1. De migratie van christenen uit het Midden-Oosten neemt sinds ongeveer het begin van de twintigste eeuw enorme proporties aan. Het gevaar is niet denkbeeldig dat in sommige regio’s slechts enkele individuele christenen zullen overleven en er geen voldoende sterke gemeenschappen over zullen blijven om in het publiek debat een christelijke stem te laten horen. 2. Het is niet juist globale uitspraken te doen over de oorzaken van deze migratie. De wetenschappelijke analyse van factoren die een rol spelen bij de migratie moet rekening houden met de omstandigheden van de afzonderlijke regio’s of nationale staten én met de individuele religieuze gemeenschap. 3. Met dit voorbehoud mogen we toch stellen dat de voornaamste oorzaken van de migratie vooral van economische (bijvoorbeeld Syrië en Egypte) en politieke (bijvoorbeeld Irak) aard zijn. Daarnaast speelt een grote rol dat christenen door hun in vergelijking met moslims langere migratiegeschiedenis het relatief gemakkelijk hebben om te vertrekken. In mindere mate spelen godsdienstige overwegingen (islamisme) een rol in de beslissing om te vertrekken. Dit geldt vooral voor de leden van de klassieke ‘oosterse kerken’. 4. Het is onjuist dat sommige westerse christelijke organisaties en soms ook oosterse christenen zelf de islamistische factor te sterk in de verf zetten. Het overbenadrukken van deze factor legt naar de toekomst toe een grote druk op het samenleven van moslims en christenen in het Midden-Oosten. 5. In de diaspora verliezen de oosters-christelijke gemeenschappen onvermijdelijk hun eigen identiteit, zowel op religieus als etnisch gebied. Het voorbeeld van Amerika, met zijn langere migratiegeschiedenis van oosterse christenen, laat zien dat men zich aanpast aan het mainstream christendom.
Op het gebied van taal en cultuur is er een langzaam proces van afslijting. 6. De eigen identiteit kan alleen maar bewaard blijven als er voldoende sterke gemeenschappen in het oosten zelf blijven bestaan. 7. Het is daarom de taak van christenen in het westen alle initiatieven te steunen die er toe bijdragen dat oosterse christenen zich in hun eigen gebieden kunnen ontwikkelen. Het vaak met goede bedoelingen meewerken aan initiatieven die oosterse christenen zonder meer naar het westen willen halen, is op lange termijn ongunstig voor deze gemeenschappen. 8. Het kan hierbij gaan om het steunen van bepaalde godsdienstige projecten (bouw van kerken, catecheseprojecten, enzovoort). In het geval van steun aan economische en sociale projecten is het belangrijk dat christenen niet geïsoleerd worden van hun islamitische omgeving. Exclusieve steun aan christenen is in dit opzicht op de lange duur contraproductief, omdat het jaloezie oproept. 9. Er dienen verder in het westen initiatieven genomen te worden om bepaalde vormen van discriminatie en ongelijkheid weg te werken. 10. Alle vormen van steun worden liefst in overleg genomen met gemeenschappen van oosterse christenen die zich in het westen bevinden en die door hun kennis en bevoorrechte contacten ter plaatse de beste informatie kunnen leveren. 11. Bovenstaande algemene overwegingen nemen niet weg dat in bepaalde individuele gevallen de beslissing tot migratie de enige mogelijke optie is en daarom ‘onze’ steun verdient. Herman Teule Directeur van het Instituut voor Oosters Christendom In de volgende Pokrof wordt een reactie gepubliceerd op een of meer van de stellingen. Ook u kunt reageren. Reacties kunnen worden verstuurd naar het redactiesecretariaat (voor het adres zie de colofon). De redactie kan ingezonden reacties inkorten.
POKROF 1
OOSTERSE CHRISTENEN EN DE MIGRATIE
In de vorige Pokrof kondigden wij een nieuwe forumpagina aan. Herman Teule doet met onderstaande stellingen een voorzet.
Altaartafel Hervormde kerk ‘Kruispunt’ met daarachter icoon van Christus Pantocrator
De protestantse traditie kent de verbeelding van het geloof principieel een bescheiden plaats toe. De kerken zijn daarom vaak soberder ingericht dan andere. Maar elementen uit de ene traditie kunnen worden opgenomen in een andere. Zo hebben verschillende Byzantijnse iconen hun weg gevonden naar de hervormde Kruispuntgemeente in Den Haag. Hieronder een bijdrage van ouderling Hans Koster. De titel boven dit artikel heeft een dubbele betekenis: het woord ‘ruimte’ slaat namelijk niet alleen op het gebruik van iconen in de ruimte van een hervormd kerkgebouw, maar maakt bovendien duidelijk dat de ruimte voor het gebruik van iconen wijder is of kan zijn dan de Byzantijnse traditie. In deze tijd van oecumenische toenadering worden we ons er steeds meer van bewust welke schatten in de diverse christelijke tradities verborgen zijn. In de rooms-katholieke traditie is opnieuw grote aandacht voor de rijkdom van de Heilige Schrift en de diverse aspecten van de woordverkondiging, terwijl men in de reformatorische traditie weer oog heeft gekregen voor de grote waarde van symbolen en rituelen in de liturgie. Daarbij groeit in de kerken van het westen, zowel rooms-katholiek als reformatorisch, steeds meer belangstelling
ICONEN IN DE RUIMTE: EEN OECUMENISCH PERSPECTIEF voor de rijke traditie van de oosterse kerken. Persoonlijk vind ik het bemoedigend en belangrijk dat, alle meningsverschillen en onderlinge spanningen ten spijt, christenen met verschillende kerkelijke achtergronden elkaars tradities leren kennen en waarderen. Hieruit kan, zoals dat in alle eeuwen van de kerkgeschiedenis telkens gebeurde, voortvloeien dat aspecten uit de ene traditie in de andere traditie worden opgenomen. En al spreekt het natuurlijk voor zich dat dit te allen tijde met respect en de nodige zorgvuldigheid dient te geschieden, traditie is nooit het eigendom van één kerk! Tenslotte is er ten diepste maar één christelijke traditie, de traditie van de Una Sancta Catholica, gegrond in de Heilige Schrift en gebouwd op het getuigenis van de heiligen in alle eeuwen. En uit deze bron mogen we allen putten: orthodoxe, roomskatholieke en reformatorische christenen. Er zijn vele voorbeelden van hoe dit leerproces verrijkend kan werken binnen de eigen kerkgemeenschap.
