INFORMATIEBULLETIN 23 APRIL 2004
1. Jaartoespraak van de voorzitter DNP, Huub van Gorp. De voorzitter heet een ieder van harte welkom, speciaal de genodigden, de heren Meijer en Zimmerman. Op deze jaarvergadering vieren we tevens het 10-jarig bestaan van DNP. Dit is een belangrijke mijlpaal voor DNP; in deze tien jaar is DNP zeer actief geweest en zijn belangrijke zaken voor de gepensioneerden tot stand gekomen. In 2003/2004 is pensioenland in de ban gekomen van de strikte regels die de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid alsmede de op komst zijnde nieuwe Pensioenwet, voorzien in 2006. U kunt het ook uitgebreid lezen in de kranten. De belangrijkste punten zijn: - geen toezegging indexatie; alleen voorwaardelijke toezeggingen zijn mogelijk acceptabel. Zodra er een onvoorwaardelijk karakter aantoonbaar is, zal dat ten koste gaan van de dekkingsgraad (extra buffers vereist). - De zekerheid om in te toekomst te betalen moet 97,5% zijn, dat wil zeggen éénmaal in de 40 jaar mag er een onderdekking ontstaan die in 15 jaar moet worden hersteld. - Een standaard pensioenfonds moet aan een dekkingsgraad van 130% voldoen. Uit de recente ALM (Asset Liability Management) studie blijkt dat het Nedlloyd Pensioenfonds hieraan voldoet en dat willen we graag zo houden. De toekomst wordt er echter niet eenvoudiger op. Deze is deels afhankelijk van de ontwikkelingen op de aandelen- en obligatiemarkt, maar zeker niet als na 2006 de vaste rekenrente (4%) wordt los gelaten en marktwaarde – rekenrente moet worden toegepast. Het toezicht op alle pensioenfondsen neemt steeds verder toe door PVK, DNB (De Nederlandse Bank), financiële autoriteit, maar ook de corporate governance (Tabaksblat) gaat zijn rol spelen. Er is voordeel in te zien door het intensievere toezicht op directie en bestuurders. Het nadeel is er dat verlies aan flexibiliteit optreedt . Bij het Nedlloyd Pensioenfonds is het premie-element relatief klein en kan er “slecht” met de beleggingen en indexatie worden gestuurd. We zijn dan ook tevreden dat er bij het Nedlloyd Pensioenfonds een redelijke basis is opgebouwd. Een korte terugblik op 2003: - De samenwerking en samenspraak met de Adviesraad en het NPF-bestuur verlopen goed. We hebben tenslotte één belang: pensioen en indexatie. - De aanwezigheid van drie gepensioneerden in het NPF-bestuur ervaren wij als positief. Er is meer inzicht, men kan meedenken en een beter begrip uitdragen omtrent de beslissingen. De ALM-studie heeft dat versterkt (solvabiliteit en indexatie). - Er is nagedacht en gesproken over samenwerking met personeelsverenigingen van de rechtsvoorgangers van Nedlloyd (KRL,VNS,SMN etc.). Iedereen kan natuurlijk lid worden van DNP, maar daarnaast willen de andere verenigingen graag zelfstandig blijven. DNP heeft niet de organisatie en de gelden om een zekere coördinatie op zich te nemen . - De Nederlandse Vereniging van Organisaties van Gepensioneerden (NVOG) gaat door op een meer realistische basis. Voor ons als NDP is de informatiestroom van groot belang, ook op Europees gebied. 1
-
De communicatie met onze leden is sterk verbeterd door de komst van de DNP-website. Naast het Infobulletin kunt u nu ook op de website informatie verkrijgen met verbindingen naar het NPF en de Pensioenkrant. Via de E-mail adressen kunt u vragen stellen en geven wij antwoord op de website! De openheid neemt steeds verder toe.
Tot slot zeggen wij u toe dat de manier waarop wordt gewerkt zal worden voortgezet. In het bestaande spanningsveld moeten wij er alles uit halen om de pensioenen betaald te krijgen, maar vooral ook om de indexatie op peil te houden. Wij hebben de steun van alle DNP-leden en de andere gepensioneerden hard nodig om onze doelen te realiseren. Wordt dus lid van DNP, dat leidt tot succes.
02. Financieel verslag 2003 en Begroting 2004.
Financieel verslag 2003
De penningmeester, de heer Tippens, gaf een korte toelichting bij de diverse, in de Staat van Inkomsten en Uitgaven en in de Balans per 31 december 2003 voorkomende, posten. In bijzonder werd de overschrijding van het budgetbedrag bij de lidmaatschappen zijnde de betaalde normale en extra contributiebetalingen aan het NVOG (Nederlandse Vereniging van Organisaties van Gepensioneerden) toegelicht. Het financieel jaar 2003 kon uiteindelijk worden afgesloten met een voordelig saldo van € 5.695,-. Dit saldo werd toegevoegd aan de Algemene Reserve per 31 december 2003 welke daarna € 63.088,- bedraagt.
