Stichting Pensioenfonds VERSLAG 2010 KARAKTERISTIEKEN VAN HET PENSIOENFONDS Profiel Stichting Pensioenfonds Media Groep Limburg, statutair gevestigd te Sittard is opgericht op 6 december 1946. Het fonds is een ondernemingspensioenfonds en is aangesloten bij koepelorganisatie OPF. Het fonds heeft tot doel uitvoering te geven aan het pensioenreglement, zoals dat geldt voor de aangesloten ondernemingen.
Organisatie Bestuur Naam
De De De De De De
heer heer heer heer heer heer
G. van Amerongen J.H. Boermann P.M. Bruijns G.H.M. Derks A.J. Gorissen H.C. Straat
Functie
Vertegenwoordiging
Lid sinds
Einde zittingsduur
lid lid lid secretaris lid voorzitter
pensioengerechtigden werkgever werknemer pensioengerechtigden werknemer werkgever
2003 2004 2008
2013 2012
2000 2010 2008
2011 2014 -
In 2010 was als bestuurslid aftredend: de heer M.R. Stoové als vertegenwoordiger van de werknemers. Er is een kandidaatsstelling ontvangen van de heer A.J. Gorissen. In het gehouden referendum is de heer Gorissen door de deelnemers als hun vertegenwoordiger gekozen. Uit hoofde van zijn functie (Hoofd P&O) en vanwege zijn deskundigheid op het gebied van pensioenregelingen is de heer Stoové, met het oog op de toekomstige voortzettingsvorm van het pensioenfonds, bereid gevonden de bestuursvergaderingen als toehoorder/adviseur bij te wonen. Het bestuur kan een administrateur benoemen aan wie een deel van de taak van het bestuur wordt overgedragen. Per 1 juli 2004 is mevrouw G.H.M. Mulders-Melssen benoemd tot administrateur. Het bestuur van het fonds heeft de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden uitbesteed. Deze werkzaamheden betreffen vermogensadvies, beleggingsadministratie, pensioenadministratie en bestuursondersteuning. Uitgangspunt is dat het bestuur, conform de eisen van de Pensioenwet verantwoordelijk blijft voor de juiste uitvoering van de uitbestede taken. Voor het intern toezicht is gekozen voor een visitatiecommissie, die eens in de drie jaar de beleids- en bestuursprocedures en -processen, de checks and balances, de wijze waarop de uitvoering van de regeling wordt bestuurd en aangestuurd en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico’s op de langere termijn voor (de dekkingsgraad van) het pensioenfonds beoordeelt. De toetsing door de visitatiecommissie heeft een aanvang genomen in 2009 en is begin 2010 afgerond. Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan is op 2 april 2008 ingesteld en als volgt samengesteld: Naam
De heer J. Gerits De heer P. Kamps
Vertegenwoordiging
pensioengerechtigden werknemer
De heer M. Landman Stichting Pensioenfonds Media Groep Limburg
werkgever pagina
1 van 11
Blijkens de statuten heeft het verantwoordingsorgaan de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur aan de hand van het jaarverslag, de jaarrekening en andere informatie, waaronder de bevindingen van het interne toezicht, over het door het bestuur gevoerde beleid, alsmede over beleidskeuzes voor de toekomst. Het oordeel van het verantwoordingsorgaan wordt, samen met de reactie van het bestuur daarop, bekend gemaakt en in het jaarverslag van het Pensioenfonds opgenomen.
VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN Aan het VO zijn alle relevante stukken over het boekjaar ter hand gesteld. Het verantwoordingsorgaan heeft in het kader van zijn taakuitoefening kennisgenomen van het jaarverslag en de jaarrekening. Er is geen overleg geweest met accountant en/of andere externe deskundigen. Op 8 juni 2011 heeft er een overleg plaatsgevonden met het bestuur waarin o.a. het jaarverslag en de jaarrekening zijn besproken. Het verantwoordingsorgaan heeft het recht advies uit te brengen over: • • • • • •
Het vaststellen en wijzigen van de vergoedingsregeling voor bestuursleden; Het wijzigen van het beleid ten aanzien van het verantwoordingsorgaan; De vorm, inrichting en samenstelling van het intern toezicht; Het vaststellen en wijzigen van een interne klachten- en geschillenprocedure; Het vaststellen en wijzigen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid; Het waarborgen van interne beheersing.
