ik betrapte hem erop dat hij in het vooronder onder alle banken aan het zoeken was. Hij lachte vals uit zijn schichtige ogen en zei dat als ik het niet deed, hij wel moest zoeken. Ik antwoordde dat we van nu af aan honger zouden hebben en dat hij er beter aan deed
E
op de vislijn te letten die ik had uitgezet. We zouden overigens niets vangen op die tocht. Ik was inmiddels ook tot de conclusie gekomen dat Berthold, die zijn vriendje overheerste, een gevaarlijk mens was, hij had iets pathologisch. Ondanks de honger, het mislukken van het vissen en de gevaarlijke spanning die nu tussen ons bestond viel ik de derde morgen na het opraken van het voedsel door vermoeidheid overmand in slaap op mijn kooi. Ik ontwaakte door de geur van gebraden vlees. Ik was meteen klaar wakker, keek allereerst naar mijn hond die aan mijn voeteneind van de kooi lag en begreep direct dat ze mijn papegaai aan het braden waren. Ik wurmde me razendsnel uit de kooi en zag Berthold bij het petroleumstel met de steel van de pan, waarin het karkas van Sean lag, in zijn hand. Hij lichtte de hete pan even op, wees ermee in mijn richting en zei met een gemene grijns: “Zal wel een ouwe taaie zijn, maar nood breekt wet.” Ik stond op het punt hem aan te vliegen, maar een harde klap op mijn hoofd voork wam dat door me in die staat te brengen die men bewusteloosheid noemt. Werther had in het vooronder gestaan, was achter me komen staan en had me, natuurlijk afgesproken, de klap toegebracht. In de nacht k wam ik bij met een hoofdpijn die me aanvankelijk het nadenken onmogelijk maakte. Ik wilde mijn hand naar mijn hoofd brengen, maar die bleek samen met mijn andere hand vastgebonden te zijn. Ik deed met moeite mijn ogen open en zag dat ik in de bakboordskooi lag. Buiten hoorde ik de twee rotzakken zachtjes praten. Hoeveel pijn het me ook kostte, ik speelde het klaar voorzichtig overeind te komen – buiten ruiste de zee – om me zo mogelijk nog voorzichtiger naar mijn hoofdkussen op de hondenkooi te bewegen, waar ik tot mijn grote opluchting mijn pistool vond. Helaas, door mijn gebonden handen kon ik hem niet doorladen. Ik kon onmogelijk de slede naar achteren krijgen.
26
Ik dacht aan mijn vlijmscherpe scheepsmes dat in de bovenste lade van de kaartentafel lag...’ De oude man had tijdens het vertellen voortdurend voor zich uit gekeken, maar op dit punt van het verhaal keek hij me aan en wees naar binnen, naar bakboord, waarna hij zijn blik weer af wendde en voortging met zijn gruwelijke vertelling. Ik merkte dat mijn handpalmen nat waren van het zweet... ‘Ik wist het laatje open te krijgen, het mes eruit te halen en het lemmet vast te zetten door de lade met mijn knie dicht te drukken. Buiten hoorde ik Berthold zeggen: “We moeten die ouwe koud maken als ie het al niet is, want die gaat anders lastig worden. Dan zetten we hem overboord om tegen de politie te kunnen zeggen dat hij kennelijk over de muur is gevallen.” Gedreven door doodsangst begon ik het stuk vlaggenlijn waarmee ze mijn handen gebonden hadden, door te snijden, wat op het scherpe mes godzijdank snel lukte. Ik pakte het pistool van de kaartentafel waarop ik het had neergelegd en trok me terug naar het vooronder waar ik de ingang in de gaten kon houden. Ze zeiden nog wat tegen elkaar wat ik door de zenuwen en het bonzen in mijn hoofd niet meer kon verstaan. Zo stond ik te wachten ter wijl door de spanning langzaam de hoofdpijn wegtrok. Ik hoorde Berthold, luider nu, zeggen: “Doe het nu, meteen.” De lafaard stuurde zijn vriendje. Even later k wam Werther naar binnen met een voor werp in zijn hand, dat naderhand een keukenmes bleek te zijn. Hij was scherp afgetekend tegen de sterrenlichte hemel. Ik richtte en toen hij de trap af k wam schoot ik hem door zijn hoofd. Zijn lichaam sloeg achterover, gleed de trap af en bleef beneden liggen. Berthold schreeuwde: “Wat is dat, verdomme Werther wat is er? ” Ik riep terug dat zijn maat dood was en dat hij nou aan de beurt was, tenzij hij zich overgaf. Ter wijl ik dat zei besefde ik dat ik hem toch
manier moest afmaken. Ik bleek uiteindelijk de sterkste zenuwen te hebben, wat niet zo ver wonderlijk is. Na een tijdsverloop dat een eeuwigheid leek, hield Berthold het niet meer uit. Hij begon te schreeuwen en te schelden, wat overging in gejammer en het half huilend gedane voorstel vrede te sluiten. Dan zouden we het samen wel rooien, riep hij. Ik kon daardoor nauwkeurig bepalen waar hij zat, op het opengeschoven luik. Voorzichtig klom ik op de wc-pot en duwde heel, heel langzaam mijn hoofd door het voorluik, mijn pistool vlak voor mijn gezicht houdend. Hij zat inderdaad op het luik met een kor vijnagel uit het nagelbankje bij de mast in zijn hand. Hij keek op dat moment naar de ingang onder hem. Ik richtte me verder op en riep zachtjes: “Berthold.” Hij draaide zich als een weerlicht om, op zijn gezicht een grimas van angst en schrik. Ik schoot drie keer. Hij rolde in het
gangboord tegen de voetreling aan. Toen brak de wc-pot. Ik donderde naar binnen.’ De oude man stopte zijn verhaal en zweeg. Hij pakte de f les whisk y, schonk mij en zichzelf in om mij daarna recht aan te kijken. Zijn ogen hadden een uitdrukking van verre droef heid. Ik zweeg ook, maar na een lange tijd moest ik iets zeggen om de ondraaglijke stilte te verbreken. ‘En de honger? ’ vroeg ik dwaas, ‘hoeveel dagen moest je die nog verduren? ’ Hij lachte zonder geluid, op een manier die electriciteit in mijn haren joeg en sprak de woorden die ik nooit meer zal vergeten: ‘Honden, schipper, honden zijn aaseters net als mensen.’ Bij het van boord gaan keek ik naar het grote bot en de verf vlek. Ik sliep die nacht niet.
H on g er
zou moeten doodschieten, een gedachte die ook bij hem opk wam, want hij sprong de kuip uit en rende naar voren. Ik begreep dat er een patstelling was ontstaan. A ls hij naar binnen k wam zou ik schieten. A ls ik daarentegen de trap zou opgaan om door de ingang naar buiten te komen, was ik k wetsbaar en zou hij de beste kans hebben om toe te slaan. Ik ging dwars in de kajuit staan om het voorluik, dat openstond voor de ventilatie, en tegelijkertijd de ingang in de gaten te kunnen houden en hield me stil. Op dat moment begon mijn hongerige hond het bloed dat uit Werthers hoofd stroomde op te likken. Van dat ontzettende geluid werd ik misselijk, wat nog versterkt werd door de terugkerende hoofdpijn. Hoewel ik in de oorlog verschrikkelijke dingen heb meegemaakt was dit anders, menselijker, dichter bij mijn geweten. Ik vermande me desondanks, zei tegen mezelf dat ik het nu op de beste
Bron: Zeven scheve zeeverhalen en een rechte, Cees van Staal, 1997
2 6 e Ja a r gang , nr. 1
8ZDGUHVYRRU
6FKHHSVWLPPHUZHUN 3RO\HVWHU5HSDUDWLH $GUHV=XLGHUHLQG/*%$$51 7HO:HUNSODDWV 0RELHOQU
27
E
Advertenties
-$&+7:(5) '(:$7(502/(1 9225$//(:$7(563257%(12',*'+('(1 '($/(59$1
'(,-66(/9(5)352'8&7(1
9(786
(3,)$1(6
$6$(/(&75$
,17(51$7,21$/
%(/6+,3
9&352'8&7(1
/$1.+2567
2:$752/
*,0(*
728:(17((5352'8&7(1
3/$67,02
$1:%:$7(5.$$57(1 1822.0(77216.5$$1 =20(5(1:,17(567$//,1*
-$&+7:(5)
'(:$7(502/(1 (,*)5$1..(/'(5 ((0:(* /'%$$51 7(/()221
Liefde 2 6 e Ja a r gang , nr. 1
Bron: Jubileumbundel van de vereniging tot Behoud van het IJsselmeer “V BIJ 1972-2002, Dertig jaar pal voor een zee van ruimte”
29
E
Faja Lob bi
Beste Eemlanders, Zoals bekend is het uitkomen van de Eemlander elke keer weer afhankelijk van de hoeveelheid aangevoerde kopij. En in het verleden heb ik dan ook nog wel eens een aantal pagina’s volgeschreven. Nu kwam ik onlangs in aanraking met Mevrouw Keeke de Jong, die in de zomer van 2002, in haar eentje(!) met een Dufour van 9 meter, naar Denemarken heen en weer is gevaren. Voor mij, die nooit de Randmeren verlaat, een buitengewone prestatie. Misschien ook voor andere Eemlanders. Hier is haar verhaal.