Verbeelding Eén voorbeeld is het gebruik van iconen in de westerse kerk. In de kerk van het westen bleef de beeldende kunst hoofdzakelijk beperkt tot onderricht van de gelovigen en versiering van de kerkgebouwen en met name in de Rooms-katholieke Kerk heeft POKROF 2
men zich wat dit betreft weinig beperkingen opgelegd. Hiervan getuigen de vele schatten van kerkelijke kunst die men nog steeds in kerken en musea kan bewonderen. De kerk van de reformatie in ons land daarentegen kende de beeldende kunst in de kerk principieel maar een bescheiden plaats toe, al won ook daar, met name in de gouden eeuw, de praalzucht het veelal van de leer. In menige protestantse kerk troont op het overdadig versierde orgel koning David met zijn harp, omgeven door engelen met bazuinen, is de kansel getooid met de symbolen van de vier evangelisten of met de allegorische verbeeldingen van geloof, hoop en liefde en zijn ook koorhek, doophek, herenbanken en grafmonumenten van rijk beeldhouwwerk voorzien. In de laatste decennia echter heeft men in de westerse kerk oog gekregen voor de diepe betekenis van de iconen uit de Byzantijnse traditie, die geen versiering zijn, maar voor alles zijn bedoeld om het heil zichtbaar te maken en de beschouwer uit te nodigen tot gebed. In menige rooms-katholieke kerk heeft een Moeder Gods-icoon haar plaats gevonden in de Mariakapel en ook in protestantse kring is de belangstelling voor iconen groeiende. Niet alleen in protestantse huiskamers, maar ook in protestantse kerken komt men soms iconen tegen, al is dit
in Nederland veel minder verbreid dan in sommige andere landen. Bij het betreden van de anglicaanse Westminster Abbey in Londen bijvoorbeeld wordt het oog direct getrokken naar de icoon van Christus Pantocrator rechts en de icoon van de Moeder Gods links van de ingang, die daar een aantal jaren geleden een plaats hebben gekregen. Ook in de van oorsprong protestantse communiteiten van Taizé en Grandchamp hebben iconen een plaats gekregen in de liturgie.
lening aan Roemenië. Aan de zijwand van de kerk heeft de icoon van de oudtestamentische Triniteit haar plaats. Deze icoon werd door een gemeentelid geschilderd en vervangt een reproductie van de beroemde icoon van Roeblev die de gemeente als geschenk kreeg bij het 15-jarig bestaan van haar kerkgebouw in 1984. De nieuwge-
de kerk staat een kleine icoon van de Moeder Gods en in de hal van de kerk hangt een icoon van de martelaren en getuigen, die door twee engelen in het hemelse Jeruzalem worden verwelkomd. Bij deze laatste icoon kunnen de kerkgangers als teken van hun gebed en ter gedachtenis van de ontslapenen een lichtje ontsteken. Het zal duidelijk zijn, dat in onze kerk iconen niet worden vereerd zoals dat in de oosters-orthodoxe kerk gebruikelijk is. Maar regelmatig ‘betrap’ ik kerkgangers erop dat zij er in stille beschouwing voor staan of er een kruis bij slaan. En dat zijn echt niet alleen de kerkgangers met een rooms-katholieke achtergrond, die onze diensten regelmatig bezoeken. Ook ‘doorgewinterde’ protestanten laten zich soms aanspreken door deze verstilde weergaven van het heil.
Een hervormde ruimte
In mijn eigen hervormde wijkkerk in Den Haag Mariahoeve is van het begin af aan veel aandacht geweest voor de veelkleurigheid van de christelijke traditie. Het gebruik van kaarsen en soms van wierook, het witte gewaad van de voorganger, de ziekenzalving, de reservatie van de heilige gaven voor de ziekencommunie en de altijd brandende Laten we daarom bidgodslamp hebben in den dat de gescheidenhet liturgische leven Icoon van de H. Drievuldigheid in de Hervormde Kerk ‘Kruispunt’ . heid van christenen van de gemeente hun steeds meer zal veranplaats en betekenis. deren in verscheidenheid. schilderde icoon werd onlangs Zo hebben ook iconen in onze kerk hun vaste plaats. Achter de tijdens een viering plechtig met Immers, gescheidenheid veraltaartafel hangt een icoon van gebed ingezegend. In een zij- armt, maar verscheidenheid verChristus Pantocrator, een Roe- ruimte van onze kerk staat tij- rijkt! meense icoon, geschonken door dens feestdagen en feesttijden de een gemeentelid dat zeer nauw hierbij behorende icoon opge- Hans Koster betrokken is bij de vanuit Ne- steld, en in de preek wordt hier Ouderling Hervormde Kruispuntgemeente derland georganiseerde hulpver- soms naar verwezen. Achter in Den Haag Mariahoeve Foto's: mw. Adri Fros. POKROF 3
NIEUWE VOORGANGERS BYZANTIJNSE LITURGIE Jan Kaandorp en Ton Sip behoren tot de groep priesters die sinds vorig jaar voor kunnen gaan in Byzantijnse liturgie. Jan Kaandorp msc werd geboren in 1928 in Haarlem. Hij werd Missionaris van het H. Hart en in 1953 tot priester gewijd. Ton Sip is priester van de Parochie Margaritha Maria in Tilburg.
Vervoerd door de liturgie Jan Kaandorp Mijn voorgeschiedenis met de Byzantijnse ritus begon in het klein-seminarie. Als jongetje van dertien of veertien raakte ik geboeid door de Griekse taal en letteren, met name door geschriften van de Griekstalige kerkvaders. Uit die tijd stamt mijn levenslange ‘vriendschap’ met Basilius de Grote. Tijdens mijn priesteropleiding kwam daar mijn belangstelling voor de Griekse wijsbegeerte en de Griekstalige theologische traditie bij. Aan de Nijmeegse Universiteit studeerde ik klassieken met als hoofdvak christelijk Grieks en als een van de bijvakken liturgiegeschiedenis. Dat dit laatste nog zo vruchtbaar zou worden in mijn leven, bevroedde ik toen nog niet. Ergens na mijn wijding moet ik voor het eerst een Byzantijnse liturgie hebben meegemaakt, die diepe indruk op mij maakte. In 1967 reisde ik voor het eerst naar Griekenland. Ik herinner mij een avonddienst voor een overledene met werkelijk oeroude gebruiken in het oudste nog gebruikte kerkje van Griekenland in Kalambáka. Een verblijf bij de ThéophaniePOKROF 4
gemeenschap in Zuid-Frankrijk voerde mij dieper binnen in de liturgie, die daar enthousiast werd gevierd in de vertaling en met de muziek van Chevetogne. Die mystagogie, die je binnenvoert in de mysteriën, heeft mij vaak getroffen; dat je vanaf de plek waar je je bevindt en vanuit de stemming waarin je bent geleidelijk aan wordt binnengezogen in de beleving van de liturgie. Sinds kort ga ik daadwerkelijk in deze ritus voor. Ik zie dat op de eerste plaats als een dienst aan de christengemeenschap ter plekke om samen de Drie-ene dankbaar te huldigen met diepe eerbied en vreugde en ook respect tot uiting te brengen voor ieders menselijke waardigheid. We beleven daarin de ‘binnenkant’ van de gemeenschap, afdruk en weerspiegeling van de hemelse en apocalyptische liturgie. Mijn voorgaan in de Byzantijnse ritus staat vrijwel volledig los van andere pastorale activiteiten die ik nog uitoefen. Ik ga regelmatig voor in de westerse ritus bij kloosterlingen en twee maanden per jaar voor toeristen op het Griekse eiland Kos. Vele jaren maakte ik daar wel zondagsdiensten en ander diensten mee in orthodoxe parochies en kreeg ik de kans toeristen uitleg te geven over bijvoorbeeld de Grieksorthodoxe Kerk. Het voorgaan in de Byzantijnse ritus sluit perfect aan bij mijn Griekse voorliefde, en het heeft invloed op mijn voorgaan in de Romeinse ritus. Het geeft meer rust en meer gevoel voor symbolische gebaren. Ik leg ook andere accenten.
