Informele expertbijeenkomst ‘ICT in het onderwijs’ Centrale vraag: Wat kan de overheid met dit onderwerp ten aanzien van financiering, toezicht, leermiddelen en de kwaliteit van het onderwijs? Blok 1: Open education in het hoger onderwijs Spreker 1: Mevr. Anka Mulder, TU Delft Spreker 2: Dhr. Fred Mulder, Open Universiteit Heerlen Spreker 3: Mevr. Christien Bok, SURF Spreker 4: Dhr. Rick Lawson, Universiteit Leiden Introductie MOOC’s worden in de Verenigde staten veel toegepast. TU Delft vind het belangrijk om hier een rol in te spelen. Slechts weinig universiteiten kunnen een rol spelen in de online wereldtop. Maar dit brengt wel vragen met zich mee. Wat is onze rol? Hoe kan het bijdragen aan onze kennispositie? Kiezen we een volgende of leidende rol? MOOC’s kan veel kansen bieden. Het leidt voor TU Delft nu al tot 4 keer zoveel studenten als op de reguliere universiteit. Tot nu toe zijn er weinig hindernissen vanuit de regelgeving aangetroffen, enkel wat juridische zaken bijvoorbeeld ten aanzien van copyright. De overheid zou meer kunnen doen met open education. Dit vraagt om een nationale aanpak ten aanzien van regelgeving, financiering en prestatieafspraken. De open universiteit is hier inmiddels een jaar mee bezig en complimenteert OCW voor de aanpak en visie. Het is belangrijk om innovatie aan te jagen door open onderwijs te benutten. Nederlandse instellingen werken intensief samen op dit gebied. De overheid zou hiervoor onderwijsmiddelen met licenties open beschikbaar kunnen stellen. Open onderwijs zal het campusonderwijs namelijk niet vervangen. Instellingen moeten wel keuzes maken hoe ze dat gaan aanpakken. Onderzoen naar de impact van open onderwijs is welkom. De overheid zou het uitvoeren van experimenten op dit gebied kunnen stimuleren. MOOC’s is een maand geleden gelanceerd. Het blijkt een grote aantrekkingskracht te hebben, op dit moment doen al 147 landen mee. Het is op dit moment vooral nog zoeken voor instellingen hoe ze dit het beste vorm kunnen geven. Want wat bied je online aan en wat offline? Het is belangrijk dat de overheid instellingen de ruimte geeft om te kunnen experimenteren en niet meteen alles dicht gaat regelen. Daarnaast is het huidige verdienmodel niet afdoende maar ook daarin zijn instellingen nog zoekende. Boodschap aan de politiek: Stel ons in staat om te laten zien wat Nederland in huis heeft op het gebied van MOOC’s. Vragen van kamerleden aan de experts Dhr. Beertema (PVV): Hoeveel geld is er nodig? Wordt er nagedacht over een verdienmodel? Wat zijn internationaal gezien de best practices en wat was de rol van de overheid hierbij?
Dhr. Lawson: Dat is lastig te zeggen, de kosten variëren naarmate MOOC’s meer worden gebruikt. Er is op dit moment geen plan voor een verdienmodel. Het heeft natuurlijk wel positieve gevolgen voor het imago en de naamsbekendheid van de universiteit. Dat laat zich niet in geld uitdrukken. In de Verenigde staten is de overheid overigens niet betrokken bij MOOC’s. Het wordt vooral opgepakt door de markt zelf. Hopelijk wordt het accreditatiestelsel geen hindernis. Voor studenten die een MOOC aan een andere universiteit hebben gevolgd is nu de vraag of ze vrijstelling kunnen krijgen bij hun eigen universiteit. Advies: Laten we in deze fase niet direct accreditatie en bewakingssystemen ontwikkelen. Daar kunnen we over nadenken als we wat verder zijn. Dhr. Mulder: Wanneer is iets een best practice? Kijken we dan naar het aantal studenten dat een MOOC aantrekt? Dan gaat het niet om de kwaliteit van de inhoud van de cursus. Advies: kijk niet alleen naar hoe het in de Verenigde Staten wordt aangepakt. Laten we onze gedachten laten gaan over hoe we het Europees gaan insteken. Overigens zijn MOOC’s nu even heel hip, over een tijd is het heel gewoon. Maar het is een mooie manier om onderwijs in brede zin opener te maken. Mevr. Mulder: Inderdaad, open onderwijs is meer dan alleen MOOC’s. Het kan ook voordelig zijn voor het reguliere onderwijs. TU Delft investeert hier al jaren in. Als materiaal beschikbaar komt voor de rest van de wereld is dat goed voor de reputatie van Nederland en de