MIGRATIE
INFO
ZESTIG JAAR IOM _ Migratie is onvermijdelijk, noodzakelijk en wenselijk in de hedendaagse maatschappij
NUMMER 4 17e JAARGANG december 2011
OIM IOM
6 19
IOM Internationale Organisatie voor Migratie
5 1 - 2 011
Geachte meneer de minister, Nu ik binnenkort Nederland vrijwillig zal verlaten voor Oslo is dit mijn laatste kanttekening in Migratie Info. Graag neem ik u mee in een terugblik; een glazen bol voor de toekomst heb ik niet voor u. Bij mijn aankomst in Nederland in 2005 was migratie als een hete aardappel voor de politiek. Er was veel commotie over 26.000 mensen die al lang op een uitspraak over hun verblijfsstatus zaten te wachten. De eisen voor gezinshereniging en voor inburgering werden aangescherpt. Migratiedilemma’s sierden de koppen in de media. Bij het opmaken van een balans over migratie in de afgelopen maanden, staat de naam Mauro haast synoniem voor de weerbarstigheid van een humaan migratiebeleid. Verrassend genoeg kan vastgesteld worden dat het aantal migranten dat gebruik maakt van IOM bij hun zelfstandige terugkeer in een permanente stijgende lijn is. Is dat nu een succes? Uit onderzoek blijkt dat mensen drie overwegingen maken voordat ze besluiten vrijwillig terug te keren: 1. zijn er nog mogelijkheden om wel in Nederland te blijven, liefst zonder afhankelijk te zijn; 2. hoe kijkt de migrant naar de veiligheid in het land van herkomst; 3. kan de terugkeer met perspectief plaatsvinden? Deze afwegingen nuanceren de vrijwilligheid tot een keuze uit barre noodzaak. Dat maakt dat de begeleiding en het perspectief dat IOM biedt in haar terugkeerprogramma humaan is en daarmee succesvol. Maar als dat toenemende aantal vertrekkers te verklaren is uit een xenofobe verharding in de Nederlandse samenleving, dan is dat verontrustend. Er zijn toenemende signalen dat migranten minder aanspraak kunnen maken of elementaire dienstverlening, zorg of zelfs werk. Verwijzingen naar een multiculturele samenleving stuiten op een taboe, daar waar het toch een realiteit is! Allerlei economische, sociale en demografische argumenten pleiten juist voor positieve benadering van migratie. Migratie moet worden bekeken vanuit een wereldwijde context. Mensen terugsturen zonder perspectief op een toekomst mag rekenen op onbegrip, onwil en uiteindelijk ook op een draaideur waarlangs migranten opnieuw hun toevlucht zullen zoeken. Kijk bij een migratiebeleid daarom ook naar de inzet, doorzettingsvermogen en kansen die de migrant vaak meebrengt. In dat opzicht is het juist aan u om een sleutelrol te spelen voor een meer integraal, Europees en mondiaal gericht migratiebeleid. Dergelijk beleid kan rekenen op de steun van migranten, het maatschappelijk middenveld en uiteraard ook van IOM.
Joost van der Aalst Chief of Mission IOM in Nederland 2
Inhoud
Migratie Info 17e jaargang, nummer 4
VOORWOORD “Migratie is onvermijdelijk, noodzakelijk en wenselijk in onze hedendaagse maatschappij. Het is daarom de hoogste tijd om een einde te maken aan de vele mythes rond migratie.” IOM Directeur-Generaal William Lacy Swing is niet de enige met deze mening. In deze Migratie Info geven uiteenlopende migratiedeskundigen hun visie op migratie anno 2011. Zo vindt Ernst Hirsch Ballin het hoog tijd dat migranten staatsburger worden. Het zal hun band met de democratische rechtsstraat versterken en hun integratie bevorderen. Ad Melkert, voormalig minister en speciaal gezant van de Verenigde Naties in Irak, wijst op de grote behoefte aan ‘global governance’ en kennis van wat er allemaal komt kijken bij het sturen en begeleiden van migratiestromen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wijzen op drie belangrijke elementen in het migratiebeleid: Nederland kiest voor migranten die een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving en die makkelijk integreren, terugkeer is een onlosmakelijk onderdeel van het migratiebeleid en Nederland wil migratie inzetten om tegemoet te komen aan ontwikkelingsbehoeften in herkomstlanden. Schrijfster en cabaretière Nilgün Yerli heeft voldoende ervaring als migrant om te stellen: “Hou op over grenzen. We zijn allemaal wereldburgers!” De redactie
INHOUDSOPGAVE Monoculturele samenleving is een valse illusie Hoogleraar Ernst Hirsch Ballin stelt dat migratie noodzakelijk en over het geheel genomen gunstig is. “Helaas en in strijd met een realistische kijk op de samenleving lijken veel mensen migratie als iets negatiefs te zien.” Pagina 2, 3 en 4
Het migratiedebat is te veel gebaseerd op mythes “Het is hoog tijd dat regeringen, het maatschappelijk middenveld, internationale organisaties en de media zich inzetten om de migratiemythes te weerleggen.” IOM Directeur-Generaal William Swing pleit voor een gesprek op basis van feiten en ervaringen.
Grote behoefte aan kennis over migratie Migratiemanagement vraagt om global governance en kennis over het sturen en begeleiden van migratiestromen. Wereldwijd, zegt Ad Melkert, tot voor kort speciaal gezant van de Verenigde Naties in Irak.
We zijn allemaal wereldburgers! “De wereld is mijn land, de mensheid is mijn familie en de liefde is mijn religie. Niemand kan mij meer in een hokje stoppen. ” Schrijfster en cabaretière Nilgün Yerli over migratie.
Pagina 7, 8 en 9
Pagina 15 en 16
Toelating en terugkeer in het migratiebeleid “Migratiebeleid kan niet zonder terugkeer, anders vervalt het draagvlak voor wie mag blijven,” aldus Harke Heida, Directie Migratiebeleid en Rhodia Maas, Dienst Terugkeer & Vertrek van het ministerie van BZK.
Migratie ten behoeve van ontwikkeling herkomstland “Door tijdelijke terugkeer, geldovermakingen en het versterken van vaardigheden voor ondernemers kan migratie bijdragen aan de ontwikkeling van het herkomstland, zegt Han Peters, directeur Consulaire Zaken en Migratiebeleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Pagina 10, 11 en 12
Pagina 17 en 18
Pagina 5 en 6
1
Interview
Prof. dr. E.M.H. Hirsch Ballin
MONOCULTURELE SAMENLEVING IS EEN VALSE ILLUSIE Op 9 september 2011 hield prof. dr. E.M.H. (Ernst) Hirsch Ballin zijn inaugurele rede bij de aanvaarding van zijn ambt als hoogleraar in de rechten van de mens aan de Universiteit van Amsterdam. Daarin benadrukte hij de meerwaarde van een multiculturele samenleving ten opzichte van een monoculturele samenleving en het belang van het toekennen van burgerrechten aan migranten. Hij stelt dat migratie noodzakelijk en over het geheel genomen gunstig is. “Helaas en in strijd met een realistische kijk op de samenleving, lijken veel mensen migratie als iets negatiefs te zien.” Hirsch Ballin heeft genoeg voorbeelden om de noodzaak en meerwaarde van migratie te onderstrepen. “Neem Rotterdam. Als dit niet zo’n internationale stad was, zou het niet zo dynamisch zijn. De Nederlandse geschiedenis kent zoveel groei, economisch, cultureel en wetenschappelijk dankzij mensen die zich verplaatsen. Als Nederland in de jaren zestig en zeventig niet op grote schaal mensen uit het Middellandse Zeegebied had gevraagd naar Nederland te komen, dan was de economie in een neerwaartse spiraal gekomen in plaats van te groeien. We zien het nog steeds: Limburg werft mensen van elders, anders stagneert de ontwikkeling in die provincie.” Natuurlijk, het kost soms moeite, erkent Hirsch Ballin. “Ginds, op twee kilometer afstand van de universiteit, in Tilburg Noord, woont een grote Somalische gemeenschap met behoorlijk wat spanningen. Maar dat aspect van de immigratie los je niet op door isolement! Dat verergert de problematiek.”
Ernst Hirsch Ballin: “Een onafhankelijke internationale organisatie op het gebied van migratie als IOM is onmisbaar.”
2
Multiculturele samenleving De rubricering als allochtoon en de herkenbaarheid van de herkomst hebben in de Nederlandse politieke discussies een
Migratie Info 17e jaargang, nummer 4
bedroevend negatieve ondertoon gekregen, vindt Hirsch Ballin. De eenzijdige afkeer en afkeuring van de multiculturele samenleving wekt de indruk, dat een monoculturele samenleving wél mogelijk en wenselijk zou zijn. Daarbij verwijst Hirsch Ballin naar het in 2000 in NRC Handelsblad verschenen artikel van Paul Scheffer over ‘het drama van de multiculturele samenleving’. “Scheffer wees terecht op een aantal genegeerde problematische kanten en het geïsoleerd naast elkaar bestaan van verschillende culturen. Natuurlijk werkt het averechts als onderwijsinstellingen het isolement handhaven en geen bijdrage leveren aan het verbinden van verschillende culturen. Hoewel Scheffer dat niet concludeerde, vormde zijn artikel voor velen de basis om te beweren dat de multiculturele samenleving mislukt zou zijn. Er zijn zelfs politici die niet tot de PVV behoren en dit beweren, maar ze kunnen het niet waarmaken. Die mensen wekken de suggestie dat er een alternatief zou zijn, namelijk een monoculturele samenleving. Dat is een valse illusie. Want het is niet nastrevenswaardig en zolang Nederland een democratische rechtsstaat is, uitgesloten”, aldus Hirsch Ballin. Dat toch veel mensen er oren naar hebben, heeft volgens Hirsch Ballin te maken met het functioneren van het politieke discours. “Als je op begrijpelijke gevoelens van ongemak stuit en vervolgens niet het vermogen hebt om een visie uit te dragen op een samenleving waarvoor immigratie een van de kenmerken was en zal moeten blijven,
als je evenmin de wil hebt om er iets aan te doen, dan is er één alternatief en dat is wat een politicus juist niet moet doen, namelijk zich tot spreekbuis maken van ongenoegen in plaats van tot woordvoerder van wat tot vermindering van het ongenoegen zal bijdragen. Een politicus moet juist steun verwerven voor een visie, hoe te reageren op de oorzaken van het ongenoegen. Dat laatste is een stuk lastiger dan het eerste.”
