Zilvergrijsgewijs eindrapport
Indra FAUCONNIER – maatschappelijk werkster Amina KEMELTAEVA – maatschappelijk werkster Dirk VAN HEGHE – coördinator sociaal huis Danny KINDEKENS- departementshoofd maatschappelijk welzijn Wim LEERMAN – ocmw-secretaris -1-
Inhoudstafel
1. 2. 3.
Inleiding .................................................................................................................. 3 Opzet van het project.......................................................................................... 4 Uitvoering en werkwijze........................................................................................ 5 3.1 Omschrijving van de doelgroep ...................................................................... 5 3.2 Methodiek ........................................................................................................... 5 4. Resultaat................................................................................................................. 7 4.1 Weigering............................................................................................................. 7 4.2 Verwerking resultaten ........................................................................................ 7 4.2.1 Algemene gegevens .................................................................................. 7 4.2.2 Gesprek ......................................................................................................... 8 4.2.3 Sociale contacten....................................................................................... 8 4.2.4. Wooncomfort en onderhoud ................................................................... 9 4.2.5 Zelfzorg ........................................................................................................ 10 4.2.6 Gezondheid................................................................................................ 11 4.2.7 Mobiliteit...................................................................................................... 12 4.2.8 Vrije tijd ........................................................................................................ 13 4.2.9 Sociale organisaties................................................................................... 13 4.3 Kwalitatieve resultaten .................................................................................... 14 5. Besluit .................................................................................................................... 15 6. Dankwoord .......................................................................................................... 17 7. Bijlagen ................................................................................................................. 18
-2-
1. Inleiding In de samenleving en dus ook in Geraardsbergen leven personen die moeilijk de weg naar de aangeboden dienstverleningen vinden. Zij die onvoldoende kennis hebben van het dienstverleningsaanbod benutten mogelijks niet ten volle hun rechten en lopen een verhoogd risico op vereenzaming en onderbescherming. Het gaat vooral om kwetsbare groepen waartoe ook personen van een ‘hogere’ leeftijd kunnen behoren. De stad en het ocmw willen hun dienstverleningsaanbod zo toegankelijk mogelijk maken. We willen die personen bereiken die ‘de weg’ moeilijker vinden. En dit is geen gemakkelijke opdracht. Met de opstart van het Sociaal Huis Geraardsbergen in mei 2010 is daartoe een belangrijke stap gezet. Een centraal aanspreekpunt via een fysiek loket, een gratis telefoonnummer en een website, voor alle vragen omtrent sociale dienstverlening verhogen zeker de toegankelijkheid. Op initiatief van de ocmw-voorzitter wou men nog een stuk verder gaan. Middelen werden vrijgemaakt voor een nieuw project. De betrokkenheid van de deelgemeenten en het detecteren van plaatselijke noden dienden centraal te staan. Het project ‘Zilvergrijsgewijs’ zag het levenslicht. Het werd een nabijheidsproject dat onder de ‘vleugels ‘ van het Sociaal Huis uitgewerkt werd. Het is tevens één van de lokale acties die door het OCMW Geraardsbergen gedefinieerd werden in het kader van het project “Onderbescherming”, dat samen met Samenlevingsopbouw en een aantal naburige ocmw’s, specifiek gericht is op de detectie en preventie van situaties van onderbescherming in landelijke gebieden. Vanwaar de naam “Zilvergrijsgewijs” ? Grijs is een kleur die een vrij negatieve connotatie heeft. Zeker als men het heeft over “vergrijzing”, wordt meestal verwezen naar de kwalijke financiële gevolgen van een bevolking waarvan de gemiddelde leeftijd stijgt. Het feit dat mensen ouder worden, is in de eerste plaats een zegen. De vooruitgang van de geneeskunde , de betere voeding en hygiënische omstandigheden maken dat de mens op vandaag gemiddeld een langer en beter leven voor de boeg heeft. Die vergrijzing betekent dan een verrijking van de samenleving. Vandaar zilvergrijs… Leeftijd gaat daarnaast ook gepaard met een schat aan levenservaringen en dus ook een zekere wijsheid. Met respect voor de eigenheid van de doelgroep wilden we de mensen “zilvergrijsgewijs” benaderen voor een warme babbel over hun leefwereld, interesses en bezorgdheden. Na een voorbereidende fase met de opstelling van een projectcharter en de goedkeuring door het schepencollege en de ocmw-raad ging het project op 1 januari 2011 effectief van start. In deze bundel vindt u de opzet, de werkwijze, de resultaten en de besluiten van het project.
