Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
1
IEDEREEN TAALKLAAR
EINDRAPPORT
Guido Cajot (KHLim) Marleen Mesotten (KHLim) Helena Taelman (KaHoSL) Jaantje Verbruggen (HUB) (penvoerder)
2013
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
INHOUD 1. Inhoudelijk verslag ............................................................................. 4 1.1. Doelstellingen ................................................................................ 4 1.1.1. Iedereen taalklaar: de tagline ........................................................ 4 1.1.2. ‘Taalklaar’ zijn… wat is dat? Wie is/zijn ‘iedereen’? ........................... 5 1.1.3. Waarom moet ‘iedereen taalklaar’ zijn? .......................................... 5
Taalklare input voor kleuters ............................................................ 5
Taalklare kleuters ............................................................................ 5
1.1.4. Aanleidingen voor het project ‘Iedereen Taalklaar’ ........................... 7 De aanvangstaalachterstand van taalzwakke leerlingen in het basisonderwijs raakt niet weggewerkt ...................................................... 7
Talennota Minister van Onderwijs ...................................................... 8
Studenten BaKO implementeren de principes van taalontwikkelend lesgeven onvoldoende tijdens praktijkmomenten/stages ............................ 8 De professionele taalvaardigheid van de studenten BaKO moet verbeterd worden ................................................................................................ 9
De starttaalcompetentie ................................................................... 9
De academische taalcompetentie .................................................... 10
De professionele taalcompetentie .................................................... 11
1.1.5. De doelen van het taalklare project .............................................. 13
Wat streeft dit taalklare project na?................................................. 13
doelstellingen en te verwachten resultaten uit het projectvoorstel ....... 14
1.2. Werkwijze .................................................................................... 14 1.3. Resultaten/conclusies ................................................................. 16 1.3.1. Resultaten: output voor alle lerarenopleidingen BaKO ..................... 16
Visietekst ..................................................................................... 16
Leerlijn taalontwikkelend lesgeven .................................................. 18
Inspiratiegidsen ............................................................................ 19
1.3.2. Resultaten: integratie TOL in onze eigen opleidingen ...................... 21
Integratie TOL in BaKO-HUB ........................................................... 21
Integratie TOL in BaKO-KaHOSL...................................................... 22
Integratie TOL in BaKO-KHLim ........................................................ 23
1.3.3. Resultaten: disseminatie ............................................................. 24
Afsluitende inspiratiedag ................................................................ 24
Workshops ................................................................................... 26
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
2
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
Ontwikkelde materialen voor alle lerarenopleidingen BaKO ................. 26
1.3.4. Conclusies................................................................................. 27 1.4. Samenvatting............................................................................... 29 2. Activiteiten/werkingsverslag ............................................................ 30 2.1. Projectgroep en betrokkenen....................................................... 30 2.1.1. Projectteam .............................................................................. 30 2.1.2. Taakverdeling ............................................................................ 31 2.2. Overzicht van activiteiten ............................................................ 33 2.3. Reflectie over het project............................................................. 35 2.3.1. Sterktes.................................................................................... 35 2.3.2. Zwaktes.................................................................................... 35 2.3.3. Kansen ..................................................................................... 36 2.3.4. Bedreigingen ............................................................................. 37 3. Financieel verslag.............................................................................. 37 4. Relevante eindproducten en bewijsmaterialen .................................. 38 4.1. Visietekst TOL en taalklare leerlijn .............................................. 38 4.2. Inspiratiegidsen TOL.................................................................... 39 4.3. Afsluitende inspiratie-/netwerk-/studiedag Iedereen Taalklaar . 39 4.4. Trajecten projectpartners + vakspecialisten ................................ 40 4.5. Terugkoppeling naar de BaKO-teams ........................................... 41 4.6. Interview nieuwsbrief CTO .......................................................... 42 4.7. Artikels Klascement ..................................................................... 42 4.8. Bijlagen eindrapportering Iedereen Taalklaar ............................. 43 4.8.1. Verslagen vergaderingen projectgroep Iedereen Taalklaar............... 43 4.8.2. Rondetafelgesprekken/interviews vakdocenten BaKO ..................... 43 4.8.3. Studiedagen en bijscholingen ...................................................... 44 Eindnoten .............................................................................................. 45
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
3
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
1. INHOUDELIJK VERSLAG 1.1. DOELSTELLINGEN 1.1.1. IEDEREEN TAALKLAAR: DE TAGLINE Zonder taal geen onderwijs. Taal is van belang in alle activiteiten in de kleuterklas. De leerkracht zal de hele dag door krachtige taalleermomenten gebruiken om de taalontwikkeling van de kinderen te stimuleren. In de opleiding BaKO is taalvaardigheid geen vaardigheid naast de andere vaardigheden, maar een fundamentele vaardigheid. Taalvaardig zijn in de kleuterklas, op kleuterleeftijd dus, ligt aan de basis van vele andere vaardigheden en is het fundament waarop vele andere vaardigheden ontwikkeld worden. Taal is van primordiaal belang voor het ontwikkelingsproces van kinderen. Als kinderen onvoldoende talige bagage verwerven, ondervinden ze niet enkel problemen met ‘Taal’ als schoolvak, maar ook met hun verkenning van de wereld. Taal is voor alle kinderen de drempel die ze moeten overschrijden om tot ontwikkeling te kunnen komen. We maken graag de vergelijking met een cadeautje: taal vormt de verpakking rond de kennis van de wereld dichtbij, maar zeker ook en nog meer van de wereld veraf. Kinderen die het pakje niet kunnen openmaken, hebben geen toegang tot de inhoud van het cadeau. Kinderen die niet over de bijbehorende taal beschikken, hebben geen toegang tot essentiële kennis en tot essentieel begrip, nodig voor hun ontwikkeling. Doorheen de schooldag zijn er heel veel kansen om de taalontwikkeling van kinderen te stimuleren. Leerkrachten kunnen vele (taal)situaties aangrijpen om de kinderen zich talig te laten ontwikkelen. Het principe ‘taal de hele dag door’ is de laatste jaren wijdverspreid. Dit inzicht vinden we terug in de ontwikkelingsdoeleni: “Als ze naar de kleuterschool komen, hebben de meeste kinderen al belangrijke elementen van hun taalvaardigheid ontwikkeld. Aansluiten bij dit natuurlijk ontwikkelingsproces is dan de boodschap. U helpt uw kleuters taalvaardiger worden door ze bewust in situaties te brengen die hen uitnodigen om taal te gebruiken. De vele dagelijkse klasactiviteiten lenen zich daar uitstekend toe. De kinderen ontwikkelen hun luister- en spreekvaardigheid bij verhalen, bij het vertellen aan de hand van prenten, tekeningen, schilderwerk, bij het spel in de zandtafel en bij het vrije spel.” Er wordt gesproken over ‘taalontwikkelend lesgeven’ (TOL) of ‘taalvaardigheidsonderwijs’ (TVO). TOL en TVO zijn geen synoniemen, hoewel de twee termen vaak door elkaar gebruikt worden. Taalontwikkelend lesgeven draagt net als taalvaardigheidsonderwijs bij aan het succesvol doorlopen van onderwijs, maar taalontwikkelend lesgeven gaat verder dan dat. Het is een leerprocesgerichte benadering waarbij lerenden (kleuters, leerlingen, studenten) (taal)leerstrategieën verwerven waar zij de rest van hun leven Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
4
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
gebruik van kunnen maken. Het verschil tussen TOL en TVO zit in de manier waarop taalleerstrategieën op een taakgerichte wijze kunnen aangebracht worden zonder strategisch ‘te verknopen’ met vakinhouden. Taalontwikkelend lesgeven gebeurt altijd en overal in onderwijs en is niet vakspecifiek.ii Hoewel we in dit project veelal vertrekken vanuit de principes van TVO, kiezen we ervoor om verder enkel de term TOL te gebruiken.
1.1.2. ‘TAALKLAAR’ ZIJN… WAT IS DAT? WIE IS/ZIJN ‘IEDEREEN’? We zijn van mening dat alle actoren die direct of indirect met het onderwijs aan kleuters te maken hebben, betrokken kunnen worden bij dit project. Het zijn niet enkel de taaldocenten die de boodschap moeten uitdragen, ook andere vakdocenten, stagebegeleiders, navormers, mentoren … zouden doordrongen moeten zijn van het belang van een taalontwikkelende aanpak, gezien de invloed van de taalontwikkeling op de andere ontwikkelingsdomeinen van het kind.
1.1.3. WAAROM MOET ‘IEDEREEN TAALKLAAR’ ZIJN? Zoals hierboven werd beschreven: de invloed van de taalontwikkeling op de rest van de ontwikkeling van het kind, valt niet te onderschatten. Zonder taal is er geen (of een zeer beperkte) ontwikkeling, zonder taal is er geen onderwijs.
TAALKLARE INPUT VOOR KLEUTERS Om uiteindelijk te komen tot taalklare kleuters die het leerplichtonderwijs voldoende taalcompetent aanvatten en met succes doorlopen, kiezen we voor de olievlekstrategie. Alle actoren die bij de lerarenopleiding BaKO betrokken zijn, wijzen de studenten op het belang van taalontwikkelend lesgeven. Zo raken de studenten via verschillende kanalen doordrongen van het belang van taal de hele dag door in de kleuterklas, geven zij vanuit alle ‘vakken’ gedurende elke stage taalontwikkelende impulsen aan de kleuters, maken zij makkelijker de transfer van de TOL-principes naar andere dan ‘taal’-vakken. Binnen de taalvakken worden de specifieke principes van taalontwikkelend lesgeven toegelicht. Het uiteindelijke doel is dat andere vakdocenten deze principes integreren in hun vakdidactische lesmodellen en dat stagebegeleiders en -mentoren oog hebben voor de taalontwikkelende capaciteiten van de stagiair.
TAALKLARE KLEUTERS Het taalgebruik op school wijkt sterk af van het taalgebruik thuis. Het register (woordenschat, zinsvorming, communicatie enzovoort) thuis verschilt zeer sterk van het schoolregister met de typische schooltaal en de manier van communiceren. Dit komt doordat schoolse activiteiten vaak heel verschillend zijn van thuisactiviteiten en doordat er op school over andere onderwerpen wordt gepraat dan thuis. Het gaat om onderwerpen die het hier-en-nu overstijgen, hoewel ze te maken hebben met de wereld die kleuters kennen. De waarneming Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
5
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
bijvoorbeeld is een typische onderzoeksactiviteit waarbij voor kleuters bekende onderwerpen verder uitgediept worden. Zij kennen de materialen die de leerkracht aanbiedt, maar door hiermee handelend om te gaan, ontdekken zij dankzij de ondersteuning van de leerkracht allerlei mogelijkheden die deze voorwerpen bieden. De dagelijkse omgeving van de kleuters is de basis van het onderzoekend leren, waarbij de verdieping door de leerkracht zorgt voor het verschil tussen de ervaring thuis en het leren op school. De leerkracht wil de kinderen leren om achter de waarneembare werkelijkheid te kijken, om verbanden, procedures, systemen te benoemen, te beschrijven en te categoriseren. Het kind wordt gestimuleerd om vanuit een ander perspectief naar de wereld te kijken, om problemen op te lossen vanuit procedures, om fenomenen te beoordelen op een hoger, abstract niveau. Bij deze ‘wetenschappelijke’ benadering van de werkelijkheid hoort een ander, meer formeel taalgebruik. Dat de omgang met taal in de basisschool geleidelijk aan abstracter en dus moeilijker wordt, kan met het volgende voorbeeld mooi geïllustreerd worden: Als kleuters in de kleuterschool rond de herfst werken, gaan ze met de leerkracht naar het bos en verzamelen ze hopen bladeren. Daarmee wordt dan geknutseld en versierd. Als leerlingen in de onderbouw van de lagere school over herfstbladeren leren, dan verzamelen ze nog slechts enkele bladeren: van iedere boomsoort één. Die worden dan in hun werkboek geplakt en benoemd. Eens in de bovenbouw komen er vaak geen echte bladeren meer aan te pas. De leerlingen werken met een schema van een blad, waarop de verschillende onderdelen van een blad worden aangeduid. De band met de voelbare wereld (de echte bladeren) wordt dus systematisch afgebouwd en leerlingen moeten meer en meer leren denken over dingen die niet materieel aanwezig zijn.iii Schooltaal verschilt van thuistaal. Kinderen moeten op school vooral schooltaal leren, de taal die ze nodig hebben om op school in verschillende leergebieden te kunnen functioneren. De meeste kinderen hebben geen problemen met hun thuistaal (tussentaal, dialect, een andere taal dan het Nederlands …) en met de taal die op de speelplaats gesproken wordt. Ze leren die taal automatisch, o.a. door er dagelijks mee in contact te komen. Ze kunnen in die contexten goed communiceren en functioneren. Echter, heel wat (allochtone en autochtone) kinderen begrijpen de taal die op school in de klas wordt gebruikt, te weinig. Het Nederlands in de klas is anders dan het Nederlands thuis en op de speelplaats. Het gaat om Algemeen Nederlands in een schoolse context. Het is aan de leerkracht om kleuters, die nog volop in hun taalverwervingsfase zitten, voortdurend te ondersteunen en te stimuleren bij het verwerven van de schooltaal. Dat doet de leerkracht door taalontwikkelend les te geven, de hele dag door. Kleuters die onvoldoende talig ontwikkeld zijn, ondervinden niet enkel bij de aanvang van het leerplichtonderwijs problemen, maar blijven het hiermee moeilijk hebben hun hele verdere (school)carrière. Natuurlijk kan de Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
6
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
taalachterstand ook te maken hebben met de moedertaal die geen Nederlands is of met een taalstoornis. Uiteraard moet ook hiervoor in de kleuterklas gepaste ondersteuning op maat van de kleuter gezocht worden.
1.1.4. AANLEIDINGEN VOOR HET PROJECT ‘IEDEREEN TAALKLAAR’iv Vanwaar komt de overtuiging van de projectpartners dat er nood is aan een dergelijk ‘taalklaar’ project? We lijsten hieronder de hoofddoelen van het project op, en belichten het innovatieve karakter hiervan.
