}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Vrijdag 14 februari 2014
jaargang 8 nummer 353
€ 1,95
Actueel Hoe Den Haag de wereld veiliger maakt
Economie Beleving maakt plaats voor verleiding
Cultuur ‘De Odyssee’: 19 reisverhalen in één ballet
3
8
15
Een tweede leven
Langzaam maar zeker verdwijnen alle herinneringen aan de vervlogen gloriedagen van ADO uit het Zuiderpark. Bij de sloop van het oude stadion blijft ook het op bakstenen geschilderde portret van Aad –‘Aadsjuh’ – Mansveld niet gespaard. Maar de muurschildering van de legendarische voetballer krijgt waarschijnlijk een tweede leven, en wel op het nieuw te bouwen sportcomplex aldaar. Zorgvuldig wordt de tekening uitgehakt om deze straks steen voor steen weer op te bouwen. Wethouder Karsten Klein van sport wil met de muurschildering op de Sportcampus Zuiderpark de verbinding leggen tussen de oude en de nieuwe bestemming. Waar het kunstwerk precies een plaats krijgt, moet nog worden beslist. De voormalige kassahuisjes, die voor velen ook een grote emotionele waarde hebben, verhuizen naar het Kyocera Stadion om de link te leggen tussen het oude en het nieuwe thuis van de Haagse club. > Foto: Jurriaan Brobbel
2>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 14 februari 2014
door vreemde ogen
Ninotchka mag niet fluiten Het verbaast me nog steeds dat mensen in Nederland geregeld fluitend ergens binnenstappen. Fluitend de winkel binnen, fluitend de bus in. In het begin dacht ik dat in hen wellicht een nieuwe Mozart of Alma Mahler school. Maar al snel bleken er daarvoor gewoonweg te veel van dit soort talenten te zijn die overal hun eigen aria ten gehore brengen. En dan nog aria’s met een te persoonlijk klinkend tintje, die nauwelijks te ontcijferen zijn. Ze gaan de supermarkt in om boodschappen te doen. Je ziet ze lopen, bewegend op hun eigen ritme en je wordt jaloers op hun muzikale leven, dat ongetwijfeld mooier is dan jouw zoveelste rotdag. Ze houden zich alleen in wanneer ze hun bonuskaart terugnemen om vervolgens weer fluitend naar buiten te lopen. Dezelfde aria, vermoed ik. Fluitend wachten ze op de tram, ze gaan fluitend boeken terugbrengen en fluitend nieuwe boeken lenen bij de bieb. Vorige week in bus 22 stapte er bij Grote Markt een opaatje in die er vrolijk op los floot. Hij stopte alleen bij Centraal Station, om met het bandje mee te zingen: ‘Vergeet niet uit te checken!’ Soms denk ik dat het iets te maken heeft met mensen die gelukkiger zijn dan ik. Zij zijn kennelijk zo, fluitend, geboren, in plaats van schreeuwend. Leuk, toch? Wat een vreugde voor de moeder! Maar nu serieus: het komt ongetwijfeld door het leven in het westen. Door het vertrouwen van de mensen hier in het leven en in objecten, iets wat ik als Oost-Europeaan niet per se in mijn ‘bagage’ heb. Vooral dat laatste niet.
Zo komt in Nederland de hier-geboren-mens de bus in en weet hij dat de rit een plezier is. Soms een beetje saai, of juist wat te druk, maar door de bank genomen prima te doen. Fluitwaardig. Ik voel echter nog altijd de drang om in gedachten de bus(!) te bedanken omdat hij mij veilig naar mijn bestemming heeft gebracht. Misschien is het in essentie hetzelfde, maar op een andere manier. Fluiten. In mijn geboorteland kon je, toen ik jong was, door te fluiten binnen een instelling of zelfs op straat, pardoes worden opgepakt. ‘Zij’, de agenten van Big Brother – om de geheime politie ‘Securitate’ vrij te vertalen – hadden zo iets tastbaars om tegen je te gebruiken en waarvoor ze je als ‘antisociaal element’ oppakken konden. Vanaf dat moment zou het ook nooit meer goed komen met jou of je familie. Hetzelfde gold overigens als je als man je haar liet groeien tot over je oren of nek. Door mijn persoonlijke geschiedenis is het mij nog steeds niet duidelijk of ik het nu leuk vind of niet als iemand-van-hier fluitend binnenkomt. Zo van: ‘Ik ben Neptunus en heers over de wateren en als ik het zou willen, zou ik ook de aarde kunnen veroveren’. Acht jaar geleden viel het me ook meteen op dat niet alleen het leven hier, maar ook de dingen van betere kwaliteit zijn. Het object laat hier de mens niet in de steek. Misschien juist daarom worden mensen boos als een ‘idioot’ voor de trein springt en de trein hen daardoor niet meer precies op tijd voor hun afspraken brengen kan. Ze worden boos op de trein. Eenmaal in de trein is er niemand die denkt, zoals ik: En als er nu
een groep bandieten binnenkomt en ons leegplukt en als er iemand een mes, etc… Eén van de eerste dingen die ik moest leren hier was vertrouwen hebben in de autosnelweg: tussen Rotterdam en Den Haag kan je immers niets gebeuren en als je autopech hebt, bel je gewoon de Wegenwacht! Je zegt een keer ‘verdikkie’, blijft in je auto zitten of gaat er conform de instructies naast staan tot de Wegenwacht komt en tussendoor bel je al je vrienden om te vertellen: Wat een pech! En als de spitsstrook open is, wordt die direct afgekruist en komt er binnen de kortste keren een auto-ambulance die je naar het tankstation brengt. Zodat je daar met een kopje koffie op de Wegenwacht wachten kan. Je blijft zeker niet voor altijd met je baby op de reserveband wachten tot Ted Bundy langskomt. Na acht jaar is ook mijn verbazing voor objecten en comfort nog niet helemaal verdwenen. Ik herinner me nog goed mijn consternatie voor een theemuts of pillenweekdoosje. Maar ook een poef, ijslepel, wimpervergroter, voetmassagebadje had ik nog nooit gezien, om maar wat dingen te noemen die ik nu in huis heb (een eierkoker, mangoschiller, ananasschiller, dunschiller heb ik echter nog steeds niet, ik zweer nog steeds bij een universeel keukenmesje). Of neem nu wat ik vorige week bij iemand zag: een handscannertje om pagina’s in te scannen, gewoon bij de Blokker gehaald. Ik herleef nog steeds de verbazing van Ninotchka uit de gelijknamige film. Dan voel ik me als haar toen ze danste met de wapperende nylonkousen, als symbool voor het comfortabele leven in het westen. Het comfort dat de geest van de mens niet helderder maakt, maar hem op de knieën dwingt. Maar tege-
lijk blijf ik op mijn hoede. Want als de theemuts nu eens door de hond wordt opgevreten? Drink je dan geen thee meer? Of als de Boeddha uit het rustpunt van je tuin gestolen wordt? Kun je dan ontspannen wel vergeten? Maar ik mag niet klagen, vooral niet nadat ik de ultieme verwennerij heb gekocht: mijn koffiezetapparaat dat zelf zijn bonen maalt! En wie weet: misschien zal het mij ook ooit lukken om te fluiten wanneer ik een ministerie binnenkom! In mijn gedachten althans! Toen ik nog als journalist in Boekarest werkte, kregen we er in komkommertijd regelmatig door onze chef van langs als we voor die dag geen groot onderwerp hadden. Zijn favoriete voorbeeld ging over ‘die Nederlanders die hun grond met de helikopters van nowhere hadden gebracht en met hun handen een land hadden gemaakt’. ‘En jullie zijn niet eens in staat om een solide reportage te maken!”, volgde dan. Toen had ik nog geen idee dat Nederland meer voor mij zou betekenen dan tulpen, maar nu, ach, nu zou ik mijn oude baas onderbreken en zeggen: ‘Niet alleen dat, maar ik denk dat ze het fluitend hebben gedaan!’ Maar ja, andere geschiedenis, andere Big Brother … Mira Feticu
Mira Feticu (1973) is een Roemeense journalist en schrijfster, die sinds acht jaar in Nederland woont. In 2012 debuteerde ze in het Nederlands bij uitgeverij De Geus met boek ‘Lief kind van mij’, dit jaar volgde ‘De ziekte van Kortjakje’. Opgegroeid in een dorp onder een communistisch regime, bekijkt deze expat nu door vreemde ogen de westerse samenleving. Verbazing over zaken die in Den Haag heel gewoon zijn.
Gemeente moet plan Oostduin-Arendsdorp overdoen Door Adrie van der Wel
De Raad van State heeft woensdag het bestemmingsplan voor Oostduin-Arendsdorp met de grond gelijk gemaakt. Dat gebeurde na bezwaren van wijkbewoners, verenigd in de Werkgroep Nassaubuurt en de Wijkvereniging Benoordenhout. De Raad heeft al hun bezwaren gehonoreerd. De gemeente probeerde bij de Raad één van beide buurtverenigingen buitenspel te laten zetten. De Stichting Werkgroep Nassaubuurt moest
niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat onduidelijk was voor wie de Werkgroep bezwaar maakte. Bovendien had de Stichting Werkgroep Nassaubuurt bij de Raad bezwaar gemaakt. En dat was volgens de gemeente juridisch gezien een hele andere club dan de Werkgroep Nassaubuurt, die eerder in de procedure bezwaar maakte. Maar de Raad heeft de trucs van de gemeente van tafel geveegd. Het is volgens de Raad aannemelijk genoeg dat de Werkgroep buurtbewoners vertegenwoordigt, die door de ge-
plande veranderingen in de buurt worden geraakt. De Raad vindt het ook geen enkel probleem dat de Werkgroep Nassaubuurt nu de Stichting Werkgroep Nassaubuurt heet. Het is volstrekt duidelijk dat de term stichting hier niet van belang is, want het gaat om dezelfde groep buurtbewoners. Nieuwbouw Het belangrijkste onderdeel van het bestemmingsplan gaat over de nieuwbouw van de serviceflat Arendsdorp. De buurtverenigingen zijn bang dat het nieuwe complex
niet meer alleen servicewoningen zal herbergen, maar woningen voor iedereen. En dat zal een heel andere invloed hebben op park waarin de serviceflat ligt. De gemeente verklaarde bij de Raad dat het wel de bedoeling is om alleen serviceflats in de nieuwbouw toe te laten. Maar regelgeving maakte het niet mogelijk om dat zo vast te leggen in het bestemmingsplan. Volgens de Raad is dat onzin. De gemeente had dat wel kunnen doen. Nu maakt het bestemmingsplan toch meer dan alleen serviceflats
mogelijk, oordeelt de Raad. Het plan is daarom op dit onderdeel vernietigd. De Raad constateert ook dat het plan een tweede inrit van het park aan de Wassenaarseweg mogelijk maakt ter ontsluiting van de serviceflat. Dat was ook niet de bedoeling van de gemeente en ook ontraden in een motie van de gemeenteraad. Een tweede inrit zou de bomenrij langs de Wassenaarseweg namelijk teveel aantasten. Ook dit onderdeel is door de Raad vernietigd. De gemeente moet het plan nu aanpassen.
BankGiro Loterij ‘Stolte moet steunt nu vertrekken’ Mauritshuis De Haagse oud-wethouder Wilbert De BankGiro Loterij schenkt dit jaar € 62,5 miljoen aan cultuur in Nederland. Daarvan gaat € 525.638 naar het Gemeentemuseum en € 200.000 naar het Museum Beelden aan Zee. Het Mauritshuis ontvangt samen met het Rijksmuseum, Van Gogh Museum, Kröller-Müller Museum € 8.641.750. Naast hun jaarlijkse bijdrage krijgt het Mauritshuis een extra schenking van € 660.000 voor de heropening van het gebouw. Na een verbouwing van twee jaar opent het museum medio dit jaar haar deuren voor het grote publiek. Volgens de BankGiro Loterij wordt de heropening hét culturele evenement van 2014. Zo kunnen alle bezoekers deze zomer in de ‘BankGiro Loterij Lounge’ genieten van koffie en taart. Ook worden er verschillende evenementen georganiseerd, zoals de filmvertoning van ‘The Girl with a Pearl Earring’, een mini-theatervoorstelling met historische personages van het Mauritshuis en spontane pop-up optredens.
Stolte (CDA) moet ‘zo spoedig mogelijk’ opstappen als rijksvertegenwoordiger op Bonaire. Dit meldt de Inspectie Signalering Begeleiding in een rapport dat al sinds november op het bureau van minister Plasterk van Binnenlandse Zaken ligt. NRC Handelsblad schreef deze week over de conclusies inzake de kwestie Stolte. Eerder gaf Stolte, nadat kritiek was geuit op zijn optreden, te kennen dit voorjaar te vertrekken als rijksvertegenwoordiger. Dat is drie jaar eerder dan zijn contract bepaalt. De inspectie vindt echter dat hij eerder moet vertrekken, gezien de vele kritiek op het functioneren van de rijksvertegenwoordiger. De inspectie oordeelde vorig jaar dat het tijd wordt voor een tijdelijke waarnemer, zodat er bestuurlijke rust ontstaat op Bonaire. In december schreef NRC Handelsblad in een groot artikel over de handel en wandel van Stolte en diens bevriende relaties op Bonaire. Stolte
Wilbert Stolte. >Foto: Bonaire Vandaag
zou dagvergoedingen dubbel hebben gedeclareerd, aldus NRC Handelsblad. Verder zou hij onvoldoende toezicht houden op het water- en ener-
giebedrijf. Ook is er kritiek op de onafhankelijkheid van Stolte. Zo zou hij in politieke conflicten de kant kiezen van het UPB, de politieke par-
tij op Bonaire die verwant is met het CDA. Het is onduidelijk of minister Plasterk Stolte op korte termijn uit zijn functie ontheft.
3
actueel<
Vrijdag 14 februari 2014 > Den Haag Centraal
Stad krijgt grootste centrum voor veiligheid van Europa zet, krijgen onze gebruikers veel ruis binnen”, aldus Stronkman. Twitcident werd meermalen ingezet de afgelopen jaren. De Eenheid Oost-Nederland gebruikte Twitcident bij Serious Request. Uit de meer dan 1,2 miljoen tweets per week maakte deze dienst het voor de analisten mogelijk direct signalen vanuit de menigte op te vangen over potentiële ordeverstoringen, overvolle pleinen en andere risico’s.
Het deze week geopende The Hague Security Delta wordt Europa’s grootste innovatiecentrum op het gebied van veiligheid. In de campus zit onder meer Crowdsense, een bedrijf dat twitterberichten filtert en analyseert als er ergens een calamiteit dreigt. Door Annerieke Simeone
Hij dacht dat één verdieping wel voldoende zou zijn voor de nieuwe veiligheidscampus The Hague Security Delta, maar de belangstelling bleek zo groot dat PvdA-wethouder Henk Kool (Werkgelegenheid en Economie) een tweede verdieping beschikbaar stelde. Meer dan twintig bedrijven vestigen zich deze week in het Beatrixpark. Ze hebben allemaal één doel voor ogen: kennis, diensten en producten ontwikkelen voor een veiliger wereld. Den Haag wordt gebruikt als testcase volgens Kool. “Wij bieden de stad aan als living lab. Als vraag krijgen de bedrijven mee: hoe kun je de internationale zone beveiligen zonder dat je daar manshoge hekken hoeft neer te zetten?’’ Met de komst van The Hague Security Delta zal niet alleen meer onderzoek worden gedaan naar veiligheid in de wereld, ook de lokale economie vaart er wel bij. Kool: “Het is een markt die in de kinder-, nou beter gezegd in de babyschoenen staat, maar waar een enorme potentie inzit. Nu werken zo’n 12.000 mensen in de Haagse veiligheidssector. De ambitie is om dit aantal te vertienvoudigen”. Tevens liet Kool een onderzoek doen door adviesbureau Policy Research naar de brancheomzet. En ook
De nieuwe veiligheidscampus The Hague Security Delta biedt plek aan twintig bedrijven. > Foto: PR
die kwam met een vrolijke boodschap: het komende decennium stijgt deze van 1,5 miljoen naar 5 miljoen. Eén van de bedrijven die de economie moet stimuleren, is Crowdsense, het bedrijf van Richard Stronkman (30). “We zaten eerst in Amsterdam, maar omdat ons bedrijf groeide, waren we op zoek naar een andere locatie. Toen we van dit initiatief hoorden, vonden we het interessant genoeg om te verhuizen”. Al sinds zijn afstuderen aan de TU
Delft is Stronkman bezig met het thema veiligheid. Hij deed onderzoek naar de inzet van twitterberichten bij grootschalige incidenten, zoals de grote brand veroorzaakt door het bedrijf Chemie-Pack in 2011. Stronkman: “Hulpdiensten werden tijdens de brand overladen met informatie, maar het was onduidelijk welke berichten nou echt relevant waren”. Met grote chaos tot gevolg. Stronkman ging met dit gegeven aan de slag en bedacht in samen-
werking met TNO en TU Delft de internet-applicatie Twitcident, waarbij publieke berichten door een ingenieus systeem geschift worden op waardevolle informatie. De veiligheidsinstanties kunnen zo tijdens grootschalige evenementen veiligheidsrisico’s sneller vroegtijdig signaleren. Twitcident is een uitkomst voor de politie. “Je moet je voorstellen dat tijdens evenementen wel eens getwitterd wordt over Brandbier. Als je dan niet de juiste filters aan
Naast politie en brandweer maakt ook ProRail gebruik van de dienst. “Zij zijn vooral geïnteresseerd in de foto’s”, weet Stronkman. “Wij zijn voor hen een aanvullende bron. Als er sneeuw valt, volgen ze uiteraard de radarmonitoren, maar aan de hand van de foto’s schatten ze in of ze monteurs moeten sturen om de wissels vrij te maken. En laatst toen het zo hard waaide, volgde ze via onze dienst waar er bomen op de weg waren gevallen”. Crowdsense rekent veel partijen uit de wereld van openbare orde en veiligheid tot zijn klanten. Bij dit onderwerp rijzen uiteraard vragen. Want hoe weten we dat veiligheidsorganisaties geen misbruik maken van onze data? Hoe blijft onze privacy gewaarborgd en wie bepaalt wat openbaar gemaakt mag worden? Henk Kool kan op die vragen nog geen eenduidig antwoord geven. “Er is nog veel onduidelijkheid op het gebied van privacywetgeving. Nationaal en internationaal. Iedereen doet nu maar wat. We zouden daar op wereldniveau over na moeten denken, bijvoorbeeld in de VN. Zodat er een duidelijk protocol komt waarin de privacyregels worden vastgelegd”.
Dooievaar naar rechter Gemakzucht nekt bestemmingsplan vanwege cultuurpaleis voor Valkenboskwartier Door Jasper Gramsma
Er volgt toch nog een nieuwe episode in het publieke debat over de komst van het omstreden cultuurpaleis op het Spui. Actiegroep Dooievaar heeft deze week beroep aangetekend tegen het bestemmingsplan voor het Spuikwartier, waar het Spuiforum moet verrijzen. Door vertraging van het proces hoopt de actiegroep te bereiken dat de bouw voorgoed van de baan is. Aan de vooravond van de commissievergadering waarin het onteigeningsplan op het Spuiplein voorligt, gooit de actiegroep roet in het eten. Samen met de vereniging ‘Vrienden van Den Haag’ en 52 bewoners van de tegenovergelegen appartementen boven Theater aan het Spui, stapt Dooievaar naar de Raad van State. De bezwaren richten zich tegen alle bepalingen die het cultuurpaleis mogelijk maken. Onder meer de bouwmassa, het verdwijnen van minimaal zestig parkeerplaatsen in de onderliggende garage en de aantasting van het woongenot zijn ter toetsing aan de rechter voorgelegd. Daarnaast verwijt Dooievaar het stadsbestuur een onjuiste en onvolledige voorstelling van zaken, waardoor het alternatief van de actiegroep geen eerlijke kans heeft gekregen. Zo zou bijvoorbeeld een mogelijke onteigening van het belendende hotel veel duurder uitvallen. “Gedeeltelijke onteigening van het hotel, zoals begroot, is juridisch niet mogelijk”, stelt Guust Baartmans van Dooievaar. “Of het geheel moet worden onteigend, met veel hoge-
re kosten, of helemaal niets”. Als de Raad van State de aangevraagde voorlopige voorziening goedkeurt, loopt de bouw van het Spuiforum vertraging op: “Binnen een paar weken weten we of de besluitvorming wordt geschorst zolang de procedure loopt. In dat geval ligt het project minimaal een jaar stil”. Volgens Baartmans zorgt de vertraging voor meerkosten, waardoor de belofte aan de raad om binnen het budget te blijven niet kan worden nagekomen: “Neem alleen al het aanbestedingsvoordeel. Als de gemeente in de eerste helft van 2014 aanbesteedt, scheelt dat zo’n vijf procent, dus miljoenen. Maar met een voorlopige voorziening is aanbesteden nog niet aan de orde”. Ook wat betreft de bodemprocedure zijn de verwachtingen van Baartmans hooggespannen. “Het plan rammelt aan alle kanten: planologisch, stedenbouwkundig en milieutechnisch. Met een beetje pech moet de gemeente haar huiswerk opnieuw doen omdat er niet mag worden onteigend, gesloopt en gebouwd”. De actiegroep is niet de enige die zich tegen de plannen verzet. Ook de eigenaren en exploitanten van parkeergarage, hotel en restaurant op het Spuiplein en de horecaondernemers aan de Turfmarkt – wier terrassen letterlijk in de schaduw van het cultuurpaleis komen te liggen – hebben bezwaar gemaakt. Wethouder Norder (PvdA, stadsontwikkeling) laat via zijn woordvoerder weten dat ‘zowel bij de financiering als in de tijdsplanning van het project’ rekening is gehouden met de mogelijkheid tot procederen.