Behalve de praktische oecumenische betekenis van de Byzantijnse vieringen in ons land, en de oecumene heeft mij altijd na aan het hart gelegen, denk ik dat deze liturgie veel te bieden heeft voor wie rust zoekt en een sfeer van meditatie en voor wie daar tijd en moeite voor over heeft en zich wil laten meenemen in die mystagogie, die geleidelijk aan binnenvoert in de grondhoudingen van het christenbestaan. Je kunt oog krijgen voor de veelkleurigheid van de uitingsvormen ervan en je door de boeiende geschiedenis verbonden voelen met zoveel generaties medechristenen uit allerlei tijdsgewrichten en culturen.
Een beschermende mantel Ton Sip Mijn kennismaking met de Byzantijnse traditie begon met een lp van de ‘Dismission of Ancient Byzantine Music’. Ik hoorde de schone klank van een Grieks koor dat de psalm zong: ‘Kyrie ekraksa si’, ‘Tot u roep ik uit Heer’. De melodie en muziek heb ik nu nog in mijn geheugen. Maar het begon pas echt toen ik mijn studie tandheelkunde beëindigde. Ik was op zoek naar wat
anders in mijn leven, iets wat bij mij hoorde. Toen ik besloot theologie te gaan studeren, stapte ik op een mooie warme zonovergoten zaterdagavond in mei op de fiets en reed richting H. Landstichting. Als een magneet aangetrokken reed ik het Mgr. Suysplein op. En de blik die zich toen openbaarde benam mij de adem. Daar zag ik in de warme tonen van de avondzon een prachtige witte koepelkerk met een prachtig mozaïek op de voorkant. En tot mijn geluk stond de deur open.
door Gilles Doene zaliger gedachtenis werd gevraagd om hem als diaken te assisteren, merkte ik pas wat er allemaal nog meer schuilt in deze liturgie en traditie. Steeds meer begon ik de innerlijke sfeer te beleven als bron van dienst aan God en mens.
Die stap de kerk binnen bepaalde voorgoed mijn leven. Ik heb er minuten lang staan kijken. Ik had zelfs niet door dat er een dienst gaande was. En toen hoorde ik de klanken van het Nijmeegs Byzantijns Koor met de priester Piet Al. Ik was zo overdonderd door de sfeer dat ik dacht mij op een andere planeet te bevinden. Eerlijk gezegd vond ik het ook wel een beetje theatraal. Dus besloot ik na afloop de volgende dag terug te komen. En toen was mijn parochie geboren.
De Byzantijnse traditie gaat niet over de glans van de iconen, de wierook, of de mooie gewaden en gezangen. Zij zijn slechts instrumenten om alle zintuigen van de mensen aan te raken, opdat de gehele mens wordt aangesproken. Voor mij is het een libretto van muziek, symbolen en teksten die de mens het besef van goddelijkheid willen geven, het diepste wezen van de mens willen aanraken, de goddelijke kern in de mens.
Ik ben er blijven komen en ik denk dat er slechts een enkele keer is geweest dat ik er niet was. Later leerde ik de Johannes van Damascusgemeenschap kennen. En ook hier ontstond voor mij een belangrijke bron. Stap voor stap leerde ik de liturgie waarderen en doorzien. Ik heb de sfeer, die vanuit de Byzantijnse traditie bij uitstek via de liturgie wordt bemiddeld, als een spons opgezogen. Het was als een mantel die als gegoten zat. Toen ik twee weken na mijn diakenwijding POKROF 5
Als iets de Byzantijnse liturgie ten voeten uit beschrijft dan is het het woord van de Psalmist: ‘Smaakt en ziet hoe goed de Heer is, gelukkig de mens die bij hem beschutting vindt’.
Liturgie is niet het herhalen van teksten: sacramenten worden meer dan alleen maar tekens die worden toegediend. Het is alsof alles breder en dieper wordt.
GEROEPEN TOT L GELOOFSTRADITIES BLOEIE Ethiopië is 30 keer Nederland. Van zijn 65 miljoen inwoners is de helft Ethiopisch-orthodox. Er zijn een paar honderduizend oosterse katholieken. Gekerstend sinds 330 vanuit Syrië is dit land diepgaand gevormd door het christendom. Christelijke traditie is antwoord op het evangelie. Dat antwoord moet steeds opnieuw geformuleerd worden. In de huidige tijd met zijn enorme maatschappelijke problemen (erbarmelijke economie, oorlog met Eritrea) gaat dat voor de orthodoxe kerk niet vanzelf. De eigen geloofstradities hebben de beproevingen van de geschiedenis getrotseerd en zijn levend gebleven onder de mensen. Vooral in de liturgie, de katechese en de spiritualiteit zijn oude tradities nog vitaal.
al een grootse viering plaats, zoals op de paardenracebaan Jan Meda in het noorden van Addis Abeba. Tijdens de massaal bezochte orthodoxe openluchtdienst maken dabtara’s - leken gespecialiseerd in liturgie en zang - een rondedans. In de vroege ochtend
Op 19 januari lopen in heel het land christenen uit om Timqat (Jezus’ Doop in de Jordaan) te vieren. Op de vooravond vindt er
maakten abba Ghebremaryam en enkele helpers de waterbassins gereed voor de plechtige waterwijding op het plein voor de Ethio-
POKROF 6
LEVEN MET GOD EN IN CHRISTELIJK ETHIOPIË pisch-katholieke kathedraal van Addis Abeba. Na de waterwijding op Jan Meda door de orthodoxen komen eerbiedwaardige traditie en moderne tijd samen als bisschop Gerima de tienduizenden gelovigen met gewijd water besprenkelt door middel van een tuinslang.
In het historische Lalibela – een soort ‘Heilig Landstichting’ van rond 1200, waar bijbelse locaties in centraal Ethiopië werden ‘nagebouwd’ – staan hutjes voor diakens in opleiding. Overdag bedelen de jongens de kost bijeen, ’s avonds krijgen ze les van een dabtara. Deze traditie bestaat nog op vele plaatsen. Toen de orthodoxe patriarch door een bevriende katholieke hulporganisatie werd aangeboden voor deze jongens een vast gebouw met kost en inwoning te realiseren, bedankte hij daarvoor met de woorden: ‘Het is niet onze traditie!’ Op een ochtend, toen ik in de stad Bahir Dar de Ethio-
pisch-katholieke pastorie verliet, stond er voor de poort zo’n orthodox aspirant-diakentje dat aan zijn bedeltocht bezig was. Een belangrijke vorm van spiritualiteit in de Ethiopisch-orthodoxe Kerk is de monastieke beweging, los georganiseerd en
zeer populair. Het monnikendom kent vele vormen: monniken en nonnen die in huisjes rond een kerk wonen (lavra), zwerfmonniken die boete prediken, kluizenaars en de oudkerkelijke ‘stand der weduwen’.