DE AANVANGSTAALACHTERSTAND VAN TAALZWAKKE LEERLINGEN IN HET BASISONDERWIJS RAAKT NIET WEGGEWERKT VRAAG: Welke exacte gegevens bestaan er over de taalachterstand van leerlingen?
ANTWOORD: Het probleem van taalachterstand is niet over de hele schoolloopbaan gelijk. Daarom wordt best een opdeling gemaakt:
Aanvang basisonderwijs (Vlaanderen: kleuteronderwijs) Bij de start van het basisonderwijs zijn er grote tot zeer grote verschillen tussen doelgroepleerlingen (=de leerlingen met andere thuistaal dan het Nederlands) en andere leerlingen. De ontwikkeling van taalvaardigheid Nederlands van allochtone leerlingen gaat na binnenkomst in de basisschool goed van start. De andere kinderen maken echter ook vorderingen, zodat allochtone kinderen toch steeds meer gaan achterlopen bij niet-doelgroepleerlingen. Midden- en bovenbouw van de basisschool (Vlaanderen: lagere school) Aan het einde van de basisschool hebben de niet-Westerse allochtone leerlingen een gemiddelde achterstand van zo'n twee leerjaren op taal. Voortgezet onderwijs (Vlaanderen: secundair onderwijs) Over de hele linie zijn de onderwijsresultaten van doelgroepleerlingen in het voortgezet onderwijs slechter dan bij de referentiegroep.
AUTEUR: regiegroep 1e fase Taalforum Overgenomen van Taalunieversum.org, januari 2013v
Aangezien het Vlaamse lager en middelbaar onderwijs er voorlopig niet in slagen de aanvangstaalachterstand van taalzwakke leerlingen weg te werken, is het cruciaal dat het kleuteronderwijs tracht te bewerkstelligen dat kinderen die op 2,5-jarige leeftijd met een zwakke taalbasis voor Nederlands de kleuterschool binnenstromen, op 6-jarige leeftijd voldoende taalcompetent het leerplichtonderwijs kunnen aanvatten. Om deze taalachterstand te kunnen verkleinen, hebben diverse actoren de principes van taalvaardigheidsonderwijs (TVO), en later ook taalontwikkelend Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
7
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
lesgeven (TOL), gedurende het afgelopen decennium verspreid door middel van vormingen en materialen. Ook in de Bachelor Kleuteronderwijs leren studenten (voornamelijk van de taal- en soms van de andere docenten) een omgeving creëren waarbij deze principes voortdurend worden ingezet, de hele kleuterdag door.
TALENNOTA MINISTER VAN ONDERWIJS Alle inspanningen ten spijt blijkt dat nog te veel kinderen aan het eind van het kleuteronderwijs onvoldoende taalklaar zijn om zonder problemen het eerste leerjaar aan te vatten. vi Minister Pascal Smet, de huidige Minister van Onderwijs (2011-2012-2013), erkent dit probleem in zijn Talennotavii: “In de kleuterklas is een rijke taalomgeving belangrijk. Taalstimulering Nederlands, zowel voor taalarme kinderen als voor een groeiend aantal anderstalige leerlingen, blijft een aandachtspunt, ook in de opleiding, vorming en nascholing.” Minister Pascal Smet voorziet daarom nascholing rond taalstimulering voor het hele werkveld. Wij geloven echter dat er ook in de opleiding van kleuteronderwijzers ruimte is voor verbetering.
STUDENTEN BAKO IMPLEMENTEREN DE PRINCIPES VAN TAALONTWIKKELEND LESGEVEN ONVOLDOENDE TIJDENS PRAKTIJKMOMENTEN/STAGES Omdat een goede taalontwikkeling tijdens de kleutertijd van cruciaal belang is voor later schoolsucces, worden studenten kleuteronderwijzer(es) opgeleid om in de kleuterklas een krachtige taalstimuleringsomgeving te creëren op alle momenten van de dag. De onderzoekers van het project ‘Iedereen Taalklaar’ merkten tijdens hun stagebezoeken op dat de studenten de principes van taal-de-hele-dag-door tijdens hun stages onvoldoende toepassen. Er zijn reeds voorzichtige initiatieven van andere vakdocenten binnen de verschillende BaKO-opleidingen om de TOLinhouden te implementeren in hun vakgebieden, maar dat kan beter en meer. Door de algemene werkdruk in het hoger onderwijs blijven deze initiatieven beperkt en ontoereikend. Slechts enkele vakdocenten gebruiken TOL in hun lessen, maar dit gebeurt vaak impliciet en zonder interactie met mekaar/met de taaldocenten/met het BaKO-team. We zijn ervan overtuigd dat we door een aangepaste coaching van de vakdocenten en een voortdurende terugkoppeling naar het hele BaKO-team, kunnen bijdragen tot een duurzame integratie van de taalstimulerende principes in de onderwijspraktijk van de studenten en bij uitbreiding in het onderwijscurriculum.
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
8
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
Dit project streeft een opleidingsbrede verankering van de principes van TOL na: tijdens hun opleiding zullen de studenten niet enkel door hun taaldocenten, maar ook door de vakdocenten, praktijkpedagogen en mentoren opgeleid worden tot taalstimulerend handelen in de kleuterklas. Bijgevolg zullen de studenten beter in staat zijn om de transfer te maken naar hun stage- en beroepspraktijk.
DE PROFESSIONELE TAALVAARDIGHEID VAN DE STUDENTEN BAKO MOET VERBETERD WORDEN Van studenten die het hoger onderwijs binnenstromen, wordt verwacht dat ze ‘taalcompetent’ zijn, of zoals Frans Daems dit verwoordt: “hun basale taalvaardigheid [omvat] het minimum dat gegarandeerd wordt door de eindtermen Nederlands van de doorstroomrichtingen in het secundair onderwijs: aso, kso en tso” (Daems, 2010)viii In de lerarenopleiding wordt er gewag gemaakt van drie grote gebieden van taalcompetentie: 1. starttaalcompetentie 2. academische taalcompetentie 3. professionele taalcompetentie
DE STARTTAALCOMPETENTIE De studenten stromen de opleiding bachelor kleuteronderwijs binnen met een verschillende vooropleiding, afkomst, leeftijd, sociaal-culturele achtergrond … De opleiding stelt vast dat het taalbeheersingsniveau van het Standaardnederlands van de gemiddelde BaKO-student de laatste jaren erg gedaald is; en een steeds groter wordende groep studenten vertoont daarenboven ernstige tekorten op het gebied van taal. Dit heeft te maken met de sterk veranderende instroom, m.n. de toename van het aantal studenten met een vooropleiding bso en tso. Dat blijkt uit de concrete cijfergegevens van de partnerinstellingen van het project. Om een beter zicht te krijgen op het starttaalniveau van de studenten organiseren de meeste opleidingen taaltoetsen waaraan remediëringstrajecten gekoppeld worden. Algemeen kan gesteld worden dat de starttaalvaardigheden van de instromende BaKO-studenten zwak zijn. Dat resultaat komt overeen met de perceptie die docenten van de lerarenopleidingen BaKO, BaLO en BaSO hebben.
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
9
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
DE ACADEMISCHE TAALCOMPETENTIE Op de studiedag ‘Nederlands in het hoger onderwijs: van struikelblok tot springplank’ van Het Huis van het Nederlands (19 oktober 2007) omschreef Jona Hebbrecht in haar lezing de academische taalcompetentie als volgt: ‘Het is die variant van het Nederlands die studenten (...) in staat stelt om optimaal te functioneren binnen een hoger-onderwijscontext. Dit kan gaan van colleges volgen en werkstukken schrijven tot succesvol examens afleggen en vlot integreren in een academische context.’ Daarmee wordt bedoeld: de vaardigheid taal op een abstract niveau te gebruiken om zo in een schoolse context nieuwe informatie te kunnen verwerven. Van de student wordt verwacht dat hij kan omgaan met een taalgebruik dat cognitief complexer is. Frans Daemsix maakt de vergelijking met de schooltaal van de kleuters:
Wat het academisch Nederlands voor de BaKO-student is, is de schooltaal voor de kinderen in de kleuterklas. Als we het taalgebruik in het onderwijsleerproces onderzoeken, merken we dat dit heel wat eisen stelt aan de taalvaardigheid van de kinderen. Ze krijgen bij leren en onderwijzen namelijk te maken met ‘schooltaal’, een heel apart taalregister. De schooltaal legt bijzondere eisen op aan de taalvaardigheid van de kleuters en wel op drie niveaus: a. Schooltaal versus alledaagse taal: de talige elementen van de schooltaal (woorden, uitdrukkingen, betekenissen, formuleringen) kunnen aanzienlijk verschillen van de alledaagse taal, de omgangstaal van jongeren, en van de thuistaal. Zeker op het gebied van woordenschat is de taalkennis van de kleuters heel verschillend. Kinderen bij wie het verschil tussen schooltaal en thuistaal het grootst is, hebben de meeste moeite met de taal op school, met het begrijpen van wat er in de klas wordt verteld. Het zijn vaak kinderen uit (allochtone en autochtone) kansarme gezinnen en/of gezinnen met een lage SES (sociaal-economische status). Leerkrachten moeten zich daarvan bewust zijn en daarmee rekening houden als ze lesgeven. Als ze dat niet doen, geven ze niet alle leerlingen gelijke onderwijskansen. b. Communicatievormen voor onderwijzen en leren: het taalregister van de thuistaal of van de leefwereldtaal van de kleuters heeft echte, normale communicatie als hoofdfunctie. Bij instructie wordt de schooltaal gebruikt voor de functies van onderwijzen en leren over kennis- en vaardigheidsonderwerpen. In de kleuterklas wordt schooltaal gebruikt in heel ongewone vormen van communicatie tussen leerkracht en kleuters en zelfs tussen kleuters onderling. Zo worden er vragen gesteld, niet om iets te weten te komen, maar om een denkproces te activeren, om betekenis te zoeken, om kennis te evalueren, enzovoort. c. Decontextualisering en cognitieve complexiteit: een kleuter kan aan de oppervlakte de indruk wekken behoorlijk taalvaardig te zijn, en toch grote problemen hebben met schools taalgebruik. Bij het onderwijs verwijst het taalgebruik vaak naar een werkelijkheid compleet los van de concrete situatie van de leerlingen en worden cognitief complexe of veeleisende operaties vereist. Daarom is bij elk vak een didactische aanpak wenselijk die wel degelijk uitgaat van het hier en nu, van een concrete situatie en ervaringen van de leerlingen, om van daaruit naar het meer algemene toe te gaan.
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
10
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
Naarmate kinderen in het onderwijs vorderen en hun denkoperaties zich ontwikkelen, verhoogt ook het niveau van cognitieve complexiteit dat ze aankunnen. Het voorgaande laat zien dat de schooltaal bij alle vakken een dubbele rol vervult: ze is leerdoel en ze is middel, ze is het voertuig om andere dingen te leren. Schooltaal is drager van begrippen en kennisvoorstellingen en faciliteert of bemoeilijkt de vorming en ontwikkeling ervan. Kinderen ontwikkelen in en door middel van elk vak hun luister- en spreekvaardigheid, bijbehorende strategieën en ondersteunende kennis (onder meer uitspraak, spelling, woordenschat, idioom, stijl en ‘grammatica’ van het Standaardnederlands). Ze leren algemene taal en de vakgebonden taal van de verschillende vakken. Tegelijk doet de leerkracht een beroep op die vaardigheden, strategieën en kennis in het onderwijsleerproces en vormen die voor de kinderen een belangrijke voorwaarde om in de verschillende leergebieden of vakken mee te kunnen.
DE PROFESSIONELE TAALCOMPETENTIE Het gaat hier om de professionele taalcompetenties van de leraar die beschreven worden in het document ‘Dertien doelen in een dozijn’ van de Nederlandse Taalunie (NTU) x . In het vernieuwde beroepsprofiel (over de vernieuwde basiscompetenties) van de leerkacht zijn deze talige competenties van leraren opgenomen.xi Het SoE-project Een taalbeleid op maat van de lerarenopleiding (zie ook verder) koppelde de basiscompetenties/beroepshoudingen van de leraar aan de 13 NTUdoelen.xii Voor de basiscompetenties van de leraar als (1) begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen, (2) opvoeder, (3) inhoudelijk expert en (4) organisator zijn de 8 taaldoelen van domein 1: ‘De leraar in interactie met leerlingen in zijn school’ belangrijk:
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Gesprekken voeren met leerlingen Beoordelen en toegankelijk maken van teksten Mondeling opdrachten geven Schriftelijk vragen en opdrachten formuleren Een uiteenzetting geven met schriftelijke ondersteuning Een schriftelijke evaluatie geven Vertellen Voorlezen
De basiscompetenties van de leraar als (6) partner van ouders en verzorgers, (7) lid van een schoolteam, (8) partner van externen, (9) lid van een onderwijsgemeenschap en (10) cultuurparticipant worden verbonden met de vier taaldoelen van domein 2: ‘De leraar in interactie met volwassenen in en rond de school’:
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
11
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
9. Gesprekken voeren 10. Een presentatie houden met schriftelijke ondersteuning 11. Schrijven 12. Lezen De basiscompetentie van de leraar als (5) innovator – onderzoeker wordt gekoppeld aan domein 3: ‘ De leraar als lerende’ met taaldoel
13. Innoveren en professionaliseren. De vraag is echter in welke mate deze professionele taalcompetenties bekend zijn in de lerarenopleidingen bij docenten (taaldocenten en ‘andervakdocenten’) en bij studenten. Is er een doordachte en doorgaande lijn in de opleiding waarbij deze taalcompetenties aangebracht en vooral ingeoefend worden? Is het duidelijk wie dit doet, op welke manier dit gebeurt en hoe er geëvalueerd wordt?