FAJA LOBBI, SOLO NA A R DENEM A R K EN
Y
es I did it! Dit telefoontje klonk als muziek in de oren van velen die mijn tocht met spanning hebben gevolgd.
D e E e ml a n d e r
SOLO en wat daar aan vooraf is gegaan. Ik vaar al lang alleen, noodgedwongen, maar ik vind het ook fijn om zo nu en dan alleen op het water te zijn, heerlijk voor anker, lekker zwemmen en de opkomende zon s`morgens vroeg. Toch droomde ik er al een hele tijd van om een solo -prestatie neer te zetten, en ik wilde me dus dat voorjaar inschrijven voor de 200 mijls ‘Solo, vrouwen’, maar helaas al volgeboekt. En toen heb ik mezelf de vraag gesteld: ik heb 3 maanden de tijd, ik wil weer naar Denemarken en waarom dan niet Solo? En dan komen de voorbereidingen: allereerst mijn kinderen, en ik bedank ze enorm voor hun laco nieke houding: als je dat wilt doe je het toch, als je maar uitkijkt en geen risico’s neemt en veilig terugkomt! Verder ga ik met Laurens mee met de Nir wana even de zee ruiken. Op 13 april vertrekken we voor zijn Maiden trip. Een zeer leerzame tocht, de motor loopt warm, koppakking lek, prachtig weer, geen wind, en een zeilboot zonder motor en geen wind in ‘Het K anaal’, dat werkt dus
E
niet. We ankeren aan de rand van de trafficline, worden opgehaald door een reddingsboot en gesleept naar Southend on Sea en na veel gerepareer varen we via Southwold terug naar IJmuiden; veel geleerd wat betreft weer-stroom-motormarifoon-reddingsboten en kalm
“En dan gebeurt er wat alles zal veran deren” blijven. Veel gepraat over mijn plannen en ik krijg van Laurens nog vele adviezen mee en zijn zegen, “Doen, je kan het! “ 9 Juni is mijn dochter jarig en 10 juni vertrek ik. R iet vaart met me mee naar Harlingen en ze kan me niet uitzwaaien -W6 -, maar voor vrijdag wordt er goed weer voorspeld, om 11 uur H W en uitgezwaaid door een oude kustzeilvriend, vertrek ik. Om 16.00 uur ben ik boven V lieland
30
en ik heb beloofd om dan te bellen wat ik ga doen. Ga ik echt of zie ik het toch niet zitten? Okay, ik ga er voor!!!! Om 20.00 uur ben ik de eerste vaarroute overgestoken en vandaar zet ik een rechte lijn op de kaart richting Thyboron. Nog ± 44 uur varen ! Mijn plan, 15 minuten liggen - 15 minuten op, werkt nog niet helemaal. Ik ben nog te gespannen om echt te slapen, maar soms suf ik weg en mijn twee keukenwekkers werken prima. Er is weinig verkeer maar iedere boot is er één en het weer verandert, het betrekt en de wind gaat draaien van ZO naar Z W. Om 3.30 ben ik ook de gevaarlijke-stoffen route over en dan wordt het echt stil om me heen. Probeer wat meer te slapen en ik word ook steeds zekerder dat alles goed gaat. ’s Morgens gaat de barometer teruglopen en het weerbericht geeft Z W 6. Ik zet een rif in het grootzeil en draai de genua in. De Faja Lobbi geeft geen krimp, m’n stuurauto maat werkt prima en het is verder prachtig weer, maar de wind trekt steeds verder aan en ik heb spijt dat ik niet gelijk een tweede rif heb gezet, had me veel werk gescheeld. Verder slaap ik zo nu en dan en tegen de avond gaat de wind wat liggen, schiet lekker op, eet en drink wat en ben eigenlijk best druk, ik ben totaal alleen op deze zee.
Advertenties
De Eemlan der
De volgende morgen om 11.00 uur gaat mijn telefoon piepen. Een SMS -je, welkom in Denemarken, ik ben er bijna, ga de kids bellen en zie ook land. Mijn vrienden Jan en Els kamperen aan de Lymfjord en als ik ze bel zitten ze volgens mij onmiddellijk in de auto om mij te ver welkomen. Moe maar met een ontzettende kick vaar ik om 16.30 uur Thyboron binnen en daar zijn ze met champagne. Jan en Els bedankt. Mijn eerste solotocht, ±300 mijl, zit erop, nu nog terug. Thyboron, heerlijk nietsdoen, douchen, lekker eten en plannen maken, zelf alles bepalen.
D e E e ml a n d e r
En dan gebeurt er wat alles zal veranderen. Er breekt een enorm onweer los, het komt van zee af en ik heb zoiets nog nooit meegemaakt. De lucht is pikzwart en de bliksem houdt maar niet op. ’s Avonds komt er een Nederlandse boot binnen die midden in het onweer heeft gezeten, hun verhaal maakt een grote indruk op mij, net begonnen aan een rondje Atlantic en nu alle apparatuur kapot, maar gelukkig leven ze nog. Ik ben nog nooit bang geweest op zee, maar hun goed verborgen ontreddering geeft mij het gevoel dat ik erg veel geluk heb gehad. TERUG: Het Duitse weerbericht is perfect: alleen windkracht 4 schijnen ze niet meer te kennen. N W-Z W 5 - 6 -7- 8, voor de wind met een stukje genua, geen punt, maar aanleggen ”alleen“ is een verhaal apart. Ik mobiliseer gewoon een halve haven, rondje varen, boel bekijken, roepen dat ik alleen ben en zie: ver wondering en later heel misschien bewondering, maar je wordt steeds handiger. Ik maak een grapje naar mijn kinderen –55 uur heen -55 dagen terug, ik zit niet ver van de waarheid. Over Denemarken ben ik al genoeg enthousiast geweest, ik wil nu
E
gewoon wat meer k wijt over de er varingen van het solo varen. Lymfjord – Thyboron – Lemvig Nykobing / Mon – Logstor – A alborg - Mou Bro – Egense - Oster Hurup – Bonnerup – Grena – Ebeltoft - A rhus. Overal ontmoet ik leuke en interessante mensen, het verbaast me hoeveel oudere zwer vers er varen, vele maanden lang en ook al vaak vele jaren. Ieder plaatsje heeft wel wat, bv in Lemvig zie ik een tentoonstelling van teken- en schilderkunst van K arin Bli xen die ik wel als schrijfster ken, maar dit dus niet wist. In Logstor maak ik kennis met Cor en Betty a/ b K raayennest, ik lig daar met N W 7 aan lager wal en ze hebben me zien ploeteren en weten nog een leuk plekje voor me en tot Ebeltoft vaar ik met hen op. We luisteren samen naar de weersverwachtigingen, zij maken k wartier in de volgende havens, wat ook niet altijd lukt want ik lig vaak sneller op een plekje, zij zijn ook wel erg breed, we drinken samen een wijntje en ik duik onder hun boot om te kijken wat er in hun schroef zit, bleek later zeegras te zijn maar moeilijk te ver wijderen, ze moesten er voor uit het water. In Ebeltoft gaan zij naar huis (zieke dochter) en hun andere dochter vaart de boot 3 weken verder. En ik ga naar A rhus waar mijn vriendin R iet 2 weken mee komt varen, heel gezellig. Berichten over de toestand van mijn moeder (97) doen mij besluiten om eerder naar huis te gaan, met de ‘ZEILEN’ van mei en juni in mijn bagage over die verschrikkelijke Duitse Bocht hoop ik dat er voor mij dat beruchte mooi weer gat zal vallen om rustig terug te varen. Met R iet komt gelijk het mooie weer aan boord en via Samsõ Mittelfart – Bago – Faaborg – Odense (met de bus) Marstal, komen we in Holtenau. 2 weken gezellig varen, lekker eten en redelijk weer en natuurlijk vele ontmoetingen.
