AZ St.-Rembertziekenhuis St.-Rembertlaan 21 8820 Torhout 050/232111
[email protected]
INFOBROCHURE HERSENBEROERTE
“Onze hersenen bepalen ons hele leven, denken en handelen”
INLEIDING Een beroerte betekent een ingrijpende verandering in het leven van de patiënt en zijn naaste omgeving. Het leven krijgt plots een andere en ongewenste wending. Door deze plotse gebeurtenis komen er heel wat vragen en onzekerheden naar boven. Met deze brochure willen we u meer duidelijkheid geven over de oorzaken, gevolgen, revalidatie, ontslag,… .
WAT IS CVA ? Een CVA of Cerebro Vasculair Accident is de medische term voor een onderbreking van de bloedtoevoer naar de hersenen. In de volksmond spreekt met van een beroerte, herseninfarct of attaque. Ten gevolge van een CVA wordt de toevoer van bloed naar de hersenen verstoord. Daardoor krijgt het getroffen gedeelte van de hersenen weinig zuurstof en raakt het beschadigd. Hoe langer die onderbreking, hoe slechter. TIJDSVERLIES = HERSENVERLIES
Elke dag worden er in België 52 mensen getroffen door een CVA en is de derde grootste doodsoorzaak. Hoe sneller in het ziekenhuis. Hoe meer kans op een klonteroplossende behandeling. Hoe meer kans op herstel. De FAST-test (Face Arm Speech Test) is een snelle test om een beroerte te herkennen. Deze test kun je terugvinden achteraan deze brochure.
DE OORZAKEN VAN EEN CVA? Een CVA kan verschillende oorzaken hebben. De twee meest voorkomende zijn : ° Herseninfarct : de bloedstroom in de hersenen kan verstoord raken door een bloedklonter die vast komt te zitten in een hersenbloedvat. Er kan ook een vernauwing van een bloedvat optreden. Het deel van de hersenen dat door dit bloedvat van zuurstof en voedingsstoffen voorzien wordt, loopt schade op. ° Hersenbloeding : ontstaat door een scheurtje in de wand van een bloedvat. Deze bloeding drukt op een deel van het hersenweefsel en veroorzaakt schade. Bij het ontstaan van een hersenbloeding spelen aderverkalking en een hoge bloeddruk een grote rol.
In ongeveer 80% van de gevallen is een klonter of vernauwing de oorzaak van opstopping. In 20% van de gevallen gaat het om een hersenbloeding en is een scheur in een bloedvat de oorzaak .
DE GEVOLGEN VAN EEN CVA De gevolgen kunnen heel uiteenlopend zijn. Ze hangen af van de plaats en de grootte van het letsel. De gevolgen van een beroerte kunnen zichtbaar zijn, bijvoorbeeld het stappen. Maar ze kunnen ook onzichtbaar zijn, omdat het gaat om veranderingen in het denken, de communicatie, de emoties en het gedrag. Hier volgt een overzicht van de meest voorkomende gevolgen na een CVA. Zelden of nooit doen alle mogelijke gevolgen zich voor bij één persoon. Welke gevolgen zich juist bij uw familielid voordoen, kan u best vragen aan de behandelende arts. De eigen situatie kan niet vergeleken worden met die van een ander. 1. Lichamelijke gevolgen Een letsel in de rechter hersenhelft zal stoornissen veroorzaken in de linker lichaamshelft en omgekeerd. Verlamming De spieren kunnen gedeeltelijk of volledig verlamd zijn. Deze verlamming kan gepaard gaan met een verhoogde spierspanning (spasticiteit) of een verlaagde spierspanning (slappe verlamming). Evenwichtsproblemen Deze kunnen de zitbalans, het staan en stappen bemoeilijken. Hierdoor verhoogt het valrisico. Gevoelsstoornissen Het kan voorkomen dat er geen of een verminderd gevoel in bepaalde lichaamsdelen optreedt. Anderen ervaren een veranderd gevoel, overgevoeligheid of zelf pijn. Problemen met het zicht Personen met een halfzijdige verlamming kunnen ook een halfzijdige blindheid hebben. Men ziet de ruimte aan de verlamde zijde niet. Anderen kunnen last hebben van dubbelzien.
