Provinciehuis Westerbrink i, Assen Postadres Postbus 122, 9400 AC Assen ,drenthe.n1
T (0592) 36 55 55 s (0592) 36 57 77
7
provincie
1
C Aan: Gemeente Emmen Postbus 30001 7800 RA EMMEN
iIiIiIitiiIIitIIIiIiiIiIiiIIiiIlutIIiiIIiiII
IIll IIll1 III llII II l I l hI I I
01 .P0STSTUK#
IVADYAIIEIIQsIsJ1i1
Assen, 14 november 2014 Ons kenmerk 201402814-00447322 Behandeld door mevrouw K. Blanke (0592) 365897 Onderwerp: Bestemmingsplan Emmen, Ermerveen 14
Geacht college, In het kader van het overleg, zoals bedoeld in artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening, heeft u ons college om een reactie gevraagd over het voorontwerpbestemmingsplan Emmen, Ermerveen 14. Provinciaal belang Het plan voorziet in het toevoegen van een aanduiding plattelandswoning' aan een woning in het buitengebied. Op basis van de Omgevingsvisie Drenthe (vastgesteld door Provinciale Staten op 2 juni 2010) is gebleken dat er geen provinciaal belang in het plan is opgenomen. Indien het plan overeenkomstig dit voorontwerp in procedure wordt gebracht, mag u er vanuit gaan dat Gedeputeerde Staten geen reden zal zien om vanuit provinciaal belang in te grijpen in de verdere procedure. Hiermee is, wat ons betreft, voldaan aan het vooroverleg als bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening.
S
2 Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Drenthe, namens dezen,
mevrouw drs. J.R.M. Toisma, Teamleider team Ruimtelijke Ontwikkeling
I 30.JAN 2 015 -kOrilir'll — BRAN DINEER A-A-•••• %010 Drenthe womm, (AL 0...(tt), CAL
Gemeente Emmen Afd. BNR / ROI T.a.v.: dhr. J. Dozeman Postbus 30001 7800 RA Emmen
Brandweerdistrict Zuidoost Nijbracht 43a 7821 CB Emmen
[email protected] www.vrd.n1
uw kenrnnr Datun, ons ken;nerk 4 november 2014 2014050.1 NLIMR0.0114.2014024B201 iflhiCflti bij Telefoonnummer e-nlak 06 — 5249 0041
[email protected] Gijs van den Hengel ondervver: conceptontwerpbestemmingsplan "Emmen, Ermerveen 14"
Geachte heer Dozeman, Op 23 oktober jl. heb ik van u het bovengenoemde plan ontvangen met daarbij het verzoek hierop te reageren. Onderstaand treft u de samenvattende reactie en in de Bijlage de volledige in de toelichting van het bestemmingsplan op te nemen reactie.
Externe Veiligheid: Qua Externe veiligheid regelgeving en avenge risicovolle zaken zijn er geen aspecten die belemmerend werken voor deze locatie. Wel wordt geadviseerd om t.a.v. de buisleiding een dubbelbestemming op te nemen.
Aanvullende maatregelen: Gezien de locatie en opkomsttijden van de brandweer wordt de "gebruiker" geadviseerd am bijv. rookmelders aan te brengen am de ontdekkingstijd van een beginnende brand in een zo vroeg mogelijk stadium te laten plaats vinden.
Tot slot: Heeft u nog vragen over deze brief? Dan kunt u contact opnemen met de specialist risicobeheersing van de Veiligheids Regio Drenthe, de heer Gijs van den Hengel. Zijn contactgegevens vindt u boven aan deze brief.
Met vriendelijke groet, Brandweerdis rict ZuidOost Hoofd Ri • obeheersing
Dhr. J.H. BI em
'"Ii•EL/.
