1
ZITTING VAN 23 APRIL 2014
AANWEZIG: Lieven MEERT, voorzitter; Jan ARIJS, Annelies VAN DEN NEUCKER, André VAN DEN STEEN, Jordy DE DOBBELEER, Bart MIGNON, Tineke VAN DER DONCK, Renaat RAES, Dirk VAN OPDENBOSCH, Els DE GROOTE, leden; Carine COPPENS, secretaris AFWEZIG: Guy D'HAESELEER, lid VERONTSCHULDIGD:
De voorzitter opent de vergadering te 20 u. 00. Vervolgens gaat men over tot de behandeling van volgende punten van de agenda:
AGENDA: OPENBAAR Gezien er geen opmerkingen zijn worden de notulen van de openbare zitting van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 26 maart 2014 goedgekeurd met éénparigheid van stemmen ALGEMEEN 1.
WIJZIGING AANDUIDING VERTEGENWOORDIGER VAN HET OCMW IN EXTERNE ORGANISATIES EN VERENIGINGEN De Raad voor Maatschappelijk Welzijn,
gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008 gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012; gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn houdende toetreding tot samenwerkingsovereenkomst inzake palliatieve zorgen met - Vzw NETWERK PALLIATIEVE ZORG Aalst: voorzitter en/of één personeelslid als vertegenwoordiger van het netwerk van het rusthuis;
2 gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 20 maart 2013 waarbij Mevr. Kiekens Oliva – afdelingsverantwoordelijke wzc - werd aangeduid als vertegenwoordiger van het netwerk van het rusthuis; overwegende dat na overleg tussen Mevr. Kiekens Oliva en Mevr. Katrien Vanden Bossche is gebleken dat het nuttiger zou zijn om de kwaliteitscoördinator aan te duiden; gelet op de voordracht van de kandidaat; overwegende dat over het voorstel in zijn geheel geheim wordt gestemd; besluit met éénparigheid van stemmen, Artikel 1 Katrien Vanden Bossche – kwaliteitscoördinator – wordt verkozen als vertegenwoordiger van de raad voor maatschappelijk welzijn in VZW NETWERK PALLIATIEVE ZORG Aalst. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet)
PERSONEEL 2.
KENNISNAME BESLISSING INZAKE FINANCIËLE TUSSENKOMST VAN HET SECTORAAL FONDS De Raad voor Maatschappelijk Welzijn,
gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het OCMW-decreet van 19 december 2008 gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012; gelet op het raamakkoord van 26 mei 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector; gelet op de raadsbeslissing van 25 september 1997 houdende beslissing tot toetreding tot het raamakkoord van 26 mei 1997; gelet op het raamakkoord van 28 mei 1998 tot wijziging van het raamakkoord van 26 mei 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de nonprofitsector; gelet op het K.B. van 16 april 1998 tot wijziging van het K.B. van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector; gelet op het K.B. van 18 juli 2002 houdende maatregelen met betrekking op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector; gelet op het raamakkoord van 16 december 2003 betreffende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector;
3 gelet op het K.B. van 31 december 2003 tot wijziging van het K.B. van 18 juli 2002 houdende maatregelen met betrekking op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector; gelet op hoofdstuk 6 ( artikelen 32-39 ) van de programmawet van 22 december 2003; gelet op de raadsbeslissingen van 2 juli 1998, 17 juni 1999 en van 18 februari 2004 houdende beslissing tot behoud toetreding tot de Sociale Maribel : het raamakkoord van 16 december 2003 betreffende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de non profit-sector gelet op de raadsbeslissingen van 22 april 2004, 9 december 2005, 29 augustus 2006, 31 mei 2007, 17 april 2008 , 18 februari 2009, 21 januari 2010, 27 januari 2011 en 26 februari 2014 houdende goedkeuring ontwerpaanvraag voor een financiële tussenkomst vanwege het Sectoraal Fonds in toepassing van het K.B. van 18 juli 2002 in het kader van de Sociale Maribel; gelet op de raadsbeslissingen van 10 juni 2004, 17 februari 2005 , 19 oktober 2006, 2 augustus 2007 , 28 augustus 2008 , 22 april 2009, 25 maart 2010 en 7 april 2011 houdende kennisname beslissing financiële tussenkomst vanwege het Sectoraal Fonds; overwegende het schrijven van 15 januari 2014 waarbij de Rijksdienst voor Sociale zekerheid laat weten dat de middelen die ter beschikking gesteld worden voor