“Het staatsburgerschap zou een grondrecht moeten zijn voor wie geïntegreerd is in de samenleving.” Toch is het een werkwijze die resultaat boekt. Hirsch Ballin was van 2006 tot 2010 minister van Justitie in het kabinet Balkenende III en IV en in 2010 tevens minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het demissionaire kabinet Balkenende IV. In die hoedanigheden heeft hij op het gebied van migratie, samen met zijn collega Nebahat Albayrak als staatssecretaris van Justitie, een aantal stappen gezet. Als eerste punt noemt hij het generaal pardon in 2007 voor mensen die voor 1 april 2001 een asielverzoek hadden ingediend, onafgebroken in Nederland waren gebleven en geen ernstige criminaliteit hadden gepleegd. “Gelijktijdig zijn we gaan werken aan verbetering van de asielprocedure. Speerpunt daarin was dat nieuwe feiten en omstandigheden die zich tijdens de procedure
voordeden, toch werden meegenomen in de procedure, tot en met de rechterlijke einduitslag. Ook hebben we bereikt dat de algemene asielprocedure in de aanmeldcentra van 48 uur werd verlengd tot acht dagen. In juni 2010 kreeg hij de instemming van de Eerste Kamer voor wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Daarmee konden kinderen die vóór 1985 uit een Nederlandse moeder zijn geboren, maar het Nederlanderschap niet via de moeder hebben verkregen, alsnog het Nederlanderschap verkrijgen. De regeling in welke gevallen geen afstand hoeft te worden gedaan van de oorspronkelijke nationaliteit bleef op de hoofdpunten ongewijzigd. “Het was één van de wegen waarmee ik iets wilde doen aan de zinloze discussie over dubbele nationaliteit.” Met onder andere een regeling voor kennismigranten hoopten de bewindslieden van Justitie in het vorige kabinet zichtbaar te maken dat de samenleving migratie nodig heeft. Ook de samenwerking met UNHCR stond hoog op hun agenda. “Nederland behoort tot de landen die UNHCR vanaf de oprichting hebben ondersteund. We hebben bijgedragen aan het hervestigingsbeleid. Opvang van vluchtelingen in de regio heeft de voorkeur. Maar er zijn nu eenmaal mensen voor wie dat niet mogelijk is. Daarom heeft Nederland het beleid om jaarlijks 500 vluchtelingen uit te nodigen.” Bescherming in het migratiebeleid Een onderwerp waarmee ook het huidige kabinet aan de slag zou moeten, is het herijken van de functie van bescherming binnen het migratiebeleid. “De mogelijkheid om asiel te
3
vragen is in feite ook een uitlaatklep geworden voor andere migranten. Mensen die op weg gaan om in een ander land een nieuwe toekomst op te bouwen, kunnen door de afweerhouding in het migratiebeleid in veel Europese landen alleen een beroep doen op de asielprocedure.” De diversiteit aan migratiestromen vereist volgens Hirsch Ballin hernieuwde aandacht voor zowel mensen die bescherming nodig hebben als voor bijvoorbeeld arbeidsmigranten en circulaire migranten.” Tot zijn spijt heeft de toenmalige Tweede Kamer de notitie van het vorige kabinet ‘Visie op bescherming’ nooit besproken. Hij noemt het een pijnlijk feit voor de manier waarop de politieke discussie over migratie is vervormd en vertekend. “Helaas overheerst het beeld van negatieve ervaringen en als mijn opvolger Gerd Leers probeert daarin verandering te brengen, wordt hij meteen teruggefloten.” Staatsburgerschap voor migranten Hirsch Ballin constateert dat het recht in Nederland en andere Europese landen onderscheid maakt tussen eigen staatsburgers en ‘vreemdelingen’. Dat is onvermijdelijk, maar het hebben van een staatsburgerschap dat aansluit bij de realiteit, zou in zijn ogen een grondrecht moeten zijn. Als migranten staatsburger worden, zal dat hun band met de democratische rechtsstraat versterken, integratie bevorderen en succes vergemakkelijken. “Als door beleid, wetgeving of het psychologisch klimaat de migrant isolement wacht, dan wordt dat een problematisch geïsoleerd bestaan. Met grote kans dat
4
gedragspatronen worden behouden en versterkt.” Hij komt opnieuw bij de Somaliërs in Noord Tilburg, van wie velen moeilijker dan andere immigranten aansluiting vinden. “Als we hen zouden benaderen met de boodschap ‘u blijft hier altijd vreemdeling, u zult nooit Nederlander worden, uw kinderen en kindskinderen blijven Somaliërs in ballingschap en als in 2030 de rechtsstaat in Somalië is ingericht dan kunt u terug’, dan zullen ze nooit Nederlandse staatsburgers worden. Gelukkig is dat ook niet het beleid. Dus moet je doorgaan met programma’s om de taal te leren en mensen betrekken bij economische activiteiten.” Migration for the benefit of all Hirsch Ballin omarmt dan ook van harte het thema van IOM ‘Migration for the benefit of all’. “IOM was tijdens mijn ministerschap een heel belangrijke partner voor het terugkeerbeleid en was leverancier van expertise en deskundigheid bij het inrichten van bijvoorbeeld circulaire migratie.” Een dergelijke onafhankelijke internationale organisatie op het gebied van migratie vindt hij onmisbaar. “Als je onderkent dat het Nederlandse migratiebeleid alleen een bouwsteen kan zijn voor migratiebeleid dat in Europese en internationale kaders gestalte krijgt, dan heb je een partnerorganisatie nodig die grensoverschrijdend werkt. IOM is in Nederland betrokken bij het begin van het terugkeerproces en is betrokken wanneer mensen in hun land van terugkeer de draad weer oppakken. IOM heeft ook expertise om goede afspraken te maken in het kader van circulaire migratie.”
Circulaire migratie Kenmerkend voor migratie in de 21ste eeuw is volgens Hirsch Ballin dat de vreemdeling zijn huis en haard niet definitief verlaat om daar nooit meer terug te komen en zijn familie te vergeten. “Integendeel, de trek naar de stad – in hetzelfde land, of verder weg – staat ten dienste van de ontwikkeling van de familie. Ze verliezen niet de behoefte om hun plaats van herkomst op te zoeken, en sommigen van hen zouden ook graag willen meewerken aan circulaire migratie. Dat betekent dat ze heen en weer gaan, en waarom zouden we daar geen ruimte voor creëren en dat mogelijk maken? Het is een realiteit die iedereen die weet heeft van migrerende families allang kent.” Een vergelijkbare vorm van circulaire migratie is aan de orde als mensen gedurende een bepaalde periode migreren, ergens een vak leren en uitoefenen en daarna de verplichting op zich nemen om terug te gaan. “Daarvoor loopt een pilot, die ik destijds samen met mijn collega’s Bert Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) en Nebahat Albayrak heb geïnitieerd. Ik hoop dat na deze pilot het besef ontstaat dat we circulaire migranten nodig hebben, voor allerlei functies waarvan je weet dat we ze met een vergrijzende bevolking niet kunnen blijven vervullen. En waarvan je weet dat het voor een aantal mensen in ander delen van de wereld een kans is om geld te verdienen en ervaring op te doen.” –
Interview
Migratie Info 17e jaargang, nummer 4
William Lacy Swing, Directeur-Generaal IOM
HET MIGRATIEDEBAT IS TE VEEL GEBASEERD OP MYTHES Migratie is onvermijdelijk, noodzakelijk en wenselijk in onze maatschappij. Maar de deelnemers aan het debat over migratie zijn vaak slecht geïnformeerd. Het is hoog tijd dat regeringen, het maatschappelijk middenveld, internationale organisaties en de media zich inzetten om de migratiemythes te weerleggen.” IOM Directeur-Generaal William Swing pleit voor een open en eerlijk gesprek op basis van de juiste feiten en ervaringen. Swing schetst de huidige ontwikkelingen op het gebied van migratie. Er zijn meer mensen in beweging dan ooit te voren. “We leven in een tijd met de grootste menselijke mobiliteit in de geschiedenis. Het is dan ook geen wonder dat migratie zich heeft ontpopt tot een belangrijk wereldwijd fenomeen. Het is niet langer de zorg van een beperkt aantal landen.” Allerlei ontwikkelingen zijn op die migratiebeweging van invloed. Zoals de demografische ontwikkelingen in de westerse wereld ten opzichte van de ontwikkelingslanden, het verschil in vraag naar en aanbod van arbeidskrachten. Ook natuurrampen, klimaatveranderingen en de digitale revolutie beïnvloeden de mobiliteit. Ter toelichting: vandaag de dag hebben 1,9 miljard mensen toegang tot internet. In 2000 waren het er 390 miljoen. Dagelijks worden 247 miljard emails verstuurd. Bijna 1 miljard mensen hebben Facebook-accounts, en ongeveer een half miljard mensen gebruiken twitter. “Direct of indirect spelen al deze communicatienetwerken een rol in de bevordering van de mobiliteit. Migranten weten waar de banen zijn, ze weten welke plaatsen ze moeten vermijden en met groot gemak communiceren ze met hun familie en vrienden.”