-3-
2. Opzet van het project De basisdoelstelling van het project werd als volgt omschreven: “de leefwereld kennen van en het dienstverleningsaanbod bekend maken bij bepaalde 70-plussers in de deelgemeenten door middel van geïnformeerde en opgeleide personen die bepaalde 70-plussers in de deelgemeenten bezoeken.” Deze algemene doelstelling werd omgezet in volgende concrete korte termijn- en lange termijndoelstellingen: korte termijn: o bekendmaking bestaan van het Sociaal Huis Geraardsbergen en andere relevantie dienstverleners o inzicht in de leefwereld van de doelgroep o verzamelen van gegevens o zicht op mogelijke hiaten binnen het huidig aanbod
lange termijn o vertrouwen van de burger in het sociaal systeem en de lokale besturen verhogen o vraaggestuurd aanbod o verbeteren van de zelfredzaamheid bij de doelgroep
-4-
3. Uitvoering en werkwijze Het project werd vanuit een stuurgroep begeleid en werd uitgevoerd door twee deeltijdse maatschappelijk werksters. Samenstelling stuurgroep: o ocmw-secretaris: Wim LEERMAN o departementshoofd maatschappelijk welzijn: Danny KINDEKENS o coördinator sociaal huis: Dirk VAN HEGHE o maatschappelijk werkers: Indra FAUCONNIER en Amina KEMELTAEVA Ad hoc werd de ocmw-voozitter, Guido DE PADT uitgenodigd. Nadat het project werd ingeschreven als lokale actie binnen het project “onderbescherming” werd ook Caroline BALLIAUW, opbouwwerker Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen, aan de stuurgroep toegevoegd. 3.1 Omschrijving van de doelgroep Gezien het binnen een tijdsbestek van een aantal maanden onmogelijk was alle 70plussers in alle deelgemeenten van Geraardsbergen persoonlijk te bezoeken werd een selectie gemaakt. Er werd bepaald om binnen het project 100 huisbezoeken af te leggen binnen 4 deelgemeenten. Op basis van een territoriale spreiding werd gekozen om 25 bezoeken af te leggen in Ophasselt, Viane, Zandbergen en Zarlardinge. De selectie van de te bezoeken personen werd gemaakt op basis van de adressenlijsten van de 70-plussers uit de geselecteerde deelgemeenten die door de dienst bevolking ter beschikking gesteld werden. Uit deze lijsten werd een mix gemaakt op basis van geslacht, leeftijd en gezinssamenstelling ( alleenstaand of samenwonend). 3.2 Methodiek Er werd gekozen voor een aangekondigd huisbezoek door een maatschappelijk werkster. Naast het belang van het persoonlijk contact en de nabijheid met de burger werden vooraf een aantal items bepaald waarover informatie ingewonnen diende te worden. Om de haalbaarheid hiervan te toetsen en de registratie van de informatie te verfijnen werd geopteerd om een aantal ‘proefhuisbezoeken’ af te leggen bij personen die gekend zijn bij de dienst thuiszorg van het ocmw. Deze huisbezoeken hebben het mogelijk gemaakt om tot een registratiedocument te komen dat onmiddellijk na het huisbezoek door de maatschappelijk werkster ingevuld werd. (sjabloon als bijlage 1) en volgende thema’s bevat: o vereenzaming o wooncomfort o zelfzorg o gezondheid o willen doen - tijdsbesteding o mobiliteit o onderbescherming. Begin januari 2011 werd de eerste groep van geselecteerde personen via brief op de hoogte gebracht van het project met de vraag hun medewerking hieraan te willen verlenen (brief als bijlage 2). Via telefonisch contact de week, voorafgaand aan het huisbezoek, werd een afspraak vastgelegd en werd het doel verduidelijkt. Naast de doelgroep werden een aantal belangrijke dienstverleners en contactpersonen van de doelgroep
-5-
( mutualiteiten, voorzitters van seniorenverenigingen, thuiszorgdiensten) ,voor de start van de huisbezoeken, via brief op de hoogte gebracht. (brief en info als bijlage 3) Na een aantal weken werd op basis van de ervaringen en vooral het afhaken van personen tijdens het telefonisch contact, de werkwijze bijgestuurd. De geselecteerde personen werden via brief op de hoogte gebracht van het huisbezoek in de loop van de komende week maar werden vooraf niet meer telefonisch gecontacteerd. Het huisbezoek zelf werd opgevat als een ‘gemoedelijke babbel’ met een leuke ‘deuropener’ vertrekkend vanuit de leefwereld, interesses, bekommernissen, … van de persoon. Door de kennis van het verwerkingssjabloon overliep de maatschappelijk werkster alle informatieterreinen. Het gesprek werd afgerond met een klein geschenkje, een fotopennenhouder met klokje. Relevante informatie zoals de contactgegevens van het sociaal huis en de contactgegevens van de medewerkers van het project werden achtergelaten bij de bezochte personen.
