Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model De informatievoorziening vereenvoudigen bij aanlegprojecten
Inhoud 1 Inleiding
4
2 Waarom BIM? 2.1 Streefbeeld 2.2 De urgentie voor RWS 2.3 Het belang van marktpartijen 2.4 Het belang van RWS
6 7 7 7 9
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
2 | Rijkswaterstaat
BIM in de praktijk Verbinding politiek en beleid Het programma BIM Voor wie BIM gemaakt wordt: de gebruikers Opgaven BIM tot en met 2014 Opgaven BIM na 2014
10 10 10 11 12 12
4 Keuze implementatiestrategie 4.1 Succesfactoren voor implementatie 4.2 Beheerst ontwikkelen en gefaseerd invoeren BIM
13 13 16
5 Producten per pijler 5.1 Inleiding 5.2 Algemeen 5.3 Pijler 1 BIM informatiekundig betekenisvol gedefinieerd 5.4 Pijler 2 Verbinding naar informatiesystemen ingevuld 5.5 Pijler 3 BIM informatiekundig in controle en ingepast in informatievoorziening 5.6 Pijler 4 BIM ingepast in organisatie en werkproces 5.7 Pijler 5 BIM integraal getoetst in organisatie en werkproces 5.8 Pijler 6 RWS-brede invoering BIM
18 18 20 20 21 22 23 23 24
6 Organisatorische randvoorwaarden 6.1 Inleiding 6.2 Regionale diensten en projectorganisaties 6.3 Landelijke diensten 6.4 Programmateam BIM en totale fte-inzet 6.5 Governance/aansturing BIM-programma 6.6 Samenwerking, kennis en communicatie
25 25 25 26 26 27 27
BIJLAGE A BIM en Assetmanagement
30
BIJLAGE B BIM en de relatie met de Data Autoriteit
34
BIJLAGE C Risico’s en beheersmaatregelen
36
BIJLAGE D Organisatie en aansturing BIM in SAA en andere DBFM-projecten
38
Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 3
1 Inleiding
De vraag naar implementatie van het BIM-instrumentarium houdt een veranderopgave in. De vier belangrijkste elementen van deze veranderopgave voor de komende periode (tot en met 2014) om BIM goed te kunnen toepassen zijn: • Het afstemmen met en het samen aanpassen van de werkwijze bij de project- en beheersorganisatie rondom gegevensuitwisseling. • Het inpassen van dit instrumentarium in het toekomstige reguliere aanleg- en onderhoudsproces van RWS (in het kader van het Ondernemingsplan 2015). • Het inpassen van dit instrumentarium in de ontwikkelingen in informatievoorziening binnen en buiten RWS, zoals intern het documentinformatiesysteem en de Data Autoriteit. • Het afstemmen hiervan met andere opdrachtgevers, marktpartijen en in Europees kader (CEDR).
• Ook belangrijk: het monitoren en evalueren van de realisatie om te weten hoe BIM op de lange termijn verder door ontwikkeld dient te worden. Dit plan geeft de implementatie voor de komende periode weer (tot en met 2014). In hoofdstuk 2 is aangegeven waarom BIM essentieel is voor de verdere ontwikkeling van RWS als agentschap; hoofdstuk 3 geeft aan welk eindbeeld voor ogen wordt gehouden. Daarmee is de implementatie op strategisch niveau belicht. Het tactische niveau wordt beschreven in hoofdstuk 4, in de vorm van de voorgestelde implementatiestrategie. Hoofdstuk 5 en 6 gaan vervolgens in op het operationele niveau: de producten per pijler en de organisatorische randvoorwaarden en consequenties.
Zoek de verschillen! SAA met en zonder BIM
Het Bouwwerk Informatie Model (BIM) kan bij Rijkswaterstaat (RWS) zorgen voor uniforme data/informatievoorziening (IV) bij zowel aanleg als beheer en onderhoud (B&O). Dat is gezien de afspraken hierover met de markt op dit terrein en de IV-doelen in het Ondernemingsplan 2015 gewenst. Op 23 januari 2012 is door het bestuur van RWS besloten het BIM binnen Rijkswaterstaat te starten door een gefaseerde implementatie uit te voeren. Die bestaat uit een beheerste uitrol bij aanlegprojecten op het hoofdwegennet, waarbij in vier DBFM-projecten deze informatiestroom wordt verbeterd en getoetst. Dit implementatieplan is de uitwerking van deze gefaseerde aanpak van BIM voor de periode vanaf 2012 tot eind 2014.
In het programma Assetmanagement van RWS is veel aandacht besteed aan de uniformering van areaalgegevens op het terrein van beheer en onderhoud. In het BIMprogramma komt het accent te liggen op de Aanleginformatie. Deze informatiestroom wordt met BIM gestandaardiseerd, zodat er uniform berichtenverkeer plaatsvindt tussen enerzijds marktpartijen en RWS en anderzijds in de RWS-organisatie. Hiervoor wordt instrumentarium rondom o.a. areaalgegevens, systems engineering en contractmanagement via open standaarden ontwikkeld en getoetst.
4 | Rijkswaterstaat
Om het ontwikkelde instrumentarium optimaal te kunnen inzetten, moeten diverse processen ingeregeld worden. Doel hiervan is ervoor te zorgen dat de informatieoverdracht gemakkelijker verloopt en faal- en transactiekosten worden beperkt, zowel bij RWS als bij de marktpartijen. Uitgangspunt hierbij is de benodigde informatie slechts één keer voor het primaire proces Aanleg te verzamelen en daarna ook in Beheer en Onderhoud te kunnen gebruiken en in het netwerkbeheerssysteem (nu NIS) beschikbaar te krijgen. Door de informatie van nieuw opgeleverde projecten automatisch in NIS op te nemen, blijft de informatie in NIS actueel.
Een van de grootste wegenprojecten van RWS in de komende jaren is het DBFM-project Schiphol-Amsterdam-Almere (SAA). Tot naar verwachting 2020 breidt RWS het wegennet tussen Schiphol, Amsterdam en Almere uit. Het gaat daarbij om de A9, A10, A1 en A6. Hiermee komen we tot: • een betere bereikbaarheid van deze economisch belangrijke regio; • een vlottere doorstroming van het verkeer; • kortere en betrouwbare reistijden. Van 2014 tot 2020 werkt RWS aan de A1/A6 Diemen - Almere Havendreef. Dit project fungeert als een van de vier proef projecten voor de implementatie van BIM. In 2012 ligt de focus op de bouw van de informatievoorziening via BIM en het doorontwikkelen hiervan in SAA A1-A6. Het proefproject gebruikt ‘BIM-versie 1’ als informatievoorziening voor areaalgegevens. Zonder BIM Het DBFM-project SAA A1-A6 sluit volgens planning aan het eind van 2012 een contract met een opdrachtnemer. Zonder BIM zou SAA naar verwachting gekozen hebben voor de gebruikelijke vorm van levering van assetinformatie. Dit houdt in dat van de opdrachtnemer gevraagd wordt om de RWS-systemen voor beheer en onderhoud (zes verschillende systemen, waaronder DISK en KernGis) handmatig te voorzien van informatie. In orde van grootte gaat het voor A1-A6 om zo’n 5.000 objecten met daaraan gekoppeld zo’n 25.000 documenten. Aangezien de RWS-systemen deels overlappend zijn, vindt een deel van de invoer meerdere keren plaats. Verder dienen de veranderingen
van het areaal in de tijd gevolgd te worden, zodat ieder ingevoerd object een aantal keren moet worden aangepast. Met BIM In het kader van de toepassing van BIM is voor SAA A1-A6 een bestandsformaat vastgesteld dat geschikt is voor het vastleggen van assetinformatie. Ten behoeve van de opdrachtnemer is een Informatie Leverings Specificatie (ILS) ontwikkeld, waarin de specificaties zijn opgenomen voor het BIM-formaat van RWS. Ook wordt voorgeschreven op welk moment volgens welk protocol en met welke coderingen de assetinformatie geleverd moet worden. De ILS is onderdeel geworden van het contract voor A1-A6. Voor de opdrachtnemer is hiermee één digitale ingang gecreëerd voor het leveren van assetinformatie. De opdrachtnemer wordt op die manier in staat gesteld om eigen informatiesystemen te koppelen, zodat handmatige invoer vermeden wordt. Binnen het projectbureau van SAA wordt een voorlopige BIM-database ingericht van waaruit assetinformatie automatisch opgeslagen kan worden in de bestaande beheermanagement systemen. In de database kunnen eenvoudig wijzigingen worden getraceerd. Met de toepassing van BIM wordt zo de gehele keten van levering van assetinformatie gedigitaliseerd en wordt de aansluiting met Assetmanagement gerealiseerd. Hiermee loopt het programma BIM vooruit op toekomstige ontwikkelingen in de infrasector en binnen RWS, zoals de vorming van een Data Autoriteit.
Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 5
2 Waarom BIM?
2.1 Streefbeeld Bij de volledige invoering van het Bouwwerk Informatie Model is de informatievoorziening (IV) tussen marktpartijen en RWS en tussen aanleg en onderhoud binnen RWS zodanig op orde, dat voor alle objecten in beheer op de hoofdnetwerken de data slechts één keer verzameld wordt en uniform in een open standaard digitaal beschikbaar blijft voor gebruik. Het werken volgens BIM is een belangrijke bouwsteen in het digitaal vastleggen van de drie hoofdnetwerken (hoofdwegen net, hoofdvaarwegennet, hoofdwatersysteem: HWN, HVWN, HWS) met de bedoeling over te gaan tot virtueel bouwen. De ambitie is dat er in 2020 een relatie is tussen de fysieke netwerken, de virtuele netwerken en de management informatie. Hiermee kan de besluitvorming over prestatie gericht dynamisch netwerkmanagement worden ondersteund en vormt het een leidende bron voor Life Cycle Cost (LCC). Dit is daardoor een krachtig systeem ter ondersteuning van de besluitvorming over de optimalisatie van de netwerkprestaties. RWS wil BIM in 2020 breed ingevoerd hebben voor het vastleggen van data/informatie, vooral in het aanleg domein. Het vormt dan een integraal onderdeel met Assetmanagement (AM) en het Beheermanagementsysteem (BMS). Dit maakt RWS Open in verbinding met de markt. RWS heeft dan al haar fysieke netwerken (HWN, HVWN, HWS) vastgelegd in virtuele modellen. Verkeer- en doorstromingsmodellen zijn geïntegreerd met deze virtuele netwerken. De informatievoorziening zal op een dusdanig peil zijn dat er snel en efficiënt inzicht is over het totale netwerk heen. Hiermee ontstaat een krachtig systeem ter ondersteuning van de besluitvorming over de RWS netwerken.
BIM-elementen en hun samenhang # vaartuigen / uur
Netwerkschakel vaarweg Netwerkschakel weg
# voertuigen / uur
Netwerkschakel watersysteem
Debiet m3/sec
Netwerkschakels Hoofdwegennet Hoofdvaarwegennet Hoofdwatersysteem
2.2 De urgentie voor RWS Het is wenselijk dat RWS nu gaat investeren in BIM, want: • De ambitie van RWS, vorming van een Data Autoriteit in het kader van het Ondernemingsplan 2015, wordt hiermee invulling gegeven, effectief ondersteund en vormgegeven door de standaardisatie van informatiestructuur en informatiestromen. • De lijn van Assetmanagement op het terrein van standaardisatie van areaal krijgt hiermee een vervolg bij bouwprojecten (aanleg van nieuw areaal).
• Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de behoefte van RWS-projectleiders, die expliciet vragen om meer klantgerichte integrale IV-ondersteuning bij hun werk. • Proactief gedrag m.b.t. open standaarden is overheids beleid. Dit houdt in dat afspraken met de markt worden gemaakt. Zo worden de informatieketens en structuur van de GWW-branche vanuit de infrabeheerders gestuurd, om daarmee voor beide structureel kosten te besparen. Dit biedt mogelijkheden de BIM-standaard in CEDRverband 1 (met EU-financiering) dus ook op Europees niveau in 2013 ter besluitvorming in te brengen. • Assetmanagement wordt hiermee door uniforme contractering en standaardisatie in data, life cycle costing, industriële automatisering (IA) en systems engineering verlengd tot Informatiemanagement (IM). • De informatierijke regiefunctie van grote (DBFM-) aanbestedingen dienen hiermee effectief te worden ondersteund. • Het is wenselijk uniforme informatie (standaarden) in de gehele keten markt - aanleg/DBFM-B&O te krijgen. Op korte termijn levert dit in de praktijk getoetste informatie leveringspecificaties die als algemene RWS IV-kaders toepasbaar zijn in contracten.