Nauwkeurig beeld van de hedendaagse migratie “Migratie is een van de meest onbegrepen ontwikkelingen. Er zijn maar weinig beleidsterreinen zozeer onderworpen aan meer verkeerde voorstelling van zaken in het publieke debat dan de internationale migratie”, aldus Swing. “Onderzoeken met betrekking tot migratie blijken nauwelijks van invloed op de beleidsvorming. Politieke discussies, berichten in de media en de publieke opinie over de aard, het doel en de sociaal-economische impact van migratie hebben de neiging negatief te zijn. Helaas dreigen de enorme positieve bijdragen door de meerderheid van de migranten aan onze samenlevingen en economieën te worden vergeten.” Stigmatisering is overigens niet beperkt tot migranten in het buitenland. Het wordt, ook in landen van herkomst, gevoed door het idee dat migranten hun land ‘verlaten’ of door de onrealistische hoop en verwachtingen van de migrantenfamilies en gemeenschappen van herkomst. Verkeerde informatie en misvattingen beïnvloeden volgens Swing het overheidsbeleid, wat op zijn beurt de negatieve houding in de massamedia en de gemeenschap in het
algemeen versterkt. “Een van de grootste uitdagingen in dit verband is wat en hoe de overheid moet communiceren over migranten en migratiebeleid onder het grote publiek. Dat vraagt om voorlichting en betrokkenheid van de bevolking.” Mythes over migratie Swingt geeft een aantal voorbeelden van mythen rond migratie. Het beeld bestaat dat de meeste migratie over de landsgrenzen heen plaatsvindt. Een misvatting, concludeert Swing. “De realiteit is dat veruit het grootste aantal migranten zich verplaatst binnen de grenzen van hun eigen land. Volgens de meest betrouwbare schattingen zijn er 215 miljoen internationale migranten over de hele wereld. Er zijn minstens drie keer zoveel interne migranten, een meerderheid ervan verlaat het platteland en zoekt een nieuw leven in de steden. In China alleen al zijn er meer dan 200 miljoen interne migranten. Dus bijna net zoveel als het totale aantal van alle ‘internationale migranten’ in de hele wereld. Een tweede misverstand is dat migratie bestaat uit een enorme stroom van mensen uit ontwikkelingslanden en naar de ontwikkelde
5
William Lacy Swing: “Migratie is de meest oorspronkelijke en oudste strategie voor armoedebestrijding en ontwikkeling.”
landen. “Ook dat is niet juist. Hedendaagse migratiestromen weerspiegelen de complexe patronen van sociale en economische globalisering, ze stromen in alle richtingen en zijn van invloed in alle landen. Ontwikkelingslanden worden vaak gezien als een bron in plaats van als een bestemming van migranten. Cijfers benadrukken echter het belang van intra-regionale beweging: in 2010 waren er bijna evenveel migranten uit ontwikkelingslanden die in andere ontwikkelingslanden wonen (73 miljoen) als migranten uit ontwikkelingslanden die in de ontwikkelde landen wonen (74 miljoen).” De derde mythe is dat het aantal internationale migranten uit de hand loopt. Swing: “Het aantal internationale migranten is inderdaad gestaag gegroeid sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. In 1965 waren er ongeveer 75 miljoen internationale migranten. Nu, zo’n 45 jaar later, zijn er ongeveer 215 miljoen internationale migranten. In procenten uitgedrukt, is de wereldwijde internationale migrantenbevolking echter constant gebleven op ongeveer 3% van de totale wereldbevolking.” Impact van migratie op het sociale en economische leven Swing wijst vervolgens op een aantal misverstanden over de impact van migratie op sociale en economische leven. Het beeld bestaat dat migranten een grote druk leggen op de economie van de landen van bestemming. “Er komt steeds meer bewijs dat migranten een belangrijke en positieve bijdrage leveren aan de economie
6
van hun land van bestemming. De Verenigde Staten krijgen naar schatting USD 37 miljard per jaar dankzij immigranten die deelnemen aan de Amerikaanse economie. Een onderzoek van het Britse Ministerie van Binnenlandse Zaken schat in dat de in het buitenland geboren bevolking tien procent meer inkomsten oplevert voor de overheid.” Over beweringen dat migratie een aanslag betekent op de middelen van landen van herkomst, zegt Swing: “Migratie is de meest oorspronkelijke en oudste strategie voor individuele - en in veel gevallen gemeenschappelijke - armoedebestrijding en ontwikkeling. Migratie en de overmakingen die het genereert betekenen vaak dat er eten op tafel komt, dat er geneesmiddelen gekocht kunnen worden en dat er onderwijs is voor jongens en meisjes. Officieel geregistreerde geldovermakingen naar ontwikkelingslanden in 2010 bedroegen 325 miljard dollar en zullen naar verwachting oplopen tot 404 miljard dollar in 2013. (Wereldbank 23 mei 2011). Dat is tweemaal het bedrag van buitenlandse hulp en gelijk aan alle buitenlandse directe investeringen.Swing benadrukt wel dat die geldovermakingen niet gezien mogen worden als vervanging voor ontwikkelingshulp. De toekomst vereist kennis en voorlichting Swingt hoopt van harte dat alle partijen zich inzetten voor het ontmaskeren van zoveel mythes over internationale migratie. Hij geeft een aantal suggesties. “Houd op met gesprekken over wel of geen
migratie. Het is gewoon een integraal onderdeel van de sociale en economische wereld die we hebben opgebouwd”, is zijn stelling. “Een goed debat vraagt om een intelligente beschouwing van de plaats die migratie moet innemen in de demografische, sociale en economische ontwikkeling. Goede informatie, het aanpakken van de problemen en duidelijke uitleg over de rechten van burgers en statenloze burgers zullen twijfel en verwarring wegnemen.” Vervolgens wijst Swing op de rol van de media. Zij hebben grote invloed op het publieke discours. “Het is tijd voor de ontwikkeling van richtlijnen voor eerlijke en nauwkeurige berichtgeving over migratie in plaats van krantenkoppen met termen als criminelen of helden rond bepaalde groepen. Er is ook behoefte aan het opleiden van mediaspecialisten om kennis over de vele en complexe aspecten van het migratiebeleid en migratiebewegingen te verwerven.” Tot slot ligt er een belangrijke de rol voor de migranten zelf als actieve deelnemers in de publieke discussies, zowel in de landen van herkomst als in de bestemmingslanden. Ik hoop dat al deze aspecten bijdragen aan een open en eerlijk gesprek over wat migratie is, wie migranten zijn en welke beleidslijnen voor alle stakeholders de beste resultaten opleveren.” –
Interview
Migratie Info 17e jaargang, nummer 4
Drs. A.P.W. (Ad) Melkert, voormalig minister en speciaal gezant van de Verenigde Naties in Irak
GROTE BEHOEFTE AAN KENNIS OVER MIGRATIE “Er is grote behoefte aan global governance en kennis van wat er allemaal komt kijken bij het sturen en begeleiden van migratiestromen. Wereldwijd. Migratie is van alle tijden en vaak in het belang van betrokkenen en van landen. Dat wordt niet altijd onderkend. Het bundelen en delen van kennis daarover én het toekennen van gelijke rechten en plichten in de nationale samenlevingen, dat is de essentie van migratiemanagement.” Voormalig Nederlands minister en PvdA-leider Ad Melkert was de afgelopen twee jaar als speciaal gezant van de Verenigde Naties hoofd van UN Assistance Mission for Iraq (UNAMI). Toen hij er kwam stond het land aan het begin van de normalisering van de internationale positie en herstel van de soevereiniteit. “De inzet lag op de reconstructie van het land en op het bevorderen van stabiliteit door onder andere het organiseren en houden van verkiezingen in 2010.” Daarbij heeft de VN-missie een belangrijke rol gespeeld. “De verkiezingen, en later de hertelling van de uitslag, zijn belangrijke momenten geweest in de constitutionele ontwikkeling van Irak en de acceptatie van het nieuwe systeem. Voor het eerst in de geschiedenis van Irak namen alle partijen en groeperingen plaats in de regering van nationale eenheid. Dat is gecompliceerd, maar mij is gebleken dat het op dit moment de enige manier is om de confrontatie en polarisatie om te zetten in een toekomst van samenwerking en zoeken naar evenwicht tussen verschillende belangen.” Ten tweede werd de VN in toenemende mate partner van de Iraakse regering in het kader van het United Nations Development
Assistance Framework (UNDAF). “Dat is een programma van twee miljard dollar voor de komende vijf jaar, gericht op herstel op diverse beleidsterreinen zoals onderwijs, opvang van ontheemden en vluchtelingen, infrastructuur, waterbeheer en landbouw.” De derde rol van de VN was en is het adviseren over politieke verzoening met name tussen Koerden en Arabieren en het naleven van de mensenrechten. Melkert: “Dat is een permanente bron van zorg. Tegelijkertijd zien we dat Irak daar verantwoordelijkheid in neemt. De VN heeft onder andere een rol gespeeld bij de vorming van een onafhankelijke commissie voor mensenrechten. Het zijn voorbeelden van de directe en naar mijn mening cruciale VN-rol in Irak.” De rol van de VN is bovendien centraler geworden door het terugtrekken van de Amerikaanse troepen. Het is een periode die ook op hem persoonlijk indruk heeft gemaakt. Melkert herinnert zich de dag van zijn aankomst, augustus 2009. “Ik zag de verwoesting aan het gebouw van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Bij een bomaanslag waren tientallen medewerkers van het ministerie omgekomen. Ik moest mijn geloofsbrieven aan de minister
van Buitenlandse Zaken aanbieden in een plastic tent die vastgemaakt was aan de halfverwoeste pui van het ministerie. Het was een tragedie van jonge talentvolle ambtenaren die gewoon hun werk deden en waren omgekomen. Het gaf ook aan dat de tegenstanders van staatsvorming de intentie hadden om normalisering in Irak onmogelijk te maken. Bovendien bleek hier de urgentie van steun van de internationale gemeenschap aan Irak om juist wel aan de toekomst te werken.”