-6-
4. Resultaat In een periode van 5 maanden werden 105 gezinnen (alleenstaand, koppel of samenwonenden) gecontacteerd. Dit resulteerde in 80 uitgevoerde huisbezoeken met een totale bevraging van108 personen. 4.1 Weigering Gezien de gecontacteerde personen vrij waren al dan niet deel te nemen aan het onderzoek resulteerden niet alle contacten in een huisbezoek of gesprek. Ongeveer 1 op vier van de gecontacteerde personen gaven aan liever niet mee te werken, we kunnen de redenen in drie grote groepen onderbrengen:
geen interesse alles gaat goed ongepast door moeilijke periode wegens ziekte, opname van zichzelf of partner,…
Bij deze personen werd niet verder aangedrongen. 4.2 Verwerking resultaten
4.2.1 Algemene gegevens deelnemers volgens gemeente Gemeente Ophasselt Viane Zandbergen 23 18 19 o
Totaal
o
Totaal
M 14 o
Totaal o Leeftijdscategorie 70-75 75-80 80-85 85-90 >90 Geen leeftijd opgenomen Eindtotaal
deelnemers volgens geslacht Geslacht M en V (koppel) 28
Totaal Zarlardinge 20
Totaal V 38
deelnemers volgens gezinssamenstelling Woonsituatie Alleen Samenwonend 40 40 deelnemers volgens leeftijdscategorie Totaal 7 20 24 14 3 12 80
-7-
80
80
Totaal 80
De bovenstaande gegevens worden louter informatief opgenomen. Ze werden bij de verdere verwerking van de resultaten niet gebruikt. We zijn er ons namelijk van bewust dat de ‘steekproef’ te beperkt is om resultaten te evalueren op basis van een verdere opdeling. Wel kan uit bovenstaande tabellen worden afgeleid dat de steekproef, zowel qua geslacht, gezinssamenstelling als leeftijdscategorie zeer evenwichtig is opgebouwd. De representativiteit van de steekproef voor de beoogde doelgroep is dus vrij groot. 4.2.2 Gesprek Bij een aantal gesprekken konden voor bepaalde items geen antwoorden geregistreerd worden. Dit aantal is opgenomen onder de rubriek ‘geen antwoord’ en varieert tussen 1 en 10. In sommige gevallen verliep het gesprek eerder stroef. Soms bleek in de loop van het gesprek dat betrokkene niet de behoefte had om mee te werken aan het project, maar uit beleefdheid zijn of haar toestemming gaf. In anders situaties was dit te wijten aan de beperkingen van betrokkene om nog makkelijk aan een open gesprek deel te nemen. In functie hiervan werd het huisbezoek beperkt in tijd en werd voorrang gegeven aan het contact in plaats van aan het ‘verwerven’ van informatie. 4.2.3 Sociale contacten Bezoek algemeen Dagelijks > 1 per week 1X per week Om de 2 weken Minder dan om de 2 weken Geen antwoord Eindtotaal
Totaal 34 21 16 1 4 4 80
Wie
Dagelijks
> 1 per week
kinderen familie buren hulpverleners andere
27 6 5 4 /
20 17 24 2 2
Aantal bezoeken 1x Om de 1 x per week 2 maand weken 9 11 5 7 8
5 8 3 2 /
1 1 / 1 /
Andere
4 3 / / /
Geen antwoord of niet van toepassing 14 34 43 64 70
80 80 80 80 80
