Jaargang 1 | Nummer 4 | Lente 2008
BovenBouw Berichten Inhoud 28 Waar de mens, bezield, de geest een woning geeft 29 Antroposofie in enkele woorden 30 Kooruitvoering; Zingen met hart en ziel 31 De brandweermannetjes 33 Een 234547-ster bij euritmie 34 Periodeles houtbewerken 36 Uit de periode Industriële revolutie 38 Periode Sociale en culturele verschillen 40 De kunst van het mislukken 41 Hutspot á la Vondelrevue 43 De biografieperiode 44 Kralingerhoutloop 45 Thema-avond ouders
Colofon Bovenbouwberichten is een uitgave van het Rudolf Steiner College in Rotterdam. Redactie Thea van Veen Diana Rozendaal Kopij kunt u sturen naar
[email protected] Deadline voor de volgende Bovenbouwberichten: vrijdag 16 mei 2008. De zomerseizoener met Bovenbouwberichten als middenkatern verschijnt omstreeks 23 juni. Rudolf Steiner College Vondelweg 87-89, 3031 PT Rotterdam T 010 – 413 41 58, F 010 – 411 20 91 email:
[email protected] www.rudolfsteinercollege.nl
SEIZOENER
27
RUDOLF STEINER COLLEGE
Waar de mens, bezield, de geest een woning geeft Het zou moeten winteren, maar als ik na een werkdag op het eind van de middag naar buiten kom, merk ik dat het weer een mooie lenteachtige dag moet zijn geweest. Aan het eerste voorzichtige vogelgekwetter merk je ook dat het erop lijkt alsof de winter nu alweer voorbij is. Op de televisie zag ik de geboorte van een kalfje. Dat blijft toch iets wonderlijks en wonderbaarlijks, hoe zich daar nieuw leven een weg
Een stevige schoonmaakbeurt
et andere uiterste beleefde ik ook, in de kerstvakantie, bij de begrafenis van een kennis. Staande bij het dode lichaam van die overleden mens, beleefde ik heel sterk dat ik stond te kijken naar een lege woning. Nog had die woning iets van de trekken van haar oude bewoner, dierbaar omdat ik haar gekend had. Maar de bewoner zelf was al verhuisd, de woning was leeg en zou in verval raken. En ondanks het geroezemoes van de vele mensen die kwamen condoleren, was er in de ruimte waar ze lag opgebaard, sprake van een ‘oorverdovende’ stilte. Een eerbiedige stilte ook. En net zoals je midden in de winter zomaar lente kunt beleven, moest ik in die ruimte denken aan het lentelicht waarin zij nu zou vertoeven, elders, in een wereld waaruit ze meer dan zestig jaar geleden ook voortgekomen was.
We leven op een plek op aarde waar we gelukkig de wisseling van de seizoenen mee kunnen maken. Waar we een winter moeten doorstaan om het weer lente te zien worden. Zoals we ons hele leven lang winterse, koude, doodse, eenzame of verdrietige momenten moeten zien te doorstaan. Geholpen door de herinnering aan lentemomenten, de betrokkenheid van mensen om ons heen, het hoopvolle vertrouwen dat we gaande en staande zullen blijven. Juist in de lente kun je genieten van de levenskracht die overal zichtbaar wordt, van nieuw leven in de natuur. Voor sommigen is het dan de tijd om een vastenkuur of een sapkuur te doen, om het stramme en met winterkost volgestouwde lichamelijke huis een stevige schoonmaakbeurt te geven. De tijd ook die vroeger letterlijk benut werd voor de voorjaarsschoonmaak van de woning. Tijd dus om te kijken wat er aan oude zaken, oud zeer, oude spullen, oude plannen enz. kan worden opgeruimd. Tijd om ruim baan te maken voor het zonlicht, de toekomst, nieuwe uitdagingen.
Net zo stil
Hersenen als doorgeefluik
En gek genoeg kwam er de herinnering aan een andere
Actueel is de publicatie van een boek van cardioloog Pim
baant, de wereld tegemoet.
H
28
ruimte in mij op, ook vol geroezemoes of zelfs hard gepraat, vijf jaren geleden, in een ziekenhuis. Net geboren lag daar in een wieg, in de hoek van de kamer, een pasgeboren, pas aangekomen mensenkind, een meisje. Haar woning was negen maanden lang onzichtbaar geweest, maar kon en mocht nu bewonderd worden. Kwetsbaar, ‘nog maar net uit de steigers’ zou je kunnen zeggen. En ik begreep niet waarom al die mensen, blij en vrolijk vanwege de komst van een gezond mensenkind, zoveel lawaai maakten. Bij zo’n klein nieuw kindje zou je eigenlijk net zo stil moeten zijn, eerbiedig stil, als bij die opgebaarde vrouw. Want ze had tenslotte heel wat meegemaakt, voordat ze hier nu veilig en vredig, maar ook zo teer en fragiel in haar wiegje lag.
SEIZOENER
LEERKRACHTEN
van Lommel over bijna-dood-ervaringen van mensen. Op grond van gedegen en wetenschappelijk onderzoek stelt hij vast dat ons bewustzijn niet het product is van onze hersenen, maar dat onze hersenen slechts functioneren als een soort doorgeefluik. Dat er sprake is van bewustzijn los van het fysieke lichaam van de mens, met beelden, herinneringen en waarnemingen. Dat in veel gevallen mensen die zoiets hebben meegemaakt, anders in het leven staan dan vóór hun ervaring. Dat roept weerstand op bij de gevestigde wetenschap, maar ook nieuwe vragen naar leven en dood, naar geest en materie.
Terugkeer naar geboortegrond In de ochtendspreuk, die de leerlingen in de periode uitspreken, klinkt: ‘Waar de mens, bezield, de geest een woning geeft.’ Dat vraagt erom dat we zorgvuldig omspringen met het lichaam en het leven dat ons als een
geschenk gegeven is. Dat vraagt dat we bezielde mensen zijn, die zich met hart en ziel kunnen toewijden aan een opdracht, een uitdaging, een hen toegevallen verantwoordelijkheid. Dat betekent volgens mij dat we ons kunnen en mogen realiseren dat we woning zijn voor de geest, voor wie we wezenlijk en ten diepste zijn, voor ons diepste en hoogste zelf, dat geboren uit de geestwereld met de fysieke dood niet wegvalt, maar slechts terugkeert naar zijn geboortegrond. Hopelijk gaan we een mooie lente en zomer tegemoet, opgeruimd en geestdriftig, onze ramen open voor de wereld, de materiële en die van de geest, en ons hart open voor het Licht en de liefde. TEKST: PAUL PEETERS
leerkracht wiskunde en jaargangcoördinator 10e leerjaar
Antroposofie in enkele woorden? Letterlijk betekent antroposofie: wijsheid (sofie) omtrent de mens (antropos). Als de vraag ‘Wat is antroposofie?’ aan je gesteld wordt, blijf je meestal even stil. Vervolgens zoek je naar woorden om in enkele woorden uit te kunnen leggen wat antroposofie is. De redactie van het Duitse maandblad ‘Info-3’ heeft onlangs zijn lezers gevraagd in één zin het wezenlijke van de antroposofie te verwoorden. Veel mensen hebben hierop gereageerd. De mooiste vondsten vindt u hieronder, vertaald uit het Duits. Er zitten juweeltjes bij!