“Bij de advisering over capaciteitsopbouw bleek IOM een belangrijke intermediair om best practices in te brengen.” Melkert zag ook de tekenen van hoop. “Zoals tijdens de verkiezingen. Ik zag en sprak mensen in hun zondagse kleren die opgetogen naar de stembureaus gingen. Ook het feit dat Bagdad weer wat kleur krijgt en zich normaliseert, geeft hoop.” Tegelijkertijd heeft
7
Ad Melkert: “Er moeten geen irreële wat betreft de terugkeer van vluchtelingen verwachtingen bestaan.”
het land nog een lange weg te gaan. “Ik bezocht een kamp met ontheemden aan de rand van Bagdad. Allemaal mensen die met echt minimale middelen en zonder werk moeten leven. Daar zie je hoe groot de welvaarts- en inkomensverschillen zijn in het land.” De praktische kant van IOM Voor die ontheemden spelen organisaties als UNHCR en IOM een belangrijk rol. Ze maakten volledig deel uit van het VN-country
8
team. “IOM heeft, en dat heb ik ook in andere landen gezien, een heel praktische manier van werken om regeringen te ondersteunen in het opvangen van ontheemden en vluchtelingen. Ze zijn mensen behulpzaam zijn bij de migratie naar andere landen of zelfs emigratie uit andere landen. Bij het adviseren van de betrokken ministeries met het oog op capaciteitsopbouw bleek IOM een belangrijke intermediair om best practices in te brengen. Wat ik gezien heb was professioneel en down to earth. Heel praktisch
gericht, heel collegiaal en ik heb er positieve ervaringen mee opgedaan.” In de advisering aan de regering heeft de VN, samen met IOM en UNHCR, de nadruk gelegd op de herintegratie van de bijna anderhalf miljoen intern ontheemden. “Het zijn degenen die uit hun eigen wijken zijn gevlucht, sjiieten en soennieten, die nauwelijks de kans hebben om terug te keren naar plaatsen vanwaar ze zijn verdreven. We hebben er voor gepleit die mensen meer kansen te geven om zich te hervestigen,
Migratie Info 17e jaargang, nummer 4
huizen te bouwen en te zorgen voor goede gezondheidsvoorzieningen. Er komt meer aandacht voor, maar er zijn nog honderdduizenden mensen die wachten op verbetering van hun dagelijkse levensomstandigheden.” Terugkeer van vluchtelingen Melkert heeft veel gesproken met de Iraakse overheid, ook met premier Nuri al-Maliki samen met de hoge commissaris van de UNHCR, António Guterres over terugkeer en herintegratie van vluchtelingen. “Daar kwam uit naar voren dat er bij de Iraakse regering een zekere terughoudendheid bestaat met betrekking tot de terugkeer van vluchtelingen. Weliswaar onderstreepten zij bij herhaling dat vluchtelingen welkom zijn om terug te keren, ook omdat er onder mensen die terugkeren vaak veel kennis en geld zit waar de Iraakse samenleving veel aan zou kunnen hebben voor de opbouw van de samenleving. Dat is het punt niet. Er is vooral een zekere afstandelijkheid zo niet wantrouwen ten opzichte van degenen die hun toevlucht hebben gezocht tot buurlanden als Jordanië en Syrië. Daar gaat immers een hele politieke geschiedenis achter schuil. De verzoening tussen verschillende groeperingen in het totale politieke spectrum van Irak is nog niet zover dat iedereen zomaar welkom is of zich welkom voelt.” Dat betekent dat er volgens Melkert ten aanzien van terugkeer van vluchtelingen geen irreële verwachtingen moeten bestaan. “Er hebben zich sinds 2003 grote veranderingen voltrokken ten aanzien van de politieke macht, maar er zit nog veel oud
zeer. Dat zal gevolgen moeten hebben voor de wijze waarop de ontvangende landen in de toekomst met Irakese vluchtelingen omgaan.” Daarmee doelt Melkert ook op de wijze waarop Europese regeringen met terugkeer van Irakese vluchtelingen omgaan. “Ze moeten een goede analyse maken van waar mensen vandaan komen en wat hun achtergrond is. Ik ben ervan overtuigd dat veel mensen kunnen terugkeren, maar wat voor de een geldt hoeft nog niet voor de ander van toepassing te zijn. Dat maakt maatwerk noodzakelijk.” Migratiemanagement Het vraagt om goed migratiemanagement. Een begrip dat meerdere kanten heeft. “Er is wereldwijd enorme behoefte aan global governance, aan kennisdragers op het gebied van migratie. Het gaat om kennis over wat er allemaal komt kijken bij het sturen en begeleiden van migratiestromen. Dat bedoel ik niet abstract. Ik heb het over mensen en kinderen van vlees en bloed die vaak in zeer benarde omstandigheden het land verlaten of terugkeren. Of binnenkomen in een nieuw land en tegen allerlei problemen en vooroordelen oplopen. Het bundelen en delen van die kennis wereldwijd, dat is de essentie van migratiemanagement. Dat maakt de relevantie van organisaties als IOM zo bijzonder.” Tegelijkertijd waarschuwt Melkert voor teveel bemoeienis. “De dragers van die global governance, ook de wereldbank en de VN, moeten ervoor waken de migrant niet als een aparte klasse te gaan behandelen.
Migranten moeten onderdelen worden van lokale en nationale samenlevingen en gelijke rechten en plichten krijgen en naleven.” Kennis in plaats van vooroordelen Tot slot vraagt Melkert aandacht voor het begrip migratie. “Migratie is een verzamelbegrip van zeer uiteenlopende situaties en motieven voor mensen om te migreren en voor regeringen om hun positie te bepalen ten opzichte van migratie. De motieven lopen uiteen van sociaal en economisch tot vrees voor vervolging. Migratie speelt voor individuen en bevolkingsgroepen, met als kenmerk het streven om het eigen lot en dat van de kinderen te verbeteren. In Irak ben ik geconfronteerd met motieven voor migratie die toch in de eerste plaats gerelateerd waren aan de veiligheidssituatie in de sterk veranderde politieke omstandigheden. Ik heb altijd gezegd en zal blijven zeggen dat de specifieke omstandigheden en motieven voor migratie de doorslag moeten geven voor het beleid dat nodig is. Dat maakt in de eerste plaats kennis over migratie noodzakelijk. Eerlijk gezegd zou ik in de debatten over migratie graag meer honger naar die kennis willen zien in plaats van de vooroordelen die te vaak en te snel doorklinken.” –
9
Interview
Mr. Harke Heida, directeur Directie Migratiebeleid en mr. Rhodia Maas, algemeen directeur Dienst Terugkeer en Vertrek van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
TOELATING EN TERUGKEER IN HET MIGRATIEBELEID “Migratiebeleid kan niet zonder terugkeer, anders ontvalt het draagvlak voor wie wel mag blijven. Als je open wilt blijven staan voor mensen die echt bescherming nodig hebben of hun gezin willen herenigen, dan moet je een terugkeerbeleid hebben.” Aldus Harke Heida en Rhodia Maas, respectievelijk directeur Directie Migratiebeleid en algemeen directeur Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In de uitvoering van dat terugkeerbeleid is IOM een belangrijke samenwerkingspartner. Eén van de hoofddoelstellingen van de Directie Migratiebeleid is het vormgeven van het (inter)nationaal beleid voor toelating en verblijf van vreemdelingen. Dit beleid moet onder andere voorzien in de maatschappelijke behoefte. “Er is altijd behoefte aan migratie”, licht Heida toe. “Onze behoefte is met name mensen toe te laten die kunnen integreren en een bijdrage leveren aan de samenleving. En mensen af te wijzen die dat niet kunnen, of die geen bescherming nodig hebben.” De DT&V regisseert het daadwerkelijke vertrek van vreemdelingen die geen recht hebben op verblijf in Nederland. Zo werkt de dienst aan veiligheid, maatschappelijk evenwicht en het in stand houden van een breed draagvlak voor een open en gastvrij Nederland. “Als je open wilt blijven staan voor mensen die echt bescherming zoeken of hun gezin willen herenigen, moet je ook iets doen aan degenen die niet mogen blijven. Dan krijg je draagvlak voor wie er wel mag blijven”, aldus Maas. Migratiemanagement heeft grenzen De maatschappelijke behoefte is de basis voor het Nederlandse migratiebeleid. Of daarbij sprake is van migratiemanagement, is voor
10
Heida en Maas de vraag. Heida: “Als land heb je een beeld van de mensen die je wel en liever niet wilt hebben. Dat is de basis voor je beleid en in concrete gevallen kun je daar beslissingen over nemen. Maar management veronderstelt dat je alle risico’s beheersbaar maakt en dat is niet het geval. Migratie is maar tot op zekere hoogte te managen. Mensen kiezen uiteindelijk zelf wat ze doen.”
“Migratie is maar tot op zekere hoogte te managen.” Het is volgens hem wel relevant om een beeld te hebben wanneer emigratie of immigratie echt kan helpen. “Nederland heeft op het moment dat er voor boeren geen droog brood te verdienen was, de emigratie naar de VS en Canada gestimuleerd.” “Toch helpt een visie op migratie bij het sturen ervan”, vindt Maas. “Het feit dat we met elkaar een visie hebben op migratie, kan uiteindelijk alleen maar van meerwaarde zijn voor een ontvangend land maar ook voor een land van herkomst. Het gaat om meer dan toepassen van spelregels.”
DT&V neemt het voortouw Bij het realiseren van het vertrek van vreemdelingen die geen recht hebben op verblijf in Nederland neemt de DT&V het voortouw om het vertrek zorgvuldig, waardig en tijdig te laten verlopen. “Op het moment dat een vreemdeling te horen krijgt dat zijn asielverzoek niet wordt gehonoreerd, gaan wij het vertrek van die vreemdeling organiseren. Vrij snel na de eerste negatieve beschikking neemt een DT&V-medewerker contact op om over terugkeer te spreken. Want de vreemdeling zal er toch rekening mee moeten houden dat een beroep op de rechter geen verandering in de beslissing brengt en dat hij daadwerkelijk moet vertrekken. Er zijn dan twee opties: vrijwillig of gedwongen. Vrijwillig vertrek heeft natuurlijk de voorkeur. Daarbij kan de vreemdeling ondersteuning via IOM krijgen.” Ook voor reguliere vreemdelingen, zoals migranten in het kader van gezinsvorming of werk, wordt bekeken hoe de terugkeer vormgegeven kan worden. “Illegale vreemdelingen die door de politie of de KMar worden aangehouden en in bewaring worden gesteld, kunnen ook kiezen voor zelfstandige terugkeer. Daarvoor is er het
Migratie Info 17e jaargang, nummer 4
Harke Heida: “Het is ook belangrijk dat mensen terugkeren zonder rancune over de procedure en de bejegening in Nederland.”