bijkomende tewerkstelling in de non profit-sector voor het jaar 2014 verhoogd worden; overwegende dat het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector beslist heeft om de bijkomende middelen gedeeltelijk aan te wenden voor het optrekken van het bedrag van de financiële tussenkomst en gedeeltelijk voor de toekenning van nieuwe arbeidsplaatsen; gelet op het voorstel om een aanvraag tot tussenkomst te doen; overwegende dat het Fonds voor het jaar 2014 een aantal specifieke toekenningscriteria vastgelegd heeft; overwegende het schrijven van 28 maart 2014, ontvangen op 9 april 2014, waarbij de Rijksdienst voor Sociale zekerheid van de plaatselijke en provinciale overheidsdiensten meedeelt dat het beheerscomité zich akkoord verklaarde met de financiering van 0,5 voltijds equivalent voor de sociale dienst; overwegende dat de toekenning van de nieuwe arbeidsplaats in werking treedt met ingang van 1 april 2014 waarna de werkgever over een termijn van drie maanden beschikt om de aanwerving te realiseren overwegende dat de functies in volgorde van prioriteit, zoals vermeld op het aanvraagformulier, dienen ingevuld te worden; overwegende dat een halftijds maatschappelijk werker als projectmedewerker sociale zaken voor gelijke kansen en armoedebestrijding B1-3 in contractueel dienstverband wordt toegevoegd aan het contingent Sociale Maribel waardoor het bestuur vanaf nu over 21 voltijds equivalenten in het contingent sociale maribel beschikt; overwegende dat er binnenkort examens georganiseerd worden voor de aanleg van wervingsreserves voor de betrekking van maatschappelijk werker en dat het de bedoeling is om deze halftijdse betrekking vanuit die wervingsreserve op te vullen; op voorstel van de voorzitter;
4 neemt kennis,
Artikel 1 Van de beslissing inzake de financiële tussenkomst vanwege het sectoraal fonds houdende toekenning van een financiële tussenkomst voor de realisatie van 0,5 voltijds equivalent in contractueel dienstverband voor de sociale dienst aan te werven binnen de drie maanden vanaf 1 april 2014. Artikel 2 Een halftijds maatschappelijk werker als projectmedewerker sociale zaken voor gelijke kansen en armoedebestrijding B1-3 in contractueel dienstverband wordt toegevoegd aan het contingent Sociale Maribel. Artikel 3 Er wordt gezamenlijk met de Stad aan de RSZPPO gevraagd om de halftijdse betrekking die aan de Stad werd toegekend toe te voegen aan het contingent van het OCMW teneinde een gezamenlijke aanwerving te kunnen doen uit de wervingsreserve die het OCMW aanlegt voor maatschappelijk werker.
Art. 4 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet)
PATRIMONIUM 3.
BESLISSING TOT AANVAARDING OVERDRACHT HUUR VOOR PERCEEL TE MEERBEKE De Raad voor Maatschappelijk Welzijn,
gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008 gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012; gelet op artikelen 1708 en volgende van het burgerlijk wetboek; gelet op de vraag van dhr. De Vidts Eric, Beneden Hemelrijck 1B, 9402 Meerbeke die de huur van perceel te Meerbeke wil overdragen op Pieter Timmermans, Schalkem 7, 9402 Meerbeke; gelet dat het een perceel te Meerbeke betreft met kadastrale gegevens 4 A 703a met een oppervlakte van 38 are 63 ca; gelet dat zowel dhr. De Vidts als dhr. Timmermans niet voldoen aan de pachtwet en er dus geen sprake van pacht is;
5 gelet dat er tussen het ocmw-Ninove en dhr. De Vidts in 2006 een huurovereenkomst is gesloten; overwegende dat dit perceel vrij ingesloten is en de officiële losweg 1 meter breed is; deze lossing gebeurt over de eigendom van dhr. Timmermans; overwegende om problemen over lossing te vermijden dhr. Timmermans de huur van dit perceel wil overnemen; gelet dat er rekening moet gehouden worden met artikel 5 van de ondertekende huurovereenkomst dat de opzegtermijn 6 maanden bedraagt, beginnend vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de opzeg werd gedaan aan de tegenpartij; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen, Artikel 1 Akkoord te gaan met de overdracht van huur van dhr. De Vidts Eric, Beneden Hemelrijck 1 B, 9402 Meerbeke naar dhr. Pieter Timmermans, Schalkem 7, 9402 Meerbeke voor perceel te MEERBEKE met kadastrale gegevens 4de afdeling sectie A nr. 703a met een oppervlakte van 38 are 63.