Ook ascetische vormen als naaktloperij of dagen en nachten in een gat staan bestaan nog. Zo klinkt het oud-Syrische ascetisme na, waardoor het Ethiopische monnikendom is beïnvloed. In het Tana-meer bij Bahir Dar ligt een tiental eilandjes en schiereiPOKROF 7
landjes met eeuwenoude kloosters en kerken. Op het schiereiland Zege staan monniken voor hun cel. Leo van Leijsen, tekst en foto's: (2002)
Onder het motto ‘Geroepen tot leven met God. Christenen van Ethiopië’ vindt op 28 april de Zondag voor de Oosterse kerken plaats. Voor meer informatie, liturgisch materiaal, projecten, posters en gebedsprentjes: Katholieke Vereniging voor Oecumene, telefoon: 073 6136471,
[email protected].
LEGENDE VAN DE GROOTINQUISITEUR Niets is voor de mens verleidelijker dan de gewetensvrijheid, maar niets ook pijnlijker. Maar u hebt hun geen vaste beginselen gegeven om hun geweten eens en voor altijd tot rust te brengen, in plaats daarvan echter bracht u hun allerlei vreemde, raadselachtige en vage ideeën, al datgene wat de kracht van de mensen te boven gaat en daarom handelde u als iemand die hen helemaal niet liefheeft, en dat nog wel terwijl u gekomen was om uw leven voor hen te geven! U hebt u niet meester weten te maken van de menselijke vrijheid, maar in plaats daarvan hebt u die nog doen toenemen en de menselijke ziel voor altijd belast met de daaraan verbonden kwellingen. U begeerde dat de mens u in vrijheid zijn liefde zou geven en u eigener beweging zou volgen, bekoord en aangetrokken door uw persoonlijkheid. In plaats van de harde wet van het Oude Verbond kreeg de mens nu de vrijheid om voor zichzelf uit te maken wat
goed en wat kwaad was, alleen geleid door uw lichtend voorbeeld, maar hebt u er werkelijk dan niet aan gedacht dat hij tenslotte uw lichtende voorbeeld en uw waarheid zal loochenen en bestrijden, als hij gebukt moet gaan onder zo’n vreselijke last als vrijheid van keuze? Zij zullen tenslotte uitroepen dat in u niet de waarheid is, want anders had u hen niet in zo’n onrust en ellende achtergelaten, met niets dan zorgen en onoplosbare problemen. Zo bent u er zelf dus de oorzaak van geweest dat uw rijk geen stand kon houden en u hebt geen reden een ander daarvan te beschuldigen. Maar wat men u voorstelde was toch heel wat anders! Er zijn drie krachten op aarde, drie krachten die alleen in staat zijn om het geweten van die armzalige opstandelingen voor altijd te onderwerpen en aan banden te leggen, voor hun eigen welzijn natuurlijk, en dat zijn: het wonder, het mysterie en de autoriteit. U hebt ze alle drie verworpen en daarmee een voorbeeld gegeven... Hebt u werkelijk een ogenblik kunnen geloven dat ook de mensen een dergelijke verleiding konden weerstaan? Is de menselijke natuur zo geschapen dat ze in staat is het wonder af te wijzen en in dergelijke verschrikkelijke momenten van het leven, momenten waarbij het gaat om de diepste, kwellendste en meest fundamentele problemen, om op zulke momenten zich te houden aan de vrije beslissing van het hart? U wist dat uw heroïsme geboekstaafd zou worden, dat het de tijd zou trotseren en tot in alle uithoeken van de aarde bekend zou worden, en u hoopte dat de mens door u te volgen God trouw zou blijven zonder dat hij wonderen nodig had. Maar u wist niet dat de mens zodra hij het wonder zou afwijzen ook God zou afwijzen, want de mens zoekt niet zozeer God als wel het wonder. Uit: ‘De gebroeders Karamazov’ van F.M. Dostojevski. (Vert. Jan van der Eng)
POKROF 8
DRIEVOUDIGE VERLEIDING Het fragment uit het hoofdstuk ‘De grootinquisiteur’ van ‘De gebroeders Karamazov’ geeft een deel van het gesprek weer van de grootinquisiteur met Jezus. Of beter, van het betoog van de eerste tegen de laatste, want Jezus zegt tijdens het lange gesprek geen woord. De passage raakt de kern van de christelijke geloofshouding, de tegenstelling tussen vrije geloofsovergave en het religieuze machtswoord. Dostojevski ziet in de afwijzing door Jezus van de drievoudige poging van de satan om hem te verleiden tot wonderen en machtsvertoon de basis voor de ware geloofshouding tegenover God. Geloof kan niet zijn gebaseerd op imponering door wonderen, mysterie of gezag, God wil dat de mens zonder die hulpmiddelen kiest voor hem. Maar de mens wil zichtbare tekenen, overtuigende argumenten of duidelijke aanwijzingen. Eigenlijk wil hij helemaal niet met de keus opgescheept worden, met de voortdurende noodzaak beslissingen te nemen in kwesties van goed en kwaad, hij wil geen gewetensnood maar zekerheid. Kortom, de mens verkiest institutioneel gezag boven vrijheid. De grootinquisiteur maakt Jezus duidelijk dat hij het de mens alleen maar moeilijk heeft gemaakt en dat hijzelf, de vertegenwoordiger van de kerk, de mens uit zijn gewetensnood heeft verlost. Een oppervlakkige interpretatie van de legende van de grootinquisiteur ziet er een aanval in op de katholieke kerk, maar Dostojevski is hier niet de slavofiele ideoloog uit zijn ‘Dagboek’, maar de scherpe analyticus van de menselijke ziel en met name van de religieuze psyche. De geïnstitutionaliseerde kerk is het object van zijn literair-theologische demasqué, iedere kerk kan zich de kritiek aantrekken. De drievoudige verleidingen van de
gelovigen spelen een rol in zowel de katholieke als de orthodoxe kerk: wonderdoende iconen en wonderdoende Mariabeelden, het mysterieuze van de geësthetiseerde liturgie en het machtswoord van kerkleiders. Alleen het laatste is inderdaad explicieter in de pauselijke monarchie. Ik heb de legende steeds gelezen als kritiek op alle uiterlijk vertoon in de kerken, uiterlijke pracht en macht die Jezus in zijn confrontatie met de satan heeft afgewezen. Het zijn juist die dingen die wij religieus koesteren als afbeeldingen en rituelen die de mens verleiden tot geloofsduidelijkheid. Het behaagt de mens en dat schijnt hij nodig te hebben om zijn geloof te bevestigen. Het is immers moeilijker het geloof te beleven zonder die prachtige religieuze vormgeving, vanuit een totale religieuze ontlediging. Ook de niet-christelijke religies werken met wonderverhalen en mysterie-effecten op het gemoed van de mens. Het geloof in de God van Christus staat daar boven. Christelijk geloven is veel moeilijker dan ‘religieus zijn’. Het is ook de constantijnse macht van de kerken, nog eens versterkt in de pauselijke, maar in principe even aanwezig in de nostalgisch gekoesterde orthodoxe kerk-staatsymfonie, die contrasteert met het christelijke appèl op gewetensvrijheid en persoonlijke keuze voor God. De mens voelt zich echter veel zelfverzekerder in een collectivistisch kerkbewustzijn dan in de gemoedsbezwarende opdracht tot eigen verantwoordelijkheid. Zoals gezegd, deze lezing van Dostojevski gaat dieper dan een slavofiele, en de grootheid van Dostojevski ligt juist in zijn vermogen zijn eigen ideologie te overstijgen als hij het heeft over de religieuze existentie van de mens. Daarom is hij een klassieke schrijver en originele religieuze denker. Wil van den Bercken Bijzonder hoogleraar aan het Instituut voor Oosters Christendom
POKROF 9
ATHOS, ARK DER ORTHODOXIE Zo stil en ingetogen als Athos zelf, zo overvloedig de geschriften daarover. Alleen al de literatuuropgave van I. Doens OSB uit 1965 getuigt hiervan in ruime mate. En dan spreek ik nog maar niet over de simplistische stukken van de hand van diverse publicisten. ‘Geen land voor Wina Born’, ‘Lauwe bonensoep en vroeg te bed’ en ‘Octopus met knoflookbollen’ zijn slechts een paar krenten uit de journalistieke pap van de laatste jaren en vormen een valse invitatie aan toeristen en avonturiers. Na vele tochten over de Athos gedurende ruim 40 jaar neem ik nu dan ook gereserveerd de pen ter hand om te schrijven over het bezoek dat ik aan Athos bracht in 2001.