Wat is antroposofie? Wanneer het hart gedachten begint te krijgen; Je denkt alleen goed met het hart; Wijsheid die werkt; Wetend wijs worden (www); Waarachtig willen worden (www); Geboren om wijs te zijn; … en de sluier valt; Vreugde beleven aan het worden; Tegenwoordigheid van geest oefenen; De geest in het brandpunt; Geest, ziel, lichaam: mens!; Houdt lichaam en ziel tezamen; Hemels geaard; De tijdgeest die mens en aarde heelt; Van harte mens zijn; De menselijke maat; Hartstocht voor de mensheid; De kunst een hele mens te zijn; Mens, word wezenlijk!; De kunst mens te worden; Als spiritualiteit praktisch wordt; Uit inzicht handelen; Denken is levensmiddel Mensvriendelijk en open voor de wereld; Bereid tot de toekomst; Is toekomst NU; Individueel, wereldomspannend en toekomstig. TEKST: THEA VAN VEEN
mandaathouder communicatie
SEIZOENER
29
LEERKRACHTEN
Kooruitvoering in
‘De Doelen’
21 april 2008, aanvang 20.15 uur, € 12,-
Op 21 april is het zover: het Rudolf Steiner College geeft haar jaarlijkse muziekuitvoering. De uitvoering is in de grote zaal van De Doelen, de grootste concertzaal van Nederland, die plaats biedt aan 2200 toeschouwers. Onze school telt ca. 700 leerlingen, zodat de leerlingen kunnen zingen voor een publiek van 1500 mensen. Onze muziekleraren, de heer Barkmeijer en de heer Boesten, zijn met de leerlingen hard aan het werk om een boeiend geheel te presenteren. Het programma staat nog niet helemaal vast, maar zeker is dat het een afwisselende avond zal worden, met o.a de spetterende ‘Missa Criolla’ door de leerlingen van het 9e en 10e leerjaar en het stralende ‘Gloria’ van Vivaldi door 11e- en 12e klassers. De 8e-klassers doen hun uiterste best op een markant, driestemmig stuk van Buxtehude, terwijl de 7e-klassers liederen uit het volksrepertoire zullen zingen, hier en daar begeleid door een leerlingenorkestje. Het aantal beschikbare kaarten lijkt groot, maar met alle leerkrachten, familieleden en belangstellenden zijn we er waarschijnlijk snel doorheen. Concertgebouw De Doelen verzorgt de kaartverkoop. U kunt kaarten bestellen via www.dedoelen.nl. Kaarten kunnen ook telefonisch worden besteld via de kassa van De Doelen: 010 – 217 17 17. TEKST: THEA VAN VEEN, FOTOGRAFIE: DIANA ROZENDAAL
Zingen met hart en ziel Zingen, muziek maken behoort tot de kunst met een grote K, die beoefend wordt op onze school. Door het ontwikkelen van de eigen stem kan de leerling tot zelfacceptatie komen en zichzelf als individu in een groep plaatsen. Zingen is voor iedereen, de zanglessen worden gevolgd door alle leerlingen.
D
oor de draagkracht van het geheel biedt samen zingen je de mogelijkheid om boven je eigen kunnen uit te stijgen. Door het zingen van geïnspireerde composities kom je in harmonie met jezelf, kom je los van het alledaagse. Het gezamenlijke streven naar muzikale schoonheid geeft vertrouwen in de medemens en in de wereld. Men zegt wel dat een mens zijn hart uitstort wanneer hij zingt. Of: ‘Zij legt haar ziel en zaligheid erin.’ Wanneer een
30
SEIZOENER
mens met hart en ziel zingt, beweeg je als het ware van binnen mee. Onwillekeurig doe je als toehoorder mee met wat je van binnen voelt van dat zingen van de ander. In het niet-tastbare blijkt een onverwachte en basale kracht te liggen. Een andere vorm van samenzijn met de mensen met wie je gekomen bent. TEKST: HANS BARKMEIJER
leerkracht muziek
De brandweermannetjes En daar gaan alle auto´s. Daar gaan ze! Met een enorme reuzevaart! En het giert door de bochten! Ping ping ping ping … doet de auto van de commandant Ping ping ping ping … doet de auto met de spuit. Ping ping ping ping … doet de auto met de slang. Ping ping ping ping … doet de auto met de grote ladder. En de sirene roept: Hoeiiiiiiiiiiiiiiii!!! Oeiiiiiiiiiiiii! Daar komen ze aan! Pas op! Opzij! Opzij! Daar is de brandweer! Daar is de brandweer!1
D
aar gaan we inderdaad, hoei, hoei, hoei! De laatste les van de cursus bedrijfshulpverlening, en ja, dit belooft de beste les te worden! Vandaag mogen we eindelijk laten zien wat we kunnen. Kunnen we onze daadkracht en moed tonen? Vandaag gaan we brandjes blussen! Levens redden van zwartgeblakerde poppen.
Wie redt wie? En zoals bij elke brand heeft het BHV-team er weer zin in! Opgewekt zijn we in de auto gestapt en staan we even later aan wat kapotte auto´s te trekken die op het terrein liggen. En stiekem hopen we dat we daar ook even in
mogen. Wie redt wie uit een brandend wrak? Dat blijkt helaas voor de gevorderden te zijn. Wij mogen in een soort zeecontainer een frituurpan blussen.
Vakkundig blussen Henk, onze stoere-brandweer-instructeur-man gespt de enorme deur van de container open en we zien een zwartgeblakerd hok met een gasfornuis. Het maakt een wat lugubere indruk. Vakkundig steekt Henk de achtergelaten pan aan en wij gaan eerst met de deksel en dan met de branddeken de vlammen doven. Een makkie. Al vraag ik me af of ik ook zo koelbloedig ben zonder brandweerman
SEIZOENER
31
RUDOLF STEINER COLLEGE
naast me. Dan doven we een kampuur met poedersneeuw en een stoppenkast. Dat valt allemaal best mee.
willen maken? Ik kan u zeggen: dat is fijn! Dat is bijzonder leuk, we klimmen op de achterbank en meneer De Meulmeester mag voorin.
De zwartgeblakerde pop Uiteindelijk neemt Henk ons mee naar wat het huzarenstukje van de dag moet gaan worden: de zwartgeblakerde pop! Wanneer ik naar de pop kijk, verwacht ik straks een soort vuuract, met weergaloze vlammen. De pop is namelijk in een opzienbarende staat. Hij heeft het model van een bodybuilder en staat op een ijzeren stang. Daarbij is de pop al een paar keer behoorlijk verbrand. Henk pakt wat benzine en sprenkelt die over de pop, dan steekt hij de borstkas aan en kunnen we aan de slag. In tweetallen gaan we de vlammen te lijf met een blusdeken (en die kunnen we, beste lezer, best vaker dan één keer gebruiken!). Belangrijk is het om de pop op de grond te leggen en alle vlammetjes lekker in te stoppen onder de deken. Want daar houden ze namelijk niet van en dan gaan ze uit.
