--
Pelgrimeren langs Utrechtse kerken
I
n de middeleeuwen kende Utrecht een aantal bedevaartsplaatsen. De kathedrale kerk van Sint Maarten, onze huidige Domkerk, met relieken van Sint Maarten en andere heiligen. Het graf van bisschop Bernold in de Pieterskerk. De graven van de heilige Utrechtse bisschoppen in de nu verdwenen Sint Salvatorkerk (Domplein). Het Mariabeeld in de Buurkerk (toegewijd aan Maria de Mindere). En de relieken van Sint Machutus in de Jacobikerk tegen onvruchtbaarheid. Daarnaast waren er vele pelgrims die, op weg naar Santiago de Compostella, de Jacobikerk aandeden en hier, in Utrecht, overnachtten. De reformatie maakte (officieel) een einde aan deze bedevaarten.
Colofon / verantwoording
Deze Pelgrimspas wordt u aangeboden door de Utrechtse binnenstadskerken. Al jaren openen de Utrechtse binnenstadskerken in de zomermaanden juli, augustus en september (tot Monumentendag) hun deuren voor Kerken Kijken Utrecht, zodat belangstellenden deze bijzondere gebouwen goed kunnen bekijken. Gidsen van Kerken Kijken Utrecht zijn ter plaatse aanwezig om, indien u dat wenst, uitleg te geven over het kerkgebouw. De betrokken kerkgemeenschappen leveren sinds een aantal jaren een eigen thematische bijdrage aan het project Kerken Kijken Utrecht. Daarin wordt vooral een levensbeschouwelijk spiritueel aspect van het kerkgebouw belicht. Deze kerken zijn veelal vanuit een religieuze visie gebouwd en vormgegeven en worden tot op de dag vandaag meest ‘bewoond’ door deze kerkgemeenschappen. De werkgroep ‘Kerk in de City’, een samenwerkingsverband van de betrokken kerken is verantwoordelijk voor de uitvoering van de thematische bijdrage. De Pelgrimspas is tot stond gekomen in een samenwerkingverband met Kerken Kijken Utrecht en met financiële steun van kerkelijke fondsen Het gebruik van teksten uit deze pas behoeft toestemming van Kerk in de City. Verdere informatie op: www.kerkenkijken.nl en www.protestant-utrecht.nl, waar deze pas ook in digitale vorm te vinden is. teksten: Chris van Deventer Vormgeving: Caroline Hogervorst, chontwerp.nl --
Vandaag de dag is pelgrimeren weer ‘in’. Het heeft nu vooral een bezinnend en meditatief karakter. Het op weg gaan zonder de beslommeringen van alle dag en toch een einddoel voor ogen hebbend. Dat einddoel is soms ver weg en de weg erheen is moeilijk en lang, maar levert ook verrassende ontdekkingen op. De pelgrim komt onderweg zichzelf tegen, maar wordt ook gelouterd. Het gaan van de weg is daarom vaak belangrijker dan het bereiken van het einddoel. In zekere zin is pelgrimeren leven in geconcentreerde vorm. Het staat symbool voor de reis door het leven die elk mens maakt. Deze betekenis wordt vandaag de dag opnieuw ontdekt. Deze pelgrimspas wil daarom voorzien in de groeiende behoefte aan ‘wandelingen met meerwaarde’. In deze pas vindt u de beschrijving van een wandelroute langs de Utrechtse kerken, met veel interessante historische wetenswaardigheden en spirituele plekken onderweg. Voor de historische gegevens en openingstijden van de kerkgebouwen zelf kunt u de folder en website van Kerken Kijken Utrecht raadplegen. En uiteraard zijn de gidsen ter plaatse ook graag bereid u daarin verder te helpen. --
Het is, met deze pas in de hand, een lange weg om te gaan. U kunt er zolang over doen als u wilt. Wellicht over meerdere dagen verdeeld. En onderweg kunt u uitrusten en op adem komen bij en in de pleisterplaatsen: de kerken. Deze kerken zijn van oudsher bedoeld als rustplaatsen en plekken om tot jezelf te komen. In iedere kerk ligt daarom voor de wandelaars een bezinnende tekst klaar. Misschien nodigt deze uit om even stil te staan bij de weg die u gaat. In de kerken kunt u ook een kerkstempel in uw pelgrimspas laten zetten, ten teken dat u deze bezocht heeft. In de routebeschrijving vindt u regelmatig tussen haakjes geplaatste hoofdletters; deze verwijzen naar extra informatie, welke u in een aparte bijlage aantreft. Midden in deze pas is een routekaartje en achterin een stempelpagina afgedrukt. Wanneer u deze pelgrimsweg gegaan bent en in alle bezochte kerken een stempel in uw pas heeft gekregen, ontvangt u bij het einddoel, de Domkerk, een aandenken. Graag wensen wij u een goede reis en vrede en alle goeds bij uw op weg gaan! Werkgroep Kerk in de City
--
Routebeschrijving van een pelgrimstocht langs kerken in de binnenstad van Utrecht
D
eze tocht voert u langs plekken met een spirituele betekenis en kerken die al dan niet een pelgrimstraditie hebben. Het einddoel van deze route is de moeder der Utrechtse kerken, namelijk de Dom- of Sint Maartenskerk. Vaak lijkt die dichtbij; maar de weg erheen is niet rechttoe recht aan. De start is bij bezoekerscentrum RonDom / VVV (Domplein 9). Uiteraard kan de route ook in delen gelopen worden; niet alles hoeft ineens. En gaande uw weg komt u kerken/pleisterplaatsen tegen om op adem te komen of te rusten. In de routebeschrijving vindt u een korte tekst bij en van ieder van de deelnemende kerken, typerend voor de inwonende geloofsgemeenschap. In de meeste kerkgebouwen ligt bovendien een langere, bezinnende tekst klaar. U kunt uw pelgrimspas bij die kerken laten afstempelen. Heeft u de route helemaal gelopen en als bewijs daarvoor bij alle kerken (ook de Buurkerk, thans het nationaal museum Van Speelklok tot Pierement) uw pelgrimspas laten afstempelen; dan wacht u bij het einddoel een attentie. Bedenk wel dat de kerken en het museum Van Speelklok tot Pierement (op maandags gesloten) niet altijd alle dagen open zijn. Ze kunnen tijdelijk gesloten zijn wegens diensten of andere activiteiten. Raadpleeg ook de folder van Kerken Kijken Utrecht voor informatie over de deelnemende kerken en www.kerkenkijken.nl voor de openingstijden. De namen van de deelnemende kerken zijn in de routebeschrijving voor de duidelijkheid vet gedrukt. De tussen haakjes geplaatste hoofdletters verwijzen naar extra informatie over andere plekken, die u in de bijlage vindt. Achter de routebeschrijving treft u een stadsplattegrond aan, waarop de route staat aangegeven. Na al deze aanwijzingen willen we u echter op het hart drukken niet te schromen om van de gebaande wegen af te dwalen… Wij wensen u een goede en inspirerende tocht toe. Vrede en alle goeds op uw weg! --
Start
Bij bezoekerscentrum RonDom/VVV, op het Domplein 9. Hier en in de deelnemende kerken kunt u ook de pelgrimspas verkrijgen. • Ga richting café Het Weeshuis en dan direct rechtsaf het hek door. De gevelsteen boven de poortdeur aldaar herinnert aan de barmhartige daad van Utrechts schutspatroon: Sint Maarten (A). Ook de drie natuurstenen brokken verwijzen daarnaar. Let op de koperen plaquette aan een van de gevels. • Ga terug en dan rechtdoor, in de richting van de grote poort en verlaat het Domplein, door rechtsaf de Servetstraat in te slaan. • Steek de Maartensbrug over. Let op de lantaarnpaalconsole ‘De lampionoptocht ter ere van Sint Maarten’, rechts vooraan (hoek Vismarkt) de brug, onder de lantaarnpaal. Direct over de brug, aan de linkerzijde een uitleg over deze zeer oude brug. • Ga rechtdoor de Zadelstraat in en loop deze geheel uit. Bij de Mariaplaats oversteken, links langs het gele gebouw van K en W. Hier is de pandhof van de voormalige Mariakerk. In deze hof bevinden zich onder andere Mariakruiden. Zie ook het bord met uitleg over deze beplanting. Verlaat deze pandhof door rechtsaf te gaan en steek de rijbaan over naar huisnummer 17. Aan de zijgevel van dit huis is een reproductie van het schilderij van P. J. Saenredam van de Mariakerk, te zien; ook wel de mooiste Romaanse kerk boven de grote rivieren genoemd. De Mariakerk (B) was onderdeel van het Utrechtse kerkenkruis, dat in de elfde eeuw door bisschop Bernold gesticht werd. • Ga terug de rijbaan over en vervolgens rechtsaf tot aan de hoek met de grote verkeersweg en dan linksaf: het Willemsplantsoen. Na enige tientallen meters ligt links de voormalige schuilkerk van St. Gertrudis èn de oudkatholieke St. Gertrudiskathedraal. • Let in deze kathedraal ook op het houten Mariabeeld, links voorin de kerk. Zie ook onder Buurkerk (S). • Na het verlaten van de kerk, linksaf het plantsoen vervolgen, langs het hek van hotel Karel V (het voormalige Duitse Huis). Aan het eind van het hek linksaf het terrein van het hotel op. Het Duitse Huis (C) was het kloostercomplex van de ridders van de Duitse Orde. Het is het best bewaarde middeleeuwse kloostercomplex in de stad Utrecht. --