Verslag Kascontrolecommissie
De kascontrolecommissie bestaande uit de heren W. de Bos, C.M. Verloo en W. van den Berg hebben de boeken en de bescheiden met betrekking tot het jaar 2003 van de vereniging beoordeeld en gecontroleerd. Zij brachten hierover schriftelijk verslag uit aan de Ledenvergadering, waarin zij ook voorstelden het bestuur voor het gevoerde financieel beleid in 2003 te déchargeren.
Décharge voor het gevoerde financieel beleid
Nadat de door leden gestelde vragen (o.a. naar de omvang van het eigen vermogen en een advies over het mogelijk besparen van kosten op de Infobulletins) zijn beantwoord, brengt de voorzitter het door de kascontrolecommissie aangegeven advies om het bestuur te déchargeren voor het in 2003 gevoerde financieel beleid in stemming. Dit werd vervolgens unaniem en met applaus door de vergadering overgenomen.
Begroting 2004. Bij de daarvoor direct in aanmerking komende posten werd een toelichting gegeven. Aangegeven werd dat het vermelde bedrag onder “Lidmaatschappen” het maximum contributiebedrag voor 2004 voor het NVOG betreft. In het bijzonder werden de omstandigheden uiteen gezet waarom in tegenstelling tot voorgaande jaren slechts 2/3 gedeelte van de kosten van de Jaarvergadering gezamenlijk door Koninklijke Nedlloyd, Nedlloyd Pensioenfonds en de Stichting Nedlloyd Voorzieningen wordt vergoed. Nadat alle uitgavenposten zover mogelijk zijn verminderd, blijft er toch nog een ongedekt saldo van € 4.500,-. Hoewel dit een hoogst ongebruikelijke situatie is, werd de ledenvergadering gevraagd toch met deze begroting in te stemmen en het toekomstig tekort over 2004 per 31 december 2004 direct ten laste van het eigen vermogen te brengen. De gestelde vragen werden beantwoord waarbij in het bijzonder de vraag om in 2004 reeds tot verhoging van de contributie over te gaan, aangegeven werd dat het bestuur van DNP eerst de ontwikkelingen in 2004 met betrekking tot het NVOG wil afwachten. Het lidmaatschap is in principe per 31 december 2004 opgezegd en het hangt van de verdere ontwikkelingen bij het NVOG af of wij het lidmaatschap volgend jaar weer continueren. Als deze omvangrijke post wegvalt, is aan te nemen dat er weer een kostendekkende begroting is. 2
Aan de ledenvergadering werd gevraagd met de huidige begroting ondanks het verwacht nadelig eindsaldo in te stemmen en daarmede voor het verenigingsjaar 2004 akkoord te gaan met handhaving van het huidige contributiebedrag van € 12,00. De ledenvergadering ondersteunde unaniem dit voorstel met een applaus.
Kascontrolecommissie
De voorzitter stelde voor de huidige kascontrolecommissie bestaande uit de heren W. de Bos uit Breda, C.M. Verloo uit Terheijden en W. van den Berg uit Zevenbergsehoek volgend jaar weer de boeken en bescheiden van de vereniging te laten controleren waarmede de vergadering kon instemmen.
Belangstellende leden kunnen een exemplaar van o de Staat van Inkomsten en Uitgaven over 2003, o de Balans per 31 december 2003, o de Verklaring van de kascontrolecommissie o de Begroting voor 2004 verkrijgen bij de secretaris of de penningmeester.
03. Kanttekeningen bij financiële aspecten omtrent pensioenen, door D.P. Tippens, penningmeester DNP De heer Tippens begon aan te geven dat het aantal interessante pensioenonderwerpen zodanig groot is, dat daarmede de gehele dag verder gevuld kon worden. Er moest een keuze gemaakt worden waarbij gekozen is voor een zestal belangrijke punten. Hierbij werd gebruik gemaakt van opeenvolgende overheadsheets, hetgeen uitstekend bijdroeg aan de interessante informatie.
