INFORMATIEAVOND
GROEP 8
2013 - 2014 Het accent in groep 8 ligt op: inzicht in de leerstof (proberen aan te geven dat alles een reden heeft) zelfstandig werken, hoeveelheid werk indelen, werken in week- en/of dagtaken (werkindeling) probleemoplossend bezig zijn / leren toepassen van een juiste leerstrategie kritisch staan tegenover de leerstof zelfwerkzaamheid (ontwikkelen van een positieve leerhouding) verbreding/verdieping van de leerstof uit de voorgaande jaren + nieuwe leerstof het onderwijs zoveel mogelijk afstemmen op de leerling basisstof/extrastof ( verrijkingsstof) bevorderen van de interactie tussen ll. en ll / ll. en leerkracht komen tot een keuze van Voortgezet Onderwijs het jaar met veel plezier afsluiten ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
ALGEMEEN: Per week wordt er een hoeveelheid leerstof/oefenstof als weektaak opgegeven ( weektakenboekje + wat op het bord staat). Deze hoeveelheid verschilt per leerling. De te maken leerstof / oefenstof moet als bekend worden beschouwd. De leerlingen moeten zelf hun agenda bijhouden en deze elke dag meenemen, zowel van school naar huis als v.v. Repetities worden ruimschoots van tevoren opgegeven.
REKENEN: a) hoofdrekenen: Elke leerling maakt per week 1 of meer hoofdrekenkaart of rekentopper. De fouten worden individueel of soms klassikaal besproken. b) rekenen methode Pluspunt ( lesboek/ opdr. boek/ plusboek): De leerstof die dit jaar aan de orde komt is: - getalbegrip/ ongeveer rekenen - cijferen ( alle bewerkingen) - decimale getallen ( nauwkeurig delen + afronden) - gemiddelde berekeningen - meetkunde/ ruimtelijke oriëntatie/ spiegelen van figuren - metriekstelsel (lengte, breedte, oppervlakte, inhoud) - procenten/ verhoudingen/ breuken - tabellen/ grafieken/ statistieken/ procenten - breuken ( alle bewerkingen, maar ook vermenigvuldigen van breuken en delen door een breuk) - ontbinden in factoren / kenmerken van deelbaarheid/priemgetallen, - geldsommen/ buitenlands geld/ renteberekening c) oefenstof/ extrastof uit de methode " Taltaal" waar ze het “MAP” rekenen ( memoriseer en automatiseringsprogramma) moeten maken d) extrastof: “ Wiskundige” opgaven behorende bij de methode Pluspunt
-1-
TAAL: a. Bij het onderdeel taal wordt de methode " Taalverhaal" als leidraad gebruikt. Deze methode bestaat uit een tweetal delen : Taalverhaal Taal en Taalverhaal spelling. Taalverhaal Taal bestaat uit 5 lesblokken waarin gedurende zeven weken aandacht wordt besteed aan: taalvaardigheid bestaande uit: a) mondeling ( spreken, luisteren) b) schriftelijk (lezen, schrijven) taalbeschouwing bestaande uit: a) taalbouw (woordsoorten, zinsdelen, zinsbouw, interpunctie en teksten) b) taalgebruik ( taalbetekenis, taalfunctie/taalkennis) Taalverhaal spelling is een spellingscursus voor de onveranderlijke woorden en de werkwoordspelling. Elke twee weken worden er vier spellingscategorieën behandeld en ingeoefend. De eerste week twee categorieën en de week daarop een herhaling van de eerste twee en uitbreiding met nog twee categorieën. Deze werkwoord-en woordpakketten worden op school aangeboden (instapdictee). De kinderen nemen de woorden thuis zelf verder door en krijgen daar vrijdag een dictee ( zinnendictee) over. De woordpakketten staan niet los op zich, maar komen in de lessen van Taalverhaal spelling en Taalverhaal taal in diverse oefeningen aan de orde. b. Naast de methode wordt er extra aandacht besteed aan woordkennis; dit gebeurt a.d.h.v. opdrachtkaarten woordenschat, die in de weektaak worden opgegeven. c. Cursorische behandeling van de werkwoordsvormen d. Iedere leerling houdt dit schooljaar een boekbespreking en/of spreekbeurt.