2.3 Het belang van marktpartijen BIM worden steeds vaker toegepast in bouwprojecten 2, al dan niet op eigen initiatief van de bouwondernemingen. Investeringen in een BIM worden terugverdiend door besparingen in bouwprojecten. De belangrijkste baten zijn: 1. Besparingen die deze standaardisering genereren: de mogelijkheid tot prefabricage neemt toe en het ontwerpproces gaat efficiënter. 2. Dalende transactiekosten: transactiekosten door een ontwerpinspanning in de contracteringsfase kunnen aanzienlijk omlaag, omdat snel een grofstoffelijk ontwerp gemaakt kan worden. Hierdoor nemen de financiële risico’s voor inschrijvers af. Transactiekosten kunnen bij DBFM soms zelfs oplopen tot een orde van grootte van 10 miljoen. Deze voorinvestering wordt alleen terugverdiend als de inschrijver daadwerkelijk de aanbesteding wint. 3. Vroegtijdig onderkennen van bouwfouten: kosten ten gevolge van bouwfouten (faalkosten) kunnen volgens recent onderzoek 3 oplopen tot 11 procent van de bouwsom. Door virtueel te bouwen in een BIM, worden veel van deze bouwfouten onderkend op een tijdstip dat ontwerpaanpassing nog mogelijk is. Hoewel veel van
CEDR: Europese organisatie van wegbeheerders
1
BIM kent in de B&U-wereld inmiddels een substantiële toepassingsgraad: Verenigde Staten 49 procent (2009), Europa 36 procent (2010).
2
Duurzaam ondernemen solide basis voor succes (PWC 2010)
3
6 | Rijkswaterstaat
Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 7
deze faalkosten worden doorberekend, neemt het risico op margedruk bij opdrachtnemers bij DBFM-contracten toe. Dit wordt geïllustreerd in de animatie 4 ‘BIM. The sky is the limit’. De relatie tussen RWS en de marktpartijen verandert in principe niet. RWS stelt in de contracteisen voorwaarden met betrekking tot te leveren informatie en formats daarvan. Vanuit de Bouw Informatie Raad (BIR) zoekt RWS de samenwerking met de markt om deze uitwisseling van gegevens in open standaarden te laten plaatsvinden en om tot afspraken te komen over welke informatie vanuit het bouwproces openbaar en uitwisselbaar kan worden.
4
http://www.youtube.com/watch?v=F6dH3c8abHQ
Diverse in- en externe bronnen onderstrepen het belang van de invoering van een op BIM gebaseerde werkwijze. Nationaal beleid en wetgeving vragen open verbindingen met het bedrijfsleven via open standaarden voor informatie-uitwisseling en deling. Daarnaast geven diverse onderzoeken aan dat BIM sterk kan bijdragen aan het verlagen van de faal- en transactiekosten. Op organisatorisch niveau helpt een betere informatie-uitwisseling processen efficiënter te ondersteunen en de netwerken effectiever te managen. Ook de markt heeft behoefte aan uniformering van informatie. Invoering van BIM staat daarom hoog op nationale en internationale bouwinnovatieagenda’s. En ten slotte vragen projecten een efficiënte informatie-uitwisseling tussen de projectorganisaties van opdrachtgever en opdrachtnemers en vervolgens met districtbeheerders.
2.4 Het belang van RWS In paragraaf 2.2 is aangegeven dat het urgent is voor RWS te starten met BIM, maar er zijn ook financiële redenen. Bij aanlegprojecten is de verwachting dat de lagere bouwkosten, minder bouwfouten en lagere transactie kosten op termijn bij de opdrachtnemers ook zullen leiden tot lagere inschrijvingen op projecten. Verder is de verwachting dat door standaardisatie van de informatie de communicatie met de bouwpartijen verder verbetert.
Op het terrein van beheer en onderhoud zal RWS efficiënter zijn werkzaamheden rondom informatiemanagement en assetmanagement kunnen uitvoeren. Ook zal de overdracht van informatie van de aanleg projectorganisatie naar de beheersorganisatie efficiënter en eenduidiger digitaal verlopen en handiger zijn door de uniforme informatiestructuur. Tenslotte is ook de informatieanalyse in het netwerkbeheerssysteem (nu NIS) daarmee sneller te starten.
Terugverdientijd BIM bij Aanleg (raming)
Er is een eerste globale berekening uitgevoerd wat de totale kosten betreffen voor de integrale implementatie van BIM bij RWS op alle drie de netwerken. De informatievoorziening wordt daardoor sterk verbeterd en de doelen van de Data Autoriteit komen daarmee in beeld. Dit betekent dat na 2014 de implementatie van BIM verder
doorgevoerd dient te worden. De baten bestaan uit het wegnemen van de verspillingen aan informatieverzameling en de vernieuwde andere werkwijze van informatievoorziening in de RWS-organisatie. De verwachting is dat rond 2018 de baten van BIM de kosten gaan overtreffen.
Bedragen in miljoen euro 15 10 5 baten
0
2012 2013
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
-5 -10 -15 -20 kosten
8 | Rijkswaterstaat
baten
cumulatief
Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 9
3 BIM in de praktijk
1. De ontwikkeling en bouw van gedefinieerde informatiestandaarden (Informatie Leverings Specificaties en Objecttypenbibliotheek) voor de marktpartijen (opdrachtnemers) en RWS op de terreinen van: a. areaalgegevens; b. systems engineering; c. contractmanagement; d. prestatiemanagement; e. assetmanagement. Dit betreffen, conform rijksbeleid, open standaarden zoals OPENinfra, een Objecttypenbibliotheek, COINS, VISi, e.d. 2. Informatiemodules ontwikkelen en bouwen die hieruit het informatieverkeer geleiden naar het netwerkbeheerssysteem (NIS) van RWS.
3.3 Voor wie BIM gemaakt wordt: de gebruikers RWS vervaardigt in dit BIM-programma standaarden die de informatievoorziening eenvoudiger maakt voor de project organisaties en de beheersorganisaties van RWS. Zij vormen daarmee de directe gebruikers binnen RWS, die dus ook bepalen of het BIM-programma succesvol is. Een tweede belangrijke groep gebruikers zijn de markt partijen, samen met de opdrachtgevers, verenigd in de Bouw Informatie Raad. Zij krijgen Informatie Leverings Specificaties
3. De toetsing van BIM bij de projectorganisaties en beheersorganisaties van vier DBFM-projecten. 4. De RWS-organisatie bevragen, informeren en begeleiden om deze BIM-modules bij aanlegprojecten te gaan gebruiken (de implementatie).
Informatiestroom in de bouwketen: straks
3.1 Verbinding politiek en beleid De minister van Infrastructuur en Milieu is de formele opdrachtgever voor RWS voor aanleg- en beheer en onderhoudsprojecten. Het Directoraat-Generaal Bereikbaarheid (DGB) is hierdoor beleidsverantwoordelijk op deze terreinen. De politiek en het beleid verwachten van RWS dat die de informatievoorziening effectief en efficiënt heeft geregeld bij zowel aanleg als beheer en onderhoud. Daarmee is de politiek indirect ook de opdrachtgever voor het BIM-programma. In het kader van assetmanagement is dit opgepakt voor beheer en onderhoud en via de prestatiesturing in de SLA vormgegeven. De aanleginformatie zal via dit BIMprogramma worden gestandaardiseerd en gestructureerd. In het bestuur is op 27 april 2012 afgesproken het beleid te informeren over het BIM-programma en met DGB te verkennen in hoeverre zij deze taak willen begeleiden. DGB ondersteunt het belang om via open standaarden de informatievoorziening met de marktpartijen af te stemmen. Ook zal met de BeleidsDG’s gezocht worden naar de juiste werkwijze en inhoud van de ontwikkelde instrumenten. Vooralsnog is deelname vanuit DGB geregeld in de
10 | Rijkswaterstaat
zogenaamde klankbordgroep BIM. Tevens zal met DGB verkend worden of er ook andere financieringsopties zijn af te spreken voor de looptijd van het BIM-programma, of dat het programma bekostigd kan blijven op het budget van de betreffende DBFM-aanlegprojecten.
BIM
Bouwproces fasen Opdrachtnemer
3.2 Het programma BIM Het programma Bouwwerk Informatie Model is na een verkenningsstudie in 2010 en besluitvorming eind januari 2012 met de implementatie van start gegaan. De scope is afgebakend tot het starten van BIM bij aanlegprojecten op het hoofdwegennet, waarbij na de bouw van de basismodules BIM de toetsing aan de praktijk in vier DBFM-projecten plaatsvindt. Vanuit de Bouw Informatie Raad (BIR) wordt met andere opdrachtgevers en opdrachtnemers in deze BIMontwikkeling samengewerkt. Ook Europees wordt via een EU-project op dit terrein (kader CEDR) de samenwerking gestalte gegeven. Het hoofddoel van BIM is de informatievoorziening te vereenvoudigen bij aanlegprojecten. Om dit hoofddoel te bereiken kent BIM vier hoofdtaken.
Wat: - Areaalgegevens - SE - Contractmanagement - Prestatiemanagement - Assetmanagement
ILS*
Hoe: - OPENinfra - incl. COINS t.b.v. SE - VISI - Object typen bibliotheek
Opdrachtgever
RWS BIM
Primaire processen Netwerkmanagement
Informatiesystemen *ILS: Informatie Leveringsspecificatie
Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 11
(ILS) voorgeschreven in de bouwcontracten en gaan bouwen op basis van de Objecttypenbibliotheek van RWS (die opdrachtgevers en opdrachtnemers samen opstellen) en kunnen hun eigen BIM hierop gaan modificeren en aanpassen tot open standaarden. Tenslotte zullen ook de opdrachtgevende partijen voor de infrastructuur in Nederland en Europa door de werkwijze en aanpak van open standaarden via BIM één taal gaan spreken.
3.4 Opgaven BIM tot en met 2014 De komende jaren zal worden besteed aan zowel ontwikkelen, bouwen en beproeven van de informatievoorziening via BIM. Ook moet er met de marktpartijen, andere opdrachtgevers, BeleidsDG’s en Europese partners gezocht worden naar de juiste werkwijze, vorm en inhoud van de ontwikkelde instrumenten. RWS kiest ervoor de ontwikkel- en bouwperiode beperkt te houden en direct de instrumenten te toetsen in de praktijk en via de gebruikers door beheerste trial and error het instrumentarium te verbeteren de komende jaren. In 2012 ligt de focus op de bouw en het doorontwikkelen hiervan in SAA A1-A6. Ook start het EU-samenwerkingsproject in 2012. In 2012 levert dit de volgende resultaten op: • Dit programmaplan BIM (goedgekeurd en openbaar). • Het programmateam BIM is operationeel en functio nerend, inclusief de regie op het EU-project. • Het toetsproject SAA A1-A6 gebruikt BIM-versie 1 als informatievoorziening voor areaalgegevens. • De eerste versie van ILS (de informatiestandaard) voor inkoop marktpartijen is beschikbaar. • De nota implementatie BIM in organisatie RWS. • Een PR- en communicatieplan BIM. • Het werkplan BIM 2013. In 2012 wordt de eerste prioriteit gelegd bij het toetsproject SAA A1-A6. In 2013 en 2014 zal de focus van bouwen en ontwikkelen verschuiven naar implementatie bij de projectorganisaties en de beheersorganisaties van RWS. Het toetsen van BIM zal bij SAA A9, twee andere DBFM-projecten en in CEDR-verband plaatsvinden. De implementatie van BIM in de RWS-organisatie zal de komende jaren ook een substantiële inzet van de regionale en landelijke diensten vragen als onderdeel van hun primaire processen.
