Aude – Kristien Dieltiens Groep 5 (door Sabien Hoosemans) De auteur Kristien Dieltiens werd geboren in Antwerpen in 1954. Zij kreeg een kunstzinnige en pedagogische opleiding. Een boek schrijven is voor haar het resultaat van jaren inzet,van verdieping, onderzoek, gesprekken en ervaringen. Dat is heel goed merkbaar in haar boeken die uitermate goed gedocumenteerd zijn. Haar voorkeur gaat uit naar verhalen die een filosofische, historische en/of avontuurlijke inslag hebben. Herhaaldelijk werd haar werk genomineerd en bekroond door KJV. Het boek Aude is een avontuurlijk verhaal, gesitueerd in de duistere middeleeuwen. Een schitterende combinatie van spanning en geschiedenis, maar veel meer nog een verhaal met een zeer grote diepgang, met beschouwingen rond het lot van de mens, de zin van het leven, de aanwezigheid van hogere machten, over waarden als vriendschap en liefde. De cursief gedrukte tekst aan het einde van elk hoofdstuk - de gedachten van een mysterieus en onbekend personage - houdt de spanning tot het einde van het boek toe levendig. Bovendien is het vertelperspectief zo opgebouwd dat we afwisselend de belevenissen van Aude en Olrac kunnen volgen tot ze uiteindelijk op het einde van het verhaal in mekaar vervloeien. Aude is het vervolg op Olrac, maar kan als op zichzelf staand verhaal gelezen worden. De cover van het boek is van de hand van illustrator Marijke Meersman. De illustraties binnenin het boek zijn van de hand van de auteur. Thema’s , tips en verwerkingsmogelijkheden - Opdracht vooraf: Aude kan als op zichzelf staand verhaal gelezen worden, want alle belangrijke feiten uit het voorafgaande verhaal Olrac zijn in dit boek verweven. Heb je echter te maken met leesgrage juryleden, plaats de bespreking van dit boek wat later op het werkjaar. Zo krijgt wie dat wil de kans om eerst Olrac te lezen. Het geeft toch een meerwaarde aan het verhaal van Aude. Bovendien heeft Olrac als verhaal nog wat meer vaart en is dus een goede aanzet om verder te de willen lezen. Het werd ook genomineerd door KJV en behaalde een 3 plaats. Thema’s in overvloed in dit verhaal: magie, hekserij, bijgeloof, liefde, vriendschap, klassenverschillen, mensensmokkel. - Magie, bijgeloof, hekserij In een tijd waarin New Age en Witte Magie volop “in” zijn, kan je gerust eens doorbomen over zin of onzin ervan. Wat denken jongeren over bijgeloof, magie, heidense riten, hekserij, voorspellingen, … Zijn sommige dingen echt geloofwaardig of klinkt het allemaal als volkomen nonsens. Je zal bij jongeren, net als bij volwassenen zonder enige twijfel met twee kampen te maken krijgen: sceptici en gevoelsmensen. Kan best interessant worden.
-
De (middeleeuwse) maatschappij Niet zo verschillend van de hedendaagse: de enorme tegenstelling tussen arm en rijk is onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van de mensheid en dus van alle tijden. Sta stil bij de creaturen waarbij Aude onderdak vindt, uitgespuwd door de maatschappij. Buitenstaanders, marginalen, alternatievelingen… Het visuele contrast is vandaag misschien iets minder schril, maar de kern is nog altijd dezelfde: verachting, minachting, verwerping, …mensen aan de rand van de maatschappij. Mensensmokkel Of hoe kan je de pogingen om jonge maagden te ontvoeren en te misbruiken anders benoemen? (link naar hedendaagse versie in Dief van Ludo Enckels) Typisch middeleeuws is overigens ook de enorme kloof tussen het katholieke geloof en alles wat daar niet toe hoort. Angst voor de Duivel heeft zowel tot onzinnige angstpsychose onder het volk als tot gruwelijke behandeling van onschuldige mensen geleid. Hoeveel mensen zijn vermoord omwille van een beetje kruidenkennis, gekoppeld aan jaloezie, domheid en achterdocht van onwetenden?
-
De geografische situering van het verhaal Het verhaal speelt zich af in het Zuiden van Frankrijk en in het bijzonder in de stad Marseille. Een vakantiebestemming bij uitstek van de Vlaming op zoek naar zomerzon. Wedden dat er zeker enkel jongeren uit de groep daar reeds hun vakantie doorbrachten? Hen hier op voorhand op wijzen, kan een goede hulp zijn bij het visualiseren van de zorgvuldig uitgewerkte beschrijvingen van het landschap en de streek. Ook de auteur is zonder twijfel goed gedocumenteerd.
-
Liefde en vriendschap Enerzijds het van bij de geboorte gearrangeerde huwelijk tussen een edelman en een kindbruidje (Olrac en Margarita) Anderzijds de spontane liefde tussen de edelman en een meisje uit het volk, zij het dan met bijzondere gaven (Olrac en Aude) Is het happy end realistisch? Welk van beide situaties zou in de middeleeuwen het meeste kans gemaakt hebben? Welk einde verdient jullie voorkeur en waarom?
Illustraties De cover is van de hand van Marijke Meersman (zie ook bespreking van Het Lazarusplan) maar de tekeningen in het boek werden door de auteur Kristien Dieltiens zelf gemaakt. Welke tekeningen genieten jullie voorkeur en waarom? Wat is het verschil in stijl? Waarom zou de auteur dan ook de cover niet zelf gemaakt hebben? Zouden jullie dat beter gevonden hebben? Citaten Dit boek barst van de citaten of beter gezegd van levenswijsheid. Ze openen hoe dan ook altijd schitterende perspectieven voor een boeiende babbel. Je kan de jongeren zelf opdracht geven om citaten te zoeken of zelf enkele citaten opwerpen als start voor een gesprek. Jongeren lezen vaak graag en gretig “het verhaal om het verhaal”, maar dikwijls ontgaat hen daarbij de echte diepgang van het onderliggende gedachtegoed of de draagwijdte van de gebeurtenissen. Het kan geen kwaad hen daar attent op te maken, want zo leren ze “anders en intenser” lezen. De boeken van Kristien Dieltiens gaan net dat tikkeltje dieper door op de dingen. Enkele voorbeelden: p. 47 Volg je innerlijke stem. Zij is gevleugeld en komt van een andere wereld waar wijsheid regeert en liefde heerst. p. 77 Voor ons is niet van belang vanwaar je komt en waar je naartoe trekt. We zijn immers allemaal reizigers. Steeds onderweg. Iemand die niet meer onderweg is dooft het levende goud in zijn lichaam!