Spraak– en slikproblemen Indien er een verminderde controle is over de spieren van de tong, mond, lippen en keel treden er spraak– en/of slikproblemen op. Zo komt het voor dat personen na een CVA niet of moeilijk verstaanbaar spreken. Patiënten kunnen zich hierdoor vaak verslikken wat tot een longontsteking kan leiden. Incontinentieproblemen Soms is er een verminderde controle over de bekkenbodemspieren. Dit kan leiden tot ongewilde urine– en/of stoelgangverlies. 2. Neuropsychologische gevolgen Dikwijls is de patiënt zich niet bewust van de problemen op het vlak van het ‘psychisch’ functioneren. —> Cognitieve problemen Geheugenproblemen Dit zijn problemen met het aanleren, onthouden en terug oproepen van informatie uit het geheugen. Zo vergeet iemand na een CVA vaak afspraken, recente gebeurtenissen, wat hij een paar uren of dagen geleden heeft gedaan, wat in een gesprek werd gezegd, enz. Hij kan eveneens moeilijk de namen van de nieuwe mensen onthouden. Aandachtsproblemen De patiënt kan snel afgeleid zijn en zijn aandacht niet lang bij eenzelfde activiteit houden. De patiënt reageert vertraagd en heeft dus meer tijd nodig om iets uit te voeren. Bovendien kan hij moeilijk tegen drukte en kan hij sneller vermoeid zijn. Apraxie Problemen in het handelen. De patiënt kan de handelingen vaak nog wel spontaan uitvoeren, maar ondervindt problemen als dezelfde handeling op vraag moet uitgevoerd worden. Zo weet de patiënt niet hoe hij zich correct moet wassen en kleden, schrijven, blazen, voedsel kauwen,...
Afasie Dit is een stoornis waarbij men de taal niet meer correct kan gebruiken of begrijpen. Sommigen lijken in een vreemde taal te antwoorden, verwisselen of verzinnen woorden, hebben problemen met het vinden van de juiste woorden. Soms kan men zich helemaal niet meer met woorden uitdrukken. Rechter Hemisfeer Communicatie Stoornis (RHCS) Dit is een communicatiestoornis waarbij er problemen zijn met figuurlijk taalgebruik (bv humor), intonatie in de zin, de verschillende betekenissen van een woord (bv muis : dier—comuter), de voorkennis van een gesprekspartner,... Neglect (verwaarlozing) Men negeert één kant van het lichaam en geeft geen aandacht voor de omgeving aan deze kant. De hersenen verwerken wat iemand aan één kant hoort, ziet of voelt niet goed. Aangeboden prikkels worden niet of veel later waargenomen.
—> Gedrags– en gevoelsproblemen Problemen met het gedrag en de gevoelens komen vaak voor na een ernstig hersenletsel. Deze kunnen leiden tot persoonlijkheidsveranderingen. Enkele voorbeelden zijn : Ongeremd gedrag Daarmee bedoelen we : praten zonder ophouden, zonder onderscheid te maken tussen wat en tegen wie, van de hak op de tak springen, veel hetzelfde vertellen, anderen onderbreken, ongepaste of kwetsende opmerkingen maken zonder zich daarvan bewust te zijn, ongepast aanraken van anderen, ongeremd eetgedrag,… Impulsiviteit Daarbij doet men dingen zonder nadenken, gaat men ondoordacht te werk en denkt niet aan de gevolgen. Initatiefverlies De patiënt is passief en neemt zelden initiatief. Heeft een afwachtende houding en heeft weinig voorstellen. Verhoogde prikkelbaarheid Dit houdt in : snel boos of agressief worden, weinig geduld hebben en niet veel kunnen verdragen. Kinderlijk gedrag De patiënt stelt zich afhankelijk op. Heeft nood aan affectie en is lichamelijk heel aanhankelijk en veeleisend. Wisselende emoties (emotionele ontlading) Bij de minste aanleiding begint de patiënt te wenen of te lachen en heeft dit niet onder controle. Depressie Bij bijna de helft van de patiënten komt in de eerste 6 maanden een depressie voor.