32
Holtenau - Rensburg niet te geloven, W 7- 8 op de kop in dat kanaal, in Rensburg vinden we een plekje in de luwte van een fabriek want ik durf niet aan te leggen in de jachthaven, dat doen we de dag erna wel. We gaan eten in het clubgebouw van de jachthaven (zeer goede keuken) en ontmoeten daar vele landgenoten op weg naar huis. R iet gaat de volgende dag op de trein naar huis en ik vertrek een dag later naar Cuxhaven, het mooi weer gat moet nu gaan komen. Ik vertrek vroeg en ga in Brunsbüttel gelijk door (de meeste haken af ), maar ik heb stroom mee, om 20.00 lig ik in “Cux”, zo moe dat ik niet eens meer weet wat voor spring ik erop zal zetten, maar het was ook wel weer 12 uur varen. De volgende dag verzamelt de vloot zich weer en de weersver wachting wordt steeds beter, ZO 3 - 4, mooier kan niet om naar huis te varen. We eten nog met een groepje in het clubhuis en gaan vroeg naar bed. Om 5 uur varen zeker 100 boten de
“Mijn eerste solotocht zit er op, nu nog terug” Elbe af richting huis, een lange rij van lichtjes en het verbaast me dat je daar 6 uur later eigelijk niemand meer van ziet. Mijn eerste plan is om door te varen naar Lauwersoog, maar onder weg besluit ik toch om Nordeney aan te lopen. Om 18.00 meer ik af naast een
rekening, gelukkig was het al afgeschreven toen ik thuis k wam, maar ik heb alles er graag voor over gehad, ik heb genoten, iedereen die ik heb ontmoet groeten en bedankt! En we will meet again!!!! Ter informatie: dit is het verhaal dat ik geschreven heb voor de ‘Nuldenier’ het clubblad van de watersportvereniging waar we al sinds 1970 lid van zijn, ‘Nulde Randmeren’ dus. Ik ben al jong met de watersport in aanraking gekomen. Loos drecht, Muiderberg, zwemmen roeien -zeilen. Toen ik 15 jaar oud was, ging ik al naar een zeilschool, wat vrij uniek was voor die tijd. Vanaf 1970 hebben we een eigen boot gehad en hebben heel Nederland verkend. Mijn man vond zeezeilen niets en ik heb daarom de laatste 20 jaar veel meegevaren met vrienden en op charterschepen, werkelijk
duizenden mijlen, langste reis Rusland met de Kustzeilers mee, de Terra Nova met Corrie en Willem waren daar o.a. ook bij. Sinds 12 jaar ben ik weduwe, maar ik heb onze boot altijd gehouden en zelfs 4 jaar geleden de Dufour gekocht waar ik nu mee vaar. Ik ben nu 62 jaar en heb mijn droom waargemaakt om zeker eenmaal iets Solo te doen en raad iedereen aan om als je zo’n droom hebt het zeker te doen.
De Eemlan der
mooi schip (altijd iets groter dan de mijne) en een half uur later zit ik daar zelfs heerlijk te eten bij mensen uit Zwitserland, die al jaren de wereldzeeën bevaren. Flamingo bedankt! A ls ik de volgende dag mijn halfwinder te voorschijn haal krijg ik commentaar: “Ja zo vaar je ons er uit en inderdaad, ik ga ze voor. Om 20.00 lig ik in Lauwersoog en als ik de volgende morgen weer zee kies kom ik in potdichte mist terecht. Ik ga terug, schut en lig een heerlijke dag voor anker op het Lauwersmeer. Daarna binnendoor, 4 dagen Leeuwarden-regen-regen-, een week Jan en Els, Friesland – Enkhuizen v.v. redelijk mooi weer. Daarna Nulde (heel wat geregel wat mijn moeder betreft) en dan toch nog even rondje Noord-Holland. En een weekje Si xhaven A msterdam, dan weer even Nulde. Dit was dus SOLO zeilen. Vraag me niet naar mijn telefoon-
Mijn beste maatjes aan boord: Stuurautomaat Zonne - paneel (Aqua solar Sneek) Kaarten Ruud Nije. Laurens de Jong En verder ieders SUPPORT. Met veel zeilgroeten! Keeke de Jong FAYA LOBBI
2 6 e Ja a r gang , nr. 1
33
E
Advertenties
Ter wijl de Ruytertjes het doorgaans op de berg zoeken met snowboarden en downhill kamikaze acties, zijn de Veldkampers meer actief in de cross- countr y, dwars door de natuur. Door de bossen en langs de beekjes, hijgend en puffend,
35
Trouwens het bloed kruipt toch altijd waar het niet kan gaan, want op een avond zaten we allebei te kijken naar een uitzending op Eurosport over de A merica’s cup, waarin we zagen hoe van het Nieuw-Zeelandse jacht de mast als een lucifershoutje af brak in een beetje zeegang en waardoor het Zwitserse team een 4 - 0 voorsprong kon nemen.
2 6 e Ja a r gang , nr. 1
De families Veldkamp en de Ruyter komen al een aantal jaren tijdens
de wintersportvakantie in hetzelfde hotel, maar nog nooit in dezelfde periode. Dit jaar was dat echter wel het geval. En wat voor een wintersportvakantie dit jaar. Zelfs voor de zeer er varen wintersporters een heel bijzondere vakantie. Een hele week geen wolkje aan de lucht. Boven staalblauwe lucht, beneden anderhalve meter sneeuw. Nog nooit was het zulk mooi weer en dat een hele week achter elkaar.
Een O ntm oetin g
“Hé Eddy, ga je nog op wintersport? Jazeker, over 14 dagen gaan we naar Oostenrijk. Dat is leuk, wij volgende week. Waar gaan jullie naar toe? Naar het K leinwalsertal”, luidde het antwoord. “Hé, dat is ook toevallig, wij ook. En naar welk plaatsje gaan jullie dan. Oh, wij gaan al jaren naar Mittelberg. Het zal toch niet waar zijn, daar gaan wij ook naar toe. En jullie gaan toch niet toevallig naar het Aparthotel. Waaaattt….? Daar gaan wij ook altijd naartoe”. Zo ongeveer verliep een gesprekje tussen Eddy en mij een paar jaar geleden op de haven.
want hoe je het ook went of keert, daar is toch wel een stukje basisconditie voor nodig. A lhoewel we allebei onze eigen gang gingen in deze week, hadden we afgesproken om op de laatste dag een gezamenlijke tocht te maken. Dus gingen Eddy, Fred en Daniël op pad voor een mooie tocht dwars door de besneeuwde omgeving voor een fantastische cross- countr y tocht. Het resultaat kunnen jullie op de foto’s zien. Het is daar zo’n mooie omgeving dat je de Eemlander er steeds voor wilt open slaan. En het grote aftellen is alweer begonnen. Nog 51 weekjes en dan zitten we er weer.
Fred Veldkamp
E
Advertenties
T
blauwe hemel, kijkend in de diep blauwe zee met haar springende dolfijnen en daarbij filosoferend hoe te ‘stappen’ als wij over een paar weken de havens van India, Indonesië of Japan zouden aandoen. Immers, je hebt dan in al die weken je salaris gespaard en dat moet dan uiteraard goed besteed worden. Daar is dat ruilmiddel toch voor!! Je leeft maar één keer en dat behoor je intens te doen, ben ik van mening. Overigens denk ik, zoals de meeste A ziaten, dat ik wel weer op deze aarde terugkom. In mijn fantasieën heb ik daar al inhoud aan gegeven – spannend hoor - , maar dat vertel ik jullie dán wel. Dat heet weder vleeswording of reïncarnatie. Na deze inleiding, nu wat over het kaarten aan boord van deze schepen.
