MIGRATIE
INFO NUMMER 2 17e JAARGANG juni 2011
migranten vertellen _ Persoonlijke verhalen over ervaringen, twijfels en perspectieven
OIM IOM
6 19
IOM Internationale Organisatie voor Migratie
5 1 - 2 011
Tram 9 rijdt me van kantoor naar het spoor – hé, heb ik dat nu goed gezien? Een tram beschilderd met een exotisch plaatje door de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR? Dat de boodschap niet op een vakantiebestemming wijst spreekt voor zich! Toch een pakkend beeld, als je bedenkt dat diezelfde tram tussen Den Haag Centraal en Scheveningen veel mensen naar vertier en ontspanning brengt; wel een contrast met de ongemakken waarop vluchtelingen hun woonplaats verlaten. Zoals die vluchtelingen van de Libië-crisis, waarvan door politici uit Europese landen de vrees is uitgesproken dat ze massaal naar Europa komen. Een erg overtrokken beeld, want de Libiër blijft vooral in een buurland terwijl het merendeel arbeidsmigrant is die met hulp van IOM terug naar huis gaat in Azië of sub-Sahara Afrika. Over arbeidsmigranten gesproken, dat is ook zo’n zwaar aangezet beeld in Nederland. We zien ze als seizoenarbeiders noodzakelijk om de oogst van het land te halen. De aardbeienpluk, het aspergesteken, het bloembollenpellen: stel je voor dat ze er niet waren! Vraag het de tuinders in West-Brabant en Limburg die hun producten anders op het land zien verpieteren. En met een beetje ecologisch bewustzijn is het pleit voor producten van eigen bodem wel te winnen maar dan moet het wel betaalbaar zijn. Daarnaast kent iedereen wel een hardwerkende hulp in de huishouding uit de Filippijnen, de alles aanpakkende klusjesman uit Polen of de superkok van het Thaise restaurant. Dat zijn de welkome migranten met hun menselijk gezicht - en wat als ze geen werkvergunning hebben? Dat raakt een tere snaar: mensen die hard voor hun geld werken om daarmee hun familie thuis te helpen, maar vaak niet met een legaal verblijf in Nederland. Wij willen die producten en diensten kopen en zijn blij met de mensen die dit mogelijk maken. Waarom dan eigenlijk die terughoudendheid om die migranten hier te laten werken? Zoals die tram 9 me even stil liet staan bij het lot van vluchtelingen, zo denk ik bij die aardbeien van de koude Nederlandse grond aan de migrant die zo vaak minachtend gelukzoeker en vreemdeling wordt genoemd.
Joost van der Aalst Chief of Mission IOM in Nederland
2
Inhoud
Migratie Info 17e jaargang, nummer 2
VOORWOORD ‘Migreren doe je niet zomaar. Je doet het omdat je snakt naar verandering’. Met dit citaat begint een serie interviews met migranten in deze uitgave van Migratie Info. Ze vertellen over de aanleiding om te vertrekken, wat ze hebben bereikt of nog hopen te bereiken, moeilijkheden die ze ondervinden, hun idealen en hun toekomst. In zeer uiteenlopende verhalen leest u over gezinshereniging in Nederland, tijdelijke terugkeer om te helpen met de ontwikkeling van het herkomstland en permanente terugkeer met herondersteuning. Verhalen van de asielzoeker die wacht op een verblijfsvergunning, de kennismigrant en iemand die kiest voor de illegaliteit. Ook leest u over domestic workers, over de tweede generatie Indonesiërs in Nederland en over de training ‘Onderneem je eigen toekomst’ voor minderjarige asielzoekers. Persoonlijke impressies van ervaringen, twijfels en perspectieven. Meer verhalen van migranten kunt u lezen op de speciale website die IOM heeft laten maken in verband met het zestigjarige bestaan: http://iom60years.int/voices-of-migrants. De redactie
Inhoudsopgave Houd je droom vast! “Het is zo belangrijk dat een vluchteling zijn droom vasthoudt. Daarom stimuleren wij migranten om de regie weer in eigen hand te nemen en te geloven in de toekomst. Te ontdekken dat de samenleving is geïnteresseerd in wat je kunt en te bieden hebt, en niet in wat je problemen zijn,” zegt acteur en theatermaker Bright O. Richards.
Ethiopische vrouwen worden honingproducent Honingproductie is in Ethiopië een traditionele activiteit. Adviseur Alem Desta: “Het is echt nodig om die te moderniseren. Samen gaan we het productieproces updaten en de honing presenteren op de lokale en internationale markten.” Duitsland heeft al interesse getoond
Schoon genoeg! Francia, Grace, Emmanuel en Lorry zijn ‘domestic workers’. Hun ongenoegen groeit over het ontbreken van de erkenning van dit belangrijke werk en van hun rechten. “Ons beroep moet erkend worden en we hebben een arbeidsvergunning nodig, dan kunnen we ook onze familie bezoeken en weer terugkomen.”
Pagina 2, 3 en 4
Pagina 6 en 7
Pagina 14 en 15
Het gezin is herenigd, en nu? Toen hij in 2009 uit Nepal vluchtte, had hij niet gedacht zijn vrouw en kinderen ooit weer te zien. Nu, twee jaar later, kon Balkrishna Gurung hen opwachten op Schiphol. Het is voor allemaal nog een onwennige situatie.
Tweede generatie als bruggenbouwers Ze zijn goed opgeleid, kinderen van Indonesische ouders in Nederland en nauw betrokken bij hun herkomstland. Daarom werden Putri Gayatri Pertiwi, Wati Chaeron en Aaman Sulchan door IOM gevraagd onderzoek te doen naar geldovermakingen vanuit Nederland naar Indonesië. De opdracht groeide uit tot een eigen bedrijf. “We hebben een enorme toegevoegde waarde voor de relatie tussen beide landen. Want we kennen beide culturen en spreken beide talen”, vertelt Wati Chaeron.
Kennismigrant in het kader van Een Leven Lang Leren “Ik wil laten zien dat migratie nuttig kan zijn, ook voor de ontvangende samenlevingen. Ik geloof dat de samenleving waarin verschillende culturen elkaar ontmoeten en samenwerken van onschatbare waarde is en dat diversiteit in talen, religies en etniciteiten ons leven verrijkt.” Sanja Heric komt uit Slovenië werkt bij IOM in het kader van het EU-programma Leonardo da Vinci.
Pagina 5
Pagina 20 en 21
Pagina 10 en 11
1
Interview
Bright O. Richards
Houd je droom vast!
“Migreren doe je niet zomaar. Je doet het omdat je snakt naar verandering. Daarom trek je door de woestijn en spring je over hekken om hier te komen. En dan? Hoe komt het dat die drive hier doodgaat terwijl je zover bent gekomen? Hoe komt het dat je niet meer gelooft in de zin van je inspanningen? Het is zo belangrijk dat een vluchteling zijn droom vasthoudt. Daarom stimuleren wij migranten om de regie weer in eigen hand te nemen en te geloven in de toekomst. Te ontdekken dat de samenleving is geïnteresseerd in wat je kunt en te bieden hebt, en niet in wat je problemen zijn.”
Bright Richards: “Het is van het allergrootste belang dat de emancipatiedrive van migranten standhoudt.”
2
Acteur en theatermaker Bright O. Richards (1969) ontvluchtte zeventien jaar geleden zijn door burgeroorlog geteisterde vaderland Liberia. Na veel omzwervingen kwam hij in 1993 in Nederland terecht. De beslissing om te vluchten heeft niets te maken met kracht of moed, vertelt hij. “Je vertrekt vanuit de grote zekerheid dat je dood kunt gaan, door kogels, door honger. Je beseft intens dat je mazzel hebt dat je nog leeft. Ik had een eigen televisieprogramma en was goed bekend in Liberia. Maar dat maakt helemaal niets uit; ik heb vrienden zien sneuvelen en bankdirecteuren zien sterven. Het enige wat je wilt is een vrij land, waar je rustig kunt slapen en eten, waar je geen kogels hoort.” Richards vond dat niet in zijn eigen stad en ook niet in het vluchtelingenkamp in zijn eigen land. “Ook daar ben je niet veilig. En in het begin blijf je geloven dat het volgende week wel over is. Als de president is opgepakt is het weer vrede, denk je. Niet dus. Uiteindelijk heeft de oorlog bijna vijftien jaar geduurd. Kijk naar Irak, kijk nu naar de beelden in Libië. Het is voorlopig niet afgelopen.”
Migratie Info 17e jaargang, nummer 2
Eerst eten, dan je familie en dan jezelf Wie vlucht heeft twee doelen doel en dat is veiligheid en eten, vertelt Richards. “Dat blijft lange tijd het enige waar je aan denkt. Ik weet nog dat ik op Schiphol bonnetjes kreeg waarmee ik eten kon halen. Ik kon mijn geluk niet op, ik bleef maar eten halen. Eten is goud, de rest is niet belangrijk.” Na verloop van tijd komt er ruimte om aan andere dingen te denken. Het eerste is dan de zorg voor de familie. “Want je weet in wat voor toestand ze zitten. Zodra je in de opvang twintig euro krijgt, zoek je een manier om tien euro op te sturen. Je wordt een soort sociale dienst van je familie.” Pas daarna kon Richards aan zijn eigen toekomst denken. Aanvankelijk was het overduidelijk. Hij wilde naar de filmacademie vanuit de gedachte om televisiedirecteur in Liberia te worden. Hij huurde een camera, maakte op zijn kamertje in het vluchtelingencentrum een filmpje en stuurde het op. Tot zijn verrassing werd hij aangenomen. Hij miste echter de persoonlijke binding met het werk en stapte over naar de toneelschool. “Studeren hielp me enorm, ik kwam in een andere wereld. Ik moest ‘Op hoop van zegen’ en ‘Gijsbrecht van Amstel’ spelen. Dat was mijn inburgering!” Blijf geloven dat het zin heeft Het is volgens Richards van het allergrootste belang dat de emancipatiedrive van migranten standhoudt. In het vluchtelingencentrum kocht hij een fototoestel en maakte foto’s van hoe vluchtelingen hun toekomst zagen. “Ik heb er altijd op gehamerd. Het zo belangrijk dat je je droom volhoudt, want
de werkelijkheid is verschrikkelijk. Je moet geloven dat het kan.” Dat is precies de kwetsbare factor. Want zo vraagt hij zich af, hoe komt het dat die drive hier doodgaat terwijl mensen zover gekomen zijn. “Het is verschrikkelijk als je niet meer gelooft in de zin van je inspanningen. Weet je, iemand kan zijn handen en benen missen, maar als je geest kapot is, dan ben je niks meer. Dat gebeurt jammer genoeg met veel migranten en je ziet dat ze het opgeven.”
