Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel
DOCUMENT VVKSO
Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica Dit document is een aanvulling op het algemeen servicedocument rond de VOET. Centraal in de VOET-werking staat het schooleigen opvoedingsproject. Elke leerkracht, ook de leerkracht ICT/Informatica, wordt geacht dit te kennen en binnen zijn eigen vak mee te werken aan de realisatie ervan. In dit document wordt verder aangegeven in welke mate de vakoverschrijdende eindtermen automatisch aan bod komen bij het verwerken van de raamplannen/leerplannen ICT/Informatica. In de eerste kolom vind je de vermelding van de VOET, eerst de elementen van de stam en dan van de verschillende contexten. In de tweede kolom vind je een aantal manieren waarop binnen de lessen ICT/informatica aan de corresponderende VOET uit de eerste kolom gewerkt wordt. Dit overzicht is niet limitatief. Het kan en moet aangevuld worden met eigen werkvormen. In de volgende kolommen wordt er per graad en leerplan aangeduid in welke mate deze VOET aan bod komt. Voor elke VOET van de stam en de verschillende contexten is opgegeven in welke mate deze aan bod komt binnen de leerplannen. Via het aantal “+”-tekens geven we aan of er een opbouw moet zijn in het verwerven van de VOET. Bv. bij creativiteit – kunnen oplossingen ontwikkelen en uitvoeren, betekent: •
+: de leerling kan onder leiding een oplossing ontwikkelen en uitvoeren
•
++: de leerling is in staat om eenvoudige oplossingen zelf te ontwikkelen en uit te voeren
•
+++: de leerlingen kan complexere oplossingen zelf ontwikkelen en uitvoeren.
Het is de taak van de vakgroep om de mate waarin een VOET binnen een bepaalde graad wordt verworven, af te bakenen. Op deze manier wordt tegelijkertijd een leerlijn voor het vak uitgetekend. Het is tevens de taak van de vakgroep om duidelijke afspraken te maken over de manier waarop de verschillende leerinhouden worden aangebracht. Er moet een opbouw zijn in zelfredzaamheid, van de 1e graad tot het einde van de 2e/3e graad.
2
In de leerplannen ICT/Informatica wordt veel belang gehecht aan het samenwerken met andere vakken om de aangeleerde vaardigheden in te oefenen en vast te zetten. Door deze samenwerking kunnen meer contexten aan bod komen, dan diegene die tot de natuurlijke biotoop van het vak behoren. Om buiten de lesuren de aangeleerde vaardigheden in te oefenen/taken te maken/evaluaties voor te bereiden moet de leerling beschikken over een computer en een (snelle) internetverbinding. Niet elke leerling beschikt door zijn thuissituatie permanent over een computer en de nodige connectiviteit. De maatschappelijke opdracht van de school impliceert nog steeds dat de school aan leerlingen die daar thuis niet over beschikken, de gelegenheid biedt om buiten de lesuren op schoolcomputers voldoende praktijkervaring op te doen. Daartoe dienen een voldoende aantal computers ook buiten de lesuren gedurende een voldoende lange periode toegankelijk te zijn. Bij het geven van opdrachten houdt de leerkracht ICT/Informatica rekening met de mogelijkheid dat de leerlingen deze opdrachten niet thuis kunnen uitwerken. Er wordt voldoende tijd voorzien tussen het geven en het indienen van de opdracht.
1
De stam
Welke elementen van de stam komen uitdrukkelijk aan bod? Communicatief vermogen
Op welke manier?
Binnen welke leerplannen? 1e gr
2e gr
2e gr
2e gr
3e gr
3e gr
2011/039
HA/Toerisme
BSO
TSO - BI
TSO - IB
Groepsgesprekken voeren als deelnemer
+
+
+
++
++
Een probleem duidelijk omschrijven
+
++
+
++
++
+
++
Helpdesk
Creativiteit
Nettiquette
+
++
+++
++
+++
+++
Kunnen oplossingen ontwikkelen en uitvoeren
+
+
+
+
+++
+++
++
++
Uitwerken van grotere opdrachten (GIP, overkoepelende opdrachten …) Doorzettingsvermogen
Empathie
Het blijven nastreven van een vooraf bepaalde doelstelling in alle opdrachten op school of op de stageplaats
+
+
++
++
+++
+++
Het zoeken van een oplossing
+
+
++
++
+++
+++
3
Welke elementen van de stam komen uitdrukkelijk aan bod?