Door Adrie van der Wel
Het begint langzamerhand een groot probleem te worden voor de gemeente om bestemmingsplannen ongeschonden langs de Raad van State te krijgen. De Raad vernietigde in de afgelopen maanden meerdere nieuwe plannen. De Raad concludeerde deze week dat ook het plan voor het Regentesse-Valkenboskwartier niet deugt. Dat plan strandde bij de Raad vanwege het nalaten van een onderzoek naar de gevolgen van woningsplitsing in de wijk. Het plan maakt wel woningsplitsing mogelijk, maar wat de gevolgen daarvan zijn voor de leefbaarheid, is niet onderzocht. Volgens buurtbewoners zorgt woningsplitsing voor meer bewoners en dat impliceert ook meer parkeerbehoefte. Woordvoerders van de gemeente vonden een onderzoek niet nodig, omdat de parkeerdruk in de wijk nog niet zo groot zou zijn. Maatregelen zouden altijd nog kunnen volgen als de zaak uit de hand loopt, zegt de gemeente. De Raad heeft dit argument verworpen. Gemeenten moeten bij het maken van een bestemmingsplan goed kijken naar de gevolgen voor de leefbaarheid in de omgeving. Nu het bestemmingsplan woningsplitsing mogelijk maakt, kan de gemeente een onderzoek naar de gevolgen daarvan niet uitstellen, vindt de Raad. De gemeente krijgt nu een half jaar de tijd
om een onderzoek te doen naar parkeerdruk, verkeersdrukte en lawaai. Ingediende bezwaren over het toelaten van twee seksinrichtingen aan de Weimarstraat 106 en de Valkenbo-
slaan 181 zijn door de Raad verworpen. Volgens de Raad zijn die seksclubs al met een voorgaand bestemmingsplan toegelaten. Daar kan niets meer tegen worden gedaan.
Ingezonden mededeling
Exclusieve brilmode
Hoogstraat 37 2513 AP Den Haag www.hofstede-optiek.nl
4>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 14 februari 2014
stadsmens
‘Vakpracht’ biedt ambachtslieden podium en deskundige informatie Het houten koffertje, bestemd voor een laptop, straalt vakwerk uit. Dat geldt evenzeer voor de gifgroene lange leren laarzen die ook op de website ‘Vakpracht’ zijn afgebeeld. “Schitterende producten toch”, zegt Margot van den Berg. “Stel je voor dat zoiets belangrijks uit onze samenleving verdwijnt. Je moet er niet aan denken dat je alleen nog maar spullen zou kunnen kopen waarop ‘Made in China’ staat”. ‘Vakpracht’ is ontstaan uit haar liefde voor mooie producten en haar bewondering voor de ambachtslieden die ze maken. Margot wil deze vakmensen een podium bieden om zich te presenteren en tegelijkertijd consumenten de mogelijkheid geven om ambachtslieden te vinden. ‘De zichtbaarheid en vindbaarheid’, noemt ze dat. Het is, zo vertelt ze, de ‘Prachtkant’ van haar website. Daarnaast is er de ‘Vakkant’. Deskundigen op het gebied van bedrijfszaken gaan de doelgroep voorlichten. Margot van den Berg: “Met die kennis kunnen zij hun eigen onderneming verstevigen. Bovendien hoeven ze de informatie dan nog maar op één plek te zoeken”. De Haagse juriste Charlotte Mein-
Margot van den Berg: ‘Vakwerk mag niet uit samenleving verdwijnen’. >Foto: Eveline van Egdom
dersma, die zich met haar bureau ‘Charlotte’s Law’ vooral richt op ZZP’ers, bijt het spits af. In een reeks artikelen zal zij ambachtslieden wijzen op belangrijke punten waarop ze moeten letten bij de verkoop van producten. “Want”, heeft Margot van den Berg inmiddels ontdekt, “niet iedereen is goed geïnformeerd. Als je al zestig uur per week werkt, heb je daar weinig tijd voor”. Wat de juriste
zoal duidelijk zal maken? “Iemand die in een winkel een product verkoopt en dat ook via een webshop wil gaan doen, moet weten dat de regels dan niet helemaal hetzelfde zijn. Over dat soort onderwerpen schrijft ze”. Op 1 januari is Margot van den Berg begonnen met haar website en sindsdien hebben zich ongeveer 75 ambachtslieden gemeld: van een glasblazer, meubelmaker, edelsmid, maker
van tassen en schoenen tot iemand die stoffen vervilt. ‘Vakpracht’ richt zich op makers van uitsluitend gebruiksvoorwerpen en ‘dan in de ruime zin’, stelt Margot. “Sieraden zijn prima en ook een smeedijzeren hek om de tuin mee af te sluiten hoort erbij. Maar dat is ongeveer de grens”. De aanmelding was tot nu toe gratis. Voor de eerste tien die via dit artikel contact opnemen, geldt dat ook. Daarna rekent Margot van den Berg twee tarieven: 55,– en 85,– euro. Wie het eerste tarief kiest, kan een basisprofiel aanleveren. Daar komen dan geen foto’s en geen artikeltje bij over het bedrijf. Bij 85,– is dat wel het geval. “Het tweede is wat uitgebreider, maar allebei zijn heel goed te vinden”, verzekert ze. Op haar site wijst Margot ook op exposities en workshops die op het gebied van ambachtswerk worden gehouden. Biologe De Haagse is van oorsprong biologe en werkt nu als projectleider bij de rijksoverheid. Het plan voor ‘Vakpracht’ dateert van 2012. “Ik heb er eerst een poos over nagedacht en er aanvankelijk niets mee gedaan. Ik was in die tijd ook bezig met een nieuwe baan.
Raad van State verbaasd over woonbeleid in binnenstad Door Adrie van der Wel
Het wonen in de binnenstad moet worden bevorderd. Dat goede voornemen heeft de gemeente Den Haag in beleid vastgelegd. Maar dat beleid komt de gemeente even niet goed uit bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor het Hofkwartier. Winkels mogen in dit plan uitbreiden naar de bovenliggende verdieping. Daarmee wordt bestaande of mogelijke woonruimte op die verdiepingen gefrustreerd. “Dit plan maakt het dus mogelijk dat er veel woonruimte verdwijnt”, constateerde de voorzitter van de Raad van State vorige week tijdens een spoedzitting. “Het gemeentelijk beleid geeft juist de voorkeur aan bewoning”. De bewonersvereniging Hofkwartier eiste in die spoedzitting schorsing van het bestemmingsplan, omdat dit plan een aanslag dreigt te worden op het karakter van het gebied tussen de Jacobskerk en de Molenstraat. Ook de voorzitter van de Raad constateerde verbaasd dat de Haagse gemeenteraad blijkbaar een keuze heeft gemaakt, die het karakter van de buurt ingrijpend kan veranderen zonder daar nog veel tegen te kunnen doen. De bewonersvereniging vreest dat het met de straatjes in de buurt net zo zal vergaan als met de Spuistraat, waar geen woning boven een winkel valt te ontdekken. Volgens de advocaat van de bewoners heeft de gemeenteraad het beleid voor meer bewoning in de binnenstad verlaten zonder daarvoor een goede motivatie te geven. En dat kan niet. Maar woordvoerders van de gemeen-
Het bestemmingsplan voor het Hofkwartier is in strijd met de wens voor meer woonruimte in het centrum.>Foto: DHC
te zeggen dat het wonen op de verdiepingen niet onmogelijk wordt gemaakt. Feit is wel dat er een ‘concurrent’ wordt toegelaten. De detailhandel in het gebied moet volgens de woordvoerders worden gestimuleerd. Leegstand moet worden voorkomen. Bovendien dreigen schadeclaims van ondernemers, want onder het voorgaande bestem-
mingsplan was uitbreiding naar de verdiepingen ook al mogelijk. Ook de bescherming van de cultuurhistorische waarden in de buurt wordt volgens de bewonersvereniging verkwanseld. Die bescherming is in het bestemmingsplan te globaal geregeld en daardoor onvoldoende. Als straks een huiseigenaar zijn pand wil verbouwen, heeft de gemeente
niet genoeg juridische middelen om de cultuur-historische waarden van het pand en de omgeving te beschermen. De Raad van State mag nu beoordelen of de gemeente al te gemakkelijk zijn eigen beleid aan de kant heeft geschoven. De uitspraak volgt binnen twee weken.
Dat had prioriteit. Maar het idee liet zich niet in de koelkast zetten; het bleef zich opdringen. Het mooie is wel dat door die periode van nadenken het plan beter is geworden”. En: “Een drive van mij is om mensen te helpen hun doel te bereiken. Ik ben bovendien goed in het opzetten en vormgeven van dingen”. ‘Vakpracht’ is ook te volgen via de sociale media. Pinterest verdient een aanbeveling, aldus Margot van den Berg. “Dat is een soort digitaal prikbord en juist voor ambachtslieden heel geschikt; zij kunnen er foto’s van hun werk op plaatsen. Sinds een paar maanden hebben ze ook een landkaart. Iedereen die zich heeft ingeschreven, heb ik daar op gezet”. Ze hoopt dat haar website een begrip wordt in Nederland. “Mijn droom is dat over zo’n vijf jaar iedereen die bijvoorbeeld een trouwring nodig heeft of een glas-in-lood raam, weet dat je dan op ‘Vakpracht’ moet kijken. Als je iets moois wilt vinden, moet je daar zijn”. Joke Korving Informatie: www.vakpracht.nl
Revis buigt voor marktkooplui VVD-wethouder Boudewijn Revis buigt voor de woede van de marktkooplui. Die verzetten zich tegen de renovatieplannen van de Haagse Markt. Ze kregen eind vorige week te horen dat het plan wordt versoepeld. De aanpassing gaat geld kosten en gaat alleen door als de kooplui bereid zijn dit extra geld zelf op te brengen via een hoger markttarief. Vorige week ontstond grote beroering onder de marktkooplui toen ze hoorden van het definitieve plan om de markt op de schop te nemen. Aanvankelijk liet de VVD-wethouder weten vast te houden aan zijn voornemens. Revis maakte vrijdag bekend het plan alsnog aan te willen passen. Intern was hij onder druk gezet omdat de VVD zich sterk maakt voor de kleine ondernemers in Den Haag. Dit beeld liep schade op door het massale verzet van de honderden marktkooplui. Met zijn aanpassing hoopt de wethouder de vrede te herstellen. “We willen als gemeente stabiliteit en rust uitstralen”, verklaarde hij vrijdag. Dat beeld komt niet overeen met de onrust die ontstond, voegde hij er aan toe. Vorige week maandag liepen de marktkooplui massaal te hoop tegen de plannen. Ze vrezen dat ze in de overgangsfase omzet mislopen omdat ze tussen de zes en tien maanden genoegen moeten nemen met kleinere kraampjes op de tijdelijke markt. De aanpassing die Revis voor ogen staat, gaat naar schatting € 2 mln . kosten. De extra kosten moeten de marktkooplui zelf opbrengen. De aanpassing komt er op neer dat de periode waarin de markt overhoop gehaald wordt, minder lang wordt. Tot maandag krijgen de marktkooplui de tijd zich over het alternatief uit te spreken. Revis stelt wel een grens aan de steun. 80 %van de marktkooplui moet deelnemen aan een peiling. En vervolgens moet tachtig procent daarvan zijn plan ondersteunen, wat er op neerkomt op dat 64 %van de marktkooplui het alternatief moet gaan steunen. Revis wil niet tornen aan de einddatum waarop de renovatie klaar moet zijn, eind dit jaar. Anders loopt hij € 2,2 mln. subsidie uit Brussel mis.
5
actueel<
Vrijdag 14 februari 2014 > Den Haag Centraal
PVV verslaat PvdA in kiezersgunst Door Jan van der Ven
In december ging het vooral om de vraag: welke partij wordt na de verkiezingen de grootste in de gemeenteraad? Wie wint in maart de nekaan-nek-race, de PvdA of de PVV? Het antwoord hierop komt twee maanden later al: de kans is namelijk groot dat de PVV op 19 maart met de eer gaat strijken en de grootste partij in de raad wordt. De PVV kan in maart op tien raadszetels rekenen en laat daarmee de grootste concurrent, de PvdA, achter zich. Want die partij zakt verder weg in de kiezersgunst, zo blijkt uit de jongste TNS Nipo-peiling. In cijfers. De PVV klimt volgens de peiling van acht raadszetels vier jaar geleden naar tien zetels nu, de PvdA zakt van tien raadszetels in 2010 naar zeven zetels nu. De daling bij de PvdA wordt veroorzaakt door het afhaken van niet-westerse Hagenaars; ze weten nog niet of ze op de PvdA gaan stemmen. Ook bij de VVD is sprake van een dalende kiezersgunst. De liberalen zakken van de huidige zeven raadszetels naar vijf tot zes zetels, al liet de peiling van december een scherpere daling in de kiezersgunst zien. D66 houdt de zes
raadszetels. Het CDA blijft stabiel steken op drie raadszetels. Het gevolg van de dalingen van PvdA en VVD is dat de huidige coalitie van PvdA, VVD, D66 en CDA de meerderheid in de gemeenteraad kwijt raakt. De peiling werd gehouden in opdracht van de gemeente. Begin maart volgt een laatste peiling naar zetelverdeling en opkomstpercentage. De twee laatste peilingen laten een tendens zien. Naast een gestage opmars van de PVV in de Haagse kiezersgunst neemt ook het aantal stemmers voor de Haagse Stadspartij toe. Deze partij klimt van de huidige twee zetels naar drie zetels. De HSP mikt op vier zetels in de gemeenteraad. De combinatie ChristenUnieSGP zou twee raadszetels veroveren. De Groep De Mos kan straks rekenen op twee zetels in de raad. Een andere ouderenpartij, OPA, trekt nauwelijks kiezers. HOOP, de ouderenpartij van voormalig PvdA-coryfee Constant Martini, wordt voor het eerst gemeld in de Nipo-peiling, 1,4 procent zegt op zijn partij te gaan stemmen wat onvoldoende is voor een raadszetel. HOOP kon in december echter niet deelnemen aan de enquête omdat de naam HOOP nog niet werd erkend door het Centraal Stembureau. Martini verzette zich
ertegen en kreeg vorige maand gelijk van de Raad van State waarna hij zijn partij officieel kon laten registeren. Veiligheid De thema’s die van belang zijn voor de kiezer laten een verschuiving zien. In december draaide het bij alle groepen vooral om het onderwerp gezondheidszorg. Nu staat veiligheid op nummer één. Een onderverdeling naar partijen laat zien dat veiligheid vooral scoort bij de VVD-kiezer. De SP-stemmer vindt met name het onderwerp gezondheidszorg van belang, een thema dat ook veel steun krijgt onder de groep ouderen. Bij de PvdA leeft vooral de armoedebestrijding en werk en inkomen. De opkomst tijdens raadsverkiezingen is in Den Haag vaak lager dan het landelijk gemiddelde. Vier jaar geleden bedroeg de opkomst bijna 53 procent, Vier jaar daarvoor bedroeg de opkomst in Den Haag 48 procent, hetgeen voor de gemeente aanleiding was om voor 2010 een campagne te starten die de opkomst moest bevorderen. Dat resulteerde in de genoemde opkomst van 53 procent. Uit de peiling blijkt dat dit jaar rekening gehouden moet worden met een opkomst van 51 procent.
‘Polenhotel’ Uithof officieel open
‘Ze doen er alles aan om niet op te vallen’
Ondanks de onbekendheid van lijsttrekker Léon de Jong is de opmars van de PVV niet stuiten.>Foto: Jeroen van der Meyde
Burgemeester Van Aartsen:
Stad niet op slot tijdens wereldtop Natuurlijk zal er hinder zijn. Maar Den Haag wordt zeker geen onbereikbare vesting en gaat al helemaal niet op slot als de wereldleiders in maart naar Den Haag komen. Dat benadrukt burgemeester Jozias van Aartsen op een informatiebijeenkomst voor bewoners en ondernemers in het Kurhaus. Door Marc Konijn
rein van de voormalige tennisbaan van de Uithof zijn de kamers volledig ingericht en is er een gezamenlijke keuken en zitgedeelte. Jobcenter heeft samen met de politie en de gemeente Den Haag een beheersplan opgesteld. Hierin staan afspraken die calamiteiten en overlast moeten voorkomen.
Van Aartsen zei zich behoorlijk geërgerd te hebben over de berichtgeving rond de Nuclear Security Summit, die 24 en 25 maart in Den Haag wordt gehouden. “Ik werd er zelfs een beetje verdrietig van. Er werd een beeld geschetst dat de stad totaal onbereikbaar zou zijn. Daar klopt niets van. Natuurlijk is er overlast. Maar we doen juist onze uiterste best om de overlast zo beperkt mogelijk te houden”.
Biljartzaal De bewoners van het pand aan de Jaap Edenweg durven hun verhaal wel aan Magda te vertellen. “Ik heb eigenlijk alleen maar enthousiaste mensen gehoord. Ze weten waar ze aan toe zijn, hebben nette voorzieningen en ruime kamers. Op het terrein is alles wat zij nodig hebben: een supermarkt, een kapper. Er zijn zelfs plannen voor een biljartzaal”. Volgens Spaans is het wonen in het pand van Jobcenter ook niet altijd exclusief voor de werknemers. “Als een werknemer een vriendinnetje heeft dat voor een andere werkgever werkt, wordt daar niet moeilijk over gedaan”. Ze denkt dat over een tijdje, als de buurt gewend is aan de nieuwe buren, er makkelijker over wordt gepraat. “Als de buurt niet klaagt, noemen we het pas een succes”.