“Een migrant moet met hard werken Albert Heijn kunnen worden.” Jij staat aan het roer Om de neerwaartse spiraal te doorbreken, geeft Richards trainingen, zoals aan alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s). “Ik wil hen een nieuwe impuls geven zodat de droom niet doodgaat. Veel minderjarige vreemdelingen geloven niet dat er iets zal veranderen, wat ze ook doen. Dat moet om. Ik probeer hen te helpen om weer terug te komen in de kracht die ze hadden. Ik probeer te zorgen dat hun droom niet doodgaat en dat ze weer de regie nemen.” Punt is namelijk dat in Nederland anderen beslissingen nemen. Ook bouwt elke organisatie en hulpverlener een dossier op. “Ook dat moet om, de vluchteling moet zijn eigen dossier bouwen en daarmee op pad gaan. Het maakt niet uit als je verschillende kanten op gaat, maar jij staat aan het roer.
In de training laat ik zien dat de inspanning loont, dat er dan mensen zijn die hen willen ondersteunen. De training heet ‘Onderneem in je eigen toekomst’. Want als je niks doet gebeurt er niks.” Dat is volgens Richards een ingewikkeld uitgangspunt voor een migrant die zich machteloos voelt in een vreemde samenleving met wetten en beperkingen. “Het heft in handen nemen is dubbel lastig, want je hebt het eerst uit handen gegeven en gedacht dat het goed kwam met je toekomst. In dat opzicht voelen de amv’s zich enorm bedrogen. Ze konden naar school en dachten na over hun toekomst. Maar op hun 18e stopt alles. Dan zijn ze ineens illegaal. Terwijl hun klasgenoten gaan studeren en inmiddels hun eerste hypotheek hebben afgesloten, kunnen deze jongeren niets. Ze zijn boos en stagneren. Dat draaien we om in ‘waar ben je goed en sterk in’. Je moet zelf het lot in handen nemen, zoals je al die tijd hebt gedaan totdat je in Nederland kwam.” Richards gaf ook trainingen aan ondernemers in migrantenkerken. “Migranten willen allemaal ondernemen. De hele bijbel staat vol migratieverhalen en verhalen van ballingschap. Daar moet je op aansluiten, want op de een of andere manier voelen ze zich geremd. Het bleek zo belangrijk om met hen te vertrekken vanuit hun werkelijkheid. Deze ondernemers bereik je niet met marketingtools. Ze hebben veel meer steun aan hun geloof.” Evenveel kansen voor migranten Daarbij hebben de migranten de houding
3
van de Nederlandse samenleving niet mee. Veel Nederlanders geloven niet in kansen voor migranten. Richards: “Premier Rutte zei: ‘Als je hard werkt kun je burgemeester van Rotterdam worden. Waarom zegt hij niet dat je dan premier van Nederland kan worden? Dat moet haalbaar zijn, net zoals het Obama in de Verenigde Staten is gelukt. Als we daar niet in geloven is er iets mis met hoe wij naar migratie en de migranten kijken. Een migrant moet met hard werken Albert Heijn kunnen worden. Als iemand tegen mij zou zeggen, ‘dat kunnen jouw kinderen niet bereiken’, dan zou ik hem naar de hoogste rechtbank slepen om die mentaliteit aan te vechten.” Het overkwam hem ook zelf toen hij op de toneelschool zat. “Het laatste jaar kwam een docent naar me toe en zei: ‘Ik heb veel respect voor je, maar je zult nooit een Nederlandse acteur worden. Misschien moet je naar Engeland gaan, dat is beter voor jou’. Hij meende het goed, denk ik, maar ik had vier jaar inspanning achter de rug! Ik zei: ‘De samenleving gaat wel wennen aan mijn Nederlands, de samenleving is toch ook gewend aan ‘Máxima-Nederlands’?” Guur klimaat Richards ontving op 9 april 2011 de Compassieprijs 2011. Deze Compassieprijs is een initiatief van het Mozeshuis in Amsterdam, de Doopsgezinden, Remonstranten, Vrijzinnige Protestanten en de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB. Richards kreeg de prijs omdat hij volgens de jury in dit maatschappelijk gure klimaat voor vluchtelingen en migranten ook andere geluiden laat klinken, namelijk over de kracht van deze
4
mensen, die onze samenleving nieuwe impulsen kunnen geven. Hij deed het onder andere door het door hemzelf geregisseerde stuk ‘As I Left My Father’s House’. Het is een hartverscheurend vluchtverhaal dat op waarheid is gebaseerd. Teksten geïnspireerd op de bijbel, de koran en de tenach lopen samen op met persoonlijke geschiedenissen van vluchtelingen. Het gaat over de gevaren op de vluchtweg en de pijn van verlies, over de onbekendheid in het vreemde landschap, het gevaar vlak om de hoek en de eenzaamheid. Maar ook over nieuwe vergezichten, hoop, het begin van vernieuwing en de kracht van liefde.
“De samenleving is ook gewend aan het ‘MáximaNederlands’ ” “Ik was echt volkomen verrast en heel erg blij met deze prijs. Ik zocht een antwoord op de multireligieuze uitdaging waar de Nederlandse samenleving voor staat. We zijn nu op een punt waarin diverse vormen van civilisatie elkaar ontmoeten, voornamelijk de islamitische en christelijke beschavingen. Ik wilde vanuit mijn vakgebied de dialoog stimuleren en dat deed ik met deze voorstellingen in moskeeën, kerken en synagogen.” Kansen krijgen en benutten Richards concludeert dat je als vluchteling moet overleven op een plek waar mensen jou niet graag willen hebben, waar ze liever
zien dat je vertrekt. “Je bent er gekomen zonder uitnodiging en jij wilt er zijn, voor jezelf. Je weet het, jij wil leven en opnieuw bouwen, een goed leven hebben, maar niemand wil jou.” Hij beseft maar al te goed dat het gaat om kansen krijgen en benutten. “Ik ben wie ik ben dankzij veel mensen in deze samenleving die in mij geloven en mij een kans gegeven hebben. We moeten migranten kansen geven en migranten moeten het met beide handen pakken.” Als hij de Nederlandse samenleving, de mensen in de straat een advies mocht geven, zou hij namens alle migranten zeggen: “Ondersteun me in mijn droom, en probeer niet steeds te zoeken hoe je mijn droom kunt afpakken. Want ik heb een potentie en ik zal jullie trots maken in de toekomst.” –
IOM
Migratie Info 17e jaargang, nummer 2
Een nieuw leven in Nederland
Het gezin is herenigd, en nu? Nu Balkrishna Gurung en zijn vrouw en kinderen zijn herenigd hopen ze dat ze snel een huis krijgen en bij elkaar kunnen wonen.
Toen hij in 2009 uit Nepal vluchtte, had hij niet gedacht zijn vrouw en kinderen ooit weer te zien. Nu, twee jaar later, kon Balkrishna Gurung hen opwachten op Schiphol. Hopelijk kunnen ze binnenkort bij elkaar wonen in een huis met voldoende ruimte. Hoe het dan verder gaat weten ze nog niet. Het is voor allemaal nog een onwennige situatie. De 28-jarige Balkrishna Gurung vluchtte uit Nepal vanwege de maoïstische rebellen. Hij had geen idee waar hij heen ging. ‘We nemen je mee waar de mensenrechten goed zijn’ zei de reisorganisatie. Met nog enkele vluchtelingen vloog hij uit India naar Brussel. Vandaar werd hij met een auto naar Schiphol gebracht. “Toen pas wist ik dat ik in Nederland was, ik had er nog nooit van gehoord.” Hij meldde zich bij de politie op Schiphol en kreeg een ticket naar Ter Apel. Hij was dolgelukkig dat hij veilig was, maar hij had zich nog nooit zo eenzaam gevoeld. Na de intake en overplaatsing naar Gilze kreeg hij in 2010 de verblijfsvergunning. Sinds september
2010 woont hij in een flat in Hoofddorp. Tot zijn verbazing hoorde hij van VluchtelingenWerk Nederland (VWN) dat hij recht had op hereniging met zijn vrouw en twee kinderen. “Ik wist echt niet dat het kon en was zeer verrast. We hadden eigenlijk afscheid genomen voor de rest van ons leven. Mijn vrouw heeft dan ook geaarzeld of ze het wel zou doen, die hereniging. Maar we hebben het vooral voor de kinderen gedaan. Ze kwamen in maart 2011 aan op Schiphol waar ik ze ’s morgens heb opgewacht. Hoe moet ik het zeggen, het was geweldig. Ik was echt heel blij om mijn kinderen te zien, ze zijn nu zeven en drieëneenhalf jaar en ik had ze sinds april 2009 niet gezien. We zijn eerst met elkaar hier naar mijn flat gegaan om uit te rusten en de volgende dag gingen ze naar Ter Apel. Na het interview daar zijn ze naar het AZC in Dronten gegaan. Daar blijven ze totdat er een huis is gevonden dat groot genoeg is.” Onduidelijke toekomst Balkrishna Gurung werkt inmiddels hard aan zijn integratie. Hij volgt Nederlandse les en cursussen bij het ROC Amsterdam en met zijn expertise in onderhoud en reparatie van computers doet hij vrijwilligerswerk bij Roads Online Computer Project, onderdeel van Arkin. “Het zijn heel aardige collega’s daar en ze helpen me ook bij de Nederlandse taal. VWN heeft me met die organisatie in contact gebracht, ik doe het graag en vind