Artikel2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet)
ECONOMAAT 4.
PERSONEELSFEEST - ORGANISATIE PERSONEELSFEEST: VASTSTELLING WIJZE VAN GUNNEN EN VOORWAARDEN De Raad voor Maatschappelijk Welzijn,
gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008 gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012, inzonderheid artikel 52; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; gelet op de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende openbaarheid van bestuur; gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en op de Koninklijke Besluiten van 15 juli 2011 en 14 januari 2013;
6
Gelet op de wet van 15 juni 2006 meer bepaald art. 26 § 1 - 1° a; gelet op artikel 110 – 1° van het Koninklijk Besluit ‘plaatsing van 15 juli 2011 in verband met de bijzondere bepalingen betreffende de onderhandelingsprocedure; Overwegende dat er aanleiding is om via de onderhandelingsprocedure een opdracht te gunnen met als voorwerp de organisatie van een personeelsfeest waarbij acht tafelhouders zullen geraadpleegd worden omtrent een buffetformule zijnde : Feestzaal Kellenhof – Meerbeke Feestzaal De Croone – Ninove Feestzaal Lindenveld - Denderleeuw Feestzaal Krekelhof – Gooik Feestzaal Guldenhof – Liedekerke Feestzaal Chrisma – Kerksken Feestzaal De Parel – Denderwindeke Feestzaal Roosdaal Palace – Roosdaal; overwegende dat de prijs van de opdracht, op basis van het aantal personen welke hebben deelgenomen aan het personeelsfeest van 2013, wordt vastgesteld op €. 12.000 (excl btw); overwegende dat de nodige budgetten voorzien werden op het exploitatiebudget art.614140 BI 01190; gelet op het visum van de financieel beheerder; op voorstel van de voorzitter;
besluit met éénparigheid van stemmen, Artikel 1 Er zal een opdracht met als voorwerp de organisatie van een personeelsfeest worden gegund via onderhandelingsprocedure waarbij acht tafelhouders zullen geraadpleegd worden omtrent een avondfeest, buffet-formule (all-in) met een bepaald thema : zijnde Feestzaal Kellenhof – Meerbeke Feestzaal De Croone – Ninove Feestzaal Lindenveld – Denderleeuw Feestzaal Krekelhof – Gooik Feestzaal Guldenhof – Liedekerke Feestzaal Chrisma – Kerksken Feestzaal De Parel – Denderwindeke Feestzaal Roosdaal Palace – Roosdaal waarbij geopteerd wordt voor volgende data 03/10 of 10/10/2014. Artikel 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet)
7
5.