Bevindingen en conclusie Het verantwoordingsorgaan heeft in het kader van haar taakuitoefening gedurende het verslagjaar kennis genomen van de agenda, de onderliggende stukken en de verslagen van de bestuursvergaderingen en de vergaderingen van de beleggingscommissie. Ook werd het VO telkens geïnformeerd over de correspondentie met de Nederlandse Bank en specifiek die correspondentie handelend over het herstelplan en de dekkingsgraad. Over de studie van de commissie die de mogelijkheden onderzoekt tot het opgaan in een ander fonds of een verzekeringsmaatschappij en de discussie daarover binnen het bestuur werd het verantwoordingsorgaan naar tevredenheid geïnformeerd. Het VO heeft kennis genomen van het concept jaarverslag 2010 van de Stichting Pensioenfonds Media Groep Limburg alsmede het actuarieel rapport over 2010. Beide rapporten zijn op 8 juni 2011 met het Bestuur besproken en op de punten waarover het VO opmerkingen had zijn die naar haar volle tevredenheid beantwoord. Resumerend komen wij tot de volgende bevindingen: Kennis genomen hebbende van bovengenoemde informatie en met name het Jaarverslag en de Jaarrekening 2010 hebben wij geen bijzonderheden geconstateerd, Samenvattend komen wij tot de volgende conclusie: De handelwijze van het Besuur en de samenstelling van het Jaarverslag en de Jaarrekening 2010 zijn in overeenstemming met de statuten van het fonds en geven geen aanleiding tot opmerkingen. Wij hebben waardering voor de inspanningen die het bestuur zich getroost om de toekomst van het fonds veilig te stellen en last but not least voor de inzet van het Bestuur om de dekkingsgraad te verbeteren. Reactie van het bestuur Tijdens een bijeenkomst met het Verantwoordingsorgaan(VO) op 8 juni 2011 heeft het bestuur met voldoening kennis genomen van de bevindingen van het VO ter zake van het Jaarverslag 2010, alsmede de jaarrekening: het VO heeft geen bijzonderheden geconstateerd.
Stichting Pensioenfonds Media Groep Limburg
pagina
2 van 11
Ter gelegenheid van hetzelfde overleg heeft het bestuur het VO op diens verzoek een toelichting gegeven op een drietal vraagpunten: -
De voortgang van de inspanningen van het bestuur, tezamen met de werkgevers, aansluiting te vinden in een groter pensioenverband.
-
Het voornemen van de certificerend actuaris het bestuur m.b.t. de prudent person regel van het beleggingsbeleid (artikel 135 PW) zijn goedkeurende verklaring te onthouden.
-
De aanstelling van de heer R. Kleynen als lid van de beleggingscommissie als countervailing power t.o.v. onze beleggingsadviseur.
Tenslotte heeft het VO zijn waardering uitgesproken voor de inspanningen die het bestuur zich getroost om de toekomst van het fonds veilig te stellen en last but not least voor de inzet om de dekkingsgraad te verbeteren. Het bestuur dankt het VO voor de gegeven adviezen en de actieve betrokkenheid bij het fonds. Het zal er ook dit jaar naar vermogen aan bijdragen het VO in staat te stellen zijn taken en verantwoordelijkheden adequaat uit te oefenen.
Kengetallen (in duizenden euro´s m.u.v. aantal belanghebbenden en premiepercentages)
Aantal belanghebbenden Actieve deelnemers Premievrije deelnemers Pensioengerechtigden Toeslagverlening actieven Toeslagverlening inactieven Premiebijdragen Premie deelnemers Premie werkgevers Pensioenuitkeringen Opbrengst beleggingen Beleggingen per 31/12 Beleggingsperformance Performance Benchmark Technische voorzieningen Dekkingsgraad Dekkingsgraad FTK Rente termijn structuur Eigen vermogen Reserve koersverschillen Liquiditeiten Resultaat 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7)
2010
2009
2008
2007
2006
1477
1512
1527
1482
1464
433
474
528
554
587
672
665
650
589
564
385
373
349
339
313
0%
0%
1,88%
0,80%
0,54%
0% 3.485
0% 1)
1,88% 3.117 3,375%
3,375%
3,375%
13,5%
13,5%
13,5%
5.311
4.892
4.385
6,5%
5,0%
16,0%
14,75%
7)
5.972
5.601
150.732
18.953 5)
8,0%
-20.278 5)
13,7%
2,8% 164.413
145.920
146.390
126.630
3)
3.326
1)
290 5)
-13,4%
13,7% 4)
1)
3.117
0,73%
1) 7)
11.642
0,63%
3.211
145.192
148.409
0,1%
-19,2%
1,28%
7,26%
146.406
120.621
125.299
4) 4)
-
-
123,8
94,3 3,47%
100,5 3,87%
88,8 3,60%
127,0 4,85%
123,4 4,30%
3.879 -10.054
707 545 17.155
-16.448 6)
5)
9,0%
-
6)
2)
12.705 5)
-
-9.347
1)
3.531 -48.715
32.267 6)
-
11.289 6)
8.200 3.218
17.826 6.900 6.373
De risicopremie ad 1,5% resp, 1,6% van de pensioengrondslag t.b.v. de verzekering van het partnerpensioen is hierin inbegrepen. Een gedeelte hiervan is herverzekerd. Inclusief voorlopige aanpassing sterftetafels. Inclusief aanpassing sterftetafels. Inclusief opgelopen rente. Met ingang van het boekjaar 2007 wordt er geen onderverdeling meer gemaakt in de reserve naar extra reserve en reserve voor koersverschillen. Betreft de gemiddelde premie over 2009. Per 1-7 is de premie a.g.v. het herstelplan verhoogd.