Op bepaalde plekken in de stad zal er natuurlijk overlast zijn, stelt Van Aartsen. “Het gebied rond het World Forum is helemaal afgesloten. De Teldersweg, Hubertustunnel en Landscheidingsweg gaan een paar dagen dicht, en de N44 ook. Maar de Van Alkemadelaan is gewoon open. De routes naar Utrecht en Rotterdam zijn op de normale manier bereikbaar. Daar is niets aan de hand. Je kan op die maandag ook over de N44 naar Amsterdam. Eigenlijk is het zo dat de gemeente Wassenaar door de afsluiting van de N44 meer hinder van de top zal ondervinden dan Den Haag”. Van Aartsen sprak eerder deze week op een informatiebijeenkomst in het Kurhaus. Onderwerp van gesprek was het pakket aan maatregelen dat genomen gaat worden rond het luxe hotel in de badplaats. Het Kurhaus
De bewoners hebben tien vierkante meter per persoon tot hun beschikking.>Foto: Jurriaan Brobbel
De weersomstandigheden helpen niet mee om in het nieuwe Wooncomplex ‘Jobcenter Haaglanden’ een sprankje thuisgevoel te ontdekken. Buurtbewoners vinden het zogeheten ‘polenhotel’, dat bestaat uit grauwe barakken, maar een troosteloze bedoening. Toch is er een groep heel blij met deze woonvoorziening: de bewoners zèlf. Door Miranda Fieret
Ongeveer honderd werknemers hebben al hun intrek genomen in het onderkomen dat in opdracht van uitzendbureau Jobcenter is gebouwd. In totaal kunnen er 324 werknemers uit Midden- en Oost-Europa terecht. De eerste bewoners wonen er al een tijdje, maar officieel is het omstreden ‘Polenhotel De Uithof’ nog maar net geopend. Wethouder Marnix Norder (PvdA, Stadsontwikkeling, Volkshuisvesting en Integratie) kreeg samen met de pers en andere betrokken partijen door directeur Gezici van Jobcenter Haaglanden een rondleiding. Maar bewoners? Die waren er niet te bekennen. Op een vrijdag werken de bewoners immers gewoon. Maar ook
na de opening blijkt het lastig om een bewoner te spreken over het nieuwe wooncomplex. De Haags-Poolse Magda Spaans begrijpt waarom de Poolse bewoners liever niet met de pers praten. “Het is een omstreden project. De bewoners willen het laten rusten en gewoon rustig wonen. Ze doen er alles aan om niet op te vallen”. Spaans is voorzitter van de stichting Multicultureel Platform Vrede & Vrijheid (MPVV) en heeft nauw contact met de Poolse gemeenschap. Ze probeert via het platform en ook via haar werk voor de Haagse CDA minderheidsgroepen een stem te geven in de stad. “Er wordt heel vaak over ons gepraat, maar niet met ons. Als de stad wil dat Polen betrokkenheid bij de stad tonen, moeten we ze er zelf ook bij betrekken”. De bouw van het polenhotel is later klaar dan gepland. Dit vanwege omwonenden die vreesden voor overlast en omdat het uitzendbureau Jobcenter het ontwerp wilde aanpassen aan de nieuwste regels van de brancheorganisatie voor EU-arbeidsmigranten. In het nieuwe ontwerp is – omgerekend per bewoner – tien vierkante meter beschikbaar, in plaats van de acht in het oude ontwerp. Op het ter-
zal onderdak bieden aan ‘een fors aantal’ wereldleiders. De bewoners en ondernemers rond het hotel zullen veel gaan merken van de veiligheidsmaatregelen. Idioot Vlak rond het Kurhaus wordt een hoog, ondoorzichtig hek opgetrokken. Van Aartsen: “Dat moet, omdat de veiligheidsdiensten van de wereldleiders dat eisen. In Nederland zijn we gewend dat de burgemeester van de stad of de minister-president op zijn fiets naar zijn werk gaat. Mensen die tweehonderd kilometer zuidelijker wonen, vinden dat al idioot. De veiligheid moet gewaarborgd”. Vooral de direct omwonenden op en rond het Gevers Deynootplein zullen hinder ondervinden. De particuliere parkeergarages moeten allemaal leeg zijn. De bewoners kunnen hun auto kwijt in de garages aan de Zwolsestraat. Dat leidde tot menig protest in de zaal, vooral onder de oudere bewoners. Die vinden de Zwolsestraat veel te ver. Van Aartsen zegde toe om te onderzoeken of het ook in de nabijgelegen garages van het Kurhaus of het Circustheater kan. Uit veiligheid moeten de bewoners zich van tevoren laten registeren, zodat de politiediensten precies weten wie in welke woning zit. Ook eventueel bezoek, de werkster of de verpleegster moeten aangemeld worden. Iedereen zal zich moeten kunnen legitimeren. “Het heeft iets meer voeten in aarde. Maar de verjaardag zou gewoon door kunnen gaan”. Het strand en de boulevard zal wel bereikbaar blijven. In de zee voor het Kurhaus mag er niet gezwommen, gesurfd of gevaren worden. De strenge maatregelen duren van zondag 23 maart om 15.00 uur tot woensdagochtend 11.00 uur.
6>Varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 14 februari 2014
terugblik
foto’s uit het haags gemeentearchief
‘Luchtmacht’ Ter gelegenheid van het 35-jarig bestaan organiseerden de Luchtstrijdkrachten in 1948 een tentoonstelling voorafgaand aan de vliegfeesten op het vliegveld Ypenburg. Prins Bernhard verrichtte de opening van de tentoonstelling die in de pers werd aangekondigd als de ‘Lustrijkra’. Aan de
Voor velen bleek ‘Jezebel’ de reddende engel
tentoonstelling nam ook het bedrijfsleven deel. Het evenement moest een antwoord geven op de vraag hoe het was gesteld met de opbouw van de Nederlandse Luchtmacht na de oorlog. De opbrengst was bestemd voor Het Van Weerden Poelmanfonds, een steunfonds voor nabestaanden van gesneuvelde vliegers van de Luchtmacht. In de grote hangar waren alle onderdelen van de Nederlandse Luchtmacht met het modernste materi-
eel vertegenwoordigd. Er stonden opengewerkte motoren en zelfs een model van een straalmotor van glas en staal. Verder waren er maquettes van vliegvelden, radio- en radarapparatuur en vliegtuigbewapening te bewonderen. Buiten stonden alle toestellen opgesteld die op dat moment bij de Luchtmacht in gebruik waren. Al kijkend naar de foto zien we dat het om een zeer bescheiden aantal vliegtuigen gaat. Het woord ‘Luchtmacht’ krijgt daarmee onbedoeld toch iets aandoenlijks. Het meest prominent op de foto is de helikopter met de registratie PH-HAA. Het is een Sikorsky S-51, genoemd naar zijn ontwerper, de in 1919 naar Amerika gevluchte Rus en luchtvaartpionier, Igor Sikorsky. Hij was de grondlegger van het bedrijf dat tot op heden de meest toonaangevende fabrikant van helikopters is. De helikopter op de foto was de eerste in Nederland. Een jaar eerder waren ook al demonstraties gegeven met deze Sikorsky ter gelegenheid van de vliegfeesten op Ypenburg. Hein Bulten was de piloot. Hij was de eerste Nederlander met een helikopterbrevet en in dienst van het ook op Ypenburg gevestigde bedrijf N.V. Frits Diepen Vliegtuigen. Overigens was de
Tentoonstelling van de Luchtstrijdkrachten op het vliegveld Ypenburg in 1948.>Foto: Gemeentearchief Den Haag
helikopter op de foto ten tijde van de tentoonstelling nog niet actief in onze krijgsdienst. Dat gebeurde pas in 1951 toen de Marine Luchtvaartdienst het toestel overnam van de Stichting Hefschroefvliegtuigen Amsterdam. Daarmee kwam ook aan de inschrijving PH-HAA een einde. Voortaan kende het toestel de registratie 8:1. Het was ook in 1951 dat Frankie Lane een hit scoorde met het nummer ‘Jezebel’, verwijzend naar het Bijbelse archetype van de mooie, maar slechte vrouw. Daarmee is ook de bijnaam Jezebel, die de lastig te bedienen en wispeltu-
rige Sikorsky kreeg, verklaard. Deze naam werd ook op de romp van het toestel geschilderd. Zeer succesvol was de inzet van deze helikopter bij reddingsacties tijdens de Watersnoodramp van 1953. Voor velen bleek ‘Jezebel’ de reddende engel. Na een aantal jaren dienst te hebben gedaan op het vliegdekschip de Karel Doorman werd de ‘Jezebel’ in 1959 door de Luchtmacht afgestoten. In 1965 dook het toestel weer op in Den Haag. ‘Om de naam van het Nederlandse circus mee hoog te houden’ kreeg circusdirecteur Toni Boltini de
helikopter aangeboden door studenten, mede namens de leden van de Toni Boltini-fanclub. Reclame-vluchten voor het circus kwamen er desondanks niet. De sloop van het toestel geschiedde drie jaar later. Toch kun je in het Aviodrome in Lelystad een ‘Jezebel’ bewonderen. Dit toestel, afkomstig uit Groot-Brittannië, is geheel uitgevoerd in de stijl van de beroemde eerste Nederlandse helikopter. Henk Duits www.gemeentearchief.denhaag.nl
Ingezonden mededeling
CONCERTREGISTRATIES VAN TOPARTIESTEN PATHÉ BUITENHOF
MUSIC KOOP NU TICKETS OP WWW.PATHE.NL/SPECIALS OF AAN DE KASSA VOOR €12,50
4 maart
13 maart
20 maart
GOLDFRAPP 1
PETER GABRIEL: BACK TO FRONT 1
ELTON JOHN: THE MILLION DOLLAR PIANO 1
Goldfrapp is een must-see state of the art audio-en visuele ervaring. Alleen op deze avond krijgt u het voorrecht om een kijkje achter de schermen te nemen. Er is geen betere manier om te zien en te horen welke nieuwe richting Goldfrapp is ingeslagen!
Zit op de eerste rang bij dit opwindende optreden van Peter Gabriel en krijg inzicht in het leven van deze originele popartiest. Met o.a. de hits Sledgehammer, Don’t Give Up en Mercy Street wordt het een prachtige avond!
Drie jaar lang stond de briljante singer-songwriter Elton John met zijn show The Million Dollar Piano avond aan avond in Las Vegas. Maak nu via een unieke concertregistratie ook zelf deze show mee!
7
actueel<
Vrijdag 14 februari 2014 > Den Haag Centraal
Buurt drijvende kracht achter bouw parkeergarage Tournooiveld Tientallen jaren wordt er al op aangedrongen. Maar de majesteitelijke kant van de binnenstad krijgt nu dan eindelijk zijn parkeergarage. Het wordt een opmerkelijk ding, in veel opzichten, een garage van de toekomst ook. Het meest bijzondere is wel dat het initiatief voor de parkeergarage uit de buurt komt. En: het is ook nog eens kans om de historische stad te verfraaien. Door Marc Konijn
Stom toeval was het eigenlijk, een jaar of zes geleden, toen Theo Heere een afspraak had met wethouder Peter Smit om te praten over de plannen voor de herinrichting van het Lange Voorhout. Daar, in de werkkamer van de wethouder, liep hij Cees Kimmel van de Stichting Binnenstad tegen het lijf. Die had plannen voor een parkeergarage onder Plein 1813, maar Smit vond de parkeergarage te afgelegen, en wees het plan van de hand. Heere schreef de telefoonnummers van de twee ‘garagebouwers’ in zijn agenda. Als voorzitter van het buurtschap 2005 liep hij al jaren aan tegen grote parkeerproblemen. En nu wilde Peter Smit ook nog eens ruim honderd parkeerplaatsen weghalen aan het Lange Voorhout. Er moest iets gebeuren. En snel. “Ik heb toen alle spelers rond het Voorhout gemobiliseerd: de bewoners, ondernemers, alle culturele instellingen. Iedereen was het erover eens. Er moest een parkeergarage komen”. Uit eigen zak werd een bureau betaald dat onderzoek deed naar de plek waar de garage moest komen. Heere: “De hofvijver kwam als beste uit de test, maar dat hebben we maar niet doorgezet. We kozen voor de korte zijde van het Lange Voorhout. Daar is toen een plan gemaakt, met inspraak van de hele buurt. Het enthousiasme was groot, meer dan twintig instellingen steunden het idee. Maar het college durfde het toch niet aan. Het probleem lag bij de bomen. Men durfde niet aan het groen te komen”. Het was even slikken, grijnst Heere nu. Uitgeweken werd naar plan B: een garage onder het Tournooiveld en het Korte Voorhout. Vorige week boog de raadscommissie zich over het plan. GroenLinks sputterde over de vijf te kappen kastanjes. Maar de grote meerderheid was voor, vond ook Paul Corten, de voorzitter van de Binnenstad Ondernemers Federatie. “Ik vond de opmerking van de PVV wel illustratief. Die zei: “Wij zitten hier namens de bewoners van de stad, als volksvertegenwoordigers. Iedereen wil deze parkeergarage. Wie zijn wij dan om daar tegen te stemmen? Waar hebben we het nog over? Laten we dit snel aftikken”. Omhelsd Het draagvlak voor de parkeergarage is groot. Alle betrokken organisaties rond het Plein, het buurtschap 2005 en ook het Noordeinde hebben het plan omhelsd: bewoners, ondernemers, vastgoedeigenaren en de vele culturele instellingen. Corten: “Van begin af aan is iedereen bij de plannen betrokken. Er worden workshops gehouden, en alles wordt direct teruggekoppeld naar alle partijen. De steun is groot. Dat blijkt ook wel uit het nieuwe bestemmingsplan. Er is niemand die bezwaar heeft
Een rij auto’s die op het Tournooiveld staat te wachten om af te slaan. Het is een beeld dat zal verdwijnen als de nieuwe ondergrondse parkeergarage klaar is. Het wordt een totaal ander gebied, waar de voetganger en fietser zich vrij kan bewegen en waar de automobilist te gast is. >Foto: DHC
aangetekend tegen de nieuwe parkeergarage”. De noodzaak is dan ook echt heel groot, onderstreept de voorzitter van het BOF. “De parkeernood is altijd al hoog geweest in dit deel van de binnenstad. De cijfers zijn duidelijk. 85 procent van alle parkeerplaatsen – dat zijn er meer dan 3.500 – ligt aan de andere kant van het Binnenhof. Hier heb je alleen de garage onder het Malieveld, en die is gericht op zakelijk parkeren. En het wordt steeds slechter. Het aantal parkeerplaatsen neemt ieder jaar af. Het Lange Voorhout ziet er fantastisch uit hoor, zonder parkeerplaatsen, laat daar geen misverstand over bestaan. Maar de noodzaak om het visitekaartje van de stad beter te ontsluiten, wordt steeds groter”. De culturele instellingen uit de buurt, zoals het Mauritshuis en de
Koninklijke Schouwburg, spelen een grote rol in de plannen. Vooral de theaters ondervinden hinder, beaamt directeur Marco van Baalen van het Haags Historisch Museum. “Het publiek is vaak wat ouder, en komt van buiten de stad. Zij pakken het liefst de auto, zeker bij een avondvoorstelling. Dan wil je niet in het donker zoeken naar een parkeerplek, en dan nog door weer en wind driehonderd meter in je avondjurk naar het theater lopen. Theaters krijgen dat ook terug. Zo van, goh, het was erg leuk hier, maar jammer dat het zo ver weg is”. Veiligheidseisen Even was er een tussenoplossing, voor met name de Koninklijke Schouwburg. Na lang onderhandelen bleek het ministerie van financiën bereid om een deel van haar par-
Parkeergarage van de toekomst Het Tournooiveld wordt een parkeergarage van de toekomst, met veel technische snufjes, als het aan de planmakers ligt. Zo kunnen auto’s met lichtsignalen naar een vrije plek worden geleid, waardoor het aantal autobewegingen in de garage beperkt blijft. Als er betaald is, gaat de slagboom door nummerbordherkenning automatisch omhoog. Er komen ook oplaadpunten voor elektrische auto’s. Het idee is om veel te doen aan de atmosfeer van de parkeergarage. Er komen duidelijke
looproutes met zebrapaden, op verlichting wordt niet beknabbeld, en ook komen er toiletten. Musea en theaters uit de buurt willen meehelpen bij de inrichting van de garage, waardoor in een klap duidelijk wordt dat men in een garage parkeert nder het historische deel van de stad. Ook kunnen er ondergronds al kaartjes voor de bovengelegen musea of theaters gekocht worden, waardoor in de rij staan niet meer hoeft. De beroemde Spaanse architect Busquets ontwerpt de garage.
keergarage in de avonduren uit te lenen aan het publiek van de Schouwburg. Maar daar kwam na anderhalf jaar al een einde aan, toen na de oorlog in Irak de veiligheidseisen opgeschroefd werden. Na de verbouwing van het ministerie is opnieuw een poging ondernomen. Maar de kosten om de garage aan te passen bleken te hoog. Hedwig Verhoeven van de Koninklijke Schouwburg: “We hebben van alles geprobeerd in de bestaande situatie, maar het kan gewoon niet. Daarom zijn we zo blij met dit plan. Voor de nieuwe parkeergarage”. De plannen voor de parkeergarage zijn aangepast. De parkeerbak is op de tekentafel smaller geworden, en komt nu grotendeels onder het wegdek van het Korte Voorhout en het Tournooiveld, legt Gerard Schoenaker van SENS real estate uit. “We wilden per se zo ver mogelijk wegblijven van de bomen en de gevels van de historische panden. De garage krijgt daardoor niet twee, maar drie lagen. Dat hebben we in overleg met de belanghebbenden gedaan, met workshops waar iedereen was uitgenodigd”. Door de aanpassingen hoeven er niet acht, maar slechts vijf kastanjes gekapt te worden. Drie lindes worden verplaatst. Schoenaker: “We hebben een onderzoek laten doen naar de bomen. De kastanjes die moeten wijken, blijken de kastanjebloedingsziekte te hebben, en zouden op termijn weg moeten. Voor alle zekerheid hebben we dat nog laten checken door een ander onderzoeksbureau. Die kwam tot dezelfde conclusie: de bomen zijn ziek. Maar de mensen hoeven zich geen zorgen te maken
dat het daar een kale vlakte wordt. We gaan er natuurlijk iets heel moois van maken. Als de parkeerbak er ligt, worden er nieuwe bomen geplant”. Repareren Als de nieuwe parkeerbak klaar is, dan breekt volgens Schoenaker fase twee aan van het plan: de herinrichting van het Tournooiveld. “Hier kunnen we echt iets bijzonders gaan doen. We kunnen de Hofvijver en de Lange Vijverberg weer op een mooie, ingetogen manier gaan verbinden met het Lange Voorhout. Het moet een gebied worden voor de voetganger en fietser, waar de automobilist te gast is. Hoe we dat precies invullen, gaan we de komende tijd onderzoeken met het ingenieursbureau van de gemeente Den Haag en de belanghebbenden”. Marco van Baalen ziet dat ook als een uitgelezen kans. “In eerste instantie is dit natuurlijk het oplossen van een plaatselijk parkeerprobleem. Maar het is ook een unieke kans om deze mooie kant van de stad te repareren. Het Tournooiveld was vroeger een hele dynamische plek, een plek waar mensen samenkwamen. Dit was de stad. Met de juiste ingrepen, kan je daar weer iets van die dynamiek terugkrijgen. Neem nou de ventweg, met die vijfentwintig geparkeerde auto’s op het Tournooiveld. Als dat weg is, dan geeft dat al een hele andere beleving. Je zou met allerlei oude elementen uit de stad de monumentale sfeer kunnen versterken. Het hoeft geen 1905 te worden, want we leven nu. Maar je kunt wel nadenken over dingen die tot nu toe niet konden”.
8>economie
Den Haag Centraal > Vrijdag 14 februari 2014
Winkelier moet nieuwe wegen zoeken
‘Beleving al bijna voorbij, tijd voor verleiding’ Niets blijft de winkeliers bespaard. Al jarenlang voeren veel retailers een moeizame en ongelijke strijd tegen het tweekoppige monster, de crisis en het internet. De experts zeggen dat ‘beleving’ het verlossende antwoord is en wijzen naar het inspirerende voorbeeld van boekhandel Paagman aan de Frederik Hendriklaan. Gek genoeg zegt Fabian Paagman daarover “Weet je dat ik met die beleving helemaal klaar ben”. Door Pieter de Leeuw
Maar eerst de vraag, wat is beleving eigenlijk? Volgens Michel Kregel, docent retailmanagement aan de Haagse Hogeschool wordt het ‘begrip beleving veel te veel als een containerbegrip gebruikt’. Hij vervolgt in up to date jargon: “Voor mij begint de beleving met het monitoren van de hele customer journey”. Waarmee is bedoeld dat de winkelier zich serieus zal moeten gaan verdiepen in wat de klant nu eigenlijk wil omdat de tijd waarin hij alleen de voordeur van het slot hoefde te doen en achter de toonbank te gaan staan, definitief voorbij is. “Ja, dat ligt nu wel achter ons”, zegt ook Leo Grunberg. Hij is Kwartiermaker Smartshopping voor de gemeente Den Haag en centrummanager van winkelcentrum ‘In de Bogaard’ waar hij zich de laatste paar jaar geconfronteerd zag met een gestaag toenemende leegstand die inmiddels is opgelopen tot bijna 25%. Grunberg: “Vroeger ging je naar een winkelstraat om te weten te komen wat er zoal te koop was, maar dat hoeft allang niet meer. Dat brengt met zich mee dat de functie van de winkelstraat is veranderd en wij met ons allen vreselijk goed na moeten denken over de invulling van deze nieuwe functie. In ieder geval zal de winkelstraat iets moeten bieden dat de consument niet in huis heeft en dat ‘iets’ noem ik ‘beleving’”. Als voorbeelden noemt hij een festival, maar ‘ook het persoonlijke contact met een retailer’. Maar dan zijn we er nog niet. “De beleving zal moeten komen uit een mix van online en offline. Daarmee wil ik zeggen dat je nu al veel mensen op straat ziet die zich afsluiten voor het straatbeeld door op hun smartphone te kijken. Je kunt er aan denken om via diezelfde smartphone informatie aan te bieden over wat er op dat moment in de buurt gebeurt, dan heb je een mix, dan heb je iets persoonlijks, dan heb je beleving”. Paagman zucht een beetje als hij het
‘Zonder beleving is er nauwelijks toekomst voor de winkelier’. > Foto’s : Jurriaan Brobbel
b-woord voorbij hoort komen. “Laat duidelijk zijn”, zegt hij, “dat voor alles wat wij hier doen, niet eerst een vuistdik marketingrapport geschreven is, wat ook weer niet wil zeggen dat wij hier zomaar wat vogelen. Dat wij bijvoorbeeld in 1999 zijn begonnen met koffie schenken, kwam omdat wij als gevolg van de samenvoeging van onze boekhandel en de kantoorvakhandel een ruimte in de winkel over hadden en het ons, ik doe het samen met mijn zus, wel aardig leek om met een koffiecorner te beginnen, een beetje naar Amerikaans model”. Inmiddels is de koffiecorner het ‘Kicking Horse Café’ geworden en kan de bezoeker er iedere middag en iedere avond eten, zeven dagen per week . Paagman relativeert “We hebben een beetje geluk gehad omdat wij net voor de crisis als gevolg van een verandering in de regelge-
‘De retailer zal iets moeten bieden dat de klant niet in huis heeft’.