Oud-k atholieke parochie Utrecht
Kennismaking. Een mens leer je pas kennen in de omgang, en hoe meer je met hem of haar omgaat, des te beter leer je elkaar kennen. Zo is het ook met de kerk en bovenal met God. Ook God leren wij gaandeweg kennen, wanneer wij met Hem op weg durven te gaan. De kerk helpt mensen met God op weg te gaan, in Hem te geloven, en Hem én de mensen te dienen. S t . G e r t ru d i s De leden van de orde trokken ter kruisvaart naar het heilige land om dit voor het christendom te behouden. Let op de beeldengroep in de tuin, die met de historie van het huis te maken heeft. • Wandel door de tuin, richting Springweg (bij het buitenterras). Verlaat de tuin en ga rechtsaf de Springweg op en vervolgens linksaf de Haverstraat in. • Halverwege rechtsaf slaan door de poort met de twee draakjes. Rechtdoor lopen en de Zwaansteeg kruisen tot in de tuin van Tivoli/ voormalig NV-huis. U passeert intussen het beeldje van een pelgrim naar Santiago de Compostella. Op voorstel van de bewoners geplaatst door de gemeente. Het herinnert aan het voormalig St. Jacobsgasthuis (D) dat hier lag aan de Oude Gracht en de Jacobsgasthuissteeg. Dit gasthuis bood onderdak aan pelgrims naar Santiago de Compostella. • Deze tuin is onderdeel van het voormalig kloostercomplex van de reguliere kanunniken van St.Augustinus (E). Het huidige bouwdeel links is in principe het oude klooster, maar ook de bebouwing rechts bevat belangrijke delen van de kloostergebouwen. Deze plek is een plaats van gebed, stilte en Augustijner spiritualiteit geweest. Helemaal rechtdoor lopen en tuin aan het einde verlaten, door rechtsaf te gaan de Brandstraat in, richting Springweg. In de Brandstraat is in de XVe eeuw geboren Adriaan Florenszoon Boeyens, de enige Nederlandse paus. In de gevel van de voormalige Paus Adriaanschool aan de Oude Gracht staat zijn portret en wapen; de lantaarnconsole aan de werf laat hem, met de tiara op het hoofd, op zijn zetel in Rome zien. --
Dit kunt u bekijken door even een uitstapje richting Oude Gracht te maken. • Op de Springweg aangekomen ligt rechts aan de overkant, in een oude kweekschool (let op de tekst in de gevel), de Grieks Orthodoxe Kerk in Utrecht. Het is de parochie van de Verkondiging aan de Moeder Gods. Maar vergeet niet om linksaf te gaan en de Springweg in zuidelijke richting te vervolgen. Kruis de Lange Smeestraat en werp een blik, naar rechts, op het middeleeuwse (1367) Barthlomeï gasthuis; thans een woonzorgcentrum. Op Springweg 162 bevindt zich het Broodhuis; dit is een voormalige synagoge (F) met een bijzonder fraai interieur in Art Deco stijl. • Springweg vervolgen tot Geertekerkhof. Hier bevindt zich de laatmiddeleeuwse Geertekerk. • Na het verlaten van de kerk, linksaf om de kerk heen; om het koor en dan direct rechtsaf de Geertestraat in. Loop deze uit tot de Oude Gracht. Voor u ligt de Geertebrug. Deze herinnert aan de abdis St. Geerte, die de patrones tegen muizen- en rattenplagen is. In de middeleeuwen dronk men bij vertrek voor een verre reis of pelgrimstocht de Geerte minnedronk (een beker wijn) op een behouden reis en terugkeer. Aan de middenpijler van deze brug bevindt zich rechts een afbeelding van een drinkende reiziger en links St. Geerte. In de werfmuur links vooraan de brug bevindt zich een lantaarnpaalconsole met St. Geerte, in gebed verzonken en met abdisstaf waar de muizen tegenop klimmen. Ga vervolgens rechtsaf de Oude Gracht op, in zuidelijke richting. • Na een paar honderd meter ziet u rechts het toegangshek van de voormalige St. Martinusschool, direct gevolgd Remonstrantse Gemeente Utrecht
G ee r t e k e r k
De remonstranten vormen een open geloofsgemeenschap. Er is geen vaste, voor iedereen bindende geloofsbelijdenis, wel kennen zij een beginselverklaring. In zaken van geloof zijn mensen aangewezen op hun eigen oordeel en verantwoordelijkheid en niet op het gezag van anderen. Een lijfspreuk uit de traditie van de remonstranten is: ‘Eenheid in het nodige Vrijheid in het onzekere In alles de liefde.’ --
door het kerkplein met voormalige St. Martinuskerk. Deze neogotische kerk van Tepe is thans verbouwd tot woonappartementen. Bijzonder is het ruiterstandbeeld van St.Maarten, de stadspatroon van Utrecht. Na de laatste wereldoorlog geplaatst als dank voor het behoud van deze stad voor oorlogsvernieling. St.Maarten deelt hier niet, zoals gewoonlijk, zijn mantel met de bedelaar, maar zijn paard vertrapt de kop van de slang, welke symbool staat voor het kwaad van de oorlog. • Vervolg de Oude Gracht zuidwaarts en ga linksaf de Tolsteegbarriëre op. Dan rechtdoor, oversteken en de Wijde Doelen in. Neem de eerste straat links, de Schutterstraat. U komt uit in de Doelenstraat en gaat rechtsaf. Aan de linkerzijde bevindt zich een poort. Ga deze in en bekijk de kloostertuin van het voormalige Nicolaasklooster (G). Rechts achterin de tuin bevindt zich een mooie gedenksteen. De gang op bogen gaf de zusters gelegenheid, om ongezien van hun klooster naar de kapel te gaan, die in de Doelenstraat stond. • Verlaat de tuin en vervolg de Doelenstraat tot de Nicolaasdwarsstraat en ga deze linksaf in. Vervolg deze tot het Nicolaaskerkhof. Hier bevindt zich de middeleeuwse parochiekerk van St.Nicolaas. • Verlaat de kerk en ga rechtsaf de Agnietenstraat in. Aan de rechterzijde ziet u het gebouw van het Centraal Museum, voor een groot deel bestaande uit het kloostercomplex van het St.Agnietenklooster (H). Vlak voor het stoplicht bevindt zich rechts de kloosterkapel, met daarin een zolder waar de zusters ongezien de dienst konden volgen. Links de ingang Protestantse wijkgemeente Nicolaïkerk
Willem Barnard schreef voor de Klaaskerk op 10 november 1985 een Nederlandse tekst op het lied ‘Sint Nicolaas, patron of children and sailors’. Deze tekst is daarvan het slot. Namen als sterren in de nacht, Door heel de kerk steeds hoog geacht, Geleiden ons; wij denken aan Wie ons voorgoed zijn voorgegaan. Zij leven nog, zij leven weer, Met ons verbonden in de Heer. Aan God is onze lof gewijd Voor al zijn heiligen wijd en zijd. S t N i co l a as --
van het ‘dolhuis’, dat in 1461 door de priester Willem Arntsz gesticht werd voor opvang van krankzinnigen • Vervolg de Agnietenstraat richting Nieuwe Gracht en ga linksaf deze gracht op aan de rechterzijde (oostzijde).In het plantsoen rechts stond de St.Servaasabdij, een zusterklooster voor met name gegoede vrouwen. De zusters behoorden tot de orde van de vrouwelijke Cisterciënzers (strenge naleving van de regel van Benedictus: armoede, eenvoud en handenarbeid). Aan de overzijde van de gracht bevond zich ter hoogte van nummer 165 een zusterklooster: het Arkelconvent. • Vervolg de Nieuwe Gracht en sla eerste straat rechts in: de Magdalenastraat. Op de hoek het voormalige Joodse weeshuis (zie gedenkplaat aan de gevel). In dit huis bevindt zich de onlangs gerestaureerde synagoge (ingang om de hoek) van de Joods liberale gemeente in Utrecht; het is tevens een cultureel centrum. De Magdalenastraat is vernoemd naar het St. Magdalenaklooster (1400), dat bedoeld was voor Bekeerde Zusteren, meestal vrouwen die in de prostitutie gezeten hadden. • Ga op ongeveer twee derde van de straat aan de linkerzijde de poort door. Kruis de Keukenstraat en ga rechtdoor. Aan de rechterhand ziet men het Leeuwenberchgasthuis liggen; gesticht in de zestiende eeuw door de weduwe Agnes van Parochiekerk van de RK Binnenstadparochie Utrecht, tevens k athedraal van het aartsbisdom Utrecht.
