WERKMODEL GROEP 3 Ik ben Pomme Kristien Dieltiens & Stefanie de Graef (ill.) (door Anneleen Hacke)
AUTEURSINFO (ZIE OOK WWW.VILLAKAKELBONT.BE) Kristien Dieltiens volgde een kunstzinnige en pedagogische opleiding. Sinds 1974 werkt ze intensief met kinderen. Ze stond lang in het onderwijs. Nu geeft ze enkel nog deeltijds les, zodat ze zich meer kan toeleggen op schrijven, illustreren en lezingen geven. Door haar ervaring als onderwijzeres en als moeder van vijf kinderen weet ze als geen ander de wereld van het kind te benaderen. Schrijven doet Kristien al heel haar leven. Een boek schrijven is voor haar het resultaat van jaren inzet, verdieping, onderzoek, gesprekken en ervaringen. Kristien kan de problemen van kinderen treffend beschrijven. Ze schrijft over gevoelige en ernstige onderwerpen, maar altijd met de nodige humor. Haar boeken getuigen van een grote betrokkenheid en aanvaarding van de leefwereld van jongeren. In 1997 verscheen Kristiens eerste boek: De gouden bal, een voorleesprentenboek voor jonge kinderen en volwassenen over geboren worden en sterven. Ze maakte zelf de illustraties. In 2000 verscheen haar eerste jeugdroman: Olrac, een omvangrijke historische roman. Het boek werd vertaald in het Duits en won in 2002 de Vlaamse Kinder- en Jeugdjury (groep 5). De laatste jaren schrijft Kristien vooral voor jongeren: De moedervlek gaat over seksueel misbruik, Bloemen op de muur over kansarmoede en De stille pijn van Luca over vluchten voor oorlog zijn hier een paar voorbeelden van. Stefanie De Graef studeerde grafische vormgeving en reclamevormgeving aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent. Haar afstudeerproject bestond uit de prenten die opgenomen zijn in de poëziebundel Vreemdgaan van Geert De Kockere. In 2005 werd dit afstudeerproject bekroond met de hoofdprijs voor Grafische Vormgeving van de school. In 2006 werkte ze haar lerarenopleiding af aan de Academie in Gent. In de toekomst hoopt ze haar werk als illustrator verder te kunnen ontwikkelen. Dit zegt Stefanie zelf over wat illustreren voor haar betekent: ‘Mijn schetsboek reist overal met me mee. Ik hou van de tastbaarheid van materialen en probeer die te verwerken tot een andere realiteit. Ik wil kijken naar de wereld vanuit een onbevangen nieuwsgierigheid. De verwondering om het leven vormt voor mij een
belangrijke inspiratiebron waarbij de drang naar schoonheid steeds weer de bovenhand neemt. Aan de kijker gun ik het mysterie en de vrijheid van interpretatie.’ KORT SAMENGEVAT Pomme vertelt het verhaal van voor ze geboren is, toen ze nog niet bestond. Haar moeder komt uit Afrika. Ze neemt het vliegtuig en als haar voeten de grond raken, ziet ze Pomme’s vader. Ze koopt twee appels die ze bewaart in haar zak voor je-weetmaar-nooit. De vader van Pomme neemt haar mee en zorgt voor haar. Dagen en nachten gaan voorbij en Pomme’s moeder mist het licht. Pomme’s vader geeft haar groene appels en houdt haar hand vast. Dan wordt Pomme geboren... VÓÓR HET LEZEN Bekijk samen met de juryleden de cover van het boek. Wat vertelt de illustratie? Waarover zou het verhaal kunnen gaan? Wat betekent de titel volgens hen? TIJDENS HET LEZEN Lees het boek voor aan de juryleden en laat hen genieten van de poëtische taal. Durf afwijken van de tekst die er staat, want er zit een hele wereld achter. De juryleden zullen zelf aangeven wanneer ze nood hebben aan concrete beelden. Zoek samen woorden die dichter bij hun leefwereld liggen wanneer iets niet duidelijk is. NA HET LEZEN Thema Vraag de juryleden waar het verhaal over gaat en bespreek het thema met hen: de moeder van Pomme vlucht uit haar land en gaat op zoek naar een nieuw begin. Kennen de juryleden mensen die dit echt gedaan hebben? Elke dag komen in België mensen aan die hopen op een beter leven – net zoals de moeder van Pomme. Maar alle verhalen zijn anders. Verwijs naar voorbeelden uit de actualiteit en peil of de juryleden hiervan op de hoogte zijn. Wat weten ze erover te vertellen? Vul zelf aan met extra informatie over het thema. Praat met de juryleden over wat het kan betekenen om in een nieuw land een nieuw leven op te bouwen: -
-
Geef hen een concreet voorbeeld en vraag hoe ze zich zelf zouden voelen, wat ze zouden doen,… Bijvoorbeeld: je wordt morgen wakker en je ligt in een tent midden in de woestijn, je doet een deur open en iedereen praat een vreemde taal. Leg hen deze vraag voor: ‘Als je morgen je nieuwe leven zou beginnen, hoe zou je dan willen dat het er uit ziet? Hoe zou je je daarbij voelen? Wat zou je doen?’