Op welke manier?
Binnen welke leerplannen? 1e gr
2e gr
2e gr
2e gr
3e gr
3e gr
2011/039
HA/Toerisme
BSO
TSO - BI
TSO - IB
Esthetische bekwaamheid
Zin voor esthetische bekwaamheid wordt ontwikkeld in de opmaak van documenten (teksten, rekenblad, presentatie …) en websites
+
+
++
++
+++
+++
Exploreren
Benutten leerkansen in diverse situaties.
+
++
+++
++
+++
+++
+
+
+
++
++
Transfer van vaardigheden, zelfstandig exploreren van een pakket, zelf informatie opzoeken en verwerken Flexibiliteit
Geconfronteerd worden met de wisselende soft- en hardware Stage
++
Initiatief Kritisch denken
Kritisch gebruik van internet
+
++
++
++
+++
+++
Kunnen afhankelijk van het te bereiken doel adequaat kiezen uit verschillende ICT-toepassingen
+
++
++
++
+++
+++
Peerevaluatie
+
++
++
++
+++
+++
4
Welke elementen van de stam komen uitdrukkelijk aan bod? Mediawijsheid
Op welke manier?
Binnen welke leerplannen? 1e gr
2e gr
2e gr
2e gr
3e gr
3e gr
2011/039
HA/Toerisme
BSO
TSO - BI
TSO - IB
Aandacht hebben voor een correcte en beleefde communicatie via internet en email
++
++
++
++
+++
+++
Bewust zijn van de gevaren die verbonden zijn aan het gebruik van internet en email
++
++
++
++
++
++
Bronvermelding / auteursrechten
+
++
++
++
+++
+++
Bronnen veilig, gericht en efficiënt exploreren en interpreteren
+
++
++
++
+++
+++
Bewust omgaan met de gegevens ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer
+
++
++
++
+++
+++
Veilig en functioneel gegevens raadplegen en uitwisselen
+
++
++
++
+++
+++
Open en constructieve houding
Open ingesteldheid ten opzichte van veranderingen in ICT en trends
+
+
+
+
++
++
Respect
Respect voor het terbeschikkinggestelde materiaal
+++
+++
+++
+++
+++
+++
Respect voor leerlingen en leerkrachten op sociale media
+++
+++
+++
+++
+++
+++
Stage Samenwerken
Verantwoordelijkheid
+++
Het online samenwerken
+
++
+
+++
+++
Groepswerk
+
++
+
+++
+++
+++
+++
+++
+++
+++
Verantwoordelijk zijn voor het eigen handelen en materiaal
+++
5
Zelfbeeld
Inzicht in eigen sterke en zwakke punten
Welke elementen van de stam komen uitdrukkelijk aan bod?
Op welke manier?
++
++
Binnen welke leerplannen? 1e gr
2e gr
2e gr
2e gr
3e gr
3e gr
2011/039
HA/Toerisme
BSO
TSO - BI
TSO - IB
+
++
+++
++
+++
+++
Zelfredzaamheid
De verschillende modaliteiten van een pakket functioneel exploreren. Taakgericht gebruik maken van beschikbare hulpmiddelen en documentatiebronnen. Zich in een softwarepakket oriënteren aan de hand van schermaanduidingen
Zorgvuldigheid
Stellen kwaliteitseisen aan eigen werk.
+++
+++
+++
+++
+++
+++
Respecteren de NBN-normen
++
+++
+++
+++
+++
+++
Nauwkeurig en ordelijk werken
+++
+++
+++
+++
+++
+++
Taken correct uitvoeren binnen een bepaalde tijdslimiet
+++
+++
+++
+++
+++
+++
Zorgzaamheid
2
Contexten waarbinnen de elementen van de gemeenschappelijke stam gerealiseerd worden
Welke context komt uitdrukkelijk aan bod?