‘Klik’ doet ons fototoestel En daar gaan we! Met een reuzevaart! We gieren door de bochten! ‘Ping ping ping’ doet de auto met de BHV-ers! ‘Hoeiiiiiii,’ doet de sirene! ‘Klik,’ doet ons fototoestel… Dat branden blussen een vak is, hoef je mij niet te vertellen. Dat brandweermannen stoer zijn, dat zou best kunnen. Maar dat een dagje bij de brandweer het ideale bedrijfsuitje is, dat was nieuw voor mij. En ja, geloof me, dat is het namelijk echt! De grote auto´s draaien en gaan weer terug. Het gaat van ping ping ping ping en hoeiiiii, maar veel zachter. En heel langzaam draaien ze de kazerne in. De brand is uit!2 TEKST EN FOTOGRAFIE: EVA BARENDS
De brandweerwagen Wanneer iedereen het leven heeft gered van de bodybuilder, horen we achter ons een brandweerwagen aan komen rijden. Iedereen draait zich om en kijkt vol ontzag naar de brandweermannen die uit de wagen klimmen. Wij speculeren over wat een geweldige foto het zou opleveren wanneer wij even voor die wagen een kiekje zouden kunnen maken. Het zou een trofee zijn voor boven het bureau van het opperhoofd BHV en natuurlijk een aanwinst voor de open dagen. Dus vragen we Henk, wanneer hij de lucifers en benzine opgeborgen heeft, of het mag. Henk hinkt wat van zijn ene op het andere been, kijkt ons eens goed aan, zegt dat wij een geweldige groep zijn en: hij gaat het vragen! Zenuwachtig wachten wij op het verlossende antwoord. Lang duurt het niet, want een van de jongens springt in de auto, zo doen brandweerlieden dat, en rijdt het rode gevaarte tot vlak voor onze groep. We juichen Henk toe, zeggen dat dit geweldig is. Henk draalt wat, glundert als een trotse opa die zijn kleinzoon ziet afzwemmen en doet er nog een schepje bovenop: of we een ritje
32
SEIZOENER
1
Uit: Vijf brandweermannetjes, bewerkt door Annie M.G. Schmidt
2
Uit: Vijf brandweermannetjes, bewerkt door Annie M.G. Schmidt
KLAS 7
Foto: Leanne Dekker, klas 7b
Een 234547-ster bij euritmie
Het lijkt inmiddels alweer zo lang geleden;
standaardpakket van deze school, maar wat
hebben ieder jaar een presentatie waarin te zien is waar zij aan werkten. Dit jaar hebben alle 9e klassen en veel 10e klassen in februari laten zien wat zij kunnen. De 10e werkte soms zelfs zélf vorm en gebaar uit voor gedichten of muziekstukken die zij zelf kozen.
is het, en ‘wat doen ze daar dan’?
De sterrenleer in klas 7
I
Een ander vast onderdeel van mijn lessen is in de 7e klas is de sterrenleer. In de eerste maanden van het schooljaar leert de 7e onder andere eerst de vijf- en dan de zevenster, lopen, doen en tekenen. Als dat lukt en de variatie gaat ook, dan gaan we door voor de meer- en veelsterren. Alles kan als het maar oneven is. Het is wat mij betreft geslaagd wanneer de leerlingen ook hun eerste weg weten te vinden in een 234547-ster, en doorgaans lukt ze dat.
het vorig trimester. Euritmie behoort tot het
n Rotterdam zijn er zo langzamerhand wat goede gewoontes de school in geslopen waardoor een en ander steeds duidelijker wordt. De 9e en 10e klassen
Laten zien wat ze deden Als afsluiting laat ik dan zien wat ze deden. In plaats van de wegen te lopen, gooien we een kluwen touw. Iedereen houdt het touw vast en gooit de bol verder. Wanneer de bol dan weer bij de eerste persoon is, zie je de klassenster. Dit jaar nam een leerling foto´s en die wil ik u graag laten zien. Wij zijn alweer met heel andere dingen bezig; dit waren momenten om vast te houden. TEKST: VINCENT HARRY
leerkracht euritmie
Foto: Vincent Harry
SEIZOENER
33
Periodeles houtbewerken
in de 7e klas
In de ambachtelijke stroom worden er elk jaar twee periodes houtbewerken gegeven. Voor de andere lesgroepen wordt deze lesstof in de vaklessen gegeven. Vanaf het begin van de vrijeschool was het streven hoofd, hart en hand gelijkelijk aan bod te laten komen. Dus naast de ontwikkeling van het denken, ook het gevoels- en het wilsleven te ontwikkelen.
D
it kan en moet in iedere les plaatsvinden, maar in de handvaardigheidslessen (het woord zegt het al) ligt de nadruk meer op de ontwikkeling van het doen, van de wil. Maar, kun je je afvragen, is het nog ‘up to date’ om dan oude ambachten te gaan beoefenen? Is dat niet een stap terug? Ik denk van niet! Natuurlijk weet ik dat bijvoorbeeld het vak koperslaan ‘uitgestorven’ is. We gebruiken geen koperen ketels meer. Dus hoeven er geen ketels meer gerepareerd te worden. Er is nog maar één koperslager in Nederland.
34
SEIZOENER
Je zou de vraag anders kunnen stellen: Waar zou je in een les bijvoorbeeld krachtsbeheersing, nauwkeurigheid, doorzettingsvermogen en tegelijk gevoel voor schoonheid kunnen leren en bovendien leren nadenken over een constructie? Dan zou je, inderdaad, weer kunnen denken aan een ambacht. Eigenlijk zou je als leerkracht alle zintuigen willen aanspreken in een les. Iets wat je zelf beleeft, vergeet je niet en neem je met je mee. Wat je uit boeken of van internet haalt, heb je nog niet zelf ervaren! Er is volgens mij nog (te)veel ‘tweedehands’ in ons onderwijs.
KLAS 7
Foto’s op de linkerpagina met de klok mee: Edwin, de relaxte motorcrosser. August, de perfecte brandweerman. Roderick, de snelle coureur. Cindy met haar vrolijke trekpopje. Maayka laat haar acrobaat buigen. Esmee en haar trekpop.
Houtbewerken als voorbeeld van handvaardigheid In de 7e klas is het thema: Bewegend speelgoed. Hoe gaat dat in z’n werk? In klas 7f beginnen we met het ontwerp. De opdracht luidt: Maak een stuk speelgoed met minstens twee bewegingen. In de keuze ben je vrij. De eerste stap is een schets. Alleen om het idee. Als je daarmee verder kan, maak je een tekening. Zo precies mogelijk, met alle maten erbij en eventueel de constructietekening om te kijken of en hoe het dan werkt. Papier is geduldig; leerlingen niet altijd. Eigenlijk willen ze meteen aan het werk.
