Dit talentenwerkboekje is van jou. Door dit boekje leer je jezelf steeds beter kennen. Want zeg nou zelf; ken jij iemand precies zo als jij? Jij bent uniek op deze wereld, van jou is er maar een! En dat gaan we vieren!
In dit boekje leer je wat je talenten zijn en wat je ermee kunt doen! Wanneer je weet waar je goed in bent, kun je dat gebruiken bij het leren op school en thuis. Ook krijg je allemaal opdrachten waarbij je over jezelf na gaat denken. Veel plezier op je ontdekkingstocht naar jezelf!
©
2
Opdracht: Kijk eens goed naar deze foto en schrijf er onder wat je precies ziet.
Ik zie……..
Waarschijnlijk heb je “kikkers” opgeschreven. Maar heb je wel eens goed naar deze kikkers gekeken? Ze lijken totaal niet op het beeld van een “normale” kikker. Ze hebben mooie kleuren, verschillende soorten ogen en poten. Ze zijn anders…… maar allemaal bijzonder! Denk nu eens aan de kinderen in je klas. Het zijn allemaal kinderen, maar ze zien er allemaal anders uit. Ze denken verschillend en hebben andere eigenschappen. Ieder mens is anders… maar allemaal bijzonder! Jij gaat ontdekken wat JOU bijzonder maakt! ©
3
©
4
Omdat alle mensen anders zijn, hebben ze ook allemaal andere eigenschappen waar je ze aan kunt herkennen. Misschien zit er wel een kind in jullie klas die heel goed kan gymen, dat weten jullie allemaal. Of is er misschien een kind dat goed kan tekenen, of een kind dat goed kan helpen bij het oplossen van problemen. Omdat jij niet dezelfde bent als een ander, vind je ook andere dingen belangrijk. Iedereen mag een eigen mening hebben. Jij mag zelf bepalen wat jij vindt.. Soms is het moeilijk om te bedenken wat er nu echt toe doet, wat echt belangrijk is. Maar als iedereen hetzelfde dacht en deed, dan zou het wel een beetje saai worden, denk je niet? Wat vind jij belangrijk in je leven? Denk hier maar eens over na: Opdracht: “Wat vind ik belangrijk?” Op de volgende bladzijde staan 18 eigenschappen of vaardigheden. Zet ze goed op een rij op volgorde van belangrijkheid. Zet een 1 bij de uitspraak die jij het belangrijkst vindt en nummer zo verder tot 18. Alle antwoorden zijn goed; het gaat erom wat jij denkt en vindt! Als je klaar bent, praat er dan over met een klasgenootje. Doe dit met de werkvorm “Denk-tweetal vertel”. Dat betekent dat eerst nr. 1 vertelt en nr.2 luistert en daarna de rollen worden omgedraaid. Zorg dat je tijdens de nabespreking kunt vertellen wat je maatje belangrijk vindt. Let op: probeer je in te leven in de ander en de dingen die hij/ zij vertelt te respecteren. Iedereen is anders en dat mag!
JOEPIE! Wij zijn anders!
©
5
Dit vind ik belangrijk!! o Veel geld verdienen o Tijd doorbrengen met mijn gezin o Gelukkig zijn o Een lang en gezond leven leiden o Veel vrienden hebben o Een goede muzikant zijn o Goed voor dieren zorgen o Anderen blij en gelukkig maken o Geloven in God o Geliefd te zijn bij anderen o Uitblinken in sport o Goed kunnen lezen en schrijven o Goede punten halen op school o Anderen helpen o Goed voor het milieu zorgen o Anderen aan het lachen maken o Hard werken o De beste zijn
©
6
Opdracht: Het teaminterview Deze opdracht doe je in groepen van 4. Je gaat elkaar interviewen met onderstaande vragen. Nummer je teamleden 1 t/m 4. 1 interviewt 2 en andersom 3 interviewt 4 en andersom. Daarna doe je “rondpraat”: nr. 1 vertelt over de antwoorden van 2, nr. 2 vertelt over de antwoorden van 2, nr. 3 over 4 en nr. 4 over 3.