universiteit. We verdienen er op dit moment geen geld aan. Mevr. Jadnanansing (PVDA): Wat is er nodig vanuit de overheid? Hoe ver bent u met bekostigd online onderwijs? Mevr. Mulder: We starten met een test in september voor het online volgen van een opleiding. Hiervoor hebben we contact gezocht met de overheid maar het blijkt prima binnen de huidige regelgeving te passen. Voor de online opleiding gelden immers dezelfde kwaliteitsregels. Mevr. Straus (VVD): Wat moeten we bewaren van hetgeen nu al aanwezig is? Dhr. Mulder: PO en VO maken vorderingen, het hoger onderwijs is wat later aangehaakt. Voor het vervolg moet worden nagedacht over een andere, sectorspecifieke invulling en de vrijblijvendheid moet ervan af. Het materiaal dat wordt ontwikkeld moet vrij beschikbaar komen en dat gebeurd nu niet. Mevr. Straus (VVD): Waarom gebeurd dit nu niet? Mevr. Bok: Dat gebeurd niet omdat het niet verplicht is. Hiervoor is een cultuurverandering nodig. Het is nogal wat om je materiaal voor de hele wereld open ter beschikking te stellen. Dit werkt kwaliteitsverbetering van het materiaal trouwens wel in de hand. Dat is een positieve ontwikkeling. Dhr. Lawson: Een voorbeeld van hoe wij nu omgaan met licenties. We hebben met Oxford University Press onderhandeld dat 40.000 studenten gedurende de 5 weken dat de MOOC online staat, gratis gebruik kunnen maken van hun boek. Dhr. van Meenen (D66): Zijn er zaken die op dit moment nog niet goed gaan? En gaat uw voorkeur uit naar een algemene aanpak of moet er één topuniversiteit worden aangewezen?
Dhr. Mulder: Open onderwijs is goed voor ‘Holland promotion’. We zouden ons moeten profileren als een land waar open onderwijs beschikbaar is. We moeten beter laten zien dat we het begrip ‘open onderwijs’ centraal stellen. MOOC’s kunnen we daarbij inzetten als marketingtool. Het kan ons als samenleving veel opleveren. Mevr. Mulder: Wij zien dit als een kans en niet alleen vanuit het oogpunt voor het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Ook vanuit economisch oogpunt biedt het kansen. Maar nogmaals, deelnemen aan de wereldtop is niet voor elke universiteit weggelegd. Samenvattend Dhr. Duisenberg (VVD): Het is bijna niet te bevatten als je ziet hoeveel mensen zich inschrijven voor MOOC’s. Het is belangrijk om onze kans te pakken. Pionieren is niet erg, gaandeweg worden we wijzer. Open onderwijs is goed voor de BV Nederland en draagt op een positieve wijze bij aan het verbeteren van de doelmatigheid, kwaliteit en toegankelijkheid van het onderwijs. Een van de uitdagingen is het vinden van een businessmodel. De politiek moet nadenken over wat dit betekent bekostiging en studiefinanciering op de lange termijn. De rol van de overheid moet duidelijker worden. Daarbij is geen strakke regie gewenst maar moet er worden nagedacht over gevolgen voor de huidige regelgeving. Blok 2: ICT in het basisonderwijs Spreker 1: Dhr. Pim Schippers, Methodelink Spreker 2: Dhr. Hans Theeboom, O4NT Spreker 3: Dhr. Jan Stedehouder, columnist en trendwatcher Spreker 4: Dhr. Erik Neeskens, ProWise Introductie Gebruik van ICT levert een aantal belemmeringen op in het basisonderwijs. Bijvoorbeeld ten aanzien van het verplicht aanwezig zijn van schooluren. Help ons af van de knellende toezichtskaders. Daarnaast zijn tablets een investering die veel basisscholen niet kunnen betalen. Met de juiste kostenbesparingen kunnen tablets beschikbaar komen voor alle kinderen. Hier ligt een cruciale rol voor traditionele partijen. De overheid moet de vrije markt hierbij stimuleren. Met de huidige financiële middelen kunnen we een heel eind komen. Er is vooral behoefte aan een stimulerend beleid vanuit de overheid. Promoot ICT in het onderwijs en maak een algemeen beleid hierop zodat scholen er zelf invulling aan kunnen geven. Het aanreiken van essentiële vaardigheden voor het gebruik van ICT is een rol van de overheid. Digitale geletterdheid moet verankerd worden in alle vakken. De overheid moet er niet voor terugschrikken om het vak ‘programmeren’ toe te voegen aan het curriculum. Daarmee worden ook de ICT vaardigheden van pabo studenten bedoeld.