A ls je de vrije wacht had op de passagiersschepen, dan ging je in vol ornaat – wit uniform – bij de passagiers gezellig aan de bar zitten, met een borrel in de hand, vol met verhalen of een beetje dobbelen, dansen of een beetje f lirten in een tropische sfeer. Maar meestal gingen wij kaarten, d.w.z. bridgen, wat een internationaal kaartspel is. Na enige tijd leer je dan door een beetje handig te bieden of op het juiste moment te passen, dat je de ‘dummy’ bent. Deze technische vaardigheden werden niet altijd begrepen, maar wel altijd gewaardeerd, want je partner speelde dan graag het spel. Ondertussen haalde ik dan de borrels wel, een handeling die mij zeer goed af ging. Het bridgen op de vrachtschepen tijdens de lange reizen gaf meer problemen. Dat had te maken met goed of slecht weer, storm, zee-
37
ziekte, de vrije wacht en wie daardoor je partner, hetzij je tegenstander werd. Dat was af wisselend de kapitein – het gezag – of de hoofdwerktuigkundige – mijn baas – hetzij mijn stapmaat - de eerste stuurman -, met zijn enorme hangsnor, die tot onder zijn kin hing. Dat k wam omdat hij een hazelip had met daarbij enorme tanden en als hij lachtte, dan speelde achter zijn oren kermis en dat dekte hij zo harig mogelijk af. Je kent die lange Engelse hangsnorren wel, in het vet met krul en zonodig een gekleurd strikje eraan. Tja, het bridgesysteem aan boord was zéér gecompliceerd, want mijn partners wilden niet verliezen en vóórdien – tijdens de borrel – kreeg ik de nodige instructies, waarop te letten! Ik vond dat prachtig hoor. Vooral mijn stapmaat kon prachtig met zijn enorme hangsnor seinen, dat waren net de morsecodes van onze marconist, b.v. grijnzend twee keer met zijn snor wippend was uiteraard optimistisch en echt treurig omlaag hangen van dit harig geval was duidelijk genoeg voor mij. Of, ik kreeg onder de tafel een schop en dat begrijpen insiders wel – hou je mond of schoppen bieden - !! Hij stotterde enorm en dat is he-he-helemaal moeilijk te vol-volvolgen.
2 6 e Ja a r gang , nr. 1
ja, het is toch wel fijn dat onze vereniging een k wartaalblad heeft, waarin vele verhalen geschreven kunnen worden over b.v. wedstrijden en de meningen hierover. Of als we terugkijken in ons verleden, dan komen ook weer de verhalen los, die betrekking hebben op het water, zowel in ons prachtige waterrijke land alsmede de aangrenzende zeeën zoals met de ‘Terra Nova’ of Dirk met zijn zeevaste platvoeten, die hij nodig had en gebruikte op de ‘K arel Doorman’. Dit soort platvoeten had ik ook hard nodig om op de vele kleinere vrachtschepen zeevast te kunnen staan op het vaak stampende en slingerende dek. Je moet je dan ook voorstellen dat er op de oceaan vaak golven lopen die van 5 meter tot wel 30 meter hoog kunnen variëren. Indien de roerganger dan even staat te dagdromen en het schip uit zijn roer loopt naar dwarsscheeps van de golven, dan is de slinger van het schip niet niks en dus niet zo best voor bemanning, schip en haar lading. Zo moest ik voor de rederij ± 3 maanden per 2 jaar dienst doen op deze cruiseschepen de z.g. Love Boats met zo’n 800 zeer ver wende en vaak zeer rijke passagiers! Deze schepen varen meestal ’s nachts en liggen overdag in de toeristische havens. Dat was voor ons altijd veel werk, omdat het starten en stoppen van de grote motoren of turbines e.d. altijd minimaal 2 uur aan voorbereidingstijd vergt en dan was het ’s nachts ook nog wachtlopen. De lange tochten met vrachtschepen, waarin ± 80.000 ton graan van Canada naar Calcutta in India werd gevaren, waren veel rustiger. Immers, de machines werden gestart en pas na 6 - 8 weken werden deze, aan de andere kant van de aardkloot, gestopt. Deze tochten bracht ons dan over de Oceaan, Straat van Gibraltar, door de Middellandse Zee, Suez K anaal, Rode Zee, enz, enz... In de tussentijd lag je heerlijk onder de immense
E
Maritiem Kaar ten
Het was vaak wel lachen, want geinig en spannend was het zeker, alleen als de 1e werktuigkundige – dus mijn tegenstander dan, mijn spel met de morsecodes doorhad, moest ik met slecht weer en metershoge zeeën, een zeezieke wacht af lossen. Dat was dan sociaal begrip, zei hij dan grijnzend! Ik kan nog veel meer vertellen, maar dan moet er een kist bier bij komen, echter Ada – mijn vrouw – zegt dat dit verhaal al lang genoeg is, maar dit waren wel echt de maritieme kaart – en bridgetechnieken die in mijn herinneringen opgeroepen werden. K arel Remmerde
D e E e ml a n d e r
Advertenties
(%RRPJDDUG 'DPVOXLVZHJ (%$OPHUH
E
38
Advertenties
$//(%227$&&(662,5(6
ZRNRPSDVVHQGLHSWHPHWHUVVFKHHSVODN NHQDQWLIRXOLQJVDQNHUVNHWWLQJOLMQHQ VFKRWHQWRXZ]ZHPYHVWHQUHGGLQJVPLGGHOHQ QRRGVLJQDOHQ596YHUVWDJLQJYDOOHQUDL OLQJGUDDGJHNOHPGRIWHUPLQDOVJHZDOVW
1DXWLF%RXW 6LQJHODKRHN9RRUPHXOHQZHJ QDELMWKHDWHU+HW6SDQW %XVVXPWHO 0X]LHNZLMN)HOVHUSODDWV 2SHUHWWHZHJ $OPHUHWHO
/HGHQNULMJHQNRUWLQJGH]HDGYHUWHQWLHPHHEUHQJHQ 7RW]LHQV
T ER R A NOVA’s
Nieuwsbr ief nr. 7
mei 20 02 - december 20 02.
Terra N ova
Twee dwergen in Patagonië.
W
e pakken de draad weer op bij het einde van de vorige nieuwsbrief liggend voor anker bij Castro bij het Chileense eiland Chiloë.
D e E e ml a n d e r
In Chili is de havenmeester een onderdeel van de ‘A rmada’, de Marine. A lle scheepvaart, van open bootje tot container vaartuig, moet zich bij de ‘A rmada’ melden en de vaarroute opgeven met aankomsttijd in de haven van bestemming. Na bestudering van de zeekaarten hebben we een route bepaald door de uitgebreide Patagonische wateren met uitwijkmogelijkheden indien we onder weg van idee veranderen.
