Informatieblad
Vertegenwoordiging Op dit informatieblad staan veelgestelde vragen over vertegenwoordiging 1 Algemeen 2 Bijzondere verplichtingen/Verantwoordelijkheden partijen 3 Machtiging en opdracht 4 Overige onderwerpen
1 Algemeen Een douaneagent krijgt van en opdrachtgever de vraag om voor een zending goederen een aangifte ten uitvoer op te maken. Hij krijgt hiervoor een mondelinge machtiging van zijn opdrachtgever. Gezien de omstandigheden (bijvoorbeeld vrijdagmiddag of in de avond) doet de douaneagent deze aangifte, maar wel met de uitdrukkelijke eis dat op korte termijn een schriftelijk machtiging moet worden afgegeven. De Douane aanvaardt de aangifte en geeft toestemming tot wegvoering van de goederen. De aangifte is afgewerkt. De machtiging wordt achteraf niet ontvangen. Kan de douaneagent de Douane vragen de aangifte ongeldig te laten maken (artikel 66 CDW)? En wat als de aangifte ten uitvoer direct is opgevolgd door een T2-document?
Het buitenwerking stellen, zoals hier bedoeld, kan niet op grond van artikel 66 CDW. Buitenwerking stelling na vrijgave van de goederen is alleen mogelijk op grond van artikel 251 TVo CDW, op verzoek van de aangever. (Overigens is hier wel sprake van een machtiging, zij het een mondelinge. Dat mag in de situatie van directe vertegenwoordiging, maar is gelet op de bewijsvoering niet aan te bevelen.) Ook als de aangifte ten uitvoer direct is opgevoeld door een T2 document kan de uitvoeraangifte niet buiten werking worden gesteld. De Douane neemt de uitvoeraangifte in beschouwing en niet de daarop volgende douaneregeling. Bij uitvoer en wederuitvoer is sprake van bijzondere verplichtingen. Geldt dit ook voor de verzending van goederen?
De richtlijn 2006/112 van 28 november 2006 (artikel 278 en 279) zegt dat verzending gelijkgesteld wordt met uitvoer. Dus bijzondere verplichtingen gelden ook bij verzending van goederen. In bepaalde situaties ligt het initiatief tot het doen van een uitvoeraangifte niet bij de verkoper (exporteur), maar bij de koper. Dit doet zich onder andere voor bij de leveringsvoorwaarde ‘ex works’. Is het mogelijk om in deze situatie indirecte vertegenwoordiging toe te passen? (De voorlichting suggereert namelijk dat indirecte vertegenwoordiging met name bedoeld is voor situaties waarin de exporteur buiten de EG is gevestigd.)
De buiten de EG gevestigde koper moet wel aangifte laten doen met indirecte vertegenwoordiging. Het is zelfs de enige mogelijkheid! De buiten de EG gevestigde koper is dan de opdrachtgever.
DO 304 - 1Z*1PL
De binnen de EG gevestigde verkoper kan de aangifte laten doen met zowel directe als indirecte vertegenwoordiging. Maar de binnen de EG gevestigde verkoper kan ook in eigen naam en voor eigen rekening aangifte doen.
Informatieblad Vertegenwoordiging
1
In sommige gevallen (bijvoorbeeld export naar Zwitserland van groupagezendingen) wordt de aangifte ExA direct opgevolgd door een T2. De goederen worden dan onder de regeling intern communautair/gemeenschappelijk douanevervoer naar het land van bestemming vervoerd. Mag hier ook indirecte vertegenwoordiging worden toegepast?
Dat kan. Indirecte vertegenwoordiging is mogelijk bij alle reguliere aangiften ten uitvoer.
2 Bijzondere verplichtingen/Verantwoordelijkheden partijen Wat zijn de bijzondere verplichtingen? En op wie rust de bijzondere verplichting bij uitvoer? (Dit speelt met name bij indirecte vertegenwoordiging.)