Wees steeds de Heer onze God indachtig en wacht je ervoor zijn geboden te overtreden. Beoefen heel je leven de gerechtigheid en bewandel niet de wegen van het onrecht. Wat jij niet wilt dat jou geschiedt, doe dat ook een ander niet. Deel je brood met de hongerige en je kleren met de naakte. Besteed al wat je overhebt zonder bedenken aan aalmoezen. Win de raad in van wijze mensen en sla hun goede raad niet in de wind. Prijs onder alle omstandigheden God de Heer en vraag hem dat je altijd de rechte weg mag bewandelen en dat al wat je onderneemt tot een goed einde geraakt. Vermaningen van Tobit aan zijn zoon Tobias, die op reis gaat S t . C at h a r i n a k e r k (Tobit hoofdstuk 4) - 10 -
Leeuwenberch, bestemd voor pestlijders. Ga rechtsom het oude huisje en loop door tot in de Schalkwijkstraat. U passeert een slangenmuur, bedoeld om druiven of moerbeien in de luwte te laten groeien. Rechts om de hoek is de ingang van Leeuwenberch. Leeuwenberch is tijdelijk in gebruik als muziekcentrum en niet te bezichtigen. •B ekijk rechts in de gevel van dit gasthuis de gedenkstenen. Loop vervolgens links af de Schalkwijkstraat uit, richting Nieuwe Gracht. Let op de cameren van Jan van Velo aan de rechterstraatzijde en steek de brug over. Ga dan rechtsaf de Nieuwe Gracht op. Ga vervolgens linksaf door de poort van het Catharijneconvent. Loop rechtdoor over terrein van het convent en kom in de Lange Nieuwstraat. Rechts vindt u de St. Catharinakathedraal van het r.k. aartsbisdom. Vroeger vormden kerk en klooster samen het Catharijneconvent (I) van de Johannieters. Deze verzorgden gewonde kruisvaarders en zieke pelgrims naar het heilige land. • Steek na het verlaten van de kerk de Lange Nieuwstraat over en ga de Dorstige Hartsteeg in. Aan deze steeg lag ter hoogte van nr. 21, de r.k. schuilkerk van O.L.Vrouw van de H.Rozenkrans (J). • Loop de steeg uit en ga rechtsaf de Oude Gracht op. Na ongeveer 10 meter bevindt zich de voormalige schuilkerk: Doopsgezinde kerk. • Vervolg na het verlaten van de kerk rechtsaf de gracht en neem de tweede afslag rechts: De Abraham Dolesteeg. • Na enige meters linksaf de hof in. U bevindt zich op het terrein van het voormalige Abraham Doleklooster (K) of officieel het St. Ursulaklooster. Van dit klooster resten nog Doopsge zinde Gemeente Utrecht
Wij weten ons geroepen om geïnspireerd door de weerloze liefde van Christus, keuzes te maken en bruggen te bouwen en met onze gaven en mogelijkheden iets zichtbaar te maken van het mededogen van de Eeuwige in de wereld waarin wij leven.
D o o p sg e z i n d e
kerk
Voor doopsgezinden heeft geloof meer te maken met daden dan met woorden. Gaandeweg willen zij gestalte geven aan hun geloof: in praktische inzet, omzien naar elkaar en werken aan gerechtigheid en vrede. - 11 -
Lutherse
Eglise Wallonne d’Utrecht
kerk
Sur le chemin où Tu appelles, Ta force affermira nos pas. Tu viens tracer route nouvelle; heureux celui qui Te suivra.
Evangelisch Lutherse Gemeente Utrecht
Geloven is tot de ontdekking komen, dat je als mens een mens van God bent. Tot het inzicht komen: God heeft hart voor ieder mens. Je kunt gewoon ‘abba’ tegen hem zeggen. Niet hoog en ver bij ons vandaan is Hij. Maar zo menselijk als Jezus van Nazareth optrok met mensen, zo is Hij. de middeleeuwse kelders (onder het oude schoolgebouw) en de kloosterkapel (rechts vooraan te zien) Tegenwoordig onderdeel van de Evangelisch Lutherse kerk. • Loop de hof door en verlaat deze via de poort aan de Lange Nieuwstraat en ga deze linksaf in. Linksom de hoek met de Hamburgerstraat vindt u de Lutherse kerk. • Na het verlaten van de kerk rechtsaf de Hamburgerstraat in. Links voor u ziet u het voormalige gerechtsgebouw, waar tot de Reformatie de Paulusabdij stond, een van de kerken van het kerkenkruis van bisschop Bernold. Thans is er o.a. het Utrechts Archief gevestigd. Het is de moeite waard binnen een kijkje te nemen bij dit archief. Daarna de Hamburgerstraat geheel uitlopen tot aan de Nieuwe Gracht. Ga linksaf deze gracht op. Ga de poort in, na enige tientallen meters, aan de linkerzijde: De Hofpoort. Lees het bordje links aan de muur. Loop deze poort helemaal in. • Op deze plaats stond de belangrijkste Benedictijnerabdij van Utrecht: De Paulusabdij. Deze Paulusabdij (L) was ook onderdeel van het Utrechtse kerkenkruis, dat in de elfde eeuw door bisschop Bernold rond de Domkerk gebouwd werd. Hier bevindt zich nog een muur van het zuidertransept van de kloosterkerk. In het achterliggende voormalige gerechtsgebouw bevinden zich nog aanzienlijke delen van deze Romaanse abdij. Zo zijn in de voormalie refter de publieksfuncties van Het Utrechts Archief gevestigd. Op deze verstilde plek is een bankje en een bord met informatie over de abdij; een halte om even uit te rusten en te bedenken dat de Benedictijnen hier hun ‘ora et labora’ beoefenden. • Ga terug naar de gracht en sla links af. Rechts voor ziet u Paushuize, het huis dat voor de eerste en enige Nederlandse - 12 -
Op de weg waar U roept, zal Uw kracht onze stappen versterken. U komt een nieuwe route aangeven, gelukkig is degene die U zal volgen.