Lichamelijke gezondheid en veiligheid
Op welke manier?
Binnen welke leerplannen? 1e gr
(4) Nemen een ergonomische en gevarieerde sta-, zit-, werk- en tilhouding aan (11) Passen veiligheidsvoorschriften toe en nemen voorzorgen voor een veilige leef- en werkomgeving
+++
2e gr
2e gr
2e gr
3e gr
3e gr
2011/039
HA/Toerisme
BSO
TSO - BI
TSO - IB
+++
+++
+++
+++
+++ +++
6
Welke context komt uitdrukkelijk aan bod?
Op welke manier?
Binnen welke leerplannen? 1e gr
2e gr
2e gr
2e gr
3e gr
3e gr
2011/039
HA/Toerisme
BSO
TSO - BI
TSO - IB
+
+
+
+
+
Socio-relationele ontwikkeling Omgeving en duurzame ontwikkeling (3)
Spaarzaam omgaan met papier, stroom, verbruiksproducten …
+
Politiek juridische samenleving Socio-economische samenleving Socio-culturele samenleving
3
Leren Leren
3.1
Eerste graad
Opvattingen over leren 1
De leerlingen werken ordelijk.
+++
2
De leerlingen weten dat kennis en vaardigheden via verschillende leerstrategieën kunnen verworven worden.
++
via helpfunctie, via opzoeken op internet, via BZL …
Informatieverwerving 3
De leerlingen kunnen gegevens memoriseren door gebruik te maken van hulpmiddelen.
4
De leerlingen oriënteren zich in overzichtelijke informatie door gebruik te maken van vormken-
+
structuren van tekst, zoeken op internet
7
merken zoals titels, ondertitels, afbeeldingen en tekstmarkeringen. 5
De leerlingen maken adequaat gebruik van inhoudstafel en register.
+
6
De leerlingen raadplegen adequaat een documentatiecentrum, bibliotheek en multimedia.
+
7
De leerlingen zoeken bij het instuderen van een behandelde leerinhoud de noodzakelijke voorkennis opnieuw op in leerboek, werkboek of notities.
+
8
Bij het leren van samenhangende informatie stellen de leerlingen vragen bij de leerstof en beantwoorden deze; brengen in korte, gestructureerde teksten tekstmarkeringen aan; vervolledigen een schema aan de hand van geboden informatie; leggen verbanden tussen elementen van de leerstof.
9
De leerlingen kunnen samenhangende informatie begrijpen en analyseren door de betekenis van woorden, begrippen en zinnen, waar mogelijk, uit de context af te leiden of op te zoeken.
helpfunctie
Problemen oplossen 10 Bij het oplossen van een probleem: herformuleren de leerlingen het probleem; bedenken zij onder begeleiding een oplossingsweg en lichten die toe; passen zij de gevonden oplossingsweg toe.
++
verwerken van opdrachten bijvoorbeeld het aanpassen van teksten, maken van een presentatie …
12 De leerlingen kunnen werken met een antwoordblad en correctiesleutel en houden rekening met lesdoelstellingen of aanwijzingen van de leraar.
+
BZL
13 De leerlingen vergelijken de eigen werkwijze met die van anderen en geven vervolgens aan waarom iets fout gegaan is en hoe fouten vermeden kunnen worden.
+
Regulering van het leerproces 11 De leerlingen selecteren en ordenen het nodige materiaal en plannen onder begeleiding hun werktijd.
Studie – en beroepsgerichte keuzebekwaamheid 14 De leerlingen hebben inzicht in de algemene structuur van het secundair onderwijs. 15 De leerlingen zijn bereid alle studierichtingen en beroepen naar waarde te schatten. 16 De leerlingen kunnen hun interesses en mogelijkheden inschatten met het oog op een studiekeu-
8
ze. 17 De leerlingen wenden eenvoudige strategieën aan voor het maken van een studiekeuze.
