ING Financieel fit Barometer September 2014
Eén op vijf spaart bij voor pensioen
ING Financieel fit Barometer maakt pas op de plaats De ING Financieel fit Barometer is in het derde kwartaal van 2014 niet verder gestegen. Na anderhalf jaar van stijging stokt de meter nu op 91 punten. Eén op de zes huishoudens geeft aan geld tekort te komen. Voor het eerst sinds 2009 laat de koopkracht dit jaar weer een plus zien. Ook volgend jaar krijgen Nederlanders volgens het CPB weer meer te besteden. Belangrijke aanname bij deze koopkrachtstijging is dat de pensioenpremies zullen dalen. Afgelopen jaar zette één op de vijf Nederlanders zelf extra geld opzij voor het pensioen. Gemiddeld ging het om zo´n 2000 euro.
Stand ING Financieel fit Barometer 95 90 85 80 75 70
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Prijsstijgingen historisch laag Ruim vier op de tien (43%) Nederlandse huishoudens zeggen dat ze geld overhouden, terwijl ongeveer een zesde (17%) aangeeft geld tekort te komen. Eén op de zeven (14%) vindt het nu lastiger om rond te komen dan drie maanden terug. Van de groep die moeilijker kan rondkomen, wijst slechts een vijfde (21%) de prijsstijgingen als belangrijkste oorzaak aan. Dat is een historisch kleine groep. De inflatie is de afgelopen maanden erg laag, het laagst in bijna 5 jaar en ligt inmiddels ook al enige tijd ruim onder de gemiddelde loonstijging.
Opmars Financieel fit Barometer stokt De stemming onder Nederlandse huishoudens over hun eigen portemonnee is gestabiliseerd. De stand van de ING Financieel fit Barometer is in het derde kwartaal uitgekomen op 91 punten. Na een opgaande reeks van anderhalf jaar, waarbij huishoudens steeds minder somber werden over hun huishoudportemonnee, maakt de Barometer nu een pas op de plaats. Een stand onder de 100 punten betekent dat er onder Nederlandse huishoudens nog altijd meer pessimisten dan optimisten zijn.
ING Financieel fit Barometer Economisch Bureau, september 2014
Twee koopkrachtplussen op een rij Lagere inflatie is positief voor de ontwikkeling van de koopkracht. Dit jaar valt er voor het eerst sinds 2009 weer een koopkrachtplus te noteren. Ook voor volgend jaar ligt krijgt het doorsnee Nederlandse huishouden volgens het kabinet iets meer (0,5%) te besteden. De verbetering van de koopkracht ziet er echter lang niet voor alle huishoudens hetzelfde uit. Werkenden gaan er dankzij een lichte loonstijging en hogere belastingkorting op vooruit. Ook uitkeringsgerechtigden gaan er gemiddeld op vooruit. Gepensioneerden zien hun koopkracht daarentegen slechts stabiliseren. Daarnaast valt voor veel werknemers nog te bezien of ze de verwachte koopkrachtplus in 2015 daadwerkelijk
terug gaan zien in hun portemonnee. Deze is namelijk deels gebaseerd op de aanname dat werknemers volgend jaar een kleiner deel van het salaris zullen afdragen voor hun pensioen: gemiddeld 4,75% in plaats van de huidige 5%. Het is echter zeer de vraag of werkgevers en werknemers aan de cao-tafels daadwerkelijk zullen besluiten de pensioenpremies te verlagen, vanwege strengere eisen aan de buffers en de huidige lage rentestand. Volgens het ING Economisch Bureau is de kans groot dat veel werkenden hun koopkracht hierdoor minder zullen zien stijgen dan het Centraal Planbureau (CPB) nu verwacht. Denken over pensioen: moeilijk en niet leuk Nadenken over het pensioen blijkt voor veel Nederlanders overigens niet hun favoriete bezigheid. Slechts 7% zegt het leuk te vinden ermee bezig te zijn. 44% vindt het niet leuk, de rest is neutraal. Pensioen blijkt vooral voor de jongere generaties ingewikkelde materie: De helft van de 25 tot 45-jarigen vindt het moeilijk om beslissingen over het pensioen te nemen. Het nemen van financiele beslissingen omtrent mijn pensioen vind ik...
