Info-books. Toegepaste Informatica. Deel 30 : Systeembeheer met Windows XP en internet HO30. Jos Gils Erik Goossens

Info-books

HO30

Toegepaste Informatica

Deel 30 : Systeembeheer met Windows XP en internet Jos Gils – Erik Goossens

Hoofdstuk 4

4.1

Bestandsbeheer met de Verkenner

Probleemstelling Een grafisch besturingssysteem beschikt altijd over een functie die de mogelijkheid geeft om op een handige manier met bestanden en mappen te werken. In Windows is de VERKENNER het hulpmiddel bij uitstek om een inzicht te krijgen in de structuur van de mappen, zowel op de eigen computer als op de andere computers in het netwerk. Tevens is de VERKENNER zeer handig om bestanden en mappen te verplaatsen, te kopiëren of te verwijderen.

4.2

De bestandsnaam Elk document, elk programma wordt op de schijf teruggevonden via een naam. Het woord bestand is een verzamelnaam voor: • programma’s, bijv. WORD.EXE, EXCEL.EXE, ACCESS.EXE; • documenten, bijv. de tekst MOPJE.DOC geschreven in WORD; • afbeeldingen, bijv. CLOWN.BMP; • geluidsfragmenten, bijv. KEN.WAV; • en nog vele andere soorten bestanden. Een bestandsnaam bestaat meestal uit twee delen, de naam en de extensie, die van mekaar door een punt gescheiden worden: WORD.EXE, KEN.WAV, … • de naam: WORD, EXCEL, MOPJE, CLOWN, KEN, … • de extensie: EXE, DOC, BMP, WAV, … De extensies hebben meestal een betekenis: EXE een uitvoerbaar programma; COM een uitvoerbaar bestand kleiner dan 64 K; DOC een document dat gemaakt is met WORD; WAV een geluidsfragment; MP3 een (gecomprimeerd) geluidsfragment; BMP een afbeelding; BAT een bestand dat DOS-commando’s bevat (batch bestand); SYS een systeembestand; AVI een videobestand; HTM hypertekst-document (het bestandsformaat van internet). Aan documenten mag je ook je eigen extensie toekennen, alhoewel je dat beter niet doet omdat Windows aan de hand van de extensie kan bepalen met welk programma de documenten geopend moeten worden, ten minste als de extensie geregistreerd is. In DOS was de lengte van de naam tot 8 letters beperkt en de extensie tot 3 letters. Windows laat veel langere namen en extensies toe: tot 255 karakters! Denk er wel aan dat DOS deze lange bestandsnamen niet kan gebruiken en ze altijd afkort tot 8 letters voor de naam en 3 letters voor de extensie. 36

Systeembeheer met Windows XP en internet

J. Gils – E. Goossens

TIP

4.3

In Windows mogen in de bestandsnaam spaties voorkomen. De volgende tekens mogen echter niet in een bestandsnaam voorkomen: \ ? : * " < > .

Windows

DOS

TEST OEF.TXT, TEST.OEFENING OEFENINGEN 5H.DOC OEFENINGEN 5BI.DOC

TESTOEF~1.TXT TEST~1.OEF OEFENI~1.DOC OEFENI~2.DOC

Letters, cijfers en spaties zijn toegestaan.

Letters, cijfers en het onderstrepingsteken zijn toegestaan, leestekens en spaties niet.

Bestanden in mappen organiseren Zoals boeken in een bibliotheek, zoals leerlingen in een school, zo zul je ook bestanden op een schijf volgens een bepaalde structuur organiseren. Leerlingen zitten in klassen, klassen horen bij een afdeling. Windows biedt de mogelijkheid om bestanden in mappen te verzamelen. In een bibliotheek (= de schijf) zijn de boeken (=bestanden) verdeeld volgens bepaalde criteria: “Kinderen”, “Volwassenen”. (= mappen KINDEREN en VOLWASSENEN). De boeken van de kinderen zijn nog verder opgesplitst in “Avonturenromans”, “SF-romans”, “Strips”, … (= submappen AVONTURENROMANS, SF-ROMANS en STRIPS) Een map bevat een aantal bestanden of zelfs andere mappen die op de een of de andere manier samen horen, bijvoorbeeld: • een map met alleen maar Word-documenten; • een map met alleen maar afbeeldingen; • een map met alle documenten in verband met de geïntegreerde proef; • een map die verder onderverdeeld is in nog andere mappen. Uiteraard bevat een lege map geen bestanden. TIP

In DOS sprak men over directory’s en subdirectory’s in plaats van over mappen.