E
Op 5 mei overhandigen we het vaarplan op het kantoor en dit wordt geheel overgenomen op het ‘Zarpe’, het document dat je bij vertrek krijgt en moet afgeven bij binnenkomst in de volgende haven. A ls ETA, Estimated Time of A rrival, aankomsttijd in Puerto Eden een afstand van 1000 mijl, geven we 1 augustus op. Vragende, ongelovige ogen kijken ons aan: “Drie maanden? ”. De kantoormannen hebben weinig gevoel met het water, laat staan de af hankelijkheid van de wind en het weer. Ze hebben de bevoegdheid om de haven te sluiten bij bepaalde weersomstandigheden. De haven kan zo enkele dagen gesloten zijn, binnenkomen mag wel, maar vertrekken absoluut niet. Zijn de lokale omstandigheden beduidend verbeterd, maar de voorspellingen nog slecht dan blijft de haven geslo ten. Lig je een paar mijl ver wijderd van de haven dan kraait er geen haan naar of je vaart of niet. Na uitleg dat we een zeilboot zijn, langzaam varen, alleen overdag, alleen met goed weer en zonder haast, krijgen we als ETA 1 augustus met bestemming Puerto Eden. Terra Nova ligt afgeladen met voedsel en brandstof. Naast de achterkajuit op het dek staan aan beide kanten 5 jerr ycans met diesel. Niet alleen voor motorgebruik,
40
maar de winter staat voor de deur en de kachel zal de nodige dagen branden. Op de route naar het zuiden, misschien zelfs tot Puerto Williams in het Beagle Canal, bestaat er de kans dat we niet kunnen bevoorraden. Water zal geen enkel probleem zijn. Met het wateropvangzeiltje kunnen we regen opvangen. Voor ver v uild regenwater hoeven we niet bang te zijn. Geen enkele industrie is hier en in de verste verte aanwezig. We steken de Golfo de Corcovado over naar het vaste land en liggen een paar dagen in het beschutte baaitje A nihue in het landgoed van een A merikaanse/Chileense familie. Juan Carlos hebben we via de radio ‘ontmoet’. Hij coördineert iedere morgen om negen uur het radionet voor zeilers in Patagonië. Nu in de winter zijn wij de enige die bijna dagelijks contact met hem hebben. A ndere zeilers prefereren de zomer om in Patagonië te varen. Dit lijkt een logische redenering zeker in een gebied dat bekend staat om het slechte weer. Er varingen van enkele zeilers en vissers leerden ons dat in de winter het weer stabieler is, minder regen, helderder, uiteraard wel kouder. Een negatief aspect is dat de dagen korter zijn, dus we moeten goed de daglicht uren benutten en de volgende bestemming plannen. In het donker een ankerplaats aanlopen is bijna uitgesloten. In Juan Carlos’ achtertuin ligt een v ulkaan van 2000m. met 7 gletsjers. Het terrein is nauwelijks begaanbaar. Een enkel pad loopt door de wildernis van het regenwoud. Met kapmes gewapend struinen we meer dan lopen. Bij vertrek zwemmen er vier dolfijnen met ons mee de baai uit, maken enkele synchrone sprongen
voor de boeg en keren om zodra we buiten hun territorium komen.
waterlijn de lus kan ontknopen. Zit de lijn vast dan trek ik hem door. En zo gaan er vier lijnen uit. Dit houdt ons lichamelijk actief dat zeker nodig is want lopen is niet altijd mogelijk in de wildernis rondom ons. De volgende dag verkennen we het baaitje vanuit de bijboot, maken een schets, loden de dieptes en vangen en passant een vis voor het avondmaal. We scharrelen door de Chonos archipel, een bijna geheel onbewoond gebied. Eén van de weinig
41
Op 8 mijl afstand ligt op een eiland de nederzetting Puerto Aguirre. Don Carlos is zielsgelukkig als we hem aanbieden om met hem daar naartoe te varen. Hooguit éénmaal per maand, af hankelijk van het weer, komt er een bootje waar hij mee mee kan varen en inkopen kan doen. We moeten hem wel beloven dat we rond drie uur weer terug zijn anders is Negro zolang alleen. A fgemeerd in Puerto Aguirre gaat Don Carlos snel van boord om zijn vrienden te bezoeken en inkopen te doen. Uiteindelijk vertrekken we later dan hij wilde omdat hij toch nog even snel met iemand anders een praatje wil maken. Negro is even vergeten.
2 6 e Ja a r gang , nr. 1
De Chileense kaarten zijn doorgaans onvolledig. Uit verzamelde informatie weten we dat er bij het eiland Garcia een beschut baaitje is, maar we hebben alleen de GPS positie. A angezien de zeekaarten meestal een af wijkingen hebben van één tot twee mijl ten opzichte van de GPS is het moeilijk om deze baai precies te lokaliseren. Heel langzaam varend met één oog op de dieptemeter scharrelen we een inham in. Het water is zeer helder en verraderlijke rotsen kun je herkennen aan de verkleuring of turbulentie van het water. De kustlijn is beduidend anders dan op de kaart, maar we vinden het kreekje. Eerst een klein rondje draaien om te zien of we toch niet dicht bij een ondiepte komen
“In Juan Carlos’ achtertuin ligt een vulkaan van 2000 meter met 7 gletsjers”
overgebleven Indianen is Don Carlos. Met zijn hond Negro woont hij aan een binnenmeer. Een grote houtkachel ver warmt zijn houten huisje. Don Carlos praat zacht tegen Negro en de hond heeft een enkel woordje nodig om aan de wensen van zijn baas te gehoorzamen. Don Carlos is een man die in en met de natuur leeft. Tijdens de wandeling, die we met hem maken, leert hij ons de verschillende bomen kennen. De één is geschikt als constructie materiaal en de ander is uitstekend brandhout. Zijn ver weerde handen gaan strelend over het tere mos dat overleeft in deze harde natuur.
Terra N ova
Met een lopend windje steken we de hoofdvaarroute van Canal Moraleda over. We scharrelen via Canal Perez Norte en Canal Perez Sur naar het zuiden. K anaal, dat wij Nederlanders eronder verstaan, is niet het juiste woord. De Chilenen noemen de vaar verbindingen van het ene water naar het andere een ‘canal’, in het geheel niet gegraven dus. Een fjord heet een ‘Estero’ en een inham in een eiland een ‘Bahia’ en in zo’n ‘Bahia’ kan dan weer een beschut hoekje liggen dat een ‘Caleta’ wordt genoemd. Het liefst liggen we in een zo’n klein mogelijk baaitje, waar je niet rond het anker kunt draaien, en met behulp van lijnen naar de wal ligt. Terra Nova ligt dan als een spin in haar web. Het geeft niet alleen een veilig gevoel, dat de nachtrust ten goede komt, maar is zeer zeker nodig voor de gemene valwinden die van de bergen af kunnen denderen, bekend onder de naam ‘williwaw’. In Chili heten ze ‘rachas’. Probeer dat ‘rachas’ maar eens venijnig uit te spreken dan voel je misschien hoe geniepig deze winden kunnen zijn.
te liggen en dan het anker laten zakken. Terra Nova met de motor in de gewenste positie brengen, bijboot over boord en met het eind van een dikke drijvende lijn roeit Willem naar de kant. A an dek vier ik de lijn langzaam uit. Willem stapt op glibberige rotsen en klimt aan land op zoek naar een stevige boom om de lijn er rond te beleggen. Het liefst met een grote lus zodat bij vertrek hij vanaf de
Op verschillende overnachtingsplaatsen horen we ‘s nachts getrip pel aan dek. Mmmmm, wat zal dat nu weer zijn. De deklichten aan: niets te zien. In de ochtend zien we geen uitwerpselen aan dek en geen doorgeknaagde lijnen. Volgende avond als we getrippel vlak bij de raampjes horen, snel het deklicht aan en schrikt de nerts die door het raampje kijkt, van ons en wij van hem. Het worden bijna vertrouwde gasten ‘s avonds en zo lang we geen voedselresten aan dek hebben zijn ze weer snel vertrokken zonder schade te berokkenen. We waren niet van plan om naar Chacabuco te gaan, dat 45 mijl van
E
D e E e ml a n d e r
Terra N ova
de gangbare route af ligt aan het vaste land. Vooral terugkerend naar het westen kan het een lastig stukje water zijn, maar we hebben een domme fout gemaakt. A l rekenend dachten we dat we voldoende Chileense peso’s hadden om verder naar het zuiden de diesel voorraad aan te kunnCaen v ullen mocht dat nodig zijn. Maar na het tellen en hertellen: te weinig contant geld. A lleen in Chacabuco is er de mogelijkheid om geld te pinnen. We ver wensen even onze zuinigheid. De afgelopen periode heeft ons geleerd dat het aantal drijvende lijnen en vooral de lengte daar van krapjes is. Onze domheid gebruiken we ten goede en maken van de gelegenheid gebruik om nog 100m. drijvende lijn te kopen. De nietdrijvende lijnen, die we aan boord hebben, zinken bij het uitroeien en leveren gevaar op bij een draaiende schroef. Uiteindelijk kopen we een klos van 200m. Rond het voorluik ligt nu een lijn van 100m. 19mm dik en één van 60m. 25mm. dik. A an de ene kant naast de opbouw van de achterkajuit ligt 100m. 19mm. dik en aan de andere kant een lijn van 50 en één van 60 m. van 25 mm. dik. Ook al is het rustig weer als we ergens aan komen en de voorspelling ziet er niet ongunstig uit, wennen we ons de discipline aan om Terra Nova zo vast te binden alsof er zwaar weer opkomst is. De Chonos archipel eindigt in het zuiden met de vooruitstekende landengte: Peninsula Taiota. Een brok rots die 60 mijl de oceaan inpriemt als een waarschuwende vinger naar de zeelui. A an de noordkant ligt Bahia A nna Pink. De naam A nna Pink gaat terug naar de tijd toen de eerste Europeanen deze kust verkenden. In 1741 rondde de Britse Commodor A nson K aap Hoorn met een vloot van zes schepen. Het kleinste schip van de vloot was de A nna, een klein handelsschip met een hoge achtersteven, bekend als een ‘pink’.
