Rode Handschoen_140x215 24-10-12 14:55 Pagina 5
Hoofdstuk één
Ik heb geen idee of het dag of nacht is als het meisje opstaat en wil vertrekken. Haar zilverkleurige jurk zwiert als kerstversiersel langs de bovenkant van haar dijen wanneer ze de deur van de hotelkamer opendoet. Met moeite kan ik me haar naam herinneren. ‘Dus je gaat je vader op het consulaat over mij vertellen?’ Haar lippenstift is over haar wang uitgesmeerd. Eigenlijk zou ik er iets van moeten zeggen, maar mijn zelfverachting is zo groot dat ik haar al even erg haat als mezelf. ‘Ja hoor,’ zeg ik. Mijn vader heeft nooit op een consulaat gewerkt. Hij betaalt meiden geen honderdduizend dollar per persoon voor een goodwilltour door Europa. Ik ben geen talentscout voor America’s Next Top Model. Mijn oom is niet de manager van u2. Ik heb geen hotelketen geërfd. Er zijn geen diamantmijnen op onze familielanderijen in Tanzania. Ik ben nooit in Tanzania geweest. En dat zijn nog maar een paar van de verhalen die mijn moeder deze zomer aan een hele rits blonde meiden heeft opgedist in de hoop dat ze me Lila zouden doen vergeten. Mooi niet.
5
Rode Handschoen_140x215 24-10-12 14:55 Pagina 6
Ik kijk omhoog naar het plafond. Ik blijf ernaar staren tot ik mijn moeder hoor rondscharrelen in de aangrenzende kamer. Ma is een paar maanden geleden uit de gevangenis ontslagen. Toen het schooljaar was afgelopen is ze met mij naar Atlantic City verkast, waar we onder valse voorwendselen kamers huren en al ons eten en drinken op rekening laten zetten. Als het personeel geld wil zien, vertrekken we simpelweg naar een hotel iets verderop. Ma is gevoelswerker, en dat betekent dat ze bij de balie nooit een creditcard hoeft te laten zien. Net als ik dat denk, doet ze de deur tussen onze kamers open. ‘Schat,’ zegt ze, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is dat ik in mijn boxershort op de vloer lig. Ze heeft haar zwarte haar met spelden opgestoken en in een van haar zijden sjaals gewikkeld, zoals altijd als ze slaapt. De kamerjas van het vorige hotel zit strak om haar stevige middel gebonden. ‘Ben je al aan ontbijt toe?’ ‘Doe mij maar alleen koffie. Ik zet het zelf wel even.’ Ik duw mezelf overeind en slof naar het koffiezetapparaat. Op een plastic dienblad liggen een pak gemalen koffie, suiker en melkpoeder. ‘Cassel, hoe vaak moet ik nog zeggen dat het niet veilig is om uit die dingen te drinken? Misschien is er wel speed in gemaakt.’ Ma fronst haar voorhoofd. Ze zit altijd over de idiootste dingen in. Koffiezetapparaten in hotels. Mobiele telefoons. Nooit over normale zaken, zoals de politie. ‘Ik laat wel koffie boven brengen.’ ‘Misschien brouwen ze in de keuken ook wel speed,’ zeg ik, maar ze luistert niet. Ze gaat haar kamer binnen en ik hoor haar bellen. Dan staat ze weer in de deuropening. ‘Ik heb voor jou roerei en toast be-
6
Rode Handschoen_140x215 24-10-12 14:55 Pagina 7
steld. En vruchtensap. Ik weet dat je zei dat je geen trek had, maar je moet vandaag in goede vorm zijn. Ik heb een nieuwe prooi gevonden.’ Ze schenkt me zo’n brede glimlach dat ik bijna met haar meelach. Mijn moeder ten voeten uit. Niet te geloven, maar er zijn tijdschriften met namen als Millionaire Living of New Jersey Millionaires of hoe ze ook mogen heten, en die gaan dan over oude kerels en hun huizen en hoe ze pronken met hun spullen. Geen idee wie die dingen verder nog koopt, maar ze zijn ideaal voor mijn moeder. Volgens mij beschouwt ze ze als catalogi voor golddiggers. Zo heeft ze Clyde Austin opgedoken. Hij komt vlak na een artikel over die vloekwerkershater, gouverneur Patton, en zijn villa, Drumthwacket. Ook al is Austin pas gescheiden, toch houdt hij er volgens het artikel een lifestyle op na compleet met privévliegtuig, verwarmd buitenbad en twee barzois die hem op al zijn reizen vergezellen. Hij heeft een huis in Atlantic City, waar hij regelmatig bij Morton’s eet en graag een partijtje blackjack speelt als hij even weg kan van kantoor. Op de foto staat hij afgebeeld als een klein, gedrongen mannetje met haarimplantaten. ‘Trek maar wat voddigs aan,’ zegt ma. Ze zit aan haar bureau en verandert iets aan een nieuw paar felblauwe handschoenen. Ze maakt allemaal gaatjes bij de vingertoppen, zo klein dat ze niet opvallen, maar groot genoeg voor huidcontact met de prooi. ‘Iets voddigs?’ Ik lig onderuitgezakt op de bank in haar suite en ben al aan mijn derde kop koffie, die barstensvol room zit, net als de vorige. Ik heb de toast ook opgegeten. ‘Verkreukeld. Zodat je net een wanhopige zwerver lijkt.’ Ze begint haar krullen een voor een los te maken. Straks gaat ze
7
Rode Handschoen_140x215 24-10-12 14:55 Pagina 8
zich met smurrie insmeren en haar wimpers krullen. Het duurt altijd uren voor ze klaar is. ‘Hoe ziet het plan eruit?’ vraag ik. ‘Ik deed net alsof ik zijn secretaresse was en niet meer wist hoe laat er voor hem gereserveerd was,’ zegt ma. ‘Bij Morton’s. Fantastisch toch zoals dat tijdschrift in alle openheid vermeldt waar hij te vinden is? Het was een makkie. Hij eet er vanavond om acht uur.’ ‘Hoe lang weet je dat al?’ vraag ik. ‘Een paar dagen.’ Ze haalt haar schouders op en trekt dan een keurig zwart lijntje boven haar ogen. Je komt er echt niet achter hoe lang ze het in werkelijkheid al weet. ‘O, en pak dat plastic tasje eens daar bij mijn koffer.’ Ik giet het laatste restje koffie naar binnen en sta op. In het tasje zit een panty, die ik op haar bureau leg. ‘Die is voor jou.’ ‘Dus nu moet ik eruitzien als een excentrieke wanhopige zwerver?’ vraag ik. ‘Die is om over je hoofd te trekken.’ Ze draait zich om op haar stoel en doet het zogenaamd voor, alsof ik debiel ben. ‘Als het lukt met Clyde, wil ik je wel als mijn zoon aan hem kunnen voorstellen.’ ‘Zo te horen heb je weer eens een fantastisch plan uitgebroed,’ zeg ik. ‘O, kom op,’ zegt ze streng. ‘Binnen een week moet je weer naar school. Heb je geen zin in een lolletje?’ Uren later klost ma op haar plateauzolen achter me aan over de promenade. Haar witte jurk waait op in de nazomerwind. Haar decolleté is zo diep dat ik bang ben dat haar tieten eruit floepen als ze te snel loopt. Het zou me eigenlijk niet mogen
8
Rode Handschoen_140x215 24-10-12 14:55 Pagina 9
opvallen, maar zo blind ben ik nou ook weer niet. ‘Je weet wat je moet doen, hè?’ vraagt ze. Ik wacht tot ze me heeft ingehaald. Ze heeft handschoenen van goudlamé aan en klemt een goudkleurig avondtasje vast. Dan zal blauw wel zijn afgevallen. Al met al is het een indrukwekkend geheel. ‘Nee, vertel het nog maar eens voor de duizendste keer.’ Woede trekt als een storm over haar gezicht. Haar blik wordt hard. ‘Ik weet het, ma,’ zeg ik op hopelijk verzoenende toon. ‘Loop nou maar door. We moeten niet met elkaar praten.’ Ze wankelt weg naar het restaurant en ik stap op de balustrade af om naar de zee te kijken. Het is hetzelfde uitzicht dat ik had vanuit Zacharovs penthouse hier in Atlantic City. Ik zie Lila weer voor me, zoals ze met haar rug naar me toe naar het zwarte water stond te staren. Toen had ik tegen haar moeten zeggen dat ik van haar hield. Toen zou het nog iets betekend hebben. Bij een zwendel is wachten altijd het moeilijkst. De seconden verglijden en je handen beginnen te zweten terwijl je wacht op wat gaat komen. Je gedachten dwalen af. Je staat strak van de adrenaline, maar je kunt nog niks doen. Afleiding leidt tot rampspoed. Ma’s regel. Ik keer me weer naar het restaurant toe, schuif mijn gehandschoende hand in mijn zak en raak de opgepropte panty aan. Ik heb de voet er afgesneden met een mes van de roomservice. Geconcentreerd laat ik mijn blik over de menigte gaan en ik zie hoe mijn moeder steeds meer glamour in haar ongelooflijk trage slenterpasje stopt. Dit kan wel even duren. En het zou me niks verbazen als het hele plan mislukt. Dat is ook zoiets met zwendelarij: je moet een hele zwik prooien afwerken voor je de
9
Rode Handschoen_140x215 24-10-12 14:55 Pagina 10
perfecte hebt gevonden. De prooi die je helemaal uit kunt schudden. We wachten twintig minuten, met bijna een heel huizenblok tussen ons in. Ma heeft al die onschuldige dingen gedaan die horen bij een avondwandelingetje: ze heeft een sigaret opgestoken, haar lippenstift gecontroleerd en nepgesprekken gevoerd met de mobiel die ze van mij heeft geleend. Ik ben maar aan het bedelen geslagen. Ik heb al bijna drieënhalve dollar en sta op het punt nog een kwart dollar te vangen als Clyde Austin Morton’s uit strompelt. Ma zet zich in beweging. Ik spring op en koers op haar af, waarbij ik de panty over mijn hoofd trek. Dat haalt de vaart er een beetje uit, want die dingen zijn echt niet doorzichtig. Ik zie geen hol. Mensen beginnen te roepen. Nogal wiedes, want een gast met een panty over zijn kop voorspelt nooit veel goeds. Eigenlijk is hij het stereotype – misschien wel het archetype – van een slechterik. Ik blijf rennen en terwijl ik langs mijn moeder vlieg ruk ik het goudkleurige avondtasje uit haar hand. Ze voegt haar eigen kreten bij het algehele koor. ‘Houd de dief!’ roept mijn moeder. ‘Help! Hellup!’ Nu komt het lastige gedeelte. Ik moet blijven rennen, maar zo langzaam dat een dronken vent die niet in vorm is en die een stel martini’s in zijn pens heeft rondklotsen denkt dat hij me pakken kan. ‘Alsjeblieft, help me dan!’ schreeuwt ma. ‘Hij heeft al mijn geld!’ Ik krijg bijna de slappe lach. Om hem een kans te gunnen knal ik zowat tegen Clyde op. Eén ding moet ik ma nageven. Het klopt namelijk wat ze zegt:
10
Rode Handschoen_140x215 24-10-12 14:55 Pagina 11
mannen willen altijd de galante ridder uithangen. Hij probeert mijn arm te pakken. Ik laat mezelf vallen. Het is een pijnlijke val. Misschien komt het door de panty over mijn gezicht, of misschien raak ik gewoon mijn evenwicht kwijt, maar ik smak keihard op het asfalt en schaaf mijn hand zo lelijk dat ik mijn handschoen aan flarden voel gaan. Ik weet bijna zeker dat ik mijn knieën ook geschaafd heb, maar daar heb ik geen gevoel meer in. Ik laat het tasje vallen. Voor ik mezelf overeind kan hijsen, geeft Clyde me een dreun tegen mijn achterhoofd. Het doet pijn. Ik hoop dat ma daar oog voor heeft. Dan stuif ik er weer vandoor. Zo hard als ik kan. Ik trek dat ding van mijn kop en race op topsnelheid de avond door. Zodat Clyde Austin de held kan uithangen die een jonkvrouw in nood haar gouden tasje teruggeeft. Zodat hij kan zien hoe charmant ze is als haar ogen zich vullen met tranen van dankbaarheid. Zodat hij vrij zicht heeft op haar memmen. Ma is opgetogen. Ze haalt de fles prosecco uit de minibar terwijl ik bruisende waterstofperoxide over mijn hand giet. Het prikt als de hel. ‘Hij wil morgenavond iets met me gaan drinken. Ik zei dat dat wel het minste was wat ik kon doen, hem mee uit nemen. Waarop hij weer zei dat hij zou betalen na alles wat ik had doorstaan, punt uit. Dat klinkt veelbelovend, vind je niet?’ ‘Ja, best wel,’ zeg ik. ‘Hij pikt me hier op. Om zes uur. Wat denk je: moet ik klaarstaan als hij aanbelt of zal ik hem een drankje aanbieden terwijl