OPDRACHT MET ALS VOORWERP DE SAMENWERKING VAN HET OCMW NINOVE MET ADVOCAAT VOOR DE DIENST SCHULDBEMIDDELING VOOR EEN PERIODE VAN DRIE JAAR: VASTSTELLING WIJZE VAN GUNNEN EN VOORWAARDEN De Raad voor Maatschappelijk Welzijn,
gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008 gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012, inzonderheid artikel 52; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; gelet op de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende openbaarheid van bestuur; gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en op de koninklijke besluiten van 15 juli 2011 en 14 januari 2013; gelet op de wet van 15 juni 2006 meer bepaald art.26 § 1 – 1° a; gelet op artikel 110 – 1° van het koninklijk besluit ‘plaatsing’ van 15 juli 2011 in verband met de bijzondere bepalingen betreffende de onderhandelingsprocedure; overwegende dat er aanleiding is om een opdracht te gunnen met als voorwerp de samenwerking van het OCMW Ninove met een advocaat voor de dienst schuldbemiddeling voor een periode van drie jaar, welke jaarlijks opzegbaar is mits een opzegtermijn van drie maand. overwegende dat de prijs van de opdracht wordt geraamd op €. 20.000/ jaar of €. 60.000/ 3 jaar; overwegende dat voor deze opdracht veertien dienstverleners zullen geraadpleegd worden, nl : Van Der Jeught – Ninove De Rouck – Ninove Souffriau – Aspelare Van Den Steen – Meerbeke Creytens – Ninove Sallet – Ninove Vonck – Ninove Van Impe - Denderwindeke Dhertoge – Ninove Goessens – Ninove Cobbaert – Ninove Wellekens – Ronse Ricour – Okegem Seymoens - Denderwindeke;
8
overwegende dat de nodige budgetten voor 2014 voorzien zijn op het exploitatiebudget en voor de dienstjaren 2015, 2016, 2017 zullen voorzien worden op het exploitatiebudget onder AR.616000 Bltem 09051; gelet op het visum van de financieel beheerder; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen, Artikel 1 Er zal een opdracht worden gegund met als voorwerp de samenwerking van het OCMW Ninove met een advocaat voor de dienst schuldbemiddeling voor een periode van drie jaar, ingaande op 01 september 2014 en eindigend op 31 augustus 2017. De opdracht is jaarlijks opzegbaar mits een opzegtermijn van drie maand. Artikel 2 De opdracht waarvan sprake in artikel 1 zal bestaan uit : kennis - de Wet van 14 juli 1991 betreffende de Handelspraktijken en de Voorlichting en Bescherming van de consument - de Wet van 2 juni 1991 op het Consumentenkrediet - de Wet betreffende de collectieve schuldenregeling van 5 juli 1998 taak • Het nagaan van de verjaringstermijnen • Het onderzoek naar eventuele borgstellingen en/of de aansprakelijkheid van de partner • Het onderzoek naar de toepassing van de wetteksten op schuldvorderingen bij distributiemaatschappijen voor electriciteit, gas en water • Nazicht van afrekeningen van deurwaarders en eventuele erelonen van advocaten • Het adviseren van de maatschappelijke werkers van de sociale dienst van het OCMW bij probleemsituaties in verband met de voorafgaande materies • Het nagaan van het bestaan en de wettelijkheid van aangegane verbintenissen (aankopen,leningen,dadingen,…) • Het nagaan van de opzegbaarheid van sommige verbintenissen en het verlenen van hulp bij het opzeggen van dergelijke verbintenissen • Het nazicht van de reeds gevoerde gerechtelijke procedure en van vonnissen in verband met de uitvoerbaarheid • Onderzoek naar reeds lopende opdrachten op loon in verband met hun wettelijkheid • In verband met belastingsschulden, het indienen van bezwaarschriften en het onderhandelen voor kwijtschelding van nalatigheidsinteresten bij de regionale directeur of het bekomen van betalingsfaciliteiten bij de belastingsontvanger • Het contacteren van deurwaarders en andere schuldeisers: voor het bekomen van een afbetalingsregeling of een schuldherschikking, ter voorkoming van uitvoering van roerend of onroerend beslag en om eventuele dwangmaatregelen op een aangepaste wijze te doen verlopen • Indien de noodzaak blijkt, het doorverwijzen naar een advocaat, het Bureau voor Consultatie en Verdediging, belangenorganisaties, e.d. • Het verstrekken van informatie en hulp aangaande de rechten en de verplichtingen die ontstaan uit het aangaan van sommige overeenkomsten die de cliënten zich voornemen af te sluiten.
9 Om de ondersteuning en begeleiding optimaal te laten verlopen is het belangrijk om samen te werken met een advocaat die 10 uur per week op de zetel van het OCMW beschikbaar is en dat hij/zij reeds de opleiding schuldbemiddeling gevolgd heeft of bereid is deze te volgen binnen het jaar.