Dekkingsgraad
De dekkingsgraad geeft de verhouding aan tussen het totaal vermogen van een fonds (zoals aandelen, obligaties, onroerend goed, vorderingen en liquiditeiten) en de pensioenverplichtingen van alle bij een fonds betrokken verzekerden (dus actieven, slapers en gepensioneerden) op één bepaald moment. Door de voortdurende veranderingen in de waarde van de beleggingen en in de pensioenverplichtingen zal een dekkingsgraad constant in beweging zijn. De dekkingsgraad is een belangrijke graadmeter omtrent de financiële situatie van een pensioenfonds. Hoe hoger de dekkingsgraad van een fonds, hoe groter de zekerheid van een fonds. De Pensioen- en Verzekeringskamer als toezichthouder op de pensioenfondsen in Nederland hanteert een uiterste minimum dekkingsgraad van 105%. De gemiddelde dekkingsgraad van alle Nederlandse pensioenfondsen bedroeg eind 1999 135% en eind 2003 gemiddeld 111%. Het Nedlloyd Pensioenfonds had per 31 december 2003 een dekkingsgraad van iets boven de 130%.
Indexering van pensioenen
Bij indexering is sprake van een voorwaardelijke of een onvoorwaardelijke toezegging van indexatie. Een voorwaardelijke indexatie is veelal afhankelijk van de hoogte van de dekkingsgraad, het fondsrendement en de algemene financiële positie van een fonds. Per fonds kunnen hierbij verschillende combinaties en uiteenlopende normen worden gehanteerd. Bij een onvoorwaardelijke toezegging gaat het in beginsel om een waardevaste indexatie – 3
gebaseerd op de heersende inflatie – of een welvaartvaste indexatie – gebaseerd op de loonontwikkeling. Hoewel ieder graag een onvoorwaardelijke indexeringstoezegging zou willen hebben, is dit voor een pensioenfonds een bijna onhaalbare financiële mogelijkheid. Het betekent bij voorbeeld dat bij een toezegging van 2% indexering per jaar gedurende slechts tien jaar (de gemiddelde pensioenperiode is het dubbele aantal) een verlaging van een bestaande dekkingsgraad van 130% tot 117% . Indien een fonds een onvoorwaardelijke indexering hanteert moet zo’n fonds een dekkingsgraad van minstens 150% hebben. Hierbij mag geen sprake zijn van een incidentele situatie maar moet zo’n fonds gedurende langere tijd boven de 150% dekkingsgraad uitkomen.
Richtlijn 271: Personeelsbeloningen
Een heel actueel onderwerp voor Raden van Bestuur van beursgenoteerde ondernemingen als Shell, Philips, Unilever en Nedlloyd omdat het daar onrust heeft veroorzaakt. Hoewel volgens wettelijke bepalingen in Nederland ondernemingspensioenfondsen (zoals het Nedlloyd Pensioenfonds) en de daarbij betrokken werkgever (Koninklijke Nedlloyd N.V.) afzonderlijke rechtspersonen zijn, moeten vanaf 2005 eventuele tekorten bij een pensioenfonds worden verwerkt in de jaarrekening van die ondernemingen. Dit is gebaseerd op door de overheden voorgeschreven boekhoudregels, welke in Europa en dus ook in Nederland vanaf 2005 van toepassing zijn. Bij de betreffende ondernemingen is men met deze verplichting bepaald niet blij omdat dit kan betekenen dat de resultatenrekening en de balans van die ondernemingen nadelig beïnvloed worden door ongunstige financiële omstandigheden bij een pensioenfonds. Het bovenstaande heeft ertoe geleid dat bij veel ondernemingen de pensioenregelingen zijn aangepast (ook bij Koninklijke Nedlloyd) waarbij de bestaande toegezegde pensioenregelingen met pensioen op basis van de eindloonregeling zijn omgezet in toegezegde bijdrageregelingen. Bij de laatst genoemde regelingen is de bijdrage van de werkgever beperkt tot de overeengekomen bijdragen. Om bovengenoemde reden zijn ook in de afgelopen drie jaar ondernemingspensioenfondsen overgegaan naar bedrijfstakpensioenfondsen of naar verzekeraars. De werkgevers van die fondsen worden daardoor niet meer geconfronteerd met mogelijke toekomstige tekorten bij die fondsen.
