IK ZIE IK ZIE WAT JIJ NIET ZIET EN HET IS Ik zie ik zie wat jij niet ziet en het is… ja, wat is het? Wat zie ik? Als je even wacht zal je het wel zien. Of je ziet iets anders. En dat is ook goed. Met deze voorstelling nodigt luxemburg je uit om te kijken. Heel goed te kijken. Naar beeldende kunst. En naar hoe beeldende kunst een verhaal vertelt. Kunstenares Meryem Bayram maakt een installatie met elastieken. En met, tussen en ín dat kunstwerk laat muzikante Hanne Torfs haar knotsgekke fantasie de vrije loop. Kom zelf kijken, zet je hoofdtelefoon op en ontdek een absurd universum van zingende elastieken.
Concept en regie: Arlette Van Overvelt - Installatie en performance: Meryem Bayram - Tekst, muziek en spel: Hanne Torfs - Geluidsontwerp: Hans De Prins - Technisch ontwerp: Jef De Brabander - Techniek: Rik Suijs - Met dank aan: MartHa!tentatief - In samenwerking met: Lokaal 01, Rataplan en wp Zimmer - Deze voorstelling werd gemaakt op het lanceerplatform van luxemburg in 2013.
*
*
*
*
*
Toneelgezelschap luxemburg speelt graag en veel schoolvoorstellingen. We geloven in leerkrachten als enthousiasmerende factor voor kinderen en jongeren. Onze eigen verbondenheid met en liefde voor theater geven we graag door. We willen in de eerste plaats leerkrachten enthousiast maken en prikkelen. Het zijn immers deze leerkrachten die kinderen en jongeren kunnen begeleiden in het kijken naar theater. ILSE DAEMS heeft voor luxemburg deze inspiratiemap samengesteld bij ik zie ik zie wat jij niet ziet en het is. Ilse is een huurwoordenaar en speelduivel, hyperallergisch voor vis, schaaldieren en schoolse methodes. Ze is expert in buiten de lijntjes kleuren en leest geen boeken maar verslindt ze. Ilse heeft een grote kwarteeuw ervaring met ‘spelen’ en sinds ze aan de Internationale School voor Wijsbegeerte met onnoemelijk veel plezier [én goed resultaat] de beroepsopleiding ‘filosoferen met kinderen’ heeft gevolgd is ze een enthousiaste beginnende leerling-tovenaar in filosoferen met kinderen. Heb je vragen of opmerkingen bij het inspiratiemateriaal? Laat het ons weten. Wij horen ook graag reacties (van jou en van je leerlingen) op de voorstelling! Vele groeten Rein De Smet - Communicatie & educatie - 03 270 34 90 -
[email protected]
De illustraties op p. 21 en 43 komen uit Mijn tekendagboek, Gottmer. De afbeeldingen op p. 4-9 en 40 komen van Google Afbeeldingen. Voor p. 30-33 komt de inspiratie uit My Museum. De andere illustraties en afbeeldingen zijn van Ilse Daems en luxemburg. Dikke merci aan modelkabouter Ireen!
2
ALLES KAN EN FANTASIE IS WAAR ik zie ik zie wat jij niet ziet en het is gaat over kunst. Maar ook over ruimte. Over de kleur wit die geen kleur is en toch ook wel. Over elastiek en rekbaarheid. Over fantasie. Deze map wil je geen tekst en uitleg geven bij de voorstelling. Geen voor- en/of nabeschouwingen leveren. Deze map wil je inspireren. Inspireren om zelf aan de slag te gaan. Om kids ongebruikelijke kunst te laten maken. En hun eigenste museum. Je vindt er een boel bizarre to do’s en plezante opdrachten. Onder het motto ‘alles kan en fantasie is waar’. ’t Amusement ermee ! 3
MIJN HUIS, DE REST VAN DE WERELD EN DAARBUITEN | JUDITH NAB Dit boek is een verzameling van alle mogelijke ideeën en beelden van kinderen en wetenschappers over de wereld rondom ons [en daarbuiten]. Wetenschappers zijn mensen die hun kennis tegen het licht houden. Ze proberen op een nieuwe manier te kijken en zo een beetje werkelijkheid erbij te creëren. In dit boek krijgen ze de hulp van een andere groep specialisten: kinderen. Een groep voor wie fantaseren dagelijkse routine is en een frisse blik een aangeboren eigenschap. Voor je het weet, fantaseer je als lezer mee. Want zo werkt de ‘grondstof’ creativiteit. Je hebt maar een klein beetje nodig en het groeit vanzelf. Bij wijze van voorproefje uit dit prachtboek: flarden gesprek uit een interview met kinderen over het verschil tussen werkelijkheid en fantasie.