37

Windows beschouwt een schijf als één grote map waarin de andere mappen opgeborgen zitten. De plaats van een bestand wordt aangegeven door een pad of adres. Een typisch DOS-pad begint altijd met de stationsletter [C] gevolgd door een dubbelpunt [:] en een backslash [\]. Daarna komen de verschillende mappen die je doorloopt om tot het bestand te komen. De mappen worden onderling gescheiden met de backslash [\]. Als laatste komt de naam van het bestand. Een voorbeeld van een volledig DOS-pad: C:\student\leerling\test\test3.txt Ga naar de schijf [C:], kies daar de map “student”, kies vervolgens hierin de map “leerling”. In deze map zit de map “test”, neem daaruit het bestand “test3.txt” TIP

“C:\” wordt in DOS de hoofddirectory van schijf [C:] genoemd.

DOS-schrijfwijze

DOS-betekenis

Windows betekenis

C:\

hoofddirectory van [C:]

de map [C:]; de harde schijf [C:]

A:\

hoofddirectory van [A:]

de map 3,5 inch diskette [A:]

C:\WINDOWS

de subdirectory WINDOWS uit de de map WINDOWS op de schijf [ :] hoofddirectory van [C:]

D:\WORD\MOPJE.DOC het WORD-document MOPJE.DOC het WORD-document MOPJE.DOC in de subdirectory WORD uit de in de map WORD op de schijf [D:] hoofddirectory van [D:]

4.4

De Verkenner openen Je kunt de VERKENNER op verschillende manieren openen: • via START, BUREAU-ACCESSOIRES, WINDOWS VERKENNER; • via START, DEZE COMPUTER, VERKENNEN; • met de rechtermuisknop op START klikken en dan VERKENNEN kiezen; • eventueel via een extra icoontje op de taakbalk in het menu SNELSTARTEN op de taakbalk.

38



TIP

Het handigst is dat er een icoontje van de VERKENNER op de taakbalk aanwezig is.

Opdracht 1. Open de VERKENNER. Zorg dat het venster niet schermvullend is en verplaats het naar de rechterbovenhoek van het scherm. Hoe doe je dat?

4.5

Het venster van de Verkenner Het venster van de VERKENNER is altijd in twee helften verdeeld: • in de linkerhelft, de Explorer-balk, zul je meestal de mappenstructuur tonen; • in de rechterhelft wordt de inhoud van de geselecteerde map of van het geselecteerde station getoond.

4.5.1 De detailweergave

De knop MAPPEN balk.


toont de mappenstructuur in de linkerhelft, de Explorer-


39

TIP

De keuzelijst in de adresbalk toont dezelfde mappenstructuur als de mappenlijst in de Explorer-balk.

TIP

Als de extensies niet getoond worden moet je de instellingen van de VERKENNER wijzigen. Zie het volgende punt: “De opties van de Verkenner”

Item

Inhoud

Betekenis

Adres

C:\…

C:\Program Files\Olympiade Hier staat de naam van het pad. Dit is handig om een bestand terug te vinden.

Naam

olympiade.zip

De bestandsnaam of de naam van de map. Aan de hand van de extensie kan het type geïdentificeerd worden.

Grootte

211 kB

De grootte van het bestand in kilobytes. Dit is een afgeronde waarde, de exacte waarde komt in de statusbalk als je het bestand selecteert.

Type

Winzip file

Aan de hand van de extensie in de naam verschijnt hier het soort bestand.

Gewijzigd

2001-03-16 18:44

Dit is de datum en het uur van creatie of wijziging van het bestand.