Het project Iedereen Taalklaar sluit aan bij de vierde strategische doelstelling uit het SoE-project ‘Een taalbeleid op maat van de lerarenopleiding’xiii, nl. de professionele taalvaardigheid verhogen. De twee operationele doelstellingen daaraan verbondenxiv, zijn: a) Aandacht hebben voor professionele taalvaardigheid in alle vakken “‘TEACH AS YOU PREACH’ gaat meer dan ooit op voor lerarenopleiders: de professionele taalvaardigheid verwerven studenten niet enkel tijdens lessen Nederlands of taalvaardigheid, voor zover die er al zijn, maar in alle lessen. Ook andervakdocenten hebben de verantwoordelijkheid om er in hun lessen aandacht aan te besteden en moeten op eigen professionele wijze taalgericht en taalontwikkelend handelen voor en met hun studenten." b) Vakoverschrijdende afspraken tussen docenten bevorderen "De lerarenopleiding moet haar studenten in alle opleidingsonderdelen op een doordachte, coherente manier oefenkansen bieden en hun voortgang opvolgen. Dat veronderstelt afspraken binnen het docententeam over: de ontwikkeling van doorgaande leerlijnen per professioneel taaldoel in de opleiding; het inventariseren van mogelijke oefenkansen per professioneel taaldoel per opleidingsonderdeel; het ontwikkelend en gecoördineerd gebruiken van observatieen evaluatie-instrumenten, zodat alle docenten op dezelfde manier feedback kunnen geven op basis van objectief waarneembaar eindgedrag van studenten."
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
12
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
1.1.5. DE DOELEN VAN HET TAALKLARE PROJECTxv WAT STREEFT DIT TAALKLARE PROJECT NA? De didactiek van taalontwikkelend lesgeven (TOL) zit verankerd in de opleiding kleuteronderwijs: in de taalvakken (Taalvaardigheid, Nederlands …) leren studenten dat taalstimulering méér inhoudt dan de begeleiding van typisch talige activiteiten (bv. poppenspel, vertellen, een gedicht aanleren …). Taalstimulering de hele dag door gebeurt ook tijdens toiletmomenten, waarnemingen, vrij spel, creahoeken, wiskundeactiviteiten ... Omdat taalontwikkeling tijdens de kleutertijd van cruciaal belang is voor later schoolsucces, worden studenten kleuteronderwijzer(es) opgeleid om een krachtige taalstimuleringsomgeving te creëren tijdens spel- en leermomenten in alle activiteiten in de kleuterklas. De studenten passen de principes van taal-de-hele-dag-door tijdens hun stages echter onvoldoende toe, omdat deze vooralsnog enkel door de taaldocenten overgebracht worden. Dit project streeft een opleidingsbrede verankering van de principes van goed taalvaardigheidsonderwijs na: tijdens hun opleiding zullen de studenten niet enkel door hun taaldocenten, maar ook door de overige vakdocenten, praktijkpedagogen en mentoren opgeleid worden tot taalstimulerend handelen in de kleuterklas. Bijgevolg zullen de studenten beter in staat zijn om de transfer te maken naar hun stage- en beroepspraktijk. (1) We helpen vakdocenten zoeken naar zinvolle taalstimuleringsimpulsen binnen hun vakdidactiek, zodat taalontwikkelend lesgeven zichtbaar wordt in hun vakspecifieke lesvoorbereidingsmodellen. Op die manier krijgen de studenten vanuit alle vakgebieden taalontwikkelingsimpulsen. (2) Met het hele opleidingsteam onderzoeken we hoe de toepassing van taalstimulerende principes tijdens de stage beter begeleid en geëvalueerd kan worden (bv. TOL in de lesvoorbereidings- en evaluatieformulieren zichtbaar maken als aparte categorie). (3) We ontwikkelen een doorgaande leerlijn rond taalstimulering die door de taaldocenten geïntroduceerd wordt. Aan vakdocenten en stagebegeleiders wordt gevraagd deze leerlijn te volgen bij het begeleiden van de studenten. Zo stimuleren we het besef bij de studenten dat ze taalpedagoog zijn. We willen vermijden dat ze taalstimulering verwaarlozen bij andere dan taalactiviteiten. Immers, alle (stage- en studie)begeleiders zullen de principes van taal-de-helekleuterdag-door onderschrijven.
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
13
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
DOELSTELLINGEN EN TE VERWACHTEN RESULTATEN UIT HET PROJECTVOORSTEL Het overkoepelende doel van het project: De principes van TOL (taalontwikkelend lesgeven) en TVO (=taalvaardigheidsonderwijs) in de kleuterklas wordt opleidingsbreed verankerd via de vakdidactiek van niet-taaldocenten en door middel van stagebegeleiding. De projectpartners wensen dit doel te operationele (sub)doelstellingen, zijnde:
bereiken
via
verschillende
De ontwikkeling van een visietekst TOL De ontwikkeling van een inspiratiegids TOL/TVO De ontwikkeling van een vormingspakket TOL/TVO in stagebegeleiding De integratie van TOL/TVO in BaKO Disseminatie van de projectresultaten
Te verwachten resultaten/eindproducten zijn (waren): 1. 2. 3. 4.
Inspiratiegids ‘TVO in vakdidactiek’ (met als inleiding de visietekst TVO) Vormingspakket (met workshop) ‘TVO in stagebegeleiding’ Netwerkdag ‘TVO in BaKO’ Digitale beschikbaarheid inspiratiegids (1) en vormingspakket (2) via bestaande websites rond taalstimulering 5. 2 artikels in vaktijdschriften: a. 1 in een vaktijdschrift voor lerarenopleiders b. 1 in een vaktijdschrift voor stagebegeleiders BaKO
Hieronder, bij 1.3 Resultaten/conclusies en bij 2.3 Reflectie over het project, wordt gereflecteerd over deze vooropgestelde operationele doelstellingen en resultaten.
1.2. WERKWIJZE Hieronder wordt de meer algemene werkwijze weergegeven. Onder 2.2. Overzicht van activiteiten vindt u een meer gedetailleerd overzicht van de activiteiten in het kader van het project. Onder 1.3. Resultaten/conclusies wordt ook enigszins uitgeweid over onze werkwijze, en in de bijlagen op cd-rom (die onder 4. Relevante eindproducten en bijlagen beschreven worden) vindt u onze werkwijze uitvoerig gedocumenteerd. Het innovatieve olievlekstrategiexvi
karakter
van
‘Iedereen
Taalklaar’:
een
Changing teacher practices related to language use is proving to be nearly as hard as raising children's performance levels.xvii In het hierboven geciteerde SoE-project Een taalbeleid op maat van de lerarenopleiding werden door de projectmedewerkers (KATHO, HUB, KHLim en KHLeuven) workshops ontwikkeld om vakdocenten aan te zetten tot taalontwikkelend lesgeven in de opleidingen BaLO en BaKO. Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
14
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
Het project Iedereen taalklaar wil hierop verder bouwen en nog een stapje verder gaan: met de vakdocenten zullen de taaldocenten onderzoeken op welke manier studenten de taalstimulerende principes kunnen toepassen tijdens al hun (vakspecifieke) activiteiten in de kleuterklas. M.a.w. hoe kan een taalontwikkelende aanpak van kleuterklasactiviteiten in de vakdidactiek van de vakdocenten een vaste plaats krijgen, zodat studenten kleuteronderwijs door alle vakdocenten aangespoord worden om hun activiteiten taalontwikkelend te maken. Werken rond TOL met studenten en docenten is niet nieuw, de manier waarop we dit met deze projectpartners wensen aan te pakken is wel vernieuwend. We kozen om te werken via een olievlekstrategie, waarbij de naam verwijst naar de manier waarop inktvlekken zich verspreiden op bv. een stuk vloeipapier: verschillende kleine verspreide puntjes groeien snel en bedekken algauw het hele papier. In dit project gaan de vier projectpartners (taaldocenten van HUB, KAHOSL en KHLim) drie vakspecialisten (docenten wiskunde, muzikale opvoeding en wereldoriëntatie) ondersteunen. De zeven docenten zullen op hun beurt collega’s (uit het docententeam en uit het werkveld) inspireren, motiveren en informeren. Eenmaal gestimuleerd om in te zetten op taalvaardigheidsonderwijs en taalontwikkelend lesgeven, brengen deze collega’s de principes van taalstimulerend handelen in de klas over op hun studenten, in zowel de begeleiding als de evaluatie. Studenten voelen daardoor de voortdurende noodzaak van werken rond taalstimulering in de kleuterklas, en zorgen uiteindelijk voor taalklare kleuters.
Collega's BaKO
Projectpartners + vakspecialisten Studenten Kleuters!
Mentoren
Collega's werkveld
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
15
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
1.3. RESULTATEN/CONCLUSIES De overkoepelende projectdoelstelling was de opleidingsbrede verankering van de principes van TOL in de opleidingen BaKO: de didactiek van TOL (= taalontwikkelend lesgeven) (en TVO = taalvaardigheidsonderwijs) in de kleuterklas wordt opleidingsbreed verankerd via de vakdidactiek van niettaaldocenten en door middel van stagebegeleiding. Het project is in verschillende, door elkaar lopende fases verlopen, met telkens een duidelijk doel voor ogen (output). Hieronder een opsomming van de belangrijkste projectresultaten. Hierboven (1.2. Werkwijze) werd de werkwijze al ‘algemeen’ toegelicht (keuze voor de olievlekstrategie), hieronder zal ook vaak ingegaan worden op de werkwijze, om deze strategie nog te verduidelijken en te verhelderen.
1.3.1. RESULTATEN: OUTPUT VOOR ALLE LERARENOPLEIDINGEN BAKO Voor alle lerarenopleidingen gedetailleerde bespreking) -
kleuteronderwijs:
(zie
hieronder
voor
meer
Visietekst Leerlijn taalontwikkelend lesgeven BaKO Inspiratiegidsen taal en/in andere vakken
VISIETEKST Waarom en hoe een visietekst ontwikkelen? De projectpartners wilden vanaf het begin van het project een visietekst over TOL (taalontwikkelend lesgeven) ontwikkelen. Taalontwikkelend lesgeven kan namelijk erg breed geïnterpreteerd worden: de projectpartners wensten, van bij de start van het project, zich ervan te vergewissen dat de neuzen in dezelfde richting stonden; dat we vanuit dezelfde basis vertrokken, daar ook telkenmale naar konden teruggrijpen en dat er een duidelijke afbakening van de inhoud was. Daarenboven werk je in een SoE-project met verschillende lerarenopleidingen samen: je moet elkaar ook wel wat leren kennen, zicht krijgen op de eigenheid, de cultuur van elke instelling om ook daadwerkelijk samen aan de slag te kunnen. Denk aan: -
Hoe kijken wij naar een opleiding, hoe kijken opleidingen naar studenten? Let ook op: visie op opleiding, bij KHLim werkt men ervaringsgericht, bij HUB ontwikkelingsgericht, bij KaHoSL is er geen uitgesproken voorkeur. Praktische zaken, cyclus van hernieuwing … bv. hoe je studenten begeleidt tijdens hun stages: holistisch (KAHO en KHLim) of gedetailleerd (HUB)?
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
16
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
We hebben samen veel literatuur doorgenomen, onze grootste inspiratiebronnen kwamen ook spreken op de afsluitende inspiratiedag (zie verder) (Wim van Beek en Fien Loman van CTO). De visietekst was in de loop van het project een dynamisch document: gedurende de hele duur van het project werd aan deze tekst geschaafd en gesleuteld, tot hij (aan het einde van het project) op punt stond en klaar was voor verspreiding onder de lerarenopleiders BaKO. De visietekst maken was niet makkelijk, er bestond al erg veel rond TOL en TVO maar we wilden er toch onze eigen invulling aan geven. Het is een uniek document geworden, deze informatie werd nog nooit zo geconcentreerd samengebald. Opbouw visietekst De visietekst bestaat uit vijf hoofdstukken: 1) Toelichting bij benaming project: het SoE-project heeft de naam Iedereen Taalklaar. Wat bedoelen we daarmee? Wat is ‘taalklaar’ zijn, wie is ‘iedereen’, waarom zou iedereen taalklaar moeten zijn? Het eerste hoofdstuk zal deze Taalklare visie verduidelijken. 2) Aanleidingen voor het project: in het volgende hoofdstuk zoemen we in op de aanleidingen voor het project: vanwaar komt de overtuiging van de projectpartners dat er nood is aan een dergelijk ‘taalklaar’ project? 3) Hoofddoelen project: we lijsten in het derde hoofdstuk de hoofddoelen van het project op en belichten het innovatieve karakter ervan. 4) Onze visie op TOL: vanaf het vierde hoofdstuk gaan we dieper in op de kern van ons project, het gegeven van waaruit het allemaal is gestart, nl. het taalontwikkelend lesgeven (TOL) in de kleuterklas. We verklaren hier ook waarom we voor TOL en niet voor TVO (taalvaardigheidsonderwijs) kiezen als overkoepelende benaming (TVO als deel van TOL). 5) Leerlijn taalontwikkelend lesgeven BaKO: een vijfde en laatste hoofdstuk omvat de leerlijn die we voor de BaKO-studenten ontwikkelden i.v.m. taalvaardigheidsonderwijs, taalontwikkelend lesgeven (=ontwikkelingslijn taalpedagoog). Voor wie? Iedereen die meer te weten wil komen over taalontwikkelend lesgeven aan kleuters, vind in de visietekst een unieke samenvoeging van alle reeds bestaande theorieën, met voldoende ideeën om er ook daadwerkelijk mee aan de slag te gaan. De bundel is echter vooral geschikt voor de taaldocenten uit de lerarenopleidingen BaKO (en ook deze vanuit de lerarenopleiding BaLO zullen hier door geïnspireerd worden). De visietekst is een unieke bron van informatie voor alle lerarenopleiders, uniek in Vlaanderen (deze info werd nog niet op deze manier samengebracht tot Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
17
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
hiertoe). Met het hoofdstuk rond TOL kunnen vooral taaldocenten aan de slag, kan als cursus dienst doen, alles rond TOL en TVO werd mooi samengebracht. Het hele team kan uiteraard aan de slag met de leerlijn, die je in het vijfde hoofdstuk terugvindt (zie verder).