Pieterskerk
paus (Adriaan Floriszoon Boeyens), Adrianus VI, gebouwd is, maar dat hij nooit gezien heeft, daar zijn pontificaat slechts kort duurde; hij overleed na ruim een jaar paus te zijn geweest. • Kies op dit kruispunt van wegen het Achter Sint Pieter (dat links langs Paushuize loopt) en loop deze uit tot de kruising met het Pieterskerkhof. Ga hier rechtsaf naar de Pieterskerk, één van de kerken in het kerkenkruis. Hier ligt de bouwer van dit kruis begraven. Zijn graf trok veel bedevaartgangers. • Bij het verlaten van de kerk linksaf en dan eerste afslag naar rechts: Het Achter Sint Pieter in tot de eerste afslag naar rechts: De Keistraat. Loop deze uit en ga dan linksaf de Jansdam op. Loop deze af en steek dan rechts naar voren over; u komt dan in de Minrebroederstraat. Na een aantal meters vindt u links de St. Willibrorduskerk, een pronkstuk van neogotiek van architect Tepe. • Na het verlaten van de kerk de straat oversteken en rechtsaf. Bij de huisnummers 28-30 bevindt zich een informatiebord aan de gevel over de Palmitentempel/kapel (M); let ook op de bestrating ter plekke. In deze kapel kwamen de leden van de Utrechtse Jeruzalembroederschap (M) bijeen. Jeruzalemvaarders waren als pelgrim naar het heilige land geweest. R.K. Sint Willibrordkerk
Per ipsum, et cum ipso, et in ipso, est tibi Deo Patri omnipotenti, in unitate Spiritus Sancti, omnis honor et gloria, per saecula saeculoroum. Amen. Door hem, en met Hem, en in Hem, is aan U, God almachtige Vader, in de eenheid van de Heilige Geest, alle eer en glorie door alle eeuwen der eeuwen. Amen. St. Willibrorduskerk - 13 -
Oecumenische Studentengemeente (EUG)
J a ns k e r k
Schuilen voor de drukte, de rust en stilte in dit godshuis een kring van mensen, gevormd in het koor gekoesterd door de warmte van de zon van gerechtigheid die ons verlicht om verder te gaan met brood en wijn, voedsel voor onderweg met dromen en visioenen in ons hart de liefde.
• Ga richting ruiterstandbeeld van St. Willibrord (N) en steek over naar de Janskerk. Dit is ook een kerk in het kerkenkruis. • Verlaat de Janskerk en loop rechtdoor. Aan de overzijde van dit Janskerkhof ligt het oude Minrebroeder klooster (Franciscanenminderbroeders) (O). Loop de Lange Jansstraat door en steek aan het einde de Voorstraat over. Ga even naar rechts en vervolgens direct linksaf de Predikherenstraat in. • Loop deze geheel uit en u komt bij de Breedstraat. In dit gebied stond al in 1232 het eerste Predikheren(Dominicanen) klooster (P) in Nederland. De Breedstraat is ontstaan na het slopen van de kloosterkerk van de Predikheren, na de reformatie. • Ga linksaf en neem de smalle straat recht voor u, namelijk: De Jacobijnenstraat. Deze uitlopen en de Jacobsbrug oversteken. Alvorens de Jacobskerkstraat in te gaan ziet u rechts op de hoek het huis Gallicië. In dit huis kwamen in de middeleeuwen de leden van de St. Jacobsbroederschap bijeen; zij waren ter pelgrimage geweest naar Santiago de Compostella, waar het graf van Jacobus de Meerdere zou zijn. • Ga de Jacobskerkstraat in tot het eind en dan rechtsaf om het koor van de Jacobskerk heen. Aan het eind rechts ziet u het klooster van de zusters Augustinessen van St.Monica, die hier onder andere de zorg hebben voor een tehuis/opvang (vroeger Meisjesstad geheten) van dakloze vrouwen en kinderen. Nu linksom, helemaal om de kerk heenlopen, tot de ingang aan de zuidzijde. U passeert aan de zijgevel van de huisjes een gevelsteen met tekst van Jan Engelman over pelgrimeren. - 14 -
Protestantse wijkgemeente Jacobikerk
Het leven is een reis op weg naar de toekomst van God. Onderweg komen we samen op zondag of zo maar doordeweeks hier in deze oude pelgrimskerk om even uit te rusten. Om stil te worden voor de God die ons leven draagt de hele weg naar huis. J aco b i k e r k
• Ga vanuit de kerk terug naar de Oude Gracht en sla dan rechtsaf. Na enige tientallen meters ziet u rechts de St. Augustinuskerk. •N a verlaten van de kerk rechtsaf de Oude Gracht volgen, het kruispunt oversteken en gracht vervolgen. Links ziet u het hoofdpostkantoor. In de middeleeuwen bevond zich hier het St. Ceciliaklooster (Q). Ga vervolgens de eerste steeg rechts, de Zakkendragerssteeg, in; u komt op het Vredenburg. • Vroeger stond hier vanaf rond 1200 het St. Catharinaklooster van de Johannieterorde (I). De Johannieterorde vond zijn oorsprong in Jeruzalem waar zij een kloosterhospitaal hadden en vermoeide en zieke pelgrims naar het heilige land verzorgden. Zij stichtten vele hospitalen langs de pelgrimswegen naar Jeruzalem. Maar de kloosterlingridders onder hen vochten ook mee Parochiekerk van de RK Binnenstadparochie Utrecht
Laten wij dus hier op aarde zingen, om ons zwoegen te verlichten. Doe zoals trekkers onderweg: zing onder het lopen. Verlicht je inspanning door te zingen: niet talmen maar zingen en verder trekken! Verder trekken, wat betekent dat? Maak voortgang in het goede. Wanneer je voortgang maakt, trek je verder. Maak voortgang in ongeveinsd geloof. Maak voortgang in een goede levenswandel. Zing en trek verder! Sint Augustinus (354-430), preek 256,3. S t . A u g u st i n u s k e r k - 15 -
e
in de kruistochten. Het Vredenburg heette toen dan ook Catharijneveld en pas later ten tijde van het Spaanse kasteel/ dwangburcht, dat hier gebouwd werd: Het Vreeburg. • Ga linksaf en steek het Vreeburgplein schuin naar links over tot aan de ingang van Hoog Catharijne. Houd links aan het Achter Clarenburg op. Loop deze straat uit tot de tweede afslag naar links: het Voor Clarenburg. Voordat u deze straat inslaat kijkt u naar rechts en ziet daar de voormalige schuilkerk van St. Marie Minor (R). Hierin is nu een café/ restaurant gevestigd. U kunt er even een kijkje nemen en zien of u er nog iets van de kerkruimte in herkent. • Aan het eind van Voor Clarenburg gaat u rechtsaf en loopt de Steenweg, richting Domtoren, op. Sla bij tweede afslag rechts, de Donkerstraat in. • Halverwege vindt u de mooie natuursteengevel van het vroegere woonhuis van de schatbewaarder van de Domkerk: Evert van Zoudenbalch. Ga linksaf de Buurkerksteeg in. • U komt voor de toreningang van de oudste middeleeuwse parochiekerk: De Buurkerk (S). Let op de reliëfs boven de dubbele toegangsdeur. Zij symboliseren de geestelijke en wereldlijke macht van de Utrechtse kerk. De kerk is thans in gebruik bij het Nationaal Museum van Speelklok tot Pierement. • Verlaat het Buurkerkhof, naar links, via de derde Buurkerksteeg en ga dan rechtsaf de Steenweg op. Na een aantal meters rechts de ingang van de kerk/museum op de Steenweg nr. 6. Hier kunt u bij de balie van het museum een stempel in uw pelgrimspas laten zetten. Let op! Een stempel in uw pas is gratis, maar uw pas geeft geen recht op gratis toegang tot het museum. • De Steenweg vervolgen en dan rechtsaf de Choorstraat in. Ter hoogte van Covers bruidsmode vindt u in het trottoir aangegeven waar de, na de reformatie, afgebroken koren van de Buurkerk stonden. Voor de etalage van deze zaak bevindt zich een gedenksteen die herinnert aan zuster Bertken (T). Zij leefde 57 jaar lang in een kluis tegen het hoofdkoor van de kerk. • Loop de Choorstraat verder uit en ga bij de kruising linksaf. U staat oog in oog met uw einddoel: De Dom- of Sint Maartenskerk. Ga via brug en Servetstraat richting Domtoren. Vlak voor de toren rechtsaf onder de poort door naar Flora’s hof (U). Verlaat deze linksaf naar Domplein. - 16 -
Mocht deze gesloten zijn, ga dan direct onder de Domtoren door het Domplein op. • Steek schuin naar rechts het plein over. In het plaveisel vindt u aangegeven de plaatsen van de Heilige Kruiskapel en de St. Salvatorkerk (V). Ga de poort (met St. Maarten erboven) in en u komt in de pandhof van de Dom. Taferelen uit het leven van St. Maarten sieren de wimbergen, boven de raamopeningen. • Verlaat pandhof via Achter de Dom en loop linksom helemaal rond de kerk totdat u voor de bronzen toegangsdeuren (W) van de Domkerk staat. Treed binnen! U heeft uw einddoel van uw pelgrimage gehaald. In het verleden zijn velen u voorgegaan om stilte, rust, meditatie, gebed, een kaars te branden, een viering of de relieken van St. Maarten in het noordertransept te bezoeken. Tijd om uit te rusten en terug te kijken op uw tocht. U kunt desgewenst iets drinken in het theehuis van de Domkerk. • Vergeet niet uw vol gestempelde pelgrimspas te tonen aan de bezoekersbalie, rechts vooraan bij de ingang, voor een attentie. • Op uw verdere weg, een goede reis gewenst!
