UNIVERSITÀ DEGLI STUDI DI PADOVA - CENTRO LINGUISTICO DI ATENEO
IMPARA LE LINGUE CON I FILM AL CLA Vedere film in lingua straniera è un modo utile e divertente per imparare o perfezionare una lingua straniera. La scheda didattica ti propone delle attività da svolgere prima, durante o dopo la visione del film. Qui sotto sono specificati la lingua e il livello a cui si rivolgono le attività contenute nella scheda.
TITOLO DEL FILM IN LINGUA ORIGINALE: Minoes TITOLO DEL FILM IN ITALIANO: LINGUA: neerlandese LIVELLO: B1
LEGENDA DEI SIMBOLI:
= attività che richiede l’uso di carta e penna
= attività con domande a risposta chiusa
= attività con domande a risposta aperta senza correzione
= attività che richiede un collegamento ad Internet
= consigli per la visione del film e per le attività didattiche
SCHEDA DIDATTICA SUL FILM: Minoes ATTIVITÀ PER IL LIVELLO: B1 ATTIVITÀ PRIMA DELLA VISIONE DEL FILM Esercizio 1: Deze film is gebaseerd op Minoes van Annie M. G. Schmidt. zij was jarenlang de beroemdste en populairste kinderboekenschrijfster van Nederland en Vlaanderen. Haar boeken worden nog steeds veel gelezen. Welke beroemde televisieserie schreef ze? Hoe choqueerde ze de naoorlogse Nederlanders? In welk jaar is Annie M. G. Schmidt overleden? Hoe is ze overleden? http://nl.wikipedia.org/wiki/Annie_M.G._Schmidt Luister naar het fragment van de schooltelevisie: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clipdigibord/20080906_anniemgschmidt01 Waar publiceert Anne haar eerste verhaaltjes? Hoe heten het jongetje en het meisje waarvan ze de avonturen in de krant vertelde? Schrijft ze alleen voor kinderen? Hoe kan je haar populariteit verklaren? Er is ook een site aan haar gewijd: http://annie-mg.com/
Esercizio 2: Verbind de foto of tekening met de definitie. Dit is het officiële woordenboek van het Nederlands: http://www.vandale.nl/vandale/. Hier heb je enkele sites met vertalende woordenboeken, maar voorzichtig, er staan ook wel fouten in! http://it.dicios.com/nlit/ of http://www.woxikon.it/list_dut.php 1. het vat
a.
2. kreupel
3. de pastoor
b.
4. de vrachtauto /vrachtwagen
5. verlegen
c.
6. het mantelpak
d.
7. de roddelpraat
8. de graafmachine
e.
f
g.
h.
Esercizio 3: Kruiswoordraadsel
ontslaan – krabben – onderneming - verslaggever - lafaard – omkopen – uitbreiding – spinnen – lasterpraat – kwaad – prijs – gerucht – schuldgevoel – persdienst - jong – kattenbak – getuige – zwerfkat – staart - juffrouw
11
20 1/ 14 13
18
2
16
3
4
17 5
6 15
12
7
19 8
10
9
horizontaal 1. niet langer laten werken 2. het gevoel dat je iets fouts hebt gedaan 3. de expansie 4. de mensen die voor een bedrijf of instelling de relatie met krant of televisie verzorgen 5. het kind van een dier 6. plaats waar een poes kan poepen en plassen 7. de kat zonder huis 8. het geluid dat een tevreden kat maakt 9. het achterste deel van een dier 10. pijn doen met je nagels verticaal 11. de journalist 12. iemand die niet durft 13. de jongedame 14. het bedrijf, de zaak 15. iemand die iets gezien heeft en dat later vertelt 16. het kwaad spreken 17. iets wat gezegd wordt maar niet zeker is 18. boos 19. wat je krijgt als je gewonnen hebt 20. geld of cadeaus geven om iemand voor je te winnen
ATTIVITÀ DURANTE LA VISIONE DEL FILM
De film heeft geen ondertitels, maar deze oefening helpt je het verhaal te begrijpen. Lees de vragen voor je de film gaat bekijken. Maak je geen zorgen als je niet alles begrijpt, sommige scènes worden in de oefeningen na het kijken behandeld.
