INFORMATIEAVOND GROEP 3 2013 - 2014 Het accent in groep 3 ligt op: - leren lezen - leren zelfstandig te werken - leren werken in week- en/of dagtaken - probleemoplossend bezig zijn / leren de juiste strategie toe te passen - zelfwerkzaamheid (ontwikkelen van een positieve leerhouding) - het onderwijs zoveel mogelijk afstemmen op de leerling - basisstof/extrastof ( verrijkingsstof/ herhalingstof) ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
ALGEMEEN: In de eerste weken van het schooljaar starten we met een grotendeels klassikale instructie. Daarna wordt per week een hoeveelheid leerstof/oefenstof als weektaak opgegeven ( weektakenmap + wat op het bord staat). Deze hoeveelheid verschilt per leerling.
HOE ZIET DE AANPAK VAN EEN LES ERUIT? INOEFENEN
START VAN DE LES GROEPSINSTRUCTIES
VERLENGDE INSTRUCTIE+ BEGELEIDE INOEFENING
ZELFSTANDIG WERKEN
ZELFSTANDIG WERKEN
EVALUATIE en AFSLUITING
-1-
HET GIP MODEL: Wat betekent GIP? GIP is een gemakkelijke snelle afkorting voor een veelbetekenende volzin: Groeps- en Individueel gericht Pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht. Waarom wordt er op de Ieveling met het GIP- model gewerkt? In alle groepen zitten kinderen die op verschillende niveaus werk aankunnen. De een is snel, de ander langzaam, de derde wil graag uitleg op verschillende manieren, de vierde heeft aan een half woord genoeg, en ga zo maar door. De grote verschillen die er bestaan tussen leerlingen stelt hoge eisen aan het klassenmanagement om alle leerlingen datgene te bieden wat ze nodig hebben. Op De Ieveling vinden we het belangrijk dat niet iedere leerkracht daarvoor zelf op eigen wijze het wiel uitvindt. We willen een gezamenlijke aanpak, een doorgaande lijn in alle groepen. Daarvoor gebruiken we het GIP- model. Wat heeft zelfstandig werken te maken met het GIP-model? Het GIP-model richt zich in eerste instantie op een goede organisatie in de groep, waardoor de leerlingen zelfstandig kunnen werken. We gebruiken hiervoor de dobbelsteen. De leerkracht krijgt daardoor de mogelijkheid om instructie en begeleiding op maat te geven. Zelfstandig werken kun je dus zien als een voorwaarde voor het geven van instructie aan individuele leerlingen of aan een groepje leerlingen. De leerlingen weten wanneer ze zelfstandig moeten werken.
LEZEN: Lezen als prioriteit In groep 3 ligt de nadruk echt op het leren lezen. Op de Ieveling gebruiken we de methode Veilig leren lezen. Als uw kind leert lezen, krijgt u daarvan van alles mee. Misschien herkent uw zoon of dochter tijdens het eten opeens de ‘p’ op de pot met pindakaas. Op school krijgt uw kind letters en woorden per kern aangeboden. De methode bestaat uit: Kern 1 tot en met kern 6: woordjes en letters aanleren Kern 7 tot en met kern 12: het lezen automatiseren Hier een overzicht van de lesstof van de eerste kern: Kern 1: ik - maan - roos - vis In deze kern leert uw kind:
Letters: m - r - v - i - s - aa - p - e
Woorden: ik - maan - roos - vis - sok – aan – pen - en
Aan de hand van deze woorden leert uw kind de letters. Deze letters spreekt uw kind uit met hun klank, dus niet met de alfabetnaam van de letters. Uw kind zegt dus mmmmm en rrrrr in plaats van 'em' en 'er'. Het is heel belangrijk dat u dat ook doet!