IOM-programma Assisted Voluntary Return from Detention. Bovendien melden zich mensen bij IOM waarvan de overheid niet weet dat ze in Nederland zijn”, aldus Maas. IOM heeft bredere visie op migratie Heida was bij een terugkeerbijeenkomst van IOM waar een onderzoek is gepresenteerd over de push en pullfactoren voor mensen die in bewaring zijn gesteld en willen terugkeren met behulp van IOM. “De keuze voor zelfstandige terugkeer is maar zeer marginaal te beïnvloeden”, vertelt Heida. “Daar bleek wel hoe belangrijk het is dat je een organisatie als IOM hebt die vrijwillige terugkeer stimuleert en voortdurend zoekt naar varianten daarin. Mensen gaan niet makkelijk vrijwillig terug, dat snap ik. Maar als die knop omgaat en ze gaan vrijwillig terug met hulp van IOM met een waaier aan programma’s, dan vind ik het heel belangrijk
dat die organisatie bestaat. Bovendien maakt het onafhankelijke en wereldwijde karakter dat IOM makkelijker dan de DT&V in de terugkeerlanden opvangfaciliteiten kan verzorgen en programma’s kan draaien voor mensen die terugkeren. IOM beweegt zich makkelijker in de internationale wereld.” Maas vindt de onafhankelijkheid van IOM ook relevant voor de vreemdeling die in gesprek moet gaan over terugkeer. “IOM heeft een veel bredere visie op migratie. Dat maakt het een organisatie met een ander en breder beeld dan de DT&V met alleen de focus op terugkeer. Daar kunnen we veel van leren.” Extra aandacht amv’s De Nederlandse overheid geeft specifiek aandacht aan de terugkeer van (ex-)amv’s (alleenstaande minderjarige vreemdelingen).
Er verblijven naar schatting vijftienhonderd van deze jongeren in Nederland. Maas: “Het blijkt een lastige categorie vreemdelingen om te laten vertrekken omdat ze al zo lang in Nederland zijn. Het geldt ook voor gezinnen. Hoe langer mensen in de Nederlandse samenleving verblijven, hoe moeilijker het is om hen te laten beseffen dat de toekomst elders ligt en om het vertrek te organiseren. Dat vraagt om extra inspanningen, zoals we hebben gedaan met de opvanghuizen voor amv’s die terugkeren naar Angola en Congo.” De DT&V is bovendien in Europees verband en met het Rode Kruis bezig om meer te doen aan het opsporen van familie. Met het Verenigd Koninkrijk en de Scandinavische landen wordt gewerkt aan opvangmogelijkheden voor amv’s die terugkeren naar Afghanistan.
11
Rhodia Maas: “Terugkeer had altijd een kwade reuk en die is eraf. Het is een gewoon onderdeel van het migratiebeleid.”
Heida ziet ook bij NIDOS, de voogdij-instelling voor minderjarige alleenstaande vreemdelingen, een toenemend besef dat bij een negatieve beschikking terugkeer niet uitgesteld moet worden. “Voogden bij NIDOS zien in dat, als een procedure is afgerond en negatief is, het verstandiger is om met de jongere in gesprek te gaan over een toekomst in het land van herkomst. De kinderen hebben er niets aan om na hun achttiende met onbekende bestemming te verdwijnen.” Samenwerking in Europees verband Ook op Europees niveau krijgt het gemeenschappelijk migratiebeleid steeds meer vorm. Heida: “Ik geloof niet dat Nederland op enig punt een andere koers vaart dan andere EU-landen. Er is weinig verschil van inzicht. Op beleidsniveau werken we heel nauw samen met alle partners binnen de EU. Bij iedereen bestaat de behoefte aan zo kort mogelijke procedures. De discussies over het Europees gemeenschappelijk asielbeleid (het GEAS-stelsel) gaan vooral over de details van de uitvoering. We zitten redelijk op een lijn, maar het blijkt lastig om met 27 landen exacte afspraken te maken. Daar zal het Europees asielbureau een belangrijke rol in spelen.” Maar of er al in 2012 een uniform asielsysteem is? Heida betwijfelt het. Wel is het de bedoeling dat de besluitvorming dan rond is. Maas wijst op de Europese Terugkeerrichtlijn. “Het is een uiting van het feit dat we binnen Europa op dezelfde manier naar terugkeer kijken. Overal in Europa heeft vrijwillige terugkeer de voorkeur. Ook op praktisch
12
niveau is er veel samenwerking. Zo kwam er een aantal immigratiedeskundigen uit Armenië naar Nederland, België en Duitsland om interviews te houden met mensen die geen documenten hebben om zo hun identiteit vast te stellen. Ook is er samenwerking bij terugkeer van vreemdelingen met medische problemen. In het kader van Frontex organiseren we samen met andere EU-lidstaten charters voor vreemdelingen die gedwongen naar hun land van herkomst teruggebracht moeten worden.” Nederland hecht aan duurzame terugkeer. “Dat doen we met de bedoeling dat ze na hun terugkeer niet weer terugkomen”, aldus Heida. “Maar het is ook belangrijk dat mensen terugkeren zonder rancune over de procedure en de bejegening in Nederland. Bovendien krijgen ze bijvoorbeeld support bij het starten van een bedrijfje als dat helpt om weer vaste grond onder de voet te krijgen in eigen land. Dat is de ontwikkelingskant van het verhaal.” Verbeteren van procedures Terug naar het onderwerp migratiemanagement. Het sturen van migratiebewegingen mag dan begrensd zijn, het beïnvloeden van de duur van de procedure is dat niet. Dat is volgens Heida en Maas een van de belangrijkste uitdagingen op het gebied van migratie. “De grootste last hebben we van procedures die te lang geduurd hebben en veel verwachtingen hebben gewekt. Het is sneu dat elke nieuwe minister voor Immigratie en Asiel altijd wordt geconfronteerd met de erfenis van zijn voorgangers. De huidige
minister is duidelijk en maakt er een zwaar speerpunt van om dat toch te realiseren en de procedures te verkorten. Dat zal voor zowel het toelatings- als het terugkeerbeleid een verbetering opleveren.”
“IOM beweegt zich makkelijker in de internationale wereld en heeft een bredere visie op migratie.” DT&V bestaat nu vijf jaar. Er is volgens Maas een enorme vooruitgang geboekt in samenwerking rond terugkeer. “Bij de evaluatie van het met IOM afgesloten convenant bleek dat het convenant bij het gros van de mensen nauwelijks (meer) bekend was; toch gaat het samenwerken gewoon prima. Natuurlijk moesten we zoeken naar elkaars rol, maar we zijn er heel goed uitgekomen. Ik vind het hartstikke leuk dat we samen met ngo’s en met IOM de terugkeer vorm kunnen geven. Terugkeer had altijd een kwade reuk en die is eraf. Het is een gewoon onderdeel van het migratiebeleid.” –
Interview
Migratie Info 17e jaargang, nummer 4
Joost van der Aalst
STABIELE PIJLER TUSSEN HECTIEK EN TEGENSTRIJDIGE BERICHTEN Zo omschrijft Joost van der Aalst het werk en de positite van IOM. Eind 2011 verlaat hij zijn post als Chief of Mission bij IOM in Nederland en treedt hij in dezelfde functie aan bij IOM in Noorwegen. De afgelopen zes jaar maakten voor hem duidelijk hoe IOM als internationale organisatie een nationale overheid ten dienste kan zijn. “De organisatie doet er zeker toe”, concludeert hij. Van der Aalst schetst de relatie tussen de Nederlandse overheid en IOM. “Migratie is een wereldwijd fenomeen dat zich zelfstandig voortbeweegt en dat door de eeuwen heen altijd bestaan heeft. Tegelijkertijd behoort migratie tot de kern van de soevereiniteitsvraagstukken van een overheid. Iedereen die in een ander land terechtkomt is gast in dat ontvangende land. Het land vraagt zich daarbij af of en hoeveel bescherming hij die gast zal bieden, kijkt wat de gast het land kan bieden en weegt af of de stabiliteit in het land niet wordt aangetast. Overheden willen de controle op migratie zo sterk mogelijk voor zichzelf houden.” Daarbij stelt IOM zich als multilaterale organisatie ten dienste van het gastland, vervolgt Van der Aalst. “Bij die dienstverlening nemen wij de overwegingen van de Council van IOM wereldwijd mee. Hoewel die keuzes en prioriteiten niet altijd dezelfde als die van de Nederlandse overheid, ziet die overheid ons als relevante speler bij de uitvoering van het migratiebeleid.” Daarbij noemt Van der Aalst de samenwerking met de Dienst Terugkeer & Vertrek. “Het is mooi dat we, sinds het sluiten van het convenant met de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) in 2007 elkaars ruimte hebben leren zien en elkaar aanvullen. Er is een moment geweest waarop van beide kanten
een concurrentiegevoel ontstond, maar dat hebben we achter ons gelaten. We hebben de wens uitgesproken om de samenwerking voort te zetten. Ik vind dat in het belang van de migranten en in het belang van de medewerkers bij IOM die het werk doen. Het zijn enthousiaste, fanatieke en vaak inspirerende medewerkers. Ze hebben bijgedragen aan het imago dat je op IOM kunt bouwen en met IOM door moet gaan. Het betekent continuering van onze expertise en het zegt veel over het vertrouwen dat de overheid uitspreekt in het werk van IOM.” Erkenning Terugkijkend op zijn tijd als Chief of Mission van IOM in Nederland, ziet Van der Aalst dat de organisatie ertoe doet. “Die erkenning lees je af in de media-aandacht, in het aantal verzoeken aan ons om bij te dragen aan colleges en fora-discussies, en niet in de laatste plaats in het toenemend aantal migranten dat een beroep op ons doet. Ook blijkt erkenning uit het feit dat migrantenorganisaties met ons willen samenwerken en ons vragen om mee te denken, bijvoorbeeld als het gaat over de uitvoering van tijdelijke arbeidsmigratieprojecten.” Hij ervaart ook de erkenning door reacties op het blad Migratie Info en de jaarlijkse essays in de jaarverslagen als informatiebron en als instrument om bij
te dragen aan de discussie over migratie. “Het is bijzonder voor een organisatie die tegelijkertijd heel operationeel is, een bom werk verzet en daarmee ook individuen een helpende hand reikt.” Stabiliteit Wat hem bovendien opvalt is dat IOM temidden van de negatieve publiciteit rond integratie en migratie een stabiele pijler blijkt te zijn. “In die hectiek en tegenstrijdige berichten bleven wij aan alternatieven en concrete mogelijkheden werken, vooral aan initiatieven met een langere duur. Terwijl de overheid duurzame terugkeer of circulaire migratie vaak tot kortdurende projecten beperkt, kiezen wij voor programma’s van langere of zelfs permanente duur. Dat biedt rust. Het is goed om in die dynamiek van migratiediscussies die stabiliteit te bieden.” Meerwaarde Van der Aalst vindt het belangrijk dat een internationale organisatie een nationale overheid ten dienste kan zijn en meerwaarde heeft. “Die meerwaarde creëren we in de eerste plaats door effectief te werken, door met de doelgroep in gesprek te zijn en uiteenlopende mogelijkheden te bieden en door het internationale netwerk van onze organisatie. Dat betekent samenwerking
13
Op 1 januari wordt Martin Wyss de nieuwe Chief of Mission van IOM in Nederland. De heer Wyss was Chief of Mission van IOM in Moldavië.