11
Rode Handschoen_140x215 24-10-12 14:55 Pagina 12
ik nog een paar laatste dingetjes doe? In mijn kamerjas bijvoorbeeld?’ Ik trek een scheef gezicht. ‘Weet ik veel.’ ‘Bekijk het nou eens anders. Dit is werk. We hebben iemand nodig die voor ons zorgt. Die jouw chique school betaalt, en Barrons leningen. En helemaal nu Philip niet weet hoe lang hij nog werk heeft.’ Ze kijkt me dreigend aan, alsof ik zou vergeten dat hij door mijn toedoen gedonder heeft met het hoofd van een misdaadfamilie. Alsof mij dat iets kan schelen. Ze hebben mij veel ergere dingen aangedaan. ‘Zolang je die Clyde maar niet bewerkt,’ zeg ik zachtjes. ‘Dat hoeft helemaal niet. Je bent zo al charmant genoeg.’ Lachend schenkt ze haar prosecco in een waterglas. Het bruist net zo erg als de waterstofperoxide. ‘Zo moeder, zo zoon. Zijn we niet allebei charmant als we iets graag willen? Toch, Cassel?’ ‘Ik wil je graag uit de gevangenis houden,’ zeg ik. ‘En wat dan nog? Is dat zo raar?’ De bel van haar kamer klinkt. ‘Wat heb je besteld?’ vraag ik terwijl ik erop afstap om open te doen. Ma maakt een geschrokken geluid, maar het is al te laat. Clyde Austin staat in de gang, met een fles Jack Daniel’s bungelend aan zijn hand. ‘O,’ zegt hij opgelaten. ‘Ik heb vast de verkeerde kamer. Ik dacht…’ Dan bekijkt hij me eens goed: het bloed op mijn spijkerbroek, de schaafwond op mijn blote hand. Vervolgens ziet hij mijn moeder op het bed zitten. Hij weet het. Hij trekt een lelijke kop. ‘Je hebt me belazerd,’ zegt hij. ‘Jij en zij daar.’ In dat ‘zij daar’ zit alles besloten wat hij van ons vindt. Ik wil het uitleggen, maar dan brengt hij de fles met een
12
Rode Handschoen_140x215 24-10-12 14:55 Pagina 13
zwaai naar mijn hoofd. Ik zie het ding op me afkomen, maar ik ben te onhandig, te traag. Met een holle, afschuwelijke dreun raakt het ding mijn slaap. Duizelig smak ik op het tapijt, misselijk van de doffe pijn. Dat komt er nou van als je zo iemand onderschat. Als ik me op mijn rug rol, zie ik hem boven me uittorenen en de Jack Daniel’s heffen om me nog eens te raken. Met een gil slaat ma haar nagels in zijn nek. Razendsnel en maaiend met zijn armen draait hij zich om. Hij raakt haar met zijn elleboog. Ze vliegt ruggelings tegen het bureau aan. Haar vergrotende spiegel slaat stuk tegen de muur en de scherven vallen als glinsterende confetti op de vloer. Ik steek mijn blote hand omhoog. Met één enkele aanraking kan ik hem tegenhouden. Ik kan hem in een kakkerlak veranderen. Ik kan hem in een olieplas veranderen. Ik zou het graag doen. Maar Clyde staat nu stil en kijkt om zich heen alsof hij opeens niet meer weet waar hij is. ‘Shandra?’ zegt hij zachtjes, en hij steekt zijn hand naar mijn moeder uit. ‘Wat erg. Heb ik je pijn gedaan?’ ‘Geeft niet,’ zegt ma sussend, en langzaam staat ze op. Ze vertrekt haar gezicht. Er zit bloed op haar lip. ‘Je kwam zeker langs om me een flesje drank te brengen? En toen zag je mijn zoon. Misschien heb je hem voor iemand anders aangezien.’ ‘Dat zal wel,’ zegt hij. ‘Het klikte zo tussen ons dat ik dacht: waarom zou ik tot morgenavond wachten? En toen… Geef toe, hij lijkt op die overvaller.’ Ma is een gevoelswerker. Ze kan zijn herinneringen niet veranderen; dat zou mijn broer Barron kunnen, maar die is er niet. Wel kan ma door een simpele aanraking met haar blote hand er-