Gesloten pensioenfondsen
Een pensioenfonds heeft met de werkgever een zogenoemde Financieringsovereenkomst afgesloten, die in het algemeen gedurende twee/drie jaren van kracht blijft. Daarna wordt “onderhandeld” over een nieuwe overeenkomst. In een dergelijke financieringsovereenkomst zijn alle financiële regelingen tussen werkgever en pensioenfonds als uitvoeringsinstantie van de pensioenregeling opgenomen. Onder meer de te betalen premies door werkgever en werknemers, welke uitzonderingen daarop van toepassing zijn en wat de maximum bijdrage van de werkgever kan zijn. Als die verhouding werkgever/pensioenfonds om welke reden dan ook wegvalt en daarmede ook het bestaan van een financieringsovereenkomst, wordt een dergelijke pensioenfonds als “gesloten” fonds beschouwd. Het moet dan alle overeengekomen pensioenverplichtingen gaan herverzekeren. Dit op basis van wettelijke bepalingen, waarvan kan niet afgeweken worden. De Pensioen- en Verzekeringskamer als de daartoe aangestelde toezichthouder, houdt daarop controle. De afgelopen jaren hebben enkele van die gesloten pensioenfondsen tot aan de Hoge Raad toe zonder succes processen gevoerd. Ondanks het feit dat die fondsen goede pensioenvermogens hadden, moest men gaan herverzekeren Er is momenteel bij de Tweede Kamer een wetsontwerp ingediend, dat een oplossing voor bovengenoemd probleem zal zijn. Naar verwachting passeert dit wetsontwerp voor het einde van dit jaar ook de Eerste Kamer zodat deze wet volgend jaar van kracht zou kunnen zijn. De uitgangspunten waaraan een gesloten pensioenfonds moet voldoen om niet te behoeven te 4
herverzekeren, worden niet in de wet opgenomen maar zullen op individuele basis per fonds worden vastgesteld door de Pensioen- en Verzekeringskamer. Het gaat hier dus om maatwerk per pensioenfonds. Hierbij is van belang de verhouding tussen actieven, slapers en gepensioneerden, de verwachte levensduurperiode van het fonds, de grootte van het pensioenvermogen en de samenstelling daarvan. Ook al wordt dit wetsontwerp eerst volgend jaar wet, dan heeft het een terugwerkende kracht tot 27 juni 2003.
Nieuwe pensioenwet vanaf 2006 Verwacht wordt dat de nieuwe pensioenwet vanaf 2006 van kracht zal zijn. Daarin worden diverse toetsingsregels opgenomen waarbij reeds bepaald is dat - Pensioen- en Verzekeringskamer, - Nederlandse Bank - Autoriteit Financiële Markten gezamenlijk belast zijn met de controle op de naleving van die toetsingsregels. Over een van die toetsingsregels namelijk de zekerheidseis en daarmede samenhangend de dekkingsgraad is nog een een discussie. De Pensioen- en Verzekeringskamer opteert voor de maximale zekerheid (99 ½% met een dekkingsgraad van 140%), het kabinet voor 97 ½% met een dekkingsgraad van 128% en sociale partners voor 95% zekerheid met een dekkingsgraad van 120%. Het probleem hierbij is dat veel pensioenfondsen nog geen dekkingsgraad van 120% hebben (o.a. ABP en PGGM). Daar is sprake van een herstelperiode van enkele jaren met als gevolg hogere pensioenpremies voor werkgever en werknemer en daarmede een lastenverhoging, die weer ten koste gaat van de beschikbare loonruimte. Op dit moment is het nog niet duidelijk welke minimumdekkingsgraad in de nieuwe pensioenwet wordt opgenomen.
Informatieverstrekking In de nieuwe pensioenwet wordt ook de verplichting opgenomen dat de pensioenfondsen aan alle belanghebbenden goede informatie moeten geven over alle van belang zijnde onderwerpen zoals over indexaties, de dekkingsgraad, het beleggingsbeleid, beleggingen en de rendementen. Dit moet periodiek per kwartaal gebeuren, de informatie moet tijdig dus niet kwartalen later gegeven worden en het moet schriftelijk en in begrijpelijke taal en termen plaatsvinden. Dat laatste punt is zeker van belang omdat in de praktijk blijkt dat de huidige informatie van pensioenfondsen veelal uitsluitend te begrijpen is door pensioendeskundigen. Te verwachten is dat het komend jaar/komende jaren ook bij het Nedlloyd Pensioenfonds een en ander zal gaan verbeteren.
Tenslotte werd gewezen op eerder vernomen opmerkingen dat bij het Nedlloyd Pensioenfonds over een flink aantal jaren een groot pensioenvermogen aanwezig is tegenover een klein aantal actieven en gepensioneerden. De toe te passen indexatie per 1 april van elk jaar wordt mede bepaald door de hoogte van de dekkingsgraad. Indien het pensioenvermogen aanzienlijk groter is dan de pensioenverplichtingen, dan wordt dit minimaal elk jaar zichtbaar via een hogere dekkingsgraad. Dat betekent dat het bestuur van het Nedlloyd Pensioenfonds altijd kan beslissen om naast de reguliere indexatie een extra indexatie toe te kennen zodat dat pensioenvermogen niet groter wordt dan strikt noodzakelijk is en dat zoveel mogelijk actieven en gepensioneerden daarvan tijdig kunnen genieten. Veiligheid is goed en noodzakelijk, maar te grote veiligheid kan overbodig zijn. Met het uitspreken van de veronderstelling dat het bestuur van het Nedlloyd Pensioenfonds de belangen van alle bij het fonds betrokken belanghebbenden nu, maar ook in de verdere toekomst op een evenwichtige wijze zal behartigen, werd de presentatie afgesloten. 5
€ 12,00
De leden in de op 17 maart j.l. gehouden jaarvergadering hebben op voorstel van het bestuur het huidige contributiebedrag van € 12,00 in 2004 te handhaven. Gelijktijdig met dit Infobulletin ontvangen alle leden een acceptgiro voor het betalen van deze contributie. Mocht u de contributie via Girotel willen betalen – dit is voor ons financieel gunstig – dan verzoeken wij u bij te vermelden bijzonderheden naam én woonplaats te de vermelden. Dit voorkomt De leden in op 17 maart j.l. vergissingen. gehouden jaarvergadering hebben op vostvoorstel van het bestuur besloten het Bij voorbaat dank, huidhuidige contributiebedrag van € 12,00 in 2004 te handhaven. Gelijktijdig met dit Infobulletin ontvangen alle leden een acceptgiro voor het betalen van deze contributie.