Bijzondere verplichtingen rusten altijd op de (rechts)persoon die bij de betrokken bijzondere verplichting is genoemd in de vergunning. Voorbeeld Bij actieve veredeling (schorsing) is de vergunninghouder verantwoordelijk voor het naleven van de vergunningvoorwaarden. Hij moet dus zorgen dat de regeling tijdig wordt aangezuiverd. De bijzondere verplichtingen rusten op hem. Hij moet de aangifte voor wederuitvoer voor zijn rekening (laten) doen. De aangifte voor wederuitvoer kan door een direct vertegenwoordiger worden ingediend in naam en voor rekening van de vergunninghouder. – annuleren uitvoer (artikel 792bis) is zowel een verplichting voor de exporteur als de aangever (vergunninghouder = exporteur = aangever) – bewijs leveren van uitgaan (art 792ter) is een verplichting voor zowel de aangever als de exporteur (vergunninghouder = exporteur = aangever) – het naleven van de 90 dagen termijn (art 793ter, lid 2) is een verplichting van de exporteur. (vergunninghouder = exporteur) Bij indirecte vertegenwoordiging geldt: – annuleren uitvoer (art 792bis) is zowel een bijzondere verplichting voor de exporteur als de aangever. De verplichting rust dan dus op 2 personen (de vergunninghouder = exporteur, de indirect vertegenwoordiger = aangever) – bewijs leveren van uitgaan (art 792ter) is verplichting voor zowel de aangever als de exporteur. De verplichting rust dan dus op 2 personen (de vergunninghouder = exporteur, de indirect vertegenwoordiger = aangever) – het naleven van de 90 dagen termijn (art 793ter lid 2) is een verplichting van de exporteur. De verplichting rust op 1 persoon, namelijk op de vergunninghouder = de exporteur
Informatieblad Vertegenwoordiging
2
Exporteur Rechten en plichten (geen rekening gehouden met strafrechterlijke gevolgen
Bron
Aangever vak 2 = vak 14 (vak 14 = code 1)
Direct vertegen woordigde vak 2 = vak 9 = Aangever
Indirect vertegenwoor digde vak 14 ongelijk 2 en vak 9
Verplichting melden niet uitgaan bij kantoor van uitvoer
792bis Tvo
Ja
Ja
Ja
Bewijs vragen verlaten EU afgeven door kantoor van uitvoer
792ter Tvo
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Gevolgen voortvloeiende uit de vergunning passieve veredeling Invulling aangifte
Ja
Ja
Ja
Volledige administratie op aangifteniveau
Ja
Ja
Nee
Beperkte administratie op aangifteniveau
Nee
Nee
Ja
Gevolgen oorspronkelijke aangifte terugdraaien bij onjuiste machtiging (buiten werkingstellen
Nvt
Nee
Nee
Achteraf aangifte doen
795 Tvo
Ja
Ja
Ja
Verschuldigde invoerheffing
209 CDW
Ja
Ja
Ja
Rechten en plichten (geen rekening gehouden met strafrechterlijke gevolgen
Bron
Direct vertegenwoordiger vak 14 ongelijk aan vak 2 en vak 9 Vak 14 = code 2
Indirect vertegenwoordiger = aangever vak 14 = code 3
Verplichting melden niet uitgaan bij kantoor van uitvoer
792bis Tvo
Nee
Ja
Bewijs vragen verlaten EU afgeven door kantoor van uitvoer
792ter Tvo
Nee
Ja
Gevolgen voortvloeiende uit de vergunning passieve veredeling
Nee
Nee
Invulling aangifte
Ja
Ja
Volledige administratie op aangifteniveau
Nee
Ja
Beperkte administratie op aangifteniveau
Ja
Nee
Gevolgen oorspronkelijke aangifte terugdraaien bij onjuiste machtiging (buiten werkingstellen
Nee
Nee
Nee
Ja
Douane-agent
Achteraf aangifte doen
795 Tvo
Verschuldigde invoerheffing
209 CDW
Heeft het bereiken van de status 40 (einde verificatie) nog gevolgen voor de verantwoordelijkheden van de douane-expediteur?