13
Rode Handschoen_140x215 24-10-12 14:55 Pagina 14
voor zorgen dat Clyde Austin haar zo leuk vindt dat hij haar het voordeel van de twijfel gunt. Over wat dan ook. Over alles. Zelfs dit. Een golf van duizeligheid overspoelt me. ‘Ja schat, je hebt gelijk,’ zegt ze. ‘Hij lijkt inderdaad een beetje op die overvaller. Logisch dat je je vergiste. Ik loop wel even met je naar de deur.’ Haar vingers gaan naar zijn nek. Ieder ander zou nu terugdeinzen – blote vingers, geen handschoen –, maar hij heeft nergens last van. Hij laat zich sturen. ‘Ik vind het heel erg wat er gebeurd is,’ zegt hij. ‘Ik weet niet wat me bezielde.’ ‘Ik snap het,’ zegt ma. ‘En ik vergeef je, maar het is niet zo’n goed idee om morgenavond af te spreken. Dat begrijp je wel, hè?’ Schaamte verhit zijn gezicht. ‘Uiteraard.’ Er trekt een waas voor mijn ogen. Ze zegt nog iets sussends, maar niet tegen mij. De volgende ochtend checken we uit. In het zonlicht voel ik mijn hersens kloppen in mijn schedel. Mijn huid glibbert van het zweet, van het onnatuurlijke soort dat het gevolg is van een wond. Van elke beweging word ik duizelig, alsof ik op duizend achtbanen tegelijk zit. Terwijl we wachten tot de hotelbediende mijn auto voorrijdt, rommel ik in mijn rugzak op zoek naar mijn zonnebril en probeer niet naar de blauwe plek op ma’s schouder te kijken. Ze heeft geen woord meer gezegd sinds ze aankondigde dat we gingen vertrekken, niet tijdens het pakken en niet toen we met de lift naar beneden gingen. Ze is woest, dat zie ik zo. Ik voel me te ziek om er iets aan te doen. Eindelijk stopt mijn antieke, roestige Benz voor het hotel. Ma
14
Rode Handschoen_140x215 24-10-12 14:55 Pagina 15
geeft iets aan de chauffeur en pakt de sleutels, terwijl ik aan de andere kant instap. De zitting brandt tegen de achterkant van mijn benen, dwars door mijn spijkerbroek heen. ‘Hoe kwam je erbij om zomaar open te doen?’ roept ze uit zodra we wegrijden. ‘Zonder eerst door het gaatje te kijken. Zonder eerst te vragen wie het was.’ Haar stem doet me ineenkrimpen. ‘Hoe stom kun je zijn, Cassel? Alsof ik je niks geleerd heb!’ Ze heeft gelijk. Het was onnadenkend. Stom. Door die particuliere school ben ik onoplettend geworden. Dat is nou precies zo’n domme fout waarmee een amateur zich onderscheidt van een goede zwendelaar. Bovendien is ze labiel door de weerslag van het gevoelswerk. Normaal is ze trouwens ook aardig labiel. Maar door gevoelswerk wordt het versterkt. Net als door woede. Er zit niks anders op dan het uit te zingen. Als kind was ik eraan gewend dat ze zo was. Maar ze heeft zo lang in de gevangenis gezeten dat ik ben vergeten hoe erg het soms is. ‘Hoe stom kun je zijn?’ krijst ze. ‘Nou, zeg op!’ ‘Ophouden!’ Ik leg mijn hoofd tegen het raampje en doe mijn ogen dicht. ‘Ophouden, alsjeblieft. Het spijt me, zo goed?’ ‘Nee,’ zegt ze vals en vol overtuiging. ‘Zo zielig is niemand. Je deed het met opzet! Je wilde het voor me verpesten.’ ‘O, kom op,’ zeg ik. ‘Ik dacht gewoon niet na. Ik zei toch dat het me speet? Hoor eens, ik loop met een gigantische bult op mijn kop. En wat zou het dat we weg moeten uit Atlantic City? Over een week zouden we toch moeten vertrekken omdat de school dan weer begint.’ ‘Je hebt het gedaan vanwege Lila.’ Ze heeft haar blik op de weg gericht, maar haar ogen glinsteren van woede. ‘Omdat je nog steeds kwaad bent.’