Ik stel de vragen aan: __________________
1. Als je iets mocht veranderen op school, wat zou dat dan zijn en waarom? ____________________________________________________________________ ______________________________________________________________ 2. Stel je mag een dag een dier zijn, welk dier zou dat dan zijn en waarom? ____________________________________________________________________ ______________________________________________________________ 3. Stel je moest jezelf in 1 woord beschrijven, welk woord zou dat dan zijn en waarom? ____________________________________________________________________ ______________________________________________________________ 4. Als je 1 miljoen euro zou winnen, wat zou je er dan mee doen? ____________________________________________________________________ ______________________________________________________________ 5. Als er iets aan jezelf mocht zijn wat je zou kunnen veranderen, wat zou dat zijn en waarom? ____________________________________________________________________ ______________________________________________________________ 6. Als je een wens mocht doen, welke zou dat dan zijn en waarom? ____________________________________________________________________ ______________________________________________________________
©
7
Opdracht: Wat zijn jouw favorieten? Schrijf in onderstaande vakken op wat jouw favorieten zijn. Als je klaar bent zoek je jouw maatje op en zoeken jullie samen naar overeenkomsten. Heb je er een gevonden.. probeer dan om de beurt zo precies mogelijk aan elkaar uit te leggen waarom dat woord jouw favoriet is.
Sport
Vak op school
Kleur
Hobby
Seizoen
Bloem
Lied
Popgroep
Boek
Film
Dier
Dag van de week
©
8
Nu je jezelf wat beter kent, gaan we een stapje verder. Kijk eens goed naar de foto van de meneer hieronder.
Dit is meneer Howard Gardner. Hij komt uit Amerika. Als beroep is hij psycholoog en hij weet een heleboel over hersenen. In 1983 heeft hij na lang onderzoek een belangrijke ontdekking gedaan. Over die ontdekking gaat dit talentenboekje. Ga hier maar eens goed voor zitten! Meneer Gardner ontdekte dat mensen en kinderen op verschillende manieren slim zijn. Dat komt doordat alle mensen anders zijn. Howard Gardner leerde dat alle mensen slim zijn op hun eigen manier. Je moet dus eigenlijk niet vragen: “Hoe slim ben jij?” maar “Hoe ben jij slim?” De manier waarop jij slim bent noemen we “talenten”. Dat woord ken je misschien. Iedereen heeft zijn eigen talenten. Een talent is iets wat je graag doet en/of wat je goed kunt. Howard Gardner zegt dat ieder mens 8 talenten kent. Professors en geleerden noemen dat met een duur woord: Meervoudige Intelligentie of kort gezegd: MI. Maar wij zeggen gewoon “talenten”.
©
9
Hieronder staan de talenten een keer op een rijtje:
Woordslim Denkslim Beeldslim Lichaamslim
Muziekslim Natuurslim Mensenslim Zelfslim
Goed nieuws: iedereen heeft ze! En deze talenten kun je ook allemaal ontwikkelen! Dus genoeg kansen voor iedereen! Meneer Gardner heeft erg lang onderzoek gedaan om deze 8 talenten te ontdekken. Sinds zijn ontdekking in 1983 heeft hij hier al veel boeken over geschreven en zijn veel mensen aan de slag gegaan met de 8 talenten. Maar zijn onderzoek heeft in al die jaren niet stil gestaan en hij heeft sinds kort het idee dat er nóg 4 nieuwe talenten bestaan, namelijk: Culinairslim (kookslim) Mechanischslim (techniekslim)
Spiritueelslim Filosofeerslim
Maar omdat hij hier nog meer over te weten wilt komen voordat andere mensen er echt mee kunnen gaan werken gebruiken we deze talenten nu nog niet. We zullen in dit talentenboek alleen aan de slag gaan met de eerste 8 talenten. In dit boekje ga je jouw eigen talenten dus ontdekken. We vinden het op onze school belangrijk om te kijken naar wat je goed kan. Als je namelijk weet op welke manier je slim bent, kun je hier gebruik van maken. En dus kun je bij het leren en ook bij het buiten spelen gebruik maken van je talenten! En leer je weer dubbel zoveel! Hoe dat moet, dat leer je later! Kijk, hier zie je de talenten in een cirkel! Hebben jullie ook al een talentencirkel in de klas ophangen?