Athos, bekend onder de naam Heilige Berg, is de meest oostelijke landtong van het schiereiland Chalkidiki in het Noorden van Griekenland, die zich uitstrekt over een lengte van 45 kilometer in de Egeïsche Zee en zijn naam ontleent aan de 2033 meter hoge bergtop. Tot de zevende eeuw was het gebied vrijwel onbewoond, niet verwonderlijk gezien het heuvelachtig, vaak ook bergachtig terrein, zowel kaal als gevarieerd bebost, waar bovenuit zich de piek verheft, stralend in een wisselend kleurenpallet, zich nu eens tooiend met zonnestralen dan weer geheimzinnig met wolken omfloerst. Steil uit zee rijzen rotspartijen omhoog en tezamen met de holen en ravijnen maakt dit alles een onherbergzame indruk. Deze eenzaamheid en verlatenheid hebben haar aantrekkingskracht niet gemist op hen die zich naar het woord van de evangelist in absolute afzondering wilden terugtrekken. Vanuit het Nabije Oosten zien we monniken naar Athos komen en in 963 sticht Athanasius het eerste klooster van de Grote Lavra. Vanaf 1541 telt de Berg twintig grote kloosters, waarvan zeventien Grieks en drie Slavisch. Daarnaast bestaan er nog andere
vormen van kloosterlijke nederzettingen, die ressorteren onder een van de twintig. Thans leven op Athos ongeveer 1800 monniken.
Griekse theocratie Na de bevrijding van het Turkse juk volgt in 1913 de proclamatie van Athos als zelfstandige staat - de enige monachale staat in Europa - en als onafscheidelijk deel van Griekenland. In 1926 wordt de nu nog steeds geldende Athosconstitutie van kracht, waarin onder meer is bepaald, dat de regering van deze autonome theocratische republiek berust bij het Heilig Parlement bestaande uit twintig monniken, dat als geestelijk hoofd uitsluitend de patriarch van Constantinopel wordt erkend, en dat een gouverneur in de hoofdplaats Karyes de Griekse staat vertegenwoordigt. In 1979 ondertekenen alle lidstaten van de Europese Unie een ‘acquis communautaire’, waarin de speciale status van Athos voor de toekomst wordt gegarandeerd. Athos geldt als de Akropolis en de Ark van de tradities van een duizendjarig verleden van de Heilige Orthodoxie en is steeds het geestelijk centrum gebleven van de orthodoxe wereld, in het bijzonder van Griekenland. Het POKROF 10
is niet zomaar een historische omgeving met fraaie landschappen en kloosters, schitterende iconen en fresco’s en met de grootste collectie handschriften ter wereld. Het is eerst en vooral een plaats van geestelijke training, van inkeer en van gebed. Grieken spreken dan ook terecht van een ‘pelgrimage’ naar de Heilige Berg.
Reisverslag Aan land op Athos ervaar ik opnieuw binnen te gaan in een andere wereld. Alle vertrouwde contacten lijken ineens verbroken en mijn gevoel voor plaats en tijd verloren. Ik heradem de bevrijding, de stilte en de sereniteit, waarbinnen Gods stem hoorbaar wordt. Athos kent sinds 1060 een uitdrukkelijk verbod voor vrouwen. Het is de ‘Tuin van de Moeder Gods’ en mannen hebben slechts met een speciaal kloosterpaspoort toegang voor in principe vier dagen. Met een continue bijzondere permissie van de patriarch geldt deze tijdsbeperking voor mij gelukkig niet.
Chilandariou In een schitterend bebost dal ligt in sterk contrast Chilandariou, de kloosterlijke vesting van de Serviërs. Door de toegangspoort betreed ik de wellicht mooiste kloosterhof van Athos. Twee gigantische cypressen met daarachter het wijwaterbekken en het katholikon (hoofdkerk) in roodwit. Hier bevindt zich de bekende wonderbaarlijke icoon Tricherousa, waarop de Theotokos staat afgebeeld met drie handen. Johannes van Damascus zou, valselijk beschuldigd en
Katholikon van het Klooster Esfigmenou
vervolgens bestraft met het verlies van zijn hand, door Maria zijn geheeld. Tijdens de nachtelijke dienst zingen spontaan enige Servische scholieren de hymnen, psalmen en lezingen. Een interactie tussen monniken en jongelui die mij doet denken aan abt Mitrofans’ woorden: ”Voor hen die in de buitenwereld leven, mag het monastieke leven geen vreemd en onverklaarbaar fenomeen zijn.”
Esfigmenou Met de nodige schroom betreed ik het klooster Esfigmenou pas in 2001, als laatste van de twintig. De wat excentrische ligging was daaraan debet, maar meer nog de spiritueel excentrieke positie. Esfigmenou is het enige klooster dat niet deelneemt aan het centraal bestuur in Karyes.