Stichting Pensioenfonds Media Groep Limburg
pagina
3 van 11
VERSLAG VAN HET BESTUUR
Hoofdlijnen
Pensioenregeling De pensioenregeling is een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling met een pensioenleeftijd van 65 jaar waarbij een partnerpensioen op risicobasis verzekerd kan worden. Vanaf 1 januari 2008 wordt er geen minimum toetredingsleeftijd meer gehanteerd. De franchise wordt jaarlijks door het bestuur vastgesteld met inachtneming van het fiscale minimum.
Uniform pensioenoverzicht Aan de deelnemers wordt vanaf 2007 een Uniform Pensioenoverzicht (UPO) verstrekt volgens het format dat hiervoor door de pensioenkoepels is opgesteld. In dit overzicht wordt voor de deelnemers die gekozen hebben voor verzekering van het partnerpensioen op risicobasis de (gedeeltelijke) uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen bij einde deelneming en pensioneringsdatum zichtbaar gemaakt. De pensioenaangroei (de zogenaamde A factor) wordt eveneens op het UPO afgedrukt.
Audet De pensioenrechten van de deelnemers in het Audet-fonds zijn per 1 november 2002 overgedragen via een collectieve waarde-overdracht. Omdat op 1 november bij het Audet-fonds sprake was van onderdekking heeft het bestuur van het MGL-fonds een claim neergelegd bij MGL B.V. ter grootte van deze onderdekking ad € 1,7 miljoen. Deze claim is gehonoreerd in de vorm van een renteloze achtergestelde lening. Via deze achtergestelde lening en de voorwaarden omtrent terugbetaling hiervan staat de werkgever garant zolang de dekkingsgraad lager dan 105% is. Aangezien de dekkingsgraad ultimo 2004, 2005, 2006 en 2007 na aflossing van 1 termijnbedrag de 105% heeft overschreden, is overgegaan tot terugbetaling van de eerste vier termijnen van € 340.711,-- aan MGL B.V. Omdat de dekkingsgraad over 2008, 2009 en 2010 beneden de 105% is uitgekomen wordt er volgens de bepalingen hieromtrent niet tot aflossing van de laatste termijn overgegaan en blijft het laatste gedeelte van de lening als langlopende schuld in de balans. Van de werkgever heeft het fonds de toezegging dat wanneer in 2012 ingevolge het herstelplan overgegaan zou moeten worden tot het korten van de pensioenaanspraken, de aflossing van deze laatste termijn van de achtergestelde lening wordt kwijtgescholden.
Vermogensbeheer De structuur van het vermogensbeheer is in het verslagjaar niet gewijzigd. De benchmark voor de vastrentende waarden is aangepast naar een meer passende.
Continuïteitsanalyse Bij de opstelling van het herstelplan in 2009 is een continuïteitsanalyse opgesteld. In september 2009 is hierop een update gemaakt in verband met de door DNB gevraagde aanpassing van het herstelplan. Toekomstontwikkeling Medio 2010 heeft het bestuur de werkgevers benaderd met de vraag of het vasthouden aan een positie als stand-alone ondernemingspensioenfonds wel het beste toekomstscenario is. Het bestuur vraagt zich af of de voordelen die aan een “eigen” fonds zijn verbonden, waarvan het hebben van een eigen beleidsruimte en identiteit wel de belangrijkste zijn, in de toekomst nog wel opwegen tegen de risico’s, de inspanning en de kosten die gemoeid gaan met de aansturing en het beheer ervan? Het bestuur van het fonds heeft daarom aan de sponsoren voorgesteld gezamenlijk een onderzoek te starten naar de verschillende toekomstscenario’s met als oogmerk te komen tot een keuze voor de meest aantrekkelijke voortzettingsvariant. In overleg met en onder verantwoording van de werkgevers is een trilaterale projectgroep samengesteld met daarin vertegenwoordigers van de werkgevers, het bestuur en de adviserend actuaris teneinde diverse toekomstvarianten te onderzoeken.
Stichting Pensioenfonds Media Groep Limburg
pagina
4 van 11
Goed pensioenfondsbestuur Integere bedrijfsvoering Wettelijk is geregeld dat een pensioenfonds maatregelen dient te treffen die goed pensioenfondsbestuur waarborgen. Met de invoering van de Pensioenwet per 1 januari 2007 zijn de STAR-principes voor pension fund governance (PFG) verankerd in het wettelijk kader. Deze 32 principes betreffen de onderdelen zorgvuldig bestuur, transparantie, openheid en communicatie, deskundigheid, verantwoording en intern toezicht. Het beleid van een fonds is gericht op een integere bedrijfsvoering. Deze verantwoordelijkheid is vastgelegd in artikel 143 van de Pensioenwet. Dit houdt onder meer in: • • • • •
Adequate administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) en risicobeheersing. Analyse en beheersing van integriteitrisico’s. Voorkomen van belangenverstrengeling. Duurzame beheersing van (financiële) risico’s. Eenmaal per drie jaar een continuïteitsanalyse.