Het gaat hier om een douane-expediteur, dus is sprake van indirecte vertegenwoordiging. Status 40 is einde verificatie. Bij indirecte vertegenwoordiging blijft de douane-expediteur aangever. De douane-expediteur houdt de verantwoordelijkheden van de aangever. Bij directe vertegenwoordiging leidt status 40 tot beëindiging van de verantwoordelijkheden van de direct vertegenwoordiger, behalve wanneer hij een aangifte heeft ingediend waarop wordt verzocht om afgifte van een vergunning en hij in de aangifte aangeeft dat hij garant staat voor de zekerheid die wordt geëist. Dan blijft zijn zekerheid staan totdat de regeling is beëindigd.
Informatieblad Vertegenwoordiging
3
Een douane-expediteur maakt (als indirect vertegenwoordiger) vooraf een uitvoeraangifte op. Daarna worden de goederen vervoerd van de exporteur naar het kantoor van uitgang. Wat als bij een controle door de Douane van het kantoor van uitgang een minder- of meerbevinding wordt geconstateerd? Wat als de goederen niet overeenkomen met de aangifte?
Bij indirecte vertegenwoordiging is de douane-expediteur aangever. De aangever is verantwoordelijk voor de inhoud en juistheid van de aangifte. Bij verschillen wordt de aangever aangesproken. Dat gebeurt dus ook als de goederen niet overeenkomen met de aangifte. Kijgt de douane-expediteur (nu hij aangever is) verantwoordelijkheden uit andere wetgeving?
Het is niet anders dan de huidige situatie. Nu is de douane-expediteur ook aangever, dat verandert niet door indirecte vertegenwoordiging. De douane-expediteur heeft alle verantwoordelijkheden die de andere wetgeving aan de aangever oplegt (bijvoorbeeld door een schakelbepaling naar de douanewetgeving). Wat is de plaats waar aangifte moet worden gedaan, ofwel hoe gaan we om met artikel 788 lid 2 TVo CDW als een buiten de Gemeenschap gevestigde partij de goederen in het vrije verkeer brengt en vervolgens ook weer uitvoert?
De plaats is in dat geval de plaats waar de goederen zijn verpakt of geladen met het oog op de uitvoer ingevolge artikel 161 lid 5. Er is immers geen exporteur vast te stellen op basis van artikel 788 lid 1 TVo CDW en er is ook geen overeenkomstsluitende partij in de Gemeenschap zoals bedoeld in artikel 788 lid 2 TVo CDW. Handelen wij – als douane-agent – juist in het volgende geval? Een particuliere klant woont in Nederland en verhuist naar het buitenland. Of die particuliere klant wordt door zijn werkgever vanuit Nederland naar het buitenland verhuisd. Dan tekent de particulier de directe vertegenwoordiging bij uitvoer als zijn verhuisboedel geëxporteerd wordt naar zijn nieuwe woonplaats.
U handelt juist. Handelen wij -als douane-agent- juist in het volgende geval? Een bedrijf levert namens een particuliere klant nieuwe goederen, die samen met de gebruikte verhuisgoederen moeten worden geëxporteerd naar de nieuwe woonplaats van de particuliere klant. De particuliere klant kan de klant die verhuist kan direct vertegenwoordigd worden.
U handelt juist. Handelen wij – als douane-agent – juist in het volgende geval? Bedrijf A, dat buiten de EG is gevestigd, laat goederen exporteren door bedrijf B dat in de EG is gevestigd. Bedrijf B tekent voor de directe vertegenwoordiging bij uitvoer als wij voor bedrijf B de uitvoerdocumenten opmaken.