Artikel 3 voor deze opdracht zullen veertien dienstverleners geraadpleegd worden, nl : Van Der Jeught – Ninove De Rouck – Ninove Souffriau – Aspelare Van Den Steen – Meerbeke Creytens – Ninove Sallet – Ninove Vonck – Ninove Van Impe - Denderwindeke Dhertoge – Ninove Goessens – Ninove Cobbaert – Ninove Wellekens – Ronse Ricour – Okegem Seymoens - Denderwindeke; Artikel 4 De geraamde prijs van de opdracht waarvan sprake in artikel 1 is vastgesteld op €. 20 000/ jaar of €. 60.000/ drie jaar - all in Artikel 5 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet)
SOCIALE DIENST 6.
GOEDKEURING HERZIENING SAMENWERKINGSOVEREENKOMST EN TERBESCHIKKINGSTELLING MET DE STAD VOOR DE TER BESCHIKKINGSTELLING VAN WERKNEMERS IN TOEPASSING VAN ART60§7 VAN DE ORGANIEKE WET VAN 8 JULI 1976. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; Gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008 gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012; gelet op de samenwerkingsovereenkomst met de stad dd° 01.07.1997, 02.07.2009 en 12.09.2012 voor de ter beschikking stelling van 3 personeelsleden in toepassing van tewerkstelling art60§7 aan de stad; gelet op de samenwerkingsovereenkomst met AGBD Ninove dd° 20.11.2008 voor de ter beschikking stelling van 4 personeelsleden in toepassing van tewerkstelling art60§7;
10 overwegende dat met ingang van 01.01.2014 het AGBD Ninove werd ontbonden en overgeheveld aan de Stad; overwegende dat de samenwerkingsovereenkomst en de terbeschikkingstelling met de stad dient herzien te worden; overwegende dat de herwerkte samenwerkingsovereenkomst en de terbeschikkingstelling zal voorgelegd worden op het Schepencollege van 11.02.2014; overwegende dat het Bijzonder Comité voor de sociale dienst op 07.02.2014 een gunstig advies verstrekte; overwegende dat de samenwerkingsovereenkomst werd goedgekeurd op de gemeenteraad van 26 maart 2014. op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen, Artikel 1 Goedkeuring herziening samenwerkingsovereenkomst en terbeschikkingstelling tussen OCMW Ninove en de Stad voor de terbeschikkingstelling van werknemers in toepassing van art60§7 van de organieke wet van 8 juli 1976 met ingang van 01.1.2014 Art. 2 Een kopie van dit besluit wordt binnen de 20 dagen na deze zitting gelijktijdig verstuurd naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 255 van het ocmw-decreet)
7.
GOEDKEURING SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN OCMW NINOVE EN STAD NINOVE IN HET KADER VAN BRUGPROJECT 2014-2015 De Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; Gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008 gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012; Gelet op de Raadsbeslissing dd. 13.09.2001 tot deelname aan en indiening van de aanvraag tot deelname aan de Brugprojecten; Overwegende dat het OCMW Ninove sinds november 2001 voor de brugprojecten samenwerkt met de Centra voor Deeltijds Onderwijs (CDO) van CLW Dender en CLW VTI De Kering en de Dienst Beroepsopleiding (DBO) van het Ministerie van Onderwijs; Overwegende dat de Brugprojecten, na positieve evaluatie door de DBO, jaarlijks verlengd werden; Gelet dat volgens de richtlijnen van het departement Onderwijs en Vorming (dienst beroepsopleiding) jaarlijks een samenwerkingsovereenkomst dient opgemaakt te worden met de externe werkplaats waar de jongere ter beschikking worden gesteld;
11
Overwegende dat sedert het schooljaar 2009 -2010 een samenwerkingsovereenkomst werd afgesloten met AGBD Ninove in kader van brugproject; Overwegende dat het AGBD Ninove sedert 01 januari 2014 werd ontbonden en overgeheveld aan de Stad Ninove; overwegende dat deze samenwerkingsovereenkomst herzien dient te worden Overwegende dat er in de regio hoge nood is aan dergelijke leer- werkplaatsen; Overwegende dat het Bijzonder Comité voor de Sociale dienst op 4 april 2014 een gunstig advies verstrekte; Overwegende dat de samenwerkingsovereenkomst ter goedkeuring dient voorgelegd te worden op het schepencollege; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen, Artikel 1 Goedkeuring samenwerkingsovereenkomst tussen OCMW Ninove en Stad Ninove in kader van Brugproject 2014-2015 onder voorbehoud van de goedkeuring van het Schepencollege. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet)
8.