p. ? Je verdriet om je moeder zullen wij met je delen. Want verdriet is een wiel dat rondom de wereld draait. p. 113 Het leven laat zich niet dirigeren, het zal zich spreiden als een deken, met plooien kreukels en daar valt niets aan te veranderen. p. 167 Kan de zon blijven schijnen, terwijl een mens gevuld is met tranen? p. 193 Het begin van wijsheid is ernaar streven. Wie is wijs? Hij of zij die van iedereen en alles wil leren (enzovoort…) Leestips Olrac – Kristien Dieltiens Pest – Henk Van Kerkwijk Heksenjacht – Henk van Kerkwijk Spelregels: Het verhaal van een middeleeuws huwelijk – Floortje Zwigtman Jonkvrouw – Jean-Claude Van Rijckeghem en Pat Van Beirs De pelgrimsschelp ea. – Frances Temple
Dief! – Ludo Enckels Groep 5 (door Sabien Hoosemans) Auteursinfo Ludo Enckels werd geboren in 1956. Hij schrijft hoofdzakelijk realistische, psychologische verhalen. Zelf zegt hij: De altijd terugkerende boodschap in mijn schrijven is dat de wereld de verantwoordelijkheid van de mensen is geworden, en dat die wereld perfect weergeeft hoe wij mensen zijn. Het wordt dan duidelijk dat er nog enorm veel werk is. Meer info op www.ludoenckels.be en www.villakakelbont.be. Het boek Een boek over mensenhandel, schuld en onschuld geschreven in een meeslepende stijl. De gebeurtenissen in het verhaal volgen elkaar zeer snel op en Leonid komt voortdurend in nieuwe situaties en andere omgevingen terecht. Thema’s, tips en verwerkingsmogelijkheden De bespreking kan gestart worden met een vraag naar “staakwoorden”. (zie ook de methode Chambers in de coördinatorenhandleiding). Dat kunnen zowel opvallende en/of betekenisvolle woorden zijn die een primaire rol in het verhaal spelen, als woorden die samenvatten welke thema’s, emoties, feiten…cruciaal zijn voor de loop van het verhaal. Bijvoorbeeld: honger, armoede, bendes, de baas, angst, opvanghuis… Meestal volstaat dit om verder uit te weiden naar het hoofdthema van het verhaal. De locatie Waar speelt het eerste deel van het verhaal zich af? Waaruit leid je dat af? Is het contrast tussen de arme omgeving (in dit geval het Oostblok) waaruit Leonid afkomstig is, en het rijke Westerse België waar hij met veel omwegen terechtkomt, voldoende in de verf gezet door de auteur? Mensenhandel, netwerken, bendevorming, georganiseerde misdaad Via Mediargus kan je ter illustratie enkele recente artikels rond dit thema opsporen, die meteen de harde realiteit van dit thema onderstrepen. Wellicht bestaat er ook interessant filmmateriaal rond dit onderwerp, alhoewel dan doorgaans de nadruk ligt op mensenhandel en bendevorming gericht op prostitutie. Wie iets bruikbaars vindt kan dit doormailen naar
[email protected]. Leonid is één van de velen die gedwongen in zo’n scenario terechtkomen. Verkocht door zijn oom, komt Leonid in een bende terecht. Hij ondervindt algauw dat hij nu niet langer honger en kou hoeft te lijden, maar dat daar wel degelijk iets tegenover staat. Hij moet uit stelen voor de bende en leert daarbij dat “de baas” iemand is om bang voor te zijn en dat ontsnappen niet mogelijk is zonder gevaar voor eigen leven. Als bij toeval wordt hem een uitweg geboden om weg te raken uit het milieu en levert de zoektocht naar zijn moeder een onverhoopt gelukkig resultaat op. Komen de emoties van de personages genoeg tot hun recht? Worden de gebeurtenissen voldoende uitgediept? Klinkt alles realistisch genoeg, want hier moet je toch kippenvel van krijgen?
Denk maar aan: - de vreugde van Leonid wanneer plots blijkt dat hij zoveel mag eten als hij wil - de ontgoocheling als hij daarna tot het besef komt dat daarvoor iets in de plaats moet staan - de angst van Mara voor de bendeleider en haar zorgen over het welzijn van haar kind - de emoties tussen Leonid en zijn moeder bij hun hereniging Armoede en honger Armoede en honger vormen ander belangrijk gegeven in het verhaal: p.35 “Armoede is een gevangenis op zich, het is heel moeilijk om eruit te geraken” Kan jij je voorstellen hoe het moet zijn om ‘altijd’ honger te hebben. Nooit eens het gevoel te hebben dat je genoeg gegeten hebt? Zou jij dan eender wat doen in ruil voor eten? In dit verhaal heeft Leonid geen keuze. Hij wordt zonder meer gedwongen. Toch zijn er ook jongeren die om weg te komen uit die vicieuze cirkel van armoede zelf de stap zetten naar diefstal en prostitutie. Alhoewel, hebben zij dan wel echt een keuze? Het einde van het verhaal Op het einde van het verhaal wordt Leonid, na zijn ontsnapping uit de bende, herenigd met zijn moeder, die op haar beurt wist te ontsnappen uit handen van de organisatie. Wat denken jullie over dit slot? Lijkt het realistisch? Eindigen dergelijke gebeurtenissen in werkelijkheid ook met zo’n happy end? Wat zouden jullie ervan denken als dit verhaal negatiever zou eindigen? Zou het in dat geval een beter boek zijn? De cover Ook hier is de cover gemaakt door Marijke Meersman. Zie bespreking van Het Lazarusplan Leestips Het rattenjong – Roger Vanhoeck In de ban van de onbekende – Nicole Boumaâza