LEZEN: De nadruk valt hier vooral op het begrijpend lezen. * * *
- begrijpend/studerend lezen:- We gebruiken de nieuwe methode “Lezen in Beeld”. Wekelijks krijgen de leerlingen een klassikale instructie en één of twee Leeskaarten. De leeskaarten komen in de weektaak. In de klassikale lessen leren de leerlingen de juiste strategie toe te passen, die ze in de kaarten kunnen toepassen. De kaarten worden individueel verwerkt. Hoe ziet de leesstrategie eruit? - Wat gaan we doen? - Wat zie je? - Wat voor tekst is het? - Wat weet je? - Woorden en zinnen. - Lees de tekst - Opdrachten maken - Om te onthouden. Regelmatig krijgen de leerlingen een overhoring behorende bij de methode.
* * *
Goede lezers krijgen de pluskaarten als extrastof.
-technisch lezen: -Klassikaal -voordrachtslezen: -Klassikaal -vnl(vernieuwd niveaulezen) -Individueel
-2-
ENGELS: We starten dit jaar vanaf groep 1 t/m groep 8 met een nieuwe methode ” Take it easy”. Take it easy is een methode die uitgaat van het digitale schoolbord. Een digitale leerkracht presenteert de les. Via filmpjes en muziekclips komen de leerlingen in aanraking met spannende, grappige of gevoelige real life situaties waarin de voertaal altijd Engels is.
MUZIEK: Iedere week wordt er muziekles gegeven. We starten dit jaar met een nieuwe methode “Moet je doen”.
GYMNASTIEK: De gymnastieklessen worden op dinsdag en donderdag door de groepsleerkracht gegeven. Om de tien weken krijgen de leerlingen drie kwartier zwemles in het Koggebad, een gymles vervalt daardoor.
HANDENARBEID: • • •
We werken thematisch en seizoensgebonden We sluiten aan bij de feesten in een jaar. Materialen: verf, klei, potlood, viltstift, wasco, papier enzovoort Vanaf januari organiseren we een handvaardigheidcircuit met ouderhulp, waarin we verschillende technieken toepassen.
WERELDORIËNTATIE: Binnen het gebied van wereldoriëntatie liggen de volgende deelgebieden: - het aardrijkskundig aspect, - het historisch aspect, - het biologisch aspect, - het maatschappelijk aspect en - geestelijke stromingen. a)het aardrijkskundig aspect: Hier ligt de nadruk op een beperkte staatkundige kennis (topografie), aardrijkskundige vaardigheden (kaartgebruik, statistiek, register enz.), sociale aardrijkskunde (De werelddelen behalve Europa ( groep 7 aan de orde geweest)). We gebruiken de vernieuwde methode “ Hier en Daar” . De thema’ s van de lesblokken komen ieder jaar terug. Ze worden steeds verder uitgebouwd. De acht terugkeende thema’s zijn: De kaart Wonen Water Landschap Werken Cultuur Natuur Verkeer Elk thema wordt schriftelijk overhoord. Verwerking van de leerstof d.m.v. werkstukopdrachtvellen. De opdrachten bestaan uit basisstof en extrastof. Zelfwerkzaamheid , zoals illustreren en informatie vergaren staat hierbij primair.
-3-
b) het historisch aspect: Als leidraad gebruiken we hierbij de methode " Bij de tijd". De onderwerpen die aan de orde komen staan in chronologische volgorde ( volgorde in tijd), waarbij de nadruk valt op de sociale geschiedenis ( het leven van mensen in een bepaalde tijdsperiode) en enkele historische vaardigheden ( informatie opzoeken, tijdbalk enz.).