15
Rode Handschoen_140x215 24-10-12 14:55 Pagina 16
Lila. Mijn beste vriendin, van wie ik dacht dat ik haar vermoord had. ‘Ik praat niet over haar,’ bijt ik haar toe. ‘Niet met jou.’ Ik zie Lila’s brede, expressieve mond voor me en hoe die opkrult bij de hoeken. Ik zie haar weer languit op mijn bed liggen en haar armen naar me uitstrekken. Ma hoefde Lila maar één keer aan te raken om ervoor te zorgen dat ze verliefd op me werd. En om ervoor te zorgen dat ik haar nooit zou krijgen. ‘Heb ik soms een gevoelige snaar geraakt?’ vraagt ma met triomfantelijke wreedheid. ‘Verbazend genoeg dacht je echt dat je goed genoeg was voor Zacharovs dochter.’ ‘Hou je mond,’ zeg ik. ‘Ze gebrúíkte je, stomkop. Aan het eind van het liedje zou ze je niet eens hebben zien staan, Cassel. Je zou haar aan Barron hebben herinnerd, aan ellende en verder niks.’ ‘Kan me niet schelen.’ Mijn handen beven. ‘Het zou nog altijd beter zijn geweest dan…’ Dan dat ik haar uit de weg moet gaan tot de vloek in kracht afneemt. Dan de blik waarmee ze me zal aankijken als het zover is. Lila’s verlangen naar mij is geperverteerde liefde. Een schertsvertoning. En het had me bijna niets kunnen schelen, zo verlangde ik naar haar. ‘Ik heb je een dienst bewezen,’ zegt mijn moeder. ‘Je zou me erkentelijk moeten zijn. Je zou me moeten bedanken. Ik heb je Lila op een zilveren dienblad aangereikt, iets wat je anders nooit van je leven voor elkaar had gekregen.’ Ik kan mijn lachen niet inhouden. ‘En daar zou ik je voor moeten bedanken? Dan kun je lang wachten.’ ‘Zo praat je niet tegen me!’ brult ma en ze geeft me een harde klap. 16
Rode Handschoen_140x215 24-10-12 14:55 Pagina 17
Zo hard dat mijn toegetakelde hoofd tegen het raampje slaat. Ik zie sterretjes. Kleine lichtexplosies achter de donkere brillenglazen. Achter mijn oogleden. ‘Zet de auto aan de kant,’ zeg ik. Ik ben opeens kotsmisselijk. ‘Sorry,’ zegt ze, en opeens is ze weer poeslief. ‘Ik wilde je geen pijn doen. Gaat het?’ De wereld begint over te hellen. ‘Zet de auto aan de kant.’ ‘Misschien wil je op dit moment liever lopen dan dat je met mij zit opgescheept, maar als je je echt niet goed voelt, kun je beter…’ ‘Zet de auto aan de kant!’ roep ik, waarschijnlijk zo dwingend dat ze eindelijk overtuigd is. Ze stuurt de auto met een ruk de berm in en gaat op de rem staan. Terwijl we nog rijden, strompel ik naar buiten. Net op tijd om mijn maaginhoud op het gras uit te kotsen. Ik hoop van harte dat niemand op Wallingford me een opstel laat schrijven over mijn zomervakantie.
17