89% krijgt minimaal eens per week bezoek, hoofdzakelijk van de kinderen. Ongeveer 59% krijgt dagelijks of meer dan 1x per week bezoek van zijn kinderen. De aanwezigheid of het kort bij zijn van de kinderen blijft van groot belang bij het zelfstandig kunnen blijven wonen van de 70-plusser. 42% krijg minimaal 1 keer per week het bezoek van familieleden zoals broers, zussen, nichten,… 36% kan meermaals per week rekenen op een bezoek van de buren. Buren zijn vaak van oudsher leeftijdsgenoten die al jaren in dezelfde straat wonen en waaruit een nauw
-8-
contact is ontstaan. Als deze wegvallen komen vaak jonge gezinnen in de plaats die meer van huis weg zijn en waardoor een dagelijks contact moeilijker wordt. Bij 16% komt minimaal 1x per week professionele hulp langs. Deze bezoeken staan los van de bezoeken van de huisarts, die in de meeste gevallen maandelijks langskomt. We merken dat bij ongeveer 50% geen familie en/of buren langskomen. Bij deze groep blijft het sociaal contact hoofdzakelijk beperkt tot de kinderen.
Totaal
Totaal
Zijn er mensen beschikbaar bij narigheid?1 Ja Nee Geen antwoord 74 5 1
Totaal
Totaal
Heb je een vertrouwenspersoon (personen)? Ja Nee Geen antwoord 74 4 2
Totaal
Heb je een goeie vriend/vriendin ? Nee Geen antwoord 41 4
Totaal
Ja 35
Totaal
Ben je gelukkig thuis ? Nee Geen antwoord 6 1
Totaal
Ja 73
80
80
80
80
Meer dan 90% van de personen uit de steekproef geeft aan bij narigheid te kunnen rekenen op iemand en over één of meerdere vertrouwenspersonen te beschikken. Opvallend is dat 50 % aangeeft niet te beschikken over een goeie vriend of vriendin. Dit is iemand die ook zonder specifieke aanleiding, op regelmatige tijdstippen, contact heeft met de betrokkene voor een babbel, een uitstap of een telefoontje. Vaak zijn die vrienden er ooit geweest, maar overleden of verhuisd naar een rusthuis. Zo vallen die contacten stilaan weg en dit wordt vaak als een gemis aangevoeld. Het zolang mogelijk thuisblijven is belangrijk. 90 % geeft namelijk aan zeer gelukkig te zijn thuis. Toch is het niet onbelangrijk vast te stellen dat een minderheid, ongeveer 7%, zich momenteel niet gelukkig voelt in zijn verblijfssituatie. Veelal is dit een gevolg van de moeilijke verplaatsing buitenshuis, wat de eenzaamheid ondraaglijk maakt en het geluksgevoel wegneemt. Bij een koppel kunnen hierdoor verschillende verzuchtingen ontstaan. De ene vindt het goed zoals het is en wil blijven, de andere wil verhuizen dichter naar de stad of dichter bij familie. Wat kan zorgen voor onvrede bij één van hen of bij beiden. 4.2.4. Wooncomfort en onderhoud
Totaal
Eigen woning 71
Totaal
Onvoldoende 5
Huurwoning 8 Onderhoud/hygiëne Voldoende 74
1
Geen antwoord 2
Totaal 80 Totaal
Geen antwoord 1
80
onder ‘narigheid’ verstaan wij die situaties waarin de nood zich voordoet door iemand op dat moment geholpen dient te worden. -9-
Totaal Totaal
Centrale verwarming aanwezig in de woning Ja Nee Geen antwoord
Totaal
Warm stromend water in de woning aanwezig Ja Geen antwoord) 78 2 54 23 3
Totaal
Badkamer in de woning aanwezig Nee Geen antwoord 1 3
Totaal
Ja 76
Totaal
Inrichting Douche 2
Geen antwoord 6
Totaal
Ja 77
Wc binnen nee 1