Zijn fantasie en werkelijkheid moeilijk uit elkaar te houden? Lodewijk: Verbeelding zit in je hoofd. Het is niet tastbaar. Het is geen voorwerp. Weet je zelf altijd wat echt is en wat niet echt is? Lodewijk: Nee. Of Ja, toch wel. Maar niet in mijn hoofd. Want in je hoofd kun je niet zien wat echt of niet echt is. Maar je kunt wél zien of iets op die plek thuishoort. Stel dat je bijvoorbeeld opeens een monster ziet dan weet je dat ie niet op die plek thuishoort want hij hoort in je hoofd. Hij hoort niet in de huiskamer. Je weet niet of het echt is of niet, maar je weet wel dat waar het monster staat dat ie daar niet hoort te staan. Want je hebt in de huiskamer nog nooit een monster gezien. Je ziet wel tafels, stoelen, de fruitschaal, maar je hebt op die plek nog nooit een monster gezien. Dus STEL dat je er een monster ziet, dan weet je ZEKER…dan weet je…eh dan weet je niet of het nu echt is of niet echt is. Monsters horen in je hoofd en niet uit je hoofd. Ze horen niet rond te lopen in de werkelijkheid. Dus áls je zoiets ziet wat er niet hoort, dan weet je dat het er niet hoort, het hoort ergens anders. Wat is fantasie eigenlijk? Liza: Fantasie is iets wat sóms bestaat. Iets waarvan je juist wilt dat het bestaat. Bijvoorbeeld: je hebt geen vrienden. Dan ga je een fantasie-vriend bedenken zodat je tenminste iets te doen hebt. En iemand bij je hebt. Lodewijk: Ik denk ‘gedachten’. Hoe moet je ervoor zorgen dat je je fantasie niet kwijtraakt als je groot bent? Liza: Nooit vergeten dat fantasie bestaat. Zelfs lampen en stoelen zouden niet bestaan als er geen fantasie was. Als je geen fantasie hebt kom je daar nooit op. Mattias: Volwassenen denken in rechte wegen, maar wij kinderen denken in kronkelweggetjes. 4
DE SLEUTEL LIGT ONDER DE MAT | MARIEKEN VERHEYEN De sleutel ligt onder de mat is een tocht door verschillende ruimtes in en rond het huis. Het laat aan de hand van kunstwerken en verhalen zien hoe kunstenaars en schrijvers de plek waar mensen wonen bekijken. Ze komen daarbij tot heel uiteenlopende ontdekkingen. Wat is het verschil tussen huis en thuis? Wat gebeurt er als je de dingen thuis of onderweg op zijn kop bekijkt? Hoe kun je je fantasie gebruiken om een eigen plek te maken, desnoods in je gedachten? Kader Abdolah, Hans Aarsman, Ienne Biemans, Said El Haj en Ted van Lieshout schreven speciaal voor dit boek een verhaal. Maar het boek zelf is samengesteld door beeldend kunstenaar Marieken Verheyen. Dat is er ook aan te zien. Het is een pareltje. Als je het uit hebt, zit je misschien nooit meer op dezelfde manier in je kamer. Een boek waar ruimte pure kunst wordt. En kunst alle ruimte krijgt.