Kenmerk

A

Het is een archiefbestand. Hierover verneem je later meer.

In deze weergave kun je de mappen en bestanden rangschikken op naam, grootte, type en tijdstip van wijziging, door eenvoudig op de koppen NAAM, GROOTTE, TYPE en GEWIJZIGD te klikken. Door nogmaals te klikken gebeurt de rangschikking. Met de rechtermuisknop kun je meer of minder kolommen tonen. De kolommen NAAM, GROOTTE, … kun je verbreden door het scheidingsteken tussen de beide kolommen te verslepen met de linkermuisknop.

Wat in de Verkenner getoond wordt en hoe het getoond wordt kun je instellen via het menu BEELD. Een aantal van die opties zijn ook bereikbaar via knoppen op de werkbalk STANDAARDKNOPPEN of via een snelmenu dat opgeroepen worden als je met de rechtermuisknop in het rechtervenster van de Verkenner klikt. • •

40

Via het menu BEELD of de knop BEELD kun je een bepaalde weergave kiezen voor het rechtervenster: wij geven de voorkeur aan de detailweergave. Via WERKBALKEN kun je de standaardknoppen en de adresbalk tonen;



•

Via EXPLORER-BALK kun je instellen wat je in de Explorer-balk wilt afgebeeld zien.

Opdrachten 2. De Verkenner verkennen a. Open de Verkenner en kies de optie BEELD uit de menubalk. Kies hierin WERKBALKEN en zorg dat STANDAARDKNOPPEN en ADRESBALK aangevinkt zijn. Zie je het verschil als deze opties wel of niet aangevinkt zijn? De optie DE WERKBALKEN VERGRENDELEN zorgt er voor dat je de werkbalken niet kunt verplaatsen door te slepen met de linkermuisknop. b. Kies BEELD, EXPLORER-BALK. Vink een na een de verschillende opties aan. Merk op dat de opties MAPPEN en ZOEKEN ook via de knoppen op de werkbalk STANDAARDKNOPPEN geactiveerd kunnen worden. Activeer uiteindelijk de optie MAPPEN. c. Open de mappenstructuur van DEZE COMPUTER in de Explorer-balk, open vervolgens de mappenstructuur van je C:-schijf, zoek daarin de map DOCUMENTS AND SETTINGS, ga zo verder tot je de map DR WATSON ziet. Open deze map. Hoeveel objecten in deze map zitten kun je ook op de statusbalk aflezen.

d. Ga op dezelfde manier naar de map WINDOWS en open daarin de map FONTS. Hoeveel objecten zitten in deze map en hoeveel schijfruimte nemen ze in? Deze bestanden zijn de verschillende lettertypes die op je computer geïnstalleerd zijn. Als je dubbelklikt op een van die bestanden krijg je een voorbeeld van dat lettertype.



