nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS december 2013
‘Iedereen Taalklaar’ Taalontwikkelend lesgeven integreren in de opleiding kleuteronderwijs moet zorgen voor ‘taalklare’ kleuters Door Fien Loman, CTO-medewerker Taalontwikkelend lesgeven in de kleuterklas, dat doe je niet alleen tijdens typische taalactiviteiten, maar de hele dag door. Daarom hoort de didactiek van Taalontwikkelend lesgeven in de opleiding kleuteronderwijs niet alleen thuis in de cursussen taal, maar moet die ook doorsijpelen in andere cursussen uit andere vakgebieden, en is het een aandachtspunt tijdens de stage. Het project ‘‘Iedereen Taalklaar’’ streeft daarom een opleidingsbrede verankering van de principes van taalontwikkelend lesgeven na: tijdens hun opleiding zullen de studenten niet enkel door de taaldocenten, maar ook door de overige vakdocenten, praktijkpedagogen en mentoren opgeleid worden tot taalstimulerend en taalontwikkelend handelen in de kleuterklas. De bedoeling is dat studenten daardoor beter in staat zijn om de transfer te maken van hun stage naar de beroepspraktijk. Na een bijzonder interessante inspiratiedag van het project ‘‘Iedereen Taalklaar’’, hadden we een gesprek met de verantwoordelijken van het project: Jaantje Verbruggen (HUB), Helena Taelman (KaHo SintLieven), Marleen Mesotten en Guido Cajot (KHLim). Daarin blikken ze terug op het afgelegde traject en nemen ze ook al een kijkje in de toekomst. Jullie dienden bij School of Education1 het project ‘Iedereen Taalklaar’ in. In projectaanvraag staat dat jullie de lerarenopleiding willen versterken, zodat studenten kleuteronderwijs in staat zijn om krachtigere taalleeromgevingen creëren voor alle kleuters. Hadden jullie dan het gevoel dat de lerarenopleiders de studenten daar nood aan hadden?
de de te en
Toch wel, ja. Omdat een goede taalontwikkeling tijdens de kleutertijd van cruciaal belang is voor later schoolsucces, worden studenten kleuteronderwijs opgeleid om een krachtige taalstimuleringsomgeving te creëren voor de kleuters, en dat op alle momenten van de dag. De onderzoekers van het project ‘Iedereen Taalklaar’ merkten tijdens de stagebezoeken echter op dat de studenten de principes van taal-de-hele-dag-door onvoldoende toepassen tijdens hun stages. Dat was volgens ons, taaldocenten, te wijten aan het feit dat de theorie van taalontwikkelend lesgeven (TOL) en taalvaardigheidsonderwijs (TVO) vooral door de taaldocenten overgebracht werd naar de studenten. De taaldocenten trachtten met de studenten wel de transfer te maken naar de andere vakgebieden en ontwikkelingsdomeinen, maar het bleef voor de studenten toch vooral een zaak van het vak ‘taal’. Er waren al wel voorzichtige initiatieven van andere vakdocenten binnen de verschillende opleidingen Bachelor Kleuteronderwijs om de TOL1
Meer info: http://schoolofeducation.eu/
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS december 2013
inhouden te implementeren in hun vakgebieden, maar dat kon beter en vaker toegepast worden. Onder meer door de algemene werkdruk in het hoger onderwijs bleven deze initiatieven beperkt en ontoereikend. Slechts enkele vakdocenten gebruikten TOL in hun lessen, maar dat gebeurde vaak impliciet en zonder veel overleg. We waren ervan overtuigd dat we door een aangepaste coaching van de vakdocenten en een voortdurende terugkoppeling naar het hele team van de opleiding ‘Bachelor Kleuteronderwijs’ konden bijdragen aan een duurzame integratie van de taalstimulerende principes in de onderwijspraktijk van de studenten en bij uitbreiding in het onderwijscurriculum. Daarenboven was en is taalbeleid een ‘hot item’ in alle lerarenopleidingen. De meeste opleidingen Bachelor Kleuteronderwijs willen een breed en geïntegreerd taalbeleid binnen hun opleiding: het blijft niet beperkt tot het in kaart brengen van de starttaalcompetentie van de studenten. Een breed taalbeleid betekent dat je aandacht hebt voor drie