LEERLIJN TAALONTWIKKELEND LESGEVEN Het projectteam ontwikkelde ook een ontwikkelingslijn taalpedagoog voor de studenten uit de lerarenopleiding BaKO, waarbij ze de principes van taalontwikkelend lesgeven gradueel integreren in hun eigen praktijk gedurende de opleiding. Deze leerlijn maakt deel uit van de visietekst (zie boven, hoofdstuk 5). Waarom, hoe, voor wie? Van kleuteronderwijzers wordt taalontwikkelend lesgeven.
verwacht
dat
zij
de
hele
dag
door
"Kinderen begeleiden bij de ontwikkeling van taalvaardigheid in Standaardnederlands houdt in dat de leraar zelf een rijk, gevarieerd en begrijpelijk taalaanbod doet. Taalondersteuning bieden als instrument voor effectief onderwijs en taalgericht werken aan taaldoelen in alle leergebieden maken deel uit van een continuüm naargelang het belang van en de impact van taal op de onderwijspraktijk."1
Maar hoe bereik je deze doelstelling in de lerarenopleiding kleuteronderwijs? In het project 'Iedereen Taalklaar' ontwikkelden we een leerlijn die als inspiratiebron kan dienen voor de eigen leerlijn van de verschillende BaKOopleidingsteams, aangepast aan de kenmerken de verschillende opleidingen kleuteronderwijs. We specificeerden daarbij niet alleen taken voor de taaldocenten, maar evengoed taken voor ‘andervakdocenten’ en stagebegeleiders. Door de principes van taalontwikkelend lesgeven te laten doorsijpelen in de vakdidactiek van andere vakgebieden, tijdens stagevoorbereiding en stage-evaluatie, verhogen we de kans dat de studenten zich dit eigen maken. Taalontwikkelend lesgeven is onlosmakelijk verbonden met inzicht in taalontwikkeling en aandacht voor talensensiblisering. Daarom hebben we voor deze twee aspecten aparte leerlijnen ontwikkeld. Hiermee is niet het hele domein van de taaldidactiek in het kleuteronderwijs gedekt. Het viel buiten de doelstellingen van het project om ook nog leerlijnen voor ontluikende/beginnende geletterdheid, muzisch taalgebruik en taalbeschouwing (waarvan talensensibilisering een deelaspect is) uit te bouwen. In onze leerlijnen
1
Brochure Een nieuw profiel voor de leraar kleuteronderwijs en lager onderwijs – Hoe worden leraren daartoe gevormd? Informatiebrochure bij de invoering van het nieuwe beroepsprofiel en de basiscompetenties voor leraren. Departement Onderwijs en Vorming (september 2008). http://www.vlaanderen.be/nl/publicaties/detail/een-nieuw-profiel-voor-de-leraar-kleuteronderwijsen-lager-onderwijs-hoe-worden-leraren-daartoe-gevormd-informatiebrochure-bij Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
18
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
refereren we met de termen 1BAKO, 2BAKO en 3BAKO naar de eerste, tweede en derde opleidingsfases.
INSPIRATIEGIDSEN We ontwierpen 3 inspiratiegidsen om TOL te integreren in de vakdidactiek van muziek, wereldoriëntatie en wiskunde. Werkwijze Deze inspiratiegidsen werden opgesteld in voortdurende wisselwerking met vakdocenten en intermediairen uit het werkveld. We vertrokken van rondetafelgesprekken met de vakdocenten waarin we peilden welke typeactiviteiten ze onderwijzen, waar er reeds aandacht is voor TOL, waar de vakdocenten mogelijkheden zien om TOL te integreren, en hoe we de ontwikkelingslijn TOL konden vormgeven in hun vakdidactiek. Ook onderzochten we samen met hen hoe wij hen vanuit onze eigen vakdidactiek hierbij het beste ondersteunen. De drie projectpartners gingen aan de slag binnen een bepaald vakgebied voor de inspiratiegidsen: Werkwijze: kernpartners per instelling (= taaldocenten) + vakspecialist •
Wiskunde (HUB)
•
Wereldoriëntatie (KHLim)
•
Muziek (KaHoSL)
Van waaruit de keuze voor bepaalde vakken? Deze hebben de projectpartners zelf gekozen, vanuit een bepaalde affiniteit met dat vakgebied of ook wel een goede samenwerking met de betreffende collega. Ieder koos vanuit zijn eigen dada, waar hij vond dat kansen lagen. Voor wie? De inspiratiegidsen zijn bedoeld als bron of een ‘syllabus’ vol taalontwikkelende aanbevelingen voor de docenten BaKO. De visietekst draait vooral rond TOL en is daardoor uitermate geschikt voor de taaldocenten BaKO, de inspiratiegidsen zetten echter stukken theorie uit de visietekst om naar bruikbare, kant en klare tips voor de vakdocenten muziek, wereldoriëntatie en wiskunde. Docenten beweging, beeld, godsdienst, ICT … kunnen hier echter ook mee aan de slag, gezien er zeer veel transfers naar andere vakgebieden en ontwikkelingsdomeinen te maken zijn.
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
19
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
Proces Ten eerste: interviews partnerinstellingen
met
vakdocenten
uit
verschillende
De projectpartners zijn een 15-tal docenten gaan bevragen met als doel na te gaan hoe het met TOL zat binnen de 3 opleidingen. Er werden interviews afgenomen van docenten uit velerlei vakgebieden, want we kwamen al snel tot de conclusie dat er overal inspiratie te rapen viel: de resultaten van de interviews hebben we bij elkaar gebracht; samen met de visietekst waren deze interviews een belangrijke bron voor de inspiratiegidsen. Ten tweede: traject kernpartners met ‘hun’ vakspecialist Na de interviews vertrokken de verschillende projectpartners in eigen trajecten, ieder op zijn eigen manier: we hebben elkaar vrij gelaten om in het eigen departement aan de slag te gaan. KAHOSL: taaldocent + muziekdocent: Inspiratiegids taal en/in muziek De projectpartner van de KaHoSL had in het verleden al met de muziekdocente samengewerkt rond taalontwikkelend lesgeven in muziekactiviteiten. Zij zijn vertrokken vanuit de cursussen muziek, ze zijn de typeactiviteiten vanuit een talige bril gaan bekijken en hebben zo de inspiratiegids opgesteld. KHLIM: taaldocenten + docent wereldoriëntatie: Inspiratiegids taal en/in wereldoriëntatie De projectpartners van de KHLim kozen ervoor een coachingstraject aan te bieden aan de docente WO. De docente in kwestie volgde gelijktijdig een masterclass over ‘gecoacht worden’, ingericht door School of Education; het betrof hier dus een win-winsituatie (enerzijds coachingstraject door ons, anderzijds paste het binnen het ‘traject SoE lerarenopleiding’). De neerslag van dit traject werd opgenomen in de inspiratiegids. HUB: taaldocenten + docent wereldoriëntatie: Inspiratiegids taal en/in wiskunde De docent (vakspecialist) wiskunde van BaKO-HUB is tegelijkertijd pedagoog en stagecoördinator van de opleiding. De projectpartner en deze docent hebben vele zaken onder de loep genomen en aangepast, niet enkel wat wiskunde betreft (zie ook verder). Voor de inspiratiegids hebben we (o.a.) een aantal activiteiten wiskunde in de les onder de loep genomen: eerst besprak de docent wiskunde de vakdidactische stappen van een bepaalde activiteit; nadien werden daar tijdens de les Nederlands didactiek (gegeven door projectpartner (taaldocent)) ook de mogelijke taalstimulerende elementen bij besproken en genoteerd. Alle stappen en resultaten, waaronder een nieuw sjabloon voor lesvoorbereidingen voor alle vakken binnen BaKO-HUB, werden opgenomen in de inspiratiegids. CONCLUSIE: elke projectpartner volgde een ander traject met een vakdocent (vakspecialist wiskunde/ muziek/wereldoriëntatie), wat resulteerde in een inspiratiegids voor die drie vakgebieden met tips toepasbaar in elke lerarenopleiding BaKO. In de opleidingen zelf zijn er ook aantal zaken ‘voorgoed’ veranderd, zie daarvoor hieronder bij ‘Integratie TOL in BaKO’. Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
20
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
1.3.2. RESULTATEN: INTEGRATIE TOL IN ONZE EIGEN OPLEIDINGEN Voorbeelden vanuit de drie partnerinstellingen:
INTEGRATIE TOL IN BAKO-HUB In de lerarenopleiding kleuteronderwijs van de HUB was men al langer bezig met de implementatie van TOL in de opleiding, er was altijd al een zeer sterke vraag vanuit de opleiding; en de opleiding heeft ook in z’n geheel sterk meegewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe documenten en de aanpassing van bestaande procedures. Wat werd blijvend aangepast in het kader van Iedereen Taalklaar: De stagebeoordelingsformulieren van de opleiding BaKO: hier werd o.a. een extra rubriek voorzien: onder de competentie ‘Taalvaardigheid’ wordt nu duidelijk gewag gemaakt van ‘De leraar als taalgebruiker’ en ‘De leraar als taalpedagoog’, met telkens subcompetenties die veranderen al naargelang de stageperiode. Lesvoorbereidingsformulieren: we namen als opleidingsteam alle activiteitenvoorbereidingen onder de loep en deden overal wel aanpassingen, de grootste aanpassing echter vond plaats in de activiteitenvoorbereiding ontwikkelingsondersteunend leren (AV OOL), waar erg veel ingrepen gebeurden teneinde TOL meer prominent te maken in alle voorbereidingen (van alle vakgebieden/ontwikkelingsdomeinen). In het digitaal portfolio dat alle studenten BaKO bijhouden gedurende hun opleiding, en dat werd opgebouwd rond de competenties uit het Beroepsprofiel, werden heel wat meer opdrachten opgenomen onder de competentie ‘De leraar als taalpedagoog’. Er werden een aantal kijkwijzers ontwikkeld: ‘Vragen stellen aan kleuters’ en ‘Instructies geven in de kleuterklas’. Deze kijkwijzers worden op het digitale leerplatform voor alle studenten ter beschikking gesteld, en dienen als leidraad/checklist bij het opstellen van hun voorbereidingen. Eén van de 8 leergroepen van het eerste opleidingsjaar werd volledig aangepast vanuit de bevindingen van het project (‘Instap en instructie in de kleuterklas’), met een veel grotere nadruk op de talige begeleiding van activiteiten. Voor het opleidingsonderdeel Nederlands didactiek in de eerste opleidingsfase ontwikkelde de docent (tevens projectpartner) een nieuw cursusdeel rond Taalontwikkelend lesgeven. Tot nu toe werd deze leerstof aangebracht via het handboek Taalontwikkeling op school (Verhallen en Walst), een grote inspiratiebron voor het project; de taaldocent baseerde Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
21
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
zich voor het nieuwe cursusdeel echter op de visietekst en de bevindingen uit het project Iedereen Taalklaar, welke een veel bredere input gaven. De studenten werken vanaf dit academiejaar (2013-14) met het naslagwerk ‘Minimaal Maxitaal’ (taalstimulering tijdens dagelijkse routines in de kleuterklas) (vanaf het tweede opleidingsjaar) (zie ook de bespreking op de website van het CTO: http://www.cteno.be/assets/downloads/cteno/nieuwsbrief/2012_14/nieuwsbri ef_14_taalroutines.pdf), dit naslagwerk wordt door de pedagogen aangebracht bij de studenten, en door alle docenten wordt ernaar verwezen tijdens de contacturen. De hogeschoolbibliotheek kocht een twintigtal exemplaren aan van dit handboek, zodat de studenten er gemakkelijk mee kunnen werken (en het niet allemaal zelf hoeven aan te kopen). CONCLUSIE: zeer veel zaken die tot nu toe door de taaldocent werden bijgebracht aan de studenten, in de hoop dat ze de transfer zouden maken naar de andere vakken, worden nu door de pedagogen (= meer algemeen! Denk aan nieuwe lesvoorbereidingsformulieren, kijkwijzers …) en/of door alle docenten (denk aan leergroepbegeleiders nieuwe leergroep of aan de AV OOL …) belicht. In de toekomst zullen de kijkwijzers nog bijgeschaafd worden (o.a. integratie MISC-impulsen in de kijkwijzer vraagstelling); en zal er op basis van de lezingen tijdens de afsluitende netwerkdag (zie onder) ook nieuw materiaal ontwikkeld worden door het opleidingsteam.
INTEGRATIE TOL IN BAKO-KAHOSL In KAHOSL start men met een project rond 'taal en wereldoriëntatie' waarbij kleuteronderwijzers niet alleen verhalende prentenboeken, maar ook informatieve prentenboeken koppelen aan een thema en hierrond een vertelcyclus uitwerken. Verder wil men de leerlijn rond taalontwikkelend lesgeven nog beter integreren in de opleiding. In de taalcursussen van de projectpartner worden nu veel meer verwijzingen gedaan naar de cursussen van muziek, en muziek wordt ook gebruikt als voorbeeld voor taalontwikkelend lesgeven. De projectpartner in kwestie getuigt dat vooral in haar manier van lesgeven iets veranderd is: een verrijking voor de taaldocent dus, in dezen! In cursus muziek stonden al veel talige doelstellingen, de docent in kwestie voelt zich nu extra geruggesteund. Voor de andere cursussen van BaKO-KaHoSL: Wereldoriëntatie: Voor de ‘waarneming in de kleuterklas’ werd de link met taal en spreekkansen explicieter gemaakt. In de vertelcyclus moeten de studenten nu altijd de link leggen tussen het verhaal en een WO-aspect. Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
22
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
Vanaf dit jaar werkt men rond informatieve prentenboeken, dit versterkt zowel wereldoriëntatie als taalstimulerend werken.
De pedagogen kregen zaken doorgespeeld rond ‘taal en emoties’: het gaat hier over losse flodders, die wel relevant en blijvend zijn. Een anekdote uit de KaHoSL: in de cursus rond ‘waarneming’ stond dat ‘een waarneming zeker geen taalactiviteit mocht zijn’. Uit een gesprek met de projectpartner bleek dat de docent in kwestie dacht dat een taalactiviteit inhoudt dat de kleuters ‘woordjes moeten benoemen’. Een waarneming is in feite wél een taalactiviteit, maar dan eentje waarin de taalruimte voor de kleuter centraal staat. Nu werd dit in de betreffende cursus verwoord tot: ‘een waarneming is geen ‘slechte’ taalactiviteit’.