Intern toezicht en verantwoordingsorgaan Het bestuur van het fonds besteedt conform de Pensioenwet en de daarin opgenomen eisen voor goed pensioenfondsbestuur veel aandacht aan de opzet en inrichting van de organisatie, inclusief de interne beheersing. Reglementair is bepaald hoe het bestuur omgaat met de rol als bestuur en invulling geeft aan begrippen als goed bestuur, verantwoording en intern toezicht. Vanaf 2 april 2008 is het verantwoordingsorgaan (VO) actief. Het VO bestaat uit een vertegenwoordiging van werknemers, werkgevers en pensioengerechtigden. De verantwoording die het bestuur aflegt, is onderdeel van de jaarverslagcyclus en in dat kader ook het te voeren formele overleg tussen het bestuur en VO. De opzet en inhoud van het jaarverslag zijn meer toegesneden op de verantwoordingswijze. In dit jaarverslag wordt separaat verslag gedaan van de bevindingen van het VO ten aanzien van het gevoerde beleid. Voor het intern toezicht is gekozen voor een visitatiecommissie, die eens in de drie jaar de beleids- en bestuursprocedures en -processen, de checks and balances, de wijze waarop de uitvoering van de regeling wordt bestuurd en aangestuurd en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico’s op de langere termijn voor (de dekkingsgraad van) het pensioenfonds, beoordeelt. Een externe onafhankelijke visitatiecommissie heeft in 2009 onderzoek gedaan naar het functioneren van het bestuur over de periode van 1 januari 2008 tot 1 juli 2009 en daarover op 19 januari 2010 verslag uitgebracht. De commissie heeft een overwegend positief oordeel over het functioneren van het bestuur. De verbeteringsaanbevelingen ter zake van risicoanalyse, verantwoordelijkheid voor het beleggingsbeleid, communicatie en verslaglegging neemt het bestuur ter harte en heeft op een aantal punten concrete stappen ondernemen.
Deskundigheidsbevordering Nieuwe aantredende bestuursleden volgen, indien noodzakelijk, een pensioenopleiding. Ons pensioenfonds beschikt tevens over een deskundigheidsplan. Mocht het deskundigheidsplan daartoe aanleiding geven, dan kunnen bestuursleden individueel of collectief een opleiding volgen.
Gedragscode Jaarlijks wordt door de bestuursleden en administrateur de gedragscode ondertekend. Dit is dit jaar ook gebeurd. Van de compliance-officer is bericht ontvangen dat er zijns inziens niet gehandeld is in strijd met de compliance-regeling.
Toezichthouder Een vertegenwoordiging van DNB is op 7 oktober 2010 op bezoek geweest en heeft gesproken met enkele bestuursleden en de administrateur. De belangrijkste gespreksonderwerpen waren: a) Financiële positie en herstelplan b) Toekomst van het fonds c) Beleggingsbeleid Stichting Pensioenfonds Media Groep Limburg
pagina
5 van 11
Communicatie In het boekjaar is veel aandacht besteed aan communicatie. In 2008 is door de wetgever vastgelegd hoe consistentie in de communicatie over ambitie en verwachtingen in verband met toeslagen moet worden toegepast. Tevens is het toeslagenlabel definitief vastgesteld. Vanaf 2009 is het toeslagenlabel in de verstuurde UPO’s opgenomen. Eveneens zijn alle deelnemers middels een separate brief over de financiële positie van het fonds geïnformeerd. In overeenstemming met de door de koepels geïntroduceerde doelstelling om eenvormige, eenduidige en duidelijke pensioenoverzichten te verstrekken (uniform pensioenoverzicht, UPO) is aan alle deelnemers een pensioenoverzicht op basis van de huidige regeling uitgereikt. De administrateur van het fonds rekent (op verzoek) voor de deelnemers op basis van actuele gegevens verschillende pensioenscenario’s door. De communicatiecommissie heeft samen met de administrateur een (externe) website ten behoeve van deelnemers en andere belanghebbenden ingericht. Het bestuur vertrouwt erop hiermee een belangrijke stap voorwaarts in de pensioencommunicatie te hebben gezet.
Bestuursvergaderingen Het bestuur van het fonds heeft het afgelopen jaar acht maal vergaderd. De belangrijkste onderwerpen waren, naast de reguliere beleidscyclus, de gevolgen van de kredietcrisis voor het fonds, het herstelplan, de afweging om al dan niet over te gaan tot verdere afdekking van het renterisico, de toekomstverkenning, de aanpassing van de overlevingstafels en het communicatiebeleid. In het kader van de reguliere beleidscyclus heeft het bestuur onder meer vergaderd over: de jaarrekening, de adviezen van de beleggingscommissie en de kostendekkende premie.