1 2 3 Piano – Pieter Gaudesaboos Groep 5 (door Sabine Hoosemans) Auteursinfo Pieter Gaudesaboos werd geboren in 1979. Hij volgde vrije grafiek in avondschool en studeerde grafische digitale vormgeving en fotografie in Gent. Hij werkt mee aan allerlei artistieke projecten en sinds 2000 is hij ook actief als zelfstandig graficus. Zijn eerste echte prentenboek was “Roodlapje”, genomineerd door KJV. Dat boek stond op de Shortlist van de jonge Gouden Uil. Hij schrijft en illustreert zijn bijzondere en eigenzinnige prentenboeken niet alleen helemaal zelf, maar hij verzorgt ook de vormgeving. Daarbij gaat hij op zoek naar een nieuwe beeldtaal waarin hij tekst en afbeelding integreert tot één geheel: fotografie, illustratie én typografie vertellen samen en als evenwaardige partners een verhaal. Het boek 1 2 3 Piano is een ‘snuisterboek’ zonder echt verhaal, dat aan de hand van oude 8mm-filmpjes, speelgoed, tekeningen en tekst de leukste dagen van het jaar beschrijft. Een soort speelse kalender van een zorgeloze kindertijd. Volgens de auteur is het boek ontstaan uit de idee dat je bij een terugblik op je kinderjaren alles als positief ervaart: de zon schijnt altijd en iedereen is gelukkig, ook al weten we dat het niet zo is. Tips en verwerkingsmogelijkheden Dit boek valt door zijn eigengereide vorm en inhoud moeilijk te bespreken in combinatie met één van de andere genomineerde boeken. Trek er een apart, liefst wat langer, moment voor uit, want het vereist een wat creatievere aanpak. -
Start de bespreking met het oude kinderspelletje 1 2 3 piano, waaraan het boek zijn titel ontleent. Het kan belachelijk lijken om dit met 12-14 jarigen uit te proberen, en misschien komt er eerst wel wat protest, maar zie het als een grappige start voor een bijzondere bespreking. Fun verzekerd.
Voor wie dit schoolpleinspel niet kent of een beetje vergeten is: Iedereen staat aan de ene kant van een speelterrein of ruimte, behalve één, de pianist. Deze staat met zijn gezicht naar de andere spelers. Op een bepaald moment draait deze zich om en klopt 3 x op een (denkbeeldige) muur en roept: 1 2 3 piano. Tijdens dat moment mogen de andere spelers zich in de richting van de pianist bewegen, maar als die zich na het kloppen terug omdraait, mag hij niemand zien bewegen! Wie gesnapt wordt moet terug naar de startlijn. Het spel is uit als iemand erin slaagt de pianist “ongezien” te tikken voor die zich weer omdraait. Het spel biedt meteen ook een aanleiding om te zoeken naar het verband tussen de titel en de inhoud van het boek. Waar ligt de link? • het kinderspelletje verwijst alweer naar de onbezorgde kindertijd die in het boek weerspiegeld wordt
• •
telkens de tikker zich omdraait ziet hij een soort verstilde beweging, een momentopname. Die vind je ook terug in de verstarde beelden van de filmpjes in het boek of andere…?
-
Alles was positief, iedereen was gelukkig! Het Spel en het Spelen vormen het hoofdbestanddeel van dit verhaal. Waarom het dan ook niet gewoon heel speels opvatten? • Doe samen de spelletjes en opdrachtjes die in het boek staan! Met welke snoepjes vul jij je zakje snoep van 50 cent? Zoek de 20 paaseieren in onze straat! Om het eerst! Bedenk enkele leuke 1 april grappen Doe met z’n allen een wedstrijdje dierengeluiden nabootsen. Wie wint? En wat is de beloning? Speel de spelletjes na uit de filmpjes van de reeks “Pret en verzet” … • Opdracht vooraf: “Vijftien dingen die ik elke morgen zie op weg van huis naar school” [opgelet: in sommige boekjes zit een drukfout en wordt 2x dezelfde reeks foto’s herhaald – of is dit een (april)grapje van de auteur?] Geef opdracht om een gelijkaardig scenario te maken. Verzamel je eigen indrukken van leuke, opvallende, bijzondere dingen die je ziet onderweg van huis naar school. Maak er een beschrijving van (al dan niet vergezeld van foto’s of tekeningen. (je kan het aantal ook verminderen) • Wat roept het spelen van deze kinderspelletjes bij jullie op? Herinneringen? Zo ja, zijn die dan ook positief?
-
Pieter Gaudesaboos is een verzamelaar! Dat zie je niet alleen in zijn wel erg opvallende boeken boordevol attributen, maar ook in zijn huis en de vele voorwerpen die hij rondom zich verzameld heeft. Overal zie je de fascinatie voor de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw . Iedereen verzamelt wel iets! • Laat iedereen een bijzonder stuk uit zijn/haar verzameling meebrengen naar de bespreking • Verzamel je niks in het bijzonder, breng dan een oud stuk speelgoed mee, waaraan je speciaal gehecht bent of waaraan je bijzondere herinneringen hebt en vertel waarom. • Kijk en vergelijk. Waarom verzamel je nu net die spullen? Wat fascineert je daar zo in? Zie je jezelf je verzameling gebruiken om er boeken mee te maken of op een andere manier creatief te verwerken?
TIP: Volgende opdracht zal voor dit boek zeker geen problemen geven: Breng een voorwerp mee dat jij linkt aan dit boek. Het mag ook een foto, een krantenartikel, een liedjestekst… zijn. Als het voor jou maar verbonden is met het verhaal. Uiteraard moet je ook uitleggen waarom. Deze opdracht kan je als opdracht vooraf gebruiken bij elk boek. Het is een goed uitgangspunt voor een babbel. Uiteraard hoeft het geen probleem te vormen als niet iedereen iets meebrengt. -
Om dit verhaal of dit kijkboek –en snuisterboek, of hoe je het ook wil noemen te kunnen begrijpen en vooral waarderen is het van belang dat de jongeren zich kunnen verplaatsen en inleven in de denkwereld van Pieter Gaudesaboos. • Als je er de tijd wil voor nemen kan je nog een stapje verder gaan en experimenteren met collagetechnieken, digitale fotografie, …
• •
-
Een bezoekje aan een rommelmarkt (de lievelingsplek van de auteur) misschien, wat prulletjes kopen voor een prikje, en een compositie maken, en fotografisch vastleggen??? Ook nog leuk om doen: een oude viewmaster mét plaatjes zoeken en elk om beurt plaatjes kijken en luidop het verhaal aan de anderen vertellen.