HET REVALIDATIETEAM Het revalidatieteam in het Sint-Rembertziekenhuis bestaat uit verschillende deskundigen die samenwerken om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de individuele behoeften van elke patiënt. Dit gebeurt onder meer door een wekelijkse teambespreking door alle leden van het team. Indien u vragen hebt, kunt u altijd contact opnemen met een lid van het revalidatieteam. ° Neuroloog : dr Goethals en dr. Maes 050/232426 De neuroloog is een geneesheerspecialist die aandoeningen van het zenuwstelsel behandelt. ° Geriater : dr. De Raes 050/232401 De geriater legt zich toe op de behandeling van oudere patiënten die meerdere ziekteverschijnselen tegelijk vertonen. ° Verpleegkundige 050/232355 De verpleegkundige coördineert de dagelijkse zorg. Hij/zij is het aanspreekpunt voor u en uw naasten. De hoofdverpleegkundige is verantwoordelijk voor de bewaking en de continuïteit van de zorg tijdens de gehele periode van opname tot ontslag. ° Revalidatiearts : dr. De Decker 050/232492 De revalidatiearts coördineert de revalidatie en volgt deze van nabij op. Het behandelplan wordt in overleg met hem opgesteld. Hierbij wordt niet enkel gekeken naar de medische kant, maar ook naar een zo goed mogelijk functioneren van de patiënt. ° Technisch orthopedist Wanneer tijdens en/of na de revalidatie extra steun nodig is om het zitten, staan of stappen te verbeteren, kan de technisch orthopedist een orthese of brace (=spalk) voorzien.
° Kinesitherapeut 050/232541 De kinesitherapeut richt zich op problemen bij het lopen, evenwicht, coördinatie, kracht, uithouding,… Hij/zij gebruikt hierbij allerlei technieken zoals bewegingstherapie, spierversterkende oefeningen, marchrevalidatie, evenwichtstraining, relaxatietechnieken, conditietraining en valpreventie. ° Ergotherapeut 050/232554 Aan de hand van oefeningen, gebruik van hulpmiddelen en het trainen van dagelijkse handelingen probeert de ergotherapeut de CVA patiënt zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren. Hij/zij oefent verschillende technieken zoals hand-armfunctietraining, trainen van de fijne motoriek, gangrevalidatie, transfers, cognitieve oefeningen,… ° Logopedist 050/232560 De logopedist onderzoekt en behandelt taal-, spraak-, en slikstoornissen. Zij oefent de verstoorde en nog resterende communicatiemogelijkheden. Ook geeft de logopedist de familie advies over hoe ze moeten omgaan met hun problemen en over hulpmiddelen die de communicatie en de voeding kunnen verbeteren (bv taalzakboek,…) ° Psycholoog 050/232649 De psycholoog onderzoekt de patiënt op neuropsychologisch vlak en wordt soms gevraagd de patiënt emotioneel te ondersteunen. Daarnaast kan de psycholoog hulp bieden bij het verwerken van en het leren omgaan met de nieuwe situatie. Zij kan u gesprekken aanbieden waarbij u en uw naasten op verhaal kunnen komen. Naast deze steunende gesprekken, kan zij u advies geven bij bepaalde kwesties. ° De sociale dienst 050/232651 Na een CVA kunnen er praktische zaken zijn die om een oplossing vragen (bv. huisvesting, werk, dagbesteding,…). De maatschappelijk werker kan door middel van gesprekken helpen een nieuw evenwicht te vinden en kan een ‘wegwijzer’ zijn in allerlei regelingen en voorzieningen.