-2-
Klanken Sommige kinderen ontdekken in de woorden niet alleen de letter die bij dat woord wordt aangeboden (zoals –r- van roos) maar ze ontdekken ook de klanken van de andere letters: -ooen –s-. Voor sommige kinderen is het een extra uitdaging om ook met die letters te experimenteren. Als deze kennis er niet spontaan is dring het dan niet op. Het belast het kind onnodig. De basiskennis blijft alsnog het belangrijkst. Systeem van schrift Aan de hand van de oefeningen in de klas ontdekt uw kind langzaam maar zeker het systeem van ons schrift: woorden bestaan uit losse letters en met die losse letters kun je oneindig veel nieuwe woorden maken. 'Vis' bestaat uit de letters v - i - s. Van 'vis' kun je heel makkelijk 'is' maken. En met de 'm' van 'maan' krijg je het woordje 'mis'. Het lijkt zo simpel, maar voor kinderen is dit een heel belangrijke ontdekking. Waardering Wat is er voor uw kind leuker dan thuis te laten zien wat het allemaal al kan? Het is belangrijk dat uw kind zelfvertrouwen krijgt bij het lezen. Spreek daarom altijd uw waardering uit over de leespogingen en de schrijfsels van uw kind, ook al gaat er nog wel eens iets mis. Extra uitdaging: Sommige kinderen kunnen bij binnenkomst in groep 3 al lezen. Voor deze kinderen zijn er werk- en leesboekjes op niveau. Deze kinderen werken in hun eigen lees- en werkboekjes zon, maar doen mee aan de thema- en taalactiviteiten voor de hele groep Aan de hand van deze pagina’s worden taalactiviteiten ondernomen die gericht zijn op de hele groep. In de bibliotheek zijn ook leuke leesboekjes te vinden die goed aansluiten bij de Veilig Leren Lezen methode. Vanaf januari gaan de kinderen stillezen / AVI lezen ( 5 X per week) We maken gebruik van het schooltv programma Leesdas en lettervos, dat goed aansluit bij de methode van Veilig leren lezen.
-3-
TAAL: a. Bij het onderdeel taal wordt de methode " Taalverhaal" als leidraad gebruikt. Vanaf februari wordt elke week een woordpakket behandeld. Deze woorden worden op school aangeboden. De leerlingen kunnen de woordjes oefenen op de computer, programma woordtotaal van Ambrasoft. Daarna volgt er een dictee. De woordpakketten staan niet los op zich, maar komen in de lessen van Taalverhaal aan de orde. b. Iedere leerling houdt dit schooljaar een praatje.
REKENEN: a) Hoofdrekenen: programma Hoofdwerk op de computer. De nadruk ligt hier op handig rekenen. b) Rekenmethode Pluspunt ( lesboek/ opdr. boek/ plusboek): De belangrijkste onderdelen die dit jaar aan de orde zijn: * Herkennen van de cijfers * Getalbegrip * Begrippen als meer, minder, evenveel, even en oneven * Plus en min tot en met 20 * Splitsen * De telrij tot en met 100 ( voor- en achteruit tellen, welke getal komt er voor een getal, welk getal komt er na)
c) Automatiseren door middel van MAP sommen ( memoriseer en automatiseringsprogramma).
ENGELS: Dit jaar starten we met de Engelse lesmethode ‘Take it easy’. In groep 1 tot en met 4 komt het Engelse aspect maandelijks voor en gebeurt dit spelenderwijs. In groep 5 en 6 hebben we één keer in de twee weken een Engelse les. Het accent ligt op het spreken en de woordenschat. Het digibord speelt een grote rol tijdens de lessen.