04. Lezing door Ton Zimmerman, directeur Nedlloyd Pensioenfonds Het jaar 2003 gaf gelukkig een wat positiever beeld te zien dan de voorgaande twee jaren. Na twee jaren met een negatief rendement nu weer een jaar met een voldoende positief rendement. De indexatie 2003 is als gevolg van de tegenvallende financiële resultaten over de daaraan voorafgaande jaren beperkt gebleven tot 1,4%. Het verschil (1,9%) met de wijziging van de loonindex (3,3%) staat nog op de lat en kan wanneer de financiële positie daartoe aanleiding geeft weer worden ingehaald. In 2003 werd de nieuwe bestuurs- en medezeggenschapsstructuur gerealiseerd en de ervaringen zijn zonder meer positief te noemen. In april werd de opvolger van de Deelnemersraad, de nieuwe Adviesraad geïnstalleerd. Het rendement over 2003 is bevredigend te noemen, maar belangrijker is dat het rendement op langere termijn ruim boven de 4% rekenrente uitkomt en dat er ook ruimte blijft om de indexatie te financieren. De Dekkingsgraad is inmiddels weer boven het niveau van 130% gestegen, hetgeen voor een fonds met onze verplichtingenstructuur van groot belang is. In de loop van 2003 is er een Asset Liability studie uitgevoerd. De reden hiervan is update van de vorige ALM-studie i.v.m. gedaalde dekkingsgraad van 126% (ultimo 2000: 155%), definitieve samenstelling Pensioenfonds en de gewijzigde pensioenregeling. Voorts speelde de PVK-circulaire van 30 september 2002 een rol en werd beoogd het indexatie- en beleggingsbeleid te analyseren. Vervolgens dient te worden bepaald op welke wijze de resultaten zullen worden getoetst. Welke risico’s zijn nog acceptabel, zowel voor het Pensioenfonds als voor de belanghebbenden? Voor het fonds zijn nog acceptabele risico’s : * kans op PVK onderdekking (dekkingsgraad <105%) 3% * kans op dekkingsgraad < 90% 1%
6
Bij handhaving van het huidige indexatiebeleid zijn de risico’s voor de solvabiliteit van het Pensioenfonds minimaal, echter de indexatie achterstand is over een tijdhorizon van 35 jaar dan te hoog. Door aanpassingen te doen in het indexatie- en het beleggingsbeleid wordt een meer evenwichtiger verdeling van risico’s over alle belanghebbenden bereikt. Aanpassing van het beleggingsbeleid om het solvabiliteitsrisico binnen de normen te krijgen: Bandbreedte * 50% vastrentende waarden 40 – 60% * 27,5% aandelen 20 – 35% * 20% onroerend goed 15 – 25% * 2,5% alternatives 0 - 5% De kans op onderdekking is de komende 10 jaar beperkt tot 1,7% en de relatieve indexatie achterstand wordt dan becijferd op 3,3%. Indexatiebeleid De ambitie van het bestuur blijft het streven naar welvaartsvaste pensioenen, echter er zijn wel voorwaarden, nl: • De financiële positie van het fonds • Een dekkingsgraad >105% • Omslagpunt dekkingsgraad >130% • Dekkingsgraad <130% dan staffel verstrekkingspercentages • Inhaalregeling. De overrente-restrictie op basis van 5 jaars gemiddeld fondsrendement is losgelaten evenals het hanteren van de laagste van de loon- of de prijsindex bij een dekkingsgraad onder de 130%. De staffel leidt tot de volgende verstrekkingspercentages: Dekkingsgraad Verstrekkingspercentages 130% 100% 126% 70,6% 113% 10,2% 108% 1,4% 105% 0,0% Als bijvoorbeeld de dekkingsgraad 113% en de wijziging van de loonindex is 5% dan wordt een indexatie verleend van 10,2% van 5% = 0,5% en het restant wordt op de lat geschreven voor betere tijden. Agenda 2004 e.v. • nieuwe financieringsovereenkomst • automatisering pensioenregeling afronden (pensioenpeiler) • verkiezingen gepensioneerden bestuursleden
05. Jaarverslag Adviesraad door R.A. Corten, voorzitter Adviesraad. Verleden jaar is in januari de Deelnemersraad gewijzigd in de Adviesraad. Dat had te maken met de nieuwe samenstelling van het Pensioenfondsbestuur waarin de gepensioneerden eigen zetels kregen. Op 10 maart 2003 heeft de oude Adviesraad nog advies gegeven over de indexatie van onze pensioenen. De economische situatie was toen nog zeer somber. Beurskoersen bleven verder dalen en de oorlog in Irak moest nog beginnen. De Adviesraad heeft daarom toen geadviseerd om de beperkende bepaling voor de indexatie conform het reglement strikt toe te passen en het was niet verwonderlijk dat het Pensioenfondsbestuur een zelfde mening was toegedaan. Wij hebben daarom in 2003 slechts 1,4% indexatie gekregen.