het fijn om bezig te zijn.” Nu zijn vrouw en kinderen in Nederland zijn, ziet zijn toekomst er anders uit. Hoe, dat weet hij nog niet. Hij heeft er nog niet met zijn vrouw over gesproken. “Er zijn zoveel dingen gebeurd, ik kan nog geen plannen maken. Ik ga afwachten, ik schuif het voor me uit. Ik heb gelukkig veel hulp van mijn contactpersoon bij VWN, en ik blijf positief.” Gurung gaat een paar keer per week naar Dronten. “De kinderen waren eerst wat onwennig, maar toen hebben we wat speelgoed gekocht en het gaat steeds beter. Elke keer als ik in Dronten ben, zeggen ze ‘blijf nou hier’. En als ze hier in Hoofddorp zijn, dan willen ze niet meer weg. Maar dat kan niet. Ik hoop dat we snel een huis krijgen.” Hulp bij elke stap De rol van VWN was en is erg belangrijk voor Balkrishna Gurung. “Ze hebben me enorm geholpen. Zonder hen had ik geen gezinshereniging gehad, had ik niet geweten hoe hier te leven, had ik geen huis gehad, had ik de Nederlandse post niet kunnen begrijpen en had ik het vrijwilligerswerk niet gevonden. Zonder hen had ik dit allemaal niet kunnen doen.” Dat geldt ook voor IOM. “IOM hielp mijn vrouw en kinderen bij een veilige reis. Het was voor hen gemakkelijker omdat IOM hen bij elke stap in de reis hielp totdat ik hen kon opvangen. Voor die tijd heeft IOM ook een vitale rol gespeeld in mijn gezinshereniging. Ik bedank de IND, VWN en IOM voor het geven van dit nieuwe leven.” –
5
IOM
Dankzij de diaspora in Nederland
Ethiopische vrouwen worden honingproducent Dat Ethiopische vrouwen dankzij de honingproductie en -handel een inkomen hebben en hun kinderen schoon en netjes naar school kunnen gaan. Alem Desta ziet het al voor zich en naar verwachting hoeft dat niet zo lang meer te duren. De bouw van het trainingscentrum is bijna klaar. De vrouwen die de trainingen gaan geven worden binnenkort geschoold en dan begint het opleiden van vrouwen in de productie van honing. Na de training krijgen ze een starterskit inclusief de bijenkoningin en kunnen ze starten. De eerste importeur heeft zich al gemeld. In Duitsland. De Ethiopische Alem Desta is ongeveer dertig jaar in Nederland en is beleidsadviseur bij Vluchtelingenorganisaties Nederland. Ter gelegenheid van het Ethiopische millenniumjaar 2007 schreef ze het boek Candace: Invisible Women of Ethiopia. Daarin beschrijft ze een aantal Ethiopische vrouwen die een rol speelden en spelen in de culturele ontwikkeling van het land. Over hun rol in de geschiedenis, hun doorzettingsvermogen, over hun ontwikkeling en noem maar op. Desta deed dat vanuit de Stichting Ethiopië Millennium, SEM (nu Stichting Ethiopië Morgen geheten). SEM is een projectenorganisatie en is actief op het gebied van milieu, gender, handel en koffie en cultuur. SEM werkt aan ontmoetingen tussen Ethiopiërs en Ethiopiëvrienden in Nederland. “Het is opvallend hoeveel kennis over de Ethiopische vrouwen verloren is gegaan. Hun historie is gewoon niet gedocumenteerd, terwijl ze zelfs lange tijd het land bestuurd hebben. Ik vond dat alle jonge vrouwen dit moesten weten en besloot de geschiedenis te beschrijven”, vertelt Desta. Tegelijkertijd vond ze dat de huidige generatie vrouwen
6
meer kansen moest krijgen. Veel vrouwen zijn arm en worden vaak slecht behandeld. Wie geen kans krijgt om als bediende te werken, komt vaak gedwongen in de prostitutie terecht. Desta kwam op het idee om ter plaatse een trainingscentrum te starten voor deze jonge meiden en vrouwen om te voorkomen dat ze in die armoede terecht zouden komen. Toen ze bij de presentatie van haar boek op diverse plaatsen in Ethiopië de honing in de regio Hawzien ontdekte, ontstond het idee die twee feiten aan elkaar te koppelen. “De vrouwen zijn er en de honing is er. Alleen moeten ze leren hoe je de honing goed produceert, verpakt en verkoopt, in de regio, in het land en in de wereld.” Productieproces updaten Honingproductie is in Ethiopië een traditionele activiteit die overgaat van generatie op generatie. De mensen hebben veel verstand van de productie ervan, alleen is de werkwijze sterk verouderd. “Het is echt nodig om die te moderniseren en de verpakking te verbeteren. Dat is wat we gaan toevoegen, in combinatie met het verhogen van de productie. Kortom we gaan niets nieuws introduceren, maar we
gaan een prachtig productieproces updaten en de honing presenteren op de lokale en internationale markten.” Desta schreef plannen en de voorstellen werden steeds concreter. “Het trainingscentrum moest vooral van en voor de vrouwen zijn, zonder hoge drempels want onderwijs volgen was voor hen volkomen nieuw. Het moest veilig en bereikbaar zijn, en er moest ruimte zijn om met elkaar te praten over hun zorgen, de opvoeding en dergelijke.”Opzet is dat er steeds een groep van 25 vrouwen wordt getraind. Na de scholing krijgen ze een starterskit, met alles wat nodig is om thuis de honing te produceren: kleding, handschoenen, bijenkorven en een bijenkoningin. Alem Desta was net op tijd met het indienen van de subsidieaanvraag voor het trainingscentrum. Ze kreeg als een van de laatsten subsidie van de Nationale Commissie voor internationale samenwerking en Duurzame Ontwikkeling, NCDO. Gelukkig was ook Oxfam Novib bereid te investeren en komt er een kleine cafetaria, zodat de vrouwen er ook koffie, thee en een lunch kunnen
Migratie Info 17e jaargang, nummer 2
Het honingproductieproject is opgezet samen met de Hawzien Women’s Association. Alem Desta temidden van twee vertegenwoordigers van HWA in Ethiopië.
gebruiken. Inmiddels is het gebouw bijna klaar en werkt Desta aan de trainingssyllabus, waarbij ze dankbaar gebruikmaakt van de ondersteuning van IOM. In juni start de opleiding van vijf vrouwen die de trainingen gaan geven. “Deze vrouwen zijn geselecteerd door de vrouwenorganisatie waar we mee werken, ze kunnen schrijven en lezen, ook in het Engels.” Hoe het plan zich verder ontwikkelt? Desta waagt zich niet aan voorspellingen. “Om eerlijk te zijn, de dingen overkomen me als het ware. De werkelijkheid is sneller dan de plannen.” Ze legt uit wat haar overkwam tijdens een bezoek voor haar werk aan Slovenië. “Tot mijn grote verrassing zat naast het hotel waar ik verbleef de enige honingproducent in Slovenië. Hij heeft me heel veel verteld en ik kreeg zelfs een training om kaarsen te maken. Heel simpel, met siliconemodellen, zodat de kaars niet breekt als je het los maakt. Ik zag dat hij vijftien korven op één plaats heeft staan. Dus de vrouwen kunnen veel meer honing produceren op één plaats dan we dachten en we kunnen eerder met de kaarsenproductie aan de slag. Het is zo makkelijk, ik ben echt blij dat ik het heb geleerd.” Zelfs over de verkoop van de honing hoeft Desta zich geen zorgen te maken. “Ik heb al een koper in Duitsland. Het is een voedselketen die nu al Ethiopische honingwijn koopt. Als de honing van de vrouwen goed is, beloofde hij, dan wordt hij een goede afnemer. Ik weet zeker dat ik ook hier in Nederland voldoende contacten heb om de honing hier in de verkoop te krijgen.”
Alem Desta: “Ik merk hoe zinvol het is en hoe blij mensen zijn dat je mee zoekt naar mogelijkheden.”