De keuze van materiaal en werkwijze De tweede les is het zover: De keuze van het materiaal. Wordt het massief hout of plaatmateriaal? “Zacht hout gaat snel, maar brokkelt ook snel,” zegt de leraar. “Mij een zorg,” zegt Edwin. Hij heeft een motorfiets in z’n hoofd en die moet zo snel mogelijk rijden. Carmen heeft een lang stuk multiplex gevonden voor haar step. Dat materiaal is hard, maar dat moet ook en dan heb je er meer tijd voor over. August zoekt een rechthoekig stuk hout waar hij precies de bodem van zijn brandweerauto van kan maken. Maar… dat is er niet. Dan zul je toch zelf moeten zagen! Joep heeft een stuk hout gevonden. Daar past zijn locomotief precies op. Zo kan het ook. Bij het zagen gaat het eigenlijk het snelst. Maar dat merk je pas als je aan het raspen bent. Dat kan lang duren! Gelukkig kun je ook wel eens ruilen: “Als ik jouw zaagwerk doe, mag jij mijn rasp gebruiken.” Schaven biedt soms ook uitkomst. Het hout wordt meteen glad. Maar de leraar moet niet over ‘zoet stellen’ gaan zeuren. Het lijkt wel of hij de leerlingen zoet wil stellen. Edwins onderdelen gaan weer los of breken af. Dagenlang is hij aan het prutsen.
Tine met haar Pinokkio
Nu nog van hout veranderen? Nee, onverstoorbaar gaat hij door en stukje bij beetje begint het op een motorfiets te lijken.
Auto’s en trekpoppen Zowel Eveline als Boy werken keihard aan hun auto’s. Het raspen gaat Eveline goed af .De vorm van haar sportwagen wordt werkelijk vloeiend. Bijna klaar, zou je kunnen zeggen. Maar er ontbreekt nog één (voorgeschreven) beweging. Een beweegbare motorkap brengt uitkomst. Deze wordt er uit gezaagd. Maar dan breekt hij af. Pech. Er moet toch een nieuwe motorkap komen. Emma lost het probleem met de bewegingen op met twee portieren. Maar er zijn ook andere werkstukken dan auto’s en motoren. Een aantal meisjes hebben een trekpop gekozen. Daarbij moet je ervoor zorgen dat het figuurzaagje heel blijft. En het is een hoop gedoe met touwtjes. Het schuren is eigenlijk wel leuk. Het hout wordt steeds gladder en het einde is in zicht. Alleen jammer dat de leraar het overal glad wil. Perfectie kan soms irritant zijn!
Hij mag er wezen Als de olie erop mag, kun je weer ontspannen om je heen kijken: Tine heeft haar Pinokkio een kleurtje gegeven. Hij knapt er zichtbaar van op. Zijn touwtjes werken nog steeds. Carmen stept voorzichtig door het lokaal. August zit trots te wezen naast zijn ladderwagen. Zou zo naar de winkel kunnen. De locomotief van Joep is iedere dag gegroeid met een onderdeeltje erbij. Maayka’s acrobaat wordt eigenlijk pas zichtbaar op de laatste dag. Maar dan mag hij er wezen. Eindelijk, Edwins ‘dragster’ heeft een geweldig stuur gekregen. Een kromgebogen dikke spijker. Simpele oplossing, lang gebogen en vele spijkers in de prullenbak. En nu is de periode voorbij. Drie weken zijn snel om. Iedereen gaat op de foto en pakt z’n werkstuk zorgvuldig in. Maandag begint er een nieuwe periode. TEKST EN FOTOGRAFIE: STEVEN WOUTERS
Joep achter zijn ‘aangeklede’ voertuig
leerkracht houtbewerken
SEIZOENER
35
RUDOLF STEINER COLLEGE
Uit de periode Industriële revolutie De opdracht luidde: schrijf een verhaal vanuit de ik-persoon over een dag uit het leven van een kind in de mijnbouw.
Ik in de mijn et is half vier en ik ben wakker geworden door de storm. Het onweert erg hard. Het regent al sinds de avond. Mensen in het dorp hebben gezegd dat er vandaag een aardbeving kan komen door de storm. Ik loop ongerust naar beneden en kijk of mijn broertje nog slaapt. Mijn ouders slapen ook nog. Ik maak het vuur aan in de open haard en zorg ervoor dat ik het niet koud krijg.
H
gaat, kun je dood vallen. Het duurt dus erg lang voordat iedereen beneden is. Als we beneden zijn, zegt een man dat mijn vader moet gaan hakken. Mijn broertje moet de luchtschachten bedienen. Ik moet samen met mijn moeder gaan ‘haasten’: We moeten de volle manden uit de gangen naar boven slepen. We horen tijdens het werken weer gerommel.
Dan hoor ik gerommel en komt mijn moeder beneden. Ze zegt dat ik mijn vader en broertje moet wakker maken. Als we allemaal aan tafel zitten te eten horen we een klap. De bliksem is ingeslagen. Ik kijk naar buiten en zie dat een huis is geraakt. Het dak is lek en de muur ligt eruit. We eten verder en vertrekken om vijf uur naar de mijn.
Het is nu twaalf uur en we hebben pauze. Samen met mijn moeder eet ik onze boterhammen en we kijken of we mijn broertje en mijn vader zien. Plotseling horen we een klap en het onweer is weer begonnen. Er wordt overal gezegd dat er gangen gaan instorten. Mijn broertje komt samen met mijn vader aanrennen. Mijn vader vertelt dat er naast zijn gang een gang is ingestort. Als de pauze voorbij is, gaan we weer verder aan het werk.
Als we daar zijn aangekomen, worden we één voor één in de mijn getakeld. Het is erg gevaarlijk want als er iets mis
36
SEIZOENER
KLAS 8
Bij de tweede pauze blijkt dat er veel mensen omgekomen zijn. Als we weer aan het werk gaan, komt er weer een aardbeving. Gelukkig stort de schacht waar ik in zit niet in. Aan het einde van de dag komt iedereen boven. Behalve de mensen van mijn vaders gang en de gang ernaast. We wachten vanaf zes uur tot acht uur ‘s avonds, maar mijn vader komt niet naar boven. Hij is dood....
Voor al uw dagelijkse biologische boodschappen ga je naar de biologische eetwinkel van Dordrecht
TEKST: BEN HOKKE, KLAS 8F TEKENING: ROXANNA BRANDS, KLAS 8F
Gedichten vriendschap vriendschap is het mooiste wat er is iemand die jou opvangt wanneer je valt iemand die met je huilt en met je lacht maar een vriend(in) is ook iemand die jou vergeeft en mooie en slechte tijden met jou beleeftd de gene die dit voor jou over heeft die mag je de titel geven: een vriend DANIA JASPERSE, KLAS 8F
Gedichten uit de periode Natuurvolken in hun oorspronkelijke leefwijze: Grootmoeder loopt in schoonheid Haar ziel verbonden met moeder aarde. Die haar verhalen vertelt van diepe mysteriën. Zij leert haar kinderen hoe te lopen, hoe te voelen, hoe te zijn. Te leven met voeten in de aarde. Het hart geopend voor al wat leeft. Balans te vinden in het ritme van de natuur. In respect en overgave ontvangt zij haar waardigheid.
Systemisch werk Familieopstellingen en persoonlijke begeleiding
Ervaar de dynamiek van het gezin van herkomst als bron voor heling Workshops in Dordrecht en Zwijndrecht Meer info: http://familieopstellingen.web-log.nl
DAMON BERGKOTTE, KLAS 8B
Ik heb de weg gevonden Mijn kans De eerste keer mee als echte jager Mijn pad is het pad van de buffels En zo blijft het De buffel leeft in mijn hart Als ik hem dood, leeft hij voort in mij EVA HEIJKANTS, KLAS 8B
De Seizoenerwinkel verkoopt online bijzondere vondsten: p ro d u c t e n d i e m e t l i e f d e e n a a n d a c h t g e m a a k t z i j n . De winkel werkt het liefst op basis van de jaargetijden en stemt haar producten daarop af. Een bezoek aan de webwinkel zal daarom regelmatig opnieuw verrassen!