Esercizio 1: Vul de zin aan met de correcte uitspraak 1. De hoofdredacteur, mevrouw Bongers, van de krant wil a. dat Tibbe interessantere artikels schrijft. b. Tibbe graag ontslaan. 2. Tibbe gaat proberen a. minder verlegen te zijn. b. een minister te interviewen. 3. Minoes vertelt tante Moortje dat a. ze helemaal geen staart meer heeft. b. ze de kleren heeft gestolen. 4. Minoes vertelt het interessante nieuwtje dat a. de Jakkepoes weer jongen krijgt.
b. mevrouw Pastoor een pot met gouden munten heeft gevonden. 5. De Jakkepoes wil niet dat Minoes naar Tibbe toe gaat omdat ze a. de mensen niet vertrouwt. b. wil dat Minoes in de caravan op haar jongen komt passen. 6. Bibi vraagt of Tibbe even mee naar binnen komt omdat ze wil dat hij a. naar de tekening komt kijken die ze maakt voor de tekenwedstrijd van de Vereniging van Dierenvrienden. b. haar helpt met de tekening die ze maakt voor de tekenwedstrijd van de Vereniging van Dierenvrienden. 7. Simon vertelt Minoes het nieuws dat meneer Ellemeet a. de Vereniging voor dierenvrienden heeft opgericht. b. voorzitter van de Vereniging voor Dierenvrienden wordt. 8. Minoes voelt zich vreemd, ze voelt zich schuldig omdat a. ze alle vis aan Simon heeft gegeven. b. Bibi is gevallen tijdens de gymles. 9. Minoes vertelt Bibi dat a. ze een kat in een verkeerd lichaam is. b. Tinus niet de vader van de jongen van de Jakkepoes is. 10. Tibbe rijdt in een grote auto die a. hij heeft gekocht omdat mevrouw Bongers, de hoofdredacteur van de krant zijn salaris heeft verhoogd. b. mevrouw Bongers, de hoofdredacteur van de krant, hem heeft gegeven omdat ze hem een groot journalist vindt. 11. Ellemeet wil een zwembad laten bouwen a. in de achtertuin van de burgemeester. b. op het terrein van zijn fabriek. 12. Minoes vertelt Tibbe dat a. ze weer poes gaat worden. b. de deodorantfabriek gaat uitbreiden. 13. Meneer Ellemeet zegt Tibbe dat a. de plannen voor de uitbreiding van de deodorantfabriek nog niet rond zijn. b. er geen plannen voor de uitbreiding van de deodorantfabriek bestaan. 14. Tante Moortje vertelt haar nichtje dat a. ze weet hoe Minoes weer kat kan worden. b. Minoes’ zus op haar wacht in de Emmalaan. 15. Als hij de graafmachine ziet vraagt Tibbe Ellemeet of hij a. al begint te graven voordat er een referendum is geweest over de uitbreiding van de fabriek. b. gras wil laten groeien rond de nieuwe fabriek. 16. De hoofdredacteur wil dat Tibbe schrijft dat hij zich heeft vergist in Ellemeet omdat a. Ellemeet een goede vriend van haar is. b. de krant de advertentiegelden nodig heeft. 17. Ellemeet haalt zijn geld uit de brandkast omdat hij a. naar Chili wil vluchten.
b. de burgemeester wil omkopen. 18. De burgemeester zegt dat Ellemeet hem a. de perfecte locatie voor een zwembad heeft laten zien. b. heeft proberen om te kopen met een zwembad. 19. Om weer kat te worden moet Minoes a. kruiden eten.
b. een goudvink opeten.
http://www.flickr.com/search/?q=goudvink&l=cc&ct=0&mt=all&adv=1 – a3aanw 20. Sjoerd begrijpt niet hoe Tibbe heeft ontdekt dat a. er in de vaten gevaarlijke hormonen zaten. b. Ellemeet de vrachtauto begraven had.
ATTIVITÀ DOPO LA VISIONE DEL FILM
Nu bekijken we enkele scènes van de film van dichtbij.