En verder: • Wat is (zijn) je lievelingsplaatje(s) in het boek? En waarom? • Vinden jullie dit een boek voor kleuters, voor jongeren, of voor alle leeftijden? • Kan dit boek zich meten met een volwaardig “lees”boek? En is het los daarvan best te genieten?
Leestips: Uiteraard alle boeken van Pieter Gaudesaboos
De leeuwendochter -- Roger H. Schoemans groep 5 (door Sabine Hoosemans) Auteursinfo Roger H. Schoemans werd in 1942 geboren in Sint-Truiden. Vroeger werkte hij vooral in de krantenwereld. Nu combineert hij zijn job als freelance journalist met het schrijven van boeken. Dat laatste ziet hij zelf als een aangename en plezierige ontspanning. Actie en spanning vormen twee hoofdbrokken binnen zijn oeuvre, maar de schrijver geeft ook graag een boodschap mee. Vaak kiest hij voor een historische achtergrond. Hij legt bewust de nadruk op het leesplezier, eerder dan op het literaire karakter van zijn werk. Meermaals zijn zijn boeken genomineerd en bekroond door KJV. Het boek De leeuwendochter biedt een uitstekende mix van avontuur, spanning en een behoorlijk portie geschiedenis. Het is een verhaal waarin vrouwen de hoofdrol spelen en de evolutie van de mens in de alleroudste tijden centraal staat. Het rijke en gevarieerde taalgebruik vergt soms enige aandacht van de lezer, maar de vaart waarmee het verhaal geschreven is zorgt voor de nodige compensatie. De zorgvuldig stapsgewijs opgebouwde spanning maakt ons benieuwd naar de afloop en zet aan tot verder lezen. Een aantal thema’s in het verhaal verdienen het om verder op door te gaan: - Oorlog “Verdrukking, oorlog en volkerenmoord teisteren de mensheid sinds de vroegste tijden.” (intro van het boek) Citaat pag. 71: Ank-Thi en de twee grote meisjes moesten de wacht houden. Niet tegen vraatzuchtige roofdieren, maar tegen een vijand die zo mogelijk nog moorddadiger was. De mens! Het wreedste wezen van allemaal. - Verkrachting en mishandeling Zijn de jongeren zich ervan bewust dat het hier eigenlijk leeftijdsgenootjes van hen betreft? Vergelijk met hedendaagse toestanden, denk maar aan Kosovo… Onze jongeren kunnen wel tegen een stootje, al vraagt het aanhalen van dergelijke onderwerpen om een goede en doordachte begeleiding. - Barre omstandigheden Het leven = voortdurende strijd om te overleven, survival. - Dood en begrafenisrituelen Citaat pag. 78-79: Wanneer een lid van de stam overleed, werd zijn lichaam gewassen door de jagers. Daarna opende TakTil hun borst -en buikholte en verwijderde ze het hart en de lever. Met een fijn stenen beiteltje dat alleen voor dat doel werd gebruikt, hakte ze de schedel open om de hersenen eruit te nemen. […] Na de begrafenis schaarde iedereen zich om het graf , mannen, vrouwen en kinderen. Tak-Til legde dan de organen die ze uit het lichaam had gehaald op een bedje van bladeren en nodigde iedereen uit om ervan te proeven, zoadat de overledene altijd bij hen zou blijven. Welke reacties en gevoelens roept een dergelijke beschrijving op bij onze jongeren? Hoe gaan wij om met onze overledenen? Wat zijn de grote verschillen tussen toen en nu? Waarom zijn wij zoveel banger van de dood? Omdat we hem wegstoppen?
Grafgiften: Citaat p. 76 Het hondje van de dode als grafgift: …want een mens hoort nooit alleen te zijn. Ook niet in de dood. (Zie ook de begrafenisrituelen in De zaak Toetanchamon) Algemene tip Geef de jongeren opdracht om een of meerdere citaten aan te halen uit het verhaal. Doorgaans is dat even wennen, omdat ze niet goed weten wat en hoe, maar na enkele boeken lukt dat best aardig. Het is zelfs soms opvallend hoe ze “dezelfde” citaten aanhalen. En ze vormen steeds een goede basis voor een babbel. De cover De tekening op de voorkaft toont een wezen half vrouw, half leeuw. Ook de titel verwijst naar een dergelijk wezen. Lagen de verwachtingen hierdoor niet anders toen je aan het boek begon? Het is een verhaal met een groot waarheidsgehalte, misschien hadden jullie een eerder mythisch, fantastisch verhaal verwacht? Of is de titel dan toch goed gekozen? Leestips Voor wie de Prehistorie een boeiend tijdvak vindt: - Steen – Dirk Bracke - Het vuurmeisje – Dirk Bracke - De harpijdoder – Anne Rutyne Voor meer ervaren lezers: - Cyclus “ De aardkinderen” van J.M. Auel
Het Lazarusplan Groep 5 (door Sabien Hoosemans) Auteursinfo Karel Smolders werd in 1962 in Leuven geboren. Hij is een grote fan van sciencefiction en is ervan overtuigd dat SF het enige genre is dat rekening houdt met “verandering” - iets wat in het boek ook letterlijk geciteerd wordt. Daarnaast boeien geschiedenis, sterrenkunde, ruimtevaart en het milieu hem sterk. Deze thema’s vind je terug in zijn verhalen die het midden houden tussen realiteit, fantasy en science fiction. Meer info op www.karelsmolders.be en www.villakakelbont.be. Het boek Het boek is een spannend avonturenverhaal in sciencefiction-stijl. Buitenaardse wezens mogen niet ontbreken, ook al hebben ze dan veel gemeen met de aardbewoners. Van een gewoon alledaagse verhaal tuimelen we via een detectiveachtige speurtocht in een onwezenlijk buitenaards verhaal, waarin de eeuwenoude strijd tussen goed en kwaad centraal staat. Tips en verwerkingsmogelijkheden De vorm van het verhaal zoals hierboven beschreven, biedt niet meteen heel veel houvast om een discussie op gang te brengen. Wat niet wil zeggen dat dit spannende avonturenverhaal door de jongeren niet gesmaakt kan worden. Een algemene rondvraag naar hun mening over het boek en meer bepaald naar sciencefiction, kan aanleiding geven om het gesprek verder door te trekken naar een babbel over het genre in het algemeen. Wat is sciencefiction? Wat is fantasy? Wat is het verschil precies en bij welk genre leunt dit boek het meeste aan? Je kan een vergelijking doortrekken naar andere jeugdromans binnen het genre (zie ook onderaan: leestips). Een fantastische, irreële wereld beschrijven is niet zo simpel als het lijkt. Als je de beschrijving van het paviljoen of de Nucleus leest, dan moet je die eigenlijk zo voor ogen kunnen zien, alsof je er zelf middenin staat. Is de auteur daarin geslaagd? Zou je aan de hand van bvb de beschrijving van de Nucleus op pagina 213-214 in staat zijn om een tekening te maken van hoe het eruit ziet? Ook als jullie daarin slagen, zal iedereen vast een ander resultaat hebben omdat jullie eigen fantasie ook meewerkt tijdens het lezen! Wat denken jullie over de manier waarop het boek eindigt? Is dit een voorbode van een vervolgverhaal? En zo ja, zijn jullie benieuwd hoe het verder gaat? (nvdr: De auteur heeft inderdaad plannen in die richting.) De illustrator De cover van het boek werd ontworpen door Marijke Meersman. Ook al blijft haar medewerking beperkt tot de cover, het biedt enige afwisseling om ook eens wat tijd aan een illustrator te besteden. Zij zorgde overigens ook voor de covers van Dief van Ludo Enckels en Aude van Kristien Dieltiens (zie ook bespreking van Aude) Je kan deze gegevens dus bij verschillende besprekingen benutten.