INTEGRATIE TOL IN BAKO-KHLIM Wat KHLim betreft: in de KHLim wordt een grondige curriculumwijziging voorbereid die volgend jaar van start gaat. In de nieuwe cursussen zullen de principes van TOL geïntegreerd worden. In de KHLim werden al eerder voor het docententeam van BAKO en BALO vormingen georganiseerd rond TOL. In BaLO gaf Cathérine Van Eyen (KHLeuven) een aantal vormingen voor andervakdocenten over Writing to Learn (OOF-project ‘Pen en Papier’). Tijdens KHLim-departementale werkdagen werden voor de verschillende opleidingen vormingen gegeven over taalontwikkelend lesgeven. Bv. de docent Nederlands en de docent aardrijkskunde werkten samen om de lessen aardrijkskunde voor het secundair onderwijs ‘taliger’ te maken. De projectpartners coachten de docent wereldoriëntatie zeer intensief. Deze getuigde in het slotinterview op welke manier ze in verschillende fases zich meer en meer van bewust werd van het belang van de talige ondersteuning van de kleuters. Door meer aandacht te hebben voor het belang van taal in haar eigen WO-lessen werd ze een rolmodel voor de studenten. De transcripties van haar demo-lessen met kleuters en ook met studenten (de appel – het konijn) maakten duidelijk dat de coaching effect had op haar lesgeven. De projectpartners reflecteerden samen met een aantal collega’s godsdienst, beeld, pedagogie over de manier waarop TOL aan bod komt in hun cursussen en lessen. Dit leidde tot een aantal inzichten en voornemens, o.a. Docent godsdienst neemt zich voor om het belang van goed taalaanbod meer te beklemtonen in haar lessen. Docent beeld vindt dat hij te weinig bezig is met studenten af te stemmen op het taalniveau van de kleuters. Hij neemt zich voor studenten aan te zetten om alert te zijn voor signalen van kleuters: ze geven vaak non-verbaal aan dat ze iets niet begrijpen (bv. houtskool, oliekrijt).
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
23
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
Docent pedagogie staat open voor ondersteuning door taaldocenten en juicht dit zelfs toe. Ze is vragende partij om allerlei activiteiten (waarneming, kringgesprek …) samen met de taaldocenten te bekijken door een talige bril. Docent muziek vraagt ondersteuning van taaldocenten wat betreft TOL in klassen met veel anderstalige kleuters. Ze komt tot het inzicht dat de taal in de syllabus vrij eenvoudig is. In vergelijking met de syllabus van een andere lerarenopleiding (BaKO-KAHBO) blijkt dat deze een meer academische taal gebruiken. Voor de projectpartners waren deze gesprekken verrijkend, zij kunnen nu concreet verwijzen naar TOL in andere vakken in hun cursussen taal. De projectpartners ontwikkelden een bruikbare kijkwijzer die docenten kunnen gebruiken bij het beoordelen van TOL tijdens stagebezoeken. Een groot aantal collega’s nam deel aan de netwerkdag en ervoer die dag als zeer leerrijk en inspirerend. De KHLim zit midden in het proces van curriculumvernieuwing. Vanaf het academiejaar 2014-2015 wordt gestart met een gemeenschappelijke instroomfase BAKO-BALO. Het docententeam zal de principes van TOL een plaats geven in het nieuwe curriculum. Hiervoor onderzoekt de vakgroep Nederlands hoe zij een TOL-traject kan implementeren in beide opleidingen.
1.3.3. RESULTATEN: DISSEMINATIE AFSLUITENDE INSPIRATIEDAG We organiseerden, ter afsluiting van het project maar ook als aanzet tot een bestendige implementatie van de TOL-principes in de vakdidactiek en stagebegeleiding over heel Vlaanderen, een inspirerende netwerkdag voor opleiders kleuteronderwijs en taalbeleidscoördinatoren waarin: vakdocenten deelnamen aan workshops over TOL in hun vakdidactiek; taaldocenten en taalcoördinatoren het materiaal leerden kennen dat we ontwikkeld hebben; topsprekers het belang van TOL toelichtten; vakdidactici, pedagogen, stagebegeleiders en taalbeleidscoördinatoren de kans kregen tot netwerken in het kader van de implementatie van TOL in BaKO; onze producten verspreid werden onder de deelnemers. Deze inspirerende netwerkdag was een unieke ervaring: een studiedag gericht op lerarenopleiders BaKO; en na de studiedag werden de ontwikkelde (en tevens unieke) materialen naar alle deelnemers verstuurd via WE-transfer (zodat ze zelf niet meer op zoek moesten gaan, maar op hun wenken bediend werden).
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
24
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
In het voormiddaggedeelte kwamen twee van onze grootste inspiratiebronnen aan bod. Namen het woord in twee inspirerende lezingen: Taal in andere vakken – woordenschatonderwijs door Wim van Beek, vakdidacticus natuur- en techniekonderwijs aan de PABO in Haarlem (Inholland); auteur van Taal, een zaak van alle vakken. Het coachen van toekomstige en jonge leerkrachten om een krachtige (taalontwikkelende) leeromgeving te creëren. Ervaringen door Fien Loman, wetenschappelijk medewerker Centrum voor Taal en Onderwijs, KU Leuven en inhoudelijk coördinator project Iedereen Taalt in Genk. We nodigden twee ‘topsprekers’ uit. Wim Van Beek, vakdidacticus natuur- en techniekonderwijs aan de PABO in Haarlem en auteur van ‘Taal, een zaak van alle vakken’, gaf een goed onderbouwde lezing over het belang van woordenschatonderwijs in alle vakken, meer bepaald in het vak wereldoriëntatie. Jozefien Loman, inhoudelijk coördinator van het project ‘Iedereen taalt’ in Genk, sprak heel inspirerend over ‘Het coachen van jonge leerkrachten om een taalontwikkelende leeromgeving te creëren’. In de namiddag organiseerden we drie workshops die elk inzoomden op een aspect van het project. Uit de evaluatie bleek dat de deelnemers deze inspiratiedag ervaren hebben als interessant, verrijkend en stimulerend. Er zijn weinig studiedagen over kleuteronderwijs met een dergelijke diepgang, hoorden we enkele deelnemers vertellen. De deelnemers apprecieerden het vooral dat er veel concrete tips werden aangereikt om taalontwikkelend les te geven. Sommige deelnemers gaven aan dat ze graag wat meer tijd wilden om de vertaling naar hun eigen vak te maken en dat ze de workshops in de namiddag wat te kort vonden. Enkele deelnemers noemden deze inspiratiedag een must voor lerarenopleiders. Uit de lezing van Wim van Beek bleek dat het vaak droevig gesteld is met het onderwijs aan kinderen met een woordenschatachterstand. Wim toonde met concrete voorbeelden aan dat vakinhoud en woordenschatuitbreiding nochtans prima hand in hand kunnen gaan door in te zetten op betekenisvolle taken. Woordenschat is van alle vakken. Met meer aandacht voor woordenschat, maak je beter onderwijs. Jozefien bewees dat het broodnodig is om tijd en energie te steken in het opleiden van studenten om taalontwikkelend les te geven. Een student moet een heel ontwikkelingsproces doormaken voor taalontwikkelend lesgeven een natuurlijke manier van zijn wordt voor hem of haar. Want daar gaat het over: TOL is geen didactiek, geen methodiek; dan wel een basishouding, een manier van lesgeven. Rolmodellen zijn daarbij van groot belang. Voor lerarenopleiders, zowel taaldocenten als vakdocenten, geldt dus: ‘teach as you preach’.
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
25
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
WORKSHOPS Tijdens de hierboven vermelde inspiratiedag konden de deelnemers in de namiddag kiezen uit 2 van 3 inspirerende workshops, speciaal voor deze gelegenheid ontwikkeld: Taalkansen in niet-taalvakken ‘Taal is natuurlijk belangrijk, maar ik vind vooral dat studenten tijdens hun stages de doelstellingen van mijn vak moeten halen’, hoor je docenten van lerarenopleidingen nogal eens zeggen. BaKO-docenten weten wel beter, want een leerkracht zal in de kleuterklas de hele dag door krachtige taalleermomenten gebruiken om de taal-, maar ook de algemene ontwikkeling van de kinderen te stimuleren. In deze workshop expliciteren we, aan de hand van concrete voorbeelden en uitdagende opdrachten, deze taalkansen voor verschillende leerdomeinen (wiskunde, WO, muziek). We wisselen bovendien tips en inspiratie uit voor andere leerdomeinen (beweging, godsdienst, ICT …). Oog en oor voor taalontwikkelend lesgeven (TOL) in stagebegeleiding We verwachten van studenten dat ze in de kleuterklas een correct, groot, rijk, gevarieerd taalaanbod verstrekken en de kleuters veel kansen geven tot taalproductie; en dit de hele dag door. Hoe beoordeel je het taalaanbod van een student tijdens een stagebezoek en hoe coach je op vlak van TOL? We zoeken samen naar mogelijkheden aan de hand van filmmateriaal uit de kleuterklaspraktijk. Leerlijn taalontwikkelend lesgeven (TOL) Het is niet gemakkelijk om kleuteronderwijzers de principes van TOL aan te leren, zo blijkt uit internationaal onderzoek. Bovendien zijn de principes van TOL in de ene context al gemakkelijker toe te passen dan in de andere. In deze workshop schetsen we een mogelijke leerlijn, en plaatsen hierin enkele concrete acties. We wisselen tips uit om TOL te verstevigen.
ONTWIKKELDE MATERIALEN VOOR ALLE LERARENOPLEIDINGEN BAKO Onze ontwikkelde materialen (zie ook ‘Resultaten: output voor alle lerarenopleidingen BaKO) werden na de netwerkdag naar alle deelnemers verstuurd via WE-transfer; en werden ook gepubliceerd op de website van School of Education: Visietekst Leerlijn taalontwikkelend lesgeven BaKO Inspiratiegidsen taal en/in andere vakken
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
26
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
1.3.4. CONCLUSIES Hierboven, onder 1.1.5. De doelen van het taalklare project – doelstellingen en te verwachten resultaten uit het projectvoorstel, kon u bij de doelen het volgende lezen: Het overkoepelende doel van het project: De didactiek van TOL (taalontwikkelend lesgeven) en TVO (=taalvaardigheidsonderwijs) in de kleuterklas wordt opleidingsbreed verankerd via de vakdidactiek van niet-taaldocenten en door middel van stagebegeleiding. De projectpartners wensen dit doel te bereiken via verschillende operationele (sub)doelstellingen, zijnde: -
De ontwikkeling van een visietekst TOL De ontwikkeling van een inspiratiegids TOL/TVO De ontwikkeling van een vormingspakket TOL/TVO in stagebegeleiding De integratie van TOL/TVO in BaKO Disseminatie van de projectresultaten
Bekijken we deze projectdoelstellingen nogmaals, dan zijn we van mening dat we ze allemaal met verve behaald hebben. De visietekst TOL ligt er, met een sterk ontwikkelde leerlijn taalontwikkelend lesgeven doorheen BaKO; er werden drie (in plaats van één) inspiratiegidsen ontwikkeld. Een vormingspakket voor de stagebegeleiding werd niet als dusdanig ontwikkeld, er werd echter wel een workshop rond TOL in stagebegeleiding uitgewerkt (die tijdens de afsluitende netwerkdag werd gegeven), en daarbovenop werden nog twee workshops ontwikkeld (welke niet voorzien waren in het projectvoorstel), namelijk TOL in andere vakken en een workshop rond de leerlijn taalontwikkelend lesgeven. Deze workshops werden ook tijdens de inspiratiedag aangeboden aan de deelnemers. Uit de integratie van TOL/TVO in BaKO (zie onder 1.3.2. Resultaten: integratie TOL in onze eigen opleidingen) blijkt duidelijk dat alle projectpartners de collega’s uit hun team ook sterk gecoacht hebben wat betreft TOL in hun eigen vakgebied, en wat betreft oog voor TOL tijdens de stagebegeleiding. Wat betreft de disseminatie van de projectresultaten: We organiseerden een succesvolle afsluitende netwerkdag, zoals voorzien in het projectvoorstel. Deze inspiratiedag werd door de overgrote meerderheid van de deelnemers zeer gesmaakt! Aan het einde van deze netwerkdag werden de visietekst, leerlijn en inspiratiegidsen naar alle deelnemers verstuurd via WE-transfer. Deze documenten werden door Lotte Brants ook gepubliceerd op de website van School of Education (zie http://schoolofeducation.eu/projecten/iedereen-taalklaar). In de nieuwsbrief van Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
27
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
het CTO (Centrum voor Taal en Onderwijs, zie http://www.cteno.be/nieuwsbrief/) zal in december 2013 ook een interview met de projectpartners gepubliceerd worden, over de afsluitende studiedag maar zeker ook over het project (verloop en resultaten) ervan zelf! Daarbij wordt ook een digitale link naar de verschillende documenten gegeven (visietekst, leerlijn en inspiratiegidsen) en worden de contactgegevens van de projectpartners ook gepubliceerd. Wat de artikels in vaktijdschriften betreft: we beschouwen de nieuwsbrief het CTO (één van onze grootste inspiratiebronnen nota bene) zeker als vaktijdschrift; en in het kader van dit project werden er in de loop van 2013 2 artikels gepubliceerd op de website van Klascement http://www.klascement.net/docs/42036/) over meertaligheid talensensibilisering in de klas.
