Informatiemiddag Brainstorm Zieplaweb 26 maart 2015 Dagvoorzitter:
Ruud Mantingh
Sprekers:
Joost Verhagen, Anton van der Vegt en Vanessa Michel, Leen Moraal, Thale Roosien
Aanwezig:
40 personen
Doel: Hoe kunnen we met zijn allen samenwerken en meer betekenen voor de bomen in Nederland. Joost Verhagen: Wat betekent Zieplaweb nu eigenlijk? En wat is het idee er achter? Vanuit een bevlogen ideologie is Zieplaweb ontstaan. Als je landelijk volgens één uniform model informatie verzamelt, resulteert dit in een uniforme databank. Een databank waar beheerders en wetenschappers informatie uit putten. Deze feiten en cijfers leiden dan tot meer inzicht in de feiten, handvatten voor de beheersing van ziekten en plagen. In 2010 heeft Cobra daarom Zieplaweb 1.0 ontwikkeld. Naast reeds bestaande platforms was dit vooral bedoeld als een meldingssysteem voor eikenprocessierups. De data die daaruit verzameld worden, zouden dan als kennisbron voor eenieder beschikbaar zijn. Het idee is goed. In 2010 is versie 1.0 getest. In de periode 2011, 2012 versie 2.0. Beiden faalden door technische gebreken in de software of beperkte beschikbaarheid van mobiel internet. Daarom is het project destijds in de ijskast beland. Inmiddels is in nagenoeg heel Nederland mobiel internet beschikbaar. Er zijn betere platforms beschikbaar én het kan gekoppeld worden aan Boomregister.nl. In boomregister zijn alle bomen van Nederland opgenomen. Tijd om Zieplaweb uit de ijskast te halen. Cobra is bereid om Zieplaweb 3.0 te ontwikkelen, maar kan dat niet alleen zoals zal blijken uit de presentatie van Anton en Vanessa. Vanessa Michel en Anton van der Vegt: Zij hebben als afstudeeropdracht een haalbaarheidsstudie gedaan
naar
Zieplaweb.
Hun
onderzoek, resultaten en conclusie lichten ze toe. Voor het onderzoek zijn achttien personen
van
verschillende
instanties/bedrijven bevraagd. Door het
houden
duidelijk
van
interviews
geworden
wat
is de
doelgroepen zijn van Zieplaweb. Uit het doelgroepenonderzoek blijkt dat vooral de gemeenten samen een belangrijke doelgroep vormen. Commerciële bedrijven staan sceptisch tegenover het initiatief en zijn vooral geïnteresseerd in het verdienmodel. Met Zieplaweb zou er een landelijke kaart kunnen ontstaan met de verspreiding van ziekten en plagen? Dit kan een hulpmiddel zijn voor wetenschappelijk onderzoek. Dit geeft iedereen inzicht of de ziekte of plaag bij hen in de buurt is (sneller inzichtelijk wanneer actie moet worden ondernomen). Daarnaast is het
1 van 7 12-6-2015
Informatiemiddag Brainstorm Zieplaweb
waardevol de mate van aantasting in beeld te brengen. Vervolgens kan berekend worden wat de kosten van een mogelijke uitbraak van een quarantaine soort zou zijn. Draagvlak bij gemeenten en het ministerie is wel mogelijk, maar bij de commerciële partijen is het moeilijker. Hoe los je dat dan op? Hen ook betrekken, meer belangen verenigen, dit zorgt voor kwaliteit en kennisverhoging. Zo voelen alle partijen zich betrokken en niet buitengesloten. Een goed voorbeeld hiervoor is het oprichten van een coöperatie, waar partijen lid van kunnen worden. Dit kan resulteren in meer vertrouwen en dus meer draagvlak. Maar: dit kan ook nadelen met zich mee brengen. Want je bent minder flexibel. Iedereen wil mee beslissen. Is er een kans voor Zieplaweb 3.0? Ja, maar er hangen voorwaarden aan:
Samenwerking (bijvoorbeeld kennisdeling)
Transparantie
Gebruik van de data
Landelijke betrokkenheid
Daarbij is het wel belangrijk dat Zieplaweb 3.0 niet afhankelijk wordt van subsidies, anders zou het hetzelfde lot kunnen ondergaan als Insectenweb van Leen Moraal. Er is veel behoefte aan kennisdeling! Maar… weinig vertrouwen. Men voelt toch wantrouwen tegenover de concurrent. Hoe kun je dat oplossen? Belangrijk is samenwerking en transparantie, wat gebeurt er met de data? Draagvlak is essentieel. Hoe krijg je de partijen zo ver om je te steunen?