U handelt juist. Handelen wij – als douane-agent – juist in het volgende geval? Bedrijf A, dat buiten de EG gevestigd, schakelt bedrijf B in binnen de EG, voor de levering van diverse goederen. Bedrijf B benadert verschillende leveranciers die allemaal bij de douane-agent aanleveren. De douane-agent laadt alle goederen die door deze leveranciers zijn geleverd voor bedrijf B in, in 1 container. Bedrijf B tekent voor de directe vertegenwoordiging bij uitvoer, omdat de douane-agent voor bedrijf B de uitvoerdocumenten opmaakt.
Dat lijkt juist. Bedrijf B is de exporteur. Het bedrijf is mogelijk geen eigenaar, maar heeft wel een gelijkwaardig beschikkingsrecht over de goederen. In die zin is bedrijf B als exporteur aan te merken. Daarom is bedrijf B degene voor wiens rekening de uitvoeraangifte wordt gedaan. Dit wordt bereikt door directe vertegenwoordiging toe te passen.
Informatieblad Vertegenwoordiging
4
3 Machtiging en opdracht Artikel 31 Douanewet – Het doen van een douaneaangifte als indirect vertegenwoordiger (als bedoeld in artikel 5, 2e lid, tweede streepje, van het Communautair douanewetboek) kan alleen door een douane-expediteur. Hij moet daarvoor schriftelijk zijn gemachtigd door een opdrachtgever. Moet een schriftelijk machtiging voor het doen van de aangifte zijn afgegeven? Met andere woorden: is het mogelijk om de vertegenwoordigingsbevoegdheid achteraf schriftelijk te laten bekrachtigen?
Ja, het is toegestaan om de vertegenwoordigingsbevoegdheid achteraf te bekrachtigen. Wat zijn de gevolgen van het doen van een aangifte zonder dat er een toereikende machtiging is?
Is er in directe vertegenwoordiging een aangifte gedaan die tot gevolg heeft dat er bijzondere verplichtingen ontstaan? En is deze aangifte gedaan zonder dat er een (toereikende) machtiging is? Dan kunnen de gevolgen niet zomaar voor rekening van de vertegenwoordiger komen. Wanneer er bijvoorbeeld een vergunning voor een economische douaneregeling nodig is voor het doen van een aangifte, terwijl de nieuw geachte aangever deze niet heeft, dan had de Douane deze aangifte niet mogen aanvaarden. De aanvaarding van deze aangifte wordt teruggedraaid. De andere gevolgen van deze handeling worden de vertegenwoordiger wel ten laste gelegd, zoals bijvoorbeeld de douaneschuld (op grond van 204 lid 1 letter b CDW – plaatsing onder een regeling zonder te voldoen aan de voorwaarden). Ook in deze situatie is het mogelijk dat de vertegenwoordigde de bevoegdheid van de vertegenwoordiger alsnog bekrachtigt. Mag ik (in het kader van artikel 204 lid 3 CDW) er vanuit gaan dat de persoon die de bijzondere verplichting zou moeten nakomen als ‘schuldenaar’ wordt aangewezen (eventueel afhankelijk van de opdracht)? Als we dit betrekken op de uitvoer: als de aangifte ten uitvoer wordt ‘teruggedraaid’, welke ‘andere gevolgen’ kunnen de vertegenwoordiger ten laste worden gelegd?