5
DADA | KUNSTTIJDSCHRIFT VOOR KINDEREN Al meer dan 20 jaar geeft uitgeverij Plint een kunsttijdschrift voor kinderen uit. Het heet DADA. En het wordt gemaakt zonder subsidie maar met veel liefde voor wat schoon is. ‘Alles wat belangrijk is in de kunst, ligt voorbij de woorden’, is een bekende uitspraak van de Franse kunstenaar Braque. Daar zit wat in, maar DADA probeert het toch. Want DADA weet intussen wel hoe je moeilijke dingen zo kunt vertellen dat ze toch te begrijpen zijn. En DADA wordt zelf ook wel ouder maar hopelijk nooit oud! DADA zal nooit zeggen dat het geen nut heeft om sneeuwmannen te maken omdat ze morgen weer gesmolten zijn, dat gewoon al gek genoeg is of iets als ‘rood en groen is boerenfatsoen’. DADA gaat moeilijke onderwerpen niet uit de weg, gaat niet door z’n knieën maar zet ook niets op een sokkel en woont niet in een ivoren toren. Wat wel? Al het andere, de rest, alles wat bijzonder is en de moeite waard om bij stil te staan. En dat laatste mag je best letterlijk nemen. DADA wordt gemaakt voor iedereen die plezier heeft in kijken en altijd nieuwsgierig is naar hoe het anders kan. DADA wisselt steeds af in wat het laat zien. Soms vertellen ze in een nummer alles over een kunstenaar, zoals in DADA Vincent van Gogh. Soms behandelen ze een kunststroming en soms gaat het, zoals bij DADA Egypte, over een heel land. Het gaat DADA om het plezier van het kijken en dus is ook iedere DADA een feestje voor je ogen! Ieder nummer heeft 52 pagina’s en heeft altijd een aantal artikelen die je alles vertellen over het onderwerp, een ABC met de ‘moeilijke’ woorden en verschillende rubrieken waarmee je direct aan de slag kunt en eigen kunstjes kunt doen. Alle nummers zijn los te koop maar een abonnement nemen kan ook. Dan krijg je om de drie maanden een DADA in de bus. En zo’n abonnement is goedkoper.
6
KLEUR MIJ WIT ik zie ik zie wat jij niet ziet en het is speelt zich af in een witte ruimte. In zijn ‘silent interiors’ creëert kunstenaar Hans Op de Beeck zo’n witte ruimtes in reliëf.
7
Speel en experimenteer zelf ook eens met de kleur wit.
TO DO
Teken een spook dat een glas melk drinkt terwijl het in de sneeuw wandelt met een witte wolf
8
MAAK MET ELASTIEK JE EIGEN KUNSTKLAS De meeste klassen zijn op zichzelf nogal saai om te zien. Ze moeten meestal worden opgevrolijkt met tekeningen en andere kunstwerken van de kids. Altijd al een echt ‘meesterwerk’ in je klas willen hebben? Met de Masterpieces van de Nederlandse designstudio Mo Man Tai kan het. Met een patroonblad zet je de Mona Lisa of Het meisje met de parel van Vermeer, of De haas van Dürer met een elastiek en heel veel nagels op een muur. Wat heb je nodig? - een patroonblad Masterpieces (dat bestel je op www.plint.nl en kost 9,90 euro) - nagels - draad of elastiek - een hamer - een saaie klas - bergen geduld Hoe ga je te werk? - Leg alles wat je nodig hebt klaar. Je kan gewone nageltjes gebruiken maar zilveren of goudkleurige geven je meesterwerk een hele chique uitstraling. Hetzelfde geldt voor de draad. Met zwart wordt je meesterwerk deftig maar met fluodraad heel hip. Elastiek is nog zaliger. Dat kun je heel strak spannen en dat geeft een mooi effect. - Plak het patroonblad met een paar stukjes plakband op de muur. Controleer eerst of het goed recht hangt en maak het daarna goed vast. Het mag niet beginnen schuiven als je bezig bent. - Sla een nagel in het cirkeltje bij nummer 1. Sla de nagel niet te diep. Dat is beter voor je muren en mooier om te zien. Sla dan in nummer 2, 3, 4 enz. tot je alle nummers van het meesterwerk hebt gehad. - Span dan een draad of elastiek van het eerste tot het laatste nummer. Leg er een knoopje in bij het begin en helemaal op het einde bij het laatste nummer. Je kan de draad of elastiek heel kort afknippen of ervoor kiezen een stukje te laten hangen. - Scheur daarna het patroonblad voorzichtig en zachtjes van de muur. Het is niet erg als kleine stukjes papier nog rond de nageltjes blijven zitten. Die kan je later gemakkelijk weghalen met een pincet. Het is een prutswerkje maar een meesterwerk maak je natuurlijk niet op één, twee, drie ☺ Op dit YouTube filmpje kan je zien hoe het werkt. www.youtube.com/watch?v=osjcm1cuxkg&feature=youtu.be Veel plezier!