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
van een ook (zie en
28
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
1.4. SAMENVATTING Het project Iedereen Taalklaar streeft een opleidingsbrede verankering van de principes van taalontwikkelend lesgeven (TOL) na: tijdens hun opleiding zullen de studenten niet enkel door hun taaldocenten, maar ook door de overige vakdocenten, praktijkpedagogen en mentoren opgeleid worden tot taalstimulerend handelen in de kleuterklas. De bedoeling is dat studenten daardoor beter in staat zijn om de transfer te maken van hun stage- naar beroepspraktijk. Werken rond TOL met studenten en docenten is niet nieuw, de manier waarop we dit met deze projectpartners hebben aangepakt is wel vernieuwend. We kozen om te werken via een olievlekstrategie, waarbij de naam verwijst naar de manier waarop inktvlekken zich verspreiden op bv. een stuk vloeipapier: verschillende kleine verspreide puntjes groeien snel en bedekken algauw het hele papier. In dit project hebben de vier projectpartners (taaldocenten van HUB, KAHOSL en KHLim) drie vakspecialisten (docenten wiskunde, muzikale opvoeding en wereldoriëntatie) ondersteund. Deze zeven docenten hebben op hun beurt collega’s (uit het docententeam en uit het werkveld) geïnspireerd, gemotiveerd en geïnformeerd. Eenmaal gestimuleerd om in te zetten op taalvaardigheidsonderwijs en taalontwikkelend lesgeven, zullen deze collega’s de principes van taalstimulerend handelen in de klas overbrengen op hun studenten, in zowel de begeleiding als de evaluatie. Daardoor voelen studenten BaKO de voortdurende noodzaak van werken rond taalstimulering in de kleuterklas, en zorgen ze uiteindelijk voor taalklare kleuters. Iedereen die meer te weten wil komen over taalontwikkelend lesgeven aan kleuters, vindt in de ontwikkelde taalklare visietekst een samenvoeging van alle bestaande theorieën, met voldoende ideeën om er ook daadwerkelijk mee aan de slag te gaan. Deze visietekst is een unieke bron van informatie voor alle lerarenopleiders in Vlaanderen: deze informatie werd nog niet op deze manier samengebracht tot hiertoe. Met het hoofdstuk rond TOL kunnen vooral taaldocenten aan de slag, het kan als cursus dienst doen, alles rond TOL en TVO werd mooi samengebracht. Het hele opleidingsteam BaKO kan aan de slag met de leerlijn taalontwikkelend lesgeven in het kleuteronderwijs, die je in het vijfde hoofdstuk van de visietekst terugvindt. De inspiratiegidsen die in het kader van het project ontwikkeld werden, zijn bedoeld als bron of als ‘syllabus’ vol taalontwikkelende aanbevelingen voor alle docenten BaKO. De visietekst draait vooral rond TOL en is daardoor uitermate geschikt voor de taaldocenten BaKO, de inspiratiegidsen zetten echter stukken theorie uit de visietekst om naar bruikbare, kant en klare tips voor de vakdocenten muziek, wereldoriëntatie en wiskunde. Docenten beweging, beeld, godsdienst, ICT … kunnen hier echter ook mee aan de slag, gezien er zeer veel transfers naar andere vakgebieden en ontwikkelingsdomeinen te maken zijn.
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
29
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
2. ACTIVITEITEN/WERKINGSVERSLAG 2.1. PROJECTGROEP EN BETROKKENEN 2.1.1. PROJECTTEAM SoE stafmedewerker:
30
Lotte Brants Kernpartners: Jaantje Verbruggen (promotor) (HUB) (penvoerende instelling) Guido Cajot (KHLim) Marleen Mesotten (KHLim) Helena Taelman (KaHoSL) Specialisten: vakdocenten muziek, wereldoriëntatie, wiskunde, pedagogie uit de 3 opleidingen. Resonantiegroep: opleidingshoofden BaKO, medewerkers begeleidingsdiensten en CTO, taalbeleidscoördinatoren.
pedagogische
Resonantiegroep visietekst: Ilse Banck, lector, pedagoog en stagecoördinator lerarenopleiding BaKO. Tevens vakspecialist wiskunde Jos Cuypers, lector Nederlands BaKO, Katholieke Hogeschool Limburg Ann Deburchgrave, opleidingshoofd BaKO en vakspecialist Nederlands, Katholieke Hogeschool Limburg Katleen Eerdekens, lector wereldoriëntatie BaKO, Katholieke Hogeschool Limburg Sofie Jonckheere, stafmedewerkster R.I.C. Foyer (Brussel) Els Mertens, lector godsdienst en opleidingshoofd BaKO, HUB (Hogeschool–Universiteit Brussel) Rebekka Van der Borght, medewerker hoger onderwijsproject, Huis van het Nederlands (Brussel) Lieve Van Severen, taaldocent Katholieke Hogeschool Sint-Lieven Jonas Vreys, opleidingshoofd BaKO en vakspecialist Nederlands, Thomas More, Campus Vorselaar Ann Wuyts, muziekdocent Katholieke Hogeschool Sint-Lieven Interviewees: HUB - Hogeschool – Universiteit Brussel Ilse Banck, lector wiskunde, pedagoog en stagecoördinator BaKO Annemie Natens, lector wereldoriëntatie BaKO Brigitte Puissant, lector wiskunde en pedagoog BaKO Dominique Temmerman, lector muziek BaKO en BaSO Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
Katholieke Hogeschool Limburg Kathleen Eerdekens, lector wereldoriëntatie, BaKO Kathleen Hoebregs lector godsdienst BaKO Anne Hubo, lector muziek BaKO Jo Huylebroeck, lector beeldopvoeding BaKO Kathleen Roosen, lector pedagogische wetenschappen BaKO Katholieke Hogeschool Sint-Lieven Ann Wuyts - lector muziek BAKO Annemie Merckx - lector wiskunde BAKO Roos Steeman - lector wereldoriëntatie BAKO Marieke Coessens - lector wereldoriëntatie BAKO Filip Van Keer - pedagoog BAKO BaKO-teams: opleidingsteams van de projectpartners.
2.1.2. TAAKVERDELING Kernpartners: Jaantje Verbruggen (promotor) (HUB) (penvoerende instelling) Guido Cajot (KHLim) Marleen Mesotten (KHLim) Helena Taelman (KaHoSL) We stelden aan het begin van het project een tijdsschema op, gekoppeld aan de verschillende operationele doelstellingen (OD). Het tijdschema werd niet op de voet gevolgd, de doelstellingen werden wel bereikt (zij het niet steeds op de vooropgestelde manier). Ze kregen elk een eigen kleur, om het overzichtelijk te houden. Zie hieronder welke doelstellingen welke kleur kregen, en wie verantwoordelijk was voor welke doelstellingen OD1: Visietekst TOL OD2: Inspiratiegidsen TOL (taal en/in andere vakken) OD3: Workshops TOL OD4: Integratie TOL in eigen opleiding OD5: Disseminatie
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
31
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
HUB
KAHOSL
coördinatie project (verslagen vergaderingen; planning; eindrapportering …) eindredactie visietekst & leerlijn coördinatie deelgids wiskunde eindredactie inspiratiegidsen coördinatie vormgeving inspiratiegids verspreiding inspiratiegidsen uitwerking workshop TOL in andere dan taalvakken eindverantwoordelijke organisatie netwerkdag
KHLIM
redactie visietekst en leerlijn coördinatie deelgids muziek
coördinatie deelgids wereldoriëntatie
uitwerking workshop leerlijn TOL BaKO integratie in BaKO organisatie netwerkdag
uitwerking workshop TOL in stagebegeleiding
Specialisten: Input leveren voor en feedback geven op de inspiratiegids. Per vakgebied is er één specialist die als eerste vakspecifieke feedback levert bij de uitwerking van de inspiratiegids, de pedagoog koppelt terug vanuit een meer opleidingsbreed standpunt. Resonantiegroep: Resoneren op visietekst, inspiratiegids, workshop, organisatie netwerkdag. (Specifiek voor de interviewees) middels gerichte vragen input leveren voor visietekst, inspiratiegidsen en workshops netwerkdag. BaKO-teams: Visie van het project ondersteunen en implementeren in opleiding, eigen vakgebied/ontwikkelingsdomein en stagebegeleiding.
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
32
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
2.2. OVERZICHT VAN ACTIVITEITEN Onder 1.2 Werkwijze en 1.3 Resultaten/conclusies kon u al een en ander lezen over het verloop van dit project. Ook onder 4. Relevante eindproducten en bewijsmaterialen (documenten op cd-rom, omschrijving in dit eindrapport) vindt u veel informatie terug over de activiteiten (met daarbij bewijsmaterialen en ontwikkelde materialen vanuit het project)). Hieronder een omschrijving van de belangrijkste acties die we ondernamen in het kader van het project Iedereen Taalklaar: OLIEVLEKSTRATEGIE: Werken rond TOL met studenten en docenten is niet nieuw, de manier waarop we dit met deze projectpartners hebben aangepakt is wel vernieuwend. We kozen om te werken via een olievlekstrategie, waarbij de naam verwijst naar de manier waarop inktvlekken zich verspreiden op bv. een stuk vloeipapier: verschillende kleine verspreide puntjes groeien snel en bedekken algauw het hele papier. In dit project hebben de vier projectpartners (taaldocenten van HUB, KAHOSL en KHLim) drie vakspecialisten (docenten wiskunde, muzikale opvoeding en wereldoriëntatie) ondersteund. Deze zeven docenten hebben op hun beurt collega’s (uit het docententeam en uit het werkveld) geïnspireerd, gemotiveerd en geïnformeerd. Eenmaal gestimuleerd om in te zetten op taalvaardigheidsonderwijs en taalontwikkelend lesgeven, zullen deze collega’s de principes van taalstimulerend handelen in de klas overbrengen op hun studenten, in zowel de begeleiding als de evaluatie. Onze hoop is dat studenten daardoor de voortdurende noodzaak voelen van werken rond taalstimulering in de kleuterklas, en uiteindelijk zorgen voor taalklare kleuters. Een voorbeeld van de olievlekstrategie: We ontwierpen 3 inspiratiegidsen om TOL te integreren in de vakdidactiek van muziek, wereldoriëntatie en wiskunde. Deze inspiratiegidsen werden opgesteld in voortdurende wisselwerking met vakdocenten en intermediairen uit het werkveld. We vertrokken van rondetafelgesprekken en interviews met de vakdocenten waarin we peilden naar welke typeactiviteiten ze onderwijzen, waar er reeds aandacht is voor TOL, waar de vakdocenten mogelijkheden zien om TOL te integreren, en hoe we de ontwikkelingslijn TOL konden vormgeven in hun vakdidactiek. Ook onderzochten we samen met hen hoe wij hen vanuit onze eigen talige vakdidactiek hierbij het beste ondersteunen. De verschillende projectpartners vertrokken nadien in eigen trajecten, ieder op zijn eigen manier: we hebben elkaar vrij gelaten om voor de inspiratiegidsen in het eigen departement aan de slag te gaan binnen een bepaald vakgebied: muziek, wereldoriëntatie en wiskunde. Deze vakken hebben de projectpartners zelf gekozen, vanuit een bepaalde affiniteit met dat vakgebied of ook wel een goede samenwerking met de betreffende collega. De resultaten van de rondetafelgesprekken en de eigen trajecten hebben we bij elkaar gebracht in de inspiratiegidsen.
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
33
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
BIJEENKOMSTEN PROJECTPARTNERS: In de loop van dit eenjarige project zijn de kernpartners (4) 12 maal samengekomen. Tijdens deze taalklare vergaderingen werden acties opgesteld; werd teruggeblikt naar ondernomen acties; werd vooruitgeblikt naar acties in de nabije en iets verder gelegen toekomst; werden materialen ontwikkeld, aangepast, bijgeschaafd (denk aan de visietekst, de leerlijn, de workshops voor de inspiratiedag). De verslagen van deze vergaderingen zijn terug te vinden op de bijgevoegde cd-rom (zie ook 4. Relevante eindproducten). RESONANTIEGROEP: We hebben onze visietekst aan de resonantiegroep voorgelegd, en hun feedback verwerkt in het document. RONDETAFELGESPREKKEN BAKO-TEAMS: Met de ‘andervakdocenten’ hebben de projectpartners (allen taaldocenten) onderzocht op welke manier studenten de taalstimulerende principes kunnen toepassen tijdens al hun (vakspecifieke) activiteiten in de kleuterklas. M.a.w. hoe kunnen de vakdocenten in hun vakdidactiek aandacht besteden aan taalontwikkelend lesgeven, zodat studenten kleuteronderwijs ook door hen aangespoord worden om hun activiteiten taalontwikkelend te maken. TRAJECTEN PROJECTPARTNERS + VAKSPECIALISTEN: Elke projectpartner heeft ook een ‘eigen’ traject afgelegd met een vakspecialist uit zijn instelling (HUB: wiskunde; KaHoSL: muziek; KHLim: wereldoriëntatie). Het traject dat KaHoSL aflegde met de vakspecialist muziek, het traject dat KHLim aflegde met de vakspecialist wereldoriëntatie, het traject dat HUB aflegde met de vakspecialist wiskunde, vindt u terug in de bijlagen (cd-rom). Er worden in deze bijlagen ook bewijsmaterialen en ontwikkelde materialen vanuit de trajecten weergegeven (zie ook 4.4. Trajecten projectpartners + vakspecialisten). TERUGKOPPELING NAAR DE BAKO-TEAMS: Gedurende het projectjaar werden de bevindingen voortdurend teruggekoppeld naar de eigen teams, door de verschillende projectpartners. Een voorbeeld is de denktweedaagse van het opleidingsteam BaKO-HUB (begin juli 2013), waar een halve dag besteed werd aan het in team aanpassen van de stagebeoordelingsformulieren, activiteitenvoorbereidingen, op basis van de ervaringen die de projectpartner en vakspecialist uit hun team hadden vanuit het project. Deze voorbeelden vindt u ook terug in de bijlagen (cd-rom). (zie ook 4.5. Terugkoppeling naar de BaKO-teams). ORGANISATIE NETWERKDAG: Voor de afsluitende studiedag van het project, nodigden we enkele topsprekers uit die het voormiddaggedeelte verzorgden; in de namiddag volgden de deelnemers workshops. Hierboven werd deze netwerkdag uitvoerig beschreven. Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
34
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
2.3. REFLECTIE OVER HET PROJECT 2.3.1. STERKTES De focus op kleuteronderwijs leidde tot een erg heldere vertaling van de TOLprincipes binnen deze specifieke context. Bovendien voelden de collega-docenten zich hierdoor (focus op kleuteronderwijs) direct aangesproken. De meeste docenten van de drie partneropleidingen beseffen erg goed hoe de verschillende ontwikkelingsdomeinen met elkaar verweven zijn in het kleuteronderwijs. TOL raakt dus ook aan wat zij belangrijk vinden. Via de reflectiegesprekken (in zowel de interviews met vakdocenten, trajecten met vakspecialisten en terugkoppelingsmomenten naar de eigen teams) en de netwerkdag zijn de BaKO-docenten zich (nog meer) bewust geworden van het belang van de competentie taalontwikkelend lesgeven voor hun studenten; en van de rol die zij daarin te vervullen hebben. Een getuigenis van de KHLim-partners: “Door de intense coaching is de docent wereldoriëntatie helemaal doordrongen van TOL; zij is overtuigd van de meerwaarde van krachtige taalinterventies om WO-vakdoelen te bereiken en gaat hiermee aan de slag in haar cursussen en lessen. De docenten wiskunde en muziek passen nu reeds de aanbevelingen van de inspiratiegidsen toe. De andere vakdocenten vragen hulp bij het vertalen van de principes van TOL binnen hun vakgebied.” Een getuigenis van de KaHoSL-partners: “De afsluitende netwerkdag was erg inspirerend voor de docenten van KAHOSL. Goede scope, goede sprekers.” Een getuigenis van de HUB-partners: “Elke vakdocent blijkt een taaldocent te zijn, maar het werkt in 2 richtingen: elke taaldocent is ook altijd een lerarenopleider (binnen BaKO, welteverstaan). De andervakdocenten denken mee na over taal, dat is uit dit project duidelijk gebleken, maar de sterkte in ons BaKO-team is dat alle docenten, ook de taaldocenten, mee moeten nadenken over stages, andere vakken …. De sterkte van dit project is dat die wisselwerking zo duidelijk naar voren kwam.”