41

e. Open vervolgens de map WINDOWS, CURSORS en test hier de verschillende weergaven. Doe hetzelfde voor de map WINDOWS. Je merkt dat bepaalde weergaven soms zinvoller zijn dan andere: in de map CURSORS is de weergave in de lijst- en de detailweergave misschien minder interessant omdat de andere weergaven een betere afbeelding van de cursor geven. Meestal wordt in dit boek voor de detailweergave gekozen. f. Open de map DEZE COMPUTER en tracht dezelfde weergave te krijgen als de afbeelding op pagina 33. Gebruik de detailweergave. TIPS • Via de knop BOVENLIGGENDE MAP uit de werkbalk kun je heel snel terugschakelen naar de bovenliggende mappen. • Het linkerscherm toont alleen maar mappen, het rechterscherm toont zowel mappen als bestanden. • Als je in het linkerscherm een map selecteert, dan wordt de inhoud van die map in het rechterscherm afgebeeld. 3. De VERKENNER openen en de afmetingen van het venster wijzigen a. Open de VERKENNER en kies de detailweergave. Zorg dat de knop MAPPEN geactiveerd is. Wat staat er in de twee vensterhelften? Welke map is geopend? b. Zorg ervoor dat de VERKENNER niet gemaximaliseerd is en dat hij slechts een deel van het scherm vult. Waaraan kun je merken dat het venster niet gemaximaliseerd is? c. Klik in de titelbalk met de linkermuisknop: de titelbalk wordt geactiveerd. d. Terwijl de muiswijzer in de titelbalk staat sleep je met ingedrukte linkermuisknop het venster naar links. Zie je het venster opschuiven? e. Beweeg de muiswijzer over de onderrand van het venster tot hij van vorm verandert. Welke vorm heeft hij nu? f. Sleep met de linkermuisknop de onderrand naar onder. g. Sleep de rand tussen de twee vensterhelften een beetje naar rechts. h. Je kunt hetzelfde doen met de bovenrand en de zijranden. Experimenteer even. i. Probeer het venster terug ongeveer in zijn oorspronkelijke positie te zetten. Sluit ten slotte de VERKENNER. 4. Informatie uit de detailweergaven van de VERKENNER aflezen a. Open de VERKENNER. Kies de detailweergave en toon de mappenlijst in de Explorerbalk. b. Selecteer de map [C:] in de Explorer-balk door op die map te klikken. Wat zie je nu in het rechterscherm? c. Klik in de Explorer-balk op het +-teken dat voor de map WINDOWS staat om de onderliggende structuur van die map te tonen (in dat linkerscherm). Zorg ervoor dat de map [C:] nog altijd geselecteerd blijft. Is er in het rechterscherm iets veranderd? d. Toon de inhoud van de map WINDOWS in het rechterscherm. Hoe doe je dat? Hoeveel items bevat de map WINDOWS? Hoeveel bytes zitten er in die map? Hoeveel ruimte is er nog vrij op de schijf? Al deze informatie vind je op de statusbalk. 42



e. Rangschik de mappen alfabetisch. Hoe doe je dat? Welk bestand staat helemaal onderaan? f. Rangschik de mappen en bestanden volgens grootte. Welk is het grootste bestand? g. Zorg dat alle bestandsnamen in de kolom NAAM volledig getoond worden en dat de kolom GROOTTE zo smal mogelijk is. h. Sluit de VERKENNER. 5. De VERKENNER meermaals openen om de structuur van meerdere mappen tegelijk op het scherm te tonen a. Open de VERKENNER in de niet gemaximaliseerde vorm. Wijzig de schermgrootte tot ¼ van het hele scherm. Verplaats het venster naar de rechterbovenhoek, activeer in de Explorer-balk de map WINDOWS op de harde schijf [C:] en bekijk de structuur. b. Open opnieuw de VERKENNER (de vorige staat nog altijd op het scherm!), verklein het venster tot ¼ van het scherm en verplaats het venster naar de linkerbovenhoek. Open hierin de map MIJN DOCUMENTEN op de harde schijf [C:] en bekijk de structuur. c. Open nogmaals de VERKENNER en verplaats het venster naar de linkeronderhoek. Open in de map [C:] de map PROGRAM FILES en vervolgens de map MICROSOFT OFFICE. d. Ten slotte open je nog eens de VERKENNER en verplaats je het scherm naar de rechteronderhoek. Steek je oefendiskette in station [A:] Bekijk de inhoud van de diskette. e. Klik achtereenvolgens in de verschillende vensters. Wat merk je? f. Selecteer in elk venster een andere weergave. Som de verschillende weergaven op. g. Zet vervolgens elk venster op de taakbalk. Welke knop gebruik je daarvoor? h. Maak de verschillende vensters achtereenvolgens actief en sluit ze. 4.5.2 De mappenlijst in de Explorer-balk



43

TIP

Een map selecteer je best in het linkerscherm door gewoon op de naam van de map te klikken; de naam van de map verschijnt dan in de titelbalk en in het adresvak.

De mappen ‘Documenten van Jan’, ‘Documenten van Jos’ en ‘Documenten van Leerling’ zijn alleen maar zichtbaar voor gebruikers die alle rechten gekregen hebben. De anderen zien alleen maar hun eigen map ‘Documenten’. Voorbeelden van pictogrammen

4.5.3 De standaardwerkbalk wijzigen Via BEELD, WERKBALKEN, WERKBALK AANPASSEN kun je werkbalkknoppen toevoegen, verwijderen of anders rangschikken.