E
Het was nooit A nson’s bedoeling de A nna mee rond K aap Hoorn te laten varen. Ze was enkel bedoeld om de vloot te bevoorraden tot de kust van A rgentinië. Door het verlies van enkele schepen al voor K aap Hoorn bereikt was, dwong A nson de kleine A nna bij de vloot te houden. Nadat A nna moeizaam K aap Hoorn gerond had en de andere schepen uit zicht verdwenen waren in de Pacific, werd ze naar lager wal geblazen. De bemanning vreesde het ergste bij het zien van de vele rotsen en eilanden, maar ze waren uiteindelijk in staat het scheepje een smalle inham in te loodsen. Twee maanden bleven ze in de smalle fjord waar ze het schip repareerden en leefden van mosselen, zeehondenvlees en bessen. Later konden ze zich weer bij de vloot voegen langs de Chileense kust ter hoogte van Isla Juan Fernandez, nu ook bekend als Robinson Crusoë eiland. Puerto Refugio, de fjord waar de A nna beschutting vond, is nog steeds een redelijk veilige ankerplaats aan de zuidkant van Bahia A nna Pink. De noordwesten wind kunnen we niet laten lopen, zeilen Puerto Refugio voorbij en kunnen net voor donker het meest westelijke puntje van Taiota Peninsula binnenlopen, Estero Cono. Deze diepe smalle inham loopt noordwest/zuidoost en in de ingang ligt een hoog eiland dat de oceaandeining tegenhoudt. We verbazen ons over de vele bomen zo dichtbij de winderige kust. A an de open stukken zijn de ‘altijd groene’ bomen kleiner en door de wind allemaal dezelfde richting uitgeborsteld. Caleta Suarez is een klein hoekje aan het eind van Estero Cono en geeft Terra Nova volledige beschutting. We genieten van de weelderige vegetatie. Nadat een diepe depressie is overgetrokken maken we ons klaar voor de sprong. Voor ons ligt de bij Chileense zeelui gevreesde Golfo de Penas, een kleinere versie van de beruchte
42
Golf van Biskaje, maar niet minder ontzag inboezemend. De éne keer staat het op de kaart geschreven als: Penas, dat pijn of leed betekent. En op andere kaarten staat Peñas dat rots betekent. Inderdaad is de Golf omringd door rotsen, maar ‘pijn’, smart is voor ons de betekenis. Ja, ik weet dat het zinloos is om je zenuwachtig te maken, je energie te verspillen mijlen voor die tijd, maar de gruwelijke verhalen over dit beangstigend stukje water komen steeds helderder in je hoofd naar boven naar mate je er dichterbij komt. Dinsdag 18 juni in schemer roeit Willem naar de kant en ontknoopt de lijnen. Meter voor meter trek ik ze binnen, schiet ze op, de achterlijnen tussen de jerr ycans en de achterkajuit en de voorlijnen rond het voorluik. Bijbootje aan dek, motor starten en het anker binnen halen. Boven ons is de lucht licht, maar de hoge bergen rondom verhinderen dat het daglicht de baai binnenkomt. Langzaam varen we het baaitje uit. De wind komt van achteren, uit het oosten. Mooier kan niet. We verlekkeren ons ook nu weer te vroeg. De nieuwe dag toont ons een groot spel van dunne wolkenf larden over de bergtoppen. Langs het Peninsula Tres Montes koers zuid. De wind laat het af weten. De golven zijn niet hoog, maar zoals altijd bij kapen en een snel oplopende zeebodem, van over de 1000m. naar 40m. over een afstand van 5mijl, rommelig en onstuimig water met lange deining uit het zuidwesten. De motor moet bijstaan om vaart te houden. De eenzame v uurtoren van Cabo Raper en de witte bijgebouwen staan op het enkele stukje vlakke land dat er langs de hoge rotskust te vinden is, ver van de bewoonde wereld. Net achter de toren stroomt een grijze strook naar beneden gestort gesteente. Pas bij de derde oproep op de marifoon antwoordt de v uurtorenwachter. Hij vraagt in welke plaats we ons ‘Zarpe’ gekregen hebben,
43
Of wij nog Nederlandse tradities in ere houden? Jazeker, echter wel in bijbehorend seizoen. Voor ons gevoel is het Sinterklaas op 5 juni en vindt Willem in zijn pantoffel bij de kachel een briefje met de opdracht: ‘zoek in de ankerkettingbak’ en daar het volgende briefje met ‘je vindt het in de achterpunt’, vele briefjes later onder in het zuurkoolvat met overlevingsspullen de verrassing: een potje pindakaas. Op 21 juni vieren we net als de Mapuche Indianen: ‘Wun Tripantu’,
2 6 e Ja a r gang , nr. 1
Het weer is rustig. De weerkaart laat wel een aankomend koufront zien, maar zal op zijn vroegst morgenmiddag hier overtrekken. De Golf omtrekken in dagtochten is mogelijk en dat lokt. ‘s Nachts kunnen we gewoon slapen zonder een lange donkere koude nacht op zee. Na wikken en wegen gaan we door. Willem ontdekt dat de antenne van de navtex loshangt in de bezaansmast. Het zint hem niet. Hij besluit naar boven te gaan om verlies van de antenne voor te zijn. Met lijf lijn om en schroevendraaier klimt hij maar boven, maar komt onverrichter zaken naar beneden. Een antenne is het niet waard om persoonlijk letsel op te
Het licht van de v uurtoren San Pedro is een herkenningspunt en met de radar bij lopen we Canal Messier aan. Overduidelijk een kust die je moet mijden in zwaar weer. Langzaam kruipen we de v uurtoren voorbij: er staat een pittige tegenstroom. Een kop thee met honing geeft ons energie en warmte, het is 2° C. We kijken het daglicht uit de lucht, maar dat helpt niet. “Hoe zal het zijn als er eens een dag is dat het niet licht wordt? ”, vragen we ons af. Deze nieuwe dag brengt ons in een nieuwe omgeving. Bergen van over de 1000m. met sneeuw tot halver wege steken fel af tegen de lichtwordende lucht. Ze zijn rondgevormd met lage begroeiing die glad geschoren is door de wind. A lleen in de beschuttere kloven staan hogere, rechte bomen. Een conische berg is het herkenningspunt voor Puerto Francisco. We varen de baai binnen door een nauwe doorgang van 10m. en in een hoek van het binnenmeer laten we het anker vallen. Willem moet even zoeken naar stevige bomen om de lange lijnen rond te beleggen. A ls we eenmaal liggen staan we te trillen op de benen. We hebben te
weinig gegeten. ‘s Avonds horen we op de weerrapporten: Cabo Raper wind Z W 30 knopen. De zuidenwind komend van de Pool brengt ook kouder weer en binnen twee dagen liggen we in 2cm dik ijs. We vrezen niet zo zeer voor Terra Nova maar voor de bijboot. Stukje voor stukje trekt Willem langs de lijn de bijboot op het ijs dat door het gewicht breekt. Lijn los knopen en ijs breken om de volgende lijn los te kunnen maken. Verbazingwekkend hoe de rubberboot het ijs weerstaat. Langzaam varen we Terra Nova naar buiten. We besloten dit te doen omdat we niet weten of het nog langer en harder zal gaan vriezen en willen hier niet ingevro ren raken. De komende tijd is het dus niet alleen voor de wind een ‘kogelvrije’ plek zoeken, maar ook rekening houden met zoet water dat in de baaitjes uitmondt.