©
10
Nieuwsgierig geworden? Nu gaat het echte werk beginnen! We gaan de talenten verkennen. Dat betekent dat we gaan kijken wat de talenten betekenen en wat er allemaal bij hoort. Dat is belangrijk om te weten. Straks ga je namelijk je eigen talenten onderzoeken. Misschien ontdek je deze les weer nieuwe dingen over jezelf. Wel eens gehoord van verborgen talenten?? Opdracht: De cirkelpunt Nodig: 8 grote cirkelpunten Stiften Tijdschriften Lijm en scharen In het vorige hoofdstuk hebben we het al over de talentencirkel gehad. Waarom denk je dat we de talenten in een cirkel leggen? Dat doen we omdat ze bij elkaar horen. Straks krijg je in een groepje van 3-4 kinderen een grote papieren cirkelpunt. De cirkelpunt is helemaal leeg. Er staat alleen de naam op van een talent. In je groepje ga je overleggen en nadenken wat er bij dat talent kan horen. Je mag de dingen die je bedenkt opschrijven in de punt, maar je mag ze ook tekenen. Het is ook prima als je plaatjes uit tijdschriften wil gebruiken. Plak ze er maar bij! Na een tijdje hoor je een wisselsignaal. Je mag de cirkelpunt laten liggen en naar een volgende punt vertrekken. Kijk goed wat het vorige groepje daar gedaan heeft. Misschien kun je er nog dingen bij verzinnen? De juf of meester bekijkt zelf goed hoe vaak er nog gewisseld wordt. Misschien is er wel meer tijd nodig in een andere les om de punten helemaal af te krijgen. Vervolgens is het tijd om midden in de klas de cirkelpunten bij elkaar te leggen. Met je groep presenteer je het talent van de cirkelpunt die je als eerste had. Vertel maar wat jullie denken dat dit talent inhoudt. Hang daarna de punten op een zichtbare plek op in de klas. ©
11
Er zijn nog meer opdrachten te bedenken om de talenten te leren kennen. Je kunt hier uit kiezen. 1. Mindmaps maken Maak op grote gekleurde vellen mindmaps van de talenten. Neem met een groepje kinderen een talent voor je rekening. Denk aan de afspraken bij het mindmappen: gebruik kleur, tekst en plaatjes. Je kunt ook de handleiding voor mindmappen uit het boekje “Lessen over denken” gebruiken. Presenteer je talent als je klaar bent voor de klas. Zorg dat je in elk geval de volgende takken in je mindmap noemt: - De betekenis - Beroemde personen - Beroepen - Hoe kun je het leren Hang de mindmaps op in de klas zodat iedereen ze kan bekijken.
Voorbeeld van een mindmap. (alle takken hebben de vorm van hoefijzers)
©
12
2. Voorwerpen en foto’s in de cirkel Als de talentencirkel in de klas ophangt, kun je er veel spelletjes mee doen om de talenten te leren begrijpen. In dit boekje noemen we er twee: Voorwerpen Sta met alle kinderen in een kring om de cirkel. De leerkracht spreekt een tijd met jullie af, bijv. 2 minuten. In die tijd ga je twee voorwerpen kiezen uit de klas. Het is de bedoeling dat je goed nadenkt in welke cirkelpunt je voorwerp hoort. Bijv. een voetbal, die leg je bij het talent lichaamslim. Als alle voorwerpen liggen ga je aan elkaar vertellen wat je gekozen hebt en waarom je het bij een bepaald talent hebt gelegd. Daarna komt de volgende stap. Iedereen mag een voorwerp van een ander uit de cirkel pakken en het in een andere cirkelpunt, bij een ander talent leggen, waar het ook zou kunnen. Daar kun je ook weer over praten. Op die manier leer je de talenten snel en goed kennen. Foto’s Zorg ervoor dat je allemaal een foto van jezelf bij je hebt, bijvoorbeeld een pasfoto. De foto’s worden verdeeld. Je krijgt een foto van een klasgenootje. Het is de opdracht dat je de foto van je klasgenootje bij het talent legt waar jij van denkt dat hij/zij sterk is. Dus goed nadenken! Als de foto’s liggen mag iedereen vertellen welke foto dat hij/zij had en waarom die foto bij een bepaald talent gelegd is. Degene waarvan de foto is mag daarna vertellen of het klopt en waarom. Op die manier leer je niet alleen je eigen talenten kennen, maar ook die van je klasgenoten! Je kunt ook een stapje verder gaan: denk eens aan je vader, moeder, opa, opa, vriendje, vriendinnetje, juf, meester, trainer of muziekjuf. Bij welk talent horen de foto’s van deze mensen? ©