12 | Rijkswaterstaat
3.5 Opgaven BIM na 2014 De keuze is gemaakt om BIM gefaseerd te implementeren bij de RWS-organisatie. De opgave van het BIM-programma zal zich gaan verbreden tot de integrale toepassing op alle aanleg- en renovatieprojecten op het HWN, maar ook tot de aanleginformatie voor de beide andere netwerken (HVWN en HWS).
4 Keuze implementatiestrategie
Het programmateam BIM vormt in de komende jaren de beheersorganisatie voor de aanlegstandaarden uit BIM. Het vormgeven en opzetten van een definitieve BIMbeheersorganisatie zal daarna dienen plaats te vinden vanuit RWS. De ontwikkeling van RWS als Data Autoriteit speelt daarin een belangrijke rol. Ook de ontwikkeling naar andere beheersprocessen als verkeersmanagement HWN en HVWN, watermanagement en vergunningverlening en handhaving behoren tot de verdere ontwikkelopgaven van RWS in dit kader. Besluitvorming over het vervolg van BIM na 2014, met daarin een voorstel hoe BIM structureel in te bedden binnen RWS, zal eind dat jaar worden voorgelegd aan het bestuur van RWS.
4.1 Succesfactoren voor implementatie De veranderopgave die BIM met zich meebrengt vraagt om een heldere en effectieve implementatiestrategie, die zoveel mogelijk aansluit bij de succesvolle strategie van het programma Assetmanagement. De succesfactoren voor de implementatie hangen af van de aanpak tot nu, kenmerken van de veranderopgave (cultuuraspecten) en de kansen en zorgpunten.
De aanpak tot nu De afgelopen periode heeft zich gekenmerkt door een breed scala aan initiatieven vanuit marktpartijen en onderzoeks instituten en ideevorming en een verkenningsstudie bij RWS. Inmiddels is de kansrijkheid van implementatie ook voor RWS aangetoond en is een plan van aanpak gereed, dat de basis vormt voor verdere doorontwikkeling en implementatie van BIM. De aanpak tot nu toe kenmerkt zich door: • accent op ontwikkeling; • primaat bij de landelijke diensten; • eerste initiatieven bij de regionale diensten; • relatief kleine groep betrokkenen.
Kenmerken van de veranderopgave: cultuuraspecten De implementatie van BIM raakt de gehele RWS-organisatie en het kerndepartement. De volgende cultuuraspecten zijn van belang. • Soms minder ‘kwaliteit’ leveren dan RWS vanuit de vakprofessie zou willen; goed is goed genoeg. • Het is nog niet helder of het programmateam ook een kaderstellende adviseursrol te vervullen krijgt. • De verantwoordelijkheid van de beheersorganisatie voor informatiestandaarden bij RWS is nog niet helder belegd. • Het is onduidelijk wanneer en of DGB de opdrachtformulering gaat beïnvloeden/bepalen. • Het is een gezamenlijk product van opdrachtgevers en opdrachtnemers, die verschillende wensen hebben, hoewel het ontwerpen onder regie van de opdrachtgevers zo veel mogelijk samen gebeurt.
Zorgpunten en kansen Een nota met kansen en zorgpunten bij de implementatie van BIM ontbreekt nog. In de volgende tekstblokken en bijlagen A en B zijn wel de raakvlakken en de afstemming tussen BIM en Assetmanagement en de Data Autoriteit onderzocht en beschreven (zie ook gele kaders).
Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 13
De genoemde cultuuraspecten spelen ook een rol bij de zorgpunten en risico’s van de implementatie van BIM. In 2012 zal via interviews en gesprekken een nota opgesteld worden over deze problematiek. Deze nota zal in de groepsraad worden gelegd ter aanvulling en informatie.
Risico’s bij de voorgestelde strategie Het herontwerp van de primaire processen zoals die in het kader van het Ondernemingsplan 2015 plaatsvinden zullen de
taken en rollen van de diensten veranderen. Dit vraagt met name rondom de in de vorige paragraaf genoemde informatie voorziening en ontwikkelingen als Assetmanagement (AM), Documentair Informatiemanagement (PRISMA) en de Data Autoriteit een te beheersen risico. In het bijzonder zijn ook de zorgvuldige invulling van de regionale assetmanagementt aken in dit kader te benoemen. Deze processen vragen om een zorgvuldige onderlinge versterking, samenwerking en afbakening.
De relatie tussen BIM en de Data Autoriteit RWS wil data als strategische asset gaan inzetten en de sturing op data in het herontwerp van het IV-proces door de Data-ICT-Dienst (DID) gaan inregelen. Hiervoor zal een governance structuur gevormd gaan worden wat uiteindelijk moet leiden naar een Data Autoriteit. Om dit te kunnen doen worden navolgende tactische stappen gezet. • Voldoen aan beleid en bijbehorende wet- en regelgeving (o.a. Open Data, Inspire, Basisregistraties). • Op systematische wijze de kwaliteit van data borgen. • Heel gericht bestaande, vaak vanuit de dynamiek van de primaire processen van RWS ontstane innovatie- en vernieuwingsprojecten aangrijpen om de beschikbare data van RWS en data uit nieuwe externe bronnen echt meervoudig te gaan gebruiken. We sturen en faciliteren bij deze kopgroepprojecten de activiteiten die nodig zijn om om data als strategische asset (bedrijfsmiddel, informatiedienst) te kunnen inzetten. Voorbeelden zijn IDVV, BIM o.a. bij SAA en Digitale Delta. • Een position paper opstellen hoe en op welke gebieden RWS zich naar buiten (andere overheden en burgers, marktpartijen en consumenten) toe wil positioneren als Data Autoriteit. En, aansluitend op genoemd position paper, een sourcingstrategie opstellen waaruit blijkt met wie RWS welke samenwerkingsverbanden wil aangaan over welke zaken in het voortbrengingsproces van data.
14 | Rijkswaterstaat
Het BIM-programma is een onderdeel van de activiteiten van de Data Autoriteit; SAA A1-A6 vormt voor beiden het kopgroepproject. Daarnaast zorgt BIM voor de externe afstemming nationaal – met publieke opdrachtgevers in de infrasector en met marktpartijen – en internationaal. Dit betekent ook dat het BIM-programma mede vanuit de DID gestuurd wordt, teneinde ervoor te kunnen zorgen dat de binnen het programma, ontwikkelde IV-kaders en richtlijnen vanuit een centrale regie beschikbaar komen voor het kwaliteitsframework, om daarna toegepast te kunnen worden binnen de diverse IV-domeinen. Het BIM-programma zal zorgen voor een BIM-oplossing die nu al toepasbaar is binnen een aantal GWWtoepassingsprojecten als SAA. Doordat deze BIMoplossing niet een 1.0 versie zal zijn conform de gewenste IV- c.q. architectuurkaders, maar eerder een 0.x versie zal de DID sterk betrokken zijn bij de implementatie van BIM binnen SAA en zorg dragen voor een toekomstige implementatie van een BIM-oplossing die wel geheel voldoet aan de gewenste IV- c.q. architectuurkaders. Iedere versie van een ontwikkeld kader zal door de DID binnen haar kwaliteitsframework getoetst worden om op een opportuun moment toe te passen binnen de IV-domeinen.
De relatie tussen BIM en Assetmanagement BIM sluit goed aan op eerdere investeringen in het programma Assetmanagement (AM), waar onder andere de informatiepositie van het areaal op orde is gebracht om vooral de prestatieafspraken (SLA-sturing) inzake beheer en onderhoud met DGB te kunnen managen. BIM voegt hier de aanleginformatie aan toe en zorgt voor uniformering van alle areaalgegevens en data van de gehele keten. Daarmee vormt ze een logisch vervolg op AM-pijler 1 (areaalgegevens op orde). BIM en AM zitten elkaar zeker niet in de weg. Sterker nog: keuzes/mijlpalen van AM zijn juist belangrijke bouwstenen voor de werkwijze van BIM. BIM gaat op deze keuzes door, over alle levensfasen van het areaal heen. BIM en AM versterken elkaar. BIM is in essentie een kader (definities, richtlijnen, modelbeschrijving) voor objectinformatie en de uitwisseling van deze informatie. Dit kader helpt de kwaliteit en uniformiteit van areaalgegevens te
Een belangrijk onderkend risico vormt de ontwikkeling van ICT-instrumenten in dit programma, die niet tijdig worden opgeleverd, niet afdoende werken en waarvoor geen draagvlak bestaat bij de gebruikers in de regionale diensten. Een ander risico vormt de samenwerking met opdracht gevers en marktpartijen rondom open standaarden. Het is zaak de samenwerking te zoeken en de overeenstemming en besluitvorming tijdig te regelen. Ook de leveranciers van de informatiepakketten zullen daarbij een cruciale rol vervullen, want zij willen bij voorkeur licenties verkopen van unieke pakketten en zullen nu aan open standaarden dienen mee te werken.
verbeteren. Een kwaliteitsslag in de areaalgegevens is nodig om de hogere doelen (risicogestuurd programmeren over de hele levenscyclus) van AM te kunnen halen en de areaalgegevens bij aanleg uniform te verkrijgen en te beheren. Binnen het programma AM is de eerste stap gezet naar het realiseren van de totaalvisie AM. Om daarin nu vervolgstappen te kunnen zetten is BIM een van de cruciale instrumenten. BIM gaat dus voornamelijk op het gebied van integrale informatievoorziening (IV) bijdragen aan het behalen van de toekomstambitie van AM. BIM draagt niet alleen bij aan de processen van AM, maar aan álle processen die afhankelijk zijn van betrouwbare en uniforme areaalgegevens en informatie. Daarmee dient het ook een plek te krijgen in aanlegprojecten, te beginnen met DBFM (o.a. SAA) en dient het op termijn RWS-breed afgestemd te zijn in alle contracten van RWS.
Daarnaast zijn er ook allerlei obstakels te overwinnen voor het BIM-programma zoals voldoende draagvlak en medewerking, voldoende financiering en capaciteit voor de uitvoering en voldoende kennis. De nog nader dit jaar te inventariseren kansen en zorgpunten moeten met beheersmaatregelen in het BIM-programma deze risico’s gaan afdekken. In bijlage C staan de belangrijkste nu onderkende interne risico’s en de te treffen beheersmaatregelen voor de implementatie van BIM bij RWS nader uitgewerkt en weergegeven in een tabel.
Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 15
Betere informatievoorziening met PRISMA en BIM De verbindende kracht van informatievoorziening komt expliciet aan de orde in het Ondernemingsplan 2015. Mits de programma’s Documentair Informatiemanagement (voorheen DIM, nu PRISMA) en Bouwwerk Informatie Model (BIM) goed op elkaar worden afgestemd, zullen zij beide bijdragen aan het realiseren van de IV-doelen uit het Ondernemingsplan. In het kader van het Ondernemingsplan 2015 levert PRISMA een belangrijke bijdrage aan het verbinden van mensen, werkprocessen en partners binnen RWS. PRISMA zorgt ervoor dat informatie op het juiste moment bij de juiste mensen beschikbaar is om efficiënt te werken, de juiste beslissingen te nemen en goed producten en diensten te realiseren. PRISMA betreft de verzameling van regels, procedures, instrumenten en specialisten die betrekking hebben op het verkrijgen, creëren, gebruiken en beheren van in (digitale) documenten weergeslagen informatie en kennis binnen RWS. Met een document managementsysteem (DMS) kunnen de medewerkers van RWS zelf hun informatie beheren. Het adagium hierbij is enkelvoudige opslag en meervoudig gebruik. Het bestuur heeft besloten dat SharePoint RWS-breed het standaard documentmanagementsysteem is. In de periode 2012-2014 richt BIM zich eerst op alleen de aanleg van hoofdwegen. BIM zorgt ervoor dat het inwinnen, uitwisselen en interpreteren van alle relevante informatie bij de aanleg van hoofdwegen wordt gestandaardiseerd. Deze standaardisatie van informatie voorziening past naadloos binnen de visie van PRISMA.