Zieplaweb verbeteren (eenvoudig houden, up-to-date, geen technische storing, inzicht in het verdienmodel)
Zieplaweb vullen met data van beheerders om een nulsituatie te bieden
Maak het overzichtelijk, begin met de top 5 prioriteit ziekten en plagen
Zorg voor een standaard registratiemethodiek
Wij willen erachter komen of het grootste probleem kan worden opgelost: willen jullie samenwerken? En is door middel van die samenwerking Zieplaweb 3.0 mogelijk? Leen Moraal Feitje: 90% van alle diersoorten zijn insectensoorten. Waarom leven zo veel van deze insecten op bomen (meer dan op niet-houtige gewassen)? Grote, vorm, structuur biedt voedselplekken, voorspelbare voedselbron, overwintering op boom mogelijk. Wanneer is het een plaaginsect? Wanneer hij hinder veroorzaakt, gezondheidsklachten, ontsiering van bomen (wegvreten van bladgroen), verzwakking van bomen (door primaire houtvreters), boomsterfte door secundaire ziektes en plagen (leiden vaak naar sterfte omdat ze pas optreden bij verzwakking). Conclusie: veel van deze plaaginsecten zijn in eerste instantie hinderlijker voor de mens dan voor de boom. Wij willen de esthetische waarde van een boom in stand houden. Voor de boom daarentegen maakt het niks uit. Een eik is een soort waar veel insectensoorten op voorkomen, in tegenstelling tot de plataan waar slechts vijf soorten op leven. Andere bomen waar weinig insecten op voorkomen zijn: paardenkastanje, acacia en walnoot. Weinig insecten, weinig aandeel biodiversiteit. Een zomereik is daarom een ‘rijke’ boomsoort, een plataan een
2 van 7 12-6-2015
‘arme’ boomsoort. Insecten zijn een voedselbron voor vogels. De vogels profiteren van de plaag, maar kunnen de plaag niet voorkomen. Robinia geplant in 1579 in Dordrecht (de eerstgeplante robinia!). Was eeuwenlang nooit in contact gekomen met insecten, tot er bepaalde insectensoorten naar Nederland zijn geïmporteerd. In 1998 is de eerste soort in de Robinia waargenomen, in 2007 de tweede. Hoe komt er een (tijdelijk) einde aan een plaag? Bijvoorbeeld door ongunstige weersomstandigheden, voedselgebrek na kaalvraat, maar met name door andere insecten (denk aan soorten als sluipwespen). Sommige plagen zijn onze eigen fout (eikenprocessierups bijvoorbeeld), want we hebben de perfecte omgeving voor hem gemaakt. Begeleiding van monocultuur groen langs wegen is een snelweg voor deze soort (mede door de warmte van de weg en de makkelijke toegang). Een van de oorzaken voor de toename van insectenplagen is klimaatverandering. De winters in Nederland worden steeds zachter en natter. Verschil tussen de ei- en de pop- overwinteraar. De ei-overwinteraar doet het momenteel beter. Want de pop-overwinteraars hebben een nadeel bij de verwarming, ze zijn gevoeliger voor schimmels. Waarom zijn de meeste plagen vooral te vinden in steden? Urban Heat island. Het klimaat is geschikter. In de stad is het gemiddeld zo’n 2.5 graden warmer. Leen benadrukt het belang van een centraal aanspreekpunt voor boomziekten en plagen. Leen Moraal kreeg een foto in 2010 uit Almere met de vraag wat er in deze boom zou zitten. Dit bleek de Aziatische boktor te zijn. Mensen moeten kunnen vragen: wat is dit? Wat moeten we ermee? Zo worden uitbraken van quarantaine boomziekten en plagen snel gesignaleerd! Dan dreigt er nog een gevaar: soorten als de essenprachtkever. In 12 jaar, 35 miljoen dode bomen in USA en Canada. Momenteel al wel in Moskou gesignaleerd, maar nog niet in Nederland. Alle essen bleken daar gevoelig. Wat zagen zij als oplossing: sluipwespen kweken en uitzetten. Had dit nut? En wat zijn de ongewenste neveneffecten? Conclusie is nog niet bekend. Als de essenprachtkever wordt waargenomen, direct contact opnemen met de NVBA. Toekomstvoorspelling: In onze tuin, parken en bossen zijn veel exotische bomen en struiken aangeplant. Er zullen steeds meer bijbehorende exotische insecten arriveren. Wanneer de natuurlijke vijanden ontbreken, kan overlast en boomsterfte optreden. Klimaatverandering, meer zomerdroogte wat leidt tot verzwakking van bomen. Hierdoor worden deze gevoeliger voor secundaire plagen en dat resulteert in meer bomensterfte. Vinger aan de pols! (kan dit met Zieplaweb?). Informatie over actuele plagen, lange termijn