Diaspora speelt grote rol Desta is enthousiast. De plannen komen van de grond en de support is groot. Het sterkt haar in de overtuiging dat de diaspora een grote rol kan spelen voor het herkomstland. Het zou beter zijn als ontwikkelingsgelden via de diaspora ingezet zouden worden. “Ik denk het wel, omdat je de diaspora dan nog meer stimuleert om bij te dragen aan de ontwikkeling van hun land. Ik merk hoe zinvol het is, hoe zichtbaar het is en hoe blij mensen zijn dat je mee zoekt naar mogelijkheden.” De toegevoegde waarde van Desta als Ethiopische vrouw is groot. “Ik ken Ethiopië
en ik ken Nederland. Ik weet wat er gebeurt, ik kan meedenken met de vrouwen in Ethiopië. Je kunt mensen en kennis daar en hier benutten. Je kunt een goede bruggenbouwer zijn.” Wie iets wil ondernemen moet klein beginnen, adviseert ze, want het groeit vanzelf. Ze is ervan overtuigd dat het lukt, ook haar droom. “Ik weet zeker dat de honingexport naar Europa op gang komt. Dat veel vrouwen sterker worden, dat hun kinderen goed gekleed en gevoed naar school kunnen. Dat is mijn droom en die wordt werkelijkheid!” –
7
IOM
Diaconaal Centrum Pauluskerk
“Sjanie van de Pauluskerk is mijn alles” De Pauluskerk: voor veel mensen een laatste strohalm
Het Diaconaal Centrum Pauluskerk helpt mensen zonder verblijfsvergunning en biedt medische hulp aan onverzekerden. In sommige gevallen is er ook financiële ondersteuning en onderdak. Het Open Huis is een belangrijke pijler van het werk. Het is een moderne herberg, een laagdrempelige opvang voor iedereen, voor jong en oud. Ook de 57-jarige Surinamer Lautan R. komt er dagelijks. In 2001 kwam hij met hoge verwachtingen naar Nederland. Nu is hij een teleurgesteld man. Lautan werkte ooit in het Krashnapolsky Hotel in Paramaribo en vervolgens lange tijd als salesman bij beheersmaatschappij H.J. de Vries in Paramaribo. Toen Bouterse echter de macht over het land overnam en alle invoer stopzette, raakt Lautan zijn baan kwijt. Zijn vrouw vertrok en nam de kinderen mee. Het ging mis met Lautan en hij leidde een aantal jaar een zwervend bestaan. Tot hij een nieuwe vrouw ontmoette, die hem vroeg mee te komen naar Nederland. “Toen brak echt een gelukkige tijd aan. We hebben zeven jaar samengewoond in Rotterdam. Ik ben
8
nooit meer naar Suriname teruggegaan. Het leven was goed, we deden alles voor elkaar.” Er komt een abrupt einde aan zijn geluk als zijn vriendin in 2007 volkomen onverwachts overlijdt tijdens een korte vakantie in Suriname. Het betekent een groot verlies voor Lautan, die bovendien weer in de problemen komt. “Ik kon de huur niet meer betalen en toen ben ik weer op straat gaan zwerven. Zodoende ben ik ook hier bij de Pauluskerk gekomen.” Voor veel mensen is de Pauluskerk een laatste strohalm, een plek voor hen die elders een nul op het rekest kregen. Ook voor Lautan. Hij voelt zich alleen op de wereld, hij heeft geen familie meer. Zijn moeder kon niet lezen en schrijven, zijn vader was alcoholist en hij is opgegroeid in een internaat. Met zijn geestelijke gezondheid gaat het niet goed. Hij krijgt medicijnen van het Riagg, slaapt slecht en hoort stemmen. Binnenkort moet hij geopereerd worden aan een zenuw in zijn rechterhand. Hij is dan ook heel blij met de Pauluskerk. “Ik heb in feite hier een familieverband. Ik moet onder de mensen zijn, want ik vind het leven moeilijk. Een keer heb ik zoveel medicijnen ingenomen dat ik in het ziekenhuis gespoeld moest worden. Ik had gedacht mijn leven hier te kunnen maken, maar ik zie eigenlijk geen toekomst meer.” Het ging steeds weer mis. Eerder kreeg Lautan een verblijfsvergunning op medische grondslag. Die heeft hij laten verlopen omdat
hij geen geld had om deze te verlengen. Zijn nieuwe raadsvrouw gaat het nu opnieuw aanvragen. Ook in de periode dat hij met zijn vriendin samenwoonde, dacht hij dat het goed geregeld was. “We dachten dat als je je vijf jaar goed gedraagt en onafgebroken in Nederland hebt gewoond, je een naturalisatie kon aanvragen. Maar toen bleek dat we ons niet hadden ingeschreven en dus konden we niet aantonen dat we hier hadden gewoond.” Dankzij Sjanie Middelkoop van de Pauluskerk heeft hij nu een kamer. “Sjanie is mijn moeder, ze doet voor de bezoekers hier wat ze kan. Ze moedigt je aan als je het niet meer ziet zitten. Ik spreek haar elke week, ik krijg twintig euro zakgeld en met mijn activiteiten bij de NAS (Nico Adriaan Stichting/Kouwenburg) ‘verdien’ ik vijftien euro bij.” De NAS is een organisatie die zich met vrijwilligers en professionele krachten onder andere inzet voor dak- en thuisloze en verslaafde mensen. Lautan helpt er in de keuken en bij activiteiten. “Ik hoop dat ik verblijf kan krijgen op medische gronden. Als dat lukt, ja dan heb ik een goed leven. Ik moet ik me natuurlijk goed gedragen maar dat doe ik nu ook. Ik wil er best iets voor terugdoen, net zoals ik toen deed met het vegen van de straat. Maar ik ga niet terug naar Suriname. Dan stop ik liever met mijn leven. Ik zit al in de penarie. Ik ben nu 57 jaar. Mijn gezondheid is slecht, ik eet niet goed, ik pieker te veel en heb last van mijn lijf. Dus hoe lang heb ik nog te leven?” –
IOM
Migratie Info 17e jaargang, nummer 2
Bakkerij en greenhouse met herintegratieondersteuning
Beide zonen kwamen terug
De familie Palashvili was blij met de assistentie van IOM in Tblisi. Met de bakkerij en de renovatiewerkzaamheden is de familie in verzekerd van een bescheiden inkomen.
De 21-jarige Vakhtang Palashvili kwam in 2010 naar Nederland. Eerder had hij een asielverzoek in Polen ingediend en inmiddels was duidelijk dat hij niet in Nederland kon blijven. Tijdens de intake bij IOM bleek dat hij in Nederland geregistreerd stond als alleenstaande minderjarige vreemdeling. Hij gaf aan dat hij liever naar huis terug wilde in plaats van te worden teruggestuurd naar Polen. Voordat zijn Dublinclaim zou worden geaccepteerd door Polen, kon hij namelijk nog deelnemen aan een specifiek IOM-project. Daarmee konden uitgeprocedeerde asielzoekers een ‘in kind’-ondersteuning krijgen van €1.750 in negen landen van herkomst: Angola, Armenië, Colombia, Ethiopië, Georgië, Tanzania, Soedan, Sri Lanka en Uganda. Omdat V. zijn reisdocument kwijt was, kreeg hij van IOM een brief mee met het verzoek om een spoed-reisdocument. Op 1 september
ontving Vakhtang bericht van de Dienst Terugkeer & Vertrek dat zijn vlucht naar Polen was gepland. Alleen als IOM voor die tijd een vlucht kon boeken was het hem toegestaan om met IOM terug te keren. Op 13 september reisde hij terug naar Georgië. Toekomstplannen Terwijl Vakhtang voor zijn vertrek nog van plan was zakenpartner te worden in het motorbedrijf van een vriend, bedacht hij zich toen hij weer bij zijn familie was. Hij besloot een bakkerij te beginnen om het speciale Georgische brood ‘lavash’ te bakken. Van zijn herintegratiebijdrage kocht hij bouwmaterialen en betaalde hij een aannemer. Van het resterende geld kocht hij de ingrediënten om brood te bakken. IOM-medewerkster Adrienne de Vries zocht hem op en vertelt: “Vakhtang zelf was niet
aanwezig, maar we werden hartelijk ontvangen door zijn 24-jarige broer Giorgi, zijn vader en moeder en andere relaties in de bakkerij, die was gebouwd in het huis van de familie Palashvili. We kregen te eten van het heerlijke ‘lavash’ brood en een heerlijk glas zelfgemaakte wijn. Hun moeder vertelde me dat haar beide zoons afzonderlijk hun thuis hadden verlaten zonder hun plannen met haar te bespreken. Toen ik Giorgi vroeg waarom hij had besloten om naar Nederland te gaan bleek daar geen specifieke reden voor. Hij was ontslagen als conducteur bij de spoorwegen en besloot naar Europa te reizen en vooral Nederland en Duitsland te bezoeken. Terug naar huis Giorgi bezocht onafhankelijk van zijn broer een andere IOM locatie in Tilburg en keerde een maand eerder terug dan zijn jongere broer Vakhtang. Ook hij had van DT&V bericht gekregen dat ze hem naar Polen zouden terugsturen. Hij slaagde er in voor die tijd met IOM terug te keren naar huis. Giorgi kon maar moeilijk geloven dat hij inderdaad de beloofde herondersteuningsbijdrage zou ontvangen van IOM in Tblisi. Met zijn bijdrage kocht hij materialen waaronder planken om de tuinkas op te knappen. Vanwege de strenge winter is het er niet van gekomen om met de opknapwerkzaamheden te beginnen. Met het resterende budget wil hij een timmerman inhuren die hem kan helpen met het houtwerk voor de kas. –
9
IOM
Samenwerking tussen Nederland en Indonesië
Tweede generatie als bruggenbouwers Ze zijn goed opgeleid, kinderen van Indonesische ouders in Nederland en nauw betrokken bij hun herkomstland. Daarom werden Putri Gayatri Pertiwi, Wati Chaeron en Aaman Sulchan gevraagd te helpen bij een onderzoek van IOM naar geldovermakingen vanuit Nederland naar Indonesië. De opdracht groeide uit tot een eigen bedrijf. “We hebben een toegevoegde waarde voor de relatie tussen beide landen. Want we kennen beide culturen en spreken beide talen”, vertelt Wati Chaeron. Het begon met het verzoek van Farida van Bommel-Pattisahusiwa, oprichtster van Vrouwen voor Vrede in de Molukken (VvVM). VvVM is onderdeel van de DFD, Diaspora Forum for Development, waar meer dan veertig diaspora-organisaties en netwerken uit meer dan dertig landen in Afrika, LatijnsAmerika en Azië deel van uitmaken. “Tante Farida kreeg de vraag of ze iemand wist om het onderzoek naar geldovermakingen uit te voeren. Omdat men elkaar binnen de Indonesische gemeenschap behoorlijk goed kent, dacht ze aan ons”, vertelt Chaeron. “Het ging om een onderzoek in opdracht van IOM op de Filippijnen en in Indonesië naar de mogelijkheden van de diaspora om iets te doen voor hun herkomstland. Tijdens het onderzoek, eind 2008 en begin 2009, ontpopten de drie onderzoekers zich als serieuze partners. “We werden uitgenodigd voor de presentatie van het onderzoek in Djakarta en zaten daar tussen werkgevers, overheidsvertegenwoordigers, banken en dergelijke. Vervolgens werden we gevraagd om een Focus Groep Discussion te organiseren voor de Indonesische gemeenschap in Nederland en kwamen we in contact met IOM in Nederland.” De kennis, mogelijkheden en energie van
10
de tweede generatie werden zichtbaar. In plaats van in te gaan op de vele verzoeken om een diasporaorganisatie op te richten, bedachten ze een nog grotere droom. “We besloten een commercieel bedrijf op te richten met betrekking tot Oost-West relaties. In april 2009 hebben we Emic Research opgericht. Emic betekent ‘cultuur van binnenuit.” Emic Research verricht voornamelijk onderzoek en training met betrekking tot de diaspora en de relatie tussen Oost en West. Het aantal opdrachten groeit. Er ligt een verzoek voor een data-analyse van de vragenlijsten die zijn ingevuld door bezoekers van de afgelopen Pasar Malam (nu: Tong Tong Fair) in Den Haag. In opdracht van een exportbedrijf van nootmuskaat uit de Molukken werkt Emic aan een informatiepakket over het belang van een biologisch certificaat. We hebben elkaar veel te bieden Putri Gayatri Pertiwi studeerde antropologie, Aaman Sulchan behaalde zijn master in Human Geography and Urban Planning en Wati Chaeron behaalde haar master in Micro Electronics. Ze kennen elkaar van de Indonesische moslimgemeenschap in
Nederland. Ze kregen eenzelfde tweetalige opvoeding. Alledrie hebben voorlopig nog een parttimebaan naast de onderneming, maar hopen er over niet al te lange tijd een volledig salaris uit te krijgen. Met Emir Research willen ze bijdragen aan een betere balans en een duurzaam samenwerkingsverband tussen Oost en West, vooralsnog vooral tussen Indonesië en Nederland. “We willen meer begrip kweken tussen Indonesiërs en Nederlanders, want ze hebben elkaar veel te bieden. Het Oosten heeft veel grondstoffen, specerijen, goud en dergelijke en Nederland is groot geworden dankzij die exotische grondstoffen.” Wati en haar partners merken dat de aandacht van diaspora voor de ontwikkeling van het herkomstland groeit. “Ik zie dat de Indonesiërs actief zoeken naar wat ze kunnen doen. Als je familie ziek is geef je eten, kleding of geld, het maakt niet uit. Als er iets gebeurt in Indonesië dan zie je solidariteit. Ook al leef je ver uit elkaar, die saamhorigheid is er gewoon. Kracht van de diaspora Die solidariteit is mogelijk dankzij de infrastructuur die Nederland aan de migranten biedt. Chaeron: “De hulp uit Nederland tijdens de tsunami was mogelijk dankzij de
Migratie Info 17e jaargang, nummer 2
Wati Chaeron, (tweede van links), Putri Gayatri Pertiwi (derde van links) en Aaman Sulchan (vierde van rechts, staand) tijdens een Focus Discussion Group in de Indonesische ambassade in Den Haag.