GOEDKEURING ADDENDUM TOT VERDERZETTING BRUGPROJECTEN SCHOOLJAAR 2014- 2015 De Raad Voor Maatschappelijk Welzijn
gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008 gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012; Gelet op het feit dat de Brugprojecten kaderen in het operationele programma ESF (Europees Sociaal Fonds) meer bepaald op de as “versoepeling van de transities van school naar werk”; Overwegende dat, op het niveau van een RESOC-gebied,(Regionaal Sociaaleconomisch Overleg Comité Zuid-Oost-Vlaanderen) een net- en systeemoverschrijdende samenwerking moet gegarandeerd worden om te voldoen aan de ontvankelijkheidcriteria; Overwegende dat hiertoe jaarlijks een protocol van akkoord met alle actoren ( Centra deeltijds onderwijs en promotoren brugprojecten ) jaarlijks ondertekend te worden, met daarin per organisator het aangevraagde contigent en hun engagement.
12 Overwegende dat op heden voor het schooljaar 2014- 2015 een addendum dient aangevraagd te worden voor de verderzetting van Brugprojecten ; Overwegende dat het Bijzonder Comité voor de sociale dienst op 04 april 2014 een gunstig advies verstrekte; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen, Artikel 1 Voorstel tot goedkeuring addendum op het projectnummer 4586 voor de verderzetting BRUGPROJECTEN schooljaar 2014 -2015 gezien de grote behoefte aan dergelijke leerwerkplaatsen in onze streek en de nood aan preventieve actie met betrekking tot deze kansengroep Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet)
9.
BEKRACHTIGEN VAN DE VERLENGING VAN DE SAMENWERKINGSOVEREENKOMST MET EFREM VZW De Raad voor Maatschappelijk Welzijn,
gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008 gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012; gelet op de vraag van Efrem om de samenwerking binnen het Sociaal Huis verder te zetten in 2014 overwegende dat zelfstandige ondernemers in moeilijkheden niet makkelijk de stap zetten naar ondersteuning en hulpverlening overwegende dat de lokale sociale diensten weinig ervaring hebben op vlak van ondersteuning van dit type hulpvragen gelet op het aanbod van de vzw Efrem die via een integrale benadering de zelfstandige ondernemer helpt door een combinatie van psychologische ondersteuning, juridisch of sociaaleconomisch advies, bemiddeling,… overwegende dat onderzocht werd of een samenwerking met het OCMW van Geraardsbergen verder kon gerealiseerd worden met betrekking tot de organisatie van de zitdag; overwegende dat de vzw Efrem voor de samenwerking een vergoeding vraagt van €750 per 10 000 inwoners en €1000 op jaarbasis voor de maandelijkse zitdag overwegende dat er in het budget 2014 een bedrag van € 3500 is voorzien op het beleidsitem 0900 sociale dienst, AR 614060 samenwerkingsovereenkomst met derden;
13
gelet op het gunstig advies van het Bijzonder Comité voor de sociale dienst van 04 april 2014; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen, Artikel 1 De Raad bekrachtigt de verlenging van de samenwerkingsovereenkomst met de vzw Efrem vanaf 01 januari 2014 voor de duur van 1 jaar en keurt de samenwerking met het OCMW Geraardsbergen goed voor wat betreft de organisatie van de maandelijkse zitdag. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet) SENIORENBELEID 10. TEVREDENHEIDSENQUETE SERVICEFLATS DENDERZICHT EN DE LAVONDEL De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008 gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012; gelet op het decreet inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen van 16 april 1997 gelet op de bijlage bij het Ministerieel Besluit van 10 december 2001 inzake de kwaliteitszorg in rusthuizen, centra voor dagverzorging, centra voor kortverblijf, serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening waarin de sectorale minimale kwaliteitseisen beschreven staan overwegende dat de sectorale minimale kwaliteitseis 4.3 bepaalt dat ouderenvoorzieningen op een systematische manier en op geregelde tijdstippen hun hulp- en dienstverlening moeten evalueren en de resultaten moeten gebruiken voor bijsturing overwegende dat er nog nooit een tevredenheidsenquête afgenomen werd bij de bewoners van de serviceflats,
op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen,
Artikel 1 De Raad voor Maatschappelijk Welzijn keurt de tevredenheidsenquête voor de bewoners van de serviceflats Denderzicht en De Lavondel goed.