trends (oplopend, stabiel, aflopend), inzicht in de schadelijkheid van een bepaalde nieuwe plaag (moeten we er wat mee doen of valt het mee?) en tijdige ontdekking (betere kans op beperken consequenties). Tip: er moet een helpdesk in het leven worden geroepen. Tip: communicatie! Jaarlijkse artikelen in vakbladen, excursies en lezingen voor beheerders, etc. Thale Roosien: De iepenwacht – een groot succes. Kwam voort uit een iepenberaad (na een extreme achteruitgang van iepen in het bomenbestand). Incidenten, epidemieën en calamiteiten. De huidige boombeheerder heeft ziekten en plagen niet in zijn boombeheer. ‘Het gaat er niet om mensen bang te maken, maar om alertheid te creëren. ‘ Buitenland – zijn we goed op de hoogte van de gevaren die nog kunnen komen uit het buitenland? We kunnen wat leren van het buitenland. In Duitsland staat iedere week wel wat in de krant over boomziekten en plagen, hier in Nederland horen we er niks over. Niet alleen
3 van 7
Informatiemiddag Brainstorm Zieplaweb
goed op de hoogte raken van de gevaren maar ook van de oplossingen en onderzoeken. Wat weten we nu van elkaar en hoe informeren we elkaar? Als je informatie nodig hebt, waar zoek je dat dan op? Dat is momenteel nog lastig. Bij bomen en groen denkt men veel in kosten in plaats van in waarde en opbrengst. De jaarlijkse baten van bomen in New York zijn 208 dollar per boom. Iedere geïnvesteerde dollar levert 5-6 dollar op aan waarde (denk aan: reductie CO2, fijn stof, opslag water, recreatie, biodiversiteit, flora, fauna, etc.). Reken voor Nederland maar uit 100 miljoen bomen, 1 euro per boom betekent al 100 miljoen euro. Een nieuwe stap in samenwerking: Europa (fraxback). Bijvoorbeeld het kweken van resistente soorten. EPPO – Europian Plan Protection Organisation. Informatie over diverse plagen en ziekten. Maar waarom lukt het niet de kennis bij de boomverzorger te krijgen? Dagvoorzitter: we denken in de kosten van groen maar niet in de waarde! Bedenk eens hoeveel bomen waard zijn in Nederland. Joost Verhagen: Boomregister.nl – wij kennen alle bomen van NL is een landelijke database met boomgegevens. Deze database wordt steeds completer door de boomdata van een boombeheerder toe te voegen. Toegankelijk voor een zo breed mogelijk publiek. Nog op de planning: publiek erbij betrekken, zij zouden ook moeten invullen wat er in hun achtertuin staat. Voor wie: voor iedereen! Boombeheerders, bosbeheerder, waterschappen, beheerders (kabels en leidingen), architecten, bouwkundigen, milieu, ecologen. Het boomregister is voor ons allemaal! De leden maken het boomregister succesvol. Coöperatie: COBRA, NEO, WUR en Geodan. Iedereen heeft een rol. En de leden staan centraal. Biedt het boomregister nu een geschikte basis voor Zieplaweb 3.0? Discussie Johan Meffert, MWVA vraag aan Joost: Hoe goed is jouw web? Je weet alle bomen te vinden, maar weet je ook welke soorten het zijn? Dan zou het heel waardevol zijn. - We weten waar ze staan, maar niet welke soorten. We moeten nog een platform (app) bedenken waarop je je boom kan labelen (met name particulieren). Fons van Kuik, WUR vraagt aan Joost: het verdienmodel. Ik ben enthousiast, maar de vraag is hoe wordt je hier lid van? Het is niet gratis. Hier gaat veel tijd in zitten, financiën, eigendomschap? - Iemand moet tegen de bal schoppen. Drie commerciële partijen en een universiteit, ongekend deze coöperatie! Dat is al bijzonder. We willen allemaal wat betekenen. Ja, dit heeft ons heel veel geld gekost, maar we zien de waarde van het register. Bewust gekozen voor een coöperatie, aaibaar, iedereen mag lid worden en betaalt een bedrag x (hoeveel?). Ongeveer 175 euro aan lidmaatschap als persoon per jaar. Voor organisaties zijn we nog aan het rekenen. Het is jaarlijks omdat het levend gehouden moet worden. Kennis delen! Het is niet van iemand of een bedrijf, het is de bedoeling dat het van ons allemaal is. Dagvoorzitter: wil iemand hier op reageren? Is 175 euro te veel? Wat vinden jullie ervan? Gerard Jagers op Akkerhuis, Alterra: ik heb er geen zicht op. Als je over heel NL denkt, hoeveel partijen zijn er geïnteresseerd in om lid te worden? 175 euro is niet zo veel, maar 1000 mensen is al 175.000, dat biedt mogelijkheden!