2
3.4 Fysieke veiligheid 3.4.1 Algemeen Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), dat in oktober 2004 van kracht werd, verplicht het bevoegd gezag de externe veiligheid mee te wegen in het beleid. Het Bevi stelt grenzen aan het risico dat bedrijven mogen veroorzaken voor hun omgeving (het 'plaatsgebonden risico'). Zo moet er tussen risicovolle bedrijven en risicogevoelige objecten (bijvoorbeeld woningen, scholen) een bepaalde afstand blijven, om mensen in de omgeving te beschermen. Daarnaast gaat het besluit in op de kans op een ramp waarbij een groep mensen betrokken is (het 'groepsrisico'). Voor het groepsrisico geldt dat onderbouwing van het risico plaats dient te vinden als er besluiten genomen moeten worden die vermeld zijn in de artikelen 4 en 5 van het Bevi. Voor het vaststellen van het besluit dient het bestuur van de Veiligheidsregio Drenthe in de gelegenheid gesteld te worden advies uit te brengen over het groepsrisico en de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval. Het Bevi dient te worden toegepast voorafgaande aan de vaststelling van een bestemmingsplan. Beoordeeld dient te worden of voor burgers het minimum beschermingsniveau gehandhaafd wordt. Een nadere concretisering van het besluit is opgenomen in de (ministeriele) "Regeling externe veiligheid inrichtingen" (Revi) Hierin zijn onder andere de LPG-afstanden (Plaatsgebonden Risicocontouren) opgenomen. Naast het Bevi is er ook de "Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen, 2006", de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen of het Bevt zodra deze is vastgesteld en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). De nota en de circulaire zullen op den duur vervangen worden door de Wet Basisnet met haar diverse besluiten en regelingen. De Nota geeft de beleidsuitgangspunten weer voor het op te stellen Besluit externe veiligheid transportroutes welke wettelijk verankerd is om veiligheidszones om weg, vaarwegen en spoor uit te zetten. De nota sluit aan op het Bevi waarin het beleid over de afweging van de veiligheidsbelangen, die een rol spelen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen in relatie tot de omgeving, uiteengezet wordt. De Wet basisnet, het Bevt, de wijziging van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen, de Regeling basisnet en de Beleidsregel voor de beoordeling van externe veiligheid bij tracebesluiten treden gelijktijdig - naar verwachting 1 januari 2015 - in werking. Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) zijn op 1 januari 2011 in werking getreden. Het Bevb regelt o.a. welke veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen. De nornnstelling is in lijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Van belang bij Buisleidingen is ook de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten, WION, ook wel 'Grondroerdersregeling' (afspraken over graven), die per 1 juli 2010 officieel in werking is getreden. Alle gegevens over hogedrukaardgasleidingen binnen de gemeente kunnen op de provinciale risicokaart worden gevonden. VROM heeft het Handboek buisleidingen in bestemmingsplannen gepubliceerd, waarin praktische informatie en voorbeelden staan hoe buisleidingen in bestemmingsplannen opgenomen kunnen worden. Het Handboek buisleiding in bestemmingsplannen dient als handleiding voor teksten in nieuwe bestemmingsplannen. Vanuit de brandweer is richting gegeven aan het beoogde veiligheidsniveau het conceptontwerp bestemmingsplan "Emmen, Ermerveen 14". Hierbij is getoetst aan bestaande regelgeving en normen voor (externe) veiligheid, bereikbaarheid, bluswatervoorziening, repressieve dekking en alarmsystemen welke onderdeel zijn van de veiligheidsketen.
3
3.4.2 Fysieke veilligheidssituatie 3.4.2.1 Bevi-inrichtingen binnen het plangebied Het plangebied is geInventariseerd op de zogenoemde Bevi-bedrijven (vergunde situatie en feitelijke situatie). Hieruit blijkt dat in het plangebied geen Bevi bedrijven gesitueerd zijn. 3.4.2.2 Bevi-inrichtingen buiten het plangebied Buiten het plangebied is geen Bevi- bedrijf gesitueerd dat belemmerend werkt op de locatie. 3.4.2.3 Plaatsgebonden risico Niet van toepassing. 3.4.2.4 Groepsrisico Niet van toepassing. 3.4.2.5 Route gevaarlijke stoffen Ten oosten van het plangebied voert op ca. 800 meter het spoorlijn waarover gevaarlijke stoffen vervoerd kunnen worden in het kader van Externe Veiligheid. De 10-6 PR contour ligt niet over (beperkt) kwetsbare bestemmingen of geprojecteerd (beperkt) kwetsbare bestemmingen. De norm voor het plaatsgebonden risico wordt niet overschreden. Feitelijk geeft het Basisnet spoor aan dat er binnen de gemeente Emmen geen PR10-6 voorkomt, m.a.w. is 0 meter. Ten aanzien van weg en water zijn er geen relevante risico's die normoverschrijdend zijn. De in 2007 in de Gemeente Emmen vastgestelde routering gevaarlijke stoffen heeft geen invloed op het plangebied. 3.4.2.6 Buisleidingen Er worden alleen externe veiligheidsafstanden vastgesteld voor hogedruk aardgasleidingen. Voor leidingen met een ontwerpdruk lager dan 16 bar is geen externe veiligheidsbeleid van kracht. Volgens het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb), van kracht per 1 januari 2011, zijn gemeenten verplicht om bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening te houden met het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Daarnaast client in elk bestemmingsplan ruimte gereserveerd te worden voor onderhoud aan de leiding door een belemmerende strook op te nemen van minimaal 5 meter aan weerszijden van de leiding met een bouwverbod en een aanlegvergunningenstelsel. Conform het gestelde in het Besluit externe veiligheid buisleidingen dient in de regels rekening gehouden met de belemmerende strook van minimaal 5 meter aan weerszijden van de leiding waarbinnen tevens de PR 10-6 gelegen moet zijn. Op een afstand van ca. 430 meter ten zuiden van het plangebied is een buisleiding aanwezig. Bij het opstellen van het bestemmingsplan Emmen import is rekening gehouden met de nieuwe inzichten van VROM aangaande de buisleiding. Op basis hiervan kan gesteld worden dat deze buisleiding geen invloed heeft op het plangebied. Als gevolg van deze leiding adviseer ik u in de regels van het bestemmingsplan een dubbelbestemming Leiding - aanvullen op te nemen. 3.4.2.7 Hoogspanningslijnen Binnen en in de directe nabijheid van het plangebied zijn geen Hoogspanningslijnen gesitueerd die nadelig op het plangebied kunnen werken. 3.4.3 Verantwoording groepsrisico Gezien de afwezigheid van risicovolle situaties (externe veiligheidaspecten) is een advies op de verantwoording van het Groepsrisico niet aan de orde.