30%
20%
10%
best leuk
2000 euro per jaar extra opzij voor pensioen Wie graag meer financiële ruimte wil inbouwen voor de oude dag kan zelf extra geld opzij zetten. Eén op de vijf Nederlanders heeft dit in het afgelopen jaar gedaan. Gemiddeld hebben zij zo’n 2000 euro per jaar opzij gezet, wel lopen de bedragen erg uiteen. Zo heeft 15% van de ‘bij-spaarders’ het afgelopen jaar minder dan 500 euro ingelegd, terwijl eveneens 15% meer dan 5000 euro extra opzij heeft gezet voor zijn of haar pensioen. Hoe hoger het inkomen, des te meer de bij-spaarders opzij zetten. Onder 55 tot 65-jarigen is het aandeel dat specifiek geld opzij zet met 33% het grootst. Dit lijkt logisch aangezien het moment van pensionering voor hen natuurlijk relatief dichtbij is. Toch kan het ook voor jongeren gunstig zijn om tijdig te beginnen met het opzij zetten van geld voor hun oude dag, omdat juist zij – als zij tijdig beginnen met inleggen - nog kunnen profiteren van gunstige rendementen en de kracht van rente op rente op de lange termijn. Hoeveel heeft u de afgelopen 12 maanden zelf opzij gezet voor het pensioen? % respondenten, exclusief 'niets'
0% heel leuk
Eén op vier niet comfortabel over oude dag Maar doordat er steeds meer ouderen zijn die bovendien steeds langer leven, groeit het aantal aanspraken op de pensioenpotten. Daarbij zijn pensioenen afhankelijk van beleggingsresultaten op de beurs. De exacte hoogte van de pensioenuitkering is hiermee onzeker. Voor sommige Nederlanders vormt dit reden tot zorg: Eén op de vier Nederlanders (24%) geeft aan zich niet comfortabel te voelen over zijn of haar financiële positie op oudere leeftijd.
niet echt leuk helemaal niet leuk
Bron: TNS NIPO
30%
Verplicht ‘sparen’ voor de oude dag Voor wie nog vele werkzame jaren voor zich heeft, is het wellicht moeilijk een voorstelling maken van zijn of haar pensioen. Hoe verder een gebeurtenis in de toekomst ligt, des te slechter mensen over het algemeen in staat zijn daarover in het heden een goede keuze te maken. Om te voorkomen dat mensen later niet in hun levensonderhoud kunnen voorzien, dragen we verplicht een deel van het inkomen af voor het verkrijgen van een AOW-uitkering. Daarnaast bouwen werknemers verplicht pensioen op via hun werkgever.
ING Financieel fit Barometer Economisch Bureau, september 2014
2
25% 20% 15% 10% 5% 0% 0-500 euro
Bron: TNS NIPO
500-1000 euro
1000-2000 euro
2000-5000 euro
meer dan 5000 euro
Themadeel Huren kan geld besparen Vooral hoge inkomens huren Wie iets nodig heeft, heeft verschillende keuzes. Je kunt het product kopen, maar ook lenen, bijvoorbeeld van een vriend, buurman of familielid. Een derde optie is huren. De mogelijkheden om te huren zijn inmiddels talrijk. Denk bijvoorbeeld aan een auto of aan gereedschap. Maar ook feestkleding, verhuisdozen of een bier-tap kunnen gehuurd worden. Vooral mensen met een hoog inkomen maken relatief veel gebruik van de mogelijkheid spullen te huren. Huishoudens met een beneden modaal inkomen doen dit minder. Bij het ‘huren’ van boeken (lenen bij de bibliotheek) zijn de verschillen tussen hoge en lage inkomens het kleinst.
Boekenkopers hebben andere motieven Toch is slechts een beperkt aantal mensen lid van de bibliotheek. Bij het kopen van boeken spelen namelijk ook andere motieven een rol . Zo vindt één op de drie Nederlanders (30%) een boek een mooi bezit. Mensen met een hoger inkomen noemen deze reden vaker dan mensen met een laag inkomen. Voor 19% is de mogelijkheid tot makkelijk herlezen belangrijk. Een gekocht boek trek je immers makkelijk voor een tweede keer uit de kast. Bijna een kwart (23%) vindt de terugbrengtermijn een reden om boeken te kopen en niet te lenen bij de bieb. Waarom koopt u boeken voor uzelf en leent u ze niet bij een bibliotheek? Anders
Dan kan ik in het boek schrijven Dat is goedkoper
Welke zaken heeft u wel eens gehuurd?
