Vlaanderen kende in 2012 laagste aantal tienermoeders ooit In 2012 bereikte het tienerouderschapscijfer in Vlaanderen een historisch laagterecord van 6 bevallingen per 1000 tieners (15-19 jaar). Ook in de meeste andere WestEuropese landen is tienerouderschap een dalend fenomeen. Dat besluit Marjolijn De Wilde (onderzoeker aan de Universiteit Antwerpen – Centrum voor Sociaal Beleid - CSB) aan de hand van Europees vergelijkende cijfers van Eurostat, Belgische cijfers van ADSEI en Vlaamse cijfers van het SPE (Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie). Deze analyse gaat over ouderschap in Vlaanderen. Tienerabortussen zijn niet inbegrepen (abortuscijfers voor 2012 zijn nog niet bekend), het gaat dus niet om tienerzwangerschappen. Uit Figuur 1 blijkt dat de tienerouderschapstrend dalend is voor de geselecteerde West-Europese landen. De laatst bekende cijfers (2011, 2010 of 2009) zijn voor alle landen de laagste cijfers in tien jaar tijd. De jaren na 2007 lijken voor een deel van de landen cruciaal voor de evolutie van deze bevallingscijfers. In landen waar de trend (licht) stijgend (Griekenland, Ierland, IJsland, Noorwegen, Spanje) tot stabiel (Denemarken) was tot en met 2007, vindt er rond de crisisjaren een plotse daling plaats. Landen waar al langer jaarlijks minder kinderen bij tieners geboren werden, versterken deze trend rond de crisisjaren (Verenigd Koninkrijk). Het plotse karakter van de daling in deze landen doet vermoeden dat niet alleen de toegenomen of verbeterde landelijke en regionale preventiemaatregelen deze evolutie verklaren. Wellicht heeft de crisis, met een veranderd toekomstperspectief voor specifieke bevolkingsgroepen, een effect op het anticonceptiegebruik of seksueel gedrag van jongeren. Uit verscheidene wetenschappelijke studies bleek reeds dat jongeren het sterkst getroffen worden door de crisis, o.a. door toegenomen jobonzekerheid na het schoolverlaten. Ook in de landen waar de crisis (vooralsnog) geen zichtbaar effect lijkt te hebben op de tienerouderschapscijfers (België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Portugal en Zwitserland), wordt tienerouderschap steeds uitzonderlijker. Verschillende factoren kunnen hier een rol spelen, zoals verbeterde RSV (Relationele en Seksuele Vorming), verbeterde toegankelijkheid van anticonceptie, verbeterde begeleiding van jongeren, maar ook een algemeen negatievere kijk op het hebben van (een) kind(eren) op jonge leeftijd. Figuur 2 en 3 verduidelijken dat België zich met betrekking tot tienerouderschap in de middengroep van de Europese landen bevindt. Wanneer België vergeleken wordt met alle Europese landen valt het zelfs in de lagere helft (figuur 2). Houden we enkel rekening met de landen die in 1995 lid waren van de EU, dan ligt België precies in het midden (figuur 3). Een detailbeeld van België (figuur 4) maakt duidelijk dat de hierboven genoemde daling 1 – zij het niet overal even sterk – opgaat voor alle regio’s (cijfers van ADSEI ). 1
De definitie die ADSEI hanteert om bevallingscijfers te berekenen, verschilt van de definitie van Eurostat. Bij de cijfers van Eurostat worden bijvoorbeeld bevallen moeders die in het wachtregister geregistreerd zijn bijgerekend. Het wachtregister bevat gegevens over vreemdelingen die zich vluchteling verklaren of vragen om als vluchteling erkend te worden en hun familieleden.