9
UNUSUAL SUSPECTS
In ik zie ik zie wat jij niet ziet en het is gebeuren voortdurend onverwachte en verrassende dingen. In dit hoofdstuk staan 15 tips & tricks om tot andere resultaten dan anders te komen. 15 thrilling things to do. 10
TO DO 1 - woordsommen In ik zie ik zie wat jij niet ziet en het is denkt Guido dat 2+2=4 een raadsel is. Christine legt hem uit dat dit een som is. Meestal rekenen we met getallen. Maar je kan dat ook met woorden doen. Hieronder staan een paar ‘woordsommen’. geel + blauw = boterham + kaas = groot - zwaar = groot - heel groot = lief : klein =
mooi x rood = groot + groot = veel + weinig = soms : drie =
En ook een echt ‘denkraadsel’: Ik heb twee druiven | als ik ze opeet | eet ik dan alleen de druiven of eet ik ook de twee? 11
TO DO 2 - zo lelijk mogelijk Kondig aan dat jullie gaan tekenen of schilderen. Geef dan de opdracht om een zo lelijk mogelijke tekening te maken. Een mooie tekening maken is ten strengste verboden. Daar staat straf op. De kinderen werken individueel en je weigert elke steun of begeleiding. Op het einde organiseer je een tentoonstelling. De hele groep bekijkt de lelijke tekeningen. Zijn de leerlingen in hun opzet geslaagd? Is iedereen het erover eens dat de tekeningen lelijk genoeg zijn om voor ‘lelijk’ door te gaan? Ga een gesprek met hen aan over de begrippen ‘mooi’ en ‘lelijk’.
12
TO DO 3 - verkeerde hand Gebruik een hele dag alleen je ‘verkeerde’ hand. Schrijf op wat je met die verkeerde hand gepresteerd hebt.
13
TO DO 4 - twee tegelijk Neem een pen of stift in allebei je handen. Teken een driehoek, een vierkant, een cirkel, een rechthoek met twee handen tegelijk. Schrijf daaronder de zin ‘met 2 handen tegelijk’. Je raadt het: ook deze zin schrijf je met je twee handen tegelijk ☺ 14
TO DO 5 - ogen dicht Teken een gezicht met je ogen dicht. Staan neus, ogen, oren, mond min of meer op de goeie plaats? Of juist niet?
15
TO DO 6 - spontaan kunstwerk Teken een rooster met 9 vakjes. Schrijf in elk van die vakjes de naam van een alledaags voorwerp dat je voorhanden hebt. Bijv. papier, wc rolletje, paperclip, plastic zakje, mueslidoos… Knip de vakjes uit en stop ze in een muts of pet. Trek er drie. Maak een kunstwerk met de drie voorwerpen d ie je hebt getrokken. Maak er een foto van.
16
TO DO 7 - tekenen zonder pen of potlood Maak een tekening met alleen maar plakband. Daarna eentje met alleen maar elastiekjes.
17
TO DO 8 - zweeptekening Bind een touwtje aan een potlood. Doop het touwtje in verf of inkt. Gebruik het koordje als zweep door ermee op het papier te slaan.