4
3.4.4 Conclusie Qua Externe veiligheid regelgeving en overige risicovolle zaken zijn er geen aspecten die belemmerend werken voor deze locatie. 3.4.5 Gegevens ten behoeve van nadere inrichting en ontwikkeling in het plangebied Zodra plannen ontwikkeld worden dient de brandweer in een vroeg stadium bij de plannen betrokken te worden om op basis van het beoogde veiligheidsniveau een advies te kunnen uitbrengen. Voor de inrichting van het gebied zijn de volgende zaken van belang: 1. Voor het bestrijden van een brand is de brandweer afhankelijk van een goede bluswatervoorziening. Conform de Wet op de Veiligheidsregio's moet een gemeente zorgen voor een openbare bluswatervoorziening. Bij locaties waar geen toereikende openbare bluswatervoorziening kan worden aangelegd, zal de eigenaar moeten zorgen voor een doeltreffende niet-openbare bluswatervoorziening in overleg met de brandweer. Vanaf 1 januari 2014 maakt de brandweer gebruik van tankautospuiten en tankwagens, aangevuld met vulpunten voor de tankwagens als primaire bluswatervoorziening. Ten aanzien van deze locatie hoeven er geen aanvullende maatregelen getroffen te worden. 2.
Op grond van de Wet op de veiligheidsregio's (okt. 2010) is de Veiligheidsregio Drenthe, in geval van calamiteit, verantwoordelijk voor het waarschuwen en alarmeren van de bevolking door middel van het Waarschuwings- en alarmeringssysteenn. Als gevolg van deze taak zijn binnen de gemeente sirenes geplaatst op een zodanige wijze dat een optimale dekking gerealiseerd is binnen de gemeente. Er kan gesteld worden dat het plangebied buiten de dekking van het WAS-stelsel gelegen is. Dit is in overeenstemming met de handleiding voor het WAS systeem (HAVOS).
3.
Het is belangrijk dat in geval van calamiteiten hulpverleningsdiensten direct ter plaatse kunnen komen en zonder beperkingen hulp kunnen verlenen. Om die reden dienen alle objecten in het plangebied via twee onafhankelijke wegen bereikbaar te zijn voor de hulpverleningsdiensten. Het gebied voldoet aan deze vereisten.
4.
Het dekkingsplan van de Veiligheidsregio Drenthe, vastgesteld in december 2013, geeft in het kort het volgende weer: Het brandverloop verloopt tegenwoordig zo snel dat 3 zaken zeer belangrijk zijn om slachtoffers te voorkomen: het voorkomen van brand, het ontdekken van brand en het vluchten bij brand. Bij het vluchten bij brand heeft men een eigen verantwoordelijkheid of is men aangewezen op de BHV - organisatie. De brandweer heeft als taak het houden van een brandscheiding ter voorkoming van branduitbreiding en het beschermen van nietzelfredzame personen achter die scheiding. Gezien de opkomsttijd van Ermerveen 14 van ca. 13 minuten iets minder dan 15 minuten en een inzettijd van 5 minuten is, is de brandweer in beginsel wel in staat een brandscheiding van 30 minuten te houden maar een brandscheiding van 20 minuten hoogstwaarschijnlijk niet. Wij adviseren u de brandveiligheidsmaatregelen op elkaar af te stemmen. Denk hierbij aan de BIObiz factoren. Bouwkundige voorzieningen, Installatietechnische voorzieningen, Organisatorische voorzieningen, brandweeropkomsttijd, inventaris en de zelfredzaamheid van de aanwezigen. Het toepassen van woningrookmelders beperkt de ontdekkingstijd van een brand en verlengt daarmee uw vluchttijden bij een beginstadium van een brand. Tevens kan men gebruik maken van de website www.denkvooruit.nl.