Financiële paragraaf Samenvatting van de financiële positie van het fonds en ontwikkelingen gedurende het jaar In 2010 bedroeg het resultaat negatief € 10.054.287 tegen positief € 17.155.285. Het verloop van baten en lasten kan als volgt worden gespecificeerd.
Baten Directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten Kosten vermogensbeheer
Bijdragen werkgevers en deelnemers Saldo overdrachten van rechten
Lasten Pensioenuitkeringen Technische Voorzieningen Afslag kredietrisico Pensioenuitvoerings- en adm.kosten Herverzekering
Saldo van baten en lasten
Stichting Pensioenfonds Media Groep Limburg
2010
2009
verschil
5.842 5.818 -18
5.898 13.071 -16
-56 -7.253 -2
11.642
18.953
-7.311
3.485 -627
3.211 -85
274 -542
14.500 =====
22.079 =====
-7.579 =====
5.972 18.129 -1 405 49
5.601 -1.036 4 372 -17
371 19.165 -5 33 66
24.554 =====
4.924 =====
19.630 =====
-10.054
17.155
-27.209
pagina
6 van 11
Technische Voorzieningen: Als gevolg van de aanpassing van de overlevingstabellen in verband met de toename van de levensverwachting is de voorziening ultimo 2010 significant hoger. Eind 2009 bleek uit publicaties van het CBS dat de toename van de levensverwachting van de Nederlandse bevolking groter was dan tot op dat moment werd aangenomen. Aangezien het pensioenfonds op basis van de Pensioenwet zijn grondslagen op de meest actuele uitgangspunten dient te baseren, heeft het fonds, in overleg met zijn adviserend actuaris, ervoor gekozen om ultimo 2009 de Technische Voorzieningen met 2% te verhogen. Hierbij werd rekening gehouden met de fondsspecifieke eigenschappen voor zover die op dat moment bij het bestuur en zijn adviseurs bekend waren. Deze verhoging is destijds, vooruitlopend op meer nauwkeurige gegevens en analyses van het Actuarieel Genootschap (AG) in het verloop van de Technische Voorzieningen en de actuariële analyse verwerkt. Eind augustus 2010 is door het AG de Prognosetafel 2010-2060 gepubliceerd. Hieruit bleek dat de overlevingskansen voor de Nederlandse bevolking nog verder gestegen waren dan ultimo 2009 aangenomen. Voor ons fonds betekende dit dat de Technische Voorzieningen, rekening houdend met de Towers Watson ervaringssterfte 2010 in totaal met 8,8% was gestegen ten opzichte van de eerder gehanteerde overlevingstafel AG 2005-2050. Rekening houdend met de ultimo 2009 geboekte verhoging is derhalve in 2010 nogmaals 6,8% toegevoegd aan de Technische Voorzieningen. Deze toename is in dit boekjaar in het verloop van de Technische Voorzieningen en actuariële analyse verwerkt. De dekkingsgraad per 31 december (op basis van de jaarrekening) heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:
Dekkingsgraad per 31 december
2010
2009
2008
94,3%
100,5%
88,8 %
2007
2006
127,0 %
123,4 %
Het fonds heeft in zijn toeslagbeleid vastgelegd dat ruimte voor indexering bestaat indien de nominale dekkingsgraad op 30 september groter is dan 130%. Gedeeltelijke indexatie is mogelijk wanneer de dekkingsgraad zich tussen de 105% en 130% bevindt. Er vindt geen toeslagverlening plaats bij een dekkingsgraad van 105% of lager. Per 30 september 2010 was de nominale dekkingsgraad 86,5%. Het bestuur heeft het besluit moeten nemen om de opgebouwde rechten alsmede de uitkeringen niet te verhogen per 1 januari 2011. Ultimo 2010 bedraagt het eigen vermogen negatief € 9.347.278. Het minimaal vereist eigen vermogen bedraagt € 6,5 miljoen en het vereist eigen vermogen € 29 miljoen. Per 31 december 2010 voldoet het fonds niet aan beide normen. Hierdoor is er nog sprake van zowel een reservetekort als een dekkingstekort.