Citypastoraat Domkerk
eeuwen geleden hebben mensen op deze plek door mensenmond iets opgevangen van de Eeuwige - het geheim van het leven – daarom is deze kerk gebouwd ruimte licht stilte muziek eeuwen lang kwamen mensen naar deze plek met hun vreugde en hun verdriet hun vragen hun vertwijfeling ze hoorden de verhalen rondom de Eeuwige - het geheim van het levensoms vingen ze een glimp van licht werd het stil in hun hart en ruim muziek wij zijn mensen als zij - 17 -
Domkerk
1 ST AUGUSTINUSKERK Oudegracht 69 2 ST CATHARINAKerk Lange Nieuwstraat 38 3 DOMKERK Domplein 4 DOOPSGEZINDE KERK Oudegracht 270 5 GEERTEKERK Geertekerkhof 22 6 STE GERTRUDIS kathedraal Willemsplantsoen 2 7 JACOBIKERK St Jacobsstraat 171 8 JANSKERK Janskerkhof 9 LUTHERSE KERK Hamburgerstraat 9
10 NICOLAÏKERK Nicolaaskerkhof 11 PIETERSKERK Pieterskerkhof 12 ST WILLIBRORDUSKERK Minrebroederstraat 21 13 BUURKERK Steenweg 6 [MUSEUM] 14 KAPEL AGNIETENKLOOSTER Agnietenstraat 15 MARTINUSKERK Oudegracht 401 16 LEEUWENBERGHKERK Servaasbolwerk 1 17 PAULUSABDIJ Hofpoort, Nieuwegracht 18 MARIAKERK Mariaplaats 19 ST SALVATOR EN HEILIG KRUISKAPEL Domplein
Bijlage met extra informatie bij de pelgrimsroute langs kerken in Utrechtse binnenstad
U
trecht was in de middeleeuwen een stad met een kathedraal en nog vier kapittelkerken, 4 parochiekerken en zo’n 23 kloosters. Verder (ver)trokken er pelgrims door en vanuit Utrecht naar de grote bedevaartsplaatsen: Jeruzalem (plaatsen waar Jezus heeft geleefd en geleden, is gestorven, begraven en verrezen), Rome (het graf van de apostelen Petrus en Paulus) en Santiago de Compostella (graf van apostel Jacobus de Meerdere). En naar andere plekken, zoals Tours (graf van Sint Maarten). Maar ook in Utrecht zelf waren plekken die door pelgrims bezocht werden. Pelgrimeren was een middel om tot inkeer, heiliging of genezing te komen, maar kon ook als boetedoening en als straf bedoeld zijn. Utrecht had bovendien als attractie zijn beroemde kerkenkruis, gesticht in de eerste helft van de 10e eeuw door bisschop Bernold. Het kerkenkruis kan om verschillende redenen zijn gebouwd. Na de tijd van Noormannen komt er rust in deze landen en kan het christendom zich hier vestigen. Om dit proces te bekrachtigen en te bezegelen, sticht men het kruis van kerken rond de Domkerk. Het is ook een verwijzing naar het hemels Jeruzalem. Alsof Utrecht een voorafschaduwing is. Opvallend zijn de namen van de vier gebouwde kerken: St. Pieter, St. Jan, H. Maria Maior en H. Paulus. Er lijkt een treffende overeenkomst met de vier grote titelkerken in Rome, namelijk: De St. Pieter, de St. Jan van Lateranen, de Maria Maior en Paulus buiten de muren. Of: Hendrik III logeert met zijn vader keizer Koenraad in Utrecht. Koenraad sterft en zijn lichaam wordt gebalsemd naar de Dom van Spiers gebracht. Zijn hart en ingewanden worden in de Domkerk bijgezet. Hendrik vraagt bisschop Bernold, als eer aan zijn geliefde vader, een kruis van kerken rond het hart van zijn vader te bouwen. - 20 -
Veel sporen van pelgrimeren en het kerkenkruis zijn er nog in Utrecht te vinden.
A Sint Maarten Sint Maarten leefde in de vierde eeuw, diende in het Romeinse leger, werd later christen en kluizenaar. Hij is bekend als St. Martinus, de bisschop van Tours. Maar hij is het meest bekend door zijn liefdadigheid toen hij als Romeins militair op een koude dag bij de stadspoort van Amiens zijn rode soldatenmantel deelde met een arme bedelaar. In een droom daarna zag hij dat hij zijn halve mantel aan Jezus gegeven had. Al snel werd hij heilig verklaard en stond in hoog aanzien bij de Franken. Toen deze Franken onze Lage Landen veroverden, bouwden zij een kerkje binnen het oude Romeinse castellum, op het huidige Domplein. Sint Maarten werd de schutspatroon van kerk en stad Utrecht. De stadsvlag en wapen herinneren, met de helften rood en wit aan de overgebleven halve rode mantel en het witte onderkleed van Maarten dat zichtbaar werd. Tot op de dag van vandaag. Ook de hoogste plaats in deze stad, de windvaan van de Domtoren toont Sint Maarten die zijn mantel deelt. B Mariakerk Het laatste onderdeel van het elfde eeuwse Utrechtse kerkenkruis, waarbij vier kerken in de vorm van een kruis rond de Dom werden gebouwd, was de Mariakerk. Zij werd in 1080 gebouwd door de Utrechtse bisschop Koenraad, met steun van keizer Hendrik IV. Het was de mooiste Romaanse kerk boven de grote rivieren en had een Italiaanse allure. Ter herinnering aan de ‘stichter’ stond er een beeld van deze keizer op het dak van de kerk. Nu prijkt zijn beeltenis in de gevel van het hoekpand Mariastraat/Mariaplaats. Na de Reformatie kwam de kerk in verval en werd in de 19e eeuw gesloopt. Op de pandhof na, bestaat de kerk alleen nog op papier. In het gebouw van K & W zijn nog funderingsresten van het kerkkoor zichtbaar. Toegankelijk via portier gebouw K & W (conservatorium). - 21 -
C Duitse Huis en Orde.
E Het Regulierenklooster.