WWW.SEIZOENERWINKEL.NL
RUDOLF STEINER COLLEGE
Periode Sociale en culturele verschillen Eind november 2007 protesteerden leerlingen van een groot aantal scholen tegen plannen van de overheid om het verplichte minimumaantal lesuren te handhaven op 1040 per jaar en die norm streng te gaan controleren, op straffe van boete.
O
ok een aantal leerlingen van het Rudolf Steiner College protesteerde vol overtuiging mee. Beelden van enthousiastelingen dansend in de grote fontein op het Hofplein waren die avond op het nieuws te zien. Deze leerlingen konden hier de volgende dag vol trots over opscheppen tegen hun klasgenootjes. Wat veel van deze protesterende leerlingen zich niet realiseerden, is dat het lesrooster op het Rudolf Steiner College deze minimumeis ruimschoots overschrijdt, en met een goede reden. Wie voor de vrijeschool kiest, kiest immers voor onderwijs met hoofd, hart en handen. Creatieve vakken als houtbewerking, textiele werkvormen en drama komen dan ook uitgebreid aan bod en daarvoor moeten lesuren worden ingeroosterd. Het rooster is dan ook onvermijdelijk vrij vol en discussie over die minimumeis is eigenlijk helemaal niet van toepassing, als je bewust kiest voor de vrijeschool.
Oorzaak en effect inzien Eigenlijk hadden onze leerlingen moeten weten waar zij precies voor protesteerden en zouden ze op de een of andere manier moeten inzien wat de oorzaak is en wat het effect van zo’n protestactie. Welke verschillende meningen zijn er over de verhoging van het aantal lesuren? Waarom vinden die mensen dat? Welke groepen hebben belang bij protesteren? Wat gebeurt er direct na een dergelijk protest? Hoe reageert de regering op de actie?
Het vak maatschappijleer Op veel scholen krijgen leerlingen een aantal jaren een uur per week les in het vak maatschappijleer. Daarin wordt een introductie gegeven op de structuur en werking van de
38
SEIZOENER
Nederlandse maatschappij en het politieke en rechtssysteem. In de praktijk is het op het Rudolf Steiner College niet haalbaar om vakuren in te roosteren voor het vak maatschappijleer, vanwege het reeds grote aantal lesuren. Toch is het belangrijk om elke leerling op de vrijeschool een basis mee te geven van de maatschappij waar ze in leven. Een basis die ze als extra bagage kunnen meenemen als ze na het examenjaar uitvliegen de grote, wijde, soms indrukwekkende wereld in. Daarom is ervoor gekozen om een periode in de 10e klas te wijden aan een aantal centrale onderwerpen binnen het vak maatschappijleer.
De periode Sociale en culturele verschillen Dat maatschappijleer leuk en inspirerend kan zijn is het afgelopen jaar gebleken uit de periode Sociale en culturele verschillen. Deze periode biedt de leerlingen een frisse duik in de actualiteit. Dit is de ideale periode om de krant er eens bij te pakken en bijvoorbeeld een discussie te voeren over een nieuwe wet, over discriminatie om hen heen of over de laatste demonstraties tegen onderwijsvernieuwingen. Veel leerlingen lijken tijdens de periode ineens
KLAS 10
wakker te worden, en ‘zien rond in de wereld’ om hen heen, leggen verbanden die ze eerst niet legden, of kunnen hun klasgenoten juist helpen wegwijs te worden. De periode is opgebouwd uit drie centrale thema’s binnen het vak en aan elk thema is een praktische opdracht verbonden, waarbij zij hun opgedane kennis kunnen toepassen.
De vonken spatten er vanaf In de eerste week komt de staatsinrichting van Nederland aan de orde, waarbij aandacht wordt besteed aan het democratische bestel van Nederland, de verkiezingen, hoe nieuwe wetten tot stand komen en aan maatschappelijke discussie. Actuele maatschappelijke kwesties zijn een ideaal uitgangspunt voor een vurig debat in de klas. Zodra onderwerpen als de doodstraf, verhoging van de minimumleeftijd voor alcoholconsumptie en verhoging van het minimumaantal lesuren aan de orde komen, spatten de vonken er vanaf. Veel leerlingen verrassen zichzelf als blijkt dat ze meer weten dan ze dachten en dat ze over dit soort actuele onderwerpen met een beetje begeleiding een goed onderbouwde mening kunnen geven.
Een eigen politieke partij Het thema wordt afgesloten met het bedenken van een eigen politieke partij met een eigen partijprogramma en het maken van een politieke poster, compleet met pakkende verkiezingsslogan. Hier kunnen leerlingen hun eigen politieke ideeën op een creatieve manier verwerken. Met veel humor en spitsvondigheid schept de klas zo een eigen Tweede Kamer, samengesteld uit hun eigen creaties. Denk bijvoorbeeld aan een Partij van de Echtheid tegen plastisch chirurgie, bio-industrie en vivisectie, of een Partij Door En Voor Vrouwen, voorvechters van de vervrouwelijking van de wereld.
De maatschappij en cultuur In de tweede week wordt de aandacht gevestigd op de maatschappij zelf. De leerlingen buigen zich over het begrip cultuur: hoe elke cultuur zijn eigen normen en waarden heeft en dit door onbegrip vaak botst; hoe principes als integratie en assimilatie in een multiculturele samenleving als de onze maar al te vaak met elkaar worden verward; hoe jongeren eigen subculturen vormen om ergens bij te horen, maar zich tegelijk ook tegen anderen af te kunnen zetten.
Hoe word je wie je bent? Wanneer je de invloed van de maatschappij op jouw eigen doen en laten in de klas behandelt, komt onontkoombaar dat belangrijke vraagstuk aan de orde, waar wij ons op de vrijeschool ook zo graag mee bezig houden: Hoe word je wie je bent? Als afsluiting van de week schrijven de leerlingen een kort werkstuk over de vraag hoe de maatschappij en de wereld om hen heen hen heeft gevormd. Hoe hebben ouders, vrienden, docenten, medeleerlingen, idolen,
televisieprogramma’s en alle willekeurige mensen waar je langs loopt op straat jou beïnvloed in jouw ontwikkeling tot de persoon die je nu bent?
Criminaliteit en strafrecht Tijdens de derde en laatste week van de periode staan criminaliteit en strafrecht centraal. Niet iedereen weet zich altijd zo goed aan te passen aan de Nederlandse normen en waarden en de eisen die deze maatschappij aan je stelt. Autochtoon en allochtoon, ze komen beiden in aanvaring met de staat, als er regels worden overtreden. Na zich te hebben gebogen over de vraag hoe criminaliteit kan ontstaan, verdiepen de leerlingen zich in de Nederlandse rechtspraak. Met wie kom je eigenlijk in aanraking als je de wet hebt overtreden? Wat zijn de taken van de politie, officier van justitie en rechter?