taaldomeinen: starttaalvaardigheid, academische taalvaardigheid, en professionele taalvaardigheid. Dit project focuste op de professionele taalvaardigheid van de studenten: we wilden onze collega’s houvast geven, tips, en kapstokken… om ook met die professionele taalvaardigheid aan de slag te kunnen. Jullie hebben samengewerkt met verschillende lerarenopleidingen. Dat is vrij uniek. Hoe hebben jullie deze samenwerking aangepakt? Werken rond taalontwikkelend lesgeven met studenten en docenten is niet nieuw. De manier waarop we dat met deze projectpartners hebben aangepakt, is wel vernieuwend. De projectverantwoordelijken hebben met de docenten van de De projectverantwoordelijken onderzochten met 3 niet-taalvakken onderzocht op welke manieren studenten de vakspecialisten (docenten taalstimulerende principes kunnen toepassen tijdens alle wiskunde, muzikale opvoeding en (vakspecifieke) activiteiten in de kleuterklas. We kozen om te wereldoriëntatie) op welke werken via een olievlekstrategie, waarbij de naam verwijst manieren studenten de naar de manier waarop inktvlekken zich verspreiden op bv. taalstimulerende principes een stuk vloeipapier: verschillende kleine, verspreide puntjes kunnen toepassen in de groeien snel en bedekken algauw het hele papier. In dit kleuterklas. project hebben de vier projectverantwoordelijken drie vakspecialisten (docenten wiskunde, muzikale opvoeding en wereldoriëntatie) ondersteund. Die zeven docenten hebben op hun beurt collega’s (uit het docententeam en uit het werkveld) geïnspireerd, gemotiveerd en geïnformeerd. Eenmaal gestimuleerd om in te zetten op taalvaardigheidsonderwijs en taalontwikkelend lesgeven, zullen die collega’s de principes van taalstimulerend handelen in de klas overbrengen op hun studenten, in zowel de begeleiding als de evaluatie. Onze hoop is dat studenten daardoor de voortdurende noodzaak voelen om te werken rond taalstimulering in de kleuterklas, en uiteindelijk te zorgen voor taalklare kleuters. DE INSPIRATIEDAG: TRANSFER NAAR HET BREDE VELD Op 18 oktober richtten jullie een inspiratiedag in voor alle docenten kleuteronderwijs. Er waren enkele sprekers en jullie hebben workshops georganiseerd. Zijn jullie tevreden? Hoe waren de reacties van de deelnemers?
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS december 2013
We nodigden twee ‘topsprekers’ uit. Wim Van Beek, vakdidacticus natuur- en techniekonderwijs aan de PABO in Haarlem en auteur van ‘Taal, een zaak van alle vakken’, gaf een goed onderbouwde lezing over het belang van woordenschatonderwijs in alle vakken, meer bepaald in het vak wereldoriëntatie. Fien Loman, inhoudelijk coördinator van het project ‘Iedereen taalt’ in Genk en medewerker van het Centrum voor Taal en Onderwijs, sprak heel inspirerend over ‘het coachen van jonge leerkrachten om een taalontwikkelende leeromgeving te creëren’. In de namiddag organiseerden we drie workshops die elk inzoomden op een aspect van het project. Uit de evaluatie bleek dat de deelnemers deze inspiratiedag ervaren hebben als interessant, verrijkend en stimulerend. Er zijn weinig studiedagen over kleuteronderwijs met een dergelijke diepgang, hoorden we enkele deelnemers vertellen. Ze apprecieerden vooral dat er veel concrete tips werden aangereikt om taalontwikkelend les te geven. Sommige deelnemers gaven aan dat ze graag wat meer tijd wilden om de vertaling naar hun eigen vak te maken en dat ze de workshops in de namiddag wat te kort vonden. Enkele deelnemers noemden deze inspiratiedag een must voor lerarenopleiders. Wat nemen jullie vooral mee uit de lezingen van Wim van Beek en Fien Loman? Uit de lezing van Wim van Beek bleek dat het vaak droevig gesteld is met het onderwijs aan kinderen met een taalachterstand. Wim toonde met concrete voorbeelden aan dat vakinhoud en woordenschatuitbreiding nochtans prima hand in hand kunnen gaan door onder andere gebruik te maken van betekenisvolle taken.