TIP

Scheidingsruimte is een verticale lijn tussen twee knoppen.

Opdracht 6. Werkbalkknoppen toevoegen en verwijderen a. Voeg de knop KOPIËREN NAAR toe en zet hem achter de knop MAPPEN. Bekijk het resultaat. b. Verschuif de knop voorbij de knop WEERGAVE en zet een verticale lijn tussen de knop WEERGAVE en KOPIËREN NAAR. Bekijk het resultaat.

44



c. Experimenteer met de keuzemogelijkheden uit TEKSTOPTIES: ‘Tekstlabels weergeven’, ‘Precieze tekst aan de rechterkant’, ‘Geen tekstlabels’. d. Zet de knoppenbalk terug in zijn oorspronkelijke toestand. Gebruik eventueel de optie BEGINWAARDEN.

4.6

De opties van de Verkenner Opdrachten 7. Het uitzicht van de VERKENNER wijzigen a. Open de Verkenner en kies EXTRA, MAPOPTIES.

b. Kies het tabblad ALGEMEEN en zorg dat elke map in een eigen venster geopend wordt. Test de werking van deze optie door in de Verkenner op een aantal mappen te klikken. Herstel de oorspronkelijke instelling zodat elke map in hetzelfde venster geopend wordt. c. Test het verschil tussen ALGEMENE TAKEN IN MAPPEN WEERGEVEN en KLASSIEKE WINDOWS-MAPPEN GEBRUIKEN. d. Klik op het tabblad WEERGAVE. Schakel de selectievakjes, onder GEAVANCEERDE INSTELLINGEN, zoals in het voorbeeld: • BEVEILIGDE BESTURINGSSYSTEEMBESTANDEN VERBERGEN; • EXTENSIES VOOR BEKENDE BESTANDSTYPEN VERBERGEN; Verwijder het vinkje bij deze optie zodat alle extensies getoond worden. • HET VOLLEDIGE PAD IN DE TITELBALK WEERGEVEN; Volledig pad: “Inhoud van C:\STUDENT\LEEN\WORD” Niet volledig pad: “WORD” • HET VOLLEDIGE PAD IN DE ADRESBALK WEERGEVEN; • VERBORGEN BESTANDEN EN MAPPEN WEERGEVEN Bestanden die niet getoond worden kunnen ook niet gekopieerd of verplaatst worden!



45

e. Zoek via het help-vraagteken wat de betekenis is van: • EENVOUDIG DELEN VAN BESTANDEN GEBRUIKEN (AANBEVOLEN); • EENVOUDIGE MAPPENWEERGAVE IN DE MAPPENLIJST VAN VERKENNER; • MAPVENSTERS IN EEN AFZONDERLIJK PROCES OPENEN; • MINIATUURWEERGAVEN NIET IN CACHE PLAATSEN. TIP

Toon altijd het volledige pad in de titelbalk.

TIP

In de klas zou het beter zijn dat verborgen bestanden en systeembestanden niet weergegeven worden. Bestanden die niet weergegeven worden kun je immers niet verwijderen of verplaatsen.