Terra N ova
Internationale roepletters, naam en paspoortnummer van de kapitein en wat de bestemming is met tijd van aankomst. “Puerto Eden, 1 augustus”, luidt mijn antwoord. Na een half uur: “Terra Nova, Faro Raper, what is your Estimated Time of A rrival in Puerto Eden? ”. Nogmaals geef ik de datum door. Hij lijkt moeite te hebben met deze datum zo ver weg vanaf heden, 18 juli en de afstand is maar 200 mijl. Dan maar: “W hat is your ETA San Pedro Lighthouse? ”, aan de zuidkant van Golfo de Penas. Dat weten we ook niet, niets is zeker op een zeilboot. Maar we weten dat de v uurtorenwachter ook zijn papieren in moet v ullen. “Our ETA San Pedro Lighthouse is tomorrow eight o’ clock, we hope”, kan ik niet nalaten toe te voegen. De vriendelijke mannenstem wenst ons “buena navegación”. Een zwakke Z W wind v ult de zeilen.
lopen. Terra Nova slingert zo hevig en boven in het topje van de mast gaat het nog eens harder te keer. Willem moet zich met één hand vasthouden en met de andere het werk uitvoeren bij een temperatuur van 5° C. Een ongeluk moet je niet opzoeken. De nacht valt om halfzes. De groeiende maan is een prachtige lichtbron. De wind neemt steeds verder af en in mijn wacht van drie uur hebben we ‘zegge en schrijve’ 2 mijl afgelegd. Het besluit om de motor te starten is niet moeilijk ook met de wetenschap dat de wind naar het ZO zal draaien, pal tegen. Een anticlima x: motorend door de Golfo de Penas.
“voor ons gevoel is het Sinter klaas op 5 juni” E
Terra N ova
de terugkeer van het licht en hangen volgens traditie een tak van de ‘canelo’ boom boven de kachel.
D e E e ml a n d e r
Caleta Tortel is een nederzetting die alleen via het water te bereiken is. Het gonst door het dorp dat over twee maanden de onverharde weg gereed zal zijn en men niet meer met een gammel bootje de drie uur durende tocht over de rivier Baker hoeft te ondernemen. Het gedreun van de explosieven, die de militairen gebruiken om in de weg liggende rots aan puin te blazen, is al hoorbaar. Ja, het leger is ingezet voor het aanleggen van de weg. Maar het is Chili en twee maanden zullen er nog minstens vier worden. Tortel is een dorp waar alles om hout draait. Men verdient er geld mee, bouwt er boten en huizen van. Eerst een twee kamer huisje en naarmate het beter gaat wordt er een stukje bijgebouwd of een verdieping erboven op. Trottoirs zijn er niet omdat het dorp tegen de rotsen is geplakt. De verbindingspaden tussen de huizen zijn houten steigers en trappen, ook van de houtsoort ‘cipres’. De kookkachel brandt op hout: ‘tepu’ in Spaans, dat weinig as geeft en lang brandt. Er wonen 450 mensen in Tortel, waar van 50 een vast inkomen genieten vnl. overheidsbanen. 6 leerkrachten, 1 vrouw voor het gezondheidscentrum, ambtenaren op het gemeentehuis, havenmeester van de marine, 4 mannen werken in de elektriciteitscentrale, 2 in een soort staatswinkel, biblio thecaris, de veerboot kapitein met zijn hulpje, 2 vrouwen in de telefooncentrale. De andere bewoners sprokkelen geld bij elkaar. Piepkleine winkeltjes, iemand slacht een koe en verkoopt het vlees, brandhout kappen en aan de overheidsmensen verkopen, en de laatste jaren een aantal kleine pensions die het in het korte zomerseizoen moeten verdienen. Toch neemt het bevolkingsaantal niet af. Het leven speelt zich af rond de
E
houtkachel. A ltijd staat de ketel met water te dampen om het kommetje met ‘mate’ bij te kunnen schenken. Een kleine kalabas met kruiden, kokend water erop en door een pijpje zuig je een gekruid vocht op. De eerste keer toen ik ‘mate’ aangereikt kreeg wilde ik met het pijpje roeren, maar dat is uit den boze. De kom gaat van hand tot hand, van mond tot mond, en iedere keer even een scheutje kokend water erop. De vrouwen voegen een f linke schep suiker toe. Zelfs als ik in een huis vlees ga kopen moet ik eerst achter de kachel op een bank zitten. Eerst samen ‘mate’ drinken en als ik na een uurtje maar weer eens een vraag over het vlees stel, maakt de zoon des huize aanstalten en snijdt een f linke lap filet af. De kinderen groeten “Buenas dias tia”, “dag tante” als ik door het dorp loop. De elektriciteit wordt opgewekt met een waterturbine vanuit een nabijgelegen meer. Het heeft de afgelo pen weken weinig geregend en de dagen dat er voldoende water door de pijpen kan stromen om de zo geliefde elektriciteit op te wekken zijn schaars. De kaarsen zijn uitverkocht en men is overgegaan op verlichting uit vroeger dagen. Een stukje katoen gedrenkt in schapenvet, aansteken en voor uren een rustig brandend licht. De finale van het wereldkampioenschap voetbal staat voor de deur en het hele dorp gonst: “morgen misschien voor een paar uren stroom”. Op de vroege zondagochtend van 30 juni lopen we door het dorp, niemand te zien, maar in vele huizen brandt licht, kunstlicht en zien we de blauwe gloed van het tv toestel schitteren. Nog twee dagen geniet men van deze luxe en dan is het weer gedaan. Verder naar het zuiden in Canal Messier hebben we een vreemde gewaarwording. Boven de horizon zien we opgetild door een luchtspiegeling
44
een vrachtschip. Dichterbij komend blijkt het een wrak te zijn, gestrand op een rots in het midden van het vaar water. Het moet er al een tijdje liggen zo te zien, één bonk roest. De gaten in de romp tonen dat de Chileense marine het als een schietschijf gebruikt. Het landschap is van een woordeloze schoonheid. Hoge met sneeuw bedekte bergen en in de lage gedeelten altijd groene bomen. De zon staat laag en geeft alles een gouden glans. We raken nooit uitgeput om elkaar te wijzen op weer een groots beeld. De meeste lezers kennen onze liefde voor het Noorse landschap en dat is het dat ons naar het verre zuiden heeft gelokt. De vergelijkingen die we maken gaan maar gedeeltelijk op. In Noor wegen zie je bijna overal wel dorpjes, wegen, bruggen en schepen ter wijl we in Patagonië soms een week lang niemand tegenko men. En het landschap in Patagonië is nog ruiger en vooral ongerepter. Vergelijkingen gaan ook nu weer mank. Net ten noorden van Puerto Eden is A ngostura Inglesa, the English Narrows. Een kronkelend stuk water met volgens de vaaraanwijzingen een stroom van 3 tot 7 knopen. We varen erdoor met de kentering van het tij en merken weinig van de stroming. Een enkele kolking houdt ons bij de les en de aandacht voor het beeld van de Heilige Maria, geplaatst door zeelieden om hen tijdens de vaart bescherming te bieden, houden we beperkt tot een vluchtige blik.