De aangifte tot plaatsing onder een economische douaneregeling is gedaan door een direct vertegenwoordiger. Deze is niet in het bezit van een machtiging van zijn opdrachtgever. Casus Invoer: De direct vertegenwoordiger heeft bij invoer de aangifte in eigen naam en voor eigen rekening gedaan zonder een geldige vergunning. De douaneschuld voor de vertegenwoordiger (op grond van art 204 lid 1b CDW). Hij is de persoon die op grond van art 204 lid 3 CDW de voorwaarden die zijn verbonden aan de plaatsing onder de regeling niet nakomt. De direct vertegenwoordiger heeft in dit geval ook een onjuiste aangifte gedaan > strafrechtelijk. Casus Uitvoer: De direct vertegenwoordiger heeft bij uitvoer een onjuiste aangifte gedaan > strafrechtelijk. Wordt alsnog een machtiging overgelegd, dan moet er een nieuwe uitvoeraangifte worden opgemaakt. Wordt er geen machtiging overgelegd, dan wordt de aangifte buiten werking gesteld of ingetrokken. De juiste persoon moet dan alsnog aangifte doen. Dit is theoretisch dezelfde casus als bij invoer. Ook hier kan een douaneschuld ontstaan, maar dan bij uitvoer.
Informatieblad Vertegenwoordiging
5
Is het altijd nodig dat er bij indirecte vertegenwoordiging een machtiging wordt afgegeven? Het is bijvoorbeeld lastig een machtiging te krijgen als de exporteur in China is gevestigd, terwijl de goederen zich binnen de EU in het vrije verkeer bevinden.
Het is in alle gevallen van vertegenwoordiging, zowel direct als indirect, nodig een machtiging te hebben. In het geval van indirecte vertegenwoordiging moet die ook nog eens schriftelijk zijn.
4 Overige onderwerpen Heeft de exporteur nog een administratieplicht?
Ja, de exporteur heeft op grond van het CDW en art 8 DW (iedere persoon, iedere ondernemer in NL) een administratieplicht. Dit geldt ook voor de niet-EU exporteur art 14 CDW. Daarbij hebben wij natuurlijk ook nog de andere nationale bepalingen rondom de administratieplicht. Wat te doen als bij uitvoer van landbouwgoederen (certificaatplichtige goederen) een aangifte wordt gedaan zonder dat er een toereikende machtiging is. Het gevolg is dat de aangifte buitenwerking wordt gesteld. De aangifte had niet gedaan mogen worden. Er wordt een nieuwe aangifte gemaakt. Wat is de datum van het doen van deze aangifte? Dit in verband met de verplichtingen die voortvloeien uit het certificaat.
Het is mogelijk om de vertegenwoordigingsbevoegdheid achteraf te bekrachtigen. Wanneer dit niet lukt dan geldt het onderstaande: Alleen een door de Douane aanvaarde aangifte leidt tot juridische consequenties. Dus een onbevoegd ingediende aangifte wordt teniet gedaan. Er moet een nieuwe aangifte worden ingediend en het moment van aanvaarding daarvan is bepalend. Kan een vertegenwoordiger namens een belanghebbende die in een derde land is gevestigd, een vergunning aanvragen bij de CDIU voor de uitvoer van strategische goederen?
De exporteur moet de uitvoervergunning aanvragen. Dat kan ook de buitenlandse exporteur zijn. Hij kan zich in douanezaken laten vertegenwoordigen op grand van art 5 CDW (communautair recht). Het uitvoeringsbesluit Strategische goederen is nationaal recht. Daarvoor geldt het algemeen vertegenwoordigingsrecht van art 3:60 Burgerlijk Wetboek. Een douaneagent krijgt een zending binnen op een ATA carnet. Deze goederen komen bijvoorbeeld voor een tentoonstelling de EG binnen. De goederen worden na verloop van tijd weer aangeboden voor wederuitvoer uit de EG. De douaneagent verricht de tijdelijke invoer en wederuitvoer handeling namens de shipper (opdrachtgever). Hij vult het carnet in en tekent namens de opdrachtgever. Is er hier sprake van Indirecte Vertegenwoordiging?