faciliteiten van de Nederlandse overheid. In Nederland is het heel goed verzorgd en daardoor kunnen we iets betekenen voor ons land.” Het is uiteindelijk belangrijker dan ontwikkelingshulp, vindt ze. “Het is van grote waarde als je je land kunt helpen zonder afhankelijk te zijn van een ontwikkelingsinstelling die stelt hoe het moet en die denkt te weten wat het beste is. De diaspora kan daar een grote bijdrage aan leveren. We komen nu vaak in Indonesië om er zaken te doen, je ontmoet mensen uit alle lagen van de bevolking, boeren, overheden, banken en noem maar op. Dan weet je wat er leeft. En doordat jede taal en cultuur begrijpt, kun je tevens makkelijker naar oplossingen voor problemen zoeken. ”
Positieve rol Indonesische gemeenschap Ook merken ze dat het belangrijk is om de Indonesische gemeenschap in Nederland goed te organiseren. “Inmiddels is, met goede adviezen van IOM, het Platform Indonesische Diaspora opgericht. We moeten wel, want we hebben de indruk dat de Nederlandse overheid vindt dat de Indonesische migranten in Nederland het goed hebben. De overheid ziet niet veel redenen om onze gemeenschap financieel bij te staan zoals bijvoorbeeld Afghanen en Afrikanen. We zijn dus geen zorgenkindje en dat is goed. Maar er zijn nog veel ontwikkelingspunten voor Indonesië. Daarom willen we de krachten bundelen en subsidie vragen om daaraan te werken. Het Platform is er mede om de aandacht te vestigen op de positieve
rol die de Indonesische gemeenschap in Nederland kan spelen bij de ontwikkeling in Indonesië.” Opgroeien in twee culturen heeft grote voordelen, vindt Chaeron. “Ik vind dat je moet leren van de positieve kanten van beide culturen. Haal eruit wat je kunt gebruiken. Daarom heb ik nu het voorrecht om zaken te doen voor zowel Nederland als voor Indonesië. Dat is fantastisch. Ik zeg tegen alle mensen van de tweede generatie: benut die unieke positie.” –
11
IOM
Culturele oriëntatietraining
Wennen in Nederland
De oriëntatietraining bereidt de vluchtelingen voor op hun komst naar Nederland.”
de komst van een vluchteling, starten wij met de training. Het is een driedaagse oriëntatietraining die de vluchtelingen van informatie voorziet over het leven in Nederland zodat zij zich een zo goed mogelijk beeld kunnen vormen van wat hen te wachten staat als zij eenmaal in Nederland zijn gearriveerd.”
Sinds kort hebben ze een eigen huis. De kinderen zitten op school en nu staan John en Belinda te popelen om de Nederlandse taal te leren. Dan kunnen ze een baan gaan zoeken en daarmee lijken alle ingrediënten voor een goede integratie in Nederland aanwezig. Het is de afronding van een lange weg sinds ze in 2001 uit Rwanda naar Zuid-Afrika vluchtten. Het mondde uit in hun komst naar Nederland als uitgenodigde vluchteling in oktober 2010. Na de eerste opvang door IOM verbleven ze tot medio maart 2011 in de opvanglocatie van het COA in Leersum. Daar zijn de meeste zaken geregeld, zoals medisch onderzoek en onderwijs voor de kinderen en heeft het gezin een preintegratie-programma gevolgd. Nu wonen ze in Utrecht en zorgt de gemeente voor een integratieprogramma. Anushka Abeyratne is bij IOM nauw betrokken bij het project voor Culturele Oriëntatietrainingen. Deze trainingen zijn bedoeld om vluchtelingen, die op voordracht van de UNHCR (Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen) worden uitgenodigd, voor te bereiden op hun komst naar Nederland. Zodra de Nederlandse IND akkoord gaat met
12
In het kader van een publicatie over de trainingen sprak Anushka ook met John en Belinda. Anuhska ontmoet hen drie dagen nadat ze hun intrek hebben genomen in hun nieuwe huis. Ze zijn inmiddels een maand of vijf in Nederland. De drie kinderen gaan naar school, ze leren Nederlands en hebben het naar hun zin. “Het zijn gemotiveerde mensen”, vertelt Anushka. “Ze popelen om de Nederlandse taal te gaan leren, want ze beseffen dat ze daarna pas werk kunnen gaan zoeken en kunnen integreren. De taal is hun belangrijkste prioriteit. Verder hebben ze een leuk appartement. De meubels zijn deels betaald door de gemeente Utrecht en deels gegeven door leden van de kerk waar ze deel van uitmaken.” Ze doen het goed voor zover je het kunt verwachten, concludeert Anushka: “Het gezin is blij met de kerkgemeenschap waar ze zich bij hebben aangesloten. Ook hebben ze vriendschappen gesloten in de opvanglocatie in Leersum. Ze zoeken uit hoe het werkt in Nederland, ze wonen vlak bij een supermarkt en dat vinden ze prettig. Ze zitten er vooral mee dat ze de taal heel snel willen leren. Dat is echt een uitdaging.”
Volgens Anushka zijn John en Belinda best gelukkig. “Ze zijn blij dat de kinderen het naar hun zin hebben, onderwijs volgen en in contact komen met kinderen van verschillende nationaliteiten. Het is nog een jong gezin en ze hebben veel zin in een toekomst met een baan. Hij is onderwijzer, zij is sociaal werkster.” Maar het vraagt veel om alle nare ervaringen los te laten en zich te richten op de nieuwe toekomst. Ze zijn onzeker, merkt Anushka. “Ze hadden graag gezien dat de maatschappelijk werkers wat vaker kwamen om hen te ondersteunen. Het is in Nederland veiliger, zonder twijfel. Maar ze weten niet zeker of ze het goed doen en hopen op iets meer begeleiding om er zeker van te zijn dat hun integratie de juiste kant op gaat en dat ze goed geïnformeerd zijn. Het zijn heel serieuze en bescheiden mensen, met een sterke drive om verder te komen.” Na de gesprekken ziet Anushka wat punten ter verbetering van de culturele oriëntatie in het land waar de vluchtelingen vandaan komen. “We gaan de informatie uitbreiden met meer details over het vinden van werk, over onderwijs voor kinderen en voor volwassenen, over het vinden van huisvesting en de procedures. Dat zijn zaken die meer uitleg kunnen gebruiken. Vooral belangrijk is hoe ze instanties kunnen benaderen en wat ze er van kunnen verwachten.” –
Interview
Migratie Info 17e jaargang, nummer 2
Rebecca Pabon, FNV-bondgenoten
Schoon genoeg!
Francia, Grace, Emmanuel en Lorry zijn ‘domestic workers’. Professionele schoonmakers wel te verstaan. Ze kwamen uit vrije wil naar Nederland en hebben het vak bewust (zij het soms genoodzaakt door werkeloosheid) gekozen. Meer dan tien uur werken per dag is geen uitzondering. Ze doen vrijwel alles in huis als de mensen naar hun werk zijn, op een paar zaken na, zoals het uitlaten van de hond. Ze zijn er trots op. “We doen het werk met plezier. Het is verantwoordelijk werk, we hebben een belangrijke positie en mensen kunnen eigenlijk niet zonder ons.” Maar tegelijkertijd groeit hun ongenoegen over het ontbreken van de erkenning van dit belangrijke werk en van hun rechten. “Het moet gezien worden als werk en niet als hulp. We gaan maar door en je denkt er niet bij na dat je ziek kunt worden. Dan moet je toch naar de dokter of tandarts kunnen en verzekerd zijn. Ons beroep moet erkend worden en we hebben een arbeidsvergunning nodig, dan kunnen we ook onze familie bezoeken en weer terugkomen.” Met die conclusie werken de vier domestic workers mee aan de FNV-campagne ‘Schoon Genoeg’. Want de schoonmakers zijn het zat, vertelt Rebecca Pabon van FNV Bondgenoten. Ze coördineert de campagne die opkomt voor de rechten van de domestic workers, zowel in het bedrijfsleven als bij particulieren. Doel van de campagne is erkenning van de arbeidsrechten. “Het feit dat de werknemers in deze branche geen rechtsbescherming hebben, dan kan niet langer. Het wordt niet gezien als regulier werk, de arbeidsrechten worden niet erkend en de kans op uitbuiting is groot. Er wordt op hen neergekeken, terwijl ze juist zo’n belangrijke economische bijdrage leveren.” Pabon wil eerst een groot misverstand uit de wereld helpen. “Veel mensen denken dat ongedocumenteerde domestic workers slachtoffer zijn van mensenhandel. Dat is
niet zo. Onze ervaring is dat velen individueel de keus maken om naar Nederland te migreren om er te werken als domestic worker. Vaak komen ze met hun werkgever mee, bijvoorbeeld met een diplomaat of een rijke familie om hier te het huishouden te runnen. Ze zijn dus geen slachtoffer, ze namen zelf de beslissing.” Dat neemt niet weg dat er sprake kan zijn van uitbuiting en afhankelijkheid. “Vaak zie je dat de verblijfsvergunning van een domestic worker op een ambassade is gekoppeld aan die van de werkgever. Dat betekent dat, als je je werk kwijtraakt, je ook je status verliest en dus als ongedocumenteerde in Nederland bent. Bovendien zie je vaak dat mensen die bij een diplomaat of ambassade schoonmaken, daar ook in huis wonen. Dan is de afhankelijkheid nog groter. Daarmee ontstaan situaties die snel tot misbruik kunnen leiden.”