3.2
Tweede graad
Opvattingen over leren 1
De leerlingen werken planmatig.
+++
gestructureerde oplossingsmethode hanteren
2
De leerlingen reflecteren over hun leeropvattingen, leermotieven en leerstrategieën.
++
(eigen) oplossingen testen
gerichte softwarekeuze, kritisch kiezen van de juiste functies in een rekenblad
Informatieverwerving 3
De leerlingen kunnen uit gegeven informatiebronnen en -kanalen kritisch kiezen en deze raadplegen met het oog op te bereiken doelen.
+++
4
De leerlingen kunnen zinvol inoefenen en herhalen.
+++
5
De leerlingen kunnen gegeven informatie onder begeleiding kritisch analyseren en samenvatten.
+++
Problemen oplossen 6
De leerlingen herkennen strategieën om problemen op te lossen en evalueren ze.
+++
Regulering van het leerproces 7
De leerlingen kunnen een realistische werkplanning op korte termijn maken.
8
De leerlingen kunnen onder begeleiding hun leerproces sturen, beoordelen op doelgerichtheid en zo nodig aanpassen.
9
De leerlingen trekken conclusies uit eigen leerervaringen en die van anderen.
10 De leerlingen beseffen dat er verschillende oorzaken zijn voor slagen en mislukken. 11 De leerlingen beseffen dat interesses en waarden het leerproces beïnvloeden. Studie – en beroepsgerichte keuzebekwaamheid
+
+
zelfevaluatie, peerevaluatie …
++
foutenanalyse
9
12 De leerlingen verwerven een zinvol overzicht over studie- en beroepsmogelijkheden. 13 De leerlingen zijn bereid alle studierichtingen en beroepen naar waarde te schatten. 14 De leerlingen kunnen rekening houden met hun interesses en mogelijkheden bij hun studie- of beroepskeuze.
+
15 De leerlingen kunnen de consequenties inschatten van hun keuzen inzake studie of beroep.
+
3.3
Derde graad
Opvattingen over leren 1
De leerlingen werken systematisch.
2
De leerlingen kiezen hun leerstrategieën gericht met het oog op te bereiken doelen.
+++
gestructureerde oplossingsmethode hanteren
Informatieverwerving 3
De leerlingen kunnen diverse informatiebronnen en -kanalen kritisch kiezen en raadplegen met het oog op te bereiken doelen.
+++
4
De leerlingen kunnen verwerkte informatie vakoverstijgend en in verschillende situaties functioneel toepassen.
+++
5
De leerlingen kunnen informatie samenvatten.
+
GIP
Problemen oplossen 6
De leerlingen kunnen op basis van hypothesen en verwachtingen mogelijke oplossingswijzen realistisch inschatten en uitvoeren.
+++
7
De leerlingen evalueren de gekozen oplossingswijze en de oplossing en gaan eventueel op zoek naar een alternatief.
+++
Regulering van het leerproces
keuze van softwarepakket, gebruik van databank of niet, google applicaties gebruiken …
10
8
De leerlingen kunnen een realistische werkplanning op langere termijn maken.
9
De leerlingen sturen hun leerproces, beoordelen het op doelgerichtheid en passen het zo nodig aan.
++ +
10 De leerlingen kunnen feedback geven en ontvangen over hun leerervaringen.
+
11 De leerlingen kunnen het eigen aandeel in slagen en mislukken inschatten.
+
12 De leerlingen erkennen de invloed van hun interesses en waarden op hun motivatie.
++
Studie – en beroepsgerichte keuzebekwaamheid 13 De leerlingen verwerven een zinvol overzicht over studie- en beroepsmogelijkheden, dienstverlenende instanties met betrekking tot de arbeidsmarkt of de verdere studieloopbaan. 14 De leerlingen zijn bereid alle studierichtingen en beroepen naar waarde te schatten. 15 De leerlingen houden rekening met hun interesses en mogelijkheden bij hun studie- of beroepskeuze.
+++
16 De leerlingen kunnen reflecteren over hun studie- of beroepskeuze.
+++
GIP