Een strafzaak in rollenspel Om zelf eens te ervaren hoe een rechtszaak verloopt, wordt er door middel van een rollenspel een strafzaak in scène gezet, waarin leerlingen hun getuigenis afleggen, als officier van justitie de verdachte ondervragen, of als rechter uiteindelijk uitspraak doen, na alle argumenten te hebben aangehoord. Ook als de strafzaak van het Maasmeisje in de groep wordt besproken, zitten de leerlingen op het puntje van hun stoel en is de verontwaardiging van de gezichten af te lezen, als ze zelf ontdekken wat zich heeft afgespeeld in de stad waar ze elke dag naar school gaan.
Zelf plaatsnemen in de rechtszaal Het is dan ook een spannende en indrukwekkende belevenis voor de leerlingen als ze tegen het eind van de periode zelf in de rechtszaal mogen plaatsnemen en een aantal strafzaken mogen bijwonen. Hier verdedigen echte mensen hun al dan niet illegale handelen en probeert de officier van justitie echte bewijzen op tafel te leggen. Zodra iemand die maar een paar meter van je af zit, een gevangenisstraf wordt opgelegd, komt het ineens wel heel dichtbij. Dit zou jou ook kunnen overkomen…
Wakker worden en ogen open houden Veel leerlingen kijken dan ook tevreden terug op de periode Sociale en culturele verschillen. Het maakt hen wakker voor de dingen die om hen heen en in het nieuwsgebeuren en zet hen aan het denken. Hoewel je er altijd al deel van uitmaakte, sta je nu eigenlijk pas voor het eerst stil bij de wereld waarin je leeft. Plotseling wordt je een hoop duidelijk over het hoe en waarom van die demonstratie waar je laatst nog aan meedeed, of waarom je ouders nu op die ene politieke partij stemmen en niet die andere. Als je je ogen maar openhoudt en je weet wat je ziet, ligt de wereld aan je voeten. TEKST: MICHA TEMPELMAN
leerkracht maatschappijleer en geschiedenis
SEIZOENER
39
KLAS 10
De kunst van het mislukken
Leerlingen uit de 10e klas gaan de confrontatie aan met hun eigen clown en leren omgaan met angst en onzekerheid. Uit een kartonnen doosje komen zomaar op een dag rode neuzen te voorschijn. Het zijn de kleinste maskers die bestaan en ze maskeren het succes. De kunst van de mislukking is geboren. en doorzichtig zakje ligt op de lege toneelvloer. Een jongen van net zestien staat op de gang. Schikt zijn rode neus. Het elastiekje wurmt hij achter z’n oren. Hij weet niets van het zakje. Het hart roffelt in zijn keel. Gedachten gaan door z’n hoofd. Wat hij moet aanvangen. Of hij wel lollig genoeg zal wezen. Wat van hem verwacht wordt. Dan voelt hij zijn neus. Raar zwaar. De rode dop lijkt te groeien tot een enorme deksel. Gedachten worden verpletterd. Er blijft niets over dan te beginnen. Zijn hand legt hij op de klink. Tot een kiertje gaat de deur open. Twee verbaasde ogen knipperen. Het publiek wacht af.
E
Een lange zucht wanneer hij het zakje ontdekt. De afstand tussen hem en het zakje is enorm. Met knikkende knieën waagt hij zich op de plots wel heel erg glad lijkende vloer. Onhandig lopend alsof hij voor ’t eerst op twee benen staat, worstelt hij zich door de leegte heen naar het zakje dat op zichzelf ook weer leegte is. Publiek grinnikt. Valt stil. Hij reikt met z’n hand naar het zakje. “Oeps”, zegt hij als het zakje begint te knisperen bij zijn aanraking. Hij wil er duidelijk van af. Het zakje blijft aan z’n hand hangen.
40
SEIZOENER
Ongelukkige blik op publiek. Publiek barst in lachen uit. Hij haalt schouders op en probeert vrede te sluiten met het zakje. “Ssst”, zegt hij geïrriteerd tegen het zakje dat maar blijft knisperen als hij het beetpakt. Het zakje zwijgt na een lange tirade “Pff. Tja. Joh. Sssst. Toe nou. Pff. Pff . Joh. Hé!” Een triomfantelijke glimlach verschijnt onder de rode neus. Nu hij het zakje eronder heeft, wordt het een speelbal van zijn fantasie. De neus doet zijn werk: laat het zakje een hoedje zijn, een handschoen, een oorbel, een gitaarhoes die te klein is om een gitaar van lucht erin te krijgen. Het wordt zelfs een parachute, waarmee hij een spectaculaire landing maakt. De clown neemt zijn publiek mee in zijn euforie. Dat giechelt, buldert, giert, hinnikt en blaat. Het is een vreemd tafereel voor deze clown, gezichten met brede monden waaruit zo’n raar geluid komt. Hij schrikt ervan. Weg parachute, weg euforie. Bedremmeld staat hij daar met een leeg plasticzakje in zijn hand. Stilte. Hij drukt met zijn hand, het zakje tot een prop. Het zakje knispert hevig. “Oeps”, zegt hij zacht en werpt het propje op de grond. Publiek grinnikt weer. Onzeker draait hij zich om en loopt de enorme vloer over richting de deur. Dan hoort hij het zakje uit zichzelf knisperen, omdat er wat lucht in loopt. Geërgerd draait hij zich om. “Ssst”, zegt hij. Het zakje zwijgt. Het publiek schatert. De clown knikt bedeesd en loopt door de deur naar buiten. Nog één keer werpt hij een vermanende blik door de kier naar het zakje. De toneelvloer is leeg, maar anders. Het publiek slaakt een lange zucht. TEKST EN FOTOGRAFIE: ELARD PIJNAKEN
leerkracht drama
KLAS 11
Woensdag 26 maart, Isala theater Capelle a/d IJssel
Hutspot á la Vondelrevue Iedereen heeft vast wel eens gehoord van de Vondelrevue, het evenement van het jaar waar iedereen naar uitkijkt. De Vondelrevue is een revue waarbij iedereen iets van zichzelf kan laten zien. Zo kun je bijvoorbeeld een toneelstukje opvoeren of een concertje geven met een band. De vorige keren mocht er ook geplaybackt worden, maar dit jaar mag dat niet. ‘Playbacken’ is namelijk niet creatief genoeg en er is hier op school genoeg kwaliteit in huis om zelf muziek maken. We zijn van plan om deze Vondelrevue nog leuker te maken dan die van de vorige jaren. Het thema van dit jaar is: Hutspot!
D
e Vondelrevue wordt elk jaar georganiseerd door de dramagroep van de 11e klas. Dit zijn de leerlingen die drama als examenvak hebben gekozen. Eindelijk is dit jaar mijn klas aan de beurt. Eerst hebben we de groep ingedeeld in kleinere groepjes. Zo is er nu een productieteam, een promotieteam, een presentatieteam, een decorteam en een jury.