Bieb heeft niet alle titels Mogelijkheid tot vaker lezen
Bier-tap
Niet gebonden aan terugbrengtermijn
(Feest)Kleding
Waardevol bezit
Auto
Elektrisch gereedschap Boeken (lenen in bibl.) 0%
Bron: TNS NIPO
0
Bron: TNS NIPO
Ski's/snowboard
10%
20%
30%
40%
meer dan 2 keer modaal beneden modaal
Bibliotheek kan lezer geld uitsparen Meer dan de helft van alle Nederlanders heeft het afgelopen jaar één of meerdere boeken gekocht voor zichzelf. Gemiddeld kochten zij 7 boeken (inclusief eboeken, studieboeken etc.) Bij een gemiddelde boekenprijs van 12,50 euro gaven zij hiermee bijna 90 euro uit in het afgelopen jaar. Een alternatief voor het kopen van boeken is lenen bij de bibliotheek. Een lidmaatschap kost meestal zo’n 30 á 40 euro op jaarbasis. Zo bespaart de gemiddelde boekenlezer al snel 5 tientjes per jaar. Als lid van de bibliotheek is het bovendien mogelijk een groot aantal boeken te lenen.
10
20
30
Box: lezen als tijdverdrijf Twee op de drie Nederlanders leest wel eens in zijn of haar vrije tijd. De gemiddelde Nederlander besteedt hier zo’n 2,5 uur per week aan. Onder 65-plussers bevinden zich de meeste lezers: maar liefst 90% van deze groep leest. Jongeren lezen gemiddeld slechts een uur per week, waar 55-65 jarigen 3,5 uur uittrekken en 65-plussers gemiddeld zelfs bijna 6 uur per week lezen. Lezen is dus nog altijd een populaire hobby en zo kan het leuk zijn om iemand een boek cadeau te doen. Veel Nederlanders kopen daarnaast ook boeken voor zichzelf. Aandeel dat wel eens leest in de vrije tijd 100% 80%
60% 40% 20% 0% 12-18 jaar
18-25 jaar
Bron: CBS statline
ING Financieel fit Barometer Economisch Bureau, september 2014
3
40
25-35 jaar
35-45 jaar
45-55 jaar
55-65 jaar
65 plus
Minder vaak een huurauto Naast boeken (‘huren’ bij de bibliotheek) en gereedschap worden ook auto’s vaak gehuurd. Een achtste (13%) van de Nederlanders huurt wel eens een auto in of nabij de eigen woonplaats. Van deze groep huurde 40 % een wagen in de afgelopen 12 maanden. Wel neemt het aantal huishoudens dat wel eens een auto huurt af. Een derde huurde afgelopen jaar minder vaak een auto dan het jaar ervoor, terwijl slechts een zesde (16%) dat vaker deed dan vorig jaar. Bij een derde staat heilige koe meestal stil Mensen die zelf een auto bezitten zullen minder snel geneigd zijn een auto te huren in hun woonplaats. Ze hebben immers de eigen auto waar zij naar hartenlust gebruik van kunnen maken. Maar lang niet iedereen stapt dagelijks in de eigen wagen. Slechts vier op de tien autobezitters rijdt dagelijks. Een kwart van de autobezitters (26%) doet dat 4 tot 6 keer per week. Vrijwel dagelijks gebruik van de auto past heel goed bij een forens die op en neer gaat naar zijn of haar werk. Maar bij een derde van de autobezitters blijft de auto meer dan de helft van de week onaangeroerd. Een groep van in totaal 6 % neemt zelfs maar enkele keren per maand plaats achter het stuur.
Vaste versus variabele kosten Hoe vaker een auto stilstaat des te aantrekkelijker wordt het alternatief om een auto te huren in plaats van te bezitten. Het huren van een auto begint bij een paar tientjes per dag. Daar komen – afhankelijk van de af te leggen afstand – natuurlijk nog wel de kosten van benzine bovenop. Voor het bezit van een eigen auto zijn consumenten al snel veel meer kwijt. Zo komen bovenop de (variabele) kosten voor brandstof en incidenteel wat parkeergeld, nog uitgaven voor belasting, verzekering en onderhoud. Deze vaste kosten maken gemiddeld iets meer dan 50% uit van de totale kosten van het bezit van een auto. Al met al zijn autobezitters voor een middenklasser –nog afgezien van de eventuele afschijvingskosten –al snel enkele honderden euro’s per maand kwijt. Voor een gemiddelde middenklasser bedragen de vaste kosten ING Financieel fit Barometer Economisch Bureau, september 2014
4
voor afschrijving, verzekering en belasting de eerste 4 jaar ruim 300 euro per maand, zo blijkt uit cijfers van het Nibud. Hier komt nog zo’n 100 euro aan onderhouds- en reparatiekosten bij. Dit zijn gemiddelden. Voor oudere auto’s zijn de kosten voor afschrijving beperkter. De onderhoudskosten zullen echter juist oplopen. Gemiddeld kost een middenklasser afhankelijk van de leeftijd zo’n 300-400 euro per maand. Onderstaande figuur laat zien dat bij een huurprijs van 30 euro per dag het pas loont een auto op de stoep te hebben staan als je er minimaal 12 dagen in de maand gebruik van maakt.