De thema' s die aan de orde komen zijn: - Van jagers naar boeren - De wereld van de islam - De grote ontdekkingsreizen - Slavernij en vrijheidsstrijd - Europa’s macht in de wereld - Samenwerking in de wereld
Hoe ziet de opbouw van een thema eruit? We beginnen altijd met een verhalend gedeelte (geschreven door een bekende kinderboekenschrijver), vervolgens een informatief gedeelte en dan een onderzoekend gedeelte waar relaties gelegd worden naar de eigen omgeving en interculturele aspecten. De verwerking van de leerstof d.m.v. werkstukopdrachtenvellen. c) het biologische aspect: Centraal dit schooljaar staat " Het menselijk Lichaam" . Voortdurend proberen we een relatie te leggen naar het eigen lichaam De thema' s die aan bod komen zijn: - Het geraamte - Spieren - De Spijsvertering - De Ademhaling Verwerking vindt plaats met behulp van opdrachtenvellen en de boekjes " Het menselijk Lichaam". De leerlingen moeten hun werk zelf illustreren en eventueel zelf informatie vergaren over het thema. d) het maatschappelijk aspect: Inspelen op de actualiteit. Leerlingen brengen onderwerpen in die ze op het jeugdjournaal hebben gezien of in de krant hebben gelezen. Het onderwerp wordt in discussievorm behandeld. Als de actualiteit dit vereist maken we een project over dit thema. e) schoolproject
In oktober start het het project van de kinderboekenweek. In april volgt een nieuw project waaraan de hele school deelneemt. Het thema is dan WATER. Er komt dit jaar wederom een alcoholproject. Verplicht door de gemeente. De ouders worden dan op enig moment uitgenodigd om te kijken wat de kinderen hebben geleerd en een voorlichting over het gebruik van alcohol.
f) geestelijke stromingen: De tijd is opgedeeld in vier grote blokken en enkele kleinere. Hierin worden de wereldgodsdiensten en kleinere aan de orde gesteld. Men legt vooral de nadruk op de waarden en normen binnen die godsdiensten en op enkele christelijke vieringen wordt nader ingegaan. Ook binnen de andere aspecten van het wereldoriëntatieonderwijs komt dit regelmatig aan de orde.
-4-
HET VOORTGEZET ONDERWIJS: - 10 Oktober: - 28 oktober:
afname N.I.O. toets voorlichting Voortgezet Onderwijs
- november:
uitslag N.I.O. test , entreetoets In deze maand zijn op school de voorlopig advies gesprekken.
- januari/februari: - februari/maart:
open-dagen Voortgezet Onderwijs advisering m.b.t. het Voortgezet Onderwijs + inschrijven (gaat via School) . waar nodig vindt er nog een gesprek plaats over het advies en eventuele schoolkeuze.
KAMP: Locatie: Groepsaccomodatie Broekakkers te Egmond Binnen. Datum : 17 t/m 20 juni
SOCIALE REDZAAMHEID: Kapstok regels: 1. Voor groot en klein zullen we aardig zijn. 2. Binnen de school moet het rustig zijn, rennen mag op het plein. 3. We zullen goed voor de spullen en omgeving zorgen, dan zijn ze weer te gebruiken morgen. We gebruiken hierbij de methode “Goed Gedaan “. Verschillende sociaal-emotionele vaardigheden (competenties) komen hierbij aan bod. De onderwerpen die in de les centraal staan zijn voor groep 1 t/m 8 gelijk. Alle groepen kunnen dus tegelijkertijd aandacht besteden aan hetzelfde onderwerp. Per groep worden er binnen het onderwerp uiteraard andere nuances gelegd en in de groepen 5 t/m 8 worden deze steeds verder uitgediept. De competenties die aan bod komen zijn bijv: IK: zelfkennis, relativeren, zelfvertrouwen, zelfbeheersing, bewust keuzes maken. JIJ: verplaatsen in anderen WIJ: omgaan met verschillen, rekening houden met anderen, weerbaarheid, samen spelen en werken, samen op internet. ZIJ: omgaan met media-informatie Deze lessen worden om de week gegeven. De thema’s zijn: les 1: Wennen les 2: Samen één groep les 3: Grapje, plagen, pesten les 4: Opkomen voor jezelf les 5: Blij met jezelf les 6: Samen spelen en werken les 7: Druk, druk, druk
les 9: Allemaal anders les 10: Wat denk ik? les 11: Kiezen les 12: Jezelf de baas les 13: Eerlijk waar? les 14: Vrienden les 15: Ken jezelf
-5-