Een groeiend conflict over de zogenaamde oude kalender heeft er mede toe geleid, dat de monniken zich in een soort heilig isolement beschouwen als de enige ware hoeders der Orthodoxie en zich in hun fanatisme verzetten tegen vrijwel alle nietEsfigmenieten. De barcode op de identiteitskaart is een verwijzing naar de satan (Openbaring 13,18), het verdrag van Schengen heet atheïstisch en met het geld voor vernieuwingen wil Europa alleen maar de Tuin van de Moeder Gods vertrappen. Het helder stralende kruis, waargenomen in de nacht van 14 september 1925, is nog steeds Gods teken aan Esfigmenou, dat men alleen daar de juiste weg volgt. Met het grootste gemak worden teksten van de kerkvaders verdraaid om andersdenkenden te betichten van zonPOKROF 11
den tegen de heilige Geest. ‘Patriarch’ Bartholomaios is niet meer hun patriarch. Hij keert zich immers niet tegen het schisma van de nieuwe kalender en geeft de paus, de antichrist, een verraderskus. Er wordt dus niet meer, zoals in de andere kloosters, tijdens de liturgie gebeden voor de patriarch. Aartsbisschop Christodoulos van Athene moet als ‘nachtmerrie van de Orthodoxie’ aftreden. Hij begroet immers de antichrist als heilige Vader, betreedt moskeeën en wil een ziekteverzekering voor monniken. Het groots tegen de buitengevel gespannen doek ‘Orthodoxie of Dood’ geeft te denken! Weliswaar vriendelijk ontvangen, blijft deze katholiek buiten katholikon en refter. In een hoek van de keuken valt hem tijdens de afwas een karig maal ten deel.
Met een zekere opluchting laat ik deze Athos-vreemde wereld achter mij.
licht mede, waarom daar nooit gepreekt wordt.
Aghiou Pandeleïmonos Karakallou In het klooster Karakallou zal ik een oud-leerling ontmoeten, bij wie de ontvangst - zoals te verwachten - in goede handen is. De abt begroet mij uitbundig en dankt mij hartelijk, onder verwijzing naar Aristoteles en diens leerling Alexander, voor al wat ik zijn jonge monnik ”voor het leven heb meegegeven.” Geen deur blijft nu gesloten: van bibliotheek tot kaarsenmakerij, van katholikon tot hoog in de Frankische toren, om vervolgens te eindigen in de wijnkelder. Ondanks de vastentijd wordt mij een rijkelijk pakket etenswaren meegegeven voor mijn niet te onderschatten tocht over de bergkam naar de zuidkust.
Aghia Anna Terwijl de zon onbarmhartig brandt, bestijg ik de eindeloze rij trappen, die voert naar Aghia Anna. Ik tel er 1708 naar deze skiti (een soort kloosterdorp). Eenmaal boven beland, ervaar ik hoe vader Neophytos mijn geleverde inspanningen goed inschat. Hij biedt mij direct een vorstelijk onthaal met loukoumi en ouzo, koffie en cake. Wij raken in een geanimeerd gesprek over oecumene en orthodoxie, waarbij niet altijd afwijzend wordt gereageerd. Een vernieuwingsbeweging in het spirituele monnikenleven ging kennelijk niet voor niets juist van Aghia Anna uit. Overigens moet men wel bedenken, dat de mystiek op Athos een veel belangrijkere rol speelt dan de theologie. Dit verklaart wel-
Sedert mijn allereerste Athos pelgrimage heeft dit Russische klooster steeds een bijzondere aantrekkingskracht uitgeoefend.
Wegwijzer uit een grijs verleden
Van bijna uitgestorven in 1960 heb ik het ‘Rossiko’ zien opbloeien tot een levende en hartelijke gemeenschap van monniken, van wie velen bovendien zeer geletterd. Pandeleimonskaja, een immens complex met een gigantisch gastenverblijf, wordt met intensieve bouwactiviteiten van de ondergang gered. Het is naast alle Byzantijnse pracht en praal vooral de warme vriendschap waarmee de pelgrim als vanzelfsprekend geheel wordt opgenomen onder de monniken. Ik word er uitgenodigd met hen te POKROF 12
communie te gaan en het tikken van de paaseieren met de abt blijkt voor mij weggelegd. Vanaf het midden van de achttiende eeuw ontstond er een zeker kerkelijk nationalisme, waarbij de Russen dit klooster tot een van de belangrijkste heiligdommen en bedevaartsoorden van het heilige Rusland maakten. Toen verdere expansie in andere Athos kloosters mislukte, sloeg de tsaristische politiek de weg van de skiti in. Zo ontstonden met schier onuitputtelijke financiële bronnen de skiti Aghiou Andrea en die van de Profiti Ilia, in omvang en rijkdom de Griekse kloosters verre overtreffend. Rond 1900 waren er zelfs meer Russen dan Grieken op Athos en het aantal Russische pelgrims liep in de duizenden. De revolutie van 1917 maakte een abrupt einde aan deze voor de Grieken onverteerbare situatie. Toch is nog tot voor kort de vrees voor een russificatie van Athos, al dan niet gerechtvaardigd, blijven bestaan. In Profiti Ilia neemt vader Nikolaj, een Amerikaanse Rus, mij mee naar een verlaten zolder, trekt uit een la een schriftje met daarin zomaar een manuscript uit de negende eeuw: een fragment uit het Johannesevangelie. Tot mijn stomme verbazing krijg ik het in handen en lees: ”Ik ken mijn schapen, ... zij zullen in eeuwigheid niet verloren gaan”, en herinner mij vader Mitrofan: ”Wij staan hier reeds in de eeuwigheid.” Raymond Geldermans, tekst en foto’s
KORENDAG 2002 Zoals de mens een icoon is van God, zo is de liturgie een icoon van het eeuwig durende gezang van de engelen voor de troon van God. Daarom wordt alles gezongen in een Byzantijnse viering, op de stille gebeden van de priester na, en mag de zang nooit stilvallen. Het koor is in een Byzantijnse viering onmisbaar.