7
Dat was 1,9% minder dan de loonindex, maar dat houden we tegoed zodra de fondsmiddelen dat toelaten. Inmiddels waren eind februari verkiezingen gehouden voor een nieuwe Adviesraad, die op 11 april 2003 is geïnstalleerd. Naast mijzelf bestond de Adviesraad toen uit Wim Grootenboer (vice voorzitter), Hans Drenthe (secretaris), Daniël Sikkens, Theo Versloot en Ab Poldervaart. Wij zijn meteen aan de slag gegaan om een eigen reglement vast te stellen en om met het Pensioenfondsbestuur een nieuw Protocol overeen te komen. Vooral dat laatste was belangrijk omdat de bevoegdheden van de Adviesraad, anders dan bij de Deelnemersraad, niet meer op de wet maar op dat Protocol steunen. Tegelijkertijd werden ook afspraken gemaakt met ons verenigingsbestuur om tot een gestructureerd contact te komen, teneinde elkaars werk te ondersteunen. Op 2 juni 2003 zijn ons reglement en het nieuwe Protocol formeel vastgesteld in de overlegvergadering met het Pensioenfondsbestuur. Tegelijkertijd lag toen het Jaarverslag 2003 ter advies. Het is altijd een hele klus om zo’n Jaarverslag en het bijbehorende Actuarieel Rapport en Statenverslag nauwgezet te bestuderen, teneinde daarover op zinvolle wijze met het Bestuur te kunnen discussiëren. Zoals bekend, werd in de loop van het jaar een nieuwe ALM-studie uitgevoerd. In mei kreeg de Adviesraad een uitvoerige uiteenzetting over de werkwijze en uitgangspunten van die studie en in november werden de uitkomsten en conclusies aan ons gerapporteerd en uitputtend besproken. Ook hebben de leden van de Adviesraad in mei en juni 2 studiedagen gehad om onze kennis van pensioenzaken te verdiepen. Bij de laatste overlegvergadering met het Pensioenfondsbestuur, op 8 december j.l., was een groot aantal onderwerpen aan de orde. In de eerste plaats de ALM-studie, die het bestuur aanleiding gaf tot aanpassing van haar beleid, hetgeen ondermeer werd verwerkt in het beleggingsplan 2004. Dan lag er een aantal reglementswijzigingen ter advies. De belangrijkste daarvan was het artikel met de nieuwe indexatie-regels, waarbij de beperkende invloed van het gemiddelde 5-jaars rendement is vervangen door een staffel. Ook dit was een uitvloeisel van de ALM-studie. Voorts moest de Adviesraad adviseren over het Budget Organisatiekosten, de invoering van Overlevingstafels, het kerstgeschenk en het voornemen tot vervroegde af-financiering van het pre-pensioen. Dan valt nog te melden dat Ton Gijzen in november als plaatsvervangend lid namens de werknemers aan de Adviesraad is toegevoegd, dat Ab Poldervaart is doorgeschoven naar het bestuur en dat hij op zijn beurt in de Adviesraad is opgevolgd door Ton Jansen die voorheen in de Deelnemersraad heeft gezeten. Mede door het onderhouden van goede contacten met de leden van het Pensioenfondsbestuur en met het bestuur van onze vereniging zal de Adviesraad zich ook dit jaar naar beste vermogen inzetten. De Adviesraad staat altijd open voor vragen of opmerkingen. U kunt ons ook vinden op de website van onze vereniging en op die van het Pensioenfonds, maar u kunt ons ook gewoon per brief of telefoon benaderen.