De taakverdeling Het productieteam zorgt ervoor dat alles op rolletjes loopt en dat alles op tijd af is. Eigenlijk geven ze ons gewoon deadlines waar wij ons aan moeten houden. Het presentatieteam gaat de Vondelrevue presenteren op de avond van de voorstelling zelf en ze gaan elke opvoering inleiden, zodat je een beetje weet wat je kunt verwachten. De jury
Het productieteam (Jantine, Fleur, Teresa, Nina, Annabel)
houdt zich bezig met de audities. Maak je geen zorgen, jullie zullen niet te streng worden beoordeeld en Henk Jan Smits (voormalig Idols-jurylid, red.) zit er niet bij. Het decorteam zorgt voor, dat lijkt me logisch, het decor. Dit jaar zal het decor bestaan uit ingrediënten, om het op een echte hutspot te laten lijken. En last but certainly not least: het promotieteam waarvan ik zelf ook deel uitmaak. Wij hebben de taak op ons genomen om de prachtige poster te maken, die intussen overal te zien is én we zijn alle klassen langs gegaan om de Vondelrevue te promoten. Dat herinner je je vast nog wel.
Deadlines en stress Ik vind het natuurlijk hartstikke leuk om eindelijk een keer mee te kunnen werken aan de Vondelrevue en ik hoop dat
Het promotieteam (Jasper, Floris, Alie, Engel, Felix, Ivar)
SEIZOENER
41
KLAS 11
Het presentatieteam (Egide, Jonne, Nikki, Jan en Leonie)
De jury (Eline, Sophie, Niek, Lizan, Marisse)
het dit jaar echt nog leuker wordt dan de voorgaande jaren. En volgens mij is de hele toneelgroep dat met me eens. Het brengt natuurlijk wel stress met zich mee, al die deadlines en zo, maar dat heb ik er graag voor over. Ik zou het zo nog een keer doen als ik er de kans voor had.
Het thema Hoe zijn wij nou in ’s hemelsnaam aan het thema ‘Hutspot’ gekomen? En wat houdt het in? Het zit zo, we hadden allemaal goede ideeën voor de Vondelrevue en daar hebben we de leukste uit gekozen. Eerst wist niemand wat hij zich bij ‘Hutspot’ voor moest stellen, maar om een onverklaarbare reden werd er toch massaal op gestemd. Er bleven een stuk of vijf onderwerpen over. De mensen werden vervolgens in groepjes verdeeld om hun beeld van het thema dat zij gekozen hadden, aan de rest te laten zien. En toen bleek het thema ‘Hutspot’ gewoon heel leuk!
Het decorteam (Marnie, Eva, Yasmila en niet op de foto: Liselotte en Otto)
Zelf meedoen of kijken Een ingrediënt staat voor een thema Wat houdt het in? De hutspot bestaat uit ingrediënten en elk ingrediënt staat voor een thema. Zo heb je de Melige Aardappels (cabaret), Pittige Pepers (live muziek), Emotionele Ui (drama), Swingend Spek (dans, met live muziek), Poëtische Peentjes (poëzie) en het Snufje Zout (kom met iets nieuws). Voor de live muziek bij je dansoptreden hoef je niet zelf te zorgen; dat heeft het productieteam al gedaan. Nu moet je de hutspot of je ingrediënt in je optreden verwerken, maakt niet uit hoe. Geloof me, er zijn leuke dingen mee te doen!
Ik vind het in ieder geval een geweldig idee en ik denk echt dat deze Vondelrevue weer het hoogtepunt van het jaar gaat worden. Hoewel, Sinterklaas was dit jaar wel érg leuk… Maar daar laten wij ons niet door tegenhouden. Ik hoop dat jullie allemaal óf zelf iets in de Vondelrevue gaan opvoeren óf komen kijken naar de optredens van de anderen. Als je het allebei doet, is dat natuurlijk alleen maar leuker! TEKST: JASPER HENNY, KLAS 11V5 F OTO G R A F I E : YA S M I L A VA N V L I E T , K L A S 1 1 V 5
Haiku’s een eend op het ijs staat aan de rand van een wak waarin de zon vaart
42
SEIZOENER
bijna ronde maan een sneeuwbal uit kinderhand verzuimt te vallen
een kleurloze nacht valt niet maar kruipt geluidloos voor ster en maan langs
KLAS 12
De biografieperiode In de 12e klas gaan de leerlingen van het Rudolf Steiner College zich een periode lang nu eens niet bezighouden met trivialiteiten als wiskunde of literatuur, maar met zichzelf: zij krijgen dan de vermaarde periode Biografie.
W
aarom een biografieperiode? Wij denken dat het belangrijk is, dat je als volwassen persoon jezelf een beetje kent. Jezelf (leren) kennen gaat echter niet zomaar; daar moet je aan werken. Sterker: soms heb je een ander nodig om jezelf (beter) te leren kennen. Ieder mens staat in de wereld en ook de wereld begrijpen kan voor het kennen van jezelf belangrijk zijn. En ook dit gaat niet zomaar. Je leert natuurlijk thuis de wereld kennen, maar ook bij je vrienden, op straat, via de media of op vakanties. Dit is de buitenwereld en door die buitenwereld beter te leren kennen, kun je ook iets leren van je eigen binnenwereld. Als je een beetje een antwoord hebt op ‘hoe sta ik in de wereld?’ dan heb je jezelf - denken wij - beter leren kennen. En dit is wat wij als vrijeschool belangrijk vinden: jonge mensen moeten zichzelf leren kennen, en hierbij proberen wij te helpen, onder andere door de biografieperiode.
Het biografieweekend De periode Biografie omvat om te beginnen het biografieweekend. Op een locatie buiten de school zonderen de leerlingen zich af van de buitenwereld, Daar doen ze allerlei oefeningen met betrekking tot hun verleden; we kijken onder meer naar familie, vakanties, school. De belangrijkste bedoeling hiervan is om op zoek te gaan naar die momenten in je levensgeschiedenis die voor jou bijzonder of echt van belang zijn geweest. Door de manier waarop de oefeningen aangepakt worden, betekent dit intensieve weekend voor veel leerlingen dat ze een betere kijk krijgen
op zichzelf. Daarnaast betekent het voor velen ook dat ze een andere, betere kijk krijgen op hun medeleerlingen. Het is duidelijk: zo’n weekend kan alleen slagen, als iedereen zichzelf een klein beetje durft te laten zien. Gelukkig krijgen de begeleiders het vrijwel altijd voor elkaar dat er een sfeer van vertrouwen ontstaat, waarin de meesten zich veilig genoeg voelen om heel veel te vertellen. Hierdoor ontstaan er soms dwarsverbanden die je vooraf niet voor mogelijk had gehouden, bijvoorbeeld omdat enkelen elkaar herkennen in meegemaakte situaties. Niet zelden is de biografieperiode (samen met de kunstreis) hét moment waarop leerlingen naar elkaar toegroeien.