Wim van Beek: ‘Woordenschatuitbreiding hoort bij alle vakken. Met meer aandacht voor taalaanbod maak je beter onderwijs.’
Fien Loman bewees dat het broodnodig is om tijd en energie te steken in het opleiden van studenten om taalontwikkelend les te geven. Een student moet een heel ontwikkelingsproces doormaken voordat taalontwikkelend lesgeven een natuurlijke manier van zijn wordt voor hem of haar. Want daar gaat het over: Taalontwikkelend lesgeven is een basishouding, een manier van lesgeven. Rolmodellen zijn daarbij van groot belang. Voor lerarenopleiders, zowel taaldocenten als vakdocenten, geldt dus: ‘teach as you preach’.
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS december 2013
Fien Loman: ‘Taalontwikkelend lesgeven is een basishouding, een manier van lesgeven.’
VISIE EN VERTAALSLAG NAAR DE PRAKTIJK Jullie hebben ook enkele documenten opgeleverd, zoals een visietekst en inspiratiegidsen. Wat kunnen lerarenopleiders daarin precies vinden? En hoe kunnen ze ermee aan de slag in hun eigen praktijk? 1. De visietekst De projectpartners wilden vanaf het begin van het project een visietekst over Taalontwikkelend Lesgeven ontwikkelen. Taalontwikkelend lesgeven kan namelijk erg breed geïnterpreteerd worden. Wij wilden van bij de start van het project ervoor zorgen/er zeker van zijn dat de neuzen in dezelfde richting stonden, dat we vanuit dezelfde basis vertrokken, dat we iets hadden om naar terug te grijpen en dat er een duidelijke afbakening van de inhoud was. Daarenboven werkten we met verschillende lerarenopleidingen samen. Dat betekent dat je elkaar moet leren kennen, zicht moet krijgen op de eigenheid, de cultuur van elke instelling om ook daadwerkelijk samen aan de slag te kunnen gaan. We moesten ook rekening houden met het feit dat de hogescholen een verschillende visie hebben op onderwijs aan kleuters. Daarom was het samen ontwikkelen van een visietekst heel belangrijk. Om tot die visietekst te komen hebben we samen veel literatuur doorgenomen en ons laten inspireren door de sprekers van de inspiratiedag. De visietekst was in de loop van het project een dynamisch document: gedurende de hele duur van het project werd aan deze tekst geschaafd en gesleuteld, tot hij (aan het einde van het project) op punt stond en klaar was voor verspreiding onder de lerarenopleiders Bachelor Kleuteronderwijs. Het was niet evident om de visietekst te ontwikkelen , er bestond immers al erg veel rond TOL en TVO, maar we wilden er toch onze eigen invulling aan geven. Het is een uniek document geworden: deze info werd nog nooit zo geconcentreerd samengebald. Naast het verklaren van een aantal benamingen en principes, vinden docenten er ook heel wat ideeën over TOL in de kleuterklaspraktijk. Taaldocenten kunnen een deel ervan zelfs als cursus inzetten. Er is ook een heel handige leerlijn opgenomen in de visietekst. 2. Inspiratiegidsen We ontwierpen drie inspiratiegidsen met voorbeelden om TOL te integreren in de vakdidactiek van muziek, wereldoriëntatie en wiskunde. De inspiratiegidsen werden opgesteld in voortdurende wisselwerking met vakdocenten en intermediairs uit het werkveld. We vertrokken van
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS december 2013
rondetafelgesprekken en interviews met de vakdocenten, waarin we peilden naar welke type activiteiten ze aanleren, waar er al aandacht is voor TOL, waar de vakdocenten mogelijkheden zien om TOL te integreren, en hoe we de ontwikkelingslijn TOL kunnen vormgeven in hun vakdidactiek. Ook onderzochten we samen met hen hoe wij hen vanuit onze eigen talige vakdidactiek daarbij het best ondersteunen. Elke projectverantwoordelijk koos een vakgebied om in het eigen departement mee aan de slag te gaan. De resultaten van de rondetafelgesprekken en de eigen trajecten hebben we bij elkaar gebracht in de inspiratiegidsen.