18
TO DO 9 - tovercirkel Teken een cirkel… alsof je pen net is ontploft alsof je pen in brand staat alsof je de tijd moet doden alsof je voor het eerst tekent alsof je Picasso bent Teken een cirkel die… eruit ziet als iets anders die je aan het lachen maakt die aan het zicht onttrokken is die een toegangspoort is die levens verandert die iets verbergt die een verhaal vertelt die je kan opeten die denkbeeldig is 19
TO DO 10 - spiegeltje spiegeltje aan de wand 1) Teken je spiegelbeeld in de spiegel op het werkblad. 2) Neem een echte spiegel en zet er een klok of wekker voor. Nu ben jij de enige mens ter wereld die de tijd terug kan draaien. Je ziét hem zelfs achteruit gaan in plaats van vooruit.
20
21
TO DO 11 - grottekening Dertigduizend jaar geleden tekenden holbewoners de omtrek van hun hand met pigmentpoeder. Dat deden ze door met een hol botje dat poeder over hun hand te blazen. Maak je eigen grottekening. Vul een plantenspuit met vloeibare [water]verf en spuit de omtrek van je hand op een papier. Of op de muur van je clubhuis.
22
TO DO 12 - zwartwit geraamte Neem een zwart blad. Teken daarop met een wit krijtje een skelet. Neem een wit blad. Teken daarop met een zwart potlood of stift een skelet. Leg de beide geraamtes naast elkaar. Welk ziet er het meest griezelig en het meest ‘skelettig’ uit?
23
TO DO 13 - tijdschriftkop Knip een hoofd uit een tijdschrift. Knip dat hoofd daarna in een stuk of tien stukken. Gooi die stukken in de lucht. Leg ze bij elkaar zoals ze gevallen zijn. Maak daarna een schilderij van het ‘nieuwe’ hoofd.
24
TO DO 14 - undercover De prinses uit ik zie ik zie wat jij niet ziet en het is is undercover in het museum. Undercover, anoniem, onherkenbaar. Maak van de figuren en sjablonen op de volgende werkbladen undercover monsters.
25
26
27
28
TO DO 15 - museum Teken kunst in deze kaders. Zet beelden op deze sokkels. Exposeer iets in een doosje. Zet jouw kunstwerk in de spotlights! Maak je eigen museum.
29
30
31
32
33
ONZICHTBARE KRACHTEN
Fantasie is een kracht die je niet ziet. De kracht van verbeelding. Maar je kan met die onzichtbare kracht wel fabelachtige dingen bereiken. In dit hoofdstukje 4 trucs van de foor die je ook fysiek met onzichtbare krachten doen spelen. Op het eerste gezicht althans, want op het tweede gezicht hebben deze krachten echter een natuurkundige verklaring. 34
TO DO 1 - het niet kapot te krijgen luciferdoosje Veel weddenschappen gaan over kracht. Een luciferdoosje lijkt slap en zwak. Je zou dus denken dat iedereen het kan verpletteren. Maar zo’n eerste indruk kan [net als veel dingen] misleidend zijn. Doe de test. Wat heb je nodig? - een luciferdoosje - een tafel of een ander plat oppervlak Hoe doe je het? - Wed met een vriend dat hij het luciferdoosje niet kan pletten, maar haal het doosje wel eerst uit elkaar. - Zet het buitenste omhulsel rechtop [en dus op zijn smalle kant] op een plat oppervlak. - Leg het doosje er bovenop met de open kant naar beneden. - Kijk hoe je vriend er maar niet in slaagt het doosje kapot te slaan. Hoe komt dit? - Het luciferdoosje wordt sterk[er] omdat het de kracht van de vuist over zijn hele oppervlak verdeelt. - De kracht gaat naar de lengte van het kartonnen omhulsel. Daardoor krijgt de constructie een grotere samenpersende kracht.
35
TO DO 2 - het ijzersterke rietje Ongekookte aardappelen zijn behoorlijk hard. Drinkrietjes zijn slap en buigzaam. Het lijkt dus onmogelijk om een drinkrietje in een aardappel te steken. En toch… Wat heb je nodig? - een aardappel - een plastic drinkrietje Hoe doe je het? - Zeg dat je een rietje in een aardappel kan steken zonder het om te buigen. Die weddenschap neemt iedereen aan. - Pak de aardappel goed vast. Hou je vingers en duim om het midden van de aardappel. - Pak het rietje stevig vast in je andere hand en zorg ervoor dat je de opening dichtdrukt met je duim. - Steek het rietje nu met een harde stoot in de smalle kant van de aardappel. Hoe komt dit? - Als je het rietje afsluit met je duim, worden de luchtmoleculen in het rietje samengeperst. Die geven het rietje de extra kracht die nodig is om door de aardappel te gaan.