Belabberde werkomstandigheden Pabon vindt de arbeidsomstandigheden belabberd. Vaak hebben mensen geen contract, geen vakantiedagen of ziekteverlof en geen zekerheid over de betaling. Het werk wordt niet gezien als daadwerkelijke arbeid. Daarom is in het kader van de campagne onlangs een petitie ingediend bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met een pleidooi voor arbeidsrechten van domestic workers. Pabon: “Helaas zonder succes. Het ministerie zag geen reden om de wet op dit punt te veranderen. Dat verbaast ons, want Nederland toont zich warm voorstander van de plannen van de Internationale Labour Organization voor het opstellen van een conventie ten aanzien van de rechten van domestic workers.” Gelukkig houdt de Tweede Kamer nog een overleg over de arbeidsrechtelijke positie
13
Rebecca Pabon van FNV Bondgenoten: “Domestic work wordt niet gezien als regulier werk en de kans op uitbuiting is groot.”
van domestic workers. Daar is nogmaals de kans om duidelijk te maken dat het echt werk is. Pabon is blij met de steun uit de Tweede Kamer en hoopt alle partijen te overtuigen.
“Los van kerken en ngo’s is de vakbond de enige officiële instelling waar ongedocumenteerde arbeidsmigranten lid van kunnen worden.” Een andere wens is het invoeren van een arbeidsvergunning voor domestic workers. Dat is inmiddels in diverse Europese steden wel het geval, zoals in Londen. “Deze mensen komen voor een baan en ze zijn nodig, anders werden ze niet ingehuurd. Dus moet een arbeidsvergunning nodig zijn. In België bijvoorbeeld krijgen domestic workers een fatsoenlijk salaris, ze betalen belasting en hebben vakantiedagen. Zo er zijn voldoende voorbeelden in Europa dat de sector wordt geformaliseerd en dat de werkers erkenning krijgen.” Dat is minstens zo belangrijk voor de families die hen inhuren, vindt Pabon. “Die weten vaak niet waar de oppas of schoonmaker vandaan komt of woont. Een verblijfsvergunning geeft ook hen zekerheid, want ze vertrouwen wel hun kinderen aan hen toe.” Als het aan Pabon ligt krijgt ook de discussie op Europees niveau meer vorm. “De EU
14
steunt de verklaring voor de Conventie van de Internationale Labour Organization voor domestic workers, maar het gaat zo langzaam. Men denkt nog te vaak dat het een probleem is van de Arabische of Aziatische landen, maar het speelt ook in Europa, in je eigen straat.” Domestic workers mobiliseren De campagne ‘Schoon genoeg’ wordt vooral in de grote steden opgezet. Het aantal domestic workers dat meedoet wisselt. Ze zijn afkomstig uit alle werelddelen, maar ook uit Oost-Europa. Pabon vindt het aantal mensen dat lid is van de vakbond is nog veel te klein. “Als je geen documenten hebt en geen burgerservicenummer, dan krijg je geen toegang tot de gezondheidszorg, geen bankrekening en geen huisvesting. Los van kerken en ngo’s is volgens mij de vakbond de enige officiële instelling waar ongedocumenteerde arbeidsmigranten lid van kunnen worden. Dus moeten we veel veldwerk doen om hen ervan te overtuigen dat het veilig is. Nu zijn er maar zo’n driehonderd lid, maar er zijn er duizenden in Nederland. Dus we moeten hen mobiliseren. En tegelijk moeten we lobbyen, werken aan bewustwording en internationaal participeren. Het is een campagne waarin veel aspecten een rol spelen.” Pabon kent een aantal aspecten uit eigen ervaring. Ze kwam in 2005 voor het eerst naar Nederland en inclusief ‘komen en gaan’ leeft ze er nu zo’n vier jaar. “Ik kom van Puerto Rico en voel me heel bevoorrecht. Ik heb een goede opleiding, werkte naast
mijn studie als nanny en nu werk ik hier bij de vakbond.”
Pabon is optimistisch. “Natuurlijk geloven wij er in dat het kan gebeuren. Het gaat stap voor stap, er moet veel veranderen en dat zal niet in een of twee jaar gebeuren. De campagne voor de rechten van domestic workers in New York duurde zes jaar voordat die erkenning er kwam. Zo zijn er nog wel meer voorbeelden. Het vraagt tijd, maar ik vind dat we tot nu toe vrij succesvol zijn in het sterker maken van mensen en in het realiseren van voorwaarden van arbeidsvoorwaarden voor de domestic workers.” –
Interview
Migratie Info 17e jaargang, nummer 2
Jalal Shiran verblijft in het asielzoekerscentrum in Musselkanaal
Steeds opnieuw naar de toekomst kijken Jalal Shiran: “Ik blijf hopen op een nieuwe toekomst.”
Jalal Shiran is 32 jaar en Iraniër van Koerdische afkomst. Dertien jaar geleden verliet hij Iran op zoek naar een leven in vrijheid en democratie. Na een kort verblijf in Irak vestigde hij zijn hoop op Turkije. Hoewel de UNHCR hem als vluchteling erkent, duurde het hem te lang voordat UNHCR een land vond dat hem wilde opnemen. In 2008 besloot hij naar Nederland te gaan. Binnenkort heeft hij een tweede gesprek met de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en hoopt hij in Nederland te mogen blijven. “Want over twintig jaar ben ik oud en in die twintig jaar wil ik leven. Dat heb ik tot nu toe niet kunnen doen.” Iran is voor Koerdische mensen een onveilig en ondemocratisch land, legt Shiran uit. “Als je je mening zegt, als je niet gelovig bent of de verkeerde godsdienst hebt of als
je niet doet wat de machthebbers willen, dan kun je in de gevangenis terechtkomen. Zonder enige vorm van aanklacht.” Rond zijn twintigste begonnen al die zaken steeds meer aan Shiran te knagen. “Ik begreep gewoon niet waarom niet iedereen recht op onderwijs heeft en waarom wij als Koerden geen vrijheid hebben. Ik was er boos om en besloot te willen leven in een land met vrijheid en democratie”, vertelt Shiran. Daarom meldde hij zich bij de Koerdische Democratische Partij in Iran. Daar heeft hij ongeveer vijf jaar gewerkt. Toen hij er in 1998 wegging had hij een verklaring op zak dat zijn leven in Iran gevaar liep. Hij vluchtte naar buurland Irak. Van daaruit ging hij in 2002 naar Turkije. Daar diende hij bij de UNHCR een asielverzoek in. “Op 4 december 2003 kreeg ik de vluchtelingenerkenning van de UNHCR. Maar waar kon ik naartoe? Ik was een van de vele vluchtelingen uit Iran en de UNHCR had het heel druk met het vinden van landen die de vluchtelingen konden opvangen”. De wachttijd was heel lang en al die tijd leefden gevluchte Iraniërs in Turkije in armoede en zonder werk. Daarom besloot Shiran in 2008 naar Nederland te gaan. Hij werd door de politie opgepakt en kwam in een asielzoekerscentrum terecht. Nu verblijft hij met zijn vrouw en zoontje in het asielzoekerscentrum in Musselkanaal. Binnenkort hoopt hij te horen of hij, gezien de regelgeving in het kader van het Dublinakkoord, in Nederland op de juiste plaats asiel heeft aangevraagd.
Intussen zag Shiran al een paar keer zijn toekomstdroom in duigen vallen. Dat geldt inmiddels ook voor zijn huwelijk. “Ik had gehoopt met mijn vrouw en zoontje in Turkije een goed leven op te bouwen, maar dat lukte niet.” Ook in Nederland gaat het niet zoals hij had gehoopt. De onzekerheid en het leven in het asielzoekerscentrum gaan ten koste van de gezondheid van zijn vrouw en van hun relatie. “Door het AZC krijg ik problemen met mijn vrouw. Ze is ziek en ik heb grote problemen met haar. We leven nu bijna acht jaar samen, maar het gaat echt niet meer. Daarom heb ik besloten te gaan scheiden.” Shiran gelooft in een goede uitkomst van het gesprek met de IND. “Ik heb genoeg papieren, ik heb documenten, ik denk dat het goed komt.” Het betekent voor Shiran opnieuw een nieuwe toekomst. “Ik wil echt in Nederland blijven. Ik ben in Ter Apel geweest, in Bellingwolde, Gulpen, Oude Pekela, Geeuwenbrug en Musselkanaal. Nederland is volgens mij echt het beste Europese land dat er is. Het weer is goed, de politiek is goed, er is vrijheid en democratie, er is werk en kinderen moeten naar school. Ik houd van Nederland.” Shiran weet wat hij wil. “Ik wil vrij zijn. Eerst de taal leren, dan werk vinden en daarna weer trouwen. Nee, ik ga het niet opnieuw met mijn vrouw proberen. Over twintig jaar ben ik oud. Ik wil leven in die twintig jaar, thuiskomen bij een vrouw die voor je kookt, iemand die mooie woorden tegen je zegt. Zo iemand zoek ik.” –
15
Interview
Sanja Heric uit Slovenië
Kennismigrant in het kader van ‘Een Leven Lang Leren’ “Ik wil laten zien dat migratie nuttig is en kan zijn, ook voor de ontvangende samenlevingen. Ik geloof dat de samenleving waarin verschillende culturen elkaar ontmoeten en samenwerken van onschatbare (en onbetaalbare) waarde is en dat diversiteit in talen, religies en etniciteiten ons leven verrijkt.” Sanja Heric werkt bij IOM in het kader van het EU-programma Leonardo da Vinci. Dit is een integraal programma voor samenwerking, mobiliteit en uitwisseling op het gebied van opleiding en onderwijs. Het is een onderdeel van het programma Een Leven Lang Leren van de Europese Commissie. Leonardo da Vinci bevordert het opdoen van kennis, vaardigheden en bekwaamheden voor een actief burgerschap en een goede inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. Sanja Heric is afkomstig uit Slovenië. Op haar CV staan de Bachelor’s degree Internationale Betrekkingen van de Universiteit van Ljubljana en een Masters of Science in International Development Studies van de Universiteit Utrecht. Door eerdere ervaringen tijdens haar studie wilde ze graag in Nederland aan het werk. Naar IOM wilde ze graag vanwege eerdere ervaringen met het werk van IOM toen ze in een vluchtelingenkamp in Thailand werkte. Zo kon Heric onlangs aan de slag bij IOM in Nederland. Het programma financiert de inzet van de medewerker bij de gastinstelling. Op deze manier kan iemand werken bij een organisatie of een bedrijf, waar hij of zij anders waarschijnlijk nooit aan het werk zou komen vanwege het ontbreken van financiering. “Dit is zowel in mijn voordeel als in dat van IOM,” vertelt
16
Heric. “Het is een uiterst moeilijke tijd is om een betaalde baan te vinden. Ik waardeer het dan ook bijzonder dat dit programma bestaat en jonge, hoogopgeleide mensen kansen geeft op werk.”