De inspiratiegidsen zijn bedoeld als bron of ‘syllabus’ vol taalonwikkelende aanbevelingen voor de docenten Bachelor Kleuteronderwijs.
De inspiratiegidsen zijn bedoeld als bron of ‘syllabus’ vol taalontwikkelende aanbevelingen voor de docenten BaKO. De inspiratiegidsen zetten stukken theorie uit de visietekst om naar bruikbare, kant-en-klare tips voor de vakdocenten muziek, wereldoriëntatie en wiskunde. Docenten beweging, beeld, godsdienst, ICT … kunnen er echter ook mee aan de slag gaan, gezien er zeer veel transfers naar andere vakgebieden en ontwikkelingsdomeinen te maken zijn. Een belangrijk accent lag in dit project ook op het begeleiden van stages. Kunnen jullie enkele concrete tips geven aan niet-taaldocenten over hoe ze via stages de taalontwikkelende competenties van studenten kunnen stimuleren? Een aantal docenten voelde zich onzeker als ze studenten moesten coachen en/of beoordelen op de competentie taal. Sommigen beperkten zich tot het noteren van taalfouten, anderen focusten enkel op taalaanbod. De visietekst en de workshop ‘Oog en oor voor TOL tijdens stagebezoeken’ reikten hen een kader aan om TOL te beoordelen vanuit de drie cirkels van een krachtige leeromgeving voor taal. De docenten zagen de samenhang tussen de verschillende cirkels: het klasklimaat, de taak en de ondersteuning. Ze leerden om naast aandacht te hebben voor het taalaanbod ook aandacht te schenken aan de taalruimte en de taalfeedback. Die krachtige leeromgeving willen we ook voor de studenten zelf creëren door tijdens stagebezoeken bijvoorbeeld niet alleen te focussen op correct taalgebruik, maar ook en vooral oog te hebben voor de taalontwikkelende vaardigheden van de student. Zo is het belangrijker dat een student een begrijpelijke, enthousiasmerende instructie op kindermaat geeft aan de kleuters dan dat de student de uitleg in perfect Algemeen Nederlands geeft. De kleuters zullen immers gemotiveerder aan de slag gaan en zich uitgenodigd voelen om ook hun eigen inbreng te hebben. De docenten leerden om, bij de stagebegeleiding, naast aandacht te hebben voor het taalaanbod ook aandacht te schenekn aan de taalruimte en de taalfeedback.
De visietekst en de inspiratiegidsen kan je terugvinden op de website van School of Education:
http://schoolofeducation.eu/projecten/iedereen-taalklaar
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS december 2013
TERUG- EN VOORUITBLIK OP HET PROJECT Hebben jullie het gevoel dat jullie de doelstellingen van het project behaald hebben? Denken jullie dat jullie een bijdrage hebben kunnen leveren aan het sterker maken van de lerarenopleidingen op gebied van het opleiden van studenten tot taalontwikkelende leerkrachten? De bedoeling was om taalontwikkelend lesgeven te verankeren in de hele opleiding kleuteronderwijs. Dankzij onze inspiratiegidsen, onze visietekst en onze inspiratiedag zijn we er alleszins in geslaagd om onze collega’s bewust te maken van het belang van TOL en om TOL een meer prominente plaats te geven in de drie lerarenopleidingen die deelnamen aan het project. We hielpen vakdocenten wiskunde (HUB), muziek (KaHOSL) en wereldoriëntatie (KHLim) zoeken naar zinvolle taalstimuleringsimpulsen binnen hun vakdidactiek, zodat taalontwikkelend lesgeven zichtbaar wordt in hun vakspecifieke cursussen. Dankzij de intensieve coaching van de vakdocenten kunnen we in onze taalcursussen ook beter linken leggen met de verschillende vakken. Uit de evaluatie van de inspiratiedag bleek dat ook vakdocenten van andere vakken vragende partij zijn om de principes van TOL te vertalen binnen hun vakgebied. Daarnaast hebben we onze collega’s handvatten aangereikt om de toepassing van taalstimulerende principes tijdens de stages beter te begeleiden en te evalueren. We ontwikkelden een leerlijn taalstimulering doorheen de hele opleiding kleuteronderwijzer, die door de taaldocenten geïntroduceerd wordt en die vakdocenten en stagebegeleiders kunnen volgen bij het begeleiden van de studenten. Daar mogen we toch tevreden over zijn. Wat gaat er gebeuren nu het project (bijna) afgelopen is? Hebben jullie nog plannen om het project ‘Iedereen Taalklaar’ te laten doorleven? Naar aanleiding van de bevindingen uit het project ‘Iedereen Taalklaar’ werden in de HUB o.a. volgende aanpassingen/vernieuwingen doorgevoerd.