In 1190 opgericht in Acco tijdens de derde kruistocht in het Heilige Land tegen de Mohammedanen. Aanvankelijk ter verpleging van gewonde en zieke kruisvaarders en pelgrims, maar later werden ook ridders lid van de orde. Ter verdediging van de christenen en bescherming van de heilige plaatsen. Later na de val van Acco in 1291 vervalt hun rol in deze streek. Zij gaat zich richten op de kerstening van oost Europa. In 1231 is er het eerste klooster van de orde in Utrecht, net buiten de stadsmuur. Vanaf 1346 definitief in de stad, tussen Springweg en stadsmuur. Een landscommandeur of balijer bestuurde de balije Utrecht en resideerde in dit klooster. Het complex was groot en is een van de best bewaarde middeleeuwse kloostercomplexen. Na de Reformatie gaat de Duitse orde als protestantse organisatie verder, al verandert er veel in doelstelling en gewoonten. Napoleon heft de orde op en nationaliseert het huis en bezit; het wordt een rijkshospitaal. Sinds eind 20e eeuw is het een vijf sterren hotel: Karel V. In een deel van het complex zijn de leden van de Duitse orde teruggekeerd. Belangrijke gasten hier waren: Karel V, Maria van Hongarije, Leicester, Maurits, Willem IV en de deelnemers aan de onderhandelingen voor de Vrede van Utrecht in 1713.
De reguliere kanunniken van St. Augustinus volgden streng de regels van de H. Augustinus en bewoonden vanaf 1290 dit grote complex tussen Springweg en Oude Gracht. Zij hadden een groot en kostbaar boekenbezit, met wel 150 handschriften en veel gedrukte exemplaren. De bebouwing bevat nog belangrijke delen van het klooster, zoals de in(over)gebouwde pandhof, de refter, dormitorium en delen van de kloosterkerk. Ook de toegangspoort en de Mieropscameren aan de Springweg bevatten delen van het convent. Preken en zielzorg waren de belangrijkste taken van deze kloosterlingen. Na 1580 werd hier door het Elisabethsgasthuis een weeshuis in ondergebracht.
D St.Jacobsgasthuis. Utrecht lag op een pelgrimsroute naar Santiago de Compostella. Om onderdak aan deze pelgrims te bieden was er al in 1375, een gasthuis aan de Oude Gracht 213. Er waren bij het gasthuis, langs de gasthuissteeg, een aantal huisjes voor zieke pelgrims. In 1642 wordt het complex verkocht. Het gasthuis werd tot woningen/bedrijf verbouwd. Het poortje, naast Oude Gracht 213, heeft een gevelsteen met Jacobsschelpen en de jaartallen uit de geschiedenis van dit gasthuis. De Jacosschelp is het bewijs dat men in Santiago geweest is. Op het terrein achter het voormalige gasthuis staat nu een beeldje van een pelgrim naar Santiago. - 22 -
F Synagoge. De eerste synagoge op deze plaats werd in 1792 gevestigd in de verlaten Doopsgezinde kerk uit 1618. Dat was drie jaar nadat in 1789 het verbod op het wonen van Joden in de stad Utrecht werd opgeheven. In de loop der jaren werd het gebouw te klein en vonden er verbouwingen plaats. De laatste grote verbouwing was in 1926, waarbij binnen de oude muren een nieuwe synagoge werd gebouwd met een fraai interieur in Art Déco stijl. In 1981 heeft de Joodse gemeente dit gebouw verkocht aan de stichting Zending en opwekking. Deze stichting restaureerde het geheel en nam het gebouw, als het Broodhuis, in gebruik. In de maanden juli en augustus is het gebouw vaak op de zaterdagmiddag geopend voor bezichtiging.
G Het St.Nicolaasklooster. In 1337 werd een hofstede op deze plaats ingericht als een zusterhuis voor vrouwen, die als begijnen stil en devoot wilden leven, zonder dat zij door kloostergeloften gebonden werden. Doch in 1339 sloten de zusters zich samen met die van enige andere huizen (St. Cecilia en Abraham Dolehuis) aan bij tertiarissen, de derde orde van Franciscus. Het werd - 23 -
meer en meer een klooster en in 1422 wordt het een echt klooster. Zij kregen nu ook een eigen kapel. Toen deze later te klein werd, bouwden zij een nieuwe kapel in de Doelenstraat. Daar zij ‘besloten’ leefden en niet door ‘buiten’ gezien wilden worden, maakten zij een gangbrug tussen kloostergebouw en kapel. In de tuin is nog een gedeelte hiervan te zien. In 1614 is het afgelopen voor de zusters; zij vertrekken naar het convent van Arkel aan de Nieuwe Gracht. Het gebouw werd tuchthuis, gevangenis en later armenhuis voor bejaarden. Nu zijn er ateliers en kleine bedrijven in gevestigd. Bijzonder zijn ook de gevelstenen met teksten, in de gevel achterin de hof.
H Het Agnietenklooster Eind 15e eeuw stichten enige zusters uit het St. Barbaragasthuis op deze plaats een klooster, toegewijd aan St. Agatha. Rond 1516 werd een nieuwe kapel gebouwd, met een zolder waarop de zusters de diensten konden volgen zonder door de andere aanwezigen gezien te worden. Na 1580 werden de gebouwen gedeeltelijk gesloopt en grond verkocht. In 1674 werd in het resterende deel het stadskinderambachtshuis ingericht, om: behoeftige wezen en andere ‘onbeheerde jongelieden’ op stadskosten te verzorgen. Thans in gebruik bij het Centraal museum.
I De Johannieterorde en het Catharijneconvent Midden elfde eeuw werd er bij het heilig graf in Jeruzalem, een kloosterhospitaal, waar vermoeide en zieke pelgrims werden verpleegd en verzorgd, door monniken gesticht. Tijdens de kruistochten, werden ook de gewonde kruisvaarders opgenomen. Later werden ook ridders lid van de orde: De hospitaalridders. Ze kozen Johannes de Doper tot hun beschermheilige en werden later Johannieters genoemd. Deze Johannieters stichtten hospitalen langs de pelgrimsroutes naar Jeruzalem. Zo werd rond 1200 een kloostergasthuis gesticht op het tegenwoordige - 24 -
Vreeburg (vroeger Catharijneveld geheten) en heette toen St. Catharinaklooster. De naam Hoog Catharijne en Catharijnesingel herinneren daar nog aan. Na drie eeuwen, in 1528, besluit Karel V het klooster te verplaatsen naar de huidige plek aan de Lange Nieuwstraat. Op het Catharijneveld wordt door hem een dwangburcht het ‘Vreeburg’ gebouwd. De verplaatste Johannieters krijgen het aan de Lange Nieuwstraat gelegen Karmelietenklooster toegewezen. Zij ontwikkelen een grote bouwdrift en bouwen het complex uit tot het nu bekende Catharijneconvent en kerk. Het gasthuis wordt na 1580 tot ziekenhuis. In 1636 bij de start van de Utrechtse universiteit wordt dit gasthuis het eerste academisch ziekenhuis. Na de Franse tijd heeft het convent heel verschillende bestemmingen. Na een grondige restauratie herbergt het convent nu het museum voor de geschiedenis van het christendom in Nederland: Het Catharijneconvent. Hierin zijn ook zaken te zien die met pelgrimeren te maken hebben. Het is zeker een bezoek waard.
J R.k. schuilkerk Onze Lieve Vrouw van de H.Rozenkrans Na de Reformatie is de uitoefening van de r.k. eredienst verboden. Toch blijven de rooms katholieken samenkomen in huizen, om onopvallend hun diensten te houden. Priesters trekken rond en bezoeken steden en dorpen om in die huizen de gelovigen te ontmoeten. Later worden die huizen verbouwd tot ruimten die meer geschikt zijn voor de eredienst. Zo ontstaan schuilkerken, ook wel staties genaamd; achteraf gelegen en onopvallend vanaf de straat. Veelal werden ze bediend door paters uit de zuidelijke Nederlanden. Utrecht had, in de 17e eeuw, twee schuilkerken die door paters Dominicanen bediend werden. Eén ervan lag in de Kleine Eligensteeg in het zuiden van de stad. Omstreeks 1660 verhuisde deze naar de Dorstige Hartsteeg. Het was een bloeiende statie. Na het schisma van Utrecht, in de 18e eeuw, werd de - 25 -
Utrechtse geestelijkheid op de proef gesteld voor hun trouw aan de paus. De Utrechtse seculiere priesters kozen meest voor de Utrechtse kerk, terwijl de priester-kloosterlingen, die vaak niet uit het Utrechtse kwamen, kozen voor trouw aan de paus. Dat had tot gevolg dat deze paters de stad dienden te verlaten. De statie aan de Dorstige Hartsteeg ging over in handen van Utrechtse geestelijken. Dat duurde tot in de 19e eeuw, toen er langzamerhand vrijheid van godsdienst ontstond en er echte kerken gebouwd gingen worden en de schuilkerken van bestemming veranderden. Deze schuilkerk verviel en werd gesloopt voor huizenbouw. In de zeventiger jaren kocht het Utrechts Monumenten Fonds (UMF) aan deze steeg nr. 21, een bouwval om te restaureren. Groot bleek de verrassing toen er nog bouwdelen van de schuilkerk gevonden werden. Na de restauratie zijn ze opgenomen in de huidige behuizing van het UMF. Ook is er nog een vluchtweg voor het geval de schout met zijn rakkers een inval zou doen.