Daardoor zijn de migratieprocessen in de hoek van controle en politie weggezet en werd er niet meer van uitgegaan dat migranten een bijdrage leveren. Toen die normen niet zo nadrukkelijk waren benoemd, werden het interregionale verkeer en de mobiliteit van mensen over de grenzen helemaal niet zo negatief ervaren.”
Joost van der Aalst: “De aandacht moet vooral uitgaan naar de positieve bijdragen die migranten leveren.”
met landen van herkomst als het gaat over terugkeer, over tijdelijke terugkeer en over mogelijkheden voor capaciteitsopbouw of oriëntatie en training voorafgaand aan de komst naar Nederland.” Support op nationaal niveau betekent voor IOM ook bijdragen aan integratie van nieuwkomers. “Het integratiedebat hangt samen met de participatie in de maatschappij, met de randvoorwaarden waar de nieuwkomer aan moet voldoen en met de houding die de maatschappij daarbij inneemt. De aandacht moet dan vooral uitgaan naar de positieve bijdragen die migranten leveren. Het herkennen en onderkennen van die positieve bijdragen van migranten betekent tegelijkertijd dat
14
je aan migranten dingen mag vragen. De grondhouding mag zijn dat je migranten in eerste instantie met hun kwaliteit wilt zien. Die overtuiging wil ik ook neerleggen bij de toekomst van IOM.” Dat gebeurt overigens wereldwijd. “In de Verenigde Staten kan iedereen die er binnenkomt en zijn eigen broek op kan houden, een plek in die samenleving vinden. In de Canadese samenleving worden migranten na een intensieve kwalificatieronde met open armen ontvangen.” Tegelijkertijd ziet Van der Aalst wat er gebeurt in de interregionale migratie in Afrikaanse landen. “Die route was niet moeilijk, totdat er westerse normen zijn ingevoerd zoals grensbewaking en werkvergunningen.
In januari begint Joost van der Aalst als Chief of Mission van IOM in Noorwegen. In deze ‘migratie in de professionele sfeer’ zal hij zich met Nederland verbonden blijven voelen. “Ik hoop een brug te kunnen slaan tussen mijn ervaringen in Nederland en wat ik ga ontmoeten in Noorwegen. Zo heb ik ook mijn eerdere ervaringen bij IOM in Pakistan, Azerbeidzjan, het IOM-hoofdkantoor en de Afrikaanse landen meegenomen in mijn doen en laten hier in Nederland.” Steeds ging het daarbij om de balans tussen wat specifiek is voor het nationale niveau en datgene wat om internationale concepten gaat. “IOM in Nederland moet zich bewust blijven zijn van de prioriteiten die in Nederland rond migratie spelen, van de ontwikkelingen die zich wereldwijd voordoen en van de visie van IOM daarop. Je moet goede voeling hebben met de samenleving en je rol kunnen spelen en tegelijkertijd de uitdaging oppakken om de migratiediscussie te blijven beïnvloeden.” –
Interview
Migratie Info 17e jaargang, nummer 4
Schrijfster en cabaretière Nilgün Yerli
WE ZIJN ALLEMAAL WERELDBURGERS! “De wereld is mijn land, de mensheid is mijn familie en de liefde is mijn religie. Niemand kan mij meer in een hokje stoppen.” Schrijfster en cabaretière Nilgün Yerli is geboren in Turkije. Ze kwam in 1979 op haar tiende naar Nederland. Ze begrijpt niet waarom er zoveel waarde wordt gehecht aan het land waar iemand geboren is. “Hou op over grenzen. Dit is onze wereld, we kunnen overal heen en overal werken.” Een kijk op Nederland migratieland. Yerli werd op haar tiende door haar ouders meegenomen naar Nederland en kwam in de polder van Friesland terecht. “Ik heb leren aarden en heb leren leven als een olijf in de klei. Met mijn zwarte haar en zwarte ogen. Ik werd gepest, maar ik ben gaan groeien.” Vijf jaar later, op vakantie in Turkije, overleed haar moeder na een ernstig auto-ongeluk. Haar vader bleef in Turkije, Nilgün ging terug naar Nederland. “Een keus? Ik had geen keus. In Turkije had ik niets. Hier had ik een studiebeurs en kon ik bij de nonnen in Steenwijkerwold naar school. Daar was ik veilig en kon ik me ontwikkelen.” Bovendien had ze gemerkt dat in Nederland een andere vorm van vrijheid speelt. “In Turkije ontstaat respect uit angst, hier ontstaat respect uit liefde.” Tijdens en na haar HEAO-studie ontdekte ze dat het behaaglijker is om over het zwaarbeladen onderwerp ‘gastarbeiders’ en ‘allochtonen’ grappen te maken. Ze trad vooral op in buurthuizen en op bijeenkomsten over allochtonen, eerst met een Turkse vriendin als ‘Turkisch Delight’ en later met een Nederlandse man in ‘Turkse Troel’. “We deden een optreden van een kwartier over vooroordelen en merkten dat mensen het
een verademing vonden. Het was de tijd dat elke migrant, of allochtoon, gastarbeider, vreemdeling, nieuwe Nederlander, buitenlander of hoe we ook genoemd worden, in een hokje werd geplaatst. Ik was en blijf een Turk, of ik het wil of niet. Je wordt voortdurend zo genoemd en op een geven moment ga je geloven dat het zo is. Al de jongeren van Turkse en Marokkaanse ouders die hier geboren zijn, studeren en werken, noem hen Nederlander. Pas als je hen gelijkwaardig benadert, gaan ze zich ook zo gedragen. Dat er culturen zijn die ons vormen of misvormen, daar moeten we over praten. Ook over religies en indoctrinaties, maar dat wil nog niet zeggen dat een ander je in een box mag stoppen.” Na acht jaar sketches over vooroordelen besloot Yerli het theater in te gaan. Niet meer met programma’s over vooroordelen, maar over wat mensen bindt, namelijk emoties. “Emotie kent geen nationaliteit, we worden allemaal verliefd en kennen allemaal angst! We zoeken allemaal genegenheid. Als je elkaar daarin kan ontmoeten zijn je afkomst en je geloof bijzaken.” Wankelen tussen twee culturen Haar huidige voorstelling ‘Weer met Henk’
gaat in op de worsteling tussen twee culturen. Vooral omdat er nog veel mensen last van hebben. Ze krijgt dagelijks e-mail van jongeren die zoeken. Voor haarzelf is die worsteling achter de rug. “Ik heb mijn leven lang gezocht naar mijn wortels. Tot ik besefte: wij zijn geen bomen, wij zijn mensen! Je leeft waar je gelukkig bent, waar dierbaren wonen of waar je werkt. Je kunt overal een bestaan opbouwen. Ik ben gestopt om te luisteren naar wat mensen vinden, denken en verwachten. De wereld is mijn land, de mensheid is mijn familie en de liefde is mijn religie.” Het achterhaalde begrip ‘migrant’ Yerli verbleef de afgelopen jaren in veel landen, Brazilië, China, Egypte en bijvoorbeeld in Hong Kong. Ze noemt zich geen migrant. “We zijn reizende wereldburgers. Alles is bereikbaar, we kunnen overal werken. We moeten niet blijven kijken naar waar je toevallig geboren bent. Onze zoon is in Londen geboren, hij is Engels! Bij toeval, het had ook in Afrika kunnen zijn.” Bovendien vindt ze het woord migrant te beladen. “De migratiediscussie in Nederland gaat niet meer over de onschuldige migrant
15
Nilgün Yerli: “Er wordt angst gezaaid, collectieve angst. Dat betekent dat we elkaar nooit zullen ontmoeten.”
die hier komt om te vluchten of om te werken.” Ze geeft het voorbeeld van een recent radioprogramma waarin een PVV-kamerlid tot achttien keer sprak over Marokkaans tuig. “De presentator zei niets! Als het mijn programma zou zijn, zou ik het woord verbieden. Want door het achttien keer te zeggen, gaan we het geloven en het nazeggen. Journalisten moeten dat niet toelaten. Zo is het ook gegaan met Joden en zigeuners. Er wordt hard aan gewerkt om ons te overtuigen dat moslims gevaarlijk zijn. Er wordt angst gezaaid, collectieve angst. Dat betekent dat we elkaar nooit zullen ontmoeten. Je kunt geen brug bouwen tussen een berg en een weiland.”