2.3.2. ZWAKTES Het bereik van het project is voorlopig beperkt tot de 3 hogescholen die aan het project deelnamen, en zou nu zijn weg moeten vinden naar de andere hogescholen van Vlaanderen. Het artikel in de CTO-Nieuwsbrief over ‘Iedereen Taalklaar’ kan een prikkel zijn om de opbrengsten van het project verder uit te dragen. Een extra bedenking van de KHLim-partners: “Voor de KHLim is de lokale verspreiding belangrijk en hiervoor moeten er over de netten heen contacten gelegd worden, wat gezien de concurrentiepositie niet Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
35
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
gemakkelijk is.” Voor de HUB en de KaHoSL geldt hetzelfde. Een extra bedenking van de KaHoSL-partners: “De vertaling van de TOL-principes naar andere vakdomeinen dan diegene die behandeld werden is niet geheel duidelijk voor de docenten van de andervakgebieden in KAHOSL.”
2.3.3. KANSEN De ontwikkelde materialen worden verspreid via verschillende kanalen, zo hopen we het overgrote deel van de lerarenopleiders in Vlaanderen te bereiken (Lirias, School of Education, Lopon², Elant, CTO, Foyer …). Via School of Education werden al contacten gelegd met verantwoordelijken van andere projecten (2KP). De kansen voor de HUB: In dit rapport kon u reeds lezen hoe de resultaten van dit project werden geïmplementeerd in de opleiding BaKO-HUB (ontwikkeling nieuwe lesvoorbereidingsformulieren, stagebeoordelingsformulieren, kijkwijzers, leergroep, opdrachten DPF …). We gaan verder met de integratie middels verschillende werkgroepen, waaronder die van de MISC-impulsen (zie elders in dit verslag). De bevindingen uit dit project zullen ook meegenomen worden in de (verdere) uitwerking van andere projecten, zoals Dit ben ik in Brussel, De Letterflat, Minimaal Maxitaal … sommige van deze projectaanvragen zijn momenteel nog volop in ontwikkeling. Een getuigenis vanuit de HUB: “Het project ‘stopt’ niet voor de HUB: als hogeschool gaan we ervoor verder vanuit het taalklare kader te denken, we willen taal overal integreren, zodanig dat het sterk/nog sterker verankerd raakt in ons team.” De kansen voor de KHLim: Momenteel is er in de KHLim-lerarenopleiding een curriculumvernieuwing aan de gang en dit vanuit een nieuwe visie op leraarschap. Er zijn een aantal ontwerpteams opgericht die dit nieuwe curriculum vorm geven. Taalontwikkelend lesgeven kan mits de nodige professionalisering één van de belangrijke pijlers in deze vernieuwing worden. Onmiddellijk na de conferentie van 18 oktober 2013 kwam een groep met BaLO-taaldocenten van HUB-KHOSL, Thomas More (Mechelen), KHLeuven en KHLim samen om een projectvoorstel TOL uit te schrijven voor de nieuwe projectronde van School of Education. Het project ‘Iedereen Taalklaar’ wordt de basis waarop de nieuwe projectgroep kan verder bouwen. De kansen voor de KaHoSL: In KAHOSL liep dit project parallel met een ander project van SoE waarin een review over woordenschatonderwijs in de kleuterklas werd geschreven. Deze Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
36
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
synergie leidde tot de opstart van een nieuw project rond informatieve prentenboeken in het kleuteronderwijs. In dit project gaan TOL en wereldoriëntatie hand in hand. Dit project kan rekenen op erg veel draagkracht bij de docenten wereldoriëntatie, de pedagogen van de opleiding, het werkveld. De principes van TOL kunnen nog beter geïntegreerd worden in de stagebegeleiding. Hiervoor komen kansen wanneer de tweedejaars ook een vorm van intervisie zouden krijgen tijdens de stagebegeleiding. Dit wordt onderzocht in het kader van een curriculumhervorming. Video-opnames maken van stagemomenten in de kleuterklas bieden extra kansen. Er wordt in de opleiding verkend of, hoe, wanneer dit mogelijk is.
2.3.4. BEDREIGINGEN Het vele ontwikkelde materiaal mag niet verdwijnen in de lades van de deelnemers van het project. De olievlek mag niet opdrogen, maar er zijn de talloze andere taken die lerarenopleiders opgelegd krijgen. De visitatiecommissie die begin december 2013 in BaKO-HUB en BaKO-KHLim zal neerstrijken, slorpt alle aandacht op, waardoor de ontstane energie bij het behaalde resultaat van het project dreigt te gaan verdwijnen. KHLim: “De intense samenwerking van de vakgroep Nederlands met BaKO- en BaLOdocenten moet er voor zorgen dat het taalontwikkelend lesgeven een centrale plaats krijgt in het taalbeleidsplan van KHLim-lerarenopleiding.”
3. FINANCIEEL VERSLAG Het financiële eindrapport werd gemaakt op basis van de Bijlage IV Sjabloon financiële verslaggeving – één jaar, en vindt u terug als bijlage bij dit rapport (Financiële verslaggeving Iedereen Taalklaar).
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
37
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
4. RELEVANTE EINDPRODUCTEN EN BEWIJSMATERIALEN Hieronder vindt u een opsomming van de relevante eindproducten die werden ontwikkeld in het kader van Iedereen Taalklaar. De producten zelf worden op cdrom bij dit verslag geleverd. Er wordt hieronder ook ingegaan op de bijlagen bij dit eindrapport: deze bijlagen werden tevens op cd-rom gebrand en bij dit verslag gevoegd. Wat de visietekst TOL, de taalklare leerlijn (beide 4.1.) en de inspiratiegidsen Tol in andere vakken (4.2.) betreft: deze materialen werden gepubliceerd op de website van School of Education. Na de afsluitende inspiratiedag van het project, werden deze materialen ook verstuurd (via WE-transfer) naar alle deelnemers van de studiedag. Het Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO) neemt normaal gezien deze documenten ook op de website op, bij de publicatie van het interview met de projectpartners in de nieuwsbrief van december 2013. De documenten werden ook ingevoerd in Lirias (de publicatiedatabank van de KU Leuven), en verschijnen binnenkort normaal gezien ook op de websites van Lopon² en Elant. Ook Foyer is geïnteresseerd om de materialen op de website te publiceren, maar daar moet eerst afgetast worden of de inhouden wel voldoende aansluiten bij de scopes van Foyer (meertaligheid en talensensibilisering).
4.1. VISIETEKST TOL EN TAALKLARE LEERLIJN 1 visietekst TOL + leerlijn TOL Iedereen die meer te weten wil komen over taalontwikkelend lesgeven (TOL) aan kleuters, vindt in deze taalklare visietekst een samenvoeging van alle reeds bestaande theorieën hierover, met voldoende ideeën om er ook daadwerkelijk mee aan de slag te gaan. Deze visietekst is een unieke bron van informatie voor alle lerarenopleiders in Vlaanderen: deze info werd nog niet op deze manier samengebracht tot hiertoe. Met het hoofdstuk rond TOL kunnen vooral taaldocenten aan de slag, het kan als cursus dienst doen, alles rond TOL en taalvaardigheidsonderwijs (TVO) werd mooi samengebracht. Het hele opleidingsteam BaKO kan aan de slag met de leerlijn taalontwikkelend lesgeven in het kleuteronderwijs, die je in het laatste hoofdstuk van de visietekst terugvindt. Het projectteam ontwikkelde ook een ontwikkelingslijn taalpedagoog voor de studenten uit de lerarenopleiding BaKO, waarbij ze de principes van taalontwikkelend lesgeven gradueel integreren in hun eigen praktijk gedurende de opleiding. Deze leerlijn maakt deel uit van de visietekst. Deze leerlijn kan als inspiratiebron dienen voor de eigen leerlijn van de verschillende BaKOopleidingsteams, aangepast aan de kenmerken de verschillende opleidingen Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
38
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
kleuteronderwijs. We specificeerden daarbij niet alleen taken voor de taaldocenten, maar evengoed taken voor ‘andervakdocenten’ en stagebegeleiders. Door de principes van taalontwikkelend lesgeven te laten doorsijpelen in de vakdidactiek van andere vakgebieden, tijdens stagevoorbereiding en stage-evaluatie, verhogen we de kans dat de studenten zich dit eigen maken.
4.2. INSPIRATIEGIDSEN TOL 2 inspiratiegidsen TOL Iedereen die meer te weten wil komen over taalontwikkelend lesgeven (TOL) Taal en/in Wiskunde Taal en/in Wereldoriëntatie Taal en/in Muziek De inspiratiegidsen die in het kader van het project ‘Iedereen Taalklaar’ ontwikkeld werden, zijn bedoeld als bron of als ‘syllabus’ vol taalontwikkelende aanbevelingen voor alle docenten BaKO. De taalklare visietekst draait vooral rond TOL en is daardoor uitermate geschikt voor de taaldocenten BaKO, de inspiratiegidsen zetten echter stukken theorie uit de visietekst om naar bruikbare, kant en klare tips voor de vakdocenten muziek, wereldoriëntatie en wiskunde. Docenten beweging, beeld, godsdienst, ICT … kunnen hier echter ook mee aan de slag, gezien er zeer veel transfers naar andere vakgebieden en ontwikkelingsdomeinen te maken zijn.
4.3. AFSLUITENDE INSPIRATIE-/NETWERK-/STUDIEDAG IEDEREEN TAALKLAAR 3 inspiratiedag TK De projectpartners organiseerden, ter afsluiting van het project maar ook als aanzet tot een bestendige implementatie van de TOL-principes in de vakdidactiek en stagebegeleiding over heel Vlaanderen, een inspirerende netwerkdag voor alle lerarenopleiders kleuteronderwijs en taalbeleidscoördinatoren. Op bijgevoegde cd-rom vindt u alle documenten en bewijsmaterialen met betrekking tot die inspiratiedag: De studiedag werd, buiten door de projectpartners zelf, via verschillende relevante kanalen aangekondigd, zoals in
de nieuwsflash van School of Education (september 2013); de nieuwsbrief van Lopon² (Vlaams-Nederlandse vereniging voor lerarenopleiders primair onderwijs Nederlands en Nederlands als tweede taal. LOPON2 wordt in al haar activiteiten ondersteund door de Nederlandse Taalunie) (http://www.lopon2.net/wordpress/); de kalender van Elant (Expertisenetwerk Lerarenopleiders Antwerpen) (http://www.elant.be/);
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
39
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
de e-nieuwsbrief van de onderzoeksgroep onderwijs HUB-KAHO; het opleidingsaanbod onderwijs van het GPV (Groepscentrum Permanente Vorming) van de HUB (oktober 2013) (http://gpv.hubrussel.be/).
U vindt verder: een mapje met foto’s van de inspiratiedag; een mapje ‘workshops’, met documenten i.v.m. de workshops (o.a. de keuze van de deelnemers, PPT’s die werden gebruikt tijdens de workshops, documenten waarmee gewerkt werd tijdens de verschillende workshops); de evaluatie van de netwerkdag door de deelnemers (en ook een blanco evaluatieformulier, zodat het duidelijk wordt welke vragen de deelnemers voorgeschoteld kregen); de uitnodiging van de netwerkdag, de introductieslides die we projecteerden aan het begin van de dag, de PPT’s van de sprekers (Wim van Beek en Fien Loman), een mapje met documenten die in het deelnemersmapje van de netwerkdag zaten …
4.4. TRAJECTEN PROJECTPARTNERS + VAKSPECIALISTEN 4 trajecten partners + specialisten Elke projectpartner heeft ook een ‘eigen’ traject afgelegd met een vakspecialist uit zijn instelling (HUB: wiskunde; KaHoSL: muziek; KHLim: wereldoriëntatie). Per instelling werd er een mapje aangemaakt, waarin u een beschrijving vindt van het gevolgde traject, de resultaten daarvan, eventueel ontwikkelde materialen. In het mapje van de KHLim vindt u een PPT-presentatie waarin het verloop van het coachingstraject (taaldocenten project + vakspecialist wereldoriëntatie) beschreven wordt. Wat het parcours van de KHLim met de vakdocent wereldoriëntatie betreft, verwijzen we ook graag naar de inspiratiegids Taal en/in wereldoriëntatie, waar dit traject ook gedetailleerd in beschreven staat. U vindt in het mapje van de KHLim eveneens een ‘getuigenis’ (audiovisueel fragment) van de gecoachte docent in kwestie. In het mapje van de KaHoSL vindt u ene beschrijving van het traject dat de taaldocent daar aflegde met de docent muziek en met het opleidingsteam; en u vindt een verslag van een overleg tussen de taaldocent en de vakspecialist muziek (met o.a. een analyse van de cursussen muziek). In het mapje van de HUB vindt u 6 submapjes met telkens de verslagen van de vergaderingen die plaatsvonden tussen de taaldocent en de vakspecialist wiskunde, en de daaraan gekoppelde acties, bewijsmaterialen, ontwikkelde materialen. In dit kader is het belangrijk om te vermelden dat de vakdocent wiskunde tevens pedagoog én stagecoördinator van de opleiding is, en de acties van het begin af aan een veel breder domein omvatten dan ‘taal en wiskunde’. In het document ‘Traject HUB – overzicht’ vindt u de korte inhoud van elk overlegmoment.