De term BIM verwijst naar een digitale beschrijving (‘informatiemodel’) van een specifiek bestaand of toekomstig bouwwerk, bijvoorbeeld een weg of een brug. In het BIM kunnen meerdere partijen, zowel opdrachtgever als opdrachtnemer, informatie opzoeken en toevoegen over dit specifieke bouwwerk. Deze gegevens – onder meer objecttypen, areaalgegevens, definities, functies en prestaties – beslaan de gehele levenscyclus van het bouwwerk. Zo komt informatie over de bouw, het onderhoud, de kosten en de veiligheid allemaal samen in één bron, het BIM. BIM verbindt dus vooral door betere informatievoorziening tussen RWS en de opdrachtnemende aannemers uit de sector van de grond-, weg- en waterbouw, maar uniformeert en standaardiseert ook intern RWS (vergelijkbaar met PRISMA).
De werkwijze om dit te bereiken voor RWS is door deze hoofdtaken van het BIM-programma in zeven pijlers met daarin diverse producten vorm te geven voor het eind van 2014: 1. De informatiebehoefte is betekenisvol gedefinieerd bij een aanlegproject. 2. De informatie van het aanlegproject is verbonden en vastgelegd met nieuwe BIM-informatiesystemen. 3. De informatie van het aanlegproject sluit aan op de informatievoorziening van RWS. 4. De primaire werkprocessen van de RWS-organisatie zijn hierop aangepast. 5. Het BIM-instrumentarium is op vier DBFM-projecten getoetst en werkt. 6. De RWS-brede invoering van 20 procent BIM is voorbereid en gelukt. 7. Het BIM-instrumentarium is succesvol in Europees verband (CEDR) gedeeld.
De BIM-producten van deze pijlers vormen samen het BIM-programma in 2012-2014. De belangrijkste producten van elke pijler staan in het volgende hoofdstuk weergegeven. Voor pijler 7 worden de belangrijkste producten pas eind 2012 vastgesteld. Over de voortgang, het behalen van de resultaten van het BIM-programma, wordt verantwoording afgelegd.
Het programmateam BIM zoekt actief afstemming met de Corporate Dienst (CDR) en de DID om samen te bekijken hoe de raakvlakken tussen BIM en PRISMA het beste te organiseren. Zo vergt bijvoorbeeld de keuze vanuit PRISMA voor één systeem en de keuze bij BIM voor open standaarden nader overleg. De gezamenlijke lijn zou kunnen zijn dat de GWW-markt en RWS via BIM de benodigde specifieke informatie voor aanlegprojecten voortbrengen, waarna deze specifieke informatie (waar relevant) door een slimme koppeling in ieder geval in SharePoint beschikbaar komt. Het programmateam BIM hanteert uiteraard SharePoint als documentmanagement systeem voor de programmadocumenten.
4.2 Beheerst ontwikkelen en gefaseerd invoeren BIM Voor de keuze in welke vorm en met welke reikwijdte RWS nu zou moeten acteren op het BIM-dossier waren meerdere scenario’s denkbaar. Het RWS-bestuur heeft op 25 januari 2012 gekozen voor scenario B, een beheerste gefaseerde invoering van het BIM-programma. De invoering van de BIM-aanpak krijgt in de tijd gelijktijdig gestalte via drie sporen, te weten: • Spoor I: verankeren BIM-aanpak binnen RWS; • Spoor II: ontwikkelen van de BIM-aanpak met de dagelijkse praktijk van RWS (met marktpartijen); • Spoor III: opschalen met de sector.
16 | Rijkswaterstaat
Centraal staat Spoor II, het ‘al-implementerend-leren’ in de dagelijkse praktijk van RWS en de betrokken marktpartijen. Spoor I, het verankeren binnen RWS, zorgt voor een goede inbedding in de RWS-organisatie, het beschikbaar zijn van voldoende faciliteiten en het opschalen van de lessen en ervaringen. Spoor III zorgt dat de BIM-ontwikkelingen binnen RWS niet op zichzelf staan door in nauw overleg te blijven met de sector over de opschaling over bedrijfsgrenzen heen. De vier hoofdtaken van het BIM-programma (uit paragraaf 3.2) zijn de ontwikkeling van informatiestandaarden, het informatieverkeer geleiden, de toetsing van BIM en de implementatie bij RWS. Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 17
19
BIM Effecten op rollenpatroon, RWS informatie sturing & regie
20
Vormgeven BIM beheerorganisatie
21
Monitorprogramma BIM inpassing
22
Verander communicatie & Veranderingsstrategie/plan
23
Educatieprogramma & bewustwordingsprogramma
24
Effecten van BIM toepassing in databeleid
25
Invloed sectorbrede standaarden op RWS-applicaties en -datasets
26
Producten voor Europese Commissie i.h.k.v. CEDR
RWS-netwerken effectiever managen
18
Juridische checklist BIM T.b.v. aanbesteden en eigendom
RWS-proces efficiënter goedkoper ondersteunen
17
Samenhang op informatiepositie Bestuurlijk verankerd
RWS in control op informatiepositie
16
Model landelijke managementinfo NIS o.b.v. BIM t.b.v. bouwen
20% hogere kwaliteit bouwdata
15
Afhankelijksanalyse & spelregels Info toezicht/toegang (contingency)
10% minder onverwachte bouwkosten
14
Proeven BIM in aanlegprojecten en onderhoud
20% betere integratie mgt info bouwproces/object
13
RWS opschalingsstrategie BIM
80% bouwdata worden eenmalig vastgelegd
12
Beveiligingsstandaard elektronisch uitwisselen
10% minder bouwoverlast
11
Spelregels t.b.v. aggregeerbaar houden gegevens (infoschema)
20% minder transactiekosten
10
Meta-informatiestandaard
5% minder faalkosten
9
BIM-checklist over informatiekundige aspecten bij projecten
Organisatie RWS aangepast op gebruik BIM
8
Model operationele info bij RWS processen
BIM als drager voor info Control RWS-breed ingevoerd
Model uitwisselprogrammatuur T.b.v. RWS-applicaties (NF)
RWS BIM informatieStructuur
BIM gereedschappen
7
Invoering voorbereid
Databank (vulling met objecten)
6
Integraal getoetst
BIM uitwisselstandaard ILS & protocol + levering specificaties
5 Ingepast in organisatie
BIM interactiemodel
4
Informatiekundig in controle
In bijlage D zijn de organisatie en aansturing opgenomen van BIM in het toetsproject SAA A1-A6 en andere DBFM-projecten.
RWS BIM informatiemodel Incl. woordenboek
3
Verbinding infosystemen
In bijgaand schema zijn de doelen van BIM, de pijlers en de producten schematisch weergegeven voor de periode 2012-2014. De werkzaamheden en op te leveren 26 producten zijn gebundeld in zeven pijlers. De producten van pijler 7 ontbreken hier nog, want deze worden pas eind 2012 met Europese partners vastgesteld. Per pijler is aangegeven wie verantwoordelijk is, welke implementatiestrategie wordt toegepast en welke planning gehanteerd wordt. De tien belangrijkste producten worden door de programmamanager en vier projectleiders vervaardigd en staan in dit hoofdstuk weergegeven.
BIM objectenbibliotheek Incl. vulling met objecttypen
2
Infobehoefte betekenisvol
5.1 Inleiding
1
5 Producten per pijler
Doelen en producten in pijlers van BIM
AM1 Areaalgegevens op orde
18 | Rijkswaterstaat
Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 19
5.2 Algemeen
5.4 Pijler 2 Verbinding naar informatiesystemen ingevuld
Relatiebeheer en afstemming opdrachtgevers en marktpartijen
Het doel van deze pijler is het realiseren dat de informatie van het geselecteerde aanlegproject is verbonden en vastgelegd met nieuwe BIM-informatiesystemen.
Omschrijving
Het relatiebeheer en overleg over de open standaarden en systemen in de Bouwwerk Informatie Raad (BIR), Europees (o.a. in CEDR-kader) en met opdrachtgevers als ProRail door diverse BIM-medewerkers, bestuursleden, Groepsraadleden en Programmaraadleden.
Doel
Afstemming en samenwerking bij de vervaardiging van BIM-producten.
Verantwoordelijk
Programmamanager BIM (Programmateam BIM)
Ondersteunend Producten
BIM database Omschrijving
(Laten) Bouwen respectievelijk selecteren en aanschaffen van BIM-database voor opslag en ontsluiting van BIM-objecten. De voorziening verzorgt ook het wijzigingen en versiebeheer van objectinformatie. Tevens wordt een gestandaardiseerde interface geboden voor de aansluiting van gereedschappen.
Bestuur RWS en Groepsraadleden
Doel
Verkrijgen van een middel voor ontvangst, opslag en beheer van BIM-objectinformatie.
• PR- en communicatieplan BIM • Notulen en actielijsten van overleggremia • Verslagen van bijeenkomsten en symposia BIM
Verantwoordelijk
Projectleider Ontwikkelen (Programmateam BIM)
Producten
BIM database, die in meerdere DBFM-projecten beschikbaar en inzetbaar is
5.3 Pijler 1 BIM informatiekundig betekenisvol gedefinieerd
Uitwisselprogrammatuur Omschrijving
(Laten) Bouwen respectievelijk selecteren en aanschaffen van software voor verschillende doeleinden: • Software die de digitale communicatie met opdrachtnemers ondersteunt; • Software die op een digitale manier de integrale werkwijze van informatie-uitwisseling project bureaus met opdrachtgever en opdrachtnemer ondersteunt; • Software die de aansluiting verzorgt van de BIM-database met de bestaande informatiesystemen voor beheer en onderhoud bij de regionale diensten; • Een faciliteit voor ontsluiting van een RWS-brede objectbibliotheek.
Opstellen van een model van de rollen en transacties die relevant zijn voor de communicatie tussen RWS en opdrachtnemers en voor raakvlakken binnen de RWS-organisatie. Het model identificeert de raakvlakken waar informatieoverdracht plaatsvindt en is uitgangspunt voor de implementatie van digitale berichtuitwisseling. Het model wordt gebaseerd op ISO 29481 (Information Delivery Manual) en de Nederlandse VISI-standaard.
Doel
Verkrijgen van middelen voor het digitaal gebruiken en uitwisselen van BIM objectinformatie.
Verantwoordelijk
Projectleider Ontwikkelen (Programmateam BIM)
Ondersteunend
Regionale diensten en projectdirecties
Doel
Verkrijgen van een middel voor bewerkstelligen van uniformiteit voor de inrichting van communicatie en interactie ten behoeve van DBFM-projecten.
Producten
Uitwissel programmatuur, die in meerdere DBFM-projecten beschikbaar en inzetbaar is
Verantwoordelijk
Projectleider Ontwikkelen (Programmateam BIM)
Ondersteunend
Regionale diensten en projectdirecties
Producten
• RWS Interactiemodel
Het doel van deze pijler is het realiseren van standaarden en modellen in informatievoorziening, waarmee de basis wordt gelegd voor het verbeteren van de uitwisseling van informatie tussen RWS en opdrachtnemers. RWS Interactiemodel Omschrijving
Informatie Leverings Specificaties Omschrijving
Opstellen van standaard Informatie Leverings Specificaties (ILS); dit zijn voorschriften, die op de raakvlakken van opdrachtgever met bouwpartners (opdrachtnemers) geïntroduceerd worden. De ILS legt op een raakvlak vast: • Welke gegevens te leveren (afbakening/reikwijdte en inhoud) • Hoe te leveren (vorm); • Op welk moment te leveren (tijdstip); • De kwaliteit van de informatie; • Toe te passen bestandsformaten, coderingen, structuren; • Toe te passen standaarden; De ILS sluit aan op het eerder genoemde Interactiemodel en Bouwwerk Informatie Model.
20 | Rijkswaterstaat
Doel
Verkrijgen van een middel voor bewerkstelligen van uniformiteit voor de inrichting van communicatie en interactie ten behoeve van DBFM-projecten.
Verantwoordelijk
Projectleider ontwikkelen (Programmateam BIM)
Producten
Standaard Informatie Leverings Specificatie voor het raakvlak tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bij uitvoering van een DBFM-contract.
Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 21
22 | Rijkswaterstaat
5.5 Pijler 3 BIM informatiekundig in controle en ingepast in informatievoorziening
5.6 Pijler 4 BIM ingepast in organisatie en werkproces
Doel van deze pijler is het borgen van de leverbetrouwbaarheid van de informatie en het zekerstellen dat BIM past binnen de IV-standaarden van RWS.