“We moeten niet blijven kijken naar waar iemand toevallig geboren is.” Migratie geeft onrust en ruimte Voor haar zelf betekende migratie zowel onrust als ruimte. In 2007 keerde Yerli terug naar Turkije. ”Mijn man woont hoofdzakelijk in Turkije en we wilden onze zoon een gezinsleven bieden. Ik leverde mijn baan en mijn bestaan hier in en ging. Toen kwam de onrust. Ik wilde daar zijn maar ik wilde ook in Nederland zijn. Het gevoel dat je moet kiezen, dat geeft onrust. Maar je hoeft niet te kiezen. Je kunt zijn waar je werkt, en je kunt zijn waar je dierbaren zijn. Mijn zoontje en ik wonen nu weer in Nederland en we zijn in drie uur in Turkije.”
16
Na dat besef gaf migratie haar vooral ruimte, inspiratie en perspectief. “Ik vind migratie een verrijking en ik had het niet willen missen. Ik besef wel dat ik de vrijheid had om te selecteren en om gade te slaan. Je moet negeren wat mensen denken, vinden en verwachten. Kom op voor je wereldburgerschap. Dan ben je migrant!” En toch. Het was pijnlijk toen ze na haar sollicitatie als columnist bij De Volkskrant en de Telegraaf te horen kreeg ‘We hebben al een Turk’. “Dat is het gekke, je komt daar in dit land niet van af. Toen Nasrdin Dchar als beste acteur in 2011 het Gouden Kalf won hoorde ik van diverse kanten ‘Een allochtoon heeft wel eens een schouderklopje nodig’. Het is niet fair om dat er achter te zoeken.” Daarom, als ze mocht adviseren over het migratiedebat komen twee dingen boven. “Ten eerste: begin met het uitgangspunt van gelijkwaardigheid en ten tweede, zoek het individu en niet het land of de nationaliteit achter het individu. Of het zo ver komt? Dat duurt nog vijftig jaar! We gaan elkaar ooit ergens ontmoeten. Soms vrees ik dat daar een ramp voor moet gebeuren, dan ontstaat medemenselijkheid.” –
Interview
Migratie Info 17e jaargang, nummer 4
Han Peters, directeur Consulaire Zaken en Migratiebeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken
MIGRATIE TEN BEHOEVE VAN ONTWIKKELING HERKOMSTLAND “Migratie inzetten om aan ontwikkelingsbehoeften in herkomstlanden tegemoet te komen. Daar gaat het om bij migratie en ontwikkeling. Dat gebeurt door tijdelijke terugkeer met het oog op kennisoverdracht, door geldovermakingen aan familie en door het versterken van vaardigheden voor ondernemers die in hun land willen investeren. Allemaal activiteiten die een migratieaspect in zich hebben en bijdragen aan de ontwikkeling in het land van herkomst.” zijn directie voor het afgeven van visa, het schrijven van ambtsberichten en het programma Migratie en Ontwikkeling. Voor dit laatste verscheen in juli 2011 de kamerbrief met informatie over de wijze waarop het beleid op het gebied van migratie en ontwikkeling verder gestalte zal krijgen. De beleidsnotitie Internationale Migratie en Ontwikkeling 2008 blijft het uitgangspunt voor het beleid, maar in lijn met het Regeerakkoord ligt de nadruk op de thema’s terugkeer en bescherming en opvang van vluchtelingen in de regio van herkomst.
Han Peters: “IOM valt op door de operationele inzet.”
Han Peters is directeur Consulaire Zaken en Migratiebeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Tot zijn werkterrein behoort het verlenen van service aan Nederlanders in het buitenland, bijvoorbeeld bij evacuaties. Wat betreft de vreemdelingenketen zorgt
Het draagvlak onder de diaspora in Nederland voor migratie ten behoeve van ontwikkeling is groot. Peters: “De diasporavertegenwoordigers zijn bijvoorbeeld actief betrokken bij tal van symposia en programma’s en zijn enthousiast. Dat is belangrijk, want ze weten wat wel of niet werkt, kennen de cultuur en spreken de taal. Dat zijn belangrijke succesfactoren als je ontwikkeling wilt stimuleren.” Het budget voor het programma M&O is gebleven op het niveau van negen miljoen, terwijl het totale budget voor ontwikkelingssamenwerking afneemt. “Migratie en terugkeer zijn voor dit kabinet belangrijke
aspecten en daar kan het programma een goede bijdrage aan leveren. Primair doel is ontwikkeling. Als daarmee terugkeer wordt gerealiseerd, dan past dat in het kabinetsbeleid.” Het programma is gericht op meer dan de vijftien landen die in het kader van Ontwikkelingssamenwerking door Nederland zijn getypeerd. Het gaat ook om landen die in het kader van terugkeeroptiek interessant zijn, zoals Somalië en Irak. Kennis, geld en vaardigheden De bijdragen die migranten kunnen leveren bestaan uit kennis, geld en vaardigheden. “Kennisoverdracht krijgt vorm in het IOMproject ‘Temporary Return of Qualified Nationals’ dat we financieren. In dat kader worden mensen met bepaalde expertise en kennis tijdelijk uitgezonden naar hun herkomstland om die kennis over te dragen. Er zijn zes landen die er voor in aanmerking komen. In de periode van 2008 tot 2011 heeft IOM 317 tijdelijke uitzendingen gefaciliteerd.” Migranten spelen bovendien een belangrijke rol als het gaat om de geldovermakingen (remittances). “Het gaat om grote bedragen. In 2009 ging het volgens cijfers van de Wereldbank wereldwijd om maar liefst 414
17
miljard dollar. Vanuit Nederland werd in dat jaar 8,1 miljard dollar (circa 6 miljard euro) overgemaakt naar de verschillende landen van herkomst. Daar willen we niet sturend in optreden. Mensen bepalen zelf waar ze het geld aan besteden. We zorgen wel dat het zo transparant mogelijk is om geld over te maken, bijvoorbeeld met de website www.geldnaarhuis.nl.” Het beleid biedt ook mogelijkheden om ondernemersvaardigheden te versterken. “Denk aan mensen die vanuit Nederland in hun herkomstland willen investeren. De ondernemer bepaalt zelf in welke sector en met welk risico. Wij gaan bijvoorbeeld hulp bieden bij het opstellen van een businessplan.” Om ook in het kader van terugkeer te kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van het herkomstland, komt er een regeling waarin de ondersteuning in natura en de financiële ondersteuning worden gecombineerd. Dit wordt gefinancierd uit het budget voor Migratie en ontwikkeling. Migration for the benefit of all Bij de uitvoering van het beleid werkt de Nederlandse overheid samen met IOM. “De grote kracht is dat het een club is van daden”, vindt Peters. “Veel internationale organisaties richten zich op beginselen en het ontwikkelen van beleid, dat is goed. Maar IOM valt op door de operationele inzet. Dat is een sterk punt, evenals de kennis en ervaring van de organisatie onder andere op het gebied van terugkeer.” Wereldwijd thema van IOM is ‘Migration for the benefit of all’. “Daar kun je moeilijk tegen
18
zijn, vindt Peters. “Het is mooi als migratie inderdaad wederzijds voordeel biedt. Denk bijvoorbeeld aan kennismigranten die Nederland nodig heeft, dat is goed voor de migrant en voor de Nederlandse samenleving. Maar niet elke migratiebeweging kan voor iedereen goed zijn. Op het individuele niveau van de migrant kunnen persoonlijke vooruitzichten spelen die in strijd zijn met de opvatting die de samenleving daarover heeft.” Voordeel voor alle partijen is wellicht wel haalbaar in het kader van circulaire migratie. Dat betekent dat mensen tijdelijk in Nederland werken, kennis en ervaring opdoen en daarna weer teruggaan naar het land van herkomst. “Het principe is uitstekend, maar ook hier geldt dat het maar voor een deel maakbaar en stuurbaar is. Niet in alle gevallen zal een migrant het makkelijk vinden om weer terug te keren. Als een arts hier gewend is met geavanceerde apparatuur te werken, zal hij voor zijn verdere ontwikkeling liever blijven dan terugkeren.” Nederland heeft de achterliggende jaren een pilot circulaire migratie uitgevoerd. In dat kader zou worden bezien of circulaire migratie een toegevoegde waarde heeft als nieuwe aanpak in de ontwikkelingssamenwerking. De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken heeft besloten de pilot per 1 september 2011 te beëindigen omdat de aantallen achterbleven bij de verwachtingen. Opvang in de regio In het Nederlandse migratiebeleid ligt het accent op versterking van opvang in de regio. De inzet is gericht op het vergroten van
de zelfredzaamheid van de vluchtelingen. “Je hoopt dat het vluchteling-zijn tijdelijk is en dat mensen snel terug kunnen. Dat is een stuk makkelijker als je in een buurland verblijft. Voor Nederland gaat het vooral om Somalische vluchtelingen, voor hen is terugkeer vele malen makkelijker vanuit Kenia dan vanuit Nederland. UNHCR is daarbij belangrijke intermediair.” Nederland biedt de opvanglanden noodhulp voor eerste opvang. Als de migratie langer gaat duren, is de aandacht gericht op integratie in de lokale samenleving, zodat mensen niet afhankelijk blijven van noodhulp. Ten derde is er hulp bij het vormgeven van migratiemanagement, bijvoorbeeld bij de versterking van lokale asielstelsels. Het zijn grote aantallen en het is volgens Peters niet realistisch om delen ervan op te vangen binnen Europa. “Nederland handhaaft het beleid om jaarlijks 500 vluchtelingen uit te nodigen. Daarbinnen willen we ruimte houden voor extra kwetsbare gevallen.” Migratiemanagement Gezien genoemde beleidsuitgangspunten en voorbeelden zet Nederland steeds meer in op migratiemanagement. Nederland kiest voor migranten die een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving en makkelijk integreren. Wie dat niet kan, is minder welkom. In hoeverre je echter migratie kunt sturen, is de vraag. Peters: “Als je er wereldwijd naar kijkt dan is het in feite niet te sturen. Zeker als migratie het gevolg is van externe factoren zoals oorlogen of klimaatverandering. In die zin is migratie niet te managen.” –
Kort nieuws
Symposium over vreemdelingendetentie.