De contributie voor 2004 reeds betaald? Gelijktijdig met dit Infobulletin ontvangen alle leden een acceptgiro voor het betalen van de contributie voor 2004. Omdat uit kostenoverwegingen bij de verzending geen onderscheid gemaakt kan worden tussen de leden, die op dat moment de contributie wél dan nog niet betaald hebben, ontvangen alle leden de betreffende acceptgiro. Wij verzoeken8de leden, die reeds betaald hebben deze acceptgiro als niet ontvangen te beschouwen, waarvoor bij voorbaat onze dank.
06. Mutaties in het bestuur DNP. Zoals meegedeeld waren de heren H.A. van Gorp en J. Simons statutair aftredend. De heer Van Gorp stelde zich als bestuurslid en voorzitter en de heer Simons als bestuurslid herkiesbaar. De heer C.B.H. Stal , in zijn functie als vice-voorzitter, stelde dit agendapunt aan de orde en vroeg de vergadering of zij hiermee kan instemmen. De vergadering antwoordde positief met een duidelijk applaus.
07. Benoeming van de heer G. Th. M Sweijen tot erelid van DNP. Tijdens de jaarvergadering van 17 maart j.l. heeft de vergadering unaniem besloten Ger Sweijen te benoemen tot erelid van de vereniging. Ger was zeer vereerd met deze benoeming. Hierbij enkele wapenfeiten die tot de benoeming hebben geleid: • Ger is de oprichter van DNP 10 jaar geleden op 24 maart 1994 • Ger was de man van het eerste uur die met enkele collega’s kritiek uitoefende op het NPF i.v.m. betalingen aan Nedlloyd en het inkopen van Nedlloyd-aandelen. • Hij begon zijn carrière binnen DNP als lid van het bestuur, maar verruilde dat gezien het belang van medezeggenschap, voor de functie van voorzitter van de Deelnemersraad. • Via de Deelnemersraad kwam Ger in het bestuur van het Pensioenfonds als werknemersvertegenwoordiger. • In het bestuur heeft hij de belangen van de gepensioneerden sterk verdedigd en heeft hij aangedrongen op verregaande medezeggenschap. Dit heeft er mede toe geleid, dat er drie gepensioneerden een plaats hebben binnen het bestuur van het Pensioenfonds. Ger heeft , door velen gesteund baanbrekend werk verricht, vooral tijdens de verschillende herijkingen. Hij maakte zich niet altijd geliefd maar wist veel respect af te dwingen voor zijn meningen. DNP is Ger veel dank verschuldigd en feliciteert hem van harte met het erelidmaatschap.
08. Voordracht door de heer H. H. Meijer, voorzitter van de Raad van Bestuur van Koninklijke Nedlloyd N.V. alsmede voorzitter van het bestuur van het Nedlloyd Pensioenfonds. Juist midden in de overgang van Royal Nedlloyd naar Royal P&O Nedlloyd trad de heer Meijer op als gastspreker tijdens onze jaarvergadering. Beter konden wij het niet treffen, alles vers van de pers, daar vele leden altijd nieuwsgierig zijn naar het reilen en zeilen van P&O Nedlloyd oftewel de scheepvaart. De heer Meijer heeft op een enthousiaste en de hem eigen duidelijke wijze uitgelegd waar het om draaide. P&O Nedlloyd , container rederij, moet een eigen beursnotering hebben om wereldwijd te kunnen doorgroeien en daarmee toegang te krijgen tot de financiële markten. 9
P&O Nedlloyd was de beide moedermaatschappijen P&O en Royal Nedlloyd volledig ontgroeid en de benodigde financiële steun was niet langer aanwezig. De heer Meijer lichtte aan de hand van duidelijke overheadsheets toe waarom het uitkopen van P&O en het naar de beurs brengen van P&O Nedlloyd door het venster van Royal Nedlloyd een goede en vooral belangrijke zaak was voor de toekomst van P&O Nedlloyd. In de kranten heeft u uitgebreid kunnen lezen hoe het allemaal in zijn werk is gegaan (zie ook de website van P&O Nedlloyd). Met betrekking tot het 10-jarig bestaan van DNP merkte de heer Meijer op, dat de organisatie van het Pensioenfonds steeds professioneler wordt en dat het van het grootste belang is om het bestuur van het Pensioenfonds scherp te houden. De kwaliteit moet hoog zijn om de verantwoordelijkheid tegenover o.a. de PVK te kunnen waarmaken. De bestuurssamenstelling van het Nedlloyd Pensioenfonds kan uniek worden genoemd en is een voorbeeld voor de markt. Zowel werkgevers, werknemers als gepensioneerden zijn evenredig vertegenwoordigd in het bestuur. Op de vraag wat er gebeurt als Nedlloyd zou ophouden te bestaan hoe dan verder met het Pensioenfonds, maakte de heer Meijer duidelijk, dat de gekozen constructie uniek is, zodat het Nedlloyd Pensioenfonds ook zonder Royal P&O Nedlloyd kan voortbestaan. Daarenboven is het Nedlloyd Pensioenfonds een gezond fonds met hoge kwaliteiten. De zorg ligt dan ook bij het bestuur van het Pensioenfonds en niet zo zeer bij de gepensioneerden, alhoewel hun interesse en belangstelling van groot belang is. De heer Meijer benadrukt dat ook hij blij is met het bestaan van DNP en dat DNP in de achterliggende jaren constructief heeft meegewerkt via verschillende vertegenwoordigers. De heer Meijer treedt 23 maart a.s. af en zal dan toetreden tot de gelederen van de gepensioneerden, maar hij hoopt zijn bijdrage aan het Nedlloyd Pensioenfonds te kunnen blijven geven.