Voor Marijke Meersman is illustreren meer dan louter prentjes tekenen. Ze spreekt liever over het interpreteren van manuscripten, gevoelens, een omgeving. Bij de zoektocht naar het ideale beeld laat ze de sfeer en de inhoud van het verhaal primeren, zowel op het gebied van kleur, vlakvulling en inhoud. Eenmaal de illustratie in gedachten, gaat Marijke schetsen en daarna begint de zoektocht naar een model. Ze speurt in haar omgeving naar mensen die als twee druppels water lijken op de hoofdfiguren van het boek. Op de site van Karel Smolders vind je bij de link “illustraties” de cover van Het Lazarusplan samen met een foto die Marijke als model gebruikte. Zo krijg je een beetje een beeld van hoe ze te werk gaat. Vinden jullie de gelijkenis tussen model en cover treffend? Is de cover sprekend voor het verhaal? Het werk van Marijke Meersman vertoont een grote diversiteit aan stijlen. Vergelijk de 3 covers van de genomineerde boeken van groep 5 met elkaar. Vergelijk die op hun beurt met een cover als: Het vroedmeisje – Hedwig Van de Velde en Onder vier ogen – Sandra Glover Nog een stapje verder: maak met een digitaal fototoestel enkele foto’s van juryleden in een enscenering die zij verkiezen uit het verhaal. Print de foto’s af en geef een tekenopdracht. Tip: Laat de groep voor, tijdens of na de bespreking een eigen versie maken van de cover. Gelijkaardige initiatieven bij de andere leeftijdsgroepen geven misschien voldoende materiaal voor een kleine tentoonstelling in bib of school op het einde van het KJV jaar? De resultaten van dergelijke creatieve uitbreidingsactiviteiten zijn ook altijd leuk om door te mailen aan Stichting Lezen of de auteur/illustrator zelf. Leestips ste - Niemand houdt mij tegen: een avontuur in de 22 eeuw – Evert Hartman - Het Kronosproject – Johan Vandevelde - Na het licht – Johan Vandevelde - De poorten van Atlantis – Patrick Lagrou - De boeken van Catherine Fisher, die zweven tussen Fantasy en SF
De zaak Toetanchamon -- Herman Van Campenhout groep 5 (door Sabine Hoosemans) Auteursinformatie Herman Van Campenhout werd in 1943 geboren in Meise en debuteerde in 1994 als auteur. Hij is gefascineerd door reizen en vreemde bestemmingen. Die aspecten keren dan ook vaak terug in zijn werk. Daarnaast vormen historische, spannende, fantastische en realistische thema’s afwisselend de basis van zijn oeuvre. Zijn verhalen werden herhaaldelijk genomineerd en een enkele maal bekroond door KJV. Meer info over de schrijver en zijn werk vind je op: http://users.pandora.be/jacobv/. Het boek De zaak Toetanchamon is een jeugdthriller, gesitueerd binnen het historisch kader van het Oude Egypte. Het is een spannend detectiveverhaal in een vlotte en luchtige stijl met een beperkte verhaallijn en intrige. Het genre en de inhoud van het verhaal bieden tal van mogelijkheden voor de bespreking. Enkele tips en verwerkingsmogelijkheden De historische context - Probeer de historische context op een aantrekkelijke en suggestieve manier voor te stellen, te situeren. Zorg ervoor dat je als begeleider zelf goed geïnformeerd bent. Wat wordt bedoeld met ‘Het Rode land’ ‘Het Zwarte land’? Wie was de ‘ketterkoning’ en waarom? … - Bruikbare materialen zijn in dit geval zeker de prachtige fotoboeken of tentoonstellingscatalogi over de Egyptische cultuur in het algemeen of over Toetanchamon in het bijzonder. Elke bib heeft vast wel iets in huis. Misschien kan je in een reisbureau mooie posters over Egypte en zijn schatten op de kop tikken? - Iets minder evident, maar zeker de moeite waard voor wie over de middelen en de mogelijkheden beschikt, is een uitbreidingsactiviteit zoals een uitstap naar het Jubelparkmuseum in Brussel, met bezoek aan de Egyptische afdeling: een volledig gereconstrueerde grafkapel en mastaba, verscheidene sarcofagen en uiteraard de mummies kunnen beter dan wat ook de context ‘visualiseren’ die in het verhaal zo mooi omschreven wordt. - Hoe waarheidsgetrouw is dit boek? Verhouding werkelijkheid en fantasie? De spannende context - Nu nog hangt er een mysterie rond de dood van farao Toetanchamon, de ontdekking van zijn graf en de ‘vloek’ die voor de dood van verschillende archeologen zou hebben gezorgd. Deze elementen zijn boeiend om dieper op in te gaan tijdens de bespreking. - Laat de jongeren zelf wat detective/speurwerk doen. Geef hen een opdracht om op zoek te gaan naar de waarheid achter de dood van Toetanchamon, of de (on)zin wat de Vloek betreft. (De laatste bevindingen wijzen trouwens op mythevorming, want de jonge farao zou op 18jarige leeftijd door ziekte gestorven zijn...) De maatschappelijke en filosofische accenten - 12 - 14 jarigen lezen graag en gretig, maar beseffen niet altijd de draagwijdte van gebeurtenissen en feitenmateriaal in het verhaal. Een beetje dieper doorgaan op de dingen kan geen kwaad. - Een aantal stellingen poneren kan de basis vormen voor een discussie. Daarbij kan je in de eerste plaats de nadruk leggen op verschillen of de gelijkenissen tussen vroeger en nu:
o De farao is 18 jaar, de koningin 20! (piepjong dus) o De farao en zijn vrouw zijn halfbroer en halfzus! (niet ongewoon toen) o De farao is een “goddelijk” wezen. En van alle tijden: o Intriges, achterdocht en wedijver aan het (Egyptische) hof o De enorme kloof tussen arm en rijk - Een bijzonder gegeven is het dodenritueel, dat aanleiding kan geven tot filosoferen over de dood, en hoe wij vandaag omgaan met begrafenisrituelen. - Voor meer info: zie ook de bespreking van “De Leeuwendochter” Enkele algemene vragen - Wat denken jullie over het einde van het verhaal? Er is geen happy end. Moeten verhalen sowieso goed eindigen? - Vonden jullie het historisch aspect in het verhaal storend, bijkomstig of overbodig? - Zijn historische verhalen per definitie saai en spannende verhalen per definitie boeiend? Algemene tip Het is altijd leuk te merken dat jongeren van een boek genoten hebben en uit zijn op meer. Een kaartje met enkele leestips is dan een dankbaar gegeven. Als je dit voor elk boek maakt, kan je er op het einde van het werkjaar een bundeltje van maken, goed voor uren leesplezier. - Dromen van een farao – Patrick Bernauw (over de vloek van Toetanchamon) - Timoe – Paul Kustermans (ten tijde van Toetanchamon) - De laatste koningin – Paul Kustermans (over Cleopatra) - De verdwenen koningin – Maria Heylen En voor ervaren lezers, gebeten door de Egyptische microbe: - Sinuhe, de Egyptenaar – Mika Waltari (het wel en wee van een arts in het Oude Egypte) - De rechter van Egypte – Christian Jacq (een driedelige historische detectivereeks )
Mijn zoute zoen – Gerda Van Erkel Groep 5 (Door Sabien Hoosemans) Auteursinfo Gerda Van Erkel werd in 1954 geboren in Wilrijk. Ze volgde een talenopleiding. Aanvankelijk schreef ze een aantal romans voor volwassenen, maar sinds enkele jaren scoort ze hoog met haar adolescentenromans. Haar werk werd meermaals bekroond, ook door KJV. Centraal in haar werk staat steeds de thematiek van de persoonlijke zoektocht en het opnemen van de eigen verantwoordelijkheid. Ze hanteert een heldere en vlotte taal en schrijft beeldrijk en poëtisch met goed uitgediepte karaktertekeningen van haar personages. Een pedagogische boodschap is nooit ver weg, zonder daarom dominant aanwezig te zijn in het verhaal. Het boek Zoals de flaptekst zegt, vertelt het boek een aangrijpend liefdesverhaal vol vreugde en verdriet, vallen en opstaan, hopen en dromen. En daarmee worden alle emoties uit dit boek heel goed samengevat. Het is een gevoelsboek. Het is ongelooflijk mooi, maar ook ontzettend triest en pijnlijk. De hopeloze strijd van Nienke tegenover de moeilijke strijd van Kobe - die wél nog een toekomst heeft - biedt vaak schrijnende beelden. Het geheel is gesitueerd in en rond het Zeepreventorium van De Haan. Voor vele patiënten een leefwereld op zich, los van hun familie, en voor de meeste ook een sleutel naar de toekomst. Het vertelperspectief is zo opgevat dat afwisselend 3 personages aan het woord komen: Nienke: lijdt aan een agressieve vorm van Mucoviscidose, met een zeer lage levensverwachting. Het Zeepreventorium is voor haar een soort tweede thuis, waar ze komt en gaat. Kobe: lijdt aan obesitas en verblijft al een tijdje met wisselend succes in De Haan Steffi: lijdt eveneens aan obesitas, maar is pas aangekomen en vindt moeilijk haar draai. Zij vertellen elk hun eigen verhaal, zij geven een relaas over hun eigen innerlijke en fysieke strijd. Toch zijn alle drie de verhalen onlosmakelijk met elkaar verbonden en verdiepen zij telkens het verhaal van de ander. Thema’s, tips en verwerkingsmogelijkheden Het Zeepreventorium Wat is Mucoviscidose, kortweg muco? Wat is obesitas? Kennen jullie mensen met een van beide aandoeningen? Zorg ervoor dat je voldoende gedocumenteerd bent om eventuele vragen van juryleden op te vangen. Obesitas of zwaarlijvigheid is wellicht beter bekend bij het jonge volkje dan muco. Het Zeepreventorium van De Haan bestaat al heel lang en was aanvankelijk vanwege de invloed van gezonde zeelucht vooral gespecialiseerd in de opvang van tuberculose- en astmapatiënten. Vandaag wordt er een veel groter gamma van aandoeningen behandeld en vooral begeleid. Het preventorium heeft een eigen website waar, je al dan niet samen, een kijkje kan nemen: www.zeepreventorium.be. Obesitas Wat denken jullie als je zo’n dikkerdje ziet? Want dat is toch wat we denken en misschien, hopelijk niet luidop zeggen?