Dit was de strekking van de inleidingen op een studiedag over de Basiliusliturgie. Op zaterdag 23 februari kwamen ruim 160 zangers van Byzantijnse koren naar Huize Timpaan, het voormalige groot seminarie van het bisdom ‘s-Hertogenbosch, om in de ochtend te luisteren naar de lezingen van Ton Sip, pastor in Tilburg en voorganger in de Byzantijnse liturgie, en Grigori Sarolea, dirigent van het Utrechts Byzantijns Koor. En om te zingen. ‘s Middags in workshops, waarin delen van de liturgie werden ingestudeerd, en aan het einde van de dag in de Goddelijke Liturgie van Basilius. In de Byzantijnse liturgie moeten het koor, de diakens en de priester, omdat de zang nooit stil mag vallen, goed op elkaar zijn ingespeeld. Als de priester zijn stille gebeden zegt, moet het koor de tijd vullen. Dat is niet altijd eenvoudig: ‘’Bij het stille gebed heeft elke priester zijn eigen aantal bpm’s, ‘beats per minute’, of woorden per minuut. Het koor moet dat weten in te schatten. Juist omdat de zang niet stil mag vallen, wil je tot een hemeltechnisch verantwoord resultaat komen,” aldus Sarolea, die ‘s middags ook een workshop
verzorgde. Het gezang van de workshops vulde de ruimtes, terwijl het weer buiten een sneeuwbui weggaf die deed denken aan Rusland. De Basiliusliturgie is na die van Johannes Chrysostomos de meest gezongen Byzantijnse liturgie. Debet aan zijn iets minder grote populariteit is dat hij langer duurt. De gezangen van de twee liturgieën zijn grotendeels dezelfde. De ‘toonzetting’ van de teksten en gebeden is anders. Sip: ”De gebeden zijn inclusief, ze willen niemand vergeten. We bidden voor degenen die onze vrienden zijn en voor degenen die niet onze vrienden zijn, voor iedereen die we vergeten zijn en voor diegenen die we niet kunnen noemen, omdat daarvoor de
Huize Timpaan POKROF 13
tijd ontbreekt.” De liturgie van Basilius is een combinatie van strengheid, Basilius was een strikte ascetische monnik, en soepelheid: ”Hij schrijft in een van zijn brieven, dat iemand die tegen één gebod heeft gezondigd, tegen alle geboden heeft gezondigd, maar dat er geen zonde zo groot is, of er bestaat vergeving voor.” In 2001 kregen vijf priesters na een tweejarige cursus bij de Katholieke Vereniging voor Oecumene toestemming van de Congregatie voor de Oosterse Kerken van het Vaticaan om voor te gaan in Byzantijnse vieringen. Abt Piet Al stelde de nieuwe voorgangers voor. ”Het zingen is mooi, maar wordt
gedragen door de liturgie,” zei hij. Daarna ging hij voor in de liturgie met archimandriet Johan Meijer en diaken Frits Aarts. Nieuwe celebranten die mee voorgingen waren Jan Kaandorp, Ton Sip en Dolf Langerhuizen. Paul Brenninkmeijer moest voortijdig weg en Peter Peelen zat als vlootaalmoezenier op zee. Daarna begon de viering, bijna zonder toehoorders, maar met de voorgangers op het altaar en de banken gevuld met staande zingende mensen. Omdat de gezangen grotendeels dezelfde zijn als die van de Johannes Chrysostomos liturgie, hadden de koren weinig moeite met de uitvoering, hoewel deze regelmatig kleine pauzes kende. Anders dan het gezang van de engelen, ongetwijfeld, maar die
vormen dan ook geen gelegenheidscombinaties voor een dag en zingen al zo lang samen dat verwacht mag worden dat ze elkaar volledig aanvullen. Kleine smet op de dag was dat niet alle deelnemers de muziek hadden gekregen die werd ingestudeerd in de workshops. John de Bruijn, dagvoorzitter en voorzitter van het Nijmeegs Byzantijns Koor, noemde het een ‘valkuil’ waar de organisatie in was gestapt en bood zijn excuses aan. Daphne van Roosendaal De Byzantijnse koren verzorgen op uitnodiging van parochies samen met de voorgangers vieringen volgens de Byzantijnse liturgie. Meer informatie: Katholieke Vereniging voor Oecumene, 073 6136471,
[email protected].
Workshop
De Rooms-katholieke Kerk in Griekenland In het vijfde nummer van 2001 van Pokrof staat een artikel over de schenking van een Romeins kerkgebouw aan de Grieks-orthodoxe Kerk. Daarin wordt onder andere beweerd dat ‘de rooms-katholieken in Griekenland een uiterst kleine minderheid en volgens het Annuario Pontificio van 2001 slechts 2300 in getal, verdeeld over drie parochies, zijn.’ Het genoemde aantal is volledig onjuist. In werkelijkheid is de Roomskatholieke Kerk op één na, namelijk de moslims, de grootste godsdienstige minderheid in Griekenland en telt zij ongeveer 250.000 leden. Daaronder vallen 50.000 etnische Grieken, die men vooral op de eilanden Syros
en Tinos, in Athene en verder verspreid over heel het land kan aantreffen. Bijna 2.000 van hen volgen de Byzantijnse ritus. Het aantal etnische Grieken dat zich tot de Kerk van Rome bekent, neemt echter voortdurend af, ten eerste vanwege gemengde POKROF 14
huwelijken met orthodoxen. Aangezien de Orthodoxe Kerk eist dat de kinderen orthodox gedoopt worden en vanwege haar dominante positie in de Griekse maatschappij, gaat de katholieke helft van het paar vaak naar de orthodoxie over.
Ten tweede, omdat er angst voor discriminatie bestaat als men open over de katholieke identiteit is. De grootste groep katholieken wordt door de immigranten gevormd: ongeveer 200.000. Van hen zijn 100.000 uit Polen afkomstig, 45.000 uit de Filippijnen en enige tienduizenden uit Oekraïne (waaronder veel geünieerden) en uit WestEuropese landen. Ook zijn er 7500 Chaldeeërs uit Irak. Het aantal immigranten neemt voortdurend toe. Dat heeft tot gevolg dat de Griekse Roomskatholieke Kerk, die tot voor kort een grotendeels etnisch Griekse kerk was, steeds meer een buitenlandse kerk wordt. Dat kon men goed zien tijdens de pausmis op 5 mei 2001 in het Olympisch basketballstadion van Athene, toen het aantal aanwezige Polen en Filippijnen minimaal zo groot was als dat van de Grieken. Dit verschijnsel toont duidelijk aan dat Griekenland, na tientallen jaren lang een emigratieland te zijn geweest, nu een immigratieland is geworden. Dat is iets wat veel Grieken moeilijk te accepteren vinden. De katholieke bisschoppenconferentie bestaat uit zes leden. Er zijn vele orden en congregaties actief, onder meer in de pastoraal, het onderwijs en in de gezondheidszorg. De caritas afdelingen zijn actief onder hulpbehoevenden. Het elke twee weken uitkomende blad ‘Katholiki’ geeft vooral informatie over het Griekse en het wereldwijde katholicisme. Een groot probleem voor de Rooms-katholieke Kerk is de
erkenning van haar wettelijke status door de Griekse overheid. Toen moeilijkheden over het eigendom van het katholieke kerkgebouw in Chania op Kreta juridisch niet opgelost konden worden, wendde de leiding van de katholieke kerk zich tot het Europese Gerechtshof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. In 1997 velde dat Hof het vonnis dat de katholieke kerk in Chania wettelijk bestaansrecht heeft. Op grond daarvan leek het een redelijke verwachting dat de Griekse overheid de Rooms-katholieke Kerk in heel Griekenland zou erkennen. In juli 1999 heeft het Griekse parlement echter alleen die katholieke instellingen erkend die al voor 1946 bestonden. De katholieke kerkleiding neemt daarmee geen genoegen en verlangt algemene juridische erkenning door de staat. Zoals gezegd vormen de moslims de grootste religieuze minderheid in Griekenland. Ongeveer 150.000 van hen zijn geboren en getogen Griekse staatsburgers. Verder heeft minimaal een half miljoen moslims uit met name Albanië en de Arabische wereld als immigrant zijn toevlucht in Hellas gezocht. De andere godsdienstige minoriteiten zijn een stuk kleiner, te weten Jehova’s getuigen (40.000 etnische Grieken) en protestanten (25.000 etnische Grieken en minimaal 10.000 die uit West-Europa en Noord-Amerika afkomstig zijn). Ook zijn er Armeniërs (5000), inclusief enkele honderden die met Rome geünieerd zijn, en scientologen (5000). Er zijn ook nog kleinere groepen, zoals POKROF 15
anglicanen, baptisten, pentecostals, mormonen, zevendedagsadventisten en Baha’i. Tot aan de Tweede Wereldoorlog leefden er meer dan 50.000 joden in Thessaloniki, maar zij en de meeste andere Griekse joden zijn in de Shoah vermoord. Heden ten dage wonen er nog maar 5000 joden in Hellas. Al deze denominaties en godsdiensten zijn echter slechts kleine minderheden in Griekenland. De Orthodoxe Kerk is de staatskerk en ongeveer 97% van alle Grieken is in haar gedoopt. Over het algemeen is godsdienstige verscheidenheid voor bijna alle orthodoxe hiërarchen in Griekenland onwenselijk. Zij vinden dat het Griekse volk homogeen en zuiver moet zijn, niet alleen als natie maar ook als godsdienst. Daarom benadrukken ze de nauwe band die er volgens hen tussen Griek-zijn en orthodox-zijn bestaat en zien zij zichzelf als de enige juiste morele instantie voor de Griekse natie. Er zijn echter ook enkele Grieksorthodoxe intellectuelen die verdraagzaamheid voor de nietorthodoxe confessies proberen te bevorderen en hun juridische positie willen verbeteren. Bert Groen, Instituut voor Oosters Christendom
Amsterdam: (Byzantijnse Gemeenschappen) Maandag 20 mei, 10.30 u: Goddelijke Liturgie
Rotterdam: (BG) Zondag 7 april, 11 u: Goddelijke Liturgie; Zondag 5 mei, 11 u: Goddelijke Liturgie.