“Ik wil een bijdragen leveren aan het doorbreken van stereotypen en vooroordelen.” Doorbreken van stereotypen Heric verricht verschillende werkzaamheden bij IOM. Ze werkt aan een reeks van projecten en taken. “Ik doe onder andere interviews met ongedocumenteerde migranten die in detentiecentra verblijven in het kader van het AVRD-II project. Ik werk mee aan het organiseren van de slotconferentie voor het Nederlandse Culturele Oriëntatie project (NLCO) en lever een bijdrage aan het zoeken van projectfinanciers voor IOM.” Daarmee is de lijst van werkzaamheden nog lang niet compleet. Heric assisteert ook bij het AVRR-Irak-project, een gezamenlijk project van IOM Nederland en een aantal andere IOM-vestigingen in de EU. Momenteel werkt ze aan de voltooiing van een verslag over een project voor alleenstaande minderjarige
asielzoekers. Heric heeft het zichtbaar naar haar zin. “Het werk is divers en dynamisch, ik vind het leuk om te doen. De komende weken krijg ik wat meer verantwoordelijkheden en taken. Ik ben altijd in voor nieuwe uitdagingen en leermogelijkheden en wil tegelijkertijd zoveel mogelijk bijdragen met mijn ervaringen en ideeën.” Wel of geen migrant Gezien het kader waarin Heric in Nederland werkt, is het voor haar de vraag tot welke doelgroep ‘migranten’ ze behoort. “Het is interessant hoe we mensen een etiket geven en in bepaalde categorieën indelen. Als ik bijvoorbeeld een reguliere IOM-medewerker zou zijn, zou niemand mij een migrant noemen maar een expat. Hoewel expats in principe ook migranten zijn, worden ze eigenlijk niet zo gezien en krijgen ze zelfs meer rechten en privileges dan de Nederlandse burgers. Een ander gegeven is dat ik zonder vergunning vrij kan reizen en werken binnen Europa, terwijl een ‘collega’ uit een zogenaamd ontwikkelingsland, met eenzelfde opleiding, meer ervaring en misschien meer financiële ondersteuning niet vrij binnen de EU zal kunnen werken, alleen vanwege zijn of haar status en het etiket van een ‘derde land’.” Ook haar uiterlijk geeft niet direct het beeld van ‘migrant’. “Ik weet ik dat ik veel meer geaccepteerd ben in de Nederlandse
Migratie Info 17e jaargang, nummer 2
Sanja Heric: “Ik geloof dat de samenleving waarin verschillende culturen elkaar ontmoeten en samenwerken van onschatbare waarde is.”
samenleving dan een moslimvrouw of een Afrikaanse zwarte vrouw. Want ik ben meer ‘gemengd’ en ik ben meer ‘Europees’ in denken, kleding en dergelijk. Ik denk dat er ten onrechte onderscheid wordt gemaakt tussen mensen op basis van hoe ze eruit zien en waar ze vandaan komen.” Heric is wars van die vooroordelen. “Een van de redenen waarom ik wil werken op het gebied van migratie en ontwikkeling is dat ik een bijdrage wil leveren aan het doorbreken van stereotypen en vooroordelen in de meeste samenlevingen. Ik wil laten zien dat migratie nuttig is, ook voor de ontvangende samenlevingen. Dat we allemaal menselijke wezens zijn en het als zodanig verdienen om elkaar met respect en begrip te behandelen. Ik geloof dat de samenleving waarin verschillende culturen elkaar ontmoeten en samenwerken van onschatbare (en onbetaalbare) waarde is en de diversiteit in talen, religies en etniciteiten ons leven verrijkt.” Kans om me te ontwikkelen Met het IOM-motto is ‘Migration for the benefit for all’ wordt bedoeld dat zowel migrant, herkomstland als gastland er profijt van kunnen hebben. Ook Heric ziet het zo. “Ik heb besloten om te ‘migreren’ naar een land met de meeste kansen om me professioneel te ontwikkelen en te werken op dit terrein. Die kansen zou ik niet in mijn eigen land hebben, ook omdat in mijn eigen kleine land niet veel internationale organisaties actief zijn.” Heric heeft zichzelf altijd beschouwd als wereldburger. Als zodanig zoekt ze naar mogelijkheden om te werken in verschillende talen, verschillende landen en met verschillende
culturen. “Dat helpt me volgens mij enorm om zowel persoonlijk als professioneel te groeien. Als ik ooit besluit om in een latere fase in mijn leven in Slovenië te werken zou mijn land zeker profiteren van mijn ervaringen en kennis opgedaan in het buitenland. Het land zou een expert krijgen op een gebied waarin nog veel ruime is voor verdere werkzaamheden.”
maar ik verheug me op wat zou kunnen komen en blijf in de tussentijd gewoon proberen mijn best te doen en van de gelegenheid te genieten die mij wordt geboden.” –
“Als ik ooit in Slovenië ga werken, zal mijn land zeker profiteren van de ervaringen en kennis die ik heb opgedaan in het buitenland.” Wat IOM betreft: ook die organisatie heeft er profijt van. “Ik heb werkervaring ten aanzien van migratie en vluchtelingen en ik heb denk ik voldoende kennis om een waardevolle bijdrage te leveren. Ik ben ijverig en gemotiveerd, altijd bereid om te leren en mezelf verder te ontwikkelen. Ik kan me voorstellen dat een werkgever graag zulke medewerkers wil hebben. Bovendien heb ik aan IOM een zeer goede mentor en ik voel me geaccepteerd in de omgeving, wat ook zeer belangrijk is voor het werk en de prestaties. Ik ben erg blij dat ik de kans kreeg om zo nauw betrokken te zijn bij IOM en de organisatie te leren kennen. Ik heb geen idee wat er op mijn weg gaat komen en wat de toekomst in petto heeft,
17
IOM
Ongedocumenteerde migrant in vreemdelingenbewaring
James Bond is een Rus
De grenzen van het Westen.
aan de fotograaf die je portretteert tegen een decor waar het Westen op staat afgebeeld. In Afrika zag ik jongens die op deze wijze handig inspeelden op de hoop ooit het Westen te bereiken. Naast het Vrijheidsbeeld, de Eiffeltoren en de toren van Pisa hadden ze ook een fleurig tulpenveld in het assortiment. Maar heb je de middelen en de juiste connecties dan zal je niet de enige zijn die toch gaat voor het echte werk, legaal dan wel illegaal.
“We leven tegenwoordig in de Global Village. Ik moet dan altijd denken aan mijn opa en oma die kort na de oorlog in een oude legerjeep op huwelijksreis gingen naar Zandvoort. Zij woonden toen in het oosten van Nederland, vlakbij de Duitse grens. Toen was Zandvoort zo ongeveer de rimboe, en was je er geweest dan maakte je er flink de blits mee. Daar hoef je nu, een halve eeuw later, bij je aanstaande vrouw niet mee aan te komen; een van de nadelen van de Global Village”, schrijft IOM-medewerker Olivier Sprée in een van zijn verhalen over zijn werk onder ongedocumenteerde migranten die in vreemdelingenbewaring verblijven. Hij vervolgt: “Hoewel het mondiale dorp doet suggereren dat er geen grenzen meer zijn, moet men zich realiseren dat in fysieke termen die grenzen voor het leeuwendeel van de wereldbevolking nog wel degelijk bestaan. En dan vooral de grens van het Westen. Daar kom je niet zomaar. Dus is voor de meesten het hoogst haalbare een bezoek
18
Hoe volhardend en onnavolgbaar dat kan zijn, illustreert het verhaal van Boris, een veertiger met een koket staartje uit Rusland. Zeven jaar geleden begon hij zijn odyssee in India. Het was eenvoudig om daarvoor een visum te krijgen en belangrijker: het wemelt er van de mensensmokkelaars. Hij wist daar aan een Hongaarse identiteit te komen en vertrok nu als EU-burger naar Italië. Zijn Russische paspoorten, één valse en één echte, had hij ondergebracht bij twee vrienden. Na een jaar in Italië waren zijn Hongaarse papieren verlopen, maar hij wist deze te vervangen voor Italiaanse. Ze waren alleen van een bedenkelijke kwaliteit. Hij dacht, ik moet Italië uit, hier is het risico te groot dat ik tegen de lamp loop. Hij ging naar Nederland. Een Japanse vrouw wachtte hem daar op, een oude vlam uit Moskou. Zij werkte voor een multinational en was nu permanent in Nederland neergestreken. Hij zou haar om een gunst vragen: ‘Li Wang, wil je met me trouwen? … Je weet wel, niet echt maar voor het papiertje.’ Echt romantisch
was het niet. Maar een schijnhuwelijk bood hem in ieder geval de kans een echte burgerstatus te krijgen. Rust in de bovenkamer, daar had hij wel behoefte aan. ‘Wat is nu je échte naam?’, vroeg ik hem een keer. ‘My name is Bond, James Bond’, had hij gezegd. Hij had inmiddels zoveel identiteiten gehad dat hij zich nog het meest kon identificeren met spion 007; een nummer dat zijn echte identiteit altijd geheim moest houden. Maar er komt een moment dat je ontmaskerd wordt, zelfs Bond. Boris belande in vreemdelingenbewaring. Li Wang liet hem niet in de steek, dat was aardig van haar, want ze was hem niets verschuldigd. Ze ging zelfs in op zijn huwelijksaanzoek. Een plan was gesmeed: vlug terug naar Moskou, om daar bij de Nederlandse ambassade een verblijfsvergunning aan te vragen. Hij belde naar India om een van zijn Russische paspoorten over te laten komen. Hij liet de valse opsturen. Pech, deze werd onderschept door de Marechaussee. Voor noodgevallen was er nog de echte. Deze was intussen meegereisd met een goede vriend naar Engeland. Hij zou uiteindelijk hoogstpersoonlijk het paspoort in Nederland komen afleveren. Binnen een paar dagen zou Boris in Moskou zijn. Zo gaat dat in de Global Village. Wie weet lukt het Boris om hier te komen, als de liefde met Li Wang ineens opbloeit, hij Global Village voor gezien houdt en haar ooit nog eens meeneemt op huwelijksreis naar Zandvoort? –
Kort nieuws
Migratie Info 17e jaargang, nummer 2
Voorlichting over hulp aan slachtoffers mensenhandel.