In de stagebeoordelingsformulieren van de opleiding BaKO werd o.a. een extra rubriek voorzien: onder de competentie ‘Taalvaardigheid’ wordt nu duidelijk gewag gemaakt van ‘De leraar als taalgebruiker’ en ‘De leraar als taalpedagoog’. We namen als opleidingsteam alle activiteitenvoorbereidingen (lesvoorbereidingsformulieren) onder de loep en deden heel wat aanpassingen. In het digitaal portfolio dat alle studenten BaKO bijhouden gedurende hun opleiding en dat werd opgebouwd rond de competenties uit het beroepsprofiel, werden heel wat meer opdrachten opgenomen onder de competentie ‘De leraar als taalpedagoog’. De volgende kijkwijzers werden ontwikkeld: ‘Vragen stellen aan kleuters’ en ‘Instructies geven in de kleuterklas’. Die kijkwijzers worden op het digitale leerplatform voor alle studenten ter beschikking gesteld en dienen als leidraad/checklist bij het opstellen van hun voorbereidingen. Eén van de acht leergroepen van het eerste opleidingsjaar werd volledig aangepast vanuit de bevindingen van het project (‘Instap en instructie in de kleuterklas’); er ligt nu een veel grotere nadruk op de talige begeleiding van activiteiten. Voor het opleidingsonderdeel ‘Nederlands didactiek’ in de eerste opleidingsfase ontwikkelde de docent (tevens projectcoördinator van dit project) een nieuw cursusdeel rond TOL.
© Centrum voor Taal en Onderwijs
nieuwsbrief
TAAL & ONDERWIJS december 2013
Kortom, zeer veel zaken die tot nu toe door de taaldocent werden aangebracht, in de hoop dat de studenten de transfer zouden maken naar de andere vakken, worden nu door de pedagogen en door andere docenten belicht. In de toekomst zullen de kijkwijzers nog bijgeschaafd worden en zal er op basis van de lezingen tijdens de afsluitende inspiratiedag nieuw materiaal ontwikkeld worden door het opleidingsteam, bijvoorbeeld om het ontwikkelingsproces van de student tot taalstimulerende leerkracht extra in de verf te zetten (cf. lezing Jozefien Loman op de inspiratiedag). Ook in de andere lerarenopleidingen beweegt er heel wat. In de KHLim wordt een grondige curriculumwijziging voorbereid die volgend jaar van start gaat. In de nieuwe cursussen zullen de principes van TOL geïntegreerd worden. In KAHOSL start een project rond 'taal en wereldoriëntatie' waarbij kleuteronderwijzers niet alleen verhalende prentenboeken, maar ook informatieve prentenboeken koppelen aan een thema en hierrond een vertelcyclus uitwerken. Verder willen deze leraropleidingen de leerlijn rond taalontwikkelend lesgeven nog beter integreren in de opleiding. Reageren op dit interview?
[email protected]
© Centrum voor Taal en Onderwijs
Mail
naar
[email protected]
of