Je leven beschrijven, een hele klus Op het biografieweekend volgt de schoolperiode Biografie; hierin vertelt elke leerling zijn levensverhaal aan de hele klas. Vaak neemt de leerling enkele attributen mee, die symbool staan voor een bepaalde periode in zijn of haar leven. Elke leerling bepaalt natuurlijk zelf wat wordt verteld, hoe diep hierop ingegaan wordt en hoe dit gedaan wordt. Vooraf wordt de biografie thuis uitgebreid aan de hand van hulpvragen uitgewerkt en opgeschreven. Dit is wat een biografie uiteindelijk ook inhoudt: het beschrijven van je leven. En als je dan echt bezig bent met je eigen verleden en je wilt ook echt wat op papier zetten, dan blijkt toch al gauw dat je leven beschrijven nog een hele klus, of moet ik zeggen: kunst, is? TEKST: GERT-JAN EGBERTS
leerkracht Nederlands, jaargangcoördinator 11 en 12, mentor van klas 12v6
SEIZOENER
43
KLAS 12
Twaalfde klassers lopen mee met Kralingerhoutloop Wie had dat gedacht, dat je op een zaterdagmiddag met je klas zou gaan gymmen? Enkele leerlingen van de 12e klas deden mee met de eenendertigste Kralingerhoutloop op zaterdag 8 december 2007.
J
e kon kiezen welke afstand je wilde lopen: De 5km, de 10km, of de 15km. Voor deze wedstrijd werd er op de vrijdagmiddag, tijdens de gymlessen, getraind. Onze coach was onze gymleraar, meneer De Meulmeester, die ons af en toe helemaal ‘kapot’ liet rennen. Van intervallen tot in het bos werd er gezwoegd en gezweet.
Niet uit het veld te slaan door een schoolfeest Op die zaterdagmiddag om één uur ‘s middags stonden wij, samen met wel meer dan honderd mensen, in spanning te wachten op het startsein. De organisatie had één rondje uitgestippeld van 5 km. Liep je de 15km, dan rende je drie rondjes. Wij waren de jongste deelnemers en moesten het opnemen tegen oud-marathonlopers. Maar de trainingen wierpen wel vruchten af. De hardlopers lieten zich niet uit het veld slaan door een schoolfeest die avond ervoor.
44
SEIZOENER
Hij is trots op ons! Met een enigszins rood hoofd liepen ze hun rondje en werden ze toegejuicht en aangemoedigd door de toeschouwers en natuurlijk ook door onze eigen coach meneer De Meulmeester. Iedereen haalde in zijn of haar eigen de tempo de eindstreep, met een voldaan gevoel over de geleverde prestatie. Het meedoen aan deze Kralingerhoutloop werd beloond met een mooie medaille. Op het gezicht van meneer De Meulmeester verscheen een tevreden brede glimlach. Hij is trots op ons! Voor wie geïnteresseerd is in uitslagen, neem een kijkje op de website van onze school: www.rudolfsteinercollege.nl T E K ST : H E L E E N W U B B O LT S , K L A S 1 2 V 6
deelneemster aan de wedstrijd
OUDERS
Thema-avond
Liefde en seksualiteit Op 24 januari ging de eerste thema-avond van start van de dit schooljaar opgerichte themagroep Samen sterker in de opvoeding.
zoal op dit moment? Door er over te lezen. Bijvoorbeeld het boek Liefde en seksualiteit van Jeanne Meijs. Door gesprekken aan te gaan met de jongeren, enzovoorts. Het werd een boeiende avond waarin allerlei onderwerpen ter sprake kwamen en waar de bodem werd gelegd om met elkaar op een ‘Rotterdamse manier’ van aanpakken aan de slag te gaan rondom het thema.
e intentie van deze groep is om binnen school zich gedurende een tijd, circa 4 maanden, te verbinden met een thema, gevolgd door andere thema’s. Door met elkaar in gesprek te gaan en te genieten van de verschillende visies, ervaringen en inzichten hopen wij een groter bewustzijn te krijgen voor de thema’s om ons heen. Allereerst met als doel dat wij dan misschien onze jongeren beter kunnen voorbereiden op de vragen van deze tijd. Want hoe doe je dat? Je kinderen/leerlingen voorbereiden? Hoe sta je zelf tegenover de diverse thema’s? Heb je daar echt een visie op of overvallen de dingen je geregeld? En wie staat er niet zo nu en dan met de handen in het haar? Door met elkaar in gesprek te gaan en ons met een thema te verbinden, zoeken wij naar antwoorden, inzichten en uitwisselingen.
D
De plannen
Ruimte voor de dialoog
Weerslag van onze bevindingen
Ons uitgangspunt is om op zo’n manier met elkaar in gesprek gaan dat er ruimte is voor een ieders eigenheid en inbreng en ruimte voor de dialoog. Wij worden hierin begeleid door de heer Fred Beekers. Hij heeft in het voorjaar van 2007 op onze school twee avonden gesproken over drugs en verslaving en preventie. Op de laatste avond is het eerste initiatief ontstaan voor deze themagroep. Ook is hij diverse keren in gesprek gegaan over dit thema met het college. In het verleden is hij hierover ook regelmatig de klassen ingegaan. Hij is medeauteur van het boek Samen sterker.
Naast dat we ons verdiepen in een thema is een doel van deze bijeenkomsten dat wij na het afronden een weerslag geven van onze bevindingen. Dat kan zijn in de vorm van een algemene ouderavond, een artikel in de Seizoener, het uitnodigen van een gastspreker of iets dergelijks. Zoals gezegd is het thema vanaf nu tot aan de zomervakantie ‘Liefde en Seksualiteit’. Daarna gaan wij weer op zoek naar een volgend thema om ons gedurende de herfst en winter mee bezig te houden. Een ieder die geïnteresseerd is kan daarover mee denken en de bedoeling is dat wij dan in september met een nieuwe groep mensen weer van start gaan.
Besloten werd om het boek Liefde en seksualiteit van Jeanne Meijs als achtergrond te gebruiken, een Rotterdamse theatervoorstelling De verwarring der geslachten van het Rotterdams Centrum voor theater te bezoeken en ons bezig te houden met vragen als: Hoe verhoud ik mij als volwassene tot liefde en seksualiteit? Wat weet ik ervan? Welke ervaringen heb ik zelf en hoe ga ik daarmee om? Hoe kijk ik naar jongeren? Wat weet ik van de puberteit? Hoe ziet de wereld van de jeugd er op dit moment uit? Hoe gedraagt de puber zich? Welke rol speel ik in de puberteit als ouder of leerkracht? Hoe voed je een puber op? Hoe bezorgd ben ik als ouder of leerkracht? Ook hopen we ons een avond via de euritmie met het thema uiteen te zetten.
Verslag van de eerste thema-avond Goed, daarvoor zaten wij afgelopen donderdagavond 24 januari bij elkaar. Een ieder van ons had zich op zijn of haar eigen wijze voorbereid op het thema Liefde en seksualiteit. Door de actualiteit te volgen. Wat speelt er
TEKST: KARIN HENSCHIEN
één van de initiatiefneemsters van de thema-ouderavonden
SEIZOENER
45
JAS The Organic Clothing Co. ~
Biologische fairtrade kleding, met respect voor mens en milieu. (dames- en herencollectie) ~
Nieuwe Binnenweg 133c Rotterdam
Slaak 2~6 3061 CS Rotterdam 010-4135850
[email protected] www.blaasinstrumenten.nl
Theo Pronk Mariniersweg 33 • 3011 NC Rotterdam
010-4364759 - www.organicjas.com ~
maandag
: 13.00 - 18.00 uur
di. t/m do.
: 10.00 - 18.00 uur
vrijdag
: 10.00 - 21.00 uur
zaterdag
: 10.00 – 18.00 uur