13
Je weet nu precies wat de talenten betekenen. En waarschijnlijk heb je ook al zo’n beetje bedacht waar jouw sterke talenten liggen. Je gaat zo meteen jouw talentenroos inkleuren. Maar voordat je daaraan gaat beginnen: EERST EVEN DIT…. Luister heel goed, dit is heel belangrijk! Zoals je weet zijn alle mensen anders, denk nog maar eens terug aan de kikkers. De een kan goed tekenen, de ander is goed in gym of taal. Dat is leuk en op die manier kunnen we elkaar goed helpen. Je zult merken dat je ook wel eens dingen tegen komt waar je niet zo goed in bent. Of dingen die je echt niet leuk vindt. Het is nooit echt leuk om te denken aan dingen die je niet zo goed kan. Dat gaan we ook echt niet lang of vaak doen, hoor! Het is wel knap om gewoon eerlijk te zeggen: “dat vind ik nog moeilijk”… Er bestaan geen mensen op de wereld die overal goed in zijn of alle dingen goed kunnen. Je mag dus best wel eens zeggen: “dit lukt me nog niet zo goed…” Dat is helemaal niet gek of raar. Eigenlijk is dat juist dapper en knap. Want dan weet je dus wel waar je nog aan kunt werken om nog knapper te worden dan je al bent. Je hoeft je hier zeker niet voor te schamen! Zo, nu ben je er helemaal klaar voor. Je gaat je eigen roos inkleuren. De roos van JOUW talenten. In deze roos kun je zien welke talenten bij jou horen.
©
14
Het inkleuren van de roos gaat zo: Je hebt in de vorige lessen geleerd wat de talenten inhouden. Toen heb je ook al een nagedacht over jezelf en de talenten. Je hebt beroemde personen, beroepen en andere bijzonderheden van de talenten leren kennen, mindmaps en collages gemaakt. Je weet wat je belangrijk vindt in je leven. En hebt ook al een idee over wat jouw sterke en minder sterke talenten zijn. Nu kijk eens even naar de rozen hieronder. Links staat de roos van Daan. Eerst heeft hij heel goed nagedacht over zichzelf en de talenten. Toen is Daan gaan inkleuren. Bij elk talent heeft hij een andere kleur gebruikt. Je ziet dat hij erg natuurslim is. Daar heeft hij veel ingekleurd. Hij vindt zichzelf niet zo zelfslim en ook niet zo beeldslim. Wat knap van hem, dat durft hij gewoon te laten zien! De roos van zijn klasgenootje Julia is heel anders. Julia is erg woordslim. Maar zij heeft weinig gekleurd bij natuurslim. Nu de kinderen dat van elkaar weten, kunnen ze elkaar helpen. Handig!
©
15
Even checken of je er echt, écht klaar voor bent. Opdracht: Beantwoord de volgende vragen om te controleren of je de roos kunt inkleuren. 1. Wat is een talent? Wat weet je er allemaal van? Wat heb je erover geleerd? ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ 2. Hoe ben jij slim? Mijn talent is _____________________________________ Waar merk je dat aan? ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ Hoe kunnen anderen zien dat jij daar goed in bent? ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ 3. Welk talent vind je niet zo leuk of nog moeilijk? _________________________________________ Waar merk je dat aan? ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________
©
16
In de punten van de roos zie je de namen van de talenten staan. Het is de bedoeling dat je bij elk talent goed nadenkt hoe goed jij er in bent. Je kleurt altijd vanuit het midden naar buiten. Hoe meer je kleurt hoe groter je talent is. Het is een goed idee om in de klas te praten over het volkleuren van een cirkelpunt. Sommige kinderen doen dit meteen, wanneer ze vinden dat ze ergens goed in zijn. Denk hier goed over na, want een talent is groot! Wanneer je een muziekinstrument bespeelt betekent dat niet dat je alles al kunt van het talent muziekslim. Kun je ook zingen? Kun je ook noten lezen? Kun je ook muziekstukken componeren? Oeps….. Denk dus goed na, voordat je kleurt. Na het inkleuren worden de rozen op een mooie plek in de klas opgehangen. Zo kun je elke dag zien op welke manier je klasgenootjes “slim” zijn. Het is ook een goed idee om samen in groepjes over je roos te praten. Zo leer je elkaars talenten te waarderen!