8. Verborgen bestanden en systeembestanden wel of niet weergeven a. Open de VERKENNER in de detailweergave en zorg er voor dat alle bestanden weergegeven worden: ook de verborgen bestanden en de systeembestanden. b. Open de map WINDOWS. Hoeveel mappen zitten er in de map WINDOWS? Hoeveel items? c. Zorg dat de systeembestanden niet meer weergegeven worden. Hoeveel mappen zitten er nu nog in de map WINDOWS? Hoeveel items? d. Zorg dat ook de verborgen bestanden niet meer weergegeven worden. Hoeveel mappen zitten er nu in de map WINDOWS? Hoeveel items? e. Zet alle instellingen terug in hun oorspronkelijke toestand. 9. Bestanden registreren Klikken of dubbelklikken op een bestandsnaam opent dat bestand in een geschikte toepassing, meestal het programma waarmee dat bestand gemaakt is. Geregistreerde bestanden zijn bestanden waarvan Windows automatisch weet, aan de hand van de extensie, met welk programma ze geopend moeten worden. Windows houdt hiervoor een lijst van extensies bij samen met de naam van het bijbehorende programma waarmee het bestand geopend moet worden. De extensie van een bestand wijzigen betekent dat Windows dat bestand met een ander programma zal openen. a. Kies opnieuw EXTRA, MAPOPTIES en klik op de bladtab BESTANDSTYPEN. Hier wordt een lijst getoond van alle geregistreerde bestandstypen. Dit wil zeggen dat voor elke extensie die in de lijst opgenomen is, genoteerd wordt met welke toepassing een bestand met die extensie geopend moet worden. Door te klikken op de kolomnaam kun je de lijst sorteren volgens extensies of volgens bestandstypen. b. Zoek het type MICROSOFT-ACCESS TOEPASSING. De extensie van dit type is MDB. Dubbelklikken op een bestandsnaam met deze extensie start het programma MSACCESS. c. Welke extensie hoort bij een LETTERTYPEBESTAND? Als je op de knop WIJZIGEN klikt zie je met welke toepassing zo’n bestand geopend wordt. Dikwijls zijn er meerdere toepassingen waarmee dat bestand geopend kan worden. Welke toepassingen? d. Welke extensie hoort bij een MICROSOFT-WORD DOCUMENT? Welke toepassing wordt hiermee opgestart? e. BMP, Bitmapafbeeldingen worden standaard door de Windows-viewer geopend. 10. Een registratie wijzigen Soms gebeurt het dat dubbelklikken op een bestandsnaam helemaal niet meer het pro46



gramma opent dat normaal geopend zou moeten worden. De reden is dat de registratie gewijzigd is, meestal doordat je een nieuw programma geïnstalleerd hebt. a. Maak een eenvoudige tekening in Paint en bewaar ze in je werkmap als TEST.BMP. b. BMP-bestanden worden door de Windows-viewer geopend en dat wil je wijzigen zodanig dat die bestanden altijd in Paint geopend worden. Ga terug naar de Verkenner en kies MAPOPTIES, BESTANDTYPEN. Zoek de BMPextensie, kies WIJZIGEN en kies PAINT als programma. Open opnieuw TEST.BMP via dubbelklikken. Wordt nu Paint geopend?

TIP

Als het programma niet in de lijst voorkomt dan kun je het via BLADEREN gaan zoeken.

TIP

Het kan nog eenvoudiger: open de Verkenner en selecteer een bestand. Roep via de rechtermuisknop een snelmenu op en kies daarin OPENEN MET en vervolgens PROGRAMMA KIEZEN. Hetzelfde venster als in de bovenstaande figuur verschijnt.

11. De actie na dubbelklikken wijzigen Meestal wordt na dubbelklikken het bestand geopend in het programma waarmee het geregistreerd is. Die actie kan gewijzigd worden a. Ga terug naar de Verkenner en kies MAPOPTIES, BESTANDTYPEN. Zoek de DOC-extensie, kies GEAVANCEERD.



47

b. De standaard actie is OPENEN. Wil je dat na dubbelklikken het document automatisch afgedrukt wordt, kies dan de optie AFDRUKKEN. Laat de oorspronkelijke instelling staan. 12. Meerdere versies van een bestand met een andere extensies bewaren Open BUREAU-ACCESSOIRES, KLADBLOK. Typ een klein stukje tekst in en bewaar het achtereenvolgens als TEKST.TXT, TEKST.XLS, TEKST.DOC en TEKST.BMP in je werkmap. Open deze bestanden via de Verkenner. Een document met dezelfde inhoud wordt door verschillende programma’s geopend. Met welk bestand lukt het niet?