Doel van pijler 4 is om RWS organisatorisch voor te bereiden op BIM, inclusief de (inter)nationale belangenbehartiging.
Waarborgen van de continuïteit van de informatievoorziening bij de uitvoering van de projecten
Veranderstrategie en verandercommunicatie, inclusief opleidingen
Omschrijving
Het borgen van de beschikbaarheid van de informatie die bij de RWS-projectorganisatie en de marktpartijen aanwezig is, ook in geval van calamiteiten (bijvoorbeeld bij wanprestatie of faillissement van marktpartijen).
Omschrijving
De invoering van BIM in heel RWS zal verandering teweegbrengen. Een dergelijk verandertraject moet goed voorbereid worden om de acceptatie te vergroten. Het programmateam stelt hiervoor een specifiek RWS-verandertraject en opleidingstraject op.
Doel
Zekerstelling dat RWS altijd (dus gedurende de gehele levenscyclus van het object) de beschikking heeft over alle informatie van de DBFM-contracten die bij de opdrachtnemer aanwezig is.
Doel
Effectieve en efficiënte communicatie, implementatie en acceptatie van BIM binnen RWS.
Verantwoordelijk
Projectleider Organisatie (Programmateam BIM)
Verantwoordelijk
Projectleider Organisatie (Programmateam BIM)
Ondersteunend
Regionale diensten en projectdirecties
Producten
Producten
• • • •
• • • • •
Modelteksten voor opname in de contracten en interne handboeken en richtlijnen RWS Contingency/noodplan voor het geval de marktpartij plotseling compleet in gebreke is Juridische checklist BIM Bestuurlijk geaccordeerd besluit over de verantwoordelijkheid voor het mechaniek / de methode waarmee de informatiepositie van RWS gegarandeerd wordt (samenwerking tussen kaderstellers, uitvoerders en afnemers/toeleveranciers) • Handboek voor gebruik en invoering van BIM
Veranderstrategie RWS/BIM Communicatie- en opleidingsstrategie Operationele BIM-leerlijn inclusief BIM-opleiders en gegeven opleidingen aan de RWS-medewerkers Veranderplan Uitgevoerde verandercommunicatie
5.7 Pijler 5 BIM integraal getoetst in organisatie en werkproces
Het maken van een integrale impactanalyse van de effecten van de invoering van BIM op de RWS
Praktijktoetsen in vier DBFM-projecten
Omschrijving
Het analyseren van de effecten, potentiële problemen en mogelijke oplossingen door de invoering van BIM enerzijds en anderzijds het inventariseren van kansen als gevolg van de invoering van BIM. Effecten worden voorzien op: • applicaties, • gegevensverzamelingen, • apparatuur, • netwerken en • interfaces evenals • de organisatorische en personele gevolgen.
Omschrijving
De standaarden, systemen, werkprocessen en procedures, die in de pijlers 1, 2, 3 en 4 zijn ontwikkeld, worden in vier DBFM-projecten in de praktijk getoetst op gebruikswaarde en RWS brede toepassing en doorontwikkeld.
Doel
BIM-producten laten aansluiten op gebruiksbehoefte in de RWS-praktijk en generieke toepasbaarheid kunnen garanderen.
Verantwoordelijk
Regionale diensten en projectdirecties
Ondersteunend
Projectleider Toetsen (Programmateam BIM)
Doel
Een efficiënte, effectieve en beheerste invoering van BIM binnen RWS, zonder nadelige effecten voor het primaire proces.
Producten
Verantwoordelijk
Projectleider Organisatie (Programmateam BIM)
Producten
• Een analyse van de gevolgen door de invoering van BIM op alle bovengenoemde gebieden • Scenario’s hoe de voordelen van BIM als fundament voor de informatievoorziening kunnen worden benut, uiteenlopend van het minimaliseren van RWS-gebonden IV-diensten (maximale uitbesteding) tot het volledig in eigen beheer houden
• • •
Toetscontracten met DBFM projecten; Toets- en Evaluatierapporten voor – Werkpakket 1 Wegen/Areaal – Werkpakket 2 Wegen/Contractmanagement – Werkpakket 3 Wegen/Systems Engineering – Werkpakket 4 Wegen/Prestatiemanagement – Werkpakket 5 Wegen/Assetmanagement; Operationele toetsomgeving voor integraal toetsen.
Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 23
5.8 Pijler 6 RWS-brede invoering BIM Deze pijler verzorgt de invoering van BIM binnen RWS.
Implementatiestrategie en implementatieplan Omschrijving
6 Organisatorische randvoorwaarden
De in de toetsomgeving beproefde en geaccepteerde BIM-producten zijn klaar voor brede uitrol in de RWS-organisatie (lijn & projecten). De implementatiestrategie en het implementatieplan beschrijven de manier waarop deze uitrol zich zal voltrekken. De implementatiestrategie betreft het proces hoe deze stap-voor-stap kan gebeuren. Hierbij zal een evenwicht gezocht worden tussen de snelheid van implementatie (hoe sneller geïmplementeerd, hoe sneller de vruchten geplukt kunnen worden) en de verandercapaciteit van de organisatie. De mate van verstoring van het primaire proces en het IV-proces, het aanpassen van bestaande afspraken met interne en externe partners alsook financiële aspecten spelen daarbij een rol. Op basis van de implementatiestrategie wordt een implementatieplan opgesteld om BIM stap-voor-stap RWS-breed in te voeren.
Doel
Doel is dat de ontwikkelde en getoetste BIM-producten door de staande organisatie worden gebruikt.
Verantwoordelijk
Projectleider Implementatie (Programmateam BIM)
Ondersteunend
Regionale diensten en projectdirecties
Producten
• Implementatiestrategie BIM • Implementatieplan BIM
6.1 Inleiding Om de in hoofdstuk 4 beschreven implementatiestrategie succesvol te kunnen uitvoeren voor de periode tot eind 2014 en de bijbehorende producten uit hoofdstuk 5 te kunnen realiseren, dienen organisatorische randvoorwaarden ingevuld te worden. Dit betreft enerzijds de financiering van de kosten en anderzijds de inzet vanuit de regionale diensten en projectorganisaties, de landelijke diensten en het programmateam. Vertrekpunt hierbij is de huidige organisatie en het sturingsmodel van RWS (DG-HID-sturing met een achtkoppig strategisch bestuur). Voor verschillende onderdelen van BIM zal een keten van actoren, enerzijds reikend van EU, via nationaal niveau naar RWS en anderzijds reikend van DGB, via bestuur naar diensten tot in het district. Samenwerking tussen deze partijen is daarbij cruciaal uitgaande van ieders specifieke belang (rol en taak). Ook zal kennis verder ontwikkeld en communicatie georganiseerd dienen te worden. Er zal een externe Raad van Advies en een interne Klankbordgroep worden ingesteld om de kennis te borgen en de implementatie te begeleiden.
24 | Rijkswaterstaat
6.2 Regionale diensten en projectorganisaties De invoering van het BIM-programma vindt plaats bij de regionale diensten en in de projectorganisaties. Er is een tweetal klanten te onderscheiden. Zij bepalen samen of de BIM-werkwijze en BIM-producten voldoen aan de eisen in het primaire proces ten aanzien van de informatievoorziening bij de diensten: • De verantwoordelijke informatiemanagers in de projectorganisaties. • De assetmanagers in de nieuwe districten. De implementatiestrategie voor BIM is nog niet definitief en wordt samen met de regio vormgegeven dit jaar. Elementen die daarin voorkomen zijn: • Voorlichting over BIM in alle regionale diensten (en districten) en landelijke diensten (waaronder ook bezoeken DT’s NH, DID, DVS, DI en ON). • Vorming van regionale teams BIM-implementatie in de drie regio’s waar de DBFM-toetsprojecten plaatsvinden. Deelname van AM-medewerkers district, IV-medewerkers projectorganisaties en BIM-medewerkers programmateam. • Veranderstrategie, opleidingen en communicatie BIM RWS-breed.
Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 25
Cruciaal wordt daarbij de te vervaardigen BIM-producten te laten aansluiten bij de huidige IV-werkzaamheden en af te stemmen met toekomstige informatiewerkzaamheden van de diensten in hun primaire proces aanleg en onderhoud. BIM dient gemak te bieden en werk te besparen.
6.3 Landelijke diensten De belangrijkste taken voor het BIM-programma dienen te worden uitgevoerd onder leiding van en door de informatie specialisten bij de landelijke diensten. Door de keuze voor scenario B in het bestuur zal de inzet van de WD beperkt zijn. Er wordt gewerkt op het HWN, vooral op de aanleg informatie, en getoetst in vier DBFM-projecten (waaronder SAA A1-A6). De landelijke diensten leveren de programmateamleden en projectleiders (of huren die in). Zij organiseren en dragen er via de zes pijlers zorg voor dat de 26 gedefinieerde producten met de overige medewerkers en adviseurs de komende jaren worden vervaardigd.
6.4 Programmateam BIM en totale fte-inzet Het programmateam BIM staat onder leiding van de programmamanager Herman Winkels. Hij laat zich
ondersteunen door een klein programmabureau, een technisch/contractmanager, een manager project beheersing en een omgevingsmanager BIM. Zij vormen samen het kernteam BIM. Daarnaast is er een viertal projectleiders ontwikkelen, organisatie, toetsen en implementatie in het programmateam BIM opgenomen. Zij organiseren en dragen er via de zes pijlers zorg voor dat de 26 gedefinieerde producten met de overige medewerkers en adviseurs de komende jaren worden vervaardigd. De RWS-brede ambtelijke inzet op het BIM-programma (inclusief bemensing programmateam) bedraagt in 2012 ca. 25 medewerkers. Dit betreft voornamelijk medewerkers van de huidige landelijke diensten. In effectieve omvang bedraagt dit ca. 17 fte in 2012. De komende jaren zal de omvang groeien naar ca. 25 fte in 2013 en 30 fte in 2014. Zie hiernaast tabel 1 waarin de verdeling is uitgesplitst naar de diensten. De personele inzet voor invoering in 2012 zal zich in de regio beperken tot ca. 1 fte per dienst (verdeeld over verschillende medewerkers), welke gericht is op voorlichting over BIM en gesprekken hoe tot implementatie van de BIM-producten over te gaan. De inzet die benodigd is in de komende jaren wordt duidelijk op basis van de gekozen strategie in het implementatieplan BIM 2013-2014, dat eind 2012 beschikbaar komt. De huidige verwachting is dat deze inzet zich ook die jaren zal beperken tot max. 3 fte’s per dienst, waar de toetsprojecten plaatsvinden, en tot enkele fte’s in de overige regio’s. Dat deze inzet zo gering wordt ingeschat, hangt samen met het feit dat dit voor deze groepen (AM-medewerkers en projectmedewerkers) al tot hun reguliere taken behoort.
P1
Programmamanager (DI)
Technisch manager & P2 contractbeheersing (DID)
QA
PL
PL
Projectleider Ontwikkelen (DID)
Pijler 1
Pijler 2
Projectleider Organisatie (DI)
Pijler 3
Pijler 4
BIM Organisatie
Projectbeheersing (DI)
26 | Rijkswaterstaat
2013
2014 Totaal meerjarig
Inzet DID
5
9
10
24
Inzet DVS
4
4
4
12
Inzet DI
8
10
14
32
Inzet RD’en
2
8
8
18
Totaal in fte
19
31
36
86
het bestuur. De procesverantwoordelijke geeft opdracht aan HID DI om het primaire proces aan te passen. Deze taak wordt in 2012 tijdelijk vervuld door Richard van Breukelen. De HID DI levert op de T-rapportagemomenten een geactualiseerde voortgangsmelding (inclusief beslispunten, indien noodzakelijk) aan het bestuur. Indien wenselijk wordt hieraan in het DG-HID-gesprek aandacht besteed.
Tabel 1: raming meerjarig benodigde RWS inzet (intern ambtelijk)
Programmaraad BIM Inclusief de externe inzet komt de totale personele inzet uit op 30 fte in 2012, 50 fte in 2013 en 50 fte in 2014.