Vragen van kamerleden aan experts Dhr. van Meenen (D66): Hebben leraren te weinig tijd voor digitalisering in het onderwijs? Wat staat er nog meer in de weg? Dhr. Theeboom: Op dit moment is er inderdaad te weinig tijd. Leraren ervaren hoge administratieve lasten. Voor het gebruik van ICT is draagvlak nodig bij een team, gevolgd door een transitieproces. Docenten moeten dan gaan nadenken over wat ze ermee willen. Dat proces duurt ongeveer een half jaar. De rol van de docent kan echter wel veranderen door het gebruik van ICT van instructie geven naar begeleiding geven. Daarnaast kan correctiewerk en registratie worden overgenomen door technologie. Dat neemt de docenten werk uit handen. Ook kan er efficiënter worden vergaderd door het gebruik van ICT, hetgeen tijd kan besparen. Door het gebruik van een tablet wordt leren tijd- en plaatsonafhankelijk. Het is dus belangrijk om wat een scholier thuis leert ook als effectieve leertijd aan te merken. Het huidige toezichtskader vormt daarbij een grote belemmering. Daarnaast ligt de nadruk nu vooral op taal en rekenen en heerst er een afrekencultuur. Leerlingvolgsystemen kunnen een rol spelen om veel meer vertrouwen te geven. Dhr. Neeskens: Het gebruik van gratis software is een succes. Er zijn inmiddels 150.000 lessen geüpload in een community. Docenten kunnen zo elkaars lessen gebruiken en dat bespaart tijd. Wij merkten echter dat de software vaak te ingewikkeld was dus we hebben het veel simpeler gemaakt. Binnen drie klikken heb je nu alles bij de hand. Zo kunnen docenten de mooiste dingen maken in een mum van tijd. Dhr. Beertema (PVV): Wat vind u van ‘flipping’? Dhr. Theeboom: Gepersonaliseerd onderwijs wordt mogelijk door ICT. Laten we daarnaast creativiteit en 21 century skills stimuleren. Ik ben een groot voorstander van flipping. Het levert tijdwinst op. Het kan worden gebruikt op basis van MOOC’s. Instructie vindt online plaats en in de les is er dan tijd en ruimte voor verdieping van de lesstof. Dhr. Neeskens: Denk daarbij ook aan de kansen die het biedt voor het faciliteren van het zieke kind. Dhr. Smaling (SP): Wat zijn de ontwikkelingen van ICT voor PO en VO in de context van wat zich afspeelt in de wetgeving? Wat zou hier moeten veranderen? Dhr. Theeboom: Digitale geletterdheid verdient de volle aandacht en de leerlijn is essentieel. De overheid kan hier meer aan doen. Mevr. Straus (VVD): Hoe is het gesteld met het vak informatica in het voorgezet onderwijs? Dhr. Theeboom: Hier moet veel meer worden ingegaan op 21 skills zoals creatief denken, omgaan met zoekmachines en kritisch leren omgaan met informatie. Mevr. Jadnanansing (PvdA): Zijn er veel scholen die nog niets doen op dit gebied? Dhr. Stedehouder: Het is belangrijk om content op verschillende manieren te ontsluiten. Sommige kinderen kunnen er nu niet goed bij. Er dienen open standaarden te worden gebruikt zodat ouders met goedkopere software ook kunnen participeren. Wat kan de overheid doen om te voorkomen dat
tools niet voor iedereen beschikbaar zijn? Bijvoorbeeld niet meer toestaan dat het onderwijs gaat investeren in eigen standaarden. Mevr. Straus (VVD): Kunt u meer vertellen over 21 century skills? Het is belangrijk om lol van programmeren op kinderen over te brengen. Laat ze ontdekken hoe de wereld acht zo’n apparaat eruit ziet. Maar ook hoe grote ICT projecten van de overheid in relatie tot te burger worden toegepast. Het is belangrijk dat burgers daarin meer vertrouwen krijgen. Denk aan het gebruik van stemmachines, het kastje in de auto met de kilometerheffing en PRISM. Dhr. Duisenberg (VVD): Hoe kan de vrije markt worden gestimuleerd? Dhr. Neeskens: We besparen het onderwijs geld maar we kunnen niet alles veranderen. Digitalisering is mogelijk als alle partijen krachtig doorpakken. Daarbij moeten we niet meer denken in technische onmogelijkheden. Samenvattend Mevr. Straus (VVD): Leren is steeds minder tijd- en plaatsonafhankelijk. Dat is in de huidige wetgeving niet handig geregeld. Daarnaast veranderd de rol van de docent en krijgt hij meer tijd door het gebruik van ICT. Het is belangrijk om beter in te spelen op de individuele leerweg van kinderen. Topleraren komen door het gebruik van ICT voor alle kinderen beschikbaar. Flipping the classroom is niet voor alle kinderen een oplossing. Sommige kinderen hebben meer begeleiding nodig. De lerarenopleiding moet bij de tijd blijven, de aandacht voor ICT op de pabo is niet goed genoeg. De markt kan daar oplossingen voor bieden. Met betrekking tot financiën zijn er door het gebruik van ICT besparingen mogelijk. Maak gebruik van elkaars kennis! In het najaar komt er een notitie van het ministerie van OCW. Daarin worden alle zaken die we vandaag gehoord hebben meegenomen.