4 van 7 12-6-2015
- we hebben ongeveer 400.000 euro nodig om een database van een 6 naar een 15 te tillen. Maar ik heb ook geld nodig om een app te maken, om iedereen alles te kunnen laten invoeren. Betalen voor het lidmaatschap maar ook het gebruik. Maar we moeten nog kijken hoe acceptabel het is om kosten te koppelen aan het gebruik. Maar we zijn geen bv dus we willen geen winst maken. Dagvoorzitter: is er dan 4 ton per jaar nodig? Rob Beck: we hebben te maken met open data. De grondstof is in open data gemaakt. Dus die is gratis. Als je jaarlijks AHN data moet aanschaffen loopt dat in de tonnen. We proberen met het concept te spelen dat we data van de overheid krijgen. Dus we willen niet dat het 4 ton per jaar kost. Maar bedenk 100 miljoen bomen in een database, er verandert 10% per jaar. Dat is een enorme klus. Hoe ga je om met de verschillende behoeften? Harmen van de Meulen, Gemeente Stichtse Vecht aan Joost: Wij hebben onze bomen in kaart, jij wilt ze hebben. Dat kost ons 175 euro. Wat krijgen we daar voor terug? - Dan ben ik niet duidelijk. We willen een model maken dat voor iedereen geschikt is. We willen het interessant maken voor iedereen. Dagvoorzitter: de gemeente heeft het dus goed voor elkaar, maar ze moeten alsnog betalen om het in jouw systeem te zetten? - Ja, dat lijkt me meer dan redelijk. Door lid te zijn steun je namelijk ons en maak je dingen mogelijk. Harmen: je hebt punten staan en hoogtes. Dit is informatie die je terug kan leveren aan een gemeente. Henry Kuppen, aan Joost: ik zie dit heel graag gebeuren. Heb je ervaren dat grote opdrachtgevers beperkingen hebben in het openstellen van hun gegevens? - Ze zijn angstig. Geen VTA gegevens openstellen, want anders … Gevoelige informatie delen doen ze niet graag, daar zit best wel een angst. Gemeentes zijn vaak huiverig, willen niet dat iedereen weet waar aantastingen etc zitten. Thijs Kruiver, gemeente Zundert: ik ben niet bang. Inwinnen van luchtfoto’s zit mij wel dwars. Er gebeurt dubbel werk. Deze foto’s worden ook al gemaakt door de overheid (in de zomer) Verschillende reacties, kort gezegd komt het er op neer dat geld een issue is waar nog een lijn in moet worden gevonden. Daarnaast moeten luchtfoto’s dan wel aan specifieke voorwaarden voldoen. Harmen: Zieplaweb geeft nu inzicht in de locatie van waar ziekten en plagen zijn gevonden. Wat ik nog niet heb gezien is het ontwikkelen van nieuwe kennis. Hoe kun je dat in Zieplaweb opnemen?