Esercizio 1: kies de juiste betekenis van de volgende uitdrukkingen.
van minuut 15.20 tot minuut 19.05 1. hier klopt iets niet a. hier is iets niet in orde b. je hoeft niet te kloppen om binnen te komen 2. mensen horen niet op het dak a. mensen mogen niet op het dak zitten b. mensen kunnen elkaar niet verstaan op het dak 3. Hou je kop Simon a. van Simon krijg je hoofdpijn b. zwijg Simon 4. Wat moet dat mens op ons dak a. waarom zit die vrouw op ons dak?
b. wie zegt dat die vrouw op ons dak moet zitten? 5. Niks naar huis Joop a. Joop gaat niet naar huis b. Joop mag niet naar huis gaan 6. Is het nou afgelopen met die rotherrie? a. waarom voel ik me zo rotslecht vanavond? b. stop met dat lawaai! 7. ... doe ik het bijna in mijn broek a. ik zou een broek willen aandoen b. ik plas bijna in mijn broek 8. Wel thuis allemaal a. ik hoop dat jullie goed thuiskomen b. ik denk dat jullie straks allemaal wel thuis zijn 9. Schei nou toch uit a. ga nou toch weg b. hou nou toch op 10. Voor een huis met een kachel valt anders veel te zeggen a. een huis met een kachel vind ik erg goed b. in een huis met een kachel wordt veel gepraat 11.ze verzuipen je nestjes a. ze maken je nest nat b. ze verdrinken je jongen
Esercizio 2: Vul de gegeven bijwoorden en bijwoordelijke uitdrukkingen in in elk geval – niet meer – precies – wel (2x) – anders – zo weer – eerder – niks (2 x) – goed – nou eenmaal – boven – maar niet – altijd – helemaal – morgen – soms – nooit meer – even – dan – ‘ s nachts (2x) – toch – buitengewoon
Van minuut 21.20 tot minuut 23.24 Mevrouw Van Dam: Lieverd, mannen zijn (1) ………..…. ……..….…. mannen en mannen doen (2) …………..…… stom, daar kunnen ze (3) …………….. aan doen. Bibi: Hij heeft een geheim vriendinnetje, ik heb het zelf gezien. Mevrouw Van Dam: Tibbe is verliefd! Hm, een verliefde man is (4) ....................... een ramp. Het gaat (5) ............. ..................... over. Verliefheid gaat (6) ..................... over. Mevrouw Van Dam: (7) ..................... mejuffrouw, bedankt mejuffrouw. Goeienavond. Mevrouw Van Dam: Het schijnt dat er een juffrouw bij Tibbe inwoont. Meneer Van Dam: O, dat is (8) ..................... leuk voor hem. Mevrouw Van Dam: Ik geloof (9) ...................... dat het een hele rare juffrouw is. Meneer Van Dam: (10) .......... ............... .......................gaat het ons (11) ............... aan. Mevrouw Van Dam: Volgens de buurvrouw zit ze (12) .............................. op het dak. Meneer Van Dam: Hoe weet ze dat? Zit de buurvrouw soms zelf (13) ........................ op het dak?
Mevrouw Van Dam: Jou kan het allemaal niets schelen wat er (14) ..................... gebeurt, maar mij (15) ................... Ik ga (16) ......................... naar hem toe. Gghh Man! ..... Tibbe: Mevrouw Van Dam? Mevrouw Van Dam: Dag Tibbe. Tibbe: Is er iets? Ik heb de huur (17) ........................ op tijd overgemaakt? Mevrouw Van Dam: Ja hoor, (18) .......................... op tijd, geen klachten. Tibbe: Zal ik een kopje koffie zetten? Mevrouw Van Dam: Nee, dank je. Ik kom alleen zeggen dat ik je stukjes in de krant lees. Leuke stukjes. Mag ik (19) ....................... rondneuzen? Tibbe: Eh, nou... Mevrouw Van Dam: O, dit is het berghok! Tibbe: Ouwe rommel, stoelen... .... Mevrouw Van Dam: Hatsjie! Tibbe: Au! Mevrouw Van Dam: Ze heeft je gekrabd! Tibbe: Het valt (20) .................. mee. Ik had het u al (21) .............................. . willen zeggen, maar het kwam er (22).................. ............... van, dit is mijn secretaresse, juffrouw Minoes, mijn benedenbuurvrouw, hospita, moeder van Bibi, mevrouw Van Dam. Minoes: (23) ..................................... aangenaam kennis met u te maken. Mevrouw Van Dam: Dag! Tibbe: Dag! Mevrouw Van Dam: Jij komt hier (24) .................. ................. boven.(25) ............. !