Traditioneel liggen de bevallingscijfers het laagst in de provincies Luxemburg (2 mama’s per 1000 meisjes tussen 15 en 19 jaar in 2010), Vlaams en Waals Brabant (bijna 4 mama’s per 1000 meisjes tussen 15 en 19 jaar). De hoogste cijfers zijn terug te vinden in Henegouwen (bijna 25 mama’s per 1000 meisjes) en Brussel (16 mama’s per 1000 meisjes). In Vlaanderen loopt de afname zelfs door tot in 2012 (cijfers van het SPE). Er wordt dan een historisch laagterecord van gemiddeld 6 geboortes per 1000 Vlaamse meisjes tussen 15 en 19 jaar opgetekend. In 2012 hadden ongeveer 1089 boorlingen een tiener (10-19 jaar) als mama. Slechts 5 van deze moeders waren jonger dan 15 jaar. Bijna 80 procent was 18 of 19 jaar. Het is onduidelijk of de daling ten opzichte van 2011 een verderzetting is van de eerdere trend of dat er andere factoren een rol spelen. De abortuscijfers voor 2012 zijn nog niet bekend. Wel bleek uit de cijfers van 2010 en 2011 dat de afname van de geboortes niet gecompenseerd werd door een toename in abortussen. De laatste jaren worden in België dus minder tieners zwanger.
Meer weten: Marjolijn De Wilde - Universiteit Antwerpen Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck
[email protected] 03/265.53.85 – 0494/94.95.36 www.centrumvoorsociaalbeleid.be Bron: -
Eurostat op basis van het bevolkingsregister (aangeleverd door ADSEI) ADSEI op basis van formulieren van de burgerlijke stand (= geboorteregistraties) SPE (Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie) op basis van het obstetrisch en perinataal dossier en het neonataal dossier
Figuren: -
Figuur 1: Evolutie bevallingscijfer (=aantal bevallingen per 1000 meisjes) in een aantal Europese landen voor meisjes tussen 15 en 19 jaar, 2002-2011 Figuur 2: Aantal bevallingen per 1000 meisjes tussen 15 en 19 jaar in Europa, 2010 Figuur 3: Aantal bevallingen per 1000 meisjes tussen 15 en 19 jaar in EUlidstaten van 1995, 2010 Figuur 4: Aantal bevallingen per 1000 meisjes tussen 15 en 19 jaar in het Brussels hoofdstedelijk gewest, Vlaanderen en Wallonië, 2002-2012
Figuur 1: Evolutie bevallingscijfer (=aantal bevallingen per 1000 meisjes) in een aantal Europese landen voor meisjes tussen 15 en 19 jaar, 2002-2012 30
25
20
15
10
5
0 2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Belgium
Denmark
Germany
Ireland
Greece
Spain
France
Italy
Luxembourg
Netherlands
Portugal
Iceland
Norway
Switzerland
United Kingdom
Bron: Eurostat
2011
Figuur 2: Aantal bevallingen per 1000 meisjes tussen 15 en 19 jaar in Europa, 2010
2010 Azerbaijan Georgia Bulgaria Romania Turkey Russia* Ukraine Armenia* Moldova United Kingdom Slovakia Serbia Macedonia Malta Hungary Estonia Montenegro Latvia Ireland* Poland Lithuania Portugal Iceland Croatia Czech Republic Greece France Spain Austria Belgium* Germany Norway Finland Luxembourg Italy Cyprus Sweden Netherlands Denmark slovenia Andorra Switzerland* Liechtenstein 0
10
20
30
40
50
60
Bron = Eurostat Voor de landen met * waren er geen cijfers voor 2010 beschikbaar. Hiervoor werden de cijfers van 2009 gehanteerd.
Figuur 3: Aantal bevallingen per 1000 meisjes tussen 15 en 19 jaar in EU-lidstaten van 1995, 2010 United Kingdom Ireland* Portugal Greece France Spain Austria Belgium* Germany Finland Luxembourg Italy Sweden Netherlands Denmark 0
5
10
15
20
25
30
Bron = Eurostat Voor de landen met * zijn er bij Eurostat geen cijfers voor 2010 beschikbaar. Hiervoor werden de cijfers van 2009 gehanteerd.
Figuur 4: Aantal bevallingen per 1000 meisjes tussen 15 en 19 jaar in het Brussels hoofdstedelijk gewest, Vlaanderen en Wallonië, 2002-2012 20,00 18,00 16,00 14,00 12,00 10,00 8,00 6,00 4,00 2,00 0,00 2002
2003
2004
2005
Geboortecijfer Vlaanderen
2006
2007
2008
Geboortecijfer Wallonië
Bron = ADSEI, SPE en eigen berekeningen
2009
2010
2011
2012
Geboortecijfer Brussel