36
TO DO 3 - het onbreekbare ei van colombus Daag iemand uit om een ei te breken. Hij zal je aankijken alsof je hersenen zijn geklutst. Laat hem/haar dan deze truc zien. Wat heb je nodig? - een ei - plastic vershoudfolie (maar als je erg zeker bent van jezelf kun je het ook zonder proberen) Hoe doe je het? - Wikkel het ei in de plastic vershoudfolie en geef het aan je proefpersoon. - Vraag hem het in zijn handpalm te leggen en zijn vingers te sluiten zodat ze om het ei heen zitten. - Vraag je proefpersoon om in het ei te knijpen door rondom een gelijkmatige druk uit te oefenen. Hij kan proberen wat hij wil maar het ei gaat niet kapot. Hoe komt dit? - De schaal van een ei is breekbaar maar de vorm van een ei is een van de sterkste bouwkundige vormen die er bestaan. - Als je het ei in je hand legt en dan knijpt wordt de druk gelijkmatig verdeeld. Ee druk komt niet op 1 punt terecht. Daardoor breekt het ei niet.
37
TO DO 4 - op eieren lopen De uitdrukking ‘op eieren lopen’ betekent ‘erg voorzichtig zijn’. Toch is op eieren lopen niet onmogelijk. Doe de test. Wat heb je nodig? - een paar eierdozen met telkens 12 eieren erin Hoe doe je het? - Leg de eierdozen op stapafstand van elkaar. - Ga zachtjes op 1 karton staan en stap dan rustig van het ene karton naar het andere. De eieren zullen niet breken. Hoe komt dit? - De doos waar de eieren in zitten is te vergelijken met onze schedel en ribbenkast. Die kunnen allebei behoorlijk wat druk verdragen zonder te breken. - Je mag wel niet op de eieren springen. Want je bent veel zwaarder als je springt en die druk kan de doos niet aan.
38
NIETS IS WAT HET LIJKT
Niets is wat het lijkt. Alles lijkt niet wat het is. Dat is de kern van ik zie ik zie wat jij niet ziet en het is. Een rooskleurig meisje blijkt een undercover prinses te zijn. En Guido is Christine. In dit hoofdstuk van de inspiratiemap: 10 to do dingen om het leven niet te laten zijn zoals het is. 39
TO DO 1 - stripverhaal Loop rond door de ruimte en bedenk ondertitels voor alles wat je ziet. Dat kunnen opmerkingen zijn over voorwerpen of situaties. Je kan ook redenen bedenken waarom iets juist op die plaats ligt of staat. Schrijf de ondertitels op post-it briefjes en hang of leg ze bij de voorwerpen. Wat als de dingen zouden kunnen spreken? Verzin en bedenk een gesprek[je].
40
TO DO 2 - me and myself undercover Wat is iets typisch voor jou? Iets wat je graag doet? Iets wat je dikwijls eet? Hoe kan je dit op een foto laten zien? Maak een foto waarop iedereen je herkent. Maar let op: je gezicht mag niet op de foto staan. Maak dus een portretfoto waarop je gezicht en lijf niet zo goed te zien zijn. Maar die toch typisch jou is. Maak een portretfoto van you and yourself undercover.
41
TO DO 3 - ik zie ik zie wat jij niet ziet en het is… Maak van jezelf een Disneykabouter. Doe je schoenen uit. Ga op je knieën zitten. Doe je schoenen aan aan je knieën en zet je bovenlijf flink rechtop. Je lijkt nu op een dwerg met een vrij groot lijf en veel te korte beentjes. Maak een foto van jezelf.