Hoe komt het dat zo iemand ontspoort? Dat er op een bepaald moment een drempel overschreden wordt en er plots geen weg terug meer is? Met andere woorden: wat zijn volgens jullie de mogelijke oorzaken van een verstoord eetgedrag? Toets dit aan het boek en bekijk de situatie van Kobe en die van Steffi. Worden zij van thuis uit gesteund in hun poging om er iets aan te doen? Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, hoe komt dat? Steffi heeft het ontzettend zwaar. Op een bepaald moment denkt ze aan zelfmoord. Wat denk je van de reactie van Nienke: Niemand heeft het recht om dood te willen, zolang er op de wereld iemand voor zijn leven vecht. Mucoviscidose Muco kent zeer veel gradaties. Toch ligt de levensverwachting van mucopatiënten zelfs in het allerbeste scenario niet echt hoog. Nienke moet eigenlijk vergeleken worden met een terminale kankerpatiënt. Alleen leeft zij al héél lang in de wetenschap dat ze nooit oud zal worden. Hoe zouden jullie Nienke in enkele woorden karakteriseren? (moedig of bang, onzeker of vol van levenswijsheid, verdraagzaam of opstandig, vertwijfeld of zeker…) En hoe gaat ze zelf om met haar ziekte en haar toekomstbeeld? (berustend, opstandig, verdietig, wanhopig…) Volgende citaten kunnen wellicht een handje helpen. Misschien vinden de juryleden er zelf ook een paar: p80. Ze zeggen niet dat het te fris is of dat we nog een hele zomer hebben. Ik pluk momenten, geen seizoenen. p90. Als ik doodga, wil ik blauwe lakens. Je moet me tussen de hemel en de zee leggen. Ik wil gaan slapen zoals de zon. p92. Waar het om gaat is dat je zo moet leven dat je nergens spijt van hebt. p145. Ik verzeker hem dat ik niet zal breken, behalve dan in scherven van geluk. Zwelgt Nienke in haar eigen verdriet of staat ze ondanks alles ook open voor de strijd van de anderen?
Titel Vanwaar komt deze de titel? Heeft iedereen dat opgemerkt en begrepen? Hoe “grondig” wordt er gelezen? p72. Kobe: Laat haar beter worden. Dan bega ik nooit meer een zonde. Geen zoete en geen zoute, nooit. Alleen de zonde van haar mond. Zij is mijn zoute zoen. De eerste keer schrok ik van die smaak op haar lippen. Nienke: Het komt door het zweet. Het heeft een te hoog zoutgehalte. Zo hebben ze destijds mijn Muco ontdekt. Vinden jullie de titel goed gekozen en passend bij het verhaal of hebben jullie andere suggesties?
De Kleine Prins Nienke houdt erg veel van het verhaal van De Kleine Prins van Antoine de Saint- Exupéry, dat ze van haar opa cadeau kreeg. Ze heeft het al vele malen herlezen, altijd om een andere reden. Neem het boekje ter hand en (her)lees het helemaal of op z’n minst de in dit verhaal aangehaalde passages: -
het verhaal van de roos de verborgen put in de woestijn de man die 143 keer op een dag naar de zonsondergang keek de slang
Lees enkele fragmenten voor tijdens de bespreking en vergelijk de levenswijsheid van De Kleine Prins met die van Nienke. Weliswaar geen makkelijke klus, want het vraagt misschien net iets te veel inzicht van 12-14 jarigen om hierover te filosoferen. De Kleine Prins is geen makkelijk boek, maar misschien kan je toch suggereren dat ze het eens lezen. (afhankelijk van leeservaring, leeftijd, samenstelling van de groep) p143. Nienke: Ik heb de verborgen put ontdekt die de woestijn mooi maakt. Kobe: Ik zoek het op en lees. Maar ik voel alleen boosheid opwellen. Ik kan niet tegen de woestijn op, al zouden mijn tranen haar duizend keer overspoelen. Wat te denken over de relatie tussen Kobe en Nienke? Zijn ze in hun liefde voor elkaar niet allebei een beetje egoïstisch? Of is dat helemaal niet zo? Kobe: Niet ik ben de geheime bron die haar doet glanzen, het is iets in haarzelf: het is haar vermogen om lief te hebben… Het vlammetje van trouw dat flakkert in het hart van de Kleine Prins voor de roos op zijn eigen planeet. (zie ook volgend item)
Nawoord van de schrijfster Het nawoord van de auteur dient zeker aangehaald te worden. Lezers zijn nogal eens geneigd een woord vooraf, een nawoord, een inleiding doodgewoon over te slaan. In dit geval krijg je een verantwoording van de keuze van de auteur om dit boek niet te laten eindigen als een sprookje. Anderzijds vertelt het ook waarom Nienke zo gelukkig is: Hoewel de dood haar op de hielen zit, is de liefde immers groter dan de angst. Ze gelooft in het geluk van nú! Mogelijks zijn de juryleden niet zo enthousiast over het einde van het verhaal. Sommigen zullen het ongelooflijk erg vinden dat Nienke toch doodgaat. Boeiende gespreksstof zonder meer!