Kleur nu je roos!! Veel succes!
Kijk nog maar eens goed naar je roos. We gaan nu een hele tijd proberen om te werken met je talenten. We gaan ze gebruiken om het leren makkelijker te maken. Want nu je weet hoe je slim bent, kun je daar maar beter gebruik van maken! Ook gaan we proberen om je sterke talenten te gebruiken om je iets minder goede talenten beter te laten worden. Dit klinkt heel moeilijk misschien, maar het wordt erg leuk.
Over een tijdje gaan we de roos weer opnieuw inkleuren. Dan kun je zien of het gelukt is om sommige talenten nog sterker te ontwikkelen. ©
17
Het echte werk!! Nu je precies weet hoe je slim bent, gaan we aan de slag. Waarschijnlijk vraag je je af: “leuk, die roos, maar wat kan ik ermee?” Dan moet je nu even goed opletten. Herinner je je meneer Howard Gardner nog? Dat was de bedenker van de talenten. Hij bedacht bij de talenten nog 2 dingen die je ermee kon doen. Natuurlijk zijn die woorden in het Engels, want meneer Gardner kwam uit Amerika. Probeer eens of je ze kunt uitspreken: Matchen (spreek uit: metschjuh) en stretchen (spreek uit: stretschuh) Even uitleggen wat dat betekent: Kijk naar dit plaatje. Wat zie je? Deze meneer heeft een heel groot talent. Dat is leuk voor deze meneer. Wanneer deze meneer gaat matchen, zal het nog leuker voor hem worden.
Matchen betekent je talent gebruiken om een talent waar je nog niet goed in bent te verbeteren.
Voorbeeld: Timo is niet zo denkslim. Hij heeft veel moeite om de breuken te begrijpen. Hij is wel heel erg muziekslim. Hij kan liedjes onthouden als de beste! Timo gaat zijn talenten denkslim en muziekslim matchen. Hij heeft daarvoor een breukenliedje bedacht en uit zijn hoofd geleerd. Op het laatste proefwerk van rekenen haalde hij een heel goed punt! Dat is matchen…. Snap je!?
©
18
Kijk nu maar eens goed naar dit plaatje. Wat zie je?
De hersenen van deze meneer zijn aan het oefenen. Het lijkt wel een sportschool voor de hersenen! Kijk eens hoe stevig en gespierd zijn brein wordt. Misschien weet je wel dat wanneer je iets heel goed oefent, je er beter in wordt. Denk bijvoorbeeld aan de tafeltjes. Wanneer je ze vaak oefent, kun je ze steeds sneller zonder fouten opzeggen. Dat geldt ook voor de talenten. Die kun je ook trainen.
Wanneer je een talent gaat oefenen dan heet dat stretchen.
Nou, je weet dus wat matchen en stretchen is. Nu wordt het ook tijd om dat te gaan doen. Een oefenwerkblad staat op de volgende bladzijde.
©
19
Werkblad matchen en stretchen: Beschrijf de natuur Door dit werkblad leer je de volgende dingen: Oefenen van natuurslim door gebruik te maken van woordslim. (matchen) Of…. Oefenen van woordslim door gebruik te maken van natuurslim. (matchen) Of… Woordslimmer worden. (stretchen) Of… Natuurslimmer worden. (stretchen) Opdracht: Beschrijf de natuur Ga naar buiten en zoek iets uit de natuur. Bijvoorbeeld een blad dat van een boom is gevallen. Beschrijf het blad zo goed mogelijk (met potlood). Beschrijf op de regels hieronder de kleur, hoe het aanvoelt, de geur, de vorm en alle andere details die je ziet, hoort, voelt, proeft of ruikt. Zoek dan een maatje op en lees je beschrijving aan hem/haar voor. Luister goed naar zijn/haar commentaar en probeer je beschrijving nog beter te maken. _________________________________________________ _________________________________________________ _________________________________________________ _________________________________________________ ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________ ____________________________________________________________________
©
20
Een prima manier om te matchen en te stretchen zijn de kieskisten. Dit zijn een soort talenten-kisten.