Geen antwoord 2
Totaal
Ja 71
Tuin Nee 8
Geen antwoord 1
Ja 25
Moestuin Nee 53
Totaal
Aangepast 15
Totaal
Bad 57
80 80
80 Totaal 80 Totaal 80 Totaal 80 Totaal
Geen antwoord 2
80
90 % beschikt over een eigen woning. Deze woning ervaren ze als zeer belangrijk. Het algemeen wooncomfort is goed. Badkamer, wc binnen en centrale verwarming zijn meestal aanwezig, 20% geeft aan over een aangepaste badkamer te beschikken. De meerderheid beschikt ook over een tuin en meer dan 30% heeft nog een moestuin. Het is opvallend dat de mensen nog zeer bedreven zijn met het kweken van eigen groenten en/of het verzorgen van hun tuin. Dit geeft een duidelijke tijdsbesteding die zorgt voor een goed gevoel op meerdere vlakken. De mensen blijven in beweging, hebben een dagbesteding en bovendien draagt het bij tot een sterke gezondheid. Ook het voorzien van de gewone tuin van mooie planten en bloemen is nog vaak iets wat de mensen graag doen. We stellen vast dat in vijf situaties de hygiëne in de woning slecht was. 4.2.5 Zelfzorg Regelmatig warme maaltijd? Ja Geen antwoord 78 2
Totaal
Totaal
Zelfstan dig 64
Bereiding door Mantelzor Traiteur/Professione Combinatie g le thuiszorg 7 3 4
- 10 -
Totaal 80 Totaal
Geen antwoord 2
80
Totaal
Frequentie <4/week 1
Totaal >4/week 77
Geen antwoord 2
80
De overgrote meerderheid eet meer dan vier keer per week warm. Ongeveer 80 % bereidt de maaltijd nog zelf. De overige 20 % kan rekenen op mantelzorg, traiteur of thuiszorgdienst. Een warme maaltijd blijft dus heel belangrijk voor onze 70-plusser. Liefst dagelijks toveren de meeste dat nog zelf op tafel, de overige laten dit bezorgen. Ook hieruit blijkt waarom ze nog zoveel belang hechten aan eigen groenten. We merken dat kant-en-klare maaltijden minder aan hen besteed zijn.
Totaal
Persoonlijke hygiëne Voldoende 77
onvoldoende 2
Totaal Geen antwoord 1
80
De persoonlijke hygiëne is bij 96 % meer dan voldoende. In twee situaties was dit eerder problematisch. Dat was echter onze conclusie, de betrokkenen zelf waren van mening dat er niets aan de hand was. Naar hun eigen kunnen, stonden ze zelf in voor hun persoonlijke hygiëne. De partner speelt hierbij een grote rol en is een cruciale steun. Aan de hand van het bestaande aanbod werd aangeboden extra hulp te bieden.
Totaal
Totaal
Mantelzorg aanwezig? neen 56
ja 19
Ja 7
Totaal Geen antwoord 5
Thuiszorgdienst aan huis Nee Geen antwoord 68 5
80 Totaal 80
24 % kan rekenen op ondersteuning van één of meerdere mantelzorgers en 9 % doet een beroep op een thuiszorgdienst. 4.2.6 Gezondheid
Totaal
Ja 38
Gezondheidsproblemen? Nee Geen antwoord) 41 1 Vaste huisarts? Ja 78
Totaal
Totaal
Ja 9
Totaal 80 Totaal
Geen antwoord 2
Medische kosten bezwaren de financiën? Nee Geen antwoord 69 2
80 Totaal 80
Ongeveer 50 % heeft te kampen met gezondheidsproblemen. Ze doen daarvoor in de eerste plaats een beroep op hun vaste huisarts. 11 % geeft aan dat de medische kosten een belangrijke invloed hebben op hun financiële situatie.
