ALGEMEEN DIT STAGEBOEK IS VAN
Naam:
………………………………………………………………
Adres:
………………………………………………………………
Woonplaats:
………………………………………………………………
Telefoon:
……………………………………………………………….
Klas:
……………………………………………………………….
MIJN STAGE DOE IK BIJ
Naam organisatie:
…………………………………………………………………….
Adres:
……………………………………………………………………..
Plaats:
……………………………………………………………………..
Telefoon:
……………………………………………………………………..
E-mail:
……………………………………………………………………..
MIJN STAGEBEGELEIDER IS Naam:
…………………………………………………………………………….
Functie:
…………………………………………………………………………….
Telefoonnummer: ………………………………………………………………………... E-mail:
…………………………………………………………………………….
MIJN MENTOR OP SCHOOL IS …………………………………………………………………………………………………
INHOUDSOPGAVE
ALGEMEEN INHOUDSOPGAVE HOE GA JE MET DIT STAGEVERSLAG OM? GEDRAGSREGELS VOOR DE STAGEBEGELEIDER HET STAGEWERKBOEK 1. gegevens van de instelling 2. eisen voor vrijwilligers HET STAGEVERSLAG 1.
vragenformulier voor de Maatschappelijke Stage
2.
vragenformulier voor eerste stagedag
3.
Vragenformulier na de Maatschappelijke Stage
4.
het stagerapport voor de begeleider
5.
de zelfbeoordeling van de leerling
6.
persoonlijk functioneren/beoordeling
Hoe ga je met dit verslag om? 1. Laat je stagebegeleider bij aanvang dit boekwerk zien en vertel de bedoeling ervan.
2. Probeer elke keer als je geweest bent, je werkzaamheden even met de stagebegeleider na te bespreken.
3. Beantwoord elke keer, zo nodig met behulp van de stagebegeleider, een gedeelte van de vragen.
4. Vraag aan je begeleider informatiemateriaal, folders ed. om bij dit boekwerk te voegen
5. Vraag aan het einde van de stage aan je begeleider of deze het stagerapport wil invullen en met jou wil bespreken
Werk netjes en zorgvuldig! Maak er iets moois van!
Gedragsregels 1.
Gedraag je correct en zorg dat je er netjes uitziet
2.
Zorg dat je op tijd aanwezig bent. Liever tien minuten te vroeg, dan ‘net’ te laat.
3.
Volg de gegeven instructies nauwlettend op.
4.
Vraag om hulp als je iets niet kunt uitvoeren.
5.
Maak aan het einde van elke keer dat je iets doet, je werk af en zorg dat alles netjes achter blijft.
6.
In geval van ziekte meld je dit bij de stagebegeleider.
7.
Heb je problemen met je stageplek, bespreek dit dan met je begeleider ter plekke, of stap naar je mentor.
Voor de stagebegeleider 1. Wilt u de leerling helpen bij het beantwoorden van de vragen? 2. Wilt u aan het einde van de stageperiode het stagerapport invullen en met de leerling dit bespreken? 3. Als er tijdens de stage problemen zijn met de leerling, dan kunt u contact opnemen met Frank Brouwer, die vanuit het Steunpunt voor Vrijwilligerswerk dit project coördineert. Op maandag, dinsdag en donderdag is hij telefonisch te bereiken via 572288, of per e-mail:
[email protected]. Contactpersoon op het Revius is Philip Korff de Gidts, te bereiken op school, of via telefoonnummer: 0343 – 571539.
HET STAGEVERSLAG 1. Algemene instellingsgegevens a. b. c. d. e. f. g. h.
i. j. 2.
Naam van de instelling: ……………………………………………………………………….. Adres: ……………………………………………………………….. Postcode en plaats: …………………………………………………. Telefoonnummer : ………………………………………………….. Website : …………………………………………………………….. Contactpersoon (naam en functie) : ……………………………………………………………………. Stagebegeleider (naam en functie): ………………………………………………………………………. Het doel van de instelling: ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………. Het jaar van oprichting van de instelling: …………………………….. Het aantal vrijwilligers dat bij de instelling actief is: ………………….
Eisen die gesteld worden aan het vrijwilligerswerk
Onze maatschappij draait op meer dan alleen werken voor de centen. Veel mensen zijn ook actief als vrijwilliger. Dan werken ze als het ware ook, maar niet voor geld. Vrijwilligers zijn actief om iets draaiende te houden. Een bekende uitspraak is dat ‘vrijwilligers de cement van de samenleving zijn’’. Zonder vrijwilligers, dus zonder mensen die zich belangeloos voor anderen inzetten, zakt onze samenleving dus als een kaartenhuis in elkaar. Bij de Maatschappelijke Stage willen we jullie kennis laten maken, met taken die mensen als vrijwilliger voor anderen kunnen verrichten. Een maatschappelijke stage legt een verband tussen de school en samenleving. Wij denken, dat jullie als leerlingen op deze manier buiten de school ook iets kunnen leren. Deze vorm van “action learning” kan op verschillende manieren bijdragen aan je persoonlijke ontwikkeling zoals: 1. Je krijgt inzicht, kennis en begrip over ontwikkelingen in de samenleving; 2. je leert dat je andere mensen kan helpen en iets voor hen kan betekenen; 3. je bouwt begrip op voor anderen en voor diverse maatschappelijke taken in de samenleving; 4. je kunt je eigen sociale en communicatieve vaardigheden versterken; 5. je kunt in de klas geleerde vaardigheden aanvullen met ervaringen in de praktijk. Wat we echter vooral hopen, is dat jullie leren inzien hoe leuk vrijwilligerswerk kan zijn, maar dat het niet altijd vrijblijvend is: soms moet je ook, want verantwoording heb je al snel!