Kieskistkast
Hierboven zie je een voorbeeld van een “kieskistkast”. Op elke kist staat een etiket met de naam van het talent, bijv. woordslim. In de kist vind je allemaal materialen en werkbladen om met het talent woordslim te matchen en te stretchen. Hiernaast zie je een ander voorbeeld van een kieskistkast. Hij heet de “talententuin”. Met b.v. de natuurslimme kaart kun je ergens anders in de klas de bijhorende kist vinden. Zo zie je dat een kast er anders uit kan zien maar op dezelfde manier werkt.
Talententuin
Wanneer de kisten gevuld zijn kan er “kieskist-les” plaatsvinden. In deze lessen kies je voor een kist omdat je het leuk vindt of omdat je er beter in wil worden. Maar voordat die les plaatsvindt, moeten de kisten eerst gevuld worden! Daar gaan we nu werk van maken! ©
21
Stap 1: mindmaps Bedenk in groepen allemaal spullen die je zou kunnen gebruiken om de kisten te vullen. Schrijf de spullen op in een mindmap. Neem hiervoor 8 vellen en schrijf op elk vel een talent. Ga in groepjes langs de vellen en vul de vellen steeds verder aan met ideetjes. Op het eind verdeel je de taken. Wie neemt welke spullen mee? Maak een lijstje voor jezelf, zodat de kisten zo snel mogelijk vol raken. Sommige spullen kunnen in meerdere kisten. Stap 2: Wat heb jij meegenomen? Wanneer iemand iets meebrengt voor in de kist, mag hij/zij dat kort in de klas presenteren. Vertel wat het is en hoe je verwacht dat anderen met het materiaal omgaan. Vergeet ook niet te beslissen in welke kist het materiaal hoort en waarom! Stap 3: De klappers vullen Bij elke kist hoort ook een klapper. De juf/meester zal hier de werkbladen van het boek Meervoudige intelligentie in ordenen. Maar jullie kunnen ook zelf werkbladen maken! Verzin bijvoorbeeld een moeilijke woordzoeker of een spannende natuurquiz, maak er een antwoordblad bij… en klaar! Denk ook eens aan het maken van een spel of zelf gecomponeerd muziekstuk! Stap 4: Nieuwe ideeën nodig? Zijn de kisten bijna vol? Nog even verzamelen! Maak gebruik van het lijstje op de volgende pagina. Daar staan misschien nog goede ideeën op. De kieskist-les begint pas op het moment dat de kisten vol zijn!
©
22
Stap 5: En nu aan de slag: Kieskist-les! Neem nu je talentenroos en het formulier Kieskist-les erbij. Bekijk goed aan welk talent je wil gaan werken. Bedenk of je met een kist wil werken omdat je het leuk vindt of omdat je er beter in wil worden. Schrijf dit ook op het formulier. Stap 6: De Roos Na een tijdje gewerkt te hebben met de kieskisten gaan we weer kijken naar je roos. Je mag opnieuw nadenken over je talenten. Zijn er dingen veranderd? Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat je nu merkt dat je de vorige keer teveel of te weinig hebt ingekleurd. Misschien heb je wel zo hard geoefend aan een talent, dat je meer kunt kleuren. Je bent dan vooruitgegaan. Dat is geweldig, natuurlijk! Misschien ben je er ook wel achter gekomen dat je jezelf bij een ander talent iets te hoog had ingeschat. Dat is ook geweldig knap. Dat betekent dat je al heel goed naar jezelf kunt kijken. Misschien kom je er wel achter dat je vooral gewerkt hebt aan dingen die je leuk vindt. Probeer in de toekomst dan ook eens te kiezen voor een talent waar je beter in wil worden. Voordat je gaat kleuren, blader even terug in dit boekje en lees nog eens de informatie die bij de roos hoort. Dan weet je zeker dat je het goed doet! Ben je klaar met kleuren, dan mag je gaan bedenken wat je plannen voor de toekomst zijn. Aan welke talenten ga je de komende tijd werken?
©
23
* De bolletjes?: -een L als je de activiteit kiest omdat je het leuk vindt. -een B als je de activiteit kiest omdat je er beter in wilt worden.