Herstelplan Het korte termijn- en lange termijnherstelplan is voorgelegd aan het verantwoordingsorgaan dat hier kennis van genomen heeft. In de vergadering van 18 maart 2009 heeft het bestuur het herstelplan besproken en op 30 maart 2009 schriftelijk vastgelegd. Het herstelplan is vervolgens ingediend bij DNB. Het herstelplan is door DNB goedgekeurd op 11 november 2009. Belangrijkste uitgangspunten van het herstelplan Het fonds maakt gebruik van de eenmalige mogelijkheid die de Minister heeft geboden om binnen 5 jaar (in plaats van 3 jaar; dus uiterlijk 31 december 2013) het minimaal vereist eigen vermogen te bereiken. Bij het opstellen van het herstelplan heeft het bestuur zich laten ondersteunen door externe adviseurs en is het beleggingsbeleid afgestemd met de beleggingscommissie. Met de werkgevers is overleg gevoerd over hun bijdrage aan het herstel. Het herstelplan is opgesteld met inachtneming van de uitgangspunten zoals die door DNB zijn voorgeschreven. Nadrukkelijk merken wij op dat inherent aan de modelmatige aanpak ook het herstelplan een benadering van de werkelijkheid is. Dit betekent dat de werkelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad in positieve of negatieve zin kan afwijken van het verwachte herstelpad, waardoor de financiële positie van het fonds zich sneller of langzamer kan herstellen dan voorzien.
Stichting Pensioenfonds Media Groep Limburg
pagina
7 van 11
De belangrijkste maatregelen uit het herstelplan zijn: Premie •
Met de werkgever is de volgende extra bijdrage overeengekomen: Een premieverhoging van 2,5% punt – gedurende de periode dat sprake is van een dekkingstekort – boven het maximum waartoe de werkgever volgens de uitvoeringsovereenkomst is verplicht van 13,5%. De werkgeversbijdrage komt daarmee op 16%.
•
De werknemersbijdrage wordt verhoogd met 3% punt. De werknemersbijdrage komt hiermee op 6,5% van de pensioengrondslag.
Beleggingen •
De beleggingsmix zakelijk/vastrentend wordt gehandhaafd op 40/60
•
Er is geen teruggang voorzien naar een risicovollere strategische mix
•
Het beleid ten aanzien van maatschappelijk verantwoord beleggen wordt voortgezet
•
De berekening van het gemiddeld rendement is gebaseerd op de Regeling Parameters (rekenkundige waarden).
Toeslagverlening •
Geen toeslagverlening tot het minimaal vereist eigen vermogen is bereikt en beperkte toeslagverlening tot het vereist eigen vermogen is bereikt.
De eerste helft van het verslagjaar liep het fonds voor op het herstelplan, maar door de sterke rentedaling in augustus gevolgd door de verzwaring van de overlevingstafels in oktober (6% van de Technische Voorziening) zag het er lange tijd naar uit dat het herstelplan per ultimo jaar niet gehaald zou worden. Het bestuur heeft daarom opdracht gegeven tot het maken van een gevoeligheidsanalyse en is overgegaan tot het opstellen van een crisisplan teneinde goed voorbereid te zijn ingeval er, als ultieme maatregel, tot (aankondiging van) rechtenkorting zou moeten worden overgegaan. Met betrekking tot de communicatie daarover is een plan opgesteld. De (gewezen) deelnemers en gepensioneerden zijn in augustus en november uitgebreid schriftelijk over de situatie geïnformeerd. In het laatste kwartaal hebben de aandelenen rentemarkten zich gunstig ontwikkeld. Verloop dekkingsgraad versus verwachte dekkingsgraad herstelplan DG
105,0%
herstelplan
100,0%
95,0%
90,0%
85,0%
80,0% dec-09
jan-10
feb-10
mrt-10
apr-10
mei-10
Stichting Pensioenfonds Media Groep Limburg
jun-10
jul-10
aug-10
sep-10
okt-10
nov-10
dec-10
pagina
8 van 11
Door het bestuur is de voorgeschreven jaarlijkse evaluatie van het herstelplan uitgevoerd. Deze evaluatie heeft niet geleid tot bijstelling van de oorspronkelijke maatregelen van het herstelplan. Op grond van de huidige verwachtingen voorziet het herstelplan in herstel binnen de daarvoor geldende termijnen.