K Het H.Ursula- of Abraham Doleklooster Een aanzienlijk Utrechts burger, Abraham Dole, stichtte in begin 15e eeuw hier een klooster voor maagden en weduwen, die al enige tijd in vrije vergadering bijeen woonden. Het kloostercomplex was ommuurd en besloeg het gebied tussen huizen aan de Oude Gracht, Hamburgerstraat, Lange Nieuwstraat en de Abraham Dolesteeg. De naam Abraham Doleklooster, of ook wel Brandolyklooster genaamd, was toegankelijk via de poort aan de Lange Nieuwstraat of via een toegang aan de steeg. De kapelaan woonde in het huis naast de poort. Het klooster had net als het Agnietenklooster een zolder in de kapel om ongezien de diensten in de kapel te kunnen volgen. Bijzonder waren de huisjes aan de zuidkant van de steeg voor de zieke zusters in tijden van pest e.d. Een gang onder de steeg verbond klooster en huisjes, zodat de zusters ongezien heen en weer konden lopen om voor hun zieken te zorgen. Na de Reformatie zijn de kloostergebouwen - 26 -
geleidelijk verdwenen. Behalve de kapel die na velerlei gebruik in 1636 door universiteit en studenten in gebruik werd genomen. In de 18e eeuw kwam de kapel in bezit van de Evangelisch Lutherse gemeente die de kapel restaureerde en uitbreidde tot de kerk die er nu nog is.
L H.Paulusabdij Deze abdij was de belangrijkste Benedictijnerabdij in de stad Utrecht. In de elfde eeuw werd deze, als onderdeel van het kerkenkruis door bisschop Bernold gesticht. Het terrein van de abdij omvatte het gebied tussen Trans, Nieuwe Gracht, Hamburgerstraat en de huizen aan de Oude Gracht. Een toegangspoort bevond zich bij de hoek Hamburgerstraat – Korte Nieuwstraat. Een afbeelding daarvan is te zien op het hoekpand ter plaatse. De abdij is tijdens een beeldenstorm door het gepeupel geplunderd; ook het rijke boekenbezit ging verloren. In de gebouwen van het voormalige rechtsgebouw bevinden zich nog aanzienlijke delen van abdij en kerk. Zo is er in de Hofpoort nog de zuidertranseptmuur te zien en in de tuin van huize Molenaar (aan de Korte Nieuwstraat) een stuk kerkmuur. In het bestaande gebouwencomplex vonden bouwhistorici en archeologen delen van de pandhof, de refter en delen van het torenfront. Op deze plek zijn eeuwenlang, in Benedictijnse spiritualiteit, de getijden gezongen en gebeden. ‘ Ora et Labora’. Een plek om even bij stil te staan of te zitten. Thans zijn er de publieksfuncties van het Utrechts Archief gevestigd. De moeite waard om even binnen te kijken.
M Palmietentempel en Jeruzalemvaarders. Deze kapel stond op de hoek van de huidige Korte Jansstraat en Minrebroederstraat in de immuniteit van St. Jan. Het was een twaalfhoekige Romaanse kapel uit de begintijd van het kapittel van St. Jan. n 1544 schenkt het kapittel het gebruik aan de Jeruzalembroederschap . Deze verbouwde de kapel en breidde deze uit met een koor uit. De - 27 -
broederschap bestond al zeker sinds 1394 en had een onderkomen ‘Jeruzalem’ geheten buiten de stad ter hoogte van de huidige Singelstraat. Hier kwamen de Jeruzalemvaarders bijeen, die een succesvolle pelgrimsreis naar Jeruzalem hadden volbracht. Op Palmzondag hadden zij een vooraanstaande plaats in de palmprocessie, die op die dag tussen Domen Pieterskerk plaatsvond. De pelgrims brachten veelal een palmtak mee uit het heilige land, waar zij zeker het heilig graf bezocht zullen hebben. Deze pelgrimsreis was van alle pelgrimstochten zeker de meest gevaarlijke. Men reisde vaak samen en genoot onderdak en bescherming van leden van de kruisvaarderorden (Johannieters, Duitse Orde, Maltezers e.d.). De takken werden in de kapel bewaard. Deze was onder andere versierd met de portretten van de Jeruzalemvaarders, zoals Jan van Scorel hen schilderde. Hij was zelf ook in Jeruzalem geweest. Na de Reformatie werd de kapel gesloopt en de broederschap ontbonden. Uitgebreidere informatie bij de gidsen in de Janskerk.
N Ruiterstandbeeld Sint Willibrord Op het Janskerkhof bevindt zich het ruiterstandbeeld van Sint Willibrord. Eind van de 7e eeuw vestigt zich hier in Utrecht op het huidige Domplein de Angelsaksische Benedictijnermonnik Willibrord. In 695 wordt Willibrord door paus Sergius tot aartsbisschop der Friezen gewijd. Hij kiest Utrecht (het huidige Domplein/Romeinse castellum) als uitvalsbasis voor zijn reizen om de Friezen te kerstenen. Hij herstelt een kerkje, dat ooit door Frankische missionarissen was gebouwd en later door de Friezen verwoest; en wijdt dit toe aan Sint Maarten. Tevens sticht hij een eigen kerk: De Salvatorkerk en klooster. Het beeld is in 1946 gemaakt door de beeldhouwer Albert Termote. Het stelt Willibrord voor als monnik te paard op weg naar het Domplein, terwijl hij in zijn hand de Utrechtse kerk heeft die hij daar gaat stichten. Hij is de eerste bisschop van Utrecht. - 28 -
O Het Minrebroeder- of Franciscanenklooster In 1246 werd een Minrebroederklooster gesticht tussen huidige Janskerkhof en wat nu Minrebroederstraat heet. Het was een van de grote bedelorden. Een bekende Franciscanenpater was Brugman. Hij zal wellicht op het Janskerkhof of in de kloosterkerk gloedvol gepreekt hebben. Het gezegde: ‘Praten als Brugman’ komt van zijn preekreputatie. De minrebroeders waren, met de Dominicanen, niet geliefd bij de Calvinisten, want de paters waren felle bestrijders van hervormingsideeën. Dat betekende dat bij de Reformatie deze paters als eersten de stad uitgestuurd werden en hun kerken een beeldenstorm door zich heen kregen. Reeds in 1578 namen de Calvinisten de kerk in bezit, nadat deze grondig ‘gereinigd’ was van Roomse zaken. In 1581 werd de kerk gesloopt. De kloostergebouwen werden in gebruik genomen door de Staten van Utrecht. Thans in gebruik bij de faculteit rechten van de universiteit.
P Het Predikheren- of Dominicanenklooster In 1216 stichtte de Spanjaard Dominicus zijn bedelorde, Dominicanen, Jacobijnen of Predikheren genaamd. Reeds in 1232 werd er in Utrecht het eerste Predikherenklooster in ons land gesticht. Het kloosterterrein besloeg het gebied binnen Jacobijnenstraat, Breedstraat, Korte en Lange Lauwerstraat en de Oude Gracht. De paters gingen uit preken en ‘bedelen’. Zij moesten leven van de vrijgevigheid van de gelovigen. Ook vervulden zij een rol bij kerkelijke rechtzaken en de Inquisitie. Tijdens de reformatie waren zij dan ook niet geliefd bij de Calvinisten. Hun kerk moest het dan ook in 1566 bij een beeldenstorm ontgelden. In 1580 was het definitief afgelopen. Kort daarna werden de gebouwen verkocht en grotendeels afgebroken. Op de plaats van de kerk ontstond een brede straat: De Breedstraat. De stenen en zerken werden gebruikt om de stadsverdedigingswerken te versterken. Het Predikherenkerkhof ontstond als straat over het sloopterrein, waar vroeger het klooster stond. Maar - 29 -
ook hier zijn bij sloop en verbouwwerkzaamheden in de huizen aan de oostkant van deze straat belangrijke resten van het klooster teruggevonden.