De dagelijkse aansturing vindt tweemaandelijks plaats door de Programmaraad. Hierin zitten naast vertegenwoordigers vanuit de landelijke diensten ook de RWS-klanten aan tafel o.l.v. Roger Mol. Er is ten slotte ook een Klankbordgroep BIM (intern RWS) die inhoudelijk adviseert aan de programma manager. De Raad van Advies gaat t.z.t. adviseren over de externe aansluiting van dit BIM-programma op de ontwikkelingen buiten RWS (voornamelijk deelnemers uit universiteiten en onderzoeksinstellingen).
6.5 Governance/aansturing BIM-programma Opdrachtgever – opdrachtnemer Namens de minister en onder beleidsverantwoordelijkheid van DGB is de opdrachtgever voor BIM de DG van RWS. De opdrachtnemer is HID DI, Cees Brandsen, volgens de bij RWS gebruikelijke sturingslijn.
6.6 Samenwerking, kennis en communicatie
Besluitvorming door het RWS-bestuur Het bestuur van RWS beslist over de voortgang en scope van het programma Bouwwerk Informatie Model. Jean Luc Beguin is het procesverantwoordelijk bestuurslid voor het BIM-programma. Hij toetst de opdracht vanuit de opdrachtgever voor acceptatie, adviseert het bestuur en borgt de capaciteit via de besluitvorming over het BIM-programma in
Het bestuur heeft de organisatie gevraagd de volgende doelen te behalen: • Bestuurlijke en organisatorische verankering in een stappenplan; • Samenwerking en bewustzijn rondom BIM;
PL
Projectleider Toetsen (n.t.b.)
Projectleider Implementatie (DVS)
Pijler 5
BIM Toetsen in DBFM-projecten
Lijnsturing
Pijler 6 BIM Implementatie
Procesverantwoordelijkheid
DGB Proceseigenaar
Verstrekt opdracht, middelen managet relatie naar I&M
Opdrachtgever DG
PL
Versluis DID (CDIV) Timmer DVS (DN) van Duin DNH Slager SAA
Advies proceseigenaar
Adviseert & Borgt capaciteit
Realisatie opdracht & Inpassing proces Accepteert resultaten, verzorgt mensen & middelen
Toetsing opdracht DGB
Opdrachtnemer HID DI
Bestuur RWS
Aanpassing primair proces
Programmaraad Vz Roger Mol
CFO (2012) Jean Luc Bequin
Raad van Advies In oprichting
Adviseert mbt externe aansluiting
Stuurt op doelen en impact THEFD1 LANDELIJKE DIENSTEN
BIM Ontwikkelen
P3 Omgevingsmanager (DVS)
GROTE PROJECTEN
ondersteunt
REGIO DISTRICTEN
Programmateam BIM
Programmabureau (DI) P0
2012
BIM Programma Organisatie & Governance Kernteam BIM
Programmaorganisatie BIM
Menskracht\Jaar
Klankbordgroep Intern RWS Vz Marion Braam
Programmamanager Adviseert inhoudelijk
Herman Winkels
1
HEFD: tempo, haalbaarheid, efficiency, T flexibiliteit en doelgerichtheid
Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 27
• Uniforme informatiestructuur; • Toetsen en ervaring opdoen in DBFM-projecten; • Juridische inbedding.
Hierbij worden zo snel mogelijk samenwerkingsverbanden gezocht om gezamenlijke standaarden af te spreken.
Internationaal Uiteindelijk zal BIM moeten leiden tot de volgende doelen: • Lagere kosten voor bouwen; • Uniforme gegevensopslag; • Betere communicatie met opdrachtnemers; • Betere afstemming op internationale standaardiseringtrajecten. Om deze doelen te borgen is het van groot belang dit samen met anderen te doen. Hiervoor is het opzetten van samenwerkingsverbanden, kennisontwikkeling en communicatie van groot belang. Voor alle drie deze elementen moet verbinding worden gezocht met de partijen binnen RWS, maar ook andere partijen op nationaal en internationaal niveau.
Intern Rijkswaterstaat Binnen RWS zal met veel belangstelling worden gekeken naar het programma. Met de implementatie van asset management is er binnen RWS, zowel bij aanleg als bij onderhoud, een grote behoefte gekomen aan verbeterde uniforme informatie en een beheermanagementsysteem. Dit geldt zowel voor de droge als de natte netwerken. Middels een goed communicatietraject kan aan verwachtingenmanagement worden gedaan. Hierbij is een goede aansluiting met het traject RWS als Data Autoriteit van groot belang. Via een goed implementatieplan wordt hieraan invulling gegeven.
In eerste instantie wordt gekeken naar de Europese ontwikkelingen op het gebied van BIM. RWS is een van de Europese koplopers op dit gebied. Net als de nationale afstemming over te ontwikkelen standaarden is het samen verder ontwikkelen van deze standaarden met Europese partners van groot belang. De partijen waar nu aan wordt gedacht zijn: • CEDR, waarvan RWS in 2013 voorzitter is; • Fehrl, is een samenwerkingsverband van Europese wegbeheerders; • CEN, dit is de Europese tegenhanger van het NEN; • EU-onderzoeksprogramma: het voorstel Virtual Construction for Roads (V-con) ingediend en goed gekeurd bij de EU om een onderdeel van BIM in gezamenlijkheid te ontwikkelen; • PIARC, een globale organisatie die zich bezig houdt met kennis uitwisseling en ontwikkeling. Het doel van de internationale communicatie is om andere partijen deelgenoot te maken van de ontwikkelingen bij RWS en het inbrengen van standaarden. Daarnaast is het mogelijk om kennis en lopende ontwikkelingen te gebruiken om het programma te verbeteren. Om invulling te geven aan de samenwerking, implementatie, PR en communicatie wordt in 2012 een rapport vervaardigd over de werkwijze implementatie BIM bij RWS. Daarnaast wordt een PR- en communicatieplan BIM opgesteld.
Nationaal RWS loopt nationaal, samen met ProRail, voorop met de ontwikkeling van assetmanagement en ook met de informatievoorziening. Het ontwikkelen van een BIM is een logisch gevolg. De andere nationale spelers zijn echter van groot belang om mee te nemen in de ontwikkelingen die RWS doormaakt. De bedoeling is om de standaarden ook voor die nationale partijen te ontwikkelen. Hierbij moet gedacht worden aan: • Netwerkinfrabeheerders (WOW, provincies, gemeentes, waterschappen); • Bouwpartners (GWW-bouwers, opdrachtnemers, 5DI, Bouwend Nederland); • Infrabeheerders (Next Generation Infrastructure, Prorail, Tennet, Alliander, Kadaster); • Bouw Informatie Raad (BIR); • Instituut voor Bouwrecht; • Kennisinstituten (universiteiten, TNO); • Publicerende pers.
28 | Rijkswaterstaat
Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 29
BIJLAGE A
Informatievoorziening Visie AM
Beheer, Onderhoud en Onwikkeling PAM
BIM
BIM en Assetmanagement
Proces
Aanleg
Prestatiemanagement Systems Engineering
Figuur 1: relatie AM-BIM
Memo: 24 november 2011 Auteur: BIM team Titel: Afstemming BIM – Assetmanagement; Subtitel: bijlage bij BIM memo DB 5 december 2011
Relatie AM – BIM Wat is assetmanagement? Door het consequent toepassen van Asset Management (AM) worden de lange termijn prestatiedoelen (SLA) voor de drie netwerken op een transparante wijze vastgesteld en doorvertaald naar B&O-projecten en (inkoop)processen die er voor zorgen dat de netwerken goed beheerd en maximaal benut worden in relatie tot de (beleids)doelen die we ermee willen bereiken (bijvoorbeeld vlot en veilig verkeer over weg en water). AM is een visie op het beheer en onderhoud van het areaal. Het legt de relatie tussen de beleidsdoelen t.a.v. beheer en onderhoud van het ministerie en de uitvoering door de werkvloer. Met als onderliggend doel om de beperkte middelen voor het in stand houden van infrastructuur optimaal in te zetten. Het inrichten van deze gehele keten behoort tot de scope van het programma AM. Programma Assetmanagement
Het programma AM (PAM) gaat primair over het opnieuw inrichten van de processen rond beheer en onderhoud (B&O), van beleidsvorming tot uitvoering. Meer volwassen (trans parant, betrouwbaar, herhaalbaar) maken van de planning door risicogestuurd onderhoud en life cycle costing (LCC) zijn belangrijke uitgangspunten hierbij. Life cycle costing houdt in: de kosten van een areaal over zijn gehele levensduur zo laag mogelijk houden; dit begint al bij ontwerp en aanleg van een object. In PAM wordt al gewerkt aan de relatie tussen Aanleg en Beheer, Onderhoud & Ontwikkeling (BOO). 30 | Rijkswaterstaat
Een basisvoorwaarde voor risicogestuurd onderhoud en LCC is actuele en betrouwbare informatie (zowel kwantitatief als kwalitatief ) over het areaal. In het PAM is een belangrijke eerste stap gezet deze informatie over het areaal te verkrijgen (in pijler 1, areaalgegevens op orde voor SLA-sturing). Men heeft ervoor gekozen om in deze eerst stap richting de visie van AM de bestaande IV-systemen zoveel mogelijk te gebruiken. Er zijn twee nieuwe IV-systemen geïntroduceerd; Ultimo en Rups. Het huidige PAM focust zich op de SLA-offerte c.q. SLA-programmering en de daarbij horende ‘inkoop van onderhoud’ middels de prestatiecontracten. De prestatiecontracten zijn voornamelijk gericht op vast onderhoud en in mindere mate op klein variabel onderhoud. Ten aanzien van de primaire processen richt het zich binnen BOO op planmatig beheer en vast onderhoud. Wat is BIM? BIM is de afkorting voor de term ‘Bouwwerk Informatie Model’, die verwijst naar een digitale beschrijving (‘informatiemodel’) van een specifiek, aanwijsbaar (bestaand of in de toekomst bestaand) bouwwerk. Dit betekent dat er volgens een afgesproken model een beschrijving wordt gemaakt van de infrastructuur zoals die buiten ligt of komt te liggen. Die omschrijving bevat ook alle areaalgegevens. BIM draagt daarmee in belangrijke mate bij aan het opstellen en beheren van betrouwbare en actuele areaalgegevens. Alle processen gerelateerd aan de levenscyclus van het areaal, die afhankelijk zijn van goede areaal gegevens, kunnen daarom profiteren van het toepassen van BIM. BIM is als het ware een set van afspraken, standaarden en definities waarmee de gegevens over het virtuele areaalobject wordt vastgelegd. Door afspraken met elkaar te maken en volgens die afspraken en standaarden intern en extern met elkaar te communiceren wordt het mogelijk om gegevens uit te wisselen, onderling binnen RWS en met externe bouw partners. Het object staat in deze denkwijze centraal, iedere partij voegt die gegevens / documenten toe ter ondersteuning van de eigen werkzaamheden en ten behoeve van andere partijen (intern RWS en opdrachtnemers) verderop in de keten. Hiermee faciliteert BIM de inrichting van ketenprocessen. Er ontstaat een gedeeld beeld van de werkelijkheid, zonder interpretatieverschillen en semantiekverschillen. Dit is nu niet zo. Er is binnen RWS geen gedeeld beeld van het areaal. Het programma BIM zal dus géén nieuw BIM-informatiesysteem opleveren. BIM zal RWS ondersteunen in het streven om alle onderdelen van RWS in dezelfde taal met elkaar en met de markt te praten. Om dit mogelijk te maken zullen aanpassingen aan bestaande systemen Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 31
onvermijdelijk zijn. Ook kan het op bepaalde plekken nodig zijn een nieuw systeem te introduceren. Kortom, BIM levert kaders en standaarden. Om deze maximaal te benutten zullen bestaande systemen ongetwijfeld aangepast moeten worden. Waar zitten de overeenkomsten? De essentiële uitgangspunten bij AM en BIM zijn hetzelfde. Beiden hanteren de NEN standaard 2767 als uitgangspunt. Een andere grote overeenkomst zit in het onderwerp: areaalgegevens. AM is afhankelijk van kwalitatief goede areaalgegevens, evenals andere processen binnen RWS. BIM is het instrument waarmee verdergaande groei in kwaliteit en beschikbaarheid van areaalgegevens mogelijk wordt gemaakt. Het gaat daarom deels over dezelfde inhoud: areaalgegevens. Echter vanuit een ander perspectief. Waar zitten de verschillen? Er zijn twee grote verschillen te benoemen: de invalshoek en de scope. Invalshoek
AM wordt vanuit de lijn gedreven om het primaire proces beheer en onderhoud beter in te richten (voornamelijk SLA-sturing). IV-ondersteuning is daarin een essentieel element. BIM is een instrument vanuit de informatievoorziening om objectinformatie / areaalinformatie op een uniforme manier op te slaan en uit te wisselen. Vanuit daar ontstaan nieuwe mogelijkheden om de primaire processen die areaalgegevens gebruiken een stap verder te brengen (transparant, betrouwbaar, herhaalbaar, beter bestuurbaar, aggregeerbaar). Bij AM is tot op heden geen gebruik gemaakt van BIM; er zijn wel keuzes gemaakt in het programma die aansluiten op de BIM-filosofie (o.a. NEN 2767). BIM gaat echter verder dan de keuzes die nu zijn gemaakt binnen PAM. Scope
AM is nu vooral bezig om de objectinformatie / areaalinformatie op orde te brengen voor de SLA-sturing: processen planmatig beheer / SLA-programmering, vast onderhoud en BOO variabel. BIM is op dit moment in ontwikkeling. Er ligt een basis, maar doorontwikkeling dient in en met de primaire processen plaats te vinden. Op dit moment wordt BIM vooral toegepast en doorontwikkeld in het aanlegproject SAA. Het wensbeeld is om de basis areaalgegevens voor het eerste gedeelte van een DBFM-contract onder BIM te brengen (Design & Build). Het is de bedoeling dat de BIM-kaders in de komende jaren breder worden toegepast en doorontwikkeld. Het programma BIM heeft als toekomstvisie ook andere processen aan te laten sluiten op de BIM kaders. Binnen SAA worden in een volgende DBFM-overeenkomst systems engineering en prestatiemanagement als functionaliteit toegevoegd.