Puur financieel gezien lijkt huren voor de groep autobezitters die hun bolide relatief weinig gebruiken (6%) al snel het overwegen waard. Al vallen natuurlijk niet alle voors en tegens van het bezit van een auto in één rekensom te vatten. Zo zal een belangrijk praktisch voordeel van een eigen auto voor de deur voor velen ook zijn dat ze op elk gewenst moment de auto kunnen pakken. Dat voordeel is lastig in euro’s uit te drukken. Huren financieel steeds aantrekkelijker Wel is huren de laatste jaren aantrekkelijker geworden te opzichte van autobezit. De prijs van het bezit van een auto is de laatste jaren namelijk flink opgelopen. De afgelopen 10 jaar stegen die met maar liefst 36%. Belangrijkste boosdoener is hier de BPM, een kostenpost waar autohuurders niet mee te maken krijgen. De prijsstijging van het huren van een auto liep in de pas met de inflatie (+21%). Zo wordt autohuur een steeds aantrekkelijker alternatief.
Verantwoording en disclaimer ING Financieel fit Barometer De ING Financieel fit Barometer meet het oordeel van Nederlandse huishoudens over hoe fit zij zich in financieel opzicht voelen. Met financieel fit wordt bedoeld: ‘Uw geldzaken op orde hebben en houden. Nu, en met het oog op de toekomst’. Hierin wordt gekeken naar de volgende thema’s: Inkomsten en Uitgaven, Woonsituatie, Vermogen en Pensioen. Elk kwartaal wordt aandacht besteed aan een van deze thema’s. De feitelijke barometerscore is gebaseerd op een aantal vragen uit marktonderzoek door TNS NIPO onder een representatieve groep Nederlandse huishoudens en geeft aan hoe zij vinden dat hun huishoudboekje sluit. De ING Financieel fit Barometer heeft als minimale waarde 0 en kan maximaal uitkomen op 200. De neutrale stand is 100. Het aantal optimisten en pessimisten over de eigen financiële situatie houdt elkaar bij die stand in evenwicht. In meting 23 (in augustus afgenomen onder 1066 Nederlandse huishoudens) is de Financieel fit Barometerscore uitgekomen op 91. De in deze publicatie neergelegde opvattingen zijn gebaseerd op de door ING vergaarde informatie en door ING betrouwbaar geachte bronnen. Deze gegevens zijn op zorgvuldige wijze in onze analyses verwerkt. Noch de ING, noch medewerkers van de bank kunnen aansprakelijk worden gesteld voor de in deze publicatie eventueel aanwezige onjuistheden. Aan de verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. ING aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de inhoud van de publicaties of voor informatie die op of via de sites wordt verstrekt. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Niets in deze publicatie mag worden gereproduceerd, verspreid of gepubliceerd zonder de uitdrukkelijke vermelding van de ING als bron van deze informatie. De afnemer van deze informatie is verplicht aanwijzingen van de ING betreffende het gebruik van de informatie op te volgen. Nederlands recht is van toepassing. De ING is met ruim 8,9 miljoen rekeninghouders een van de grootste en meest toonaangevende financiële dienstverleners van Nederland. ING biedt klanten gemak, waar voor hun geld en persoonlijk advies. Particuliere en zakelijke klanten kunnen bij de ING terecht voor financiële producten op het vlak van betalen, sparen, lenen, hypotheken en beleggen. Daarnaast bemiddelt de ING in verzekeringen en pensioenen. De ING is een Nederlands onderdeel van de ING Groep, een wereldwijd opererende financiële instelling met meer dan 82.000 medewerkers. ING Groep verleent diensten aan ruim 61 miljoen particuliere, zakelijke en institutionele klanten in meer dan 40 landen in Europa, Noord-Amerika, Latijns-Amerika, Azië en Australië. ING Bank N.V., statutair gevestigd te Amsterdam, Handelsregister nr. 33031431. Wilt u geen persberichten meer ontvangen van ING, klik dan hier.
ING Financieel fit Barometer Economisch Bureau, september 2014