Esercizio 3: Vervang de onderlijnde woorden of stukken van zinnen door die die in de film worden gebruikt. Van minuut 39.40 tot 41.57
niks – ik weifel en ik twijfel – kwaaie kerel – al dat getuttel – aanstellerij - fatsoenlijke - nog altijd niks opgeschoten – amper – zo dubbel – ik crepeer nog liever – ‘t is allemaal tuig – driftig – blijf van mijn lijf – afschuwelijk
Jakkepoes: Au, au! Ik zeg toch dat het pijn doet! Laat los! Minoes: Ik wou even kijken of het niet gebroken is. Het ziet er niet goed uit hoor, het is best dat ik je meeneem, dan kan meneer Tibbe... Jakkepoes: Au, (1) Raak me niet aan! ............................................................. (2) Ik wil niet verzorgd worden .........................................................., ik wil niet in een mandje en ik wil geen prik, (3) ik ga nog liever dood, ...................................................................... mensen, (4) iedereen is slecht. ................................................................................. ... Minoes: Dat is toch iets voor de krant! De Jakkepoes kreupel geslagen door de voorzitter van de Dierenvrienden. Ze kan (5) bijna niet .................................................... lopen! Tibbe: Nou, dat is natuurlijk (6) vreselijk.................................................... Maar ja, ik kan me wel voorstellen dat je (7) plotseling boos ...............................................wordt als er ineens een zwerfkat in je buffet staat hé. En ja, ik kan me voorstellen dat je dan, ja dat je dan iets doet om die kat weg te jagen. Ik heb hem ontmoet, die Ellemeet is in feite geen (8) slechte man.............................................. Nou, en in ieder geval is het
(9) niet interessant ..........................................voor de krant. Katten zijn geen nieuws. Minoes: Mens! ...... Minoes: Tante Moortje! Tante Moortje! Tante Moortje! Tante Moortje! Tante Moortje: Minoes! Ben je daar eindelijk? Ah! (10) geen vooruitgang gemaakt ................................................................, geen staart, nog steeds dat enge mantelpak, maar goed, ik heb je zus gesproken, ze is niet meer kwaad, je mag terugkomen, als (11) decente ..........................................kat natuurlijk, ja! Minoes: Ja, hoe moet ik dat doen? Tante Moortje: Je zus heeft een ideetje. Ze wacht op je in de Emmalaan, ga er maar snel naartoe. Waar wacht je op, die (12) die komedie ………………………………………………….heeft nou toch wel lang genoeg geduurd? Nou? Minoes: Ik weet niet zeker of ik wel wil. Tante Moortje: Tsss! Minoes: (13) ik weet het niet ......................................................................., ik kan de kattenpersdienst toch ook niet zomaar alleen laten? Tante Moortje: Luister, ik geef alleen maar door wat je zuster gezegd heeft en zij zei dat er haast bij was. Maar goed, als jij niet wilt. Minoes: Ik weet het niet, het is allemaal zo (14) onduidelijk .................................... tante. Tante!
Esercizio 4: Beantwoord de vragen. Let op de syntaxis! Van minuut 1.09.28 tot 1.13.20 1. Hoe probeert meneer Ellemeet de beelden op de video uit te leggen? Hij zegt dat 2. Waarom is het publiek zo verbaasd? Ze dachten dat meneer Ellemeet ... 3. Waarom zegt Tante Moortje dat Minoes snel naar haar zus moet gaan? Ze zegt dat haar zus ... 4. Waarom wil mevrouw Ellemeet niet naar Chili? Ze zegt dat zij ... 5. Wat heeft Tibbe gevonden? 6. Hoe noemt meneer Ellemeet de mensen van Killendoorn? 7. Waarom gooien ze meneer Ellemeet in de kuil? Meneer Ellemeet heeft geprobeerd ... 8. Wat moet Minoes doen om weer kat te worden? Ze moet ...