Vertelperspectief Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Pomme. Als haar moeder of vader het zouden vertellen, klinkt het vast heel anders. Laat de juryleden het verhaal vertellen vanuit het perspectief van de vader of de moeder, aan de hand van de illustraties en van wat ze weten over Pomme.
WERKMODEL GROEP 3 Zsa Zsa Janneke Schotveld (door Eva Vandermeersch)
AUTEURSINFO (ZIE OOK WWW.VILLAKAKELBONT.BE) Janneke Schotveld werd geboren in 1974. Ze woont samen met haar vriend Arthur, haar kinderen Lotte en Luuk en een heleboel dieren op een boerderij. Als kind wilde Janneke graag dierenarts of kunstenares worden. Na de middelbare school ging ze creatieve therapie studeren. Zo wilde ze kinderen en jongeren helpen om problemen te verwerken. Ze werkte een jaar in een kindertehuis in Costa Rica. Terug in Nederland besloot Janneke om les te gaan geven. Ze is nu de juf van een aantal jongeren die op de zorgboerderij wonen. De kinderen gaan naar school en helpen Janneke mee om de dieren en de tuin van de boerderij te verzorgen. Verhalen schrijven doet Janneke vooral in het weekend en de schoolvakanties, al doet ze haar best om vaker te schrijven. www.jannekeschotveld.nl Annet Schaap (°1965) houdt net als Janneke Schotveld veel van dieren. Ze heeft een rode kat die Johannes heet. Als kind maakte ze plaatjes bij de boeken die ze gelezen had. Later tekende ze ook veel na, vooral de tekeningen uit de boeken van Wim Hofman vond ze heel mooi. Annet studeerde illustratie op de Academie in Kampen en in den Haag. Haar eerste opdracht kreeg ze toen ze nog op de academie zat: ze moest het boek Joppe, Julia en Jericho van Christine Nöstlinger illustreren. Toen het uitgegeven werd, was ze erg trots, maar nu vindt ze het zo lelijk en slecht getekend dat niemand het nog mag zien. Ondertussen heeft Annet meer dan 80 kinderboeken geïllustreerd (o.a. de boeken van Jacques Vriens, Vivian den Hollander, Janneke Schotveld en Francine Oomen) en ook veel tekeningen gemaakt voor tijdschriften, kranten en schoolboeken. Een tijd geleden ging ze bij een kindertheatergroep in Utrecht werken. Ze begon met het maken van affiches, maar na een tijdje ging ze ook toneelstukken schrijven. Nu illustreert én schrijft ze. Soms
maakt ze dingen voor volwassenen, maar het liefst werkt ze voor kinderen. Ze wil binnenkort graag een boek te maken dat ze zelf getekend en geschreven heeft. KORT SAMENGEVAT Zsa Zsa woont samen met Willy op een boerderij. Als ze op Werelddierendag tien jaar wordt, blijkt dat ze een bijzondere gave heeft: Zsa Zsa is een dierenbabbelaar. Dat betekent dat ze met alle dieren kan praten. De dieren storten meteen hun hart bij haar uit, want ze zijn vreselijk ongelukkig. Sinds Willy hen wegens besparingen in kleine hokken opgesloten heeft, kunnen ze niet meer vrij rondscharrelen. Zsa Zsa is vastbesloten de dieren te helpen, maar Willy wil niet naar haar luisteren. Daarom besluit ze de Koningin om hulp te gaan vragen. Maar dat blijkt dat niet zo eenvoudig te zijn! HET BOEK BESPREKEN EN BEOORDELEN Inhoud Deze vragen kan je stellen aan de juryleden: -
Heb je het verhaal graag gelezen? Vond je het verhaal moeilijk/makkelijk om te lezen? Zou je het boek aanraden aan vrienden, klasgenoten? Wat vond je leuk aan het verhaal? Was er iets dat je minder leuk vond? Welke gevoelens riep het verhaal bij je op? Lees je graag verhalen over dieren? Heb je al andere dierenverhalen gelezen? Welk personage vond je het leukst? Waarom?