ving omtrent de verkoop van schoolboeken, ons moesten heroriënteren en nou ja, dat heeft goed uitgepakt”. Jargon “Met alleen maar beleving ben je er niet”, stelt Kregel, “want beleving kun je pas vormgeven als je de klant goed kent”. De middenstanders zullen zich terdege moeten verdiepen in de materie en zich het bijbehorende jargon eigen dienen te maken. Kregel tilt een tipje van de sluier op van een belangrijke les. “Wij verdelen de retailactiviteiten in 4 channels. Daarbij geldt dat iedere channel wordt gezien als een verkoopkanaal. De eerste is een single channel, dat wil zeggen een fysieke locatie of een webshop. De Multi channel is een combinatie van fysiek en webshop, waarbij er echter geen onderlinge verbinding wordt gemaakt. Dat is wel het geval
bij een cross channel en een omni channel, waarbij de laatste zich bovendien onderscheidt door een daadwerkelijke interactie met de klant, bijvoorbeeld via social media”. De kennis over de 4 channels is van belang voor de huidige winkelier omdat een helder profiel van de klant aangeeft welke channel het meest van toepassing is. De directeur marketing van Bol.com, Micheal Schaeffer, wil eerst gezegd hebben dat het zeker niet zo is dat op de burelen van de internetreus iedere keer hosannah wordt geroepen als er weer ergens een ‘traditionele’ winkel ten grave wordt gedragen. “Daar is geen sprake van”, klinkt het verontwaardigd. Daarna: “Natuurlijk is het gedrag van de consument volop aan het veranderen. Dat komt niet door Bol.com. Hooguit zijn wij iets scherper geweest waar het bijvoorbeeld ging om technologische ontwikkelingen. Want meer dan ooit zal iedere winkelier, online en offline, zich af moeten vragen of de manier van verkopen die wordt gehanteerd nog wel aansluit bij de manier van kopen”. Maar is beleving dan het antwoord? Schaeffer aarzelt. “Natuurlijk scheelt het als de winkelier zijn best doet om het de klant naar de zin te maken, maar beleving is niet meer dan een deel van het antwoord”. Inderdaad lijkt de groei van de aankopen via het internet in strijd te zijn met de roep om beleving omdat de webshop immers amper beleving biedt. Kregel: “Twee soort shoppers dien je van elkaar te onderscheiden: de convenience shopper en de experience shopper. Het eerste type is uit op efficiency. Hij wil snel zijn keuze maken, snel betalen en daarna wegwezen. Die kan dus prima op het internet uit de voeten. De experience shopper daarentegen maakt van de boodschap een dagje uit en is op zoek naar ervaring, naar entertain-
ment en zal dus niet zo snel voor een webwinkel kiezen”. Megastores Het publiek is veranderd. Grunberg: “De winkelier die zich dat niet realiseert omdat hij het wel zo makkelijk vindt om te doen alsof de tijd heeft stil gestaan, zal vroeg of laat zijn deuren moeten sluiten”. Circa 800 studenten volgen nu de studie Small Business & Retail Management aan de Haagse Hogeschool en worden door Kregel opgeleid tot de winkeliers van nu. Over een Haags voorbeeld van hoe het niet moet, hoeft hij niet lang na te denken. “In de Megastores hebben we het mis zien gaan omdat daar geen enkele beleving is en wie heeft toch besloten dat al die nuttige, maar sfeerloze belwinkels op een hoop bij elkaar moeten?” Veel retailers hebben het moeilijk met de aanpassingen aan de nieuwe tijden. “Logisch”, zegt Kregel, “deze mensen werken iedere dag keihard om te overleven. Vind dan maar eens tijd om je deze redelijk complexe materie eigen te maken. Paagman zit ondertussen niet stil. Tussen neus en lippen door, stelt hij dat de beleving eigenlijk iets van vorig jaar was. “De beleving is nu wel voorbij, het is nu de tijd van de verleiding. We zullen het publiek veel actiever moeten gaan benaderen, niet opdringerig, maar open en met interesse, persoonlijk”. Dat is ook het nieuwe sleutelwoord bij Bol.com. “Iedere klant heeft bij ons zijn eigen, persoonlijke winkel”, aldus Schaeffer. “Helemaal op maat gemaakt, ook dat is beleving”. “Beleving is vooral passief ”, aldus Paagman, “sinds vorig jaar wordt ons personeel getraind in een andere, meer actieve omgang met de klanten, want ik ben ervan overtuigd dat de groei zich alleen maar doorzet als we het publiek gaan verleiden. Beleving is uit. Verleiding is in”.
9
verkiezingen<
Vrijdag 14 februari 2014 > Den Haag Centraal
VVD zegt niet hoeveel geld er in kas is
De zoektochten naar het campagnegeld Op 19 maart zijn de verkiezingen voor de gemeenteraad. De strijd om de 45 raadszetels zal, als het goed is, in alle hoeken van de stad gestreden worden. Politiek redacteur Jan van der Ven beschrijft elke week enkele aspecten ervan.
De economische crisis treft de middenstand hard, maar speelt tegelijkertijd de politieke partijen in de kaart. Want voor een habbekrats kunnen ze tijdelijke ruimte huren op A-locaties. Zo heeft D66 zich genesteld in een winkel aan de Korte Poten. Het CDA vond betaalbare ruimte aan de Fluwelen Burgwal. En de Haagse Stadspartij streek enkele weken geleden neer in een pand aan de Driehoekjes, ook hartje stad. Zo’n goedkope etalage in het centrum van de stad kunnen de partijen gebruiken, want het geld klotst niet tegen de plinten op. De kassen zijn weliswaar redelijk gevuld, maar het voeren van een campagne in een stad met 500.000 inwoners is duur. De grote partijen kunnen over tienduizenden euro’s beschikken, maar de nieuwkomers hebben het moeilijk om aan voldoende financiële ruimte te komen. Lijsttrekker Constant Martini van de kersverse partij HOOP weet waar hij over spreekt. Jarenlang was hij het boegbeeld van de PvdA, totdat hij er uit onvrede vertrok. Met HOOP timmert hij nu aan de weg. Hij moet het vooral van giften van particulieren hebben. Er druppelt geld binnen. Zelf spendeert hij daarnaast geld uit eigen zak om HOOP op de kaart te zetten. “Een beetje campagne kost al snel 25.000 euro”, rekent hij voor. Martini neemt het op voor partijen als Groep De Mos, die van ver komt. Hij vindt het niet vreemd dat De Mos in zee moest gaan met mensen uit het bedrijfsleven. “Want hoe komt zo’n man anders aan zijn geld?”, vraagt Martini zich af. Hij vervolgt: “De nieuwkomers hebben geen naamsbekendheid, ze hebben geen zittende raadsleden of wethouders. Ze krijgen geen steun van het ondersteunend personeel van de raadsfracties. Daar komt nog eens bij dat veel partijen varen op de landelijke bekendheid van hun partij. Zo staan wij als nieuwkomer dus op voorhand op grote afstand”. Amerikaans Richard de Mos heeft, zegt hij zelf, ruim 400 betalende leden. Ouderen zijn lid voor 19,50 en de rest voor 29,50 euro. Het gebrek aan geld maakt hem creatief, is zijn ervaring. “Ik doe het een beetje Amerikaans”. Zoals afgelopen zomer, toen alle kwartjes die de plassende bezoekers van strandtent Blue Lagoon voor hun wc-bezoek betaalden, naar de Groep De Mos vloeiden. “Toch mooi 750 euro”, weet hij. De Mos oogstte kritiek toen hij in zee ging met directeur Eugène de la Croix van De Uithof. Die hulp is louter ondersteunend, aldus De Mos. Hij kreeg er gratis de beschikking over een kantoorruimte en De la Croix werd zijn lijstdu-
wer. De meeste partijen die deelnemen aan de raadsverkiezingen maken geen geheim van het geld dat ze ervoor beschikbaar hebben. De SP laat weten 10.000 euro in kas te hebben. Maar dit is slechts een deel van het verhaal, want de 50.000 partijkranten die inmiddels zijn verspreid in Den Haag zijn gedrukt op de persen van de landelijke partij. De PvdA heeft 57.000 euro in kas, waarvan 40.000 euro afgelopen vier jaar is gespaard. Vanuit het hoofdkantoor in Amsterdam wordt 14.000 euro naar de penningmeester in Den Haag overgemaakt, bestemd voor de campagne. Nog eens 2500 euro kwam binnen via donaties. Spel Onlangs beschuldigde D66-leider Ingrid van Engelshoven in een artikel in AD/Haagsche Courant met name de VVD ervan geen zuiver spel te spelen als het gaat over de herkomst van het campagnegeld. De VVD wil namelijk niet openbaar maken hoeveel geld beschikbaar is en van wie het afkomstig is. Een woordvoerder van de VVD weerlegt de kritiek van de lijsttrekker van D66. “We hebben niets te verbergen, maar willen de andere partijen voorafgaand aan de verkiezingen geen inzage geven in onze kas. Want ze kunnen daaruit afleiden wat we willen gaan doen”. Vier jaar geleden zat de campagnekas van de VVD vol, er zat toen liefst 85.000 euro in. Van Engelshoven weet zich in haar kritiek gesteund door PvdA-minister Plasterk. Die wil dat giften tot 200 euro netjes worden geregistreerd. En giften boven de 1000 euro moeten openbaar gemaakt worden. D66 is intussen op zoek naar extra campagnegeld. De partij verwacht dat, mede door vrijgevig-
De onthulling van de D66-campagnewinkel. > Foto: PR
heid van de achterban, 60.000 euro beschikbaar is voor de raadscampagne. Een deel ervan is afkomstig van donaties. “Sommigen geven 10 euro, anderen 100 euro en een enkeling zelfs meer dan dat”, zegt een woordvoerder van D66. Geconfronteerd met de voorgenomen zuiverheid van Plasterk zegt Constant Martini van HOOP: “Het is ontzettend moeilijk een rechtvaardig systeem op te zetten dat ook geldt voor de nieuwkomers”. Hij vindt dat de gevestigde partijen geen dédain aan de dag mogen leggen voor de zoektocht van de nieuwkomers naar financiële bronnen. Hij zegt: “De nieuwe partijen zijn veel gemotiveerder dan de bestaande partijen. Ze zijn het levende bewijs dat ze willen meetellen in de lokale politiek. Want ze komen van heel ver, ze hebben een achterstand maar hebben er alles voor over deel te nemen aan die lokale politiek”.
Geen lijstverbinding tussen linkse partijen GroenLinks, de Haagse Stadspartij (HSP) en SP gaan geen lijstverbinding met elkaar aan. De drie konden het er niet over eens worden. Op voorstel van lijsttrekker Inge Vianen van GroenLinks tastten de drie de afgelopen weken bij elkaar af of ze een lijstverbinding wilden aangaan. Volgens Vianen haakte uiteindelijk de HSP af omdat deze partij zich niet teveel wil identificeren met een linkse partij. Daarna zag de SP ook geen brood meer in een lijstverbinding. “Jammer, erg jammer”, zegt Vianen. Met een lijstverbinding kunnen stemmen die overblijven onderling worden opgeteld. Dat kan één van de deelnemers aan een lijstverbinding een extra zetel opleveren. Omdat
de drie linkse partijen geen onderlinge afspraak konden maken, gaan de reststemmen naar de grootste partij. De kans is reëel dat de PVV hiervan gaat profiteren, omdat deze partij kans maakt als grootste uit de bus te komen. De PvdA besloot eerder op eigen houtje de verkiezingen in te gaan. De partij wilde vooral geen lijstverbinding met GroenLinks omdat deze partij het dissidente PvdA-raadslid Mustafa Okcuoglu heeft ingelijfd. Okcuoglu stapte vorig jaar uit de PvdA, dit uit onvrede over de steun van de PvdA aan de komst van het Spuiforum. “De PvdA had over haar eigen schaduw moeten heen springen, maar durfde of kon dat kennelijk niet”, oordeelt Vianen.
PvdA sluit PVV nu uit
De opbrengsten van de toiletbezoeken bij strandtent Blue Lagoon gingen afgelopen zomer naar Groep de Mos. > Foto: DHC
Het heeft even geduurd, maar deze week kwam bij PvdA-lijsttrekker Rabin Baldewsingh het hoge woord eruit: de PvdA gaat niet met de PVV in een college zitten. Of, met andere woorden, de PvdA sluit de PVV als coalitiepartner uit. Letterlijk zegt de PvdAvoorman: “Politieke partijen die alleen maar van de zijlijn angst aanpraten, verdienen geen plek in het gemeentebestuur. Met de PVV zijn geen zaken te doen. Daar zijn ze blijkbaar ook niet op uit”. De weg naar de gesloten deur duurde even. In een interview met Omroep
West van drie weken geleden bleef de deur naar de PVV op een kier staan. “De wonderen zijn de wereld niet uit”, zei Baldewsingh toen. Een week later, geschrokken van zijn uitspraak, viel de deur bijna in het slot. Maar de goede waarnemer zag nog een spleetje licht. “De PVV moet 99 procent van het verkiezingsprogramma verscheuren voordat we denken aan samenwerking met die partij”. Deze week ging de deur pas echt op slot.
10>interview Vilan
Den Haag Centraal > Vrijdag 14 februari 2014
Lita Cabellut, internationaal kunstenaar
‘Mijn werk is mijn leven’
Oppassen
De afgelopen week heb ik een extra slot op de voordeur laten zetten, de nieuwste software voor mijn modem geïnstalleerd en nu overweeg ik een pleister over de webcam te plakken. Het zijn dingen die geen kwaad kunnen, op zich. Alleen is prompt het einde zoekgeraakt. Wanneer ben ik veilig genoeg? Dat er een nucleaire top in de stad komt, beginnen we flink te merken. Waarschuwingen hier, aanwijzingen daar, wedstrijden en voorstellingen die verschuiven. Wat zou het ze goed uitkomen wanneer alle inwoners zo vriendelijk wilden zijn om tijdelijk te verkassen naar Zoetermeer. Dan kon de hele heilige Hermandad de zaak tenminste echt onder controle houden. Maar ja, het belang van de wereld gaat voor, en dan is Dan Haag kennelijk the place to be om daarover flink te komen vergaderen. Prima. Alleen weet je ook dat de zwakkere broeders en zusters onder ons dan rare dingen kunnen gaan doen. Zo’n top is natuurlijk een speeltuin voor gekken. Vandaar dus mijn persoonlijke beveilingsacties. Een beginnetje. Dat voordeurslot is een penslot. Het zit bovenin de deur, omdat ik ’s avonds bij thuiskomst niet op straat wil bukken. Inmiddels heb ik gehoord dat het volstrekt nutteloos is. Met een Amerikaanse krik ben je zó door de deur. Om de software werd gelachen. Over de webcam zeg ik maar niets meer. Evenmin dat ik peinzend heb staan te staren naar dat ene kwetsbare raampje op de overloop, vlakbij de slaapkamer. Daar moet eigenlijk een duo-set tralies in, tegenwoordig een gewoon artikel bij de bouwmarkt. Met al dat gedoe over veiligheid ga ik me van de weeromstuit steeds onveiliger voelen. Het is bepaald een Godswonder dat ik de dagen van mijn leven nog heelhuids ben doorgekomen. Het is oppassen geblazen, voor alles, vooral wanneer je niet begrijpt wat ‘alles’ precies inhoudt. Alleen weet je dat het méér is dan je op dit moment beseft. Soms, als ik ’s nachts wakker lig en pieker over de dingen, begrijp ik hoe iemand ertoe komt om een mitrailleur te kopen. Overal is gevaar, en je moet weerbaar zijn. Dat is levensbehoud. De mensen zien het niet. Jij evenmin, maar je weet het. Een kogelwerend vest onder je kleren dragen is verstandig. ’s Nachts een rondje door de buurt lopen, op steeds wisselende tijden eveneens. Wel op wisselende tijden want wie voorspelbaar is, die is zo goed als dood. De nucleaire top komt eraan, je merkt het aan alles. Misschien doe ik toch een pleistertje over de webcam. Voor de zekerheid. Vilan van de Loo
Haar monumentale schilderwerken, rijk aan kleur en zeggingskracht vinden vanuit haar Haagse atelier hun weg over de hele wereld. Exposities zijn vaak binnen enkele uren uitverkocht, soms nog vóór de opening. Parijs, New York, Berlijn, Moskou, Beijing, Dubai en Seoul wisten haar werk eerder op waarde te schatten dan haar eigen land Nederland, waar zij al sinds 1980 woont. Vreemd genoeg brak Lita Abellut (1961) hier pas in 2011 door, na het waanzinnige succes van haar Coco-expositie in de Parijse Opera Gallery. Nu treedt zij voor het eerst naar buiten met fotografisch werk.
Door Vera de Jonckheere Haar Haagse paradijs ligt verscholen achter de winkels van buurtschap 2005. Van een in verval geraakte ruïne op een perceel van duizend vierkante meter wist zij in tien maanden tijd een verrukkelijk conglomeraat te maken van ateliers, depots, ruimtelijke studio’s en majestueus wonen, in een stadstuin met 28 mooie oude bomen. Ze ploft vrolijk neer bij de naar een afstandsbediening luisterende open haard en zegt zonder een spoor van sarcasme: “In Nederland word ik nu ook beschouwd als een meetellend kunstenaar”. Een gerenommeerd kunstrecensent roemde haar ‘koortsachtig eloquente penseel die vorm en gevoel één doet worden’. Het grote internationale succes van haar Frida Kahloserie leek niet te overtreffen, maar de 35 kolossale portretten van Coco Chanel waren op de expositie in de Opera Gallery in Parijs al bijna alle verkocht voordat ze goed en wel hingen. Ook Nederland werd wakker. Door publicaties in de grote kranten en haar optreden in Pauw & Witteman samen met bewonderaar en kunstverzamelaar Janine van den Ende raakte ook ons polderland in 2011 eindelijk in de ban van deze bijzondere kunstenaar. Frida Kahlo, Coco Chanel, Billie Holiday, Marlene Dietrich: Cabellut kiest niet zonder reden krachtige vrouwen die veel hebben moeten overwinnen. Het verhaal van haar eigen leven. “We worden wat we zijn door wat
de omgeving met ons doet”. Het vaker vertelde verhaal in het kort. El Raval, Barcelona, 1961, Lita Cabellut wordt in armoede geboren; als baby verlaten door haar zigeunermoeder, een prostituee; vader onbekend; in weeshuizen en op straat geleefd zonder ooit een school bezocht te hebben. Tot zij op haar twaalfde door een vermogende familie wordt geadopteerd, die het ‘wilde kind’ alleen maar rustig kunnen krijgen met kunst. Zij raakt als 12-jarige geobsedeerd door het Prado Museum in Madrid, door Rembrandt en Francis Bacon: ze kan eerder schilderen dan schrijven. En op haar negentiende komt zij op ‘het Nederlandse licht’ af, zij studeert van 1982 tot 1984 aan de Rietveld Academie waarna zij zich in Den Haag vestigt. Harinkje “Ik was meteen verkocht toen ik
‘Den Haag is als een elegante dame met een kokette hoed en fluwelen handschoenen. Daar houd ik van’
voor het eerst in Den Haag kwam. Ik reis zo veel, ik zie over de hele wereld mooie steden en ik héb geprobeerd Den Haag ontrouw te zijn, maar de stad en ik zijn eeuwige lovers. Ik weet niet wat het is, Den Haag heeft ‘iets’”. Ze klapt in haar handen. “Ik ben gek op het Lange Voorhout met zijn krokussen, het Noordeinde, de Denneweg, de straatjes erachter, de Bankastraat, de Scheveningse bosjes, de Scheveningseweg, een harinkje eten aan de boulevard. Ik loop hier al jaren rond, doe boodschappen, heb de mensen en hun winkels en bedrijven leren kennen. Zelfs met de bomen heb ik een band. Als er een boom weg is, wil ik weten wat er is gebeurd. Okay, hij was ziek. Of ik zie dat een gebouw ineens een andere voordeur heeft. Waarom? Alles moet blijven zoals het was. Den Haag heeft dat gereserveerde en behoudende waar ik dol op ben. Geen drastische veranderingen. Den Haag is als een elegante dame met een kokette hoed en fluwelen handschoenen. Daar houd ik van”. Verval Ze springt regelmatig op om iets te tonen dat haar verhaal onderstreept. Foto’s van haar werk, foto’s van toen-en-nu zodra ze het over haar Haagse Tuin van Eden heeft. “Tien maanden geleden kocht ik deze duizend vierkante meter verval om er een plek van te maken waarmee iedereen blij is”. Dat is gelukt: buren werpen haar regelmatig kushandjes toe. “Er stond een lelijke loods, een ruïne. Niemand wilde het hebben.