Planmatig onderhoud
AM
BOO variabel
VM / WM
Waar kunnen ze elkaar versterken? AM heeft hoge ambities wat betreft het toepassen van life cycle costing en risicogestuurd onderhoud. Om dit succesvol te kunnen uitvoeren dienen de aanleg en beheer en onderhoudsprocessen als keten georganiseerd te worden. Zowel binnen RWS, als met opdrachtnemers daarbuiten. Hiervoor is een uniforme taal nodig. BIM levert deze taal en is daarmee versterkend aan de ambities voor de volgende fase van AM. Slotconclusie BIM en AM zitten elkaar zeker niet in de weg. Sterker nog: keuzes/mijlpalen van AM zijn juist belangrijke bouwstenen voor de werkwijze van BIM. BIM gaat op deze keuzes door, over alle levensfasen van het areaal heen. BIM en AM versterken elkaar. BIM is in essentie een kader (definities, richtlijnen, modelbeschrijving) voor object informatie. Dit kader helpt de kwaliteit en uniformiteit van areaalgegevens te verbeteren. Een kwaliteitsslag in de areaalgegevens is nodig om de hogere doelen (risicogestuurd programmeren over de hele levenscyclus) van AM te kunnen halen en de areaalgegevens bij aanleg uniform te verkrijgen en te beheren. Binnen PAM is de eerste stap gezet naar het realiseren van de totaalvisie AM. Om daarin nu vervolgstappen te kunnen zetten is BIM een van de cruciale instrumenten. BIM gaat dus voornamelijk op het gebied van integrale informatievoorziening (IV) bijdragen aan het behalen van de toekomstambitie van AM. BIM draagt niet alleen bij aan de processen van AM, maar aan álle processen die afhankelijk zijn van betrouwbare en uniforme areaalgegevens en informatie. Daarmee dient het ook een plek te krijgen in aanlegprojecten, te beginnen met DBFM (o.a. SAA) en dient het op termijn corporate afgestemd te zijn in alle contracten van RWS. BIM is voor deze processen een belangrijke bouwsteen, maar geen totaaloplossing. Willen we onze processen en bijbehorende informatievoorziening (IV) stap-voor-stap meer volwassen maken, dan moeten we niet alleen inzetten op BIM, maar ook op andere bouwstenen. Voorbeelden van andere bouwstenen: verder inrichten primaire processen, verbeteren regiefunctie op IV, verder ontwikkelen areaalregistraties en BOO-applicaties (samen ook wel aangeduid met ‘BMS lange termijn’) én niet te vergeten een cultuur waarin men zich verantwoordelijk voelt voor het op orde krijgen en houden van informatie. Processen én IV (waar BIM een onderdeel van is) dienen daarom in samenhang stap-voor-stap ontwikkeld te worden. Het programma BIM kan daarom nooit los van de RWS-organisatie (de vraag) ontwikkeld worden, maar altijd met de RWS-organisatie. Alleen dan kan BIM de belofte die het in zich heeft waarmaken.
Aanleg Areaal
BIM
Figuur 2: focus AM en BIM.
BIM gaat de roodgekleurde processen helpen een eerste verbeteringsstap te zetten. De eerste verbeteringsstap voor de gele processen is al gezet. BIM gaat daar nu helpen om een volgende stap te zetten.
32 | Rijkswaterstaat
Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 33
BIJLAGE B
BIM en de relatie met de Data Autoriteit
plaats – is het belangrijk een aantal concrete acties in gang te zetten, gericht op de factoren die kritisch zijn als RWS van ‘data als strategische asset’ een succes wil maken. De Data Autoriteit (DA) wordt dus richtinggevend c.q. kaderstellend voor RWS en dat geldt dus ook voor BIM als onderdeel hiervan. Indien men voorgaande positioneert ten aanzien van het programma BIM, ontstaat de volgende situatie (zie ook Figuur 3). Het programma BIM fungeert als onderdeel van de Data Autoriteit en SAA vormt een kopgroepproject. Dit betekent dat het programma mede vanuit de DID gestuurd wordt, teneinde ervoor te kunnen zorgen dat de binnen het programma, ontwikkelde IV-kaders en IV-richtlijnen vanuit een centrale regie beschikbaar komen voor het kwaliteitsframework, om daarna toegepast te kunnen worden binnen de diverse IV-domeinen. Het BIM-programma zal zorgen voor een BIM-oplossing die nu al toepasbaar is binnen een aantal GWW-toepassingsprojecten als SAA. Doordat deze BIM-oplossing niet een 1.0 versie zal zijn conform de gewenste IV- c.q. architectuurkaders, maar eerder een 0.x versie zal de DID sterk betrokken zijn bij de implementatie van BIM binnen SAA en zorg dragen voor een toekomstige implementatie van een BIM-oplossing die wel geheel voldoet aan de gewenste IV- c.q. architectuurkaders. Iedere versie van een ontwikkeld kader zal door de DID binnen haar kwaliteitsframework getoetst worden om op een opportuun moment toe te passen binnen de IV-domeinen.
Aansluiting
Memo: mei 2012 Auteur: John Plug, DID Titel: Data Autoriteit (onbetwiste data) en BIM
Visie Het Ondernemingsplan 2015 is helder over de ambitie van RWS. Als uitvoeringsorganisatie van ons ministerie willen we onze maatschappelijke meerwaarde vergroten. Dat doen we door één RWS te zijn, intensief samen te werken met anderen en elke dag onze resultaten te verbeteren. Hiervoor is ‘verbindende informatievoorziening’ nodig. Gegevens zijn daarin een belangrijke bouwsteen. Maar door de wijze waarop RWS nu met ruwe gegevens, data en informatie omgaat, ontstaan bedreigingen en laat RWS kansen liggen. Bedreigingen, omdat RWS niet voldoet aan de eisen die vanuit de primaire processen of vanuit het beleid, wet- en regelgeving op het gebied van data worden gesteld. Kansen, omdat RWS niet inspeelt op de toenemende behoefte aan gegevens en informatie bij burgers, bedrijven en andere overheden. De nota naar onbetwiste data maakt duidelijk dat data een strategische asset is, niet slechts een residu van ons primaire proces. Op de eerste plaats omdat data een belangrijk bedrijfsmiddel is om één RWS te zijn, intensief samen te werken met anderen en onze resultaten te verbeteren. Op de tweede plaats omdat data steeds meer een dienst is, waarmee we ons van anderen kunnen onderscheiden en van grotere meerwaarde voor de samenleving kunnen zijn dan nu het geval is.
Samenwerkende Landelijke Diensten
34 | Rijkswaterstaat
Landelijke Procesveranderende Programma’s PAM
RWS Data Autoriteit DID
CDR
PRISMA
DI
BIM Bouw(werk) Informatie Model
DVS
IDVV
WD
Digitale delta
Centrale IV regie- en kwaliteitsframework; • IV kaders / richtlijnen / standaarden; • ICT en Data normeringen; • IV systemen / applicaties; • IV audits / maturity audits
0.X versies BIM standaarden
Centrale Regie lijnsturing vanuit Competence Center(s)
Programma ontwikkeling
0.X versies BIM standaarden
1.0 versies 2.0 versies, etc.
Kortcyclische Verbeteringsprojecten IV (gerelateerde) processen 1.x versies 2.x versies, etc.
IV DOMEINEN Aanleg
Open Data (Publiek)
Bedrijfsvoering
Verkenning
Planstudie
Exploitatie
Beheer & Onderhoud SAA Realisatie
SVM Vast
Var
IA
Als RWS data als strategische asset wil gaan inzetten, dan is het in de eerste plaats belangrijk dat de mindset verandert en dat het bestuur zich uitspreekt over de ambitie van RWS op het gebied van data. Voor dat laatste wordt een voorzet gedaan. Op de tweede plaats is het belangrijk dat – binnen het verband van het herontwerp van het IV-proces – ook de sturing op data (de data governance) goed wordt ingeregeld. Op de derde – maar niet op de laatste
Wettelijke BasisAdministraties BAG, BGT, BRO
Wettelijke regelingen INSPIRE, WION, WATERWET
Aanlevering
GO
VM
WM
Sloop
CrisisManagement
Beheer IA
DBFM
DBFM Areaal Lifecycle Management
D&C PC
Figuur 3: Relaties IV-domeinen, Data Autoriteit en BIM.
Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 35
BIJLAGE C
Risico’s en beheersmaatregelen
De belangrijkste onderkende risico’s voor het BIM-programma en de te treffen beheersmaatregelen zijn hieronder weergegeven: (kans/effect op schaal 1-5)
36 | Rijkswaterstaat
Risico
Kans
Effect
Zwaarte
Beheersmaatregel
Afbakening BIM t.o.v. IV-verbetertrajecten niet goed afgestemd
4
4
16
Raakvlakkenmanagement, participatie DID in programmaraad; belangrijke beslissingen langs VGIV
Verwachtingen werking BIM zijn hooggespannen en niet bij iedereen gelijk, waardoor afbakeningsdiscussies ontstaan
5
5
25
Scherp afbakenen en taken die buiten BIM-programma vallen goed beleggen. Helder over gekozen afbakening communi ceren naar alle partijen
Onvoldoende integrale sturing BIM
4
4
16
Tijdige voorlichting, concernbrede kaders
Eindverantwoordelijkheid duaal belegd (DI, DID)
4
4
16
BIM-afspraken in managementcontracten en integrale sturing door RWS-brede programmaraad BIM
Financiering onvoldoende
5
3
15
Tijdig programmeren en terugverdienmechanisme activeren
Risico
Kans
Effect
Zwaarte
Beheersmaatregel
Afwachtendheid marktpartijen (risico meebetalen BIMinvesteringen bij de opdrachtnemer)
4
3
12
Duidelijkheid en consistent gedrag vertonen qua BIM toepassen. Dialoog in SAA benutten / marktconsultatie BIM
Onvolwassenheid BIM-standaard
2
4
8
Continue participeren en zelf standaardisatie actief beïnvloeden. Proactief handelen in CEDR/ BIR
Ontwikkeling en toetsing BIM in projecten schaadt potentieel productieafspraken DGB
4
4
16
Dakpansgewijs ontwikkelen, organiek voorbereiden en parallel aan productie toetsen voorafgaande aan RWS-brede invoering
Niet nagekomen ‘ver-plichtingen’ naar de markt5
4
2
8
Minimaal kiezen voor scenario dat 20%-doelstelling afdekt
BIM ontwikkelen en invoeren vraagt veel van de RWS-organisatie. Het vraagt om integrale sturing (veel IV-raakvlakken en invloed op het werkproces) almede de lopende OP2015trajecten zoals KR8. Daarnaast vraagt BIM bij invoering een (cultuur)omslag in denken en doen, zodat BIM effectief kan worden benut. De haalbaarheid van de beschreven scenario’s is afgewogen naar risico’s en hun beheersbaarheid. En dus de mate van fasering (mee te nemen groeistappen, netwerken, object typen), afbakening, realiseerbaarheid in genoemd tempo. Ook spelen de overtuigingskracht van het wenkend perspectief dat uitgaat van een behaald positief resultaat, de mate van representativiteit en de voorbeeldfunctie een rol. Daarnaast worden de geleerde lessen uit het verleden (zoals implementatie SAP) in ogenschouw genomen.