De belangrijkste thema’s in het boek zijn: dieren, vriendschap, humor, avontuur. In de eerste plaats is Zsa Zsa een leuk en grappig fantasieverhaal. Toch maakt de schrijfster op haar website duidelijk dat ze ook een boodschap wil meegeven aan de lezer. Lees deze woorden van Janneke Schotveld voor aan de juryleden: ‘Ik vind het jammer dat er maar heel weinig mensen zijn die (willen) weten hoe er met de kippen, varkens, koeien, konijnen en andere dieren wordt omgegaan, voor ze in de supermarkt liggen. De meeste dieren zitten met veel te veel tegelijk in te kleine hokken. Niet even, maar hun hele leven. Je noemt dat de bio-industrie. De meeste grote mensen weten dat wel, maar ze denken er niet aan. Ze kopen toch vlees, eieren en melk van beesten die heel ongelukkig zijn geweest. Veel grote mensen denken dat het zo hoort, omdat het al een hele tijd zo is. Of ze denken helemaal niet, dat komt ook voor. De dieren moeten het hebben van de kinderen.’ (www.jannekeschotveld.nl) Kunnen de juryleden een aantal voorbeelden geven uit het verhaal waaruit blijkt dat de dieren op de boerderij van Willy niet goed behandeld worden? Is dit altijd zo geweest? Hoe komt het dat Willy de dieren nu minder goed behandeld dan voorheen? Zou dit in het echt ook gebeuren? Hebben de kinderen hierover al iets gelezen of gezien op televisie? Zsa Zsa vraagt hulp aan de koningin om het lot van de dieren te verbeteren. Welke oplossingen kunnen de juryleden hiervoor bedenken?
Personages Je kan de inhoud van het verhaal opfrissen aan de hand van de personages. Toon hiervoor de tekeningen uit het boek of maak er duidelijke kopies van. Laat de kinderen bij elk personage een paar eigenschappen opsommen. Zsa Zsa (tekening op p. 14) Hoe oud is Zsa Zsa? Op welke bijzondere dag is ze jarig? Waar komt Zsa Zsa vandaan? Wat is er zo bijzonder aan haar? Willy (tekening op p. 7) Zsa Zsa woont samen met Willy en de dieren op de boerderij. Is Willy de echte vader van Zsa Zsa? Weten we iets over haar echte ouders? Wat denken de juryleden? Willy geeft Zsa Zsa graag een ‘egelkus’. Weten de kinderen wat een ‘egelkus’ is? Hein, de haan (tekening op p. 34) Weten de juryleden wat het lievelingseten is van Hein? Welk plan bedenken Hein en Zsa Zsa om de dieren op de boerderij te helpen? SOK (tekening op p. 44) Tijdens hun tocht doorheen de stad, maken Hein en Zsa Zsa kennis met een agente van de SOK. Weten de juryleden wat de SOK is? Hoe zien de agenten van de SOK eruit? Waarom worden Zsa Zsa en Hein gezocht door de SOK? Joost (tekening op p. 54) Wie is Joost? Helpt hij Zsa Zsa en Hein om hun plan uit te voeren? De Koningin (tekening op p. 74) Hoe ziet de Koningin eruit? Waar woont ze? Kan iedereen zomaar bij haar op bezoek komen? Denken de juryleden dat de Koningin gelukkig is in haar paleis? Wat is haar belangrijkste taak? Wat denkt de koningin van Zsa Zsa en haar plan? Kennen Willy en de Koningin elkaar? Hoe weten de juryleden dat Willy de Koningin erg graag ziet? Hoe zou het verder gaan met Zsa Zsa, Willy en de Koningin? Illustraties Bekijk met de juryleden de omslag en enkele tekeningen uit het boek. Passen de tekeningen bij het verhaal? Wat vinden de juryleden van de vlotte pentekeningen? De stijl van Annette Schaap is gemakkelijk te herkennen. Je kan de kinderen nog andere illustraties van haar tonen uit de boeken van Francine Oomen of Jacques Vriens. MEER LEZEN? MEER WETEN? Hoewel het verhaal verzonnen is, heeft de schrijfster bij het bedenken van Zsa Zsa gedacht aan haar dochter Lotte die op 4 oktober is geboren en zelf dierenbabbelaar wil worden. Zelf houdt Janneke Schotveld ook heel veel van dieren. Neem met de juryleden eens kijkje op haar website (www.jannekeschotveld.nl). Je vindt er een foto van de boerderij waar Janneke woont en lesgeeft. Verder lees je ook leuke weetjes over de jeugd van de schrijfster en wat er allemaal op de boerderij gebeurt.
Op haar website vind je ook een link naar de website van Stichting Wakker Dier. Hier kan je alles lezen over dierenrechten en bio-industrie. AFSLUITENDE SPELLETJES Je kan de vergadering afronden met een leuk spelletje: Diereninterview De juryleden doen alsof ze zelf dierenbabbelaar zijn. Welke vragen zouden ze aan de dieren op de boerderij of aan hun huisdier stellen? Wat denken ze dat de dieren zouden antwoorden? Raadspelletje Een jurylid heeft een dier in zijn hoofd. De andere juryleden proberen dit te raden door vragen te stellen (vb. ben je gevaarlijk of tam, heb je een vacht, wat is je lievelingseten,…). Wie het dier geraden heeft, mag het volgende dier verzinnen.