Baarle-Nassau: (Tilburgs Byzantijns Koor) Zondag 28 april, 11 u: Goddelijke Liturgie in kerk Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand, Nieuwstraat.
Tilburg: (TBK) Zaterdag 25 mei, 10.15 u: Goddelijke Liturgie.
Delft: (BG) Zondag 14 april, 10 u: Goddelijke Liturgie; Zondag 12 mei, 10 u: Goddelijke Liturgie. Eindhoven: (BG) Maandag 2 april (Tweede Paasdag), 11 u: Paasliturgie; Zondag 5 mei, 11 u: Goddelijke Liturgie; Zaterdag 25 mei, 19 u: Vespers.
Katholieke Oosterse Liturgievieringen april-mei 2002 Amsterdam (BG) Occohofje, Nieuwe Keizersgracht 94 Delft Oude Delft 18 's-Gravenhage Raamweg 42, 2596 HN, Eindhoven Eikenburg, Aalsterweg 289 Haarlem Janstraat 41 's-Hertogenbosch Catharinakerk, Kruisbroederhof 4 Maastricht Kesselskade 53 Nijmegen (BG) Dobbelmannweg 1a, tel. 024-3233503 Nijmegen (NBK) Jozefkerk, Stijn Buijsstraat Rotterdam Christus Koningkerk, Statenplein 1, Rotterdam-Hillegersberg Tilburg Klooster MSC, Bredaseweg 204, tel. 013-4672994 Utrecht(BG) Herenstraat 6
Utrecht: (BG) Maandag 2 april (Tweede Paasdag), 10.30 u: Paasliturgie; Zondag 21 april, 10.30 u: Goddelijke Liturgie; Zondag 19 mei, 10 u: Goddelijke Liturgie.
‘s-Gravenhage: (BG) Zaterdag 27 april, 19 u: Vespers; Zondag 28 april, 10 u: Goddelijke Liturgie; Donderdag 9 mei, 10 u: Goddelijke Liturgie; Zondag 26 mei, 10 u: Goddelijke Liturgie. Iedere woensdag 10 u: Urendienst en Typika. Haarlem: (BG) Zaterdag 13 april, 19.30 u: Goddelijke Liturgie. ‘s-Hertogenbosch: (Johannes van Damascusgemeenschap) Iedere zondag, 10.45 u: Goddelijke Liturgie. Soms, bij afwezigheid van priester, Metten i.p.v. Goddelijke Liturgie. NB Op maandag 1 april, Tweede Paasdag (Stralende Maandag), is er GEEN viering (Dit in afwijking van een eerdere aankondiging in Pokrof 2002, 1). Zondag 21 april, Vierde Zondag van Pasen, 40-jarig priesterfeest Johan Meijer, 10.15 u: Goddelijke Liturgie; Zondag 28 april, Vijfde Zondag van Pasen (Zondag van de Samaritaanse Vrouw), Zondag voor de Oosterse Kerken, 10.15 u: Goddelijke Liturgie; Donderdag 9 mei, Hemelvaart des Heren, 10.15 u: Goddelijke Liturgie; Zondag 19 mei, Zondag van Pinksteren (Eerste Pinksterdag), Triniteitszondag, 10.15 u: Goddelijke Liturgie; Maandag 20 mei, Tweede Pinksterdag, Maandag van de H. Geest, 10.15 u: Goddelijke Liturgie. Hilversum (Utrechts Byzantijns Koor) Zondag 5 mei, 10 u: Goddelijke Liturgie in parochie Onze Lieve Vrouw, Koninginneweg 40. Maastricht: (BG) Zondag 21 april, 10.30 u: Goddelijke Liturgie; Maandag 20 mei, 10.30 u: Goddelijke Liturgie. Nijmegen: (BG) In april en mei zijn er geen vieringen.
De illustraties op de kaft: Vóór en achter: Martelaarschap van de Veertig Martelaren van Sebaste, muurschildering in Syrisch-orthodoxe 'Kerk van de Veertig', Mardin (Tur Abdin, Turkije). Foto: H. Hollerweger, TURABDIN
Tilburg: (NBK) Zondag 28 april april, 10.30 u: Goddelijke Liturgie ter gelegenheid van de Zondag voor de Oosterse Kerken, in kerk H. Margarita Maria Alacoque, Ringbaan West 302.
Nijmegen: (Nijmeegs Byzantijns Koor) Zaterdag 13 april, 19 u: Goddelijke Liturgie; Zaterdag 11 mei, 19 u: Goddelijke Liturgie; Zaterdag 18 mei, 19 u: Vespers Pinksteren.
POKROF 16
Colofon
Het tijdschrift Pokrof verschijnt vijfmaal per jaar en wordt uitgegeven door de Katholieke Vereniging voor Oecumene Athanasius en Willbrord te 's-Hertogenbosch Redactie: Dr. G. Münninghoff (hoofdredacteur), drs. L. van Leijsen (redactiesecretaris), dr. D. Bruinsma, drs. P. Kohnen, drs. D. van Roosendaal, drs. T. Sip. Administratie en redactiesecretariaat: Katholieke Vereniging voor Oecumene, Walpoort 10, 5211 DK 's-Hertogenbosch, tel. 073-6136471, e-mail:
[email protected]. internet: http://www.oecumene.nl. Opzeggingen dienen vóór 1 december in 's-Hertogenbosch te geschieden, anders wordt men verondersteld abonnee te blijven. De abonnementsprijs is € 14,-, giro 5679145 t.n.v. Tijdschrift Pokrof, 's-Hertogenbosch. Voor België: 001-3309231-55, Pokrof t.n.v. Jef Devisscher, Ieperstraat 24, 02300 Turnhout, tel. 014-413927. Lay-out en druk: Van Stiphout, Helmond.