enkel in met zeehondenolie. Geen noodzaak dus om de kleding te drogen om warm te blijven. Massale sterfte onder de Indianen werden tijdens bezoeken van Europeanen niet alleen veroorzaakt door bacteriën die men van mens tot mens overbracht. Echter ook ín de kleding, die ingezameld was
weer waardoor we de omgeving in al zijn glorie kunnen aanschouwen. De enkele regenbui die ons de illusie gaf dat we de watertanks konden v ullen met behulp van het wateropvangzeil, was onvoldoende en nu peddelen we met jerr ycans naar water valletjes. Zodra het weer en het landschap het toelaten verlaten we ons territorium, roeien naar de kant en proberen een doorgang te vinden in de dichte begroeiing langs het water. De eerste honderd meter is meer ‘boompje klimmen’ dan wandelen. Willem klimt over de over elkaar heen liggende boomstammen, uit de grond gerukte wortels en takken heen en geeft me aanwijzingen hoe ik naar boven kan komen. Met een touw hijst hij
Terra N ova
In Puerto Eden is de waterkrachtcentrale defect, ondanks dat het op korte afstand van Tortel ligt, valt hier voldoende water, 360 dagen per jaar zeggen de bewoners. Met de jongeman die verantwoordelijk is voor de centrale, maken we de twee uur durende wandeling naar de centrale in de hoop dat Willem een mankement kan vinden in het elektrische gedeelte. Het probleem is echter het hydraulische gedeelte. In de olie zitten metaaldeeltjes en zo te beoordelen zijn er onderdelen hoog nodig aan ver vanging toe. Wanneer de gemeente daar geld voor heeft is onduidelijk. Puerto Eden laat bij ons een trieste indruk achter. Komt het door de regen of omdat de oorspronkelijke bewoners, de A lacaluf Indianen,
bijna geheel zijn uitgeroeid? De bevolking bestaat nu voor het grootste gedeelte uit ‘mestizos’, een mengeling van rassen. De A lacaluf Indianen waren de grootste stam die het immense gebied van West Patagonië bevolkten. In beschutte baaien zien we restanten van de wigwamhutten waarin ze leefden. Ze lieten die staan als ze vertrokken en werden gebruikt door stamgenoten die die plek weer aandeden. In de open kano’s lagen op de bodem keien waarop men het v uur uit de wigwams meenam. Het belangrijkste was om het brandende te houden. De vrouwen hadden als taak krabben van de zeebodem te duiken. Stel je voor in water van een paar graden boven nul en zonder duikuitrusting. Voordat de Europeanen de mensen er van overtuigden dat men kleding moest dragen, smeerden ze zich
in o.a. Engeland, zaten voor hen lichaams vreemde stoffen waar men niet tegen bestand was. We luisteren al maanden twee maal per dag naar de navigatie- en weerberichten, met de waarschuwing voor ijs in Canal Wide en hoe kan het ook anders in Canal Ice. Dit ijs komt van de Patagonische ijskap ‘Ventisquero Pio X I’. Zigzaggend vinden we een weg door de brokken ijs. Verbazingwekkend bijna afgesloten door gletsjerijs op 49 graden Zuid, dezelfde breedte als Parijs. De dagafstanden variëren van 10 tot 45 mijl. De noordenwind, zo verafschuwd door de schepen die in de zomer naar het noorden varen, laat het tot nu toe af weten. Te wijten of te danken aan de verschijnselen van het ‘El Niño’ jaar? In ieder geval hebben we helder
45
2 6 e Ja a r gang , nr. 1
“We genieten volop van het onge repte land” één voor een de rugzakken omhoog en dan volg ik. Bovengekomen sta ik soms te trillen op m’n benen en staat het huilen me nader dan het lachen. Eénmaal hoger komend is de begroeiing minder en boven de boomgrens lopen we over een verende bodem van mossen. Het uitzicht vergoedt de worsteling. Naar mate we zuidelijker komen neemt de dichtheid van de begroeiing af. We genieten volop van het ongerepte land. Het is geweldig om te zien dat er nog grote stukken op de wereld zijn waar de mens de boel nog niet verpest heeft.
wordt vervolgd
E
O
D e E e ml a n d e r
p zaterdag 11 januari 2003 hadden we afgesproken elkaar te treffen in Grace’s glas-in-lood atelier “Woonkunst Nederland” te A mersfoort. Haar atelier bevindt zich in de bekende loods met antiek, meubelen en curiosa aan de A msterdamse Straatweg, hoek Geldersestraat. De loods ademt de sfeer van herinneringen en ambachten en vormt een ideale plek voor de “ambachtelijke” ondernemers die het complex huren en elkaar in hun eigen vakgebied mooi aanv ullen. Voor de bezoeker is het een wandeling door de tijd. Uiteindelijk kom je op die rondgang uit bij het atelier van Grace. Een kleine ruimte met een werkbank en een door een collega gebouwde glaskast waar diverse soorten glas overzichtelijk op soort en kleur in opgeslagen staan. Deze glaskast bleek geen overbodige luxe aldus Grace. Voordat zij over deze kast beschikte stond al het glas tegen de wand geplaatst. Het moest dus een keer gebeuren dat er iets tegen de glasplaten aanviel waarop vele platen in vele stukken uit elkaar barstten. Het door Grace gebruikte glas voor glas-in-lood ramen is veelal af komstig uit Italië en A merika en is behoorlijk kostbaar. Die zaterdag was het koud, doch mooi rustig winter weer. De winterzon was in staat om het atelier aangenaam te ver warmen en in een prettige sfeer te dompelen. In deze sfeer begint Grace te vertellen over haar hobby die haar professie is geworden. “Meestal komen de mensen hier wel met een bepaald idee naar toe. Ik ga dan bij de klant thuis langs om de exacte maten op te nemen van het kozijn waar voor het glas-inlood raam gemaakt gaat worden. Daarna komen ze bij mij het glas uitzoeken voor het definitieve ontwerp.” Ondertussen heeft Grace een bakje met stalen op de werkbank geplaatst waarin vele soorten en kleuren glas te bezichtigen zijn. De bekendste soorten zijn A ntiekglas
E
welke zich kenmerkt door een ongelijke dikte, de structuren en de luchtbelletjes in het glas. “Het is net of er in A ntiekglas meegebakken haren inzitten, ter wijl K athedraalglas wat dikker, ribbeliger en ondoorzichtiger is. Deze twee soorten vormen wel de hoofdmoot van de glas-in-lood ramen. Daarnaast is er het Waterglas. A ls je daar doorheen kijkt lijkt het net alsof je naar een wateropper vlak kijkt. Het Waterglas is het goedkoopst, daarna het K athedraalglas en dan als duurste het A ntiekglas, dat kost zo’n 80,00 à 90,00 per vierkante meter. En dan komt het werk nog.” Om aan te geven hoe een concept tot een glas-in-lood raam wordt uitgewerkt toont Grace als eerste de benodigde gereedschappen voor het snijden en het bewerken van het glas. Belangrijkste gereedschappen hierbij zijn het ontwerp, een glassnijder met een snijolie reser voir, een haaks frame op het werkblad waarlangs het glas komt te liggen, een strokensnijder en een glasbreektang voor met name de niet rechte vormen. Nadat alle maten in het ontwerp berekend zijn, wat een uiterst nauwkeurige klus is, kan het glas tot stroken of vormen gesneden worden. Met behulp van de strokensnijder is het mogelijk om stroken op exact de juiste maat te snijden. De glassnijder wordt met een constante druk over het glas gehaald waarbij de olie uit het reser voir vrijkomt. De olie zorgt er voor dat er niet zo’n snerpend geluid ontstaat en dat het glas makkelijker te breken valt. A lle stukjes glas worden in de vorm van het ontwerp gesneden en neergelegd. Ze worden dan stukje voor stukje in het lood gezet. Het lood kent een aantal profielen met verschillende maten. U -profiel randlood voor de randen en H-profielen in 10, 8 en 6 mm. De loodkern is twee milimeter. Er zijn speciale profielen met een staalkern die bij grotere ramen of ramen
46
voor deuren toegepast worden om het raam meer stevigheid te geven. De profielen met staalkern komen over de korte zijden en lopen geheel door van links naar rechts en worden doorgaans om de twee profielen geplaatst. Recht toe recht aan zetten gaat uiteraard makkelijker dan ramen met ronde of andere af wijkende vormen. Je hebt dan ook meer snijverlies. De kruispunten worden aangedrukt, de loodnaden echter nog niet, die komen pas na het kitten. A ls dit allemaal af is wordt het raam gesoldeerd. In geval van deuren en buitenramen is kitten gewenst om rammelen en regeninslag te voorkomen. De kit, een grijzige pasta wat een mengsel is van kalk, lijnolie en pigment, wordt met een k wast krachtig in de
kieren gesmeerd. Ver volgens wordt het lood dichtgestreken waarna de overtollige kit met beukenzaagsel wordt ver wijderd totdat het glas goed schoon is. Het lood en de soldeerpunten zien er echter ‘zilver’ uit. “Over het algemeen vindt men dat niet mooi. Door te patineren met patina, een chemisch goedje, wordt het lood donkerder van kleur en doet authentieker aan.” Glas-in-lood wordt ook toegepast in dubbelglas. De loodprofielen die daar voor gebruikt worden heten Y-profielen. Het Y-profiel zit aan de rand van het glas-in-lood raam en wordt ingeklemd tussen het