-4-
SCHRIJVEN: Potloodgreep: Wij leren de kinderen de dynamische dripeuntsgreep aan. De vingers buigen buigen voor de neerhalen en strekken voor de ophalen tijdens het schrijven. Je ziet de achterkant van de pen bewegen. Deze greep geeft de minste kans op overbodige spanning. Zithouding: Goed schrijven is alleen mogelijk vanuit een gebalanceerde houding. Of je nu ligt, staat of zit te schrijven, voor alle houdingen is evenwicht nodig. Als je voldoende evenwicht en controle over je houding hebt, zijn je handen niet meer nodig voor steun. Je hebt beide handen vrij voor het schrijven. Als je niet prettig zit krijg je na enige tijd pijn in je armen, nek, schouders, ogen of rug. Ook kun je kramp krijgen. Vijf keer per week schrijven we een bladzijde in het schrijfschrift van de methode Pennenstreken. De letters die we aanleren sluiten aan bij de leesmethode Veilig Leren Lezen. De kinderen leren dus het woord lezen en op de goede manier schrijven. Er wordt in het begin geschreven met eendriekantig schrijfpotlood dat de school beschikbaar stelt. Een zogenaamde Stabilo wordt alleen gehanteerd als dit een advies is van de MRT. Na de krokusvakantie wordt er met een vulpen geschreven, men kan via de school een LAMYvulpen tegen kostprijs aanschaffen.Deze pen wordt door ons aanbevolen, is heel goed, gaat lang mee en de pennetjes zijn eventueel te vervangen. Ook hiervoor geldt: kinderen mogen alleen met een Stabilo schrijven op advies van de MRT.
MUZIEK: Eens per week wordt er een muziekles gegeven. In 2013 is er een nieuwe muziekmethode aangeschaft: ‘Muziek moet je doen’. Er wordt zo veel mogelijk ingespeeld op thema' s die aan de orde zijn.
GYMNASTIEK: De gymnastieklessen worden op dinsdag en donderdag gegeven door de leerkracht.
HANDENARBEID: • • •
We werken thematisch en seizoensgebonden We sluiten aan bij de feesten in een jaar. Materialen: verf, klei, potlood, viltstift, wasco, papier enzovoort Vanaf januari organiseren we een handvaardigheidcircuit met ouderhulp, waarin we verschillende technieken toepassen.
-5-
WERELDORIËNTATIE: Het natuurkundig aspect; We volgen het schooltv programma: Huisje, boompje, beestje. In oktober brengen wij een bezoek aan MAK Blokweer. Vanaf februari houden de kidneren een praatje over een onderwerp dat hen interssseert. Het verkeerskundig aspect; Hier in worden behandeld: - de voornaamste verkeersregels ( voorrang, voorschriften, eisen aan een fiets, voetgangers). - kennis van de belangrijkste verkeersborden - verkeersgedrag Schoolprojecten: In oktober start het het project van de kinderboekenweek. In april volgt een nieuw project waaraan de hele school deelneemt. Het thema is dan WATER.
SOCIALE REDZAAMHEID: Kapstok regels 1. Voor groot en klein zullen we aardig zijn. 2. Binnen de school moet het rustig zijn, rennen mag op het plein. 3. We zullen goed voor de spullen en omgeving zorgen, dan zijn ze weer te gebruiken morgen. We gebruiken hierbij de methode: “Goed Gedaan “. Verschillende sociaal- emotionele vaardigheden (competenties) komen hierbij aan bod. De onderwerpen die in de les centraal staan zijn voor groep 1 t/m 8 gelijk. Alle groepen kunnen dus tegelijkertijd aandacht besteden aan hetzelfde onderwerp. Per groep worden er binnen het onderwerp uiteraard andere nuances gelegd en in de groepen 6 t/8 worden deze steeds verder uitgediept. De competenties die aan bod komen zijn bijv: IK: zelfkennis, relativeren,zelfvertrouwen, zelfbeheersing, bewust keuzes maken. JIJ: verplaatsen in anderen WIJ: omgaan met verschillen, rekening houden met anderen, weerbaarheid, samen spelen en werken,samen op internet. ZIJ: omgaan met media-informatie Deze lessen worden om de week gegeven. De thema’s zijn: les 1: Wennen les 9: Allemaal anders les 2: Samen één groep les 10:Wat denk ik? les 3: Grapje, plagen, pesten. les 11: Kiezen. les 4: Opkomen voor jezelf. les 12: Jezelf de baas. les 5: Blij met jezelf. les 13: Eerlijk waar? les 6: Samen spelen en les 14: Vrienden werken. les 7: Druk, druk, druk. les 15: Ken jezelf. les 8: Wat voel ik? les 16: Wensen en dromen
-6-