TALENT Woordslim Denkslim Beeldslim Lichaamslim Muziekslim Natuurslim Mensenslim Zelfslim
datum – – activiteit
datum – – activiteit
datum – – activiteit
datum – – activiteit
datum – – activiteit
datum – – activiteit
datum – – activiteit
Voor leerkrachten: Ideeën voor de inhoud van de kieskisten + in te kleuren rozen
Verbaal/linguïstische intelligentie
WOORDSLIM
Om te lezen
Om te schrijven
Om te luisteren
Spelletjes
Computer
tijdschriften encyclopedieën kranten
gelinieerd papier letterkaarten lettersjablonen
boeken op cd hoofdtelefoon opnamemateriaal voor eigen verhalen
boggle galgje lingo
taalsoftware typecursus
woordenboeken leesboeken poëzie
markeerstiften schrijfmateriaal materiaal om boekjes te maken stiften typemachine woordzoekers
stripboeken
scrabble
Logisch/mathematische intelligentie Leermiddelen
Leermiddelen
blokken breukenstaven geometrische figuren knopen lego magneten melkdoppen microscoop en glaasjes Cijfers
rekenmachines rekenstrengen getallenlijn
DENKSLIM Om te meten
gradenboog kompas klokken en horloges sorteerbakjes linialen sorteerverzamelingen maatbekers spiegeltjes meetlint tangram thermometer sudoko’s weegschaal stopwatch
Spelletjes
Computer
cluedo memory monopoly
rekensoftware logisch denken www.rekenweb.nl
puzzels rummikub triviant dammen schaken
Visueel/ruimtelijke intelligentie
BEELDSLIM
Kunst & knutselen
Kunst & knutselen
Om te kijken
Spelletjes
Computer
tape
scharen
diakijkertjes
3D programma’s
constructiepapier (glitter)lijm klei katoenen ballen naald en draad kleurpotloden klittenband knopen sponsjes stempels veren verf en kwasten vilt vloeipapier
markers mozaïektegels nietmachines plakband scharen paperclips schildersezel sjablonen waterverf ecoline wol kroontjespen oostindische inkt place-mats
kaarten kunstkaarten kalenders posters dvd’s kunstboeken ansichtkaarten
magnetisch tekenbord pictionary puzzels
Natuurgerichte intelligentie
tekensoftware Microsoft Paint
NATUURSLIM
Natuur in de klas Natuur in de klas
Om te kijken
Wetenschap Computer & observeren
bladeren
boeken over de natuur posters DVD’s
aantekenboeken Google
bloemen planten dieren insecten schelpen stenen bak met kriebelbeestjes determinatiekaarten
bekers camera microscoop petrischaaltjes potten vergrootglas verrekijkers pincet
©
26
Muzikaal/ritmische intelligentie
MUZIEKSLIM
Om te luisteren
Om te doen
Instrumenten
Spelletjes
Computer
cd’s
notenpapier
stoelendans
hoofdtelefoons
geluidenkokers
diverse instrumenten handleidingen om instrumenten zelf te maken
audioeffecten muzieksites
liedjesboeken
zelf een rap maken 3x3=9
Lichamelijke/kinesthetische intelligentie
LICHAAMSLIM
Rekwisieten
Sportbenodigdheden
Spelletjes
Computer
handpoppen
ballen
Twister
bijna alle videospelletjes; oog-hand coördinatie
verkleedkleren vingerpoppetjes tafelpoppenkast spelregels van diverse sporten.
stopwatch blokken touw pingpong springtouwen klossen
©
27
Interpersoonlijke intelligentie
MENSENSLIM
Biografieën
Spelletjes
kaartjes conflicten oplossen leerlingkiezer rollenspelkaarten verjaardagskalender vriendenboekje uitnodigingen gesprekskaarten
gezelschapspelletjes e-mailen teamspelletjes
Intrapersoonlijke intelligentie
Computer chatten gastenboeken forum
ZELFSLIM
Autobiografieën
Spelletjes
dagboeken gevoelskaarten gevoelsposters onderscheidingen oordopjes spiegel Zelfwaarderingskaarten meditatiemuziek
patience
©
Computer
28
MI
©
29
MI
©
30
MI
©
31
MI
©
32