42
TO DO 4 - oneindig Knip een strook papier van ongeveer 17 cm op 2 cm. Maak daar een halve slag in. Plak de uiteinden aan elkaar. Nu heb je een ‘Möbiusband’ gemaakt. Leg hem voor je en probeer hem na te tekenen. Hoe meer je het doet, hoe gemakkelijker het wordt. Doe een grappig experiment. Teken met een potlood een lijn op de band. Je zal zien dat je lijn zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant komt. Terwijl je het potlood niet van het papier hebt gehaald. Bestaat oneindig toch?
43
TO DO 5 - de heer zijne majesteit In ik zie ik zie wat jij niet ziet en het is is het de heer zijne majesteit die de abonnementen uitdeelt. Teken een kaart van een zelfbedacht land. Geef het een naam. Kies en teken een vlag. Teken de hoofdstad, rivieren, bergen, zeeën en steden. Bedenk monumenten en typische gerechten. Teken jezelf als koning of koningin.
44
TO DO 6 - buurtatlas Maak een kaart van je eigen buurt. Teken je huis. Gebruik verschillende symbolen om straten, winkels, bomen en vuilbakken aan te duiden. Maak een ‘legende’ die de betekenis van de kleuren en symbolen duidelijk maakt Bijv. een rode lijn= een straat een klein groen cirkeltje = een boom Zet er ook een ‘stappenschaal’ bij. Dat is de reële afstand tussen twee punten in ‘voetstappen’.
45
TO DO 7 - postkaart Doe alsof je op vakantie bent in je eigen stad of dorp. Kijk naar de dingen alsof je ze voor het eerst ziet. Maak een blad op postkaartformaat. Teken op de voorkant iets dat je is opgevallen. Gebruik de achterkant om er iets over te schrijven aan een vriend of vriendin. Stuur de postkaart op.
46
TO DO 8 - ruimtevaarder In ik zie ik zie wat jij niet ziet en het is wordt de undercoverprinses astronaut. De broers Mich en Raf Walschaerts van KommilFoo hebben daar een ontroerend lied over gemaakt: Ruimtevaarder. Je kan het hier horen: www.youtube.com/watch?v=59FGL4GNPwA&gl=BE
Ga een gesprek aan over wat de kinderen later willen worden en waarom.
47
TO DO 9 - lievelingseten Op het einde van ik zie ik zie wat jij niet ziet en het is wordt duidelijk dat Guido liefst typische Vlaamse kost eet. En dat hij huivert voor alles wat buitenlands is en anders smaakt. Teken op het werkblad je lievelingseten. En de dingen die je niet lust.
48
49
TO DO 10 - vermageren in 2 seconden Op het einde van ik zie ik zie wat jij niet ziet en het is somt Guido zoveel gerechten op dat je een beetje misselijk wordt, alleen al van ze te horen. Als je alles zou eten wat Guido opnoemt, moet je dringend vermageren. Sommige mensen doen er jaren over om een paar kilo’s kwijt te raken. Ze diëten en diëten maar en er gaat niks af. Toch kan je in 2 seconden [of zelfs minder] twintig kilo of meer afvallen! Ga op de weegschaal staan. Laat je plots heel snel door je benen zakken. Onmiddellijk zie je de weegschaal reageren: de kilo’s vliegen eraf. [Helaas alleen tot je weer stilzit. ] Dat komt hierdoor: weegschalen wegen eigenlijk niet je ‘massa’ maar de kracht die je erop zet. De kracht die je uitoefent op de grond als je stilstaat, noemen we je gewicht. Laat je je plots door je benen zakken, dan zet je minder kracht op de weegschaal. Je kan zelfs precies meten hoeveel: het verschil tussen je oorspronkelijke gewicht [in stilstand] en dat tijdens je val. Omgekeerd gaat ook: als je uit hurkstand weer traag rechtop komt [duw alleen me je benen] dan weeg je plots veel meer. Dat komt doordat je meer kracht zet op de weegschaal: Je gewone gewicht + de kracht die nodig is om je lichaam vanuit hurkstand rechtop te krijgen.
50
51