Er is hier geen sprake van indirecte vertegenwoordiging. De houder van het carnet is conform de Istanbul ATA-conventie aansprakelijk. Indirecte vertegenwoordiging is ook niet nodig want tijdelijke invoer is uitgezonderd van de EU vestigingseis (de internationale overeenkomst biedt voldoende houvast om de houder van het carnet te identificeren). Wel is hier sprake van directe vertegenwoordiging. De douaneagent verricht rechts handelingen (indienen, ondertekenen, enzovoort) direct op naam van een derde. De houder van het carnet wordt immers direct aan de rechten en plichten gebonden door het handelen van de douaneagent. Hiervoor is een machtiging vereist, maar ook hier geldt dat deze volgens de wet vormvrij is en dat de schriftelijke variant hooguit gewenst is als juridisch bewijs.
Informatieblad Vertegenwoordiging
6
Wie is de exporteur? Op wie rust de verplichting tot het doen uitgaan van de goederen als er sprake is van een ex-works levering tegen 0-tarief voor de btw?
In de meeste gevallen is duidelijk wie de exporteur is. Soms is echter niet duidelijk wie aan de bijzondere verplichtingen moet voldoen. Dit geldt met name in de situaties waarin gebruik wordt gemaakt van de leveringsconditie EX Works/Af Fabriek. De persoon van de opdrachtgever en de daadwerkelijke exporteur kunnen namelijk uiteenlopen. Hieronder twee situaties: Een douaneagent/douane-expediteur krijgt een opdracht voor het indienen van een aangifte ten uitvoer van een niet in de EU gevestigde koper. Uit de verkoopfactuur blijkt dat de leveringsvoorwaarden EX Works zijn en dat de verkoper (Nederlandse leverancier) het BTW-0-tarief toepast. Wie moet als exporteur in de aangifte worden vermeld, dus namens wie of voor wiens rekening moet deze aangifte worden ingediend? In de douanevoorschriften staat dat de aangifte moet worden ingediend voor rekening van de persoon die de goederen uitvoert. De regels over de omzetbelasting staan los van de douanevoorschriften. Voor de omzetbelasting geldt: De persoon die goederen levert met 0-tarief moet bij uitvoer aantonen dat de goederen de EU hebben verlaten. Voor een correcte toepassing van het 0-tarief heeft de leverancier er dus belang bij het bewijs te krijgen dat de goederen daadwerkelijk de EU hebben verlaten. Het is dus het beste dat de leverancier de aangifte ten uitvoer voor zijn rekening laat indienen. De leverancier wordt dan vermeldt als exporteur. De leverancier moet daarvoor wel een machtiging (directe of indirecte vertegenwoordiging) geven aan de douaneagent/ douane-expediteur. De Douane geeft het bewijs van uitgaan uit de EU af op naam van de leverancier.. De leverancier is immers de belanghebbende, hij moet kunnen aantonen dat de goederen de EU hebben verlaten. Maar ook de koper kan als exporteur in de aangifte worden vermeld. Want de koper heeft een gelijkwaardig beschikkingsrecht over de goederen. De koper moet een machtiging (uitsluitend indirecte vertegenwoordiging mogelijk) voor het doen van een aangifte ten uitvoer geven aan een vertegenwoordiger. Een douaneagent/douane-expediteur krijgt een opdracht voor het indienen van een aangifte ten uitvoer van een niet in de EU gevestigde koper. Uit de verkoopfactuur blijkt dat de verkoper (Nederlandse leverancier) BTW rekent bij de verkoop. Wie moet als exporteur in de aangifte worden vermeld, dus namens wie of voor wiens rekening moet deze aangifte worden ingediend? In dit geval heeft de koper er belang bij dat de goederen daadwerkelijk de EU verlaten. Hij kan dan de BTW terugvragen. Voor de leverancier is er geen enkele reden om in de aangifte vermeld te worden als exporteur. De koper wordt in de aangifte de exporteur. De koper geeft daarvoor een machtiging (uitsluitend indirecte vertegenwoordiging mogelijk) aan de douane-expediteur.
(Belastingdienst/Centrum voor kennis en communicatie 2008)
Informatieblad Vertegenwoordiging
7