In te vullen VOOR de maatschappelijke stage Naam leerling: Datum:
1. Welke activiteit ga ik doen?
2. Waarom ga ik juist deze activiteit doen?
3. Wat heb ik erbij nodig?
4. Met wie werk ik samen?
5. Hoeveel tijd gaat het kosten?
6. Wanneer ben ik klaar?
7. Wat verwacht ik dat er gaat gebeuren?
Vragenformulier eerste stagedag a.
Door wie ben je ontvangen?
…………………………………………………………………………………… b.
Heb je het stageverslag aan de stagebegeleider laten zien? Ja / Nee
Zo ja, hoe was de reactie?
……………………………………………………………………….. Zo nee, waarom niet? …………………………………………………………………………. c.
Denk je dat de stagebegeleider weet wat de bedoeling is van van de Maatschappelijke Stage?
Ja / Nee
Zo ja, waaruit blijkt dat? …………………………………………………………………………….. Zo nee, heb je geprobeerd dat duidelijk te maken? …………………………………………………………………………….. d.
Zijn er afspraken gemaakt, over wat je tijdens de stage gaat doen?
Ja / Nee
Zo ja, welke afspraken zijn gemaakt? ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. e.
Heb je een rondleiding door de instelling gehad? Ja / Nee
f.
Wat is je de eerste keer meegevallen?
………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. g.
Wat is je de eerste keer tegengevallen?
……………………………………………………………………… ………………………………………………………………………
In te vullen NA de Maatschappelijke Stage Naam Leerling: Datum: 1. Welke activiteit heb ik gedaan?
2. Wat ging er goed?
3. Wat kan er beter?
4. Hoe ging het samenwerken met anderen?
5. Wat is uitgekomen van mijn verwachtingen?
6. Wat heb ik ontdekt?
7. Wat ga ik volgende keer anders doen?
Zelfbeoordeling van de leerling Naam leerling: ……………………………………………………….. Naam instelling: ……………………………………………………….. Contactpersoon instelling: ………………………………………………….. Stagebegeleider: ………………………………………………………. Aankruisen wat van toepassing is; meerdere antwoorden zijn mogelijk, eventueel aanvullen met een korte omschrijving mag. De vragen hebben vooral betrekking op de uitvoering en houding ten opzichte van het werk. A
B
C
D
E
F
G
Het opgedragen werk heb ik …………………… uitgevoerd goed redelijk goed matig ……………………………………………………………………… Wat betreft de uitvoering van de opgedragen opdrachten geldt: ik werk redelijk zelfstandig ik heb veel (bege)leiding nodig ik kan het opgedragen werk niet aan ……………………………………………………………………… Werken ten gunste van andere mensen vind ik leuk niet zo leuk helemaal niet leuk …………………………………………………………………….. Tijdens het werk toonde ik veel initiatief soms initiatief weinig initiatief …………………………………………………………………………. Het werk verrichtte ik netjes redelijk slordig ………………………………………………………………………….. Samenwerken vond ik leuk soms leuk meestal niet leuk niet leuk In het werk had ik voldoende vrijheid had ik matige vrijheid had ik geen vrijheid …………………………………………………………………………..
Het stagerapport Beoordeling van de leerling door de stagebegeleider Naam leerling: ……………………………………………….. -Aankruisen wat van toepassing is -Eventueel aanvullen met korte beschrijving 1. A
B
C
D
E
F
G
H
Uitvoering en houding ten opzichte van anderen Hoe voert de leerling de opdrachten uit? goed redelijk goed matig …………………………….. Wat betreft de uitvoering geldt: De leerling werkt redelijk zelfstandig De leerling heeft veel begeleiding nodig De leerling kan het opgedragen werk niet aan ………………………………………………….. De leerling verricht de werkzaamheden met veel plezier met plezier met gering plezier ………………………………………………….. Hoe werkte de leerling samen? goed redelijk niet goed ……………………………………………………. De leerling toont veel initiatief soms initiatief weinig initiatief ……………………………………………………….. Stiptheid keurig op tijd soms te laat vaak te laat Verzuim geen gering vaak Netheid keurig slordig wisselend
2. A
B
C
D
E
F
G
Persoonlijk functioneren en omgang met anderen De leerling functioneerde vanaf het begin af aan goed is gaandeweg beter gaan functioneren is nauwelijks beter gaan functioneren ………………………………………………………. De leerling zette zich goed in voor anderen zette zich matig in voor anderen zette zich niet in voor anderen ………………………………………………………….. De leerling kreeg goed inzicht in het vrijwilligerswerk kreeg geen inzicht in het vrijwilligerswerk kreeg matig inzicht in het vrijwilligerswerk …………………………………………………………….. Met betrekking tot collega’s weet de leerling zijn/haar houding te bepalen is de leerling stil en teruggetrokken weet de leerling zijn/haar houding niet te bepalen ……………………………………………………………….. In de omgang met mensen voor wie gewerkt werd toont de leerling een juiste houding Reageert de leerling soms verkeerd Heeft de leerling een verkeerde houding ………………………………………………………………… Ten aanzien van het organiseren Was de leerling erg alert Was de leerling redelijk alert Was de leerling niet alert …………………………………………………………………… Algemene opmerkingen: ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………….