Invloed van vreemdelingendetentie op terugkeerbereidheid Irreguliere migranten komen terecht in
vreemdelingendetentie, die tot doel heeft dat
deze groep migranten uit Nederland vertrekt.
In recent onderzoek van IOM geeft echter een
Migratie Info 17e jaargang, nummer 4
Journalist Doug Saunders vertelde waarom mensen naar de steden trekken en daar onder vreselijke omstandigheden blijven.
goede samenwerking tussen de verschillende
Vanuit deze gedachte en naar aanleiding van
Voorts staat volgens Heida het zoeken van
en THP de politiek en vertegenwoordigers van
overheidsdiensten en andere belanghebbenden. alternatieven voor vreemdelingenbewaring hoog op de agenda. Het rapport is te downloaden op www.iom-nederland.nl. –
het boek van Doug Saunders nodigden IOM
uiteenlopende organisaties en instanties uit om in debat te gaan met diverse experts en belanghebbenden bij het migratiedebat.
Doel was de constructieve bijdrage die migranten aan de samenleving bieden zichtbaar te maken. Dit gebeurde aan de hand van vier thema’s:
meerderheid van migranten aan dat verblijf in
Symposium ‘Grenzeloos Denken
hun bereidheid om terug te keren naar hun land
over Migratie in Nederland’
‘Leaving detention… A study on the influence of
Op 23 november organiseerden IOM en The Hague
processes regarding return’.
minisymposium onder de titel ‘Grenzeloos Denken
Studiebezoeken buitenlandse
plaats bij de Kamer van Koophandel in Den Haag.
overheden
verblijven in Rotterdam, Zaanstad en Zeist. Uit
Migratie wordt in Nederland voornamelijk
IOM organiseert steeds vaker studiebezoeken
irreguliere migranten in vreemdelingenbewaring
buitenlanders, criminaliteit en afhankelijkheid.
overheden. Recent bezocht een delegatie van
vreemdelingenbewaring geen invloed heeft op van herkomst. Dit staat in het rapport
immigration detention on migrants’ decision-making
Voor het onderzoek heeft IOM 81 migranten geïnterviewd die in vreemdelingendetentie
het onderzoek blijkt dat de besluitvorming van niet substantieel anders is dan het
besluitvormingsproces van irreguliere migranten die buiten vreemdelingendetentie verblijven.
Beide groepen nemen hun besluit om al dan niet terug te keren naar hun land van herkomst op basis van dezelfde factoren.
Het rapport vormde aanleiding voor IOM om op
1 november een symposium te organiseren in het Geldmuseum in Utrecht. Op het symposium ging IOM met verschillende partijen een constructief debat aan.
Directeur Harke Heida van de Directie Migratie-
beleid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toonde zich verheugd met het debat en benadrukte het belang van een
Process on Refugees and Migration (THP) een
over Migratie in Nederland’. De bijeenkomst vond
geassocieerd met negatieve beelden over
Ondanks gegevens over migratie als noodzakelijk,
onvermijdelijk en zelfs positief voor de economische ontwikkeling blijven de negatieve beelden de
boventoon voeren. Doug Saunders (de Brits-
Canadese journalist) schreef over de migratie-
ontwikkeling van platteland naar de stad het boek Arrival City (Trek naar de Stad). Hij bezocht vele steden om te zien waarom mensen naar de stad
trekken en daar zeker in het begin onder erbarmelijke omstandigheden blijven. Wat vinden zij in de stad beter dan op het platteland? En onder welke
politiek en beleid, sociaal-cultureel, economisch
en futurologisch. Aan het symposium namen ruim tachtig mensen deel. –
aan Nederland in opdracht van buitenlandse
overheidinstanties uit Belarus ons land. Doel van het bezoek was het vergroten van kennis bij de overheid van Belarus om een systeem te
introduceren voor de duurzame vrijwillige terug-
keer van migranten naar hun land van herkomst. Centraal stond het uitwisselen van kennis en
ervaringen. De deelnemers hadden ontmoetingen
met DT&V, de IND, de Koninklijke Marechaussee, UNHCR, Vluchtelingenwerk en IOM.
Tevens bezochten ze de azc-locatie in Crailo.
omstandigheden weten deze migranten zich snel
Het studiebezoek maakt deel uit van het UNHCR-
maatschappij?
the Republic of Belarus (Phase II)’.
op te werken en te integreren binnen de stedelijke
project ‘Strenthening the Protection Capacity in –
19
Internationale publicaties
Leaving detention… A study on the influence of immigration detention on migrants’ decision making processes regarding return
Migration Health Report of Activities 2010 The “Health of Migrants in an Increasingly
Globalized World: Special IOM 60th Anniversary Edition of the Migration Health Division’s (MHD)
Migration for the Benefit of All” - these words
health activities in 2010, as well as views from
IOM recounts the true stories of migrants and
Annual Report for 2010”, highlights IOM’s Immigration detention is considered an indispensible instrument for effecting government’s return
policies. However, the result of this study is that
for most migrants a stay in immigration detention does not affect their lack of willingness to return. Immigration detention is meant to prevent
irregular migrants from escaping their forced
return and is designed to result in the departure of irregular migrants from the Netherlands.
A previous study from 2005 shows that the lack of willingness of migrants in immigration detention
is the main impediment for return from immigration detention.
Since this study, several governmental actions and developments have taken place including
sharpening of policies regarding irregular migrants, establishment of the Repatriation and Departure
Service, start of IOM’s project Assisted Voluntary Return from Detention, return directive of the
European Union coming into force and changes regarding the obligation and implementation of immigration detention in the Netherlands. Format: Electronic copy, Hard copy Language of Publication: English
Migration Moments • Instants de migrations • Instantes de Migraciones
important IOM partners and leading health
entities on a range of migration health topics.
Key achievements in three main programmatic areas in 2010 are presented: Migration Health
have become IOM’s motto. In Migration Moments, presents programmes showcasing the diversity and evolution of the Organization over the past 60 years.
Assessments and Travel Health Assistance;
In commemorating the 60th anniversary, IOM
and Migration Health Assistance for Crisis-
small migration agency assisting Europeans
Health Promotion and Assistance for Migrants; Affected Populations.
This report aptly illustrates IOM’s growing
multidimensional migration health activities and
shares with readers how it developed from a
after the Second World War to become a leading intergovernmental organization with a global mandate.
global partnerships, as IOM celebrates sixty
Through personal stories, interviews, articles,
addressing migration-related health challenges
account of the outstanding work it performs every
years of assisting migrants and governments in worldwide. Guided by the Resolution on the
Health of Migrants adopted by the World Health
Assembly in May 2008, the Report demonstrates IOM’s commitment to advance the health of
migrants and their families, and to support IOM Member States in managing migration health through strategic networks and partnerships. Format: Electronic copy
Language of Publication: English Year of Publication: 2011
letters and photographs, IOM gives a first-hand
day. The captivating stories and moving images
will take readers on a journey from Haiti after the
earthquake, to Ghana where business is growing and to Austria during the Hungarian crisis. Format: hard copy
Language of Publication: English, French, Spanish
Year of Publication: 2011 –
–
Year of Publication: 2011 –
Meer informatie: www.iom.int/Publications 20
Uitgave IOM Nederland Redactie Joost van der Aalst Marian Lenshoek Yvonne van Ieperen Liesbeth van Dalen (Koopmans & Van Dalen bv) Redactieadres IOM Redactie Migratie Info Postbus 10796 2501 HT Den Haag T 070 - 318 15 00 E
[email protected] Vormgeving basisontwerp VormVijf, Den Haag Illustratie omslag Klutworks, Den Haag Fotografie (voor zover niet bij de foto’s is vermeld) Theo Bos Jean-Marc Ferre IOM Nederland Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Buitenlandse Zaken Jeroen Oerlemans Govert de Roos UNAMI Vormgeving en druk insandouts communication design print Oplage 2.000 ex.
Abonnementen Migratie Info wordt kosteloos verstrekt. Aanvraag of opzegging van een abonnement kan via e-mail:
[email protected] Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend. Publicatie van artikelen betekent niet dat de daarin vervatte meningen het inzicht van IOM weergeven. Overname van artikelen is in vele gevallen mogelijk na overleg met de redactie en met bronvermelding. Presentexemplaren worden op prijs gesteld. © IOM december 2011
www.iom-nederland.nl
21
IOM WERKT WERELDWIJD De koppen vormen een selectie uit persberichten die twee keer per week worden uitgegeven door het hoofdkantoor van IOM in Genève. Voor actuele berichten, kijk op www.iom.int
Cote d’Ivoire
Turkey
Seven months after the end of the post electoral crisis in Cote d’Ivoire, hundreds of families who sought refuge in camps in the west of the country, are finally returning home with IOM assistance.
Thousands of vulnerable earthquake victims in Turkey will be provided essential humanitarian assistance and psycho-social support by IOM and partners through new funding from the UN.
Guatemala
Haiti
Internally Displaced Persons Return to Their Villages
IOM Strengthens Officials’ Capacity to Prosecute Traffickers One year after launching a counter-trafficking project, IOM Guatemala has assisted more than 65 victims of trafficking, exceeding expected results by more than 20 victims.
Funding to Help Earthquake Victims Survive Winter
Ten Thousand Displaced Families Receive Shelters IOM’s shelter programme has reached the significant landmark of providing accommodation for 10,000 earthquake-affected families made homeless by the January 2010 earthquake.
Brussels
IOM and the European Commission Streamline their Cooperation IOM and the European Commission have agreed to strengthen their cooperation in the area of migration and mobility.
IOM Internationale Organisatie voor Migratie
IOM Postbus 10796 2501 HT Den Haag
22 Ned 0/1/562 T 2011