Soluzioni ATTIVITÀ PRIMA DELLA VISIONE DEL FILM Esercizio 1: De beroemde televisieserie: Ja zuster, nee zuster
Hoe choqueerde ze de Nederlanders? Ze had een relatie met Dick van Duyn, een getrouwde man. Ze was een vrije geest, die door de mensen in het brave, naoorlogse Nederland niet altijd begrepen werd. Ze durfde voor die tijd pittige taal te gebruiken. Overleden in 1995 Hoe is ze overleden? Ze heeft euthanasie gepleegd. http://nl.wikipedia.org/wiki/Annie_M.G._Schmidt Het fragment van de schooltelevisie: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clipdigibord/20080906_anniemgschmidt01 Haar eerste verhaaltjes publiceerde ze op de kinderpagina van de krant ‘Het Parool’. Hoe heten het jongetje en het meisje? Jip en Janneke. Ze schrijft ook voor volwassenen: musicals, radio- en tv-series Ze is populair omdat op een vriendelijke manier kritiek gaf op de naoorlogse maatschappij.
Esercizio 2: 1d; 2e; 3c; 4a; 5g; 6f; 7b; 8h. Esercizio 3: 11
20
V
O
1
E
O
N
T
S
L
A
A
N
M
14 13
R 2
S
J
C
H
U
18
K
16
W
O
N L
D
K
G
E
V
O
E
L
L
F
E
A
A
P
A
F
R
S
A
E
G
R
N
G
O
E
E
U
M
V
W
I
P
N
R
E 5
R
J
O
N
3
U
I
4
P
E
6
G
K
G
7
L
Z
W
E
I
D
I
N
E
R
F
K
A
R
S
D
I
E
N
S
T
A
N
B
A
K
17
G
T
T
E
A
R
T
U
T
C
F
U
H
8
S
P
A K
R
A
A
10
B
E
15 12
T
R
I
N
N
E
N
9
S
G A
B
B
E
P
A
A
R I
N
D
ATTIVITÀ DURANTE LA VISIONE DEL FILM Esercizio 1:
T
19
J S
T
G
1.a.; 2.a.; 3.b.; 4.b.; 5.a.; 6.a.; 7.b.; 8.b.; 9.a.; 10.b.; 11.a.; 12.b.; 13.a.; 14.b.; 15.a.; 16.b.; 17.a.; 18.b.; 19.b.; 20.a.
ATTIVITÀ DOPO LA VISIONE DEL FILM Esercizio 1: 1.a.; 2.a.; 3.b.; 4.a.; 5.b.; 6.b.; 7.b.; 8.a.; 9.b.; 10.a.; 11.b. Esercizio 2: (1) nou eenmaal (2) soms (3) niks (4) helemaal (5) wel weer (6) altijd (7) goed (8) dan (9) anders (10) In elk geval (11) niks (12) ‘s nachts (13) ‘s nachts (14) boven (15) wel. (16) morgen (17) toch (18) precies (19) even (20) wel (21) eerder (22) maar niet (23) buitengewoon (24) niet meer (25) nooit meer
Esercizio 3: (1) blijf van mijn lijf! (2) Al dat getuttel (3) ik crepeer nog liever (4) ‘t is allemaal tuig (5) amper (6) afschuwelijk (7) driftig (8) kwaaie kerel (9) niks (10) Nog altijd niks opgeschoten (11) fatsoenlijke (12) aanstellerij (13) Ik weifel en ik twijfel (14) dubbel
Esercizio 4: 1. Hij zegt dat het pure trucage is en dat iemand probeert hem zwart te maken. 2. Ze dachten dat meneer Ellemeet zo’n grote dierenvriend was. 3. Ze zegt dat haar zus weet hoe ze weer kat kan worden, maar dat het vannacht moet gebeuren. 4. Ze zegt dat zij ook haar dingen en haar eigen leven heeft. 5. Een gebotst vrachtautootje. 6. Een stelletje ondankbare honden. 7. Meneer Ellemeet heeft heeft geprobeerd de burgemeester om te kopen met een zwembad en de kuil is een perfecte locatie voor een zwembad. 8. Ze moet een goudvink opvreten met veren en al.