>Foto: Piet Gispen
Ik hoor de mensen nog zeggen: ‘het lukt je nóóit om daar iets van te maken’. Precies dé uitdaging van het leven om van iets dat kapot is, iets heel moois te maken”. Ze toont de foto’s op haar iPad. Een troosteloze bouwval zonder een sprietje groen: een plek om hard van weg te lopen. Ze lacht: “Ik kijk door moeilijkheden heen, zie de achterliggende schoonheid”, en schuift de ene foto na de andere voor, om daarna de plek in kwestie aan te wijzen zoals hij nu is geworden. Een metamorfose tot een waar lustoord met een sfeer alsof Cabellut er al eeuwenlang schildert. Achtentwintig oude bomen om haar heen als een park dat daarvan getuigenis draagt. Zij werkt met een ongekend mentale en fysieke kracht aan een œuvre van enorme omvang. Haar portretten zijn als symfonieën, alles is er groot aan: de afmetingen, de hoeveelheden verf, de aantallen. De snelheid waarmee de werken in zich aaneenrijgende erupties van creativiteit tot stand komen. Het lijkt of ze haast heeft. “Ik héb verschrikkelijk veel haast. Een mensenleven is als een zucht. Mijn werk is mijn leven. Ik wil er geen moment van verspillen, geen mogelijkheid onbenut laten. Het is filosofisch en moreel mijn plicht tegenover het leven om mijn talent en kennis optimaal te gebruiken. Ik
11
interview<
Vrijdag 14 februari 2014 > Den Haag Centraal
‘Haar portretten zijn als symfonieën, alles is er groot aan: de afmetingen, de hoeveelheden verf, de aantallen’
weet wat het is om kansloos te zijn, maar ook wat het met je doet als er ineens wel kansen opdoemen. Daarvan geen gebruik maken is ‘a waste of heart, soul and mind’. Zij is net als haar zoons Arjan, David en Luciano drietalig, haar Nederlands en Engels is voorzien van een fijn waasje Spaanse zangerigheid. De ‘h’ krijgt altijd een ‘g’-randje. Kinderen Er springen sterretjes van trots uit haar ogen als zij over haar zoons praat. “Zij spreken alle drie natuurlijk perfect Nederlands en Spaans alsof ze hun hele leven in Spanje hebben gewoond. Ongelooflijk hoe diep de moedertaal zit. Mijn negentienjarige zoon Luciano studeert in London filosofie en humanistiek. Arjan van 23 is muzikant en werkt aan een carrière als zanger. Mijn oudste van 26, David, is streetartartiest, musicus en sinds twee jaar mijn rechterhand in het atelier. Een duizendpoot die voor zijn basisinkomen vier uur per dag naast en achter mij staat bij het schilderen”. De haard lijkt nog meer te gaan gloeien wanneer ze vertelt over wat zich in het atelier afspeelt met haar team van drie mensen. “David is mijn alchemist, mijn kleurexpert. Ik werk met heel grote paletten, mijn werk gebruikt veel verf. Kleuren mengen vergt fysieke kracht. Als kleine
vrouw loop ik naarmate ik ouder word te veel risico op blessures: ik heb David’s sterke armen en handen nodig”. Minder verf, minder pasta’s gebruiken of kleiner werk maken is niet aan de orde. Met haar atelierteam kan zij lezen en schrijven. “Mijn zoon is schilder geworden. Hij staat achter mij, maakt alle paletten. Als ik roep: ‘ik moet nu zwart’, dan vraagt hij: ‘warme of koude toon?’ En dan heeft hij in een mum van tijd een palet klaar met zeventien kleuren die precies die ene gewenste kleur zwart gaan worden. Magnifiek!” Ze klapt weer in haar handen. “Door naar mij te kijken voelt hij al aan wanneer ik naar de rode tonen zwenk. Ik draai mij om, zeg: ‘Rood!’ en dan heeft hij, pats boem, al drie soorten rood voor me. Het geeft een fantastische band. We houden ongelooflijk veel van wat we doen, wij communiceren via kleuren. Kunnen er beiden kippenvel van krijgen. Buitenstaanders zouden ons voor gek verklaren als ze ons bezig konden zien”. Euforie Ze beschrijft hoe de gigantische werken in wording regelmatig plat op de vloer moeten worden gelegd om te voorkomen dat de enorme hoeveelheden verf uitlopen. Cabellut en haar zoon maken dan op hun knieën in aanbidding studie van de
kleuren. Beiden geëmotioneerd. “Wat een briljante transparantie, wat een prachtige textuur, roepen we dan in euforie. Oh, heb je dat gezien? Daar links, oh nee, je gelooft je ogen niet”. Na die uitbarsting zijn ze beiden volledig uitgeput. “Onze manier van werken is misschien qua inspanning het best te vergelijken met een dansvoorstelling. David gaat vervolgens naar huis, hier om de hoek en ik ga uitrusten. Even iets anders doen”. Het liefst belt ze op zulke momenten een vriendin om samen naar een tuincentrum te gaan. Of ze koopt bossen bloemen en komt tot rust terwijl zij ze schikt. “Mijn batterij herlaadt snel, dat is mijn geschenk van moeder natuur. Als ik heel lang heel hard heb gewerkt, logeer ik drie dagen bij vrienden in Zuid-Frankrijk. Ik slaap, zit in de zee en op de vierde dag wil ik snel terug naar huis om te werken”. Cabellut’s hart biedt genoeg ruimte voor activiteiten buiten de schone kunsten. Zij heeft nog meer ‘kinderen onder haar vleugeltjes’: adopteerde twee zoons en ontfermt zich over diverse andere kinderen. Een klaterende lach: “Je hebt wel pech bij mij als je iets anders wil worden dan kunstenaar: mijn geadopteerde zoons zijn alle twee afgestudeerd aan de Rietveld Academie. Ze wonen in Amsterdam, maar we vinden
het allemaal heerlijk om hier in groten getale samen te komen”. Fotografie Het Stadsmuseum Zoetermeer belde haar of ze samen met Patricia Steur iets met een plantsoen wilde doen. Ze legde uit dat haar hart daar niet zozeer naar uit ging. “Toen vroegen ze wat ik dan wel graag zou doen. Wist ik direct. Iets met en voor kinderen. Patricia fotografeert nu zes kinderen vanuit het thema ‘hoop’ en mijn invalshoek is het grote drama dat vele kinderen overkomt. Misbruik in drie triptieken. Geestelijk, lichamelijk, tot doodslag aan toe, het gehele gamma van ellende dat kinderen wereldwijd treft”. Ze buigt zich voorover als ze nadrukkelijk de titel van de expositie noemt: “Ken Je Dit Kind? ligt me zeer na aan het hart. Het is een indringend werk met kinderen die het zwaar hebben. Ik wil mensen wakker schudden voor het leed dat kinderen ondergaan. Geef hiermee een stem aan ‘the silence of the white’ in ‘the heavens of the catastrophy’. De opbrengst van de werken gaat naar kinderorganisaties die het ’t hardst nodig hebben. Ze toont het nieuwe werk, vers van de pers en legt uit dat ze fotografeert precies zoals ze schildert. “Ik creëer mijn paletten, in dit geval: de modellen, het licht, de diepte en de installaties
die ik gebruik. Ik gooi een hobbelpaard om, vlecht dingen in elkaar, maar vraag me van tevoren niet hoe het gaat worden. Het zit wel in mijn hoofd, maar moet er nog uit”. Ze is zeer gelukkig nu ze net gehoord heeft dat de expositie, die van eind mei tot eind augustus in Stadsmuseum Zoetermeer te zien zal zijn, ook naar Singapore zal reizen. Prints van haar – ook weer enorme – fotocomposities zullen daar geveild worden voor een gezelschap van vermogende families en bedrijven. “Fantastisch vind ik dat. Vanavond krijg ik een groot gezelschap te dineren om te bewerkstelligen dat de tentoonstelling op veel meer plaatsen te zien zal zijn”. Nuchter Ze maakt over de hele wereld de gekste dingen mee. In Singapore lagen mensen de hele avond en nacht voor de deur om haar de volgende ochtend bij binnenkomst op haar expositie niet te missen. “Heel raar. ’t Heeft niets te maken met mijn kunst, maar veeleer met hun eenzaamheid. Ik ben er te nuchter voor. ‘Nu heb je me gezien. Naar huis!’, zei ik toen ik hen de avond tevoren zag liggen. “Na alle loftuitingen en strijkages tijdens exposities in het buitenland houdt zij zichzelf en haar team voor: “Jongens, dit was mooi en nu weer gewoon naar huis. Onze werkelijkheid is dat we heel hard moeten werken om steeds weer pareltjes neer te kunnen zetten. Naast je schoenen lopen heeft niets met creëren te maken”.
FOTOGRAFIE
12.00 - 17.30 uur • Toegang is € 5,- • Een beurs voor fotografen, ontwerpers en alle liefhebbers van het fotoboek.
Meer programma
www.nutshuis.nl
Foto: David in den Bosch
FOTO BOEK
Ontwerp: Kok Pistolet
Zon 16 Feb in
13
cultuur<
Vrijdag 14 februari 2014 > Den Haag Centraal
Spannende reconstructie van Mondriaans ontwikkeling in de cruciale jaren 1912-1914 zer aan de hand meenam langs de ontwikkeling van Mondriaan tot aan zijn vertrek naar Parijs. Mondriaan zag in Amsterdam voor het eerst het werk van Paul Cézanne en Picasso, kwam in 1911 ook voor het eerst in aanraking met het kubisme. Als ware hij de apostel Paulus, werd hij door de bliksem getroffen. Hij verbrak zijn verloving en moest naar Parijs om deze revolutionaire ontwikkelingen in de beeldende kunst van nabij mee te maken. Veertig jaar was hij. Wie doet dat deze veertigjarige na? Hans Janssen heeft de zestien schilderijen aan een minutieus onderzoek onderworpen, waardoor het inzicht in Mondriaan’s werkwijze enorm is vergroot. Zijn onderzoek voerde hem de hele aardbol over, van Amsterdam, Eindhoven, Otterlo, Essen, Basel, Zürich en Madrid naar New York en Fort Worth. In elk museum dat één of meer ‘Compositions’ bezit, bekeek hij intensief Mondriaan’s doeken, niet alleen met het blote kennersoog, maar geholpen door technieken als doorvallend infrarood lichtfotografie, strijklichtfotogafie, röntgen, ultraviolet fluorescentie, infraroodfotografie en meettechnieken waarvan u en ik hooguit een vage notie hebben.
Vanaf 16 juni 1914 waren bij Kunsthandel W. Walrecht aan het Smidsplein 4 in Den Haag een maand lang zestien schilderijen te zien van Piet Mondriaan (1872-1944). Een reconstructie van deze tentoonstelling vormt nu het hart van ‘Mondriaan en het kubisme’ in het Gemeentemuseum. Door Sjoerd van Faassen
Mondriaan was januari 1912 naar Parijs vertrokken. Zijn eerste Franse periode eindigde met de tentoonstelling bij Walrecht. Mondriaan, die zich sinds zijn verblijf in Parijs Mondrian met één ‘a’ noemde, werd overvallen d doorlog en kon pas na afloop daarvan weer terug naar zijn Parijse atelier in de Rue du Départ. Zeventig jaar na Mondriaan’s dood is in het Gemeentemuseum een reconstructie van die tentoonstelling bij Walrecht te zien. Geflankeerd door het werk van tijdgenoten als Pablo Picasso, Leo Gestel, Jacob Bendien, Bart van der Leck, Jacoba van Heemskerck, Emil Filla, Auguste Herbin, Fernand Léger, Georges Braque, František Kupka en anderen uit de rijke collectie van het Gemeentemuseum, en ingebed tussen ander werk van hemzelf, hangen daar op twee na alle doeken van Mondriaan, waaraan de bezoekers van de tentoonstelling bij Walrecht zich hebben kunnen vergapen. Mondriaan signeerde de schilderijen pas kort voor ze naar Den Haag werden vervoerd, en voorzag ze alle van de aanduiding ‘Composition’, gevolgd door een romeins nummer, waarbij de meest recente de laagste nummers kregen. De nummers I tot en met VI waren de schilderijen met kleurige blokjespatronen waarin geen voorstelling meer te herkennen is. De volgende groep, bestaande uit vijf schilderijen, waren in oker, grijs en wit geschilderde werken uit 1912-1913, waarin bomen en dergelijke herkenbaar zijn gebleven. De nummers XII tot en met XVI, ten slotte, laten de overgang zien van zijn oudere werk naar de hiervoor genoemde schilderijen. De schilderijen op deze reconstructie zijn uit alle hoeken en gaten van de wereld bijeengebracht. Twee schilderijen ontbreken omdat ze elders nodig waren; één daarvan wordt mogelijk gedurende de looptijd van de tentoonstelling alsnog toegevoegd. Volgens conservator Hans Janssen was de tentoonstelling bij Walrecht in drie, chronologisch geordende groepen te zien. De kunsthandel was gevestigd in een niet meer bestaand woonhuis, waarvan de bouwtekening niet bewaard is gebleven. Janssen vermoedt dat de drie groepen respectievelijk in een voorkamer, een kamer en suite en een achterkamer werden tentoongesteld. Hoewel Mondriaan vaker een driedeling toepaste (denk aan zijn beroemde drieluik ‘Evolutie’ uit 1911, met de drie blauwe figuren), is deze aanname speculatief. Niets bewijst dat Mondriaan inderdaad zijn zestien doeken op deze manier over de verschillende ruimtes verdeelde. Sterker nog: Ingezonden mededeling
Nog 1 week tot...
Piet Mondriaan, Composition no. IV, 1914, olieverf op doek, 88 x 61 cm, Gemeentemuseum Den Haag. >Illustraties: Mondrian/Holtzman Trust
Kunsthandel W. Walrecht, Smidsplein 4, Den Haag.
het is niet eens zeker dat Smidsplein 4 de door Janssen in zijn enthousiasme aangenomen plattegrond had. Aannemelijker is dat naast de voordeur en de hal een kamer en suite naar achteren liep en dat in het verlengde van de hal een op de tuin uitkomende ruimte lag, die bij een woonfunctie als keuken diende. Dit is meteen mijn enige kritische noot, want Janssen laat de lezer in de catalogus royaal meegenieten van zijn immense en met quasi-achteloos gemak meegedeelde kennis van Mondriaans werk.
Piet Mondriaan, De grijze boom, 1911, olieverf op doek, 79,7 x 109,1 cm, Gemeentemuseum Den Haag.
Apostel Nog maar kort geleden publiceerde hij voor het Amsterdam Museum een prachtig boek over ‘Mondriaan in Amsterdam 1892-1912’, waarin hij met een even groot vertoon van eruditie de le-
De storm nationaletoneel.nl/de-storm 0900-3456789 (10cpm)
Minutieus Janssen beschrijft minutieus elk doek dat op de Walrecht-tentoonstelling te zien was, slaat daarbij de lijst en de drager zelf niet over, stelt op basis van zijn bevindingen dateringen scherper, kortom, laat de Mondriaan-kunde een enorme sprong voorwaarts maken. De belangrijke vondst die hij bij zijn onderzoek deed, namelijk dat Mondriaans abstracte beelden deels blijken te zijn opgebouwd uit eerder figuratief werk, zoals zijn ‘De grijze boom’ uit 1911, is al eens in deze krant (DHC 6 december 2013) uit de doeken gedaan. Het laatste gedeelte van de catalogus, waarin hij zijn onderzoek uitgebreid presenteert, is onmisbaar voor wie ten volle van de reconstructie wil genieten. Zelden was een catalogustekst zo spannend. Ja, echt spannend. Janssen opereert daarin als het soort forensisch onderzoeker dat wij kennen uit CSI-achtige televisieseries. Zonder de glamour, maar met een even verbijsterend resultaat. Aan dit onderzoek vooraf gaat een slim opgebouwde chronologie van de jaren 1911-1914. Daarin volgen we in drie boven elkaar geplaatste en rijk geïllustreerde stroken de ontwikkeling van Mondriaan, de Parijse kunstwereld en de Nederlandse context. Deze manier van presenteren biedt een rijk inzicht omdat je Mondriaan van maand tot maand kunt volgen. Deze tentoonstelling is hopelijk het begin van een reeks waarin Mondriaans ontwikkeling stap voor stap gevolgd gaat worden. ‘Mondriaan en het kubisme, Parijs 1912-1914’, tot en met 11 mei in het Gemeentemuseum, www.gemeentemuseum.nl Boek: Hans Janssen, ‘Mondriaan en het kubisme. Parijs 1912-1914’, Uitgeverij Toth, Bussum, 143 blz., ISBN 978 90 6868 643 2, €22,50
vanaf 18 februari Koninklijke Schouwburg
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 14 februari 2014
Shakespeare’s ‘De Storm’ bij het Nationale Toneel
Johan Doesburg: ‘Geen poëzie maar wraak’ Door Bert Jansma
“Op Shakespeare’s ‘De storm’ wordt altijd het etiket ‘poëtisch’ geplakt. Het geldt als theaterstuk van zachtmoedigheid en vergeving, door een schrijver die aan het eind van zijn loopbaan nog eens al zijn thema’s bij elkaar veegt. Macht en onmacht, de mogelijkheid van de ultieme liefde. Er zitten inderdaad elementen van Romeo en Julia in. En er is die luchtgeest, Ariel. De afdeling sprookjes dus. Maar in mijn optiek is ‘De Storm’ een stuk over wraak. Geen tragedie, want er valt aan het eind geen dode te betreuren, maar wel een serieus drama met een aantal geestige momenten waarin Prospero’s wraak het centrale thema is. Helemaal niet zo speels, spiritueel en ‘literarisch’ ”. Aan het woord regisseur Johan Doesburg die daarmee de min of meer klassieke Shakespeareinterpretatie een flinke duw in een andere richting lijkt te geven. Hij is met zijn acteurs nog volop bezig met de laatste repetities. Volgende week zijn de eerste ‘try outs’, op 22 februari is de première van ‘De Storm’. Shakespeare’s voorlaatste toneelstuk is het verhaal van de voormalige hertog van Milaan, door zijn broer van de troon gestoten en op een schip gezet. Met zijn dochter komt hij op een eiland aan waarop één oorspronkelijke bewoner leeft, Caliban, en waarop hij heerser wordt. Wanneer zijn broer twaalf jaar later langs het eiland vaart, veroorzaakt Prospero een storm. Resultaat: een schipbreuk, de complete bemanning die aanspoelt op het eiland en daar een speelbal wordt van Prospero en zijn luchtgeest Ariel. Johan Doesburg: “Ik nam als uitgangspunt een man die al twaalf jaar aan hetzelfde cafétafeltje zit. Hij is ontslagen, geïsoleerd en hij zit vol met wrok. Daar zit hij te verzinnen hoe hij zich zou kunnen wreken. Prospero zit twaalf jaar op dat eiland, dan komen die vijanden van toen langs varen en hij verzint dat er een schipbreuk plaatsvindt. Dat hij ze in zijn macht krijgt. Hij gaat een kat-en-muis-spel met ze spelen. Hij kán ze vermorzelen, maar hij doet dat niet. Is dat vergeving? Hoe hard is die vergeving dan? Alleen rationeel, of is-ie ook emotioneel verankerd? En wat gebeurt er
Regisseur Johan Doesburg in actie.>Foto: Kurt van der Elst
met hem als de accu van zijn wraak leeg is. Is hij dezelfde man als vroeger wanneer hij als hertog naar Milaan terugkeert? Bijna ondenkbaar. Wat staat hem te wachten, wat houdt hij over? Die vragen vind ik aan het slot interessant”.
sen die je iets hebben geflikt en op wie je best een stel hardhandige knapen had willen afsturen. Maar na die droom kom je jezelf weer tegen. Het enige dat Prospero weerhoudt is de zorg voor zijn dochter, Miranda”.