14 Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet)
11. TEVREDENHEIDSENQUETE BIJ DE GEBRUIKERS VAN HET DAGVERZORGINGSCENTRUM KLATERINGEN De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008 gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012; gelet op het decreet inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen van 16 april 1997 gelet op de bijlage bij het Ministerieel Besluit van 10 december 2001 inzake de kwaliteitszorg in rusthuizen, centra voor dagverzorging, centra voor kortverblijf, serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening waarin de sectorale minimale kwaliteitseisen beschreven staan overwegende dat de sectorale minimale kwaliteitseis 4.3 bepaalt dat ouderenvoorzieningen op een systematische manier en op geregelde tijdstippen hun hulp- en dienstverlening moeten evalueren en de resultaten moeten gebruiken voor bijsturing overwegende dat er sedert de oprichting van het dagverzorgingscentrum Klateringen nog geen tevredenheidsonderzoek bij de gebruikers uitgevoerd werd,
op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen,
Artikel 1 De Raad voor Maatschappelijk Welzijn keurt de tevredenheidsenquête voor de gebruikers van het dagverzorgingscentrum Klateringen goed. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet)
15
12. TEVREDENHEIDSENQUETE BIJ DE BEWONERS VAN HET WZC KLATERINGEN De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008 gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012; gelet op het decreet inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen van 16 april 1997 gelet op de bijlage bij het Ministerieel Besluit van 10 december 2001 inzake de kwaliteitszorg in rusthuizen, centra voor dagverzorging, centra voor kortverblijf, serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening waarin de sectorale minimale kwaliteitseisen beschreven staan overwegende dat de sectorale minimale kwaliteitseis 4.3 bepaalt dat ouderenvoorzieningen op een systematische manier en op geregelde tijdstippen hun hulp- en dienstverlening moeten evalueren en de resultaten moeten gebruiken voor bijsturing overwegende dat de tevredenheidsenquête driejaarlijks afgenomen wordt en de vorige enquête dateert van 2011,
op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen, Artikel 1 De Raad voor Maatschappelijk Welzijn keurt de tevredenheidsenquête voor de bewoners van het woonzorgcentrum Klateringen goed. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet)
13. TEVREDENHEIDSENQUETE BIJ BEWONERS VAN HET KORTVERBLIJF KLATERINGEN De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008 gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012; gelet op het decreet inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen van 16 april 1997 gelet op de bijlage bij het Ministerieel Besluit van 10 december 2001 inzake de kwaliteitszorg in rusthuizen, centra voor dagverzorging, centra voor kortverblijf, serviceflats en
16 woningcomplexen met dienstverlening waarin de sectorale minimale kwaliteitseisen beschreven staan overwegende dat de sectorale minimale kwaliteitseis 4.3 bepaalt dat ouderenvoorzieningen op een systematische manier en op geregelde tijdstippen hun hulp- en dienstverlening moeten evalueren en de resultaten moeten gebruiken voor bijsturing overwegende dat er sedert de oprichting van het centrum voor kortverblijf Klateringen nog geen tevredenheidsonderzoek bij de bewoners uitgevoerd werd,
op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen, Artikel 1 De Raad voor Maatschappelijk Welzijn keurt de tevredenheidsenquête voor de bewoners van het centrum voor kortverblijf Klateringen goed. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet)
17
14. KENNISNAME BOORDTABELLEN De Leden van de Raad voor Maatschappelijk welzijn nemen kennis van de boordtabellen van de maand maart 2014