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
40
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
4.5. TERUGKOPPELING NAAR DE BAKO-TEAMS 5 terugkoppeling naar BaKO-teams Gedurende het projectjaar werden de bevindingen voortdurend teruggekoppeld naar de eigen teams door de verschillende projectpartners. Een voorbeeld is de denktweedaagse van het opleidingsteam BaKO-HUB (begin juli 2013), waar een halve dag besteed werd aan het in team aanpassen van de stagebeoordelingsformulieren, activiteitenvoorbereidingen, op basis van de ervaringen die de projectpartner en vakspecialist uit hun team hadden vanuit het project. Deze voorbeelden vindt u ook terug in de bijlagen (cd-rom). In deze map vindt u good practices over de ‘terugkoppeling naar het BaKO-team van de HUB’. U vindt 5 mapjes terug: Vergaderingen BaKO-team:
Verslag jaarvergadering 1ste opleidingsjaar: hieruit blijkt duidelijk dat: o o
Er een belangstellingscentrum voor de eerste weekstage (13-14) werd gekozen vanuit het project Iedereen Taalklaar 1 van de 8 leergroepen uit het eerste opleidingsjaar zal aangepast worden, op basis van de bevindingen uit het project Iedereen Taalklaar
Verslag denktweedaagse van het opleidingsteam BaKO + bijlagen: enkel de relevante delen worden weergegeven, m.a.w. : ¾ van de eerste vergaderdag werd besteed aan het project Iedereen Taalklaar, o.b.v. de bevindingen en voorstellen van de projectpartner en de vakspecialist wiskunde (tevens pedagoog en stagecoördinator) werd bekeken hoe een aantal zaken in de opleiding definitief kon aangepast worden. Uitnodiging Onderwijsteam BaKO 3 december 2013: op deze vergadering met het hele opleidingsteam BaKO zal, onder agendapunt 4. Impulsen geven: algemeen kader, verder gebouwd worden op het project Iedereen Taalklaar: tijdens het project werd er een kijkwijzer ‘vragen stellen in de kleuterklas’ (taaluitlokking door de kleuteronderwijzer) ontwikkeld. Gezien er in de opleiding ook reeds jarenlang voor gekozen wordt de studenten met de MISC-impulsen van Feuerstein te laten werken in bepaalde lesvoorbereidingen, kozen we ervoor deze MISC-impulsen ook te integreren in de kijkwijzer vraagstelling. Een werkgroep dacht reeds een kader uit, tijdens de vergadering van 3 december zal hierop gereflecteerd worden en feedback gegeven worden door het hele team, zodat de werkgroep de kijkwijzer kan aanpassen en vanaf volgend jaar kan integreren in de opleiding BaKO, voor alle lesvoorbereidingen. (zie ook 1.3.2. Integratie TOL in onze eigen opleidingen, Integratie TOL in BaKO-HUB, p.21).
Lesvoorbereidingsformulieren: hier vindt u 2 mapjes terug: een mapje met de oorspronkelijke lesvoorbereidingsformulieren (= AV’en = activiteitenvoorbereidingen) van BaKO-HUB, en een mapje met de herwerkte lesvoorbereidingsformulieren (templates); o.b.v. de bevindingen uit het project Iedereen Taalklaar. De suggesties voor deze aanpassingen werden in eerste instantie door de projectcoördinator en vakspecialist wiskunde (tevens pedagoog en stagecoördinator) gedaan; maar werden verrijkt en aangevuld door het gehele opleidingsteam BaKO.
Stagebeoordeling: in deze map vindt u tevens 2 mapjes terug, waarvan het eerste de oorspronkelijke stagebeoordelingsformulieren bevat (met de feedback van Fien Loman van het CTO daarbij); en het tweede mapje de vernieuwde Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
41
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
beoordelingsformulieren. Ook deze templates werden herwerkt o.b.v. de bevindingen uit het project Iedereen Taalklaar. De suggesties voor deze aanpassingen werden in eerste instantie door de projectcoördinator en vakspecialist wiskunde (tevens pedagoog en stagecoördinator) gedaan; maar werden verrijkt en aangevuld door het gehele opleidingsteam BaKO.
Aanpassing leergroep: de vijfde leergroep van de eerste opleidingsfase BaKOHUB, nl. over ‘instap en instructies’, werd door de projectcoördinator + vakspecialist aangepast n.a.v. de bevindingen uit het project Iedereen Taalklaar.
Opdrachten DPF: de studenten BaKO-HUB houden gedurende hun hele opleiding een digitaal portfolio bij, gebaseerd op de competenties uit het beroepsprofiel·. Daarin werd ook de competentie ‘Taalvaardigheid’ opgenomen, onderverdeeld in ‘De leraar als taalgebruiker’ en ‘De leraar als taalpedagoog’. N.a.v. het project Iedereen Taalklaar, werden de opdrachten van ‘de leraar als taalpedagoog’ serieus aangevuld in alle opleidingsjaren (m.a.w.: het gaat niet enkel over de starttaalvaardigheid of de academische taalvaardigheid van de student (taalgebruiker); de professionele taalvaardigheid heeft vanaf nu ook het gewicht dat ze verdient (taalpedagoog).
4.6. INTERVIEW NIEUWSBRIEF CTO 6 interview nieuwsbrief CTO Na de afsluitende netwerkdag werden de projectpartners geïnterviewd door medewerkers van het Centrum voor Taal en Onderwijs (één van de grootste inspiratiebronnen van het project) over het verloop en de resultaten van het project. Dit interview wordt normaal gepubliceerd in de nieuwsbrief van het CTO van december 2013; en wordt dan door de projectverantwoordelijke nog aan School of Education bezorgd.
4.7. ARTIKELS KLASCEMENT 7 artikels Klascement In het kader van dit project werden er in de loop van 2013 ook 2 artikels gepubliceerd op de website van Klascement (zie http://www.klascement.net/docs/42036/) over meertaligheid en talensensibilisering in de klas (directe link met project: aandacht voor meertaligheid en talensensibilisering in de kleuterklas, zorgt voor meer taalklare kleuters). De artikels vindt u ook terug op de cd-rom bij dit verslag.
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
42
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
4.8. BIJLAGEN EINDRAPPORTERING IEDEREEN TAALKLAAR Onderstaande bijlagen werden op cd-rom gebrand en bij het eindverslag van het project gevoegd:
4.8.1. VERSLAGEN VERGADERINGEN PROJECTGROEP IEDEREEN TAALKLAAR 8 verslagen vergaderingen TK In de loop van dit eenjarige project zijn de kernpartners 12 maal samengekomen. Tijdens deze taalklare vergaderingen werden acties opgesteld; werd teruggeblikt naar ondernomen acties; werd vooruitgeblikt naar acties in de nabije en iets verder gelegen toekomst; werden materialen ontwikkeld, aangepast, bijgeschaafd (denk aan de visietekst, de leerlijn, de workshops voor de inspiratiedag). Deze verslagen werden allemaal opgesteld door de projectcoördinator. In deze map vindt u ook een submap met ‘actieplannen’: de eerste helft van het project hield de projectleider de geplande en ondernomen acties minutieus bij. Na verloop van tijd bleek dit niet meer nodig, noch haalbaar, om het project goed te kunnen opvolgen. U vindt 3 actieplannen terug, tot april 2013.
4.8.2. RONDETAFELGESPREKKEN/INTERVIEWS VAKDOCENTEN BAKO 9 interviews vakdocenten BaKO We ontwierpen 3 inspiratiegidsen om TOL te integreren in de vakdidactiek van muziek, wereldoriëntatie en wiskunde. Deze inspiratiegidsen werden opgesteld in voortdurende wisselwerking met vakdocenten en intermediairen uit het werkveld. We vertrokken vanuit rondetafelgesprekken en interviews met de vakdocenten waarin we peilden naar welke typeactiviteiten ze onderwijzen, waar er reeds aandacht is voor TOL, waar de vakdocenten mogelijkheden zien om TOL te integreren, en hoe we de ontwikkelingslijn TOL konden vormgeven in hun vakdidactiek. Ook onderzochten we samen met hen hoe wij hen vanuit onze eigen talige vakdidactiek hierbij het beste ondersteunen. In de bijlagen op cd-rom vindt u de neerslag van 13 interviews met vakdocenten BaKO, de interviewleidraad die de projectpartners opstelden voor en gebruikten tijdens de vraaggesprekken, en ook een analyse van alle interviews die in het kader van het project gemaakt werd (en waarop werd verder gebouwd om de inspiratiegidsen en visietekst verder vorm te geven).
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
43
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
4.8.3. STUDIEDAGEN EN BIJSCHOLINGEN 10 studiedagen en bijscholingen U vindt op de cd-rom tevens een mapje met ‘studiedagen en bijscholingen’, waarin we de bewijsmaterialen hebben opgenomen van enkele studiedagen waaraan één of meerdere projectpartners hebben deelgenomen; om zich bij te scholen of om zelf bijscholing te geven in het kader van het project Iedereen Taalklaar. Zo heeft de projectleider bv. een presentatie over het project gegeven op de studiedag van School of Education (4 oktober 2013). Van die presentatie vindt u o.a. de slides terug in het mapje, deze werden ook gepubliceerd op de website van School of Education (https://schoolofeducation.eu/studiedag-2013). De projectleider volgde ook een aantal bijscholingen over anders- en meertaligheid in Foyer (Regionaal Integratiecentrum in Brussel); en samen met de vakspecialist wiskunde van de HUB en de projectpartner van de KaHoSL een masterclass ‘Taal in andere vakken’ van Lopon² (waar 1 van de 2 sprekers van de afsluitende netwerkdag een lezing gaf). Enkele bewijsmaterialen van de andere projectpartners werden ook toegevoegd, zo volgde de partner van KaHoSL een infosessie over de methode ‘Dag Jules’ (een to-taal-methode: de nadruk ligt niet alleen op de taalontwikkeling maar evenzeer op de algemene ontwikkeling van peuters van tweeënhalf en drie jaar); gaf de partner van de KHLim ene bijscholing over ‘taal en muziek’ (‘Wie zoekt, die zingt’); ontwikkelde men in de KHLim een poster om het project meer zichtbaar te maken …
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
44
Eindrapport IEDEREEN TAALKLAAR
EINDNOTEN i
Onderwijs.vlaanderen.be, Site van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, Curriculum Basisonderwijs, Kleuteronderwijs, Nederlands, http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/basisonderwijs/kleuteronderwijs/nederlands/uitgangspu nten.htm , overgenomen januari 2013. ii Tekst van de slotlezing door Guido Cajot op NDN-conferentie Taalontwikkelend lesgeven, hoe doe je dat? 3 oktober 2012 in de Arteveldehogeschool Gent. iii Cajot, G. & Geerts, M. (2012). Leerstrategieën: kinderen leren taal. Syllabus vakgroep Nederlands 2 BaLO. Hasselt: KHLim. iv Deels overgenomen uit: SoE Intentieverklaring Taalklaar, 6de ronde 2012 (opgesteld door de projectpartners van ‘Iedereen Taalklaar’ uit de HUB, de KaHoSL en de KHLim, december 2012). v Taalunieversum – Alles over het Nederlands, taalunieversum.org, Taalforum, ‘Welke exacte gegevens bestaan er over de taalachterstand van leerlingen?’ http://taalunieversum.org/onderwijs/taalforum/toon_vraag.php?vraagid=27 , januari 2013. vi Ongepubliceerde data gepresenteerd op een vorming van het CTO op 21 oktober en 16 november 2011. vii Smet, P., Conceptnota Samen taalgrenzen verleggen, 22 juli 2011. Deze conceptnota kan je downloaden via http://www.ond.vlaanderen.be/nieuws/2011/doc/talennota_2011.pdf viii Daems, F. (2011). Elke leraar is taalleraar. Een referentiekader voor taalbeleid in de lerarenopleiding. In D. Van Hoyweghen, Naar taalkrachtige lerarenopleidingen. Bouwstenen van een taalbeleid. Mechelen: Plantyn. ix Daems, F. (2008). Van droom naar werkelijkheid: taalbeleid in de praktijk. In De Hert, W. (2008). Taalbeleid in de praktijk. Mechelen: Plantyn. x Paus, H., Rymenans, R., & Van Gorp, K. (2006). Dertien doelen in een dozijn. Een Referentiekader voor taalcompetenties van leraren in Nederland en Vlaanderen. Nederlandse Taalunie: Den Haag. xi Een nieuw profiel voor de leraar kleuteronderwijs en lager onderwijs – Hoe worden leraren daartoe gevormd? Informatiebrochure bij de invoering van het nieuwe beroepsprofiel en de basiscompetenties voor leraren. Departement Onderwijs en Vorming. Je kan deze brochure ook (gratis) downloaden op de site van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, http://www.ond.vlaanderen.be/, webpagina: http://www.vlaanderen.be/nl/publicaties/detail/eennieuw-profiel-voor-de-leraar-kleuteronderwijs-en-lager-onderwijs-hoe-worden-leraren-daartoegevormd-informatiebrochure-bij xii Zie: http://www.detaalcompetenteleerkracht.be xiii Expertisenetwerk School of Education Associatie KU Leuven, http://schoolofeducation.eu/taalbeleid, Een taalbeleid op maat van de lerarenopleiding: http://schoolofeducation.eu/kernproject-een-taalbeleid-op-maat-van-de-lerarenopleiding , 2012. xiv Expertisenetwerk School of Education Associatie KU Leuven, De taalcompetente leerkracht, strategische Strategische doelstellingen: http://www.detaalcompetenteleerkracht.be/index.php?option=com_content&view=article&id=45&I temid=35 , 2012. xv Uit: SoE Intentieverklaring Taalklaar, 6de ronde 2012 (opgesteld door de projectpartners van ‘Iedereen Taalklaar’ uit de HUB, de KaHoSL en de KHLim, december 2012). xvi Uit: SoE Intentieverklaring Taalklaar, 6de ronde 2012 (opgesteld door de projectpartners van ‘Iedereen Taalklaar’ uit de HUB, de KaHoSL en de KHLim, december 2012). xvii Uit: Dickinson, D. K. (2011). Teachers' Language Practices and Academic Outcomes of Preschool Children. Science, 333(6045), 964-967.
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven
45