DE BEHANDELING VAN EEN CVA De behandeling is enerzijds gericht op het revalideren en het beperken van de gevolgen van het CVA. Anderzijds is de behandeling gericht op het voorkomen van een nieuw CVA, dit door medicatie en eventuele veranderingen in de levenswijze. De behandeling wordt individueel aangepast. Het multidisciplinair team onder leiding van de neuroloog, revalidatiearts of geriater bepaalt welke behandeling u precies krijgt. Afhankelijk van de klachten die de patiënt heeft, wordt hij behandeld door de gewenste leden van het team. ° Acute fase Meestal wordt u of uw familielid via de spoedgevallen opgenomen. Daar gebeuren een aantal onderzoeken zoals een bloedafname, wordt een infuus geplaatst en wordt een ECG (hartfilm) afgenomen. Op de radiologie wordt een CTscan gemaakt om te bepalen over welke soort beroerte het gaat. Zo kan de neuroloog een behandelingsplan opstellen. Indien mogelijk wordt een behandeling toegediend gericht op het oplossen van de bloedklonter die de slagader in dehersenen verstopt, in de hoop het nog niet definitief beschadigde hersenweefsel opnieuw van zuurstof te voorzien. Anderzijds wordt medicatie gegeven om nieuwe klontervorming te voorkomen. Deze behandelingen worden verder uitgevoerd op de afdeling neurologie of de stroke-unit. Deze zorgeenheid is gespecialiseerd in zorg aan personen tijdens de acute fase na een CVA of beroerte. Tijdens deze acute fase willen we toenemende schade aan de hersenen en bijkomende verwikkelingen zoveel mogelijk voorkomen. De vitale parameters, zoals pols, bloeddruk , temperatuur, bloedsuiker, saturatie,… worden op deze eenheid nauwlettend gevolgd.
° Revalidatiefase Verdere cardiologische onderzoeken, onderzoeken van de halsbloedvaten en eventueel een MRI-scan van de hersenen zijn mogelijk en gebeuren in de eerstvolgende dagen. Ook enkele neurofysiologische onderzoeken kunnen gebeuren om de elektrische activiteit van de hersenen te meten en om het functioneren van het zenuwstelsel te controleren. Tijdens de revalidatie probeert men de beperkingen en handicaps te voorkomen of te verminderen. Alles gebeurt via een multidisciplinaire aanpak. Het team kent verschillende disciplines die zich ten volle inzetten voor de best mogelijke revalidatie van u of uw familielid. ° Ontslagfase Tijdens de ontslagfase speelt de sociale dienst een belangrijke rol. Men zorgt ervoor dat alle nodige zaken geregeld zijn voor de patiënt het ziekenhuis verlaat. —> Naar huis Veel patiënten gaan na ontslag uit het ziekenhuis naar huis. Sommigen hebben geen nabehandeling nodig, maar voor de sommige is verdere revalidatie aangewezen of noodzakelijk. De verdere revalidatie kan thuis of op ambulante basis in het ziekenhuis plaatsvinden. Vooral voor patiënten die nood hebben aan meerdere therapeuten van het revalidatieteam is het vaak de beste en gemakkelijkste oplossing. Het vervoer van en naar het ziekenhuis kan gebeuren door een externe vervoerdienst. Dit kan geregeld worden via de sociale dienst. —> Naar een revalidatiecentrum Een deel van de patiënten gaat niet rechtstreeks naar huis, maar naar een revalidatiecentrum. Na de revalidatie kan men terug naar huis of indien nodig/gewenst naar een thuisvervangend milieu (vb. woon en zorgcentrum). Er bestaan ook mogelijkheden voor dagopvang.
BESLUIT Het verwerken van het CVA en het leren omgaan met de beperkingen is niet gemakkelijk en vergt veel tijd zowel van u als van uw naaste omgeving. Ondersteuning door familie en vrienden is hierbij zeer belangrijk.
Indien nog vragen. Vraag gerust informatie aan de verpleegkundigen op de afdeling. Zij zullen u en uw naasten beantwoorden of doorverwijzen naar de andere leden van het revalidatieteam.