Surprising Europe: demonstratie rond ongedocumenteerden in Parijs.
Culturele oriëntatietraning in Somalië.
Serie Surprising Europe op tv die naar Europa is gekomen op zoek naar een
IOM start nieuw project gericht op integratie van gezinsherenigers
het dagelijkse leven in Europa als irreguliere
Momenteel vertrekken gezinsleden van erkende
het detentiecentrum op Schiphol, waarbij elf
Nederland. Ze hebben geen idee wat hen te
Ssuuna Golooba is een fotojournalist uit Oeganda beter bestaan. Maar de harde realiteit van
migrant valt hem erg tegen. Na de brand in
ongedocumenteerde migranten de dood vonden,
besluit Ssuuna dat hij niet langer kan zwijgen. Hij wil de mensen in zijn land de waarheid vertellen.
vluchtelingen zonder voorbereiding naar
wachten staat in het land waar zij terecht zullen komen.
Hij pakt zijn camera en begint een film te maken
Uit recente onderzoeken blijkt dat met name
In de documentaire Surprising Europe, the life
gebieden aanpassingsproblemen hebben. IOM is
over het werkelijke leven van Afrikanen in Europa. and times of Ssuuna Golooba maakt Ssuuna
portretten van Afrikanen in West-Europa. Met
humor kijken ze naar vreemde lokale gewoonten,
met wanhoop vertellen ze over regels en onrecht. Ssuuna’s kleine idee is uitgegroeid tot een
serie voor televisie, die overal in Afrika wordt
uitgezonden. Ook is er een interactieve website waar migranten in Europa hun zorgen kunnen uiten en hun verhalen kunnen delen.
Het resultaat van Ssuuna’s missie, de
negendelige tv-serie, wordt de hele zomer
uitgezonden op Nederland 2, vanaf 8 juli elke
vrijdag om 16.30 uur. Vanaf 8 augustus wordt
de serie ook uitgezonden op Al Jazeera English wereldwijd.
Voor meer informatie: www.surprisingeurope.com –
de Somalische migranten in Nederland op veel
daarom het FamCO-NL project gestart dat beoogt om gezinsherenigers, voor hun vertrek uit Addis
Abeba (Ethiopië), voor te bereiden op wat komen
Voorlichting voor consuls OostEuropese EU-lidstaten Op 16 juni waren de consuls van ambassades
van Oost-Europese EU-lidstaten te gast bij IOM. Ze werden geïnformeerd over de diensten die
IOM biedt aan slachtoffers van mensenhandel (slachtoffers van sexuele en overige vormen
van uitbuiting) uit deze landen. Ook BLinN was aanwezig en gaf uitleg over mensenhandel,
arbeidsuitbuiting en de rechten die slachtoffers in Nederland hebben. Aanleiding voor de
bijeenkomst was de relatieve onbekendheid van sommige ambassades met de hulp die IOM en BLinN kunnen bieden.
gaat gedurende de overkomst naar en het wonen
Slachtoffers die willen terugkeren naar hun
Somalisch.
ondersteuning bij hun vrijwillige terugkeer als
in Nederland. De cursus wordt gegeven in het
Tijdens een vierdaagse culturele oriëntatie-cursus wordt hen een kleine introductie tot Nederland
aangeboden. De cursus biedt de deelnemers de kans vragen te stellen, al een beetje bekend te
worden met Nederland en de Nederlandse taal, en daar waar nodig verwachtingen bij te stellen en angsten weg te nemen. De cursus richt zich zowel op volwassenen als op kinderen.
Het project voorziet tevens in een follow-up
land van herkomst krijgen van IOM Den Haag onderdeel van het REAN-programma. IOM in
de landen van herkomst kan de terugkeerders ophalen van het vliegveld en op verzoek
aanvullende ondersteuning bieden zoals het
regelen van opvang in een shelter. Afhankelijk van de capaciteit van IOM in de landen van herkomst kan aanvullende ondersteuning worden geboden om ze te begeleiden bij hun herintegratie. –
na aankomst in Nederland. Het doel hiervan is
feedback te verkrijgen van de deelnemers tijdens en speciale familiedag. Deze familiedag
beoogt een platform te bieden voor informatie,
uitwisseling en sociaal contact aan alle betrokken gezinnen. Het project wordt gecofinancierd door het Europees Integratie Fonds. –
19
Internationale publicaties
Integrating Migration, Development and Remittances
The Global Economic Crisis and Facilitating Integration through Migration: Where Do We Go From Cultural Orientation
This report aims to guide the discussions of
Bimal Ghosh’s new book, jointly sponsored by the
Refugees by definition are unable to return home
Remittances in LDCs, held on 17 June 2010
The Hague Process on Refugees and Migration
resettlement to a third country is the only practical
the seminar on Migration, Development and
in New York. The discussions were aimed at
formulating policy recommendations and the
inclusion of more structured references on how
the development potential of migration might be factored into the outcome document and Plan
of Action adopted at the Fourth United Nations
Conference on the Least Developed Countries (LDC-IV) in Turkey in 2011.
Format: Electronic copy
Language of Publication: English Year of Publication: 2011 –
International Organization for Migration (IOM) and (THP), provides a detailed analysis of the
economic decline and its links to joblessness and
or remain in the country of first asylum. Often and durable solution.
incomes, poverty and inequality, and changes in
IOM facilitates refugee resettlement to the
these developments and governments’ reaction to
government. One important service related to
the labour force worldwide. It then spells out how them have been affecting migration patterns and policies in both origin and destination countries. This is followed by an assessment of their
consequences - many of which, the author points out, remain wearisome for destination and origin countries, as well as for the world society.
Netherlands at the request of the Dutch
successful resettlement is the cultural orientation training refugees receive prior to their arrival in country of final destination. In IOM’s view,
this training contributes to refugees’ successful
resettlement by addressing a wide range of issues related to facilitating the integration process.
Bimal Ghosh ends the book by urging nations to
The training contributes by reducing refugees’
developing an agreed multilateral framework of
time increasing their chances of successful
turn the present crisis into a new opportunity by
cooperation to make human mobility more orderly and predictable.
concerns and overall anxiety while at the same integration. The host society gains through a decreased need to support the newcomers.
Format: Hardcopy, Electronic copy
Through the experiences and personal stories of
Year of Publication: 2011
to make a positive contribution to European
Language of Publication: English –
trainers and refugees in this booklet, IOM hopes Resettlement programs by promoting humane
and orderly migration that benefits migrants and society.
Format: Hardcopy
Language of Publication: English Year of Publication: 2011 –
Meer informatie: www.iom.int/Publications 20
Uitgave IOM Nederland Redactie Joost van der Aalst Marian Lenshoek Yvonne van Ieperen Liesbeth van Dalen (Koopmans & Van Dalen bv) Met medewerimg van: Olivier Sprée en Djoeke van Loon Redactieadres IOM Redactie Migratie Info Postbus 10796 2501 HT Den Haag T 070 - 318 15 00 E
[email protected] Vormgeving basisontwerp VormVijf, Den Haag Illustratie omslag Klutworks, Den Haag Fotografie (voor zover niet bij de foto’s is vermeld) Christophe Calais Marijke Donath Balkrisha Gurung IOM Nederland Kerk in Actie Koopmans & Van Dalen communicatie Marsel Loermans, Den Haag
Vormgeving en druk insandouts communication design print Oplage 2.000 ex.
Abonnementen Migratie Info wordt kosteloos verstrekt. Aanvraag of opzegging van een abonnement kan via e-mail:
[email protected] Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend. Publicatie van artikelen betekent niet dat de daarin vervatte meningen het inzicht van IOM weergeven. Overname van artikelen is in vele gevallen mogelijk na overleg met de redactie en met bronvermelding. Presentexemplaren worden op prijs gesteld. © IOM juni 2011
www.iom-nederland.nl
21
IOM WERKT WERELDWIJD De koppen vormen een selectie uit persberichten die twee keer per week worden uitgegeven door het hoofdkantoor van IOM in Genève. Voor actuele berichten, kijk op www.iom.int
Libya
Cote d’Ivoire
About 800 people, including stranded migrants and up to 50 wounded civilians have been rescued today by IOM from the Libyan city of Misrata despite shelling and shooting in the port vicinity.
Against the backdrop of continuing security concerns, IOM started to provide return assistance to Internally Displaced Persons (IDPs) in western Cote d’Ivoire.
Timor-Leste
Ghana
Despite Heavy Shelling IOM Rescues Migrants and Wounded Civilians
Providing Return Assistance to Displaced People
Computerized Border IOM Rescues Ghanaian Management Information Children from Trafficking System Launched IOM supported the launch of a computerized Border Management Information System (BMIS) in Timor-Leste, in close collaboration with the government and the Portuguese and Australian immigration agencies.
While the full effects of the economic crisis on migration may only become visible in the years to come, a new IOM report states that the crisis has had a significant impact on migrants and migration in Europe.
Haiti
New Funding Allows Provision of Employment Opportunities New funding of US$820,000 will allow IOM Haiti to continue to assist persons affected or infected by HIV/AIDS through to the end of 2011.
IOM Internationale Organisatie voor Migratie
IOM Postbus 10796 2501 HT Den Haag
22 Ned 0/1/556 T 2011