09. Rondvraag. -
-
Een van de leden doet een aanbeveling lid te blijven van het NVOG. Uit de vergadering komen nog steeds vragen over de dispensatie- en indexatieproblematiek en over de mogelijkheid om vooruit een groot bedrag van het Pensioenfonds aan de gepensioneerden en slapers uit te keren. Men stelt dat deze vragen nog steeds niet door het bestuur van DNP zijn beantwoord. Wij willen u er graag op wijzen dat in de Algemene Ledenvergadering van 2003 en het info bulletin van die tijd alle vragen uitgbreid zijn beantwoord. Tevens is duidelijk gemaakt dat er afspraken zijn met het Nedlloyd Pensioenfonds om deze zaken tot het verleden te laten behoren. U heeft daarmee ingestemd. Wij kunnen daarop dus niet voortdurend terugkomen Overigens is het huidige klimaat in pensioenland zodanig veranderd, dat van extra’s, zowel naar gepensioneerden/slapers als werkgever nauwelijks nog sprake kan zijn. Zoals aan u uitgelegd is de controle door de financiële autoriteiten verstevigd, zodat de bewegingsruimte van pensioenfondsen aan duidelijke regels is en/of zal worden gebonden. Op het verzoek iets meer te vertellen omtrent de NVOG, deelt de voorzitter mee dat er te veel polarisatie was binnen deze koepel. De uitkomst van een aantal discussie was onverteerbaar voor enkele grote verenigingen, zoals die van Shell, Unilever en Philips. Deze hebben daarop besloten uit de NVOG te stappen. Wij wilden niet tussen twee strijdende partijen terecht komen en hebben ook overwogen ons lidmaatschap te beëindigen. Op voorwaarde dat er consensus zou komen heeft een nieuw bestuur de kans gekregen tot normale verhoudingen te komen; het heeft daarvoor 10
één jaar de tijd. Dit schijnt te lukken en het lijkt erop dat de uitgetreden leden zullen terug keren. Als het bestuur daarin slaagt zullen wij eveneens lid blijven.
De ledenadministratie van onze vereniging is onlangs verhuisd naar een nieuw adres: Oleanderpark 110 3142 NL MAASSLUIS Telefoon 010-5928161
DNP overbodig? Wij horen wel eens geluiden van “Is DNP nu nog wel nodig? Alles is toch zo langzamerhand geregeld. In het bestuur van het Nedlloyd Pensioenfonds zijn de gepensioneerden met drie personen vertegenwoordigd. Wat moet je nu nog meer?” Natuurlijk hebben we veel bereikt gedurende de afgelopen tien jaar van bestaan van DNP. Ondanks die goede zaken moeten wij alert blijven op de toekomstige ontwikkelingen. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als Royal P&O Nedlloyd geen sponsor voor het Nedlloyd Pensioenfonds blijft? De huidige financieringsovereenkomst is in feite per 31 december 2003 beëindigd. Er moet dus een nieuwe overeenkomst komen. Het aantal actieve medewerkers van P&O Nedlloyd in Nederland zal de komende jaren naar verwachting kleiner worden. Wat wil P&O Nedlloyd doen? Hoe blijft het gaan met de indexatie? Een belangrijk punt, zeker wanneer er sprake is van een nog bestaande inhaalachterstand. Hoe gaat het met de verhouding binnen het bestuur tussen de actieven, slapers en gepensioneerden? Verhoudingsgewijs moeten de gepensioneerden meer zetels in het bestuur van het Nedlloyd Pensioenfonds hebben. Kortom, zaken genoeg om lid te zijn en blijven van DNP. Dit geldt ook voor de echtgenotes van inmiddels overleden ex-personeelsleden. Daarom moet DNP blijven functioneren. Daarom is het ook ook van belang om oud-collega’s, welke geen lid zijn van DNP hen te wijzen op het belang van het lidmaatschap van DNP. Praat met ze en geef informatie. Inschrijfformulieren zijn bij de secretaris en de ledenadministrateur verkrijgbaar.
11