- 11 -
De leeftijd brengt vaak wat gezondheidsperikelen met zich mee. Die vaste huisarts, waarvan sprake, komt meestal 1x per maand aan huis. Hij is een belangrijk aanspreekpunt en vormt veelal een sterke band met de 70-plusser. Wanneer de medische kosten te hoog oplopen zet dit vaak een domper op de financiële ruimte. “Als het ware moet de tas koffie wijken voor het pilletje…” Gezien in het onderzoek niet gepeild werd naar de inkomsten en uitgaven kunnen we hieromtrent geen verdere besluiten trekken. 4.2.7 Mobiliteit
Ja 67
Totaal
Totaal
Dagelijks 24
Komt de persoon nog buitenshuis? Ja en Nee (koppel) Nee Geen antwoord) 3 9 1 Frequentie Meerdere keren per week 46
Waar? Enkel eigen deelgemeente Centrum andere Totaal 16 1 6
Totaal
Totaal
Ja 19
Eigen vervoer 42
Openbaar vervoer 4
combinatie 11
80 Totaal
Geen antwoord 10
80 Totaal
combinatie Geen antwoord 48 9
80
Totaal
Alleen? ja en nee (koppel) 2
Totaal
nee 40
Geen antwoord 8
Verplaatsing met Taxi, fiets, andere combinatie Geen antwoord 19 8 7
80 Totaal
80
86 % verplaatst zich buitenhuis, 30% komt nog dagelijks buiten en 57 % meerdere keren per week De helft doet dit echter niet meer alleen. Ongeveer 50 % maakt gebruik van een eigen vervoermiddel. Het openbaar vervoer scoort vrij mager, slechts 5 % geeft aan zich enkel met het openbaar vervoer te verplaatsen. 13 % van de steekproef verklaart de woning niet meer te verlaten. De mogelijkheid tot verplaatsing buitenshuis brengt nog veel levensvreugde. Als dit ook nog eens met eigen vervoer (meestal de eigen auto) kan, zorgt dat duidelijk voor veel vrijheid. Mensen zijn trots mee te delen dat ze nog steeds met de wagen rijden. Meermaals laten ze horen ‘natuurlijk rijd ik nog met de wagen’, en ‘ allé, madammeke, ik heb zelfs nog een gps…’. Rond het openbaar vervoer is de positiviteit eerder voorzichtig. Bereikbaarheid van een opstapplaats, het kennen van de juiste uren heen en weer,…maakt het toch moeilijker om vlot te gebruiken. Het totaal wegvallen van de mogelijkheid van vervoer heeft tot gevolg dat 13 % de woning niet meer verlaat. Zeer uitzonderlijk is dit te verklaren door het wegvallen van de behoefte. We hebben het gevoel dat de meeste zich uit noodzaak bij deze situatie hebben neergelegd.
- 12 -
4.2.8 Vrije tijd Is het vrijetijdsaanbod gekend? Nee Geen antwoord 19 5
Totaal
Totaal
Totaal
Wordt het vrijetijdsaanbod als voldoende ervaren? Ja Nee Geen antwoord) 56 17 7
Totaal
Totaal
Ja 55
Is het vrijetijdsaanbod bereikbaar? Nee Geen antwoord) 20 5
Totaal
Ja 72
Is het vrijetijdsaanbod betaalbaar? nee Geen antwoord 2 6
Totaal
Totaal
Ja 56
80
80
80
80
70 % kent het vrijetijdsaanbod in de regio en vindt het aanbod voldoende en betaalbaar. Belangrijke vaststelling is dat de bereikbaarheid van dat aanbod minder scoort, 25 % geeft aan dat dit voor hen moeilijk is. Ook hier blijkt dat de bereikbaarheid toch niet evident is en voor frustraties zorgt. Men legt zich er dan noodgedwongen bij neer dat het niet meer kan. We verwijzen hiervoor ook naar de vaststellingen in 4.2.7. 4.2.9 Sociale organisaties Kent u het OCMW? nee 2
Totaal
Totaal
Ja 76
Geen antwoord) 2
Totaal
Ja 24
Totaal
Ja 6
Totaal
Kent u het dienstencentrum 'De Maretak'? Ja Nee Geen antwoord 38 39 3
Weet je wat je allemaal kan vragen? Nee Geen antwoord 53 3 Kent u het 'sociaal huis'? Nee 73
80 Totaal 80 Totaal
Geen antwoord 1
80 Totaal 80
Als sociale organisatie is het ocmw