4.7

Nieuwe mappen maken Werkwijze: • Klik in het linkervenster op de map waarin je een nieuwe map wilt maken; • Kies in de menubalk BESTAND, NIEUW en klik vervolgens op MAP; De nieuwe map wordt weergegeven met een tijdelijke naam. De tijdelijke naam is altijd nieuwe map. • Typ een naam voor de nieuwe map en druk op ENTER. TIP

Als de muiswijzer in het rechterscherm staat kun je met de rechtermuisknop een snelmenu oproepen met daarin de optie NIEUW, MAP. Je voegt dan een map toe in de huidige geopende map. De inhoud van een snelmenu is contextgevoelig: dit wil zeggen dat de inhoud van het pop-upmenu afhankelijk is van de taak waarmee je bezig bent.

Opdrachten 13. Een mappenstructuur op station [A:] ontwerpen a. Steek een diskette in station [A:], open de Verkenner en klik in het linkervenster op de map 3,5” DISKETTE [A:] b. Kies op de menubalk BESTAND, NIEUW en klik vervolgens op MAP. c. Verander nieuwe map in TESTMAP en druk ENTER. d. Maak binnen TESTMAP nog drie andere mappen: HOBBY, SCHOOL en SPEL. Maak in elk van deze drie mappen nog een onderverdeling in DATA en PROGRAM. e. Sluit de VERKENNER.

48



14. Maak op de harde schijf, in de map STUDENT, een eigen werkmap. Noem deze map bijvoorbeeld “5BI” of “5BI TOM STREVERS”. 15. Het document A:\OEFEN\WORD\MOPJE.DOC vanuit Word openen a. Open de tekstverwerker WORD, kies BESTAND, OPENEN. b. Zoek vervolgens het document MOPJE.DOC op het diskettestation [A:] in de map \OEFEN\WORD en open dit document.

c. Sluit WORD. 16. Een Word-document in de map A:\SCHOOL\DATA bewaren a. Open de tekstverwerker WORD, tik een kleine tekst in en bewaar het resultaat onder de naam “Brief” in de map A:\SCHOOL\DATA.

b. Sluit WORD en controleer met de VERKENNER of de brief in de gewenste map zit. Wat is de extensie van “Brief”, wat is de grootte van “Brief”?



49

Besluit De Verkenner is het werkinstrument bij uitstek om de schijven te structureren en te verkennen. Via het systeem van een mappenstructuur is het niet moeilijk om de bestanden te organiseren en achteraf ook terug te vinden. De Verkenner wordt meestal in de detailweergave geopend omdat dan veel informatie over de bestanden gegeven wordt. In dat geval toont hij de volgende eigenschappen: de naam, de grootte, het type, het tijdstip van wijziging en het kenmerk. Een bestandsnaam bestaat uit de eigenlijke naam en meestal nog een extensie van drie letters. Het is aan de hand van deze extensie dat Windows automatisch de toepassing waarmee het bestand gemaakt is kan opstarten. In dat geval spreekt men van een geregistreerd bestandstype. De plaats van een bestand wordt door een pad aangegeven. Een pad begint altijd met een stationsletter of een stationsnaam, gevolgd door de verschillende mappen die je tegenkomt om tot het bestand te komen. De mappen zijn door een backslash van mekaar gescheiden. Nieuwe mappen kun je aanmaken via de menubalk in de Verkenner of via een snelmenu dat je vanuit het rechtervenster oproept. Het is mogelijk om de Verkenner zo in te stellen dat bepaalde bestanden zoals systeembestanden, verborgen bestanden, … niet op het scherm getoond worden, of dat de extensies niet getoond worden, …

Wat je moet kennen en kunnen: • • •

nieuwe mappen aanmaken; een harde schijf organiseren en beheren; orde, systematiek en transparantie nastreven binnen de organisatiestructuur van een externe gegevensdrager.

Opdrachten 17. 18. 19. 20.

50

Wat is een bestand? Wat is een geregistreerd bestandstype? Waar kun je die registratie wijzigen? Zoek met de Verkenner het meest recente en het oudste bestand in de map WINDOWS. Maak in je werkmap (C:\student\5BI) de volgende mappenstructuur met de volgende bestanden:



Info-books. Toegepaste Informatica. Deel 30 : Systeembeheer met Windows XP en internet HO30. Jos Gils Erik Goossens

Recommend Documents