Q St. Ceciliaklooster Ook hier een van de vele vrouwenkloosters; tussen Neude en Oude Gracht gelegen. In 1396 werd een erf en hofstede geschonken om daar een aan St. Cecilia toegewijd klooster te bouwen. De zusters waren vooral van adel en in 1410 wel 36 in getal. De zusters kregen veel giften en geschenken in natura. Na de Reformatie en het verbod op de katholieke eredienst kregen de zusters een moeizaam bestaan. Toch hielden zij het tot 1647 vol. De kloostergebouwen werden voor F.25.000 verkocht aan stad en provincie Utrecht. Het werd een munthuis en is de voorloper van onze huidige Nederlandse Munt. Rond 1920 gesloopt en door het huidige hoofdpostkantoor vervangen. Cecilia is de patrones van de muziek en bekend is het gildelied: ‘Gildebroeders, maakt goede siere, Met muziek vroeg ende laat. Laat ons nu dees aartsfeest vieren, Van dees Maagd Cecilia. Zingt ter ere van dees Maagd Si, la, sol, fa, mi, re. Re, ut, si, la, sol la Si, do, Cecilia’. Een lantaarnpaalconsole ter plaatse, aan de werfmuur, toont de zingende zusters.
R Schuilkerk Sinte Maria Minor In het huis Clarenburg aan het Achter Clarenburg vonden al spoedig na de Reformatie r.k. kerkdiensten plaats. Het huis werd in de loop der jaren verbouwd tot een schuilkerk en herinnert in de naamgeving aan een van de patronages van de Buurkerk: De H.Maria Minor (in tegenstelling tot de Maria Maior aan de Mariaplaats). De kerk zag er als een gewoon huis uit, zoals ook nu nog wel te zien is. Thans is het gebouw aan de kerkelijke functie onttrokken. Het huisvest nu een café/restaurant, waarin nog beelden van H.H.Willibrord en Bonifatius en het orgel. Neem gerust even een kijkje binnen.
- 30 -
S Buurkerk In de middeleeuwen de belangrijkste en grootste parochiekerk in de stad. Toegewijd aan H.Maria (de mindere), H.H. Andreas en Michael. In deze oudste middeleeuwse parochiekerk heeft de Mariaverering waarschijnlijk al sinds de stichting, in de 10e eeuw, een bijzondere plaats ingenomen. Eind 14e eeuw is er sprake van een beeld van Onze Lieve Vrouw ter Nood Gods, dat door zijn ‘miracelen’ pelgrims aantrok. Na de reformatie, in 1586, breekt men het O.L. Vrouwekoor af en verdwijnt het wonderdadige beeld uit het zicht. Of staat dit beeld thans in de oud-katholieke Sint Gertrudiskathedraal? De toren had naast een kerkelijke functie ook een wereldlijke functie: een Belfort, zoals men die nu nog in Vlaanderen kent. De toren heeft dan ook gewijde en niet gewijde klokken. Van deze laatsten is de Banklok het bekends. Werd geluid bij besluiten van de raad der stad, doodvonnissen, bij onraad, oorlog en brand. De kerk had altaren voor de gilden en de raad van de stad. De klokken worden nog steeds geluid. Nu is er in deze kerk gevestigd: Het nationaal museum ‘Van Speelklok tot Pierement’.
T Suster Bertken Zuster Bertken is bekend geworden als kluizenares, die 57 jaar ‘besloten’heeft gezeten in een kluis tegen de zuidzijde van het hoofdkoor van de Buurkerk. In 1457 liet zij zich, met toestemming van de Utrechtse bisschop David van Bourgondië, insluiten; zij was toen 30 jaar oud. Zij sterft in 1514 op 87-jarige leeftijd en werd in haar cel begraven. De prior van het Regulierenklooster (zie E ) bewaarde de sleutel van haar kluis. Het ceremonieel van haar inkluizing was als die van een begrafenis, alsof zij al afscheid van de wereld nam. Zij leefde in boetedoening en onthouding van vlees en zuivel en droeg een harig kleed op het blote lijf. Zij bracht de dag door met het volgen van de dienst in de Buurkerk, het bidden van de getijden, lezen en schrijven. Via een klein raampje kan zij op het altaar kijken en de diensten - 31 -
volgen. Een ander hooggelegen raampje gaf frisse lucht van buiten. Hierdoor kon zij spreken met de buitenwereld, hetgeen zij iedere middag gedurende enige tijd deed met raad en advies aan die haar daar om vroeg. Haar leven is kort beschreven in een boek dat zich in het Regulierenklooster bevond. Ook zijn er ‘liedekens’ van haar hand bekend. Deze mystieke teksten zijn al snel na haar dood in een boekje uitgegeven. Een heel bekende tekst is die, welke begint met: Ik ben in mijn hofken om kruid gegaan en ik vond daar niets dan distels staan. Na haar dood werd zij, op bevel van de Domdeken, overluid door groot Domgelui. Een lantaarnpaalconsole bij de Sint Maartenbrug (in de hoek met de Zoutmarkt) laat haar insluiting zien.
U Flora’s hof Op deze plaats stond in de late middeleeuwen het paleis van de Utrechtse bisschop. Na de reformatie deed het gebouw dienst als woning voor de stadhouder en andere voorname lieden. Na de sloop, in de 19e eeuw, werden op de vrij gekomen grond huizen gebouwd en een kwekerij gevestigd; vandaar de naam: Flora’s hof. In de tuin bevinden zich nu de oude afbeeldingen, in zandsteen, over het leven van Sint Maarten, zoals die zich na de 19e eeuw in de pandhof van de Dom bevonden. Een rustige plek in een drukke binnenstad!
pelgrims vanwege de graven van heilige Utrechtse bisschoppen, die meest in de Salvatorkerk begraven lagen.
W Bronzen deuren van de Domkerk Deze deuren zijn recent gemaakt door Theo van de Vathorst. Boven de deuren is de stads- en kerkpatroon Sint Maarten te zien. Hij schenkt zijn mantel aan de arme en houdt zijn armen wijd open gespreid naar de wereld. Verder zijn de werken van barmhartigheid, zoals in het evangelie van Mattheus beschreven, hier afgebeeld. Stilstaan bij deze deuren loont de moeite. Verdere uitleg bij gidsen in de Domkerk. De Dom- of Sint Maartenskerk was tot de Reformatie de kathedrale kerk van het aartsbisdom Utrecht, met de zetel van de Utrechtse bisschop. De kerk had relieken van Sint Martinus van Tours, die de nodige pelgrims trokken.
V De H.Kruiskapel en de Salvatorkerk op het Domplein In de bestrating van het Domplein vindt men aangegeven waar het weggewaaide schip van de Domkerk stond tot 1674. Maar ook de omtrek van de zeer oude H.Kruiskapel. Deze zou volgens de overlevering al door Willibrord gebouwd zijn. De kapel bezat een relikwie van het H. Kruis. Ook ter hoogte van het beeld van graaf Jan van Nassau, de situering van de Salvatorkerk. Deze is ook, met zijn klooster, door Willibrord gesticht. Beide kerken zullen veelvuldig bezocht zijn, ook door - 32 -
- 33 -
Plaats hier de stempels G ee r t e k e r k
S t . G e r t ru d i s
S t . N i co l a as
D o o p sg e z i n d e
S t . C at h a r i n a k e r k
Lutherse Kerk
kerk
J a ns k e r k
Pieterskerk
St. Willibrorduskerk
S t . A u g u st i n u s k e r k
Buurkerk
Domkerk
J aco b i k e r k
- 34 -
- 35 -
S - 36 -