Een vleugje muziek Nienke houdt van muziek. Het is aangenaam gezelschap tijdens de vele uren die ze alleen doorbrengt tijdens haar behandeling. De plaatselijke bib heeft vast een CD van Kitaro of Bob Savenberg. Een luisterliedje van Bob Savenberg om af te sluiten? De muziek van Kitaro als achtergrond bij de bespreking? p.144: Muziek die klinkt naar stoomboten in een mistige haven, vol nostalgie…
Leestips -
de boeken van Gerda Van Erkel De Kleine Prins – Antoine de Saint-Exupéry Geef me vleugels: Het leven van een mucopatiënt – Tine Symoens
In mijn kop staat alles op zijn hoofd – Sylvia Vanden Heede Groep 5 (door Sabien Hoosemans) Auteursinfo Sylvia Vanden Heede werd in 1961 in Zwevegem geboren. Als kind al vond zij maar twee dingen belangrijk op school: tekenles en opstellen schrijven. Ze schrijft heel vaak dierenverhalen en verwierf grote bekendheid met de boeken over Vos en Haas. Af en toe schrijft ze ook historische en realistische verhalen. Voor haar is schrijven een beetje hetzelfde als het bewaren van herinneringen, belevenissen, geuren, gevoelens en gedachten. Tegelijkertijd betekent het ook scherpstellen; zo’n beetje alsof je een foto neemt. Meer info: www.villakakelbont.be. Het boek Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Fee, een 13-jarig meisje met ADHD. Zij probeert daarin vooral uitdrukking te geven aan de manier waarop zij haar “probleem” zelf ervaart en aanvoelt en hoe haar omgeving reageert op haar ietwat ongewone gedrag. In haar relaas drukt ze zich uit in korte, krachtige zinnen. Het tempo is snel en heeft soms iets staccatoachtig. Dat benadrukt de beweeglijkheid en de innerlijke en lichamelijke onrust van Fee. Het boek beschrijft een heel proces: aanvankelijk is er een vermoeden van ADHD, dan volgt de bevestiging. Ten slotte aanvaarden zowel Fee als haar omgeving dat zij anders is. Thema’s tips en verwerkingsmogelijkheden Opdracht vooraf Stel je eens voor dat je zelf ADHD hebt. Probeer een dagboekfragment te schrijven, waarin je uitdrukt hoe lastig het is om nooit stil te kunnen zitten en voortdurend iedereen tot last te zijn. Vertel wat je doet, hoe je je voelt en hoe je omgeving reageert. Gebruik het boek als leidraad. Misschien kan je er een zelfgemaakte (dag)boekcover aan toevoegen, in de stijl van de collagetechniek op de cover van het boek? N.B. Een dergelijk opdracht kan een leesverslag vervangen Lezen is misschien niet meteen de geliefkoosde bezigheid van hyperactieve kinderen. p. 5 “Na tien bladzijden lezen val ik al om van verveling” p. 9 “Van een boek wil ik altijd eerst de laatste bladzijde lezen” Dat sluit echter niet uit dat er in de leesgroep iemand zit met een of andere vorm van overbeweeglijkheid. Of misschien zijn er juryleden die een broer, zus of een ander familielid met ADHD hebben, of een klasgenoot. Even checken vooraf? ADHD ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder of zoals Fee zelf zegt: ADHD = Alle Dagen Heel Druk. (Aandachtsstoornissen met hyperactiviteit bestaan in velerlei gradaties en vallen niet altijd onder de noemer ADHD.) Jullie kunnen de test op p.26-27 eens invullen of minstens de items overlopen. Jongeren zullen in vele gevallen merken dat ze ook zonder ADHD hoog scoren. Kwestie van inlevingsvermogen.
Het verhaal wordt in hoofdzaak verteld door Fee zelf. Klinkt het verhaal waarheidsgetrouw? Zou een meisje van 13 met ADHD haar leven zo beschrijven? Misschien kan je hier de vergelijking doortrekken naar Mijn zoute zoen waarin ook jongeren aan het woord zijn. Hoe zou je Fee in enkele woorden typeren? Wat zijn de meest specifieke kenmerken van haar gedrag? Gevoelens, emoties… - Fee: Fee beschouwt zichzelf als een “probleem”. Ze is een lastpak en heeft het gevoel dat ze altijd alles fout doet. Op de koop toe voelt ze zich dan zo schuldig dat ze dan ook steeds weer alles wil goedmaken, zoals bijvoorbeeld blijkt op p.19: Sorry, dat ik brutaal was. Ik had het niet mogen zeggen dat van opa. Dat hij gestoord was. Het spijt me. Echt waar. Sorry Mam. XXX. Fee. Daarnaast is ze ook heel nieuwsgierig en in het besef dat er iets schort, gaat ze zelf op zoek naar informatie. Wat gebeurt er als Fee erachter komt dat ze een vorm van ADHD heeft? Is ze verdrietig, boos of eerder opgelucht bij deze diagnose?
- Ouders en broers: De ouders van Fee hebben het heel moeilijk om te aanvaarden dat hun dochter anders blijkt te zijn en dat er mogelijk iets meer aan de hand is. Vooral de papa reageert nogal heftig en vindt het allemaal maar onzin. De mama is enerzijds begrijpender, maar heeft anderzijds meer moeite met het gedrag van Fee en denkt nog altijd dat ze alles met opzet doet. Wat denken jullie van de houding van Fee’s ouders en broers? Is die reactie normaal? Hoe moeilijk is het leven met een tiener met ADHD in huis volgens jullie?
- Warre: Warre is de beste en min of meer enige vriend van Fee en een echt warhoofd. Hij praat niet zoveel ( P.20 Dat komt goed uit, want ik praat voor twee.), maar luistert des te meer. Hoe gedraagt Warre zich ten opzichte van Fee? En wat als hij op de boot naar Engeland ontkent de aanleiding te zijn van de verdwijning van Fee?
- Tenslotte: Hoe voelt Fee zich bij de reacties van haar omgeving? Van wie krijgt ze echt de steun en het begrip dat ze zo broodnodig heeft.
Rollenspel Een aantal scènes in het boek zijn nogal heftig en ook zeer levendig beschreven. Heel geschikt dus om na te bootsen in een rollenspel. Lees de scène eerst voor of schrijf de rol per personage uit. Verdeel de rollen en geef de juryleden even tijd om zich voor te bereiden. Je kan ook vooraf vragen om tijdens het lezen extra aandacht te besteden aan bepaalde passages. Als je voldoende tijd hebt kan je eenzelfde scène ook door verschillende groepjes laten spelen. Laat de juryleden achteraf commentaar leveren. Wat was het meest waarheidsgetrouwe? Welke vertolking leunde het best aan bij het boek?… p. 49-51 Kom eens hier, Felicia! We moeten praten…. tot… Ik laat me achterover vallen en rol op mijn buik en huil.(mama en Felicia) p. 68-72 Duizeligheid! Hoofdpijn! Gewichtsverlies! …tot… Felicia is echt lastig. Ik ben het beu, hoor ik Fabrice zeggen. (mama, papa, Felicia, Fabrice en Fabio) Leestips Sylvia Vanden Heede schrijft doorgaans voor een jongere doelgroep. Er zijn wel een aantal verhalen over ADHD op de markt, maar ook hier vnl. voor jongere lezers. Jongeren die graag lezen over jongeren met “problemen” vinden uiteraard wel altijd ergens hun gading. Keuze te over.