Beleggingenparagraaf Het beleidsplan beleggingen, dat gefundeerd is op een door Towers Watson uitgevoerde ALM-studie, is vastgesteld. In aansluiting op de in 2010 uitgevoerde ALM-studie is besloten het gehanteerde beleggingsbeleid te handhaven. Als vertrekpunt voor het beleggingsbeleid en als maatstaf voor de beoordeling van het beleggingsresultaat zal onderstaande verdeling in beleggingscategorieën worden gehanteerd. Tevens zijn bandbreedtes per categorie aangegeven, als grenzen waarbinnen invulling zal worden gegeven aan het beleggingsbeleid. Strategische allocatie %
Bandbreedtes per 31 december 2010 %
Feitelijke allocatie per 31 december 2010 %
Vastrentende waarden (genoteerd en onderhands)
60%
50 - 70%
56,1%
- staatsobligaties - credits
36% 24%
30 - 40% 20 - 30%
38,0% 18,1%
high yield fondsen overig vastrentend Zakelijke waarden
0 - 5% 32,5%
- aandelen
30 - 40%
convertibles
0 - 5%
absoluut rendement fondsen
0 - 5%
Vastgoedfondsen Liquiditeiten
35,6%
20 - 35%
7,5%
0 - 10%
7,0%
0%
0 - 10%
1,3%
2010 was een bewogen jaar waarin aanvankelijk de aandelenmarkten zich voorspoedig ontwikkelden in lijn met het aanhoudende wereldwijde economische herstel. In het voorjaar namen de zorgen rondom de schuldenfinanciering weer toe en daarmee ook de vrees voor een terugval van de economie met name in de Verenigde Staten. De lange rente in Duitsland daalde tot bijna 2% hetgeen zeer grote negatieve gevolgen had op de ontwikkeling van de dekkingsgraad. In dit onrustige klimaat is vastgehouden aan een minstens neutrale allocatie naar zakelijke waarden en is er gedurende de zomermaanden een zeer terughoudend beleid geweest in het aankopen van Staatsleningen. Pas nadat de lange rente zich weer herstelde tot boven de 3.6% zijn weer enkele aankopen gedaan en wordt stap voor stap het renterisico verder beheerst. De schuldencrisis heeft ook de aandelenmarkten in Europa lang in zijn greep gehouden. Pas in november vervolgden de markten het eerder ingezette herstel en eindigde 2010 op een positieve toon. Het rendement van de portefeuille van Stichting Pensioenfonds Mediagroep Limburg kwam in 2010 uit op 8 %. Dit resultaat was beduidend beter dan het rendement van de gekozen benchmark met 2,8%. De gemiddeld langere duration ten opzichte van de benchmark tot september, maar ook het relatief kleine gewicht van leningen in Spanje en Italië zorgden voor een significante out-performance ten opzichte van de benchmark.
Stichting Pensioenfonds Media Groep Limburg
pagina
9 van 11
Verantwoord beleggen Stichting Pensioenfonds Media Groep Limburg heeft als institutionele belegger ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Beleggingstransacties kunnen ondernemingen of overheden in staat stellen om te handelen op een manier die niet in overeenstemming is met de normen en waarden waarover in onze samenleving overeenstemming bestaat. De invloed van de door het fonds verrichte transacties op het handelen door ondernemingen of overheden is zeer beperkt door het geringe belang hierin. Stichting Pensioenfonds Media Groep Limburg wenst bij de uitvoering van haar beleggingsbeleid rekening te houden met de normen en waarden waarover in onze samenleving overeenstemming bestaat.
Pensioenparagraaf Premiebeleid De pensioenpremie en -grondslag worden jaarlijks vastgesteld op 1 januari en daarna in de loop van het jaar niet meer gewijzigd, met uitzondering van wijziging van arbeidstijd of gewijzigde opbouw als gevolg van Vut. Aanpassingen kunnen bijvoorbeeld nodig zijn als gevolg van gewijzigde economische omstandigheden (zoals economische vooruitzichten, beleggingsrendementen en verwachte bestandsontwikkeling). Voor 2010 is de premie vastgesteld op 20%, waarvan 13,5% voor rekening van de werkgever komt en 6,5% voor rekening van de werknemer. De hier genoemde 13,5% voor de werkgever is als maximum overeengekomen. Afhankelijk van de dekkingsgraad zullen genoemde percentages jaarlijks geëvalueerd worden. Omdat er voldaan moet worden aan de heffing van een kostendekkende premie is vanwege die kostendekkendheid de premie per 1 januari 2011 verhoogd naar 21,7% (exclusief herstelpremie). Op basis van het ingediende herstelplan is met de werkgevers een tijdelijke (herstel-) premie overeengekomen van 2,5% bovenop de maximum afgesproken premie van 13,5%. Deze herstelpremie zal worden betaald zolang de dekkingsgraad van het fonds zich beneden de 105% bevindt. Als gevolg van de premiewijziging is met de werkgevers een addendum op de uitvoeringsovereenkomst gesloten. De premie voor het partnerpensioen op risicobasis is vastgesteld op 2,1%, met de afspraak dat er over de eerste drie jaar (2003 tot en met 2005) een korting gegeven wordt waardoor deze premie niet meer dan 1,5% zal bedragen. Deze korting is mogelijk doordat een groot deel van de deelnemers reeds partnerpensioen opgebouwd heeft. Vanaf 2007 is het percentage berekend op 1,6%. Met ingang van 2011 vervalt de korting en bedraagt de premie voor verzekering van het partnerpensioen 2,1% van de pensioengrondslag.