Inschatting DID risico’s In het huidige voorstel voor plateau 1 (toepassing van BIM bij SAA) wordt ervoor gekozen nog geen grootschalige aanpassingen van datasets en applicaties door te voeren. Noodzakelijke koppelingen tussen de BIM-projectendatabase en het huidige applicatielandschap worden vooralsnog provisorisch tot stand gebracht. Hiermee worden in plateau 1 een aantal risico’s geaccepteerd: • Extra inspanningen voor provisorische uitwisseling gegevens levert geen structurele oplossing; • Provisorische uitwisseling is niet in alle gevallen mogelijk; • De baten voor RWS zijn vooralsnog beperkt en worden met name geboekt binnen de aanlegprojecten in de communicatie tussen de aannemer en het project.
In de BIR van 16 november 2011 hebben opdrachtnemers twijfels geuit over de haalbaarheid van het toepassen van BIM in DBFM SAA.
5
Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 37
Projectplan
Implementatieplan
Operationele omgeving
Evaluatie rapport
BIJLAGE D
Organisatie en aansturing BIM in SAA en andere DBFM-projecten
Voorbereiding
Specificatie
Implementatie
Gebruik/Evaluatie
01 Behoeften en scope
03 ILS District-OG volgens BIM
11 Werving IT-hulpmiddelen
13 IT-impl. Interactie D-OG
19 Monitoring
02 Werkplan
04 ILS OG-ON volgens BIM
12 Dialoog ILS
14 IT-impl. Objectmodel DOGG
20 Verbeteringen aanbrengen
05 Interactie model opstellen
15 IT-impl. Interactie OG-ON
06 Object model opstellen
16 IT-impl. Interactie OG-ON
07 Architectuur IT
17 Training en inr. organisatie
08 Mens en Organisatie
18 Migratie
09 Migratieplan
10 Voorlichting
Figuur 4: Werkwijze BIM-toepassing in een DBFM-project. DBFM-toetsprojecten Binnen RWS zullen lopende DBFM-projecten benaderd worden om een rol te spelen bij het praktijkgericht ontwikkelen en beproeven van BIM-producten. Hierbij geldt een vaste werkwijze. Hiertoe worden via een startgesprek (intake) de wederzijdse verwachtingen over resultaat, kosten, inspanningen en de te volgen werkwijze besproken. De ‘werving’ vanuit het BIM-programma wordt afgesloten met een overeenkomst op basis van een projectplan waarin is vastgelegd wat en hoe het BIM-programma zal aandragen om BIM binnen het DBFM-project te kunnen toepassen en te kunnen toetsen op toepasbaarheid. Met SAA (Schiphol-Amsterdam-Almere) zijn al afspraken gemaakt.
BIM als onderdeel van het project Doel vanuit het BIM-programma is om de generieke toepasbaarheid van BIM-producten en instrumenten binnen RWS-omgeving integraal te toetsen. Integraal vanuit het perspectief van IV-principes, ICT-hulpmiddelen, primaire processen RWS, organieke inpassing en vanuit de juridisch-financiële context. Daarom wordt vanuit het BIM-programma over proefprojecten gesproken, terwijl BIM voor DBFM-projecten concrete producten en voordelen oplevert. Binnen de DBFM-projecten zal in opdracht van het integraal projectmanagement (IPM) van het DBFM-project een BIM-toepassing ingericht worden. Daarbij treedt het programmateam op als opdrachtnemer en het DBFM-project als opdrachtgever. De BIM-toepassing komt via de volgende stappen tot stand: • Intake en leveren Projectschets (scope en wederzijdse verwachtingen); • Leveren Projectplan; • Leveren Specificatie; • Leveren Toepassing (ontwikkeling, toetsing, invoering).
38 | Rijkswaterstaat
BIM-producten Het BIM-programma neemt de IV-kaders van RWS in acht bij het ontwikkelen van de BIM-producten. Daar waar deze IV-kaders knellen als gevolg van de innovatie respectievelijk het toepassen van nieuwe normen en standaarden, wordt door het BIM-programma met de IV-kaderstellers bij de DID afgestemd over de impact van de veranderingen als gevolg van BIM. De BIM-producten worden ingericht volgens de vast te stellen BIM kaders. Bij het ontwikkelen van deze RWS generieke kaders volgt het BIM-programma de behoefte zoals opgetekend bij de DBFM-projecten, terwijl zij tevens de generieke toepassing RWS-breed bewaakt. Er kunnen evenwel meningsverschillen over toepassing van de BIM-kaders met grote impact op ofwel het DBFM-project ofwel de RWS IV-principes en bijbehorend IV-landschap ontstaan. Partijen spannen zich in om waar mogelijk door overleg concensus te bereiken door overleg tussen programmateam BIM, projectteam DBFM-project en de DID-kaderstellers. In voorkomende situaties met meningsverschillen ten aanzien van het toepassen van BIM-kaders wordt het vraagstuk ter besluitvorming aan de VGIV voorgelegd.
Beproeven Het proces van ontwikkelen en voorbereiden van organieke inpassing wordt afgesloten met het integraal toetsen van de BIM-producten in het BIM toetslab en daarna in het DBFM-proefproject. Bij het toetsproces zijn zowel de DID-kaderstellers, de DBFM-proefprojecten én het BIMprogrammateam betrokken. De BIM toetsmanager beslist of het BIM-product goed genoeg is om aangeboden te worden ter beproeving aan de DBFM-proefprojecten. Het management van de DBFM-projecten beslist zelf of en zo ja wanneer zij die beproeving laten plaatsvinden (uiteraard de overeenkomst in acht nemende). Het DBFM-project beoordeelt tevens de praktische toepasbaarheidswaarde van de BIM-producten, geeft verbetersuggesties en beslist zelf of zij de BIM-producten structureel in gebruik wenst te nemen.
Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 39
Structureel in gebruik (beheer) Het structureel in gebruik nemen van BIM-producten binnen RWS is tegelijk afhankelijk van de mogelijkheden om deze producten structureel te kunnen beheren en onderhouden. De DID is dienstverlener in deze en zal het ontwikkelde en beproefde product onderwerpen aan een toets of het product in de product-/dienstencatalogus kan worden opgenomen. Wanneer dit niet het geval is (bijvoorbeeld omdat het product inmiddels doorontwikkeld is of niet langer past in de kaders/architectuur), zal een situatie ontstaan waarin het operationele BIM-product onderhouden moeten worden, zolang geen vervangend gelijkwaardig product beschikbaar is. Daarover zal tussen de DID en het DBFM-project een afspraak gemaakt dienen te worden.
IV-kaders
IV als onderdeel van het project Binnen de DBFM-projecten zal in opdracht van het integraal projectmanagement (IPM) van het DBFM-project een organisatie en een IV-omgeving ingericht worden. Daarbij treedt de DID op als opdrachtnemer en het DBFM-project als opdrachtgever. Het BIM-programma heeft hier geen rol in.
Afstemming BIM en IV Over de totstandkoming van de BIM-toepassing wordt periodiek overlegd tussen vertegenwoordigers van het DBFM-project en het BIM-programma door middel van een stuurgroep die door het DBFM-programma ingesteld wordt. Door in deze stuurgroep ook de totstandkoming van de IV voor het DBFM-programma aan de orde te stellen, wordt de mogelijkheid gecreëerd voor coördinatie van de eventuele raakvlakken tussen BIM en IV. De genoemde principes en de verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijk heden tussen belanghebbenden zijn in onderstaande tabel weergegeven:
DID: Dienstverlener
DID: Kader-steller
Formuleren/bewaken RWS IV-kaders
D
D
VBW
Formuleren BIMkaders (innovatie)
VBW
D
D
Taak/Actor ->
40 | Rijkswaterstaat
DBFMproject IPM
Formuleren BIM-behoefte
VB
Voeren startgesprek BIM beproeven en leveren projectschets
VBW
WD VBW
DBFMproject IPM
BIMprogramma
DID: Dienstverlener
DID: Kader-steller
Afsluiten overeenkomst beproeven BIM in DBFM-project en leveren projectplan
VB
VBW
D
D
Leveren specificatie
VB
VBW
D
D
Voorbereiden en verzorgen organieke inpassing BIM-producten
D
WD
Inrichten IV-omgeving in DBFM-project
VB
Beslissen over toelaten afwijkingen van RWS IV/IM-kaders in relatie tot BIM-proef
D
VBW
D
VB
Beproeven van BIM-producten t.b.v. DBFM-project
DW
VBDW
DW
DW
Accepteren van BIM-producten in DBFM-project
VBDW
VBDW
D
VBW
D
DI/ DVS
Leveren toepassing BIM (ontwik-keling, toetsing en invoering IT)
BIM-producten worden zo veel mogelijk ontwikkeld binnen de IV-kaders van RWS. De DID heeft de rol als kadersteller op het gebied van architectuur, beveiliging, normen/ standaarden en testen/kwaliteit van IV. Daarmee formuleert de dienst die spelregels waaraan de IV-omgeving van het DBFM-project dient te voldoen. In de praktijk zal de DID die spelregels/kaders in haar dienstverlening naar het DBFM-project meenemen.
BIMprogramma
Taak/Actor ->
DI/ DVS
VB
VBW
WD
Accepteren van BIM-producten in RWS-beheeromgeving Beslissen over afwijkend gebruik BIM-producten (alleen in één DBFM-project) als gevolg van proefsituatie
D
D
D Legenda: V = verantwoordelijk (neemt actie) B = bevoegd (beslist) W = voert werk uit D = deskundig en wordt geraadpleegd (overleg)
Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 41
In het onderstaande interactieschema staat hoe de afstemming en aansturing bij het praktijkgericht ontwikkelen, toetsen en beproeven van BIM-producten binnen een DBFM-project verloopt. Dit schema wordt al toegepast bij BIM binnen SAA.
Stuurgroep BIM&IV DBFM EF1
T
R Verzorgen Overige IV DBFM
T
R Vastleggen Behoeften
T
R Opstellen Projectplan
T
R Uitvoeren Ontwikkeling
T
R Verzorgen specificaties
T
R Uitvoeren Toets
T
R Verzorgen Toepassing BIM DBFM
T
R Verzorgen Invoering IT
T
R leveren Recepten + Generieke Modellen
T
R Verzorgen Invoering Org.
T
T
R Verzorgen BIM-Lab
R Kwaliteitsborging
T
R Verzorgen ontwikkeling
T
R1 Gemachtigde DBFMProject
Lever projectschets T Lever projectplan T Lever specificaties
R2 BIMProgramma Management
T Lever toepassing BIM
EF2
Figuur 5: Interactieschema van BIM-producten binnen een DBFM-project.
42 | Rijkswaterstaat
Implementatieplan Bouwwerk Informatie Model | 43
Dit is een uitgave van
Rijkswaterstaat Kijk voor meer informatie op www.rijkswaterstaat.nl of bel 0800 - 8002 (ma t/m zo 06.00 - 22.30 uur, gratis) september 2012 | di0912tp030