5 van 7
Informatiemiddag Brainstorm Zieplaweb
- Met veel mensen samengewerkt. We wilde in eerste instantie een tool aanbieden voor beheerders. Dat bleek niet handig. Zieplaweb zoals ik het nu voor ogen heb zou in feite een verzamelplek moeten zijn. De registraties moeten op een wetenschappelijke manier worden bekeken. Maar het aanbieden van een soort beheerplatform zou meer een verzamelplaats moeten worden. Het moet geen concurrent worden van mensen die software maken en aanbieden. Dagvoorzitter: wat moet de organisatievorm worden? Studenten stellen coöperatie voor. Is dit juist of een meldpunt of een netwerk? Wat moet het worden? Kunnen wij samenwerken als commercieel bedrijf en overheid? Thale: twee weken geleden was ik in Zweden. Hier zag ik die samenwerkingen. Bedrijven en gemeenten. USA, Engeland, Australië. Je ziet in die ontwikkelingen dat je niet zonder commerciële bedrijven kan. Je hebt ondernemerschap nodig. Dat zit bij bedrijven anders dan bij overheden. De drijfveer van het bedrijf is zijn eigen portomennee. Zonder bedrijven kunnen we niet onafhankelijk zijn van subsidies. Fons: Hoe staan de boombeheerders van de gemeente erin? Mooi dat het internationaal goed gaat, maar Nederland is anders. Ik ben dus helaas een beetje sceptisch. Aanbeveling: begin klein en werk het uit. Laat zien, zo kan het. In deze gemeente hebben we dit weten te bereiken, andere zullen dan wel volgen. De grootsheid van jullie is nu te ambitieus. - Zieplaweb is niet meer dan een idee om ergens centraal die ziekten en plagen te verzamelen. De grootste vraag is: wie gaat het dragen? Angela Wurth, gemeente Amersfoort: we vergeten een hele belangrijke groep, namelijk de inwoners van de steden. In Amersfoort zijn de bewoners bezig om een groenvisie te maken. Eerste vraag: weten jullie hoeveel bomen er zijn. Ja gemeentelijke bomen, en de rest weet ik niet. Die interesse van bewoners is er. Dagvoorzitter: moeten zij nu meebetalen aan het bomenbestand? Angela: lijkt me prima, als ze lid willen worden. Inwoners zijn heel geïnteresseerd in de bomen in hun directe omgeving en de ziektes en plagen die daar op voor (kunnen) komen. Zij zouden een kleiner kunnen betalen en dan per straat kunnen inzien en invoeren. Conclusie: doen ze dat dan wel? Opnieuw een discussie over geld. Eerdergenoemde discussies herhalen zich. Pieter Jan de Winter, vraag aan Fons: waarom zijn we anders dan buitenlanders. Thale: ontwikkeling in Engeland. Treezilla, open Universiteit vanuit educatief oogpunt. Dit is een beweging om over na te denken en kan mogelijk nog een geldstroom in gang zetten.
6 van 7 12-6-2015
Afgevaardigde provincie Noord-Brabant, wij hebben een compleet datasysteem met bomen en ziekten en locaties met overzichten van bijvoorbeeld eikenprocessierups. Wij zien graag een goede website met daarop hoe wij dit moeten aanpakken. Wij zijn op zoek naar antwoorden (hoe lang kan deze boom nog mee). Maar het overdragen van ons systeem, daar zijn we niet happig op. Je zit met licenties. Henri Hairwassers, provincie Noord-Brabant. De provincie heeft vooral behoefte aan een centrale website waar je beheerderskennis kunt halen ten aanzien van ziekten en plagen. John van den Berg, gemeente Helmond: ik zou het als boombeheerder prima vinden om mijn gegevens te delen. Voor Zieplaweb denk ik dat het pas interessant wordt als het in mijn gemeente gaat spelen. Mijn bestuur vindt het misschien niet de moeite waard als Zieplaweb niet inspeelt op de ziekten en plagen binnen mijn gemeente. Zolang we er nog geen last van hebben gaat het college niet mee. Dagvoorzitter: klein beginnen. Dus Zieplaweb moet dus meer een site zijn. Met kennis delen en hulp bieden. Peter Klerkx: bij gemeente zou eigenlijk een plicht moeten liggen om te anticiperen. Groeningenieurs: meer denken in waarde. Meer denken aan het groen en niet alleen aan recreatie. Neem zorg voor je bomen. Waarde hoeft niet alleen in geld uitgedrukt te worden. Bedenk hoe je stad eruitziet zonder groen. Speel in op: kinderen moeten weer spelen, waar kan dat, niet in een vinexwijk, wel in een bos. Dagvoorzitter; fantastisch dat jullie er allemaal zijn. U heeft daarmee laten zien dat u betrokken bent bij het onderwerp. Dat is de eerste slag die nodig is om ergens te komen. Red: aansluitend kunnen deelnemers hun visitekaartje achterlaten om aan te geven dat ze positief staan tegenover het initiatief. Er zijn tien visitekaartjes ontvangen en twee toezeggingen van personen die geen visitekaartje bij hadden.
26 maart 2015
7 van 7