Toekomstparagraaf In het verslag over 2009 hebben wij deze paragraaf hoofdzakelijk gewijd aan de overwegingen, die bestuur en werkgevers ertoe hebben gebracht een onderzoek te beginnen naar de verschillende toekomstscenario’s voor regeling en fonds, met als oogmerk aansluiting in een groter pensioenverband. In de loop van het verslagjaar is de onzekerheid over de houdbaarheid van het pensioenstelsel verder toegenomen, o.m. als gevolg van de onverwacht sterk toegenomen levensverwachting. Het overleg tussen de sociale partners onderling over het beter bestendig maken van het stelsel en de afstemming daarover met de overheid is uitermate complex en verloopt moeizaam. De noodzaak van een majeure aanpassing is evenwel voor betrokken partijen evident. Ook het politieke, economische en financiële wereldklimaat blijft instabiel. Verder duurt de onzekerheid rondom de eigendomsverhoudingen van werkgever LMG/MGL voort. Vandaar dat het bestuur na de oriëntatiefase j.l. december het beginselbesluit heeft genomen aansluiting te zoeken in een groter pensioenverband, met als streefdatum overgang per 1 januari 2012. Het uitgangspunt van werkgevers en fondsbestuur is een integrale overgang van opgebouwde en op te bouwen rechten, uiteraard voor zover dat ook haalbaar is.
Stichting Pensioenfonds Media Groep Limburg
pagina
10 van 11
Een belangrijke verantwoordelijkheid van het bestuur in dit proces is te waken over een evenredige belangenbehartiging van alle betrokken geledingen. Met name ingeval de gewenste integrale overdracht niet mogelijk blijkt. Inmiddels is in de gesprekken met in aanmerking komende overnamepartijen, zowel bedrijfstakpensioenfondsen als verzekeraars, al de nodige verdieping gezocht. Deelnemers zijn op de hoogte gebracht van het principebesluit en de bijbehorende overwegingen. Daarmee is de bestaanshorizon van het fonds begrensd. Het bestuur zal hiermee op de verschillende beleidsterreinen adequaat rekening dienen te houden.
Toeslagverlening Het toeslagbeleid kan als volgt worden verwoord: op de pensioenrechten en pensioenaanspraken wordt jaarlijks toeslag verleend ter grootte van maximaal het gemiddelde van het percentage waarmee het indexcijfer regelingslonen volwassen werknemers alle bedrijven over de maand oktober van het voorafgaande jaar is gestegen ten opzichte van datzelfde indexcijfer over de maand oktober van het daaraan voorafgaande kalenderjaar en het percentage waarmee het consumentenprijsindexcijfer, reeks CPIAlle Huishoudens, afgeleid, over dezelfde periode is gestegen. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd.
Inhaaltoeslagen Onder bepaalde omstandigheden kunnen inhaaltoeslagen worden toegekend. Inhaaltoeslagen zijn toeslagen die worden toegezegd, voor zover in het verleden niet voor 100% is geïndexeerd. Om inhaaltoeslagen te kunnen toekennen is een hoge dekkingsgraad vereist. Inhaaltoeslagen zijn daarom op korte termijn niet te verwachten. Een herstel van gemiste toeslagen vindt plaats indien vanaf 1 januari 2003 in één of meerdere jaren geen volledige toeslag is verleend. Het herstel van gemiste toeslagen is alleen mogelijk voor zover na dit herstel het vereist eigen vermogen op de langere termijn in stand blijft. Het bestuur van het fonds heeft toegezegd om elk jaar een specificatie te geven van het verschil tussen de volledige en de werkelijk toegekende indexatie. Voor de (premievrije) deelnemers en de pensioengerechtigden is deze specificatie in onderstaande tabel opgenomen. In lijn met het herstelplan heeft het bestuur besloten de pensioenaanspraken alsmede de pensioenuitkeringen in 2011 niet te indexeren. De pensioenaanspraken en de uitkeringen zijn in de afgelopen jaren als volgt geïndexeerd: Jaar
deelnemers volledige indexatie
toegekende indexatie
pensioengerechtigden en slapers gemiste
volledige
toegekende
gemiste
indexatie
indexatie
indexatie
indexatie
2011
1,10 %
0,00 %
1,10 %
1,10 %
0,00 %
1,10 %
2010
1,32 %
0,00 %
1,32 %
1,32 %
0,00 %
1,32 %
2009
2,89 %
0,00 %
2,89 %
2,89 %
0,00 %
2,89 %
2008
1,88 %
1,88 %
0,00 %
1,88 %
1,88 %
0,00 %
2007
1,60 %
0,80 %
0,80 %
1,25 %
0,63 %
0,62 %
2006
1,08 %
0,54 %
0,54 %
1,45 %
0,73 %
0,72 %
2005
1,08 %
0,50 %
0,58 %
0,82 %
0,50 %
0,32 %
2004
2,12 %
1,00 %
1,12 %
1,77 %
0,00 %
1,77 %
2003
*
0,00 %
0,00 %
3,20 %
2,00 %
1,20 %
* ultimo 2002 heeft er in de “oude“ pensioenregeling optrek tot eindloonniveau plaatsgevonden voor de actieve deelnemers.
Sittard, juni 2011 Gerrie Mulders, administrateur Stichting Pensioenfonds Media Groep Limburg
pagina
11 van 11