Wraakoefening Het proces van de wraakoefening wordt bij Doesburg dus straks een droom. “Het publiek moet geloven dat die hele sequentie een fictieve is. De storm is een storm in het hoofd van Prospero, een dwaaltocht door het labyrint van zijn geest. De acteur die Prospero speelt (in dit geval Mark Rietman) stapt aan het slot uit zijn rol en spreekt het publiek toe: laat mij vrij, begrijp mijn hoedanigheden, we hebben allemaal duistere zijden. Ja toch? We hebben privé allemaal wel dingen die we anders hadden gewild, die we hadden willen omkeren, men-
Natuurmens De liefde die opbloeit tussen Miranda (Hannah Hoekstra) en schipbreukeling Ferdinand, zoon van de koning van Napels (Reinout Scholten van Aschat) is weliswaar zuiver, maar het huwelijk heeft ook een hoger, politiek doel, stelt Doesburg. “Onderdeel van Prospero’s wraak. Door dat huwelijk komen Napels en Milaan bij elkaar en hun nazaten zouden dus béide koninkrijken regeren. De wraak op zijn broer”. En ‘de mismaakte’ Caliban? “Gewoon de oorspronkelijke bewoner. Hij ziet er een beetje anders uit, in elk geval beantwoordt hij niet aan de norm van Shakespeare’s tijd. Hij (ac-
teur Vincent Linthorst) is geblanket, heeft zwarte ogen en als hij wraak wil trekt hij oorlogsstrepen op zijn gezicht. Hij was de koning van dat eiland, maar Prospero maakt hem tot slaaf. Een natuurmens. De donder en het geritsel van bladeren duidt hij op een andere manier. Hij praat in prachtige verzen, dat is hem door Prospero geleerd. En hij heeft leren schelden. Net zoiets als Nederlands-Indië. Wegen aangelegd, scholen gebouwd en wat gebeurt er? We leren ze praten en ze praten in onze eigen taal terug. Stank voor dank”. Ariel (Anniek Pheiffer) zal niet als een variant op een poëtische Puck uit ‘Midzomernachtsdroom’ fungeren, als een elfje over het toneel zweven. Bij Doesburg wordt ze de rechterhand, de uitvoerende macht en de beul van Prospero. “Ik laat haar af en toe wel op wieltjes rijden, rolschaatsen”, zegt hij, “met geestige momenten en een stukje absurditeit”.
gouden randje. ‘Ack heeft nog nooit een lelijke noot gespeeld’, verzekerde trombonist Renée Laanen mij laatst nog. Ack heeft veel jonge muzikanten begeleid en voor Jeroen was het een heilig moeten Ack erbij te hebben op dat debuut. De cd is uitgebracht op het Mons-label; Erik Robaard speelt er bas op, Wim Kegel drums, Marc van Roon piano. Het zijn musici die qua sfeer en aanpak naadloos bij elkaar passen, muziek met een sterk
melodisch element brengen (Michel Legrands ‘Papa can you hear me’, John Lewis’ ‘Django’ en bassist Nils Henning Pedersens bewerking van een Scandinavisch volksliedje, ‘En Yndig og Frydeful Sommertid’). Jazz zonder borstgeklop, zonder pogingen om boven elkaar uit te stijgen. Puur mooi, nooit oppervlakkig (de ‘ballad’-stukken van Ack) en met een hechte balans in soli, bandsound en het respectvol omgaan met het gekozen songmateriaal. Goed die cd komt nog en hopelijk ook een concert van de groep hier, maar die 20ste is het ‘High Fry’ met Manders, Bob Wijnen piano, Guy Nicol gitaar en Ben Schröder drums. Eén voor één muzikanten die bij die Haagse school van de jazz horen. Altijd gekund en liefdevol, de bebop is nooit ver weg en ‘swingen’ is er nog een respectabel woord. Dat
‘Haagse school’ mag je ook als erepredikaat meegeven aan trompettiste Ellister van der Molen, zondag 16 februari in de Wassenaarse Jazzsociëteit. Van haar is de cd uit die ze via crowdfunding (Voor de kunst) kon financieren, ‘Smalls NYC’. De inspiratie ervoor kreeg ze in de befaamde kleine NewYorkse jazzclub van die naam, vooral haar samenspel erop met de New Yorkse pianist Jeremy Manasia (die een tijdje hier studeerde) is opmerkelijk, fijnzinnig en de moeite waard. Ellister soleert zeer geïnspireerd. In Wassenaar speelt ze met Simon Rigter & Friends. De Amerkaanse, in Duitsland werkende trompettist John Marshall heeft inmiddels ook hier een aardige staat van dienst. Een goede vriend van Ferdinand Povel met wie hij veel speelde, maar ditmaal (Pavlov zondag
In zijn ‘Storm’ zegt de regisseur, wordt alles gespiegeld. “Je ziet bij de aangespoelde bemanning, bij Caliban, bij hoog en laag, dezelfde wraakprocessen plaatsvinden”. Spiegels zullen dan ook een belangrijke rol spelen in het decor van Tom Schenk. Daarin Prospero als de regisseur van zijn eigen droom. Met de opstekende storm zelf die bij Doesburg een variant op de ‘hoorspelkern’ van weleer moet worden. Acteurs aan tafel voor de tekst en het geluidsdecor à la Jan Oradi. Tot hij ze terzijde schuift voor het spel van wraak en vergeving. Doesburg: “Dit gaat over wraak in alle gradaties. De lyrische kant van het stuk zit in de taal, de bittere kant is volgens mij de werkelijke boodschap. Shakespeare mag dan humanistisch geweest zijn, hij is vast niet vredig gaan slapen want ik denk dat hij de mensheid niet hoog had zitten. Ik ook niet”.
16 februari 16.00uur) is hij te horen met pianist Rob van Bavel, Dan Nicholas gitaar, Uli Glassman bas en Marcel Serierse drums. Groot is het niet, daarboven bij Pavlov, maar wel een warm-intieme plek waar echt naar jazz geluisterd wordt en er-doorheen-praters naar het balkon worden verwezen. In Bel Air speelt saxofonist Floriaan Wempe op 14 februari in een Valentine Day-celebration, maar behalve dat Floriaan een sterk jong talent is, kan ik u daar niets meer over zeggen. Vorige week wees ik u al op het concert in Muzee, Scheveningen van saxofonist Ben van den Dungen en zijn nieuwe kwartet. Hierbij een herinnering. Dat het er maar heet moge toegaan. lichtvoetigheid.
jazz
‘High Fry’en Jeroen Manders
Om maar aan het slot van de jazzweek te beginnen: op 20 februari speelt in de Regentenkamer het kwartet High Fry, een combinatie waarvan ik alleen het spel van alle musici afzonderlijk ken. De groep nog niet. Tenorsax speelt Jeroen Manders van wie binnenkort zijn eerste cd als leider uitkomt, ‘To the Ends of the Earth’. Gast daarop is Ack van Rooyen, de Nederlandse nestor op trompet en een muzikant met een
Bert Jansma
15
cultuur<
Vrijdag 14 februari 2014 > Den Haag Centraal
Kleurrijke, meeslepende, uitvergrote ‘Odyssee’ Ze is acht maanden zwanger, maar dat weerhoudt choreografe Lonneke van Leth er niet van om deze week één van haar grootste dansspektakels ooit uit te brengen. Na haar eigenzinnige interpretatie van ‘Het Zwanenmeer’ uit 2012 heeft ze zich nu, met een cast van negentig dansers, musici, zangers en acrobaten, op ‘De Odyssee’ gestort. Door Astrid van Leeuwen
Hoezeer ze – al van jongs af aan – ook verknocht is aan het ‘ballet der balletten’, vergeleken bij ‘De Odyssee’ vertelt ‘Het Zwanenmeer’ eigenlijk maar een flinterdun verhaaltje, zegt Lonneke van Leth (37) half gekscherend, half serieus. “Het mooie aan ‘De Odyssee’ is dat het in feite negentien verhalen in één zijn, negentien reisverhalen, die mij in staat stellen om heel verschillende werelden neer te zetten. Van het eiland van de Lotuseters, waar Odysseus’ mannen bedwelmd raken door het eten van de lotusbloemen, tot de magie van de heks Circe – in mijn interpretatie een soort SM-bitch – die de mannen tot varkens omtovert. En van de hongersnood die Odysseus en zijn mannen op Thrinakia, het eiland van de zonnegod Helios, moeten doorstaan tot de kleurrijke dansexplosies op het eiland van de Faiaken… Wat is er nou leuker dan als choreograaf zo uitbundig ‘op reis’ te kunnen gaan?” Homerus’ ‘Odyssee’ diende in ons land al een keer eerder als uitgangspunt voor een dansproductie – in 1995, in een choreografie van Beppie Blankert – maar dat was een kleinschalige voorstelling waarin delen uit het verhaal gecombineerd werden met elementen uit James Joyces ‘Ulysses’. Van Leth: “Het is nu voor het eerst dat het verhaal in al zijn omvang en door zo’n grote cast wordt uitgevoerd”. Naast 42 dansers werken aan Van Leths monsterproductie acht acrobaten, 24 zangers en zestien musici mee, afkomstig van ASKO/Schönberg en het Rosa Ensemble én studen-
Het verhaal van Odysseus staat voor Van Leth symbool voor de beproevingen die we als mens allemaal moeten doorstaan in het leven. >Foto's: Vincent de Kooker
ten van het Koninklijk Conservatorium en het Rotterdamse Codarts. “Eigenlijk wilde ik ook nog een aantal drakendansers toevoegen, maar hoewel ik om die reden drie maanden lang in Chinese restaurants heb gegeten, bleek het erg lastig om in de Chinese gemeenschap te infiltreren”. Tegenhanger Na jarenlang voornamelijk kleinschalige en middelgrote producties te hebben uitgebracht, kwamen Van Leth en haar artistieke- én levenspartner Vincent de Kooker een aantal jaren terug op het idee om – met ‘Het Zwanenmeer’ als startschot – voortaan elke twee jaar een verhalende klassieker te ‘tackelen’. Van Leth: “Het leek ons een mooie tegenhanger voor het werk dat wij doorgaans maken. Daarbij: de grote bekende verhalen uit de dans-, muziek- en literatuurgeschiedenis zijn heel aansprekend voor het publiek. Met ‘Het Zwanenmeer’ hebben we, in drie voorstellingsseries, meer dan achtduizend man bereikt. Een enorm succes, in heel veel opzichten. Zeker ook omdat ik mezelf er verder door heb kunnen ontwikke-
len, geleerd heb hoe je zo’n verhaal op zó’n manier kunt neerzetten dat je mensen werkelijk meesleept. Wat soms natuurlijk ook betekent dat je je eigen ‘starrigheden’ moet loslaten, je dierbaarste stokpaardjes overboord moet gooien”. En, wat ze tijdens de repetitieperiode van ‘Het Zwanenmeer’ ook ontdekte, en nu weer: “Ik vind het menselijke aspect ook heel belangrijk. Het met een grote, heel diverse groep – dansers, amateurs, zangers, musici – samen iets moois neerzetten. Het geeft zo’n meerwaarde om te merken dat mensen blij worden van wat jij te bieden hebt en andersom om van hen zoveel warmte te krijgen. Pas vroeg iemand mij of ik niet weer een keer mijn solo ‘Nachtnet’ wilde terughalen en toen zei ik: ‘Weet je wel hoe ‘leuk’ dat is, om alleen met een technicus op tournee door het land te gaan?’ Inmiddels geef ik echt de voorkeur aan meer sociale projecten”. Met al die mensen die betrokken zijn bij de productie, is het verbijsterend dat Van Leth pas 18 december ‘groen licht’ had om ‘De Odyssee’ ook daadwerkelijk te gaan maken. “Pas toen hadden we minimale financiering rond”. Ze wil nooit meer op die manier en onder die druk hoeven werken. “De volgende keer begin ik ruim op tijd, hoe lullig ik het ook zou vinden om mensen dan op een later moment eventueel alsnog af te moeten zeggen”. Maar ze is tegelijkertijd ongelooflijk trots op wat ze in zo’n korte tijd met het haar cast heeft bereikt. “We hebben dankzij de onvoorstelbare energie en inzet van iedereen écht iets neergezet”. Liefde Van Leth toont ‘De Odyssee’, zegt ze, ‘in een verhalende, kleurrijke, tot de verbeelding sprekende, uitvergrote en aangedikte setting’. “En binnen dat alles draait het uiteindelijk toch weer om de liefde. Odysseus (vertolkt door danser Riccardo Sbrighi – red.) moet heel wat fases en beproevingen doorstaan. Hij wordt als jonge man weggerukt uit zijn omgeving, moet in
Van Circe heeft Van Leth in haar ‘Odyssee’ ‘een soort SM-bitch’ gemaakt.
een vreemd land oorlog gaan voeren, verantwoordelijkheden en uitdagingen aangaan, verleidingen weerstaan en voor zijn mannen opkomen. Maar in zijn hart is hij ook een gewoon mens, een mens dat blij is wanneer hij na twintig jaren van omzwervingen eindelijk weer bij zijn geliefde Penelope thuiskomt, zijn basis”. Voor Van Leth staat het verhaal symbool voor het leven in het algemeen, en dat maakt het, zegt ze, voor haar ook zo interessant. “We gaan in het leven allemaal op ‘reis’, bevinden ons allemaal wel eens of voor lange tijd in een rollercoaster. Maar uiteindelijk leer je waarderen wat je hebt en lukt het je om daarin je rust te vinden”. Bij de premièreserie in de Fokker Terminal wordt ‘De Odyssee’ uitgevoerd op een speelvlak van dertig meter breed, twaalf meter breder nog dan Van Leth voor haar imponerende ‘Zwanenmeer’ gebruikte. “We zijn er, al zeg ik het zelf, erg goed in geslaagd om die enorme ruimte op te vullen. Mijn partner Vincent, die beeldend kunstenaar is, heeft een prachtig decor ontworpen waarbij grote projectievlakken als een boot door de ruimte gaan. Dutch Dance Wear van voormalig NDT-kostuumontwerpster Heidi de Raad heeft 118 beeldende kostuums ontworpen, van Griekse gewaden tot elegante jurken”.
Voor de muziek tekent de Oekraïense componist Maxim Shalygin. “Hij heeft een monsterklus geklaard, heeft sinds december zo ongeveer dag en nacht geschreven. Het is een heel bijzondere compositie geworden, met hier en daar dat heerlijk bombastische dat Russische muziek nu eenmaal vaak heeft, en met een zeer verrassende en daardoor voor de dansers heel lastige maar ook uitdagende telling. Het is te gek hoe de musici het werk uitvoeren, waarbij het ASKO een batterij aan slagwerkinstrumenten meebrengt. Bij de dans van de Faiaken zie je de rook bijna van de trommels af komen. Natuurlijk wil ik”, zegt Van Leth lachend, “graag dat mensen vooral naar de dans kijken, maar kijk bij die scène toch ook even naar de trommels. Dat is echt mega!” Na de twee eerste voorstellingen van ‘De Odyssee’ vindt zaterdag de officiële perspremière plaats. De dag erna zou Van Leth met zwangerschapsverlof moeten gaan. “Maar”, zegt ze verontschuldigend, “ik vrees dat het moeilijk loslaten wordt”. Lonneke van Leth Producties met ‘De Odyssee’: 13 februari tot en met 1 maart in de Fokker Terminal. Voorafgaand aan de voorstelling wordt een Grieks meze- en grillmenu geserveerd. Voor informatie en reserveringen: www.deodyssee.nu
Ingezonden mededeling
Lonneke van Leth producties presenteert
DE ODYSSEE
Groots spektakel met Dans, Live muziek (Asko|Schönberg), Koor en Acrobaten
13 februari t/m 1 maart Locatie: Fokker Terminal Den Haag (Binckhorstlaan 249) Speciale lezersaanbieding voor lezers van Den Haag Centraal: (Gratis upgrade van 2de naar 1ste rang!) Tickets/info: www.deodyssee.nu (Code lezersaanbieding: ODYKRANT)
Den Haag entraal
16>sport
Den Haag Centraal > Vrijdag 14 februari 2014
De Haagse plaatsen van ‘De Kraai’
Van de Mets banen tot het bruggetje van Couperus Momenteel is in Rotterdam het ABN AMRO World Tennis Tournament. Dat zonder toernooidirecteur Richard Krajicek (42) nooit was uitgegroeid tot het fenomeen dat het nu is. Net zoals Krajicek zonder een aantal belangrijke Haagse plaatsen nooit was uitgegroeid tot het fenomeen dat hij nu is. Kortom: trek aan die wandelschoenen en ga mee op een toer langs de vormende locaties in het leven van een van Nederlands grootste sporters ooit. Door Martin van Zaanen
Berkenbosch Blokstraat 20 De Mets banen Nee, Mets is geen Haagse verbastering van het Engelse ‘match’, maar betekent Maatschappij tot Exploitatie Tennisbanen Scheveningen. Sinds 1926 ligt het prachtig midden in de woonwijk, op een flinke smash van het strand. Brasserie De Herreberg, dertien gravelbanen en het intieme center court waar 2000 man op kunnen. In het verleden werden er 40 nationale kampioenschappen en 39 Davis Cups gespeeld. Tegenwoordig is er ieder jaar de Sport 1 Open. Ze noemen het ook wel: Klein Wimbledon. Op de Mets werkte Richard al vanaf heel jong aan wat later misschien wel de beste service van de wereld zou worden – niet alleen hard, maar ook geplaatst en vaak met verrassende wendingen. De overige leden van De Metselaars zagen een fanatiek ventje met een verbeten trek rond zijn gezicht en een nog fanatiekere vader die weinig op hadden met het sociale gebeuren op de club. Na afloop bleven ze nooit even voor de gezelligheid hangen, beter worden was het enige dat hen interesseerde. Met die tunnelvisie legden ze in Scheveningen de basis voor een loopbaan die leidde naar een van de grootste Nederlandse sportzeges ooit: de winst op Wimbledon in 1996. Als eerste Nederlander schreef Richard Krajicek het meest prestigieuze tennistoernooi ter wereld op zijn naam. Hoewel hij in 1999, waarin hij Key Biscane won, ook in voortreffelijke vorm was, veranderde 1996 definitief de koers van zijn leven. In totaal won hij zeventien titels in het enkelspel, waarvan twee ATP Masters toernooien, en drie titels in het dubbelspel. Krajicek sloeg aan prijzengeld ruim tien miljoen dollar bijeen. Zijn hoogste klassering op de Wereldranglijst was vierde. Met deze prestaties is hij één van Nederlands grootste sporters ooit.
Jacob de Graefflaan 10 Cornelis Jetses school Aap, Noot, Mies, Wim, Zus, Jet, Teun, Vuur, Gijs, Lam, Kees, Bok, Weide, Does, Hok, Duif, Schapen; bij de klassieke leesplank waarmee generaties Nederlanders de beginselen van de Nederlandse taal leerden, verzorgde Cornelis Jetses de illustraties. De naar hem genoemde Haagse lagere school lag aan de Jacob de Graefflaan, parallel aan de Stadhouderslaan, tussen de R.J. Schim-
Richard Krajicek in actie voor zijn Foundation op een Krajicek Court. >Foto: Creative Images
melpennincklaan en het Stadhoudersplantsoen. Hier zat de jonge Richard drie jaar bij latere topwielrenner Michael Boogerd in de klas, ze waren goede vrienden. Tussen de middag aten ze vaak bij elkaar thuis, in hun sportfanatisme hadden ze elkaar automatisch gevonden. In klas vier, vijf en zes draaide alles in hun leven al om sport. Later hadden ze weinig contact meer, maar bleef het opvallend dat steeds wanneer Richard aan het presteren sloeg, Michael het ook altijd goed deed. Op de dag dat Michael in 1996 in Aix-les-Bains zijn eerste Tourrit won, behaalde Krajicek de finale op Wimbledon. In 1998, toen Richard weer de halve finale op Wimbledon bereikte, reed Boogerd een fantastische Tour.
Houtrustweg 108 HOKIJ Waar nu appartementencomplexen Groot en Klein Houtrust staan, was ooit Sportcomplex annex tentoonstellingsgebouw Houtrust. De Houtrusthallen, die geopend werden door Koningin Wilhelmina, kende veel gezichten en had ontelbare aspecten. Je zag er rodeo’s, pluimveetentoonstellingen met kippen zo groot als huskyhonden, de Pasar Malam werd er gehouden en het NK atletiek toen de Nederlandse atletiek (Rob Druppers, Han Kulker, Nellie Cooman) nog wat voorstelde. Bob Marley and the Wailers speelden er, en een bandje genaamd The Rolling Stones. Maar vooral herbergde het de eerste Nederlandse overdekte kunstijsbaan, de HOKIJ. Thuis, bij Richards uit Tsjechoslowakije gevluchte ouders Petr en
Ludmila, werd Tsjechisch gesproken. Tsjechen zijn gek op ijshockey en er erg goed in – wat ongetwijfeld veel met elkaar te maken heeft. Ook Richard beoefende het, bij het legendarische HYS. Krajicek: “Maar dat was geen lang leven beschoren. Overal waar de puck was, was ik niet”.
Van Stolkweg 35 VCL Zijn middelbare school volgde Krajicek op het Vrijzinnig-Christelijk Lyceum (VCL) in het Van Stolkpark, het oude aan de Scheveningse Bosjes grenzende villapark. Inderdaad, waar ook de drie prinsen van Oranje school gingen. En dat zijn niet de enige fikse namen. Wat te denken van bedrijfskundige en politicus Pieter Winsemius, politica Andrée van Es, producent Reinout Oerlemans, presentatrice Eva Jinek en model en actrice Anna Drijver? Maar natuurlijk vooral Robert ‘Jokertje’ Minderhoud van Oh Oh Cherso.
Johan de Wittlaan 15 Richard Krajicek Foundation Vlak voor de kruising met de Scheveningseweg staat een modern, groot, wit en langwerpig gebouw. Dat telt vier etages en huisvest vijf bedrijven, waarvan de grootste Buren Van Velzen Guelen is. Dat zijn advocaten, notarissen en belastingadviseurs, gespecialiseerd in internationale zaken. Vanuit dit pand wordt de Krajicek Foundation op succesvolle wijze gerund. Er zijn
maar weinig oud-topsporters die hun erfgoed zo effectief en zinvol beheren als Richard Krajicek. Samen met Johan Cruijff brengt hij de sportliefdadigheid in Nederland op een hoger plan. Inmiddels liggen door heel het land, in 29 gemeenten, 80 playgrounds met sportbegeleiding. Ook zijn er meer dan 100 opgeleide sportcoaches en waren er 250 jongeren die dankzij de Krajicek studiebeurs verder konden leren. Ook zijn er 25 Krajicek Sportclubs, die de leegte opvullen van de reguliere sportverenigingen die zijn vertrokken uit de aandachtswijken. In Den Haag zijn er veertien playgrounds: op het Sint Aldegondeplein, de Berensteinlaan, in Bouwlust, de Fahrenheitstraat, het Dr. de Visserplein, de Escamplaan, de Hondiusstraat, het Ketelveld, de Laakkade, de Paets van Troostwijkstraat, het Oranjeplein, de Spaarwaterstraat, het Vermeerpark en de Teijlerstraat.
Teijlerstraat 126 Krajicek Court Breekpunt In het Valkenboskwartier liggen in de Teijlerstraat, een zijstraat van de Beeklaan, vier hardcourt tennisbanen met lichtmasten. Op deze Krajicek Playground kan het hele jaar door gespeeld worden, en dat gebeurt dan ook. Dit was de eerste die in Den Haag werd aangelegd. Bij het vijftienjarig jubileum van de Foundation, in juni 2012, was niet alleen de wethouder van de partij, maar ook minister-president Mark Rutte en – natuurlijk veel belangrijker – het legendarische Zweedse tennisfenomeen Björn Borg. Of hij die dag
ondergoed van zijn eigen merk droeg, is niet bekend.
Nassaulaan 1 Het Bolle Bruggetje van Couperus De Nassaulaan verbindt de Mauritskade met de Javastraat. Komend vanaf de Mauritskade, ga je over Het Bolle Bruggetje, beroemd geworden door Louis Couperus, die in ‘Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan’ schreef hoe de oude heer Takma hier altijd overheen liep wanneer hij de familie Dercksz bezocht. Het werd in 1844 gebouwd zodat de koning, wanneer hij naar de stallen wilde, niet zou hoeven te wachten bij de ophaalbrug bij het Scheveningse Veer. Vandaag de dag is het bruggetje met paaltjes afgezet zodat er geen auto’s meer over kunnen, tot een tijdje terug werd het veelvuldig door lesauto’s gebruikt om de hellingproef op te oefenen. Nassaulaan 1 is het eerste pand naast het bruggetje rechts. Daar zat in 1996 op de tweede etage, SP International. Dat bureau behartigt de belangen van internationale topvoetballers en is van Krajicek’s goede vriend de voetbalmakelaar Rodger Linse. Richard kwam regelmatig bij hem langs, de twee vullen elkaar goed aan, en het is hier dat het idee voor de Richard Krajicek Foundation ontstond. Onlangs, in de tweede week van 2014, werd in Den Haag de naamsverandering van SP International in Juzzt Football groots gevierd. Met Richard Krajicek, inmiddels al jaren aandeelhouder in het bedrijf, trots op de eerste rij.
17
sport<
Vrijdag 14 februari 2014 > Den Haag Centraal
Haagse sportradio gaat nooit verloren
Het sportieve geluid van een nu veel grotere regio Al meer dan 30 jaar kom je hun verslaggevers overal langs de lijnen van de Haagse sportvelden tegen. Ondertussen zit in de studio een team om van de flitsen een smakelijke radiomix te maken.
Chris
De nieuwe koning
Door Martin van Zaanen
Het was zondagmiddag 26 januari, kwart voor één en in de bedrijvige bestuurskamer van Topklasser HBS op Sportpark Craeyenhout aan de Daal en Bergselaan bestelde Sportsignaalverslaggever Kees te Gussinklo een kop koffie. Van Joop Westdijk, elftalleider van ‘De Kraaien’, vernam hij de laatste nieuwtjes over blessures en schorsingen, kon straks altijd van pas komen. We namen plaats aan de grote ronde vergadertafel, waar ook de 91-jarige oud- internationaal scheidsrechter Lou van Ravens zat. Te oordelen naar de originele memorabilia (opgezette kraai aan de muur) is er in de rangen van Houdt Braef Stant veel historisch besef. Terwijl AD/HC verslaggever Dave Grondel binnenkwam en wat handen schudde, liep beneden ons het terrein langzaam vol. Op het programma stond de Haagse derby tegen Haaglandia; altijd een duel op zich. Dat Te Gussinklo in zijn 19de jaar als radioverslaggever zit, houdt niet in dat hij zich niet minutieus voorbereidt, want dat doet hij wel. En altijd volgens een vast schema. Eerst laat hij zich uitgebreid bijpraten en vervolgens gaat hij vanaf half twee de apparatuur aansluiten, in dit geval op het balkon. Gisteren hoorden we hem nog langs de lijn vanaf De Kastelenring in Leidschendam. Daar was hij bij SEV-DWO, de topper in Derde Klasse B en vroeg na de 0-0 aan SEVtrainer Frank Dobbe of hij dacht dat er iemand met deze wedstrijd een plezier was gedaan. Dobbe antwoordde ‘nee’. De week ervoor was Kees op de Haagse Dynamiek aan de Monseigneur Nolenslaan getuige van een wonderdoelpunt geweest: een machtig schot van eigen helft door Darryl Schaap (DUNO) tegen SVC ’08. Met jongensachtig enthousiasme had Kees zijn keel schor geschreeuwd. Dat seizoen-in-seizoen-uit verslaan van de lokale sport; gaat dat nooit vervelen? “Eerlijk gezegd heb ik afgelopen zomer even getwijfeld of ik wel moest doorgaan. Maar ja, ik weet dat als het eenmaal weer is begonnen, ik er automatisch weer door word gegrepen. Radio maken blijft schitterend. Omdat het ‘live’ is en je nooit weet wat er gaat gebeuren, blijft het spannend. Ook de enthousiaste reacties van de mensen bij de clubs vind ik top. Hartverwarmend”. “Alleen aan het begin van ieder seizoen, wanneer er veel mutaties zijn geweest, is het even wennen. Maar daar heb je je trucs voor: je koppelt de rugnummers en de namen aan uiterlijke kenmerken die je van een afstandje meteen kan zien. Dan noteer je in je aantekeningen kreten als: ‘die brede’, ‘die lange’, ‘die blonde’ en ‘die donkere’ “ Wel gaf Kees aan dat hij ernaar uitkijkt om, zodra de twee jonge voetbalmedewerkers die ze in opleiding hebben er klaar voor zijn, zelf ook weer eens andere sporten te kunnen verslaan. Aanstekelijk Te Gussinklo keek op zijn horloge, stond op, pakte de spoel met tele-
Samen met enkele technici verzorgt Johan van der Meer op de zaterdagmiddag het radioprogramma van Sportsignaal>Foto: Creative Images
‘Hartverwarmende reacties van de mensen bij de clubs’ foonlijn en verliet de bestuurskamer. Alles leuk en aardig; het was tijd om de verbinding te gaan testen, want zonder verbinding geen flitsen. “Een goede voorbereiding is het halve werk, maar mijn kracht zit in het enthousiasme en de betrokkenheid”, zei hij terwijl hij de draad uitrolde. “De juiste toon aanslaan. Je moet het serieus nemen en tegelijkertijd luchtig houden. Nee, na afloop van zo’n duel als vandaag ben ik niet moe. Tuurlijk, je moet je de hele tijd concentreren, je mag geen doelpunt of beslissend moment missen en daar heb ik geen herhalingen voor tot mijn beschikking. Uiteindelijk krijg ik er alleen maar meer energie van. Hoewel een weekend als dit er wel inhakt; gistermiddag SEV verslaan, ’s avonds ADO Den Haag en nu hier; dan merk ik wel dat ik geen twintig meer ben, maar bijna zestig …”. Sterk punt van Sportsignaal Radio: de herkenbaarheid. Voor de luisteraars zijn de stemmen van verslaggevers als Te Gussinklo, Martin Bruin, Luigi Colantuono, Dick den Hollander, Leo Pronk, Tom Scholten en Hans Slootmaker en presentatoren Adriënne van de Nieuwegiessen, Remco Bosshard (bij de thuisduels van ADO) en Johan van der Meer in de loop der jaren huisvrienden-viade-speakers geworden. Iedere zaterdag en zondag luisteren meerdere
tienduizenden mensen naar de volledig door vrijwilligers gemaakte show. Hun uitzendingen zijn een onmisbaar onderdeel van het Haagse voetbal en inmiddels zijn er al meer dan 2400 van geweest, ze zitten in de 34ste jaargang. Eén van de peilers is de hyperaanstekelijke, uit 1997 stammende jingle ’Het sportieve geluid van de Haagse regio, Sportsignaal Radióóóóóó!’ Al wordt die binnenkort niet alleen in een meer eigentijds, maar ook inhoudelijk ander jasje gestoken; door de samenwerking met Omroep West (sinds kort is Sportsignaal ook daar te beluisteren) werd hun uitzendgebied in één klap enorm uitgebreid. Zat Sportsignaal eerst nog op De Werf (in het pand van Dekker Hout), een aantal jaren geleden trok het in bij Den Haag FM, in de Calandstraat. Vandaag zit Den Haag FM in haar onlangs geopende nieuwe studio aan de Laan van ’s Gravenmade, achter de A4. Dat was dan ook de plek waar we ons meldden zodra bij HBS de aftrap was geweest. Eens te meer bleek dat waar een studio zich ook bevindt, die altijd iets van magie uitstraalt. Die koptelefoons, dat rode lichtje voor ‘stilte opname’, geconcentreerde technici als Bob van Apeldoorn, Marcel Scheffers en Bas Middeldorp en achter het glas regisseur Kelvin Groeneveld die alles in de gaten hield. Achter de microfoon: Johan van der Meer. Een doorgewinterde radiomaker. Was er al bij toen de oerversie van het programma, als onderdeel van de ziekenomroep, van start ging. Koeken Tussen de flitsen van HBS-Haaglandia, RKDEO-Schipluiden en RKAVVNieuwenhoorn (VUC – Delft was helaas afgekeurd) door, vertelde Van der Meer dat hij vanaf 1981 bij Sportsignaal is betrokken: “Aanvankelijk waren we alleen te beluisteren in het Rode Kruis Ziekenhuis en een aantal
bejaardentehuizen. Vervolgens via de lokale omroep Lokatel, die destijds de Haagse kabel onveilig maakte. Amper budget, waardoor we alles zelf moesten doen en uitvinden. Maar op die manier groeide het wel uit tot een kweekvijver van radiotalent; van de sportverslaggevers op de velden tot en met de mensen achter de schuiven in de studio. Waarvan een aantal met succes de sprong naar de regionale of de landelijke omroep heeft gemaakt”. Derby Inmiddels was het iets over drieën en klonk het: “We gaan naar HBS – Haaglandia… Kees te Gussinklo!” Dat de derby ronduit saai was werd door hem niet onder stoelen of banken gestoken: “Er zijn mensen in de rust binnen gebleven en ik geef ze geen ongelijk”. Vijf minuten later scoorde de Nigeriaan Chidozie Henry Ugwunna. Te Gussinklo: “Wordt dit de tweede zege van Haaglandia op rij en kruipen ze stiekem uit die degradatiezone weg?” Later die middag kwam Kees er vanaf Craeyenhout weer in voor de nababbel. Terwijl in de studio de schaaltjes gevulde koeken en speculaas werden bijgevuld, ‘Fight For Our Love’ van Cheryl Cole wegebde en het buiten langzaam donker werd, hoorden we Te Gussinklo zich afvragen hoe het mogelijk was dat HBS voor de vijfde keer op rij thuis niet van Haaglandia had kunnen winnen. Ook stelde hij vast dat aanvaller Erkan Sensoy nog altijd erg snel was. De hele middag hing de werksfeer in de studio in tussen relaxed en superscherp. Zo hield Johan van der Meer tijdens het presenteren constant vijf websites in de gaten. Kijken of er landelijk en internationaal niets opzienbarends gebeurde dat hij de luisteraars onmogelijk kon onthouden. Maar ook deze middag was er weinig dat het lokale nieuws overtrof.
Nu Maurice Steijn weg is en Henk Fräser de kar mag trekken, is iedereen bij ADO Den Haag weer even rustig. En zeker nu het eerste succes binnen is. Een gelijkspel bij titelpretendent Vitesse voelt alsof het bestuur goed heeft gehandeld. Of met Steijn aan het roer hetzelfde zou zijn bereikt, zullen we nooit weten. In 2004 interviewde ik Henk Fräser voor de Feyenoord Krant. Hij begon net met trainen en was verantwoordelijk voor Feyenoord onder 19. In het interview neemt hij geen blad voor de mond. Als geboren Surinamer zegt hij: “Over racisme en discriminatie wordt in dit land nogal overdreven gedaan, vaak zelfs hypocriet, het wordt al heel snel en ten onrechte uitvergroot. Wat er in de stadions wordt geroepen, is maar zelden bedoeld als racisme of discriminatie, mensen weten niet eens wat ze zeggen, laat staan dat ze de diepere betekenis ervan doorgronden. Met FC Utrecht speelde ik in 1988 tegen Roda JC, de club waar ik het jaar erop naar toe zou gaan. In die partij liep een toekomstig ploeggenoot tegen me te zeuren van ‘Hé zwarte aap, klim jij eens lekker terug in die klapperboom ...’. Ik heb dat geen seconde ervaren als discriminatie, het enige waar het hem om te doen was, was mij uit mijn spel halen, mij proberen gek te maken, maar dat lukte niet”. Ook over spreekkoren heeft hij in het interview een mening. Nadat ADO in september 2004 een boete kreeg van 25.000 euro vanwege spreekkoren tijdens het duel met Ajax – gerelateerd aan Hamas en Sylvie Meis – zegt Fräser: “Kwetsende spreekkoren vallen in het niet vergeleken bij de werkelijke uitwassen in de maatschappij. Zo vind ik het ronduit belachelijk dat het hele land in rep en roer was toen supporters van ADO Den Haag vorige maand zogenaamd te ver gingen”. De interviewer, ondergetekende, vroeg hem meteen: “Wat gaan we nou krijgen, een Feyenoorder die het opneemt voor de supporters van ADO Den Haag?” Waarop Fräser antwoordde: “Voor ADO Den Haag heb ik altijd een zwak gehad, het is een geweldige club met prachtige supporters. Ik zou er in mijn carrière ook graag een paar jaar hebben willen voetballen”. Die band is er dus tien jaar na dato alsnog, niet als speler maar als hoofdtrainer. Hij heeft dus altijd al ‘iets’ met ADO gehad en verdient wat mij betreft de kans om zijn woorden om te zetten in daden. Wat geweest is, is geweest. De koning is dood, leve de koning. Chris Willemsen
18>sport
Den Haag Centraal > Vrijdag 14 februari 2014
Broers Caljouw: beste vrienden, maar ook trainer en topsporter
Gezinsleven in teken van badmintonloopbaan Mark lijk Sander en ook mijn moeder als manager”, vervolgt Mark. “Zij houden zich allemaal met mijn schema’s bezig. Elke trainer draagt zijn of haar steentje bij. Mijn moeder maakt ook het toernooischema. Dat wordt gedeeld met alle andere trainers, zodat zij weten wanneer ik waar beschikbaar ben. Rust is ook belangrijk. Eigenlijk zou ik het de hele week erin knallen. Maar dat kan niet, dan maak je je lichaam kapot”. Mark maakt furore in de badmintonwereld, terwijl broer Sander net begonnen is aan zijn leven als fitness-instructeur. “Ik had gehoopt dat ik ergens in the picture zou komen. Bij de badmintonbond is er gekozen voor een andere personal trainer. Maar wellicht ben ik toch ook bij anderen in het vizier geraakt. Daarom zou het mooi zijn wanneer we met Mark nog meer resultaten kunnen bereiken. Mark is mijn wandelende advertentie. Ik ben ook trainer bij de Badminton Academy, waar verschillende regionale talenten worden opgeleid. Het is leuk dat een bondstrainer als Robbie Kneefel werkt met mijn trainingsschema’s. Ik had het leuk gevonden als ik op Papendal had kunnen trainen. Maar ook daar is de situatie onzeker. Ik kan me nu goed richten op Mark en op verschillende andere spelers. Ik ben benaderd door enkele tennissers die in de nationale in top 25 staan om hen op fysiek gebied te begeleiden. De gesprekken met hen zijn momenteel gaande. Verder zijn er ook contacten met voetbalclubs om conditietrainingen te geven. De doelgroepen in de sport zijn voor mij het mooist. Ik richt me op de topsporters”.
Badmintonner Mark Caljouw is momenteel een van de betere badmintonners van Nederland. De 19-jarige Rijswijker werd onlangs nog genomineerd voor de titel Haags sporttalent van het jaar. Door Ronald Mooiman
Badmintontalent Mark Caljouw is met een overgangsjaar bezig. Van junior naar senior. Voor veel talenten valt die overgang zwaar. Maar Mark heeft samen met trainers en familie een koers uitgestippeld die hem snel verder moet brengen in de seniorenwereld. “Ik heb een druk programma met veel buitenlandse toernooien. En natuurlijk vorig weekeinde het NK, donderdag en zaterdag de halve finale met DKC tegen VELO en maandag vertrek ik naar het EK voor teams waar ik voor de eerste keer voor geselecteerd ben”. Wanneer Mark thuis is, trekt hij vaak samen op met broer Sander. Behalve zijn oudere broer is hij ook zijn beste vriend, fysiek trainer en sponsor. “In het begin was het wel even wennen om je broer als trainer te hebben. Privé moet je dan even afsluiten, maar we hebben nooit echt ruzie. Ik heb wel het idee dat hij strenger voor mij is. Sander kan mij heel erg motiveren. Vaak meer dan anderen. Ik hoop ooit met badminton geld te kunnen verdienen zodat hij mee kan als trainer, broer en grootste fan”. Piekmoment Broer Sander is al jarenlang verantwoordelijk voor de fysieke gesteldheid van Mark. “Tot dit seizoen keken we altijd wanneer er een piekmoment was en stemden daar de kracht- en conditietraining op af. Nu heeft Mark het zo druk en is hij zoveel weg, dat het soms voor hem belangrijker is om rust te pakken dan om nog eens extra te trainen. Daar moet ik hem soms heel erg in afremmen. Op trainingsgebied is het momenteel heel erg moeilijk om hem goed te begeleiden. Om met elkaar een uur vrij te maken, is al heel erg moeilijk. Hij zit veel in het buitenland. Hij mag ook niet teveel belast worden, maar hij wil het maximale en ik ook. Maar ik moet ook naar het totaalplaatje kijken”. Het gezinsleven bij de familie Caljouw staat voor een groot deel in het teken van de badmintonloopbaan van Mark. “In het begin merk je net nog niet omdat je nog jong bent”, vertelt Mark. “Maar eigenlijk is heel veel afgestemd op mijn badminton. Soms had ik het daar lastig mee. Je wilt in het gezin dat iedereen evenveel aandacht krijgt. Maar door veel met elkaar te praten is het allemaal goed gekomen. Daarom is het ook leuk dat Sander nu mijn trainer is. We staan dicht bij elkaar en zijn goede vrienden. Die band is de afgelopen jaren sterker en sterker geworden. Als
Sander (links) en Mark Caljouw: broers, trainer/speler, maar ook de beste vrienden. >Foto: Creative Images
we thuis met elkaar praten, hebben we het vaak niet eens over badminton”. Sinds dit seizoen is Mark veel onderweg in het buitenland. Broer Sander doet er alles aan om toch te volgen op zijn internationale trips. “Naar nationale competitiewedstrijden ga ik niet zo vaak. En om hem te begeleiden in het buitenland hebben we nog geen geld voor. Ik ben ook pas begonnen met een eigen bedrijfje in fitness. In het buitenland volg ik Mark meestal met livestreams. We spreken elkaar altijd na een wedstrijd, soms ook ervoor. Hetzelfde is dat met trainingsstages. De ene keer spreek ik hem wat meer als broer, de andere keer als trainer. Hij is soms te zeker van zichzelf en legt veel te veel druk op. Hij wil altijd en overal winnen. Soms moet je iets rustiger zijn, niet altijd willen winnen. Je moet ook je leermomenten pakken. Mark is gewend om in zijn juniorenperiode bij-
DEN HAAG
verliezen. Daar praat ik dan met Mark over. In Mark zijn ogen heeft hij vorige week een slecht NK gespeeld. Hij verloor in de halve finale van de latere kampioen Erik Pang. Dan zitten we samen te balen. Maar daarna moet dat over zijn en tevreden zijn met een plek in de halve finale. Hij is nog jong en er is nog zoveel mogelijk”.
‘Als we thuis met SAVE THE CHILDREN elkaar praten,
De stad van vrede en recht steunt ditwe jaar hebben hetkinderen in Liberia vaak niet eens over badminton’ Knallen
DOE IETS
OF
GEEF WAT
na alles te winnen. Dat verandert nu. In zijn eerste seniorentoernooi stond hij direct in de finale. Het toernooi erop werd hij in de kwartfinale uitgeschakeld. Daar baalde hij zo enorm van. Maar ook hij moet leren omgaan met
DEN HAAG
Door de drukte in zijn nog jonge badmintonleven is het zaak om alles goed te plannen. Competitiewedstrijden, kracht-, conditie- en techniektrainingen, internationale toernooien en een uitverkiezing van het Nederlands badmintonteam. Allemaal mooi om mee te maken, maar voor de jongste telg in de familie Caljouw moet het ook allemaal te behappen zijn. “Trainers Rune Massing, Robbie Kneefel, Robbert de Keijzer, Leonard van Velzen, natuur-
SAVE THE CHILDREN
Sportimpuls brengt mensen in beweging Sander Caljouw houdt zich niet alleen bezig met de topsport. Binnen de club DKC is men ook bezig om groepen mensen die nog niet sporten in beweging te krijgen. Sander: “Dat doen we met het project Sportimpuls vanuit de overheid. Ik geef aan groepen allochtone bewoners van Laakkwartier fitnesstraining. Dat is voor mij ook een nieuwe doelgroep. Maar wel erg leuk, alhoewel ik heb moeten wennen aan de andere gebruiken, zoals de manier van communiceren, soms halverwege de training gaan bidden en het douchen met kleding aan. Dat is gebruikelijk in die culturen. Toch probeer ik ze ook mee te geven wat onze gebruiken zijn, zodat ze later ook aansluiting kunnen vinden met de Haags sportclubs”.
De stad van vrede en recht steunt dit jaar kinderen in Liberia
Ingezonden mededeling
DOE IETS DEN HAAG
OF
GEEF WAT
SAVE THE CHILDREN
De stad van vrede en recht steunt dit jaar kinderen in Liberia
Kijk wat jij kan doen op doeietsofgeefwat.nl doeietsofgeefwat
@doeietsgeefwat
19
varia<
Vrijdag 14 februari 2014 > Den Haag Centraal
Hagenaar maakt fotoboek in ghetto’s van de Roma
stadsgroen
Koper
Door Saskia Herberghs
Meer dan fotoboeken die bedoeld mooi liggen te wezen op de koffietafel lokt ‘The good, the bad and the Roma’ reacties uit. De foto’s van Roma die wonen aan de rafelranden van steden, met paard en wagen op karwei gaan en in groot-familiaal verband hun feesten vieren zijn óók prachtig om te zien. Dat het om onze ‘buren’ gaat, is nauwelijks voor te stellen. Fotograaf Peter van Beek: “Bij de Roma is het leven rauwer. Vrijwel alles speelt zich buiten af, op straat. Alles is anders dan bij ons”. De Hagenaar Van Beek (1965) hoopt dat er gesprekken ontstaan. “Die bevorderen begrip”. Want ook al is in Europees verband afgesproken dat de Roma recht hebben op gelijke behandeling, worden zij gemarginaliseerd. Van Beek: “Er worden letterlijk muren om hen heen gezet. Projecten komen de armsten niet ten goede”. Het baart hem zorgen. “Het gaat niet de goede kant op. Er is steeds meer extreem-rechts geweld en discriminatie. Er zijn al doden gevallen”. Vanaf het moment dat Van Beek begin jaren 90 tijdens een reportage over vluchtelingenkampen in ex-Joegoslavië per toeval vlakbij Skopje in Macedonië in de grootste Roma-gemeenschap belandde, legt hij Roma vast, in OostEuropa maar ook hier. Zijn foto’s tonen dat de leefgebieden van Roma door-
Of je nu hobbytuinier, moestuinder, landbouwer of boomkweker bent, iedereen die met het telen en verbouwen van gewassen bezig is, kent de dramatische gevolgen van overbemesting en het gebruik van pesticiden. Eén van de belangrijkste opgaven is het terugkrijgen van het biologische evenwicht van de grond en het grondwater. Het gebruik van
gaans niet benijdenswaardig zijn. “Ze worden gedumpt in gebouwen die zijn afgekeurd of in ghetto’s waar anderen niet willen of mogen wonen”. Ghetto’s Treffend: foto’s van dergelijke buurten in het armere Oost-Europa zijn niet te onderscheiden van die in Parijs. Van Beek: “De ghetto’s zijn exact hetzelfde opgebouwd. Enige verschil is dat Roma in Parijs koken op winkelwagentjes. Dat is een luxe die ze zich in Oost-Europa niet kunnen permitteren”. Wat Van Beek vooral met zijn foto’s hoopt over te brengen, is dat Roma wel
mensen zijn zoals wij. “Mijn foto’s laten zien dat het mensen zijn die ergens wonen, kinderen hebben, de was doen”. Het zou mooi zijn als dat dankzij zijn foto’s doordringt. “Niemand kent Roma, maar mensen hebben wel snel een oordeel klaar”. ‘The good, the bad and the Roma’ wordt zaterdag 15 februari gepresenteerd in Galerie 91 aan de Anna Paulownastraat. De volgende dag begint Van Beek met de verkoop op de boekenmarkt in het Nutshuis. Gesigneerde exemplaren zijn ook te koop via de website www.petervanbeek.com. Het fotoboek kost 42,50 euro.
IJzer zorgt ervoor dat het water in de bodem zijn natuurlijke spanning verliest koperen gereedschap kan daarbij helpen. De Oostenrijker Viktor Schauberger (1885 – 1958) was een naturalist, filosoof en uitvinder. Hij stamde uit een geslacht van boswachters en bracht dientengevolge hele dagen in de bossen door. Daar onderzocht hij tal van natuurlijke fenomenen als de waterhuishouding van grond, de groei en het afsterven van bomen en de natuurlijke energiebalans van de aarde. In 1949 richtte hij samen met zijn zoon Walter de eerste Oostenrijkse ecologische beweging op. Koning Boris van Bulgarije vroeg Schauberger rond 1930 te onderzoeken waarom de landbouwoogsten in zijn land zo afnamen. De onderzoeker ontdekte dat sommige boeren nog wél goede oogsten hadden, zij bleken nog met houten ploegen te werken. De ove-
rige boeren waren overgestapt op ploegen van ijzer. Nader onderzoek wees uit dat wanneer het land met een ijzeren ploeg wordt bewerkt, er door het slijten van de ploeg een fijne laag van ijzerdeeltjes in de bodem terecht komt. IJzer zorgt ervoor dat het water in de bodem zijn natuurlijke spanning verliest. Het zakt dan diep weg en wordt onbereikbaar voor de planten. Schauberger zocht en vond in koper een veel beter materiaal om landbouwgereedschap te maken. Bij de grondbewerking komen sporen koper vrij, wat de oppervlaktespanning van het water intact houdt. Koper is niet statisch geladen, er blijft ook geen grond aan een spade kleven. Schauberger organiseerde landbouwproeven die een geweldig resultaat opleverden: de gemiddelde opbrengsten waren wezenlijk hoger en de planten zagen er gezonder uit. Koperen gereedschap is ook geschikt voor de huis-, tuin- en keukentuinier; het is erg sterk maar licht in gebruik, het kan niet roesten en er blijft geen aarde aan kleven, wat erg lekker werkt. En uit vorige columns weten we dat koper in de grond de slakken weert, dat het tegen de aardappelplaag gebruikt wordt en dat het ook nog eens mieren bestrijdt. Oh, en koper schijnt ook tegen meeldauw te werken: draai een piepklein koperdraadje om de steel van iedere tomatenplant en je hebt nergens last van. Tuinieren wordt een makkie, met koperen gereedschap. Zou er nog ergens een kleine volkstuin te huur zijn, in Den Haag? Wendy Hendriksen
onderwijs
Open dagen en suikerspinnen
Ieder jaar weer spannend. De infoavond op dinsdag, en dan, op zaterdag, de Open Dag. Weken van tevoren al, zoemt het in de school van de activiteit. Lokalen worden opgepimpt, gesopt en geverfd. Tekeningen opgehangen. Kunstwerken uitgestald. Griekse en Romeinse zuilen en pilaren verrijzen in het hoekje Klassiek. De gevel wordt gereinigd, de ramen gelapt, wc-brillen gerepareerd. De grote vraag hangt als een deken boven het gebouw. Hoeveel achtste groepers, hoeveel zevende groepers, hoeveel vaders, moeders,
broertjes, zusjes, opa’s, oma’s en een enkel prinsesje zullen de drempel van ons schoolgebouw betreden. Letterlijk, en, later, figuurlijk. Hoeveel van hen zullen tevreden, voorzien van een tas met het logo van de school, een pen, een informatieboekje, een nummer voor de loterij, een sandwich, een wiskundepuzzel, een zelfgemaakte suikerspin én plakkende vingers, het gebouw weer verlaten? Hoe zal de stemming zijn? En… hoe is het weer? Storm, sneeuw, regen, ja zelfs het tijdstip van een gouden rit van Sven Kramer kan van
invloed zijn op het ultieme doel, de allesoverheersende vraag die vanaf eind januari tot half maart rondzingt op iedere school: hoeveel nieuwe brugklassers zullen zich aanmelden? Het is het bestaansrecht van je school, de zekerheid van je baan. En de concurrentie is moordend. Dus je zet je beste beentje voor, en je hoopt op een goede indruk. Als school. Bij al die ouders. Ouders, en kinderen. Moeilijk in te schatten wie uiteindelijk beslist. De dochter, of de moeder? De zoon, of de vader? Wie geeft de doorslag? Wát geeft de doorslag? Het verhaal over het pedagogisch klimaat en de speerpunten op dinsdagavond? De spetterende proeflesjes en de ronddartelende leerlingen in wervende T-shirts op zaterdag? De fietsafstand? De examenresultaten, de rapporten in De Volkskrant, Trouw en Elsevier? De verhalen op het hockeyveld, de keuze van vriendinnetjes, de sfeer, de uitstraling, of
toch, gewoon, die mierzoete, knalroze suikerspin bij scheikunde? Vroeger geneerde ik me een beetje voor die poppenkast die open dagen steeds meer zijn. Die schaamteloze propaganda voor je eigen school, het stuitte me tegen de borst. Maar dat heb ik niet meer. Andere scholen doen hetzelfde, denk ik dan, en ik
Griekse en Romeinse zuilen en pilaren verrijzen in het hoekje Klassiek
zie een ander effect van zo’n Open Dag. Ik zie wat het doet met onze leerlingen, en met mijn collega’s. Want iedereen heeft er plezier in. Tovert enthousiast zijn lokaal om in een Frans plein, een Engels dorp, een knutselpark, een riddertuin of een hindernisbaan en in de aula wordt gezongen, gedanst en muziek gemaakt. Het gonst en zindert in de hele school, geen leerling wil het missen, dit is de mooiste dag van het jaar. Lachende gezichten en glunderende kinderen, trots op hun school. En dat is niet gespeeld. Ik houd van de Open Dag. Niet voor de bühne, maar voor onszelf. Nee, de Open Dag is geen gewone schooldag, maar wel écht. En daarom doe ik mee. Met heel mijn hart en ziel. Alleen die suikerspin. Die sla ik over. Emmy van der Woude Docente wiskunde Maerlant Lyceum
20>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 14 februari 2014
Schrijf nu een liefdesbrief
ergernissen Tips naar
[email protected]
Door Vilan van de Loo
Kleine sport?
J
e kunt er donder op zeggen. Nederland behaalt grote successen bij het schaatsen op de lange baan en er is naast de gebruikelijke vreugde ook weer gezeur over de zure vaststelling bij sommigen dat het om een buitengewoon kleine sport gaat. Ook de sportpers maakt zich in hoge mate schuldig aan deze hoogst merkwaardige opvatting. Het is typisch Nederlands om dit soort terecht euforische en ook volstrekt onschuldige nationale trots te kleineren. Schaatsen op de lange baan is in die zin een kleine sport dat álle onderdelen van de winterspelen zich nu eenmaal grotendeels op het noordelijk halfrond afspelen. Niettemin brengt het schaatsen zo af en toe nog een sterke NieuwZeelander of Australiër voort. Bij het skiën komt dat niet voor. Daar spelen
© Marcello's Art Factory
onder de haagse torens
Zwitserland, Oostenrijk, Duitsland, Noorwegen, Zweden, Amerika met een enkele uitzondering een zeer dominante rol. Voeg daar voor het schaatsen op de lange baan nog maar een serie grote landen aan toe: Rusland, Zuid-Korea, Canada, Italië, Polen, China. En tegenwoordig leunen zelfs onze zuiderburen al een beetje tegen de schaatstop aan. De eerste Belgische skitopper moet volgens mij nog geboren worden. Daarbij komt dat het topschaatsen vrijwel alleen nog in indoor-schaatstempels wordt bedreven, die overal kunnen verrijzen. Voorlopig dus maar gewoon genieten van de Nederlandse schaatssuccessen en niet meer zeveren over het zogenaamde ‘korfbal-gehalte’ van de schaatssport. Dick Toet
haagse harry
Niemand kan meer om Valentijnsdag heen. De een verafschuwt het, de ander stuurt evenveel kaarten als met Kerstmis maar iedereen denkt op die veertiende februari hetzelfde: misschien komt er vandaag voor mij post. Niks in de brievenbus ontvangen en toch vlinders? Dan is er nog een kans. Schrijf een liefdesbrief. Een echte. Liefdesbrieven is iets uit de tijd van Eline Vere, denkt de belezen Hagenaar. Toen de juffrouwen van stand gevoelige wezens waren en alle mannen een snor droegen. In elk huis stond een linnenkast waarin een stapeltje witte enveloppen lag, met een rood lint erom. Altijd van satijn of fluweel, nooit een handig elastiekje. Maar in onze stad zijn er vandaag de dag nog altijd winkels die prachtig briefpapier verkopen. Dat dient ergens toe. Nee, niet voor facturen. Degenen onder onze lezers en lezeressen die met lege handen staan na Valentijnsdag, vinden hier een nieuwe kans. Alleen, een liefdesbrief, hoe schrijf je dat ook alweer?
u een datum. De a a n he f i s altijd ‘lieve’ en dan de voornaam van degene aan wie u schrijft. In de eerste alinea legt u uit wat de aanleiding is voor uw brief, en die zit in de kwaliteiten van de ander. Het karakter. De hartelijkheid. De talenten. Wat dan ook, als het maar niets met seks, gewicht, politiek of godsdienst te maken heeft. Kijk in dichtbundels wat
er dan overblijft. De twee alinea’s erna beschrijft u wat u in het bijzonder aan de ander getroffen heeft en wat dat met u doet. Bijvoorbeeld: ‘Als jij glimlacht, voel ik me gelukkig’. In de laatste alinea doet u een verzoek. Wat wilt u nou eigenlijk bereiken met deze brief? Schrijf dat op. Dat kan bijvoorbeeld zijn willen weten of de liefde wederzijds is, elkaar beter leren kennen door samen uit eten te gaan, of een weekendje in Parijs doorbrengen. Heeft u de brief af, herschrijf dan alle zinnen die beginnen met ‘ik’. Onderteken met naam en adres. Nu komt het logistieke gedeelte. Frankeer de brief voldoende. Vooral handgeschept papier kan verrassend zwaar zijn. Zelf de brief bij het object van uw verlangen gaan posten is not done. Dat is griezelig omdat het op stalken lijkt. Geen adres? Vraag het. Afwachten Na het versturen van de brief komt het moeilijkste. Wachten. Dat betekent niets doen. Dus ook niet bellen om te vragen of de brief is aangekomen, een sms’ je sturen met dezelfde vraag of met veelzeggende ogen in de buurt gaan hangen. Er zijn twee opties voor de toekomst ontstaan. In de eerste optie komt er een antwoord. Dat kan een afwijzing zijn, een grapje, een verrukte brief vol wederliefde, van alles. Accepteer het, vooral als het om een afwijzing gaat. De tweede optie is dat er geen reactie komt. Niet na een week (controleer de datum van verzending), niet na een maand. Gewoon: niet. Het is net of uw brief niet bestaat. Of uw gevoelens er nauwelijks toe doen. Heeft u daarvoor al die moeite gedaan? Het enige dat erop zit is dankbaar zijn dat uw liefdesbrief niet op Facebook staat. En stuurt u volgend jaar een Valentijnskaart.
PLAATS
© Marnix Rueb
Instructies De voorbereiding is het halve werk. Zorg voor fraai briefpapier met bijpassende enveloppen. Wat u standaard in huis heeft, is niet goed genoeg. Want het is: standaard, en een liefdesbrief is iets bijzonders. Koop een dure set, want kwaliteit is een investering
in de toekomst. Schaf ook postzegels aan. En overweeg de aanschaf van een vulpen. Met een balpen schrijft u boodschappenlijstjes. Printen is bij liefdesbrieven uitgesloten. Hoe de liefdesbrief oogt en aanvoelt, dat is de eerste indruk. Die moet goed zijn. Nu komt de andere helft van het werk, de inhoud. Bovenaan de brief zet
Café West-End, Klimopstraat Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
Z
e zijn er, de plekken waar Vader Tijd zijn genadeloze mokerslagen nog niet zichtbaar heeft uitgedeeld. Ik ben geïnviteerd in café West-End, bij het Goudenregenplein het poortje van het Klimophof door en dan aan het eind links. In de schaduw van één der mooiste Haagse parels, het Papaverhof. Al decennia zijn Loet en Gerda de uitbaters van deze huiskamer met horecavergunning. Er is niet alleen drank in glas, maar ook glas in lood, het interieur is al die tijd vrijwel onaangetast gebleven. Er zijn hooguit een paar foto’s van nieuwe
hoogtepunten in de cafégeschiedenis bijgekomen. De achteloze Haagse snedigheden waarmee de ouwe jongens hun biljartspel omlijsten zijn hier ongetwijfeld sinds mensenheugenis te horen. Loet is een oude Plu, de buurtbende die met de legendarische tegenstanders van de Kikkers in een zwart-witte tijd menige confrontatie uitvocht. De inmiddels grijze en onthaarde rakkers van toen hebben zich in 1997 verzoend tijdens ‘De Vrede van Den Haag’, waarbij er vrolijk gesneerd werd over en weer: ‘Leuk om jullie eens van de voorkant te zien.’ Bier en nostalgie, ach die mooie tijden toen we elkaar nog op de bek sloegen! De foto’s hangen
in het café. Die tonen ook de kekke jongverliefden, die nu nog steeds met liefde dit lokaal beheren. Ingewikkelde Belgische bieren zijn er niet, maar de tap is geduldig. Het café is als zoveel Haagse attracties ooit begonnen als koffiehuis. Iedereen is welkom, van zakenlieden tot punkers. Als Oranje speelt, vult de kroeg zich met wijkbewoners, gehuld in de magische hoofdpijnkleur. Op het tv-scherm zien we hoe ADO genadeloos wordt afgedroogd. De hoofden van de stamgasten rollen van ergernis bijna van de romp. Maar gedeelde smart is halve smart. Het is een café, waar je je opwinding over de gemene taktieken van
de verkeerspolitie moeiteloos kwijt kan: gaan staan flitsen bij de Waterpartij als je net het Hubertusviaduct af komt zeilen! Daar heeft nog nooit een normaal mens langzamer dan zestig gereden. Marktwerking zeker, dat nu ook de politie zijn eigen geld gaat lopen binnengraaien. Nou ja, binnenkort zal deze boetefuik even onklaar zijn, want dan komen alle wereldleiders naar onze stad en gaat alles op slot. Heel Den Haag zal van slag zijn. Heel Den Haag? Nee hoor, ik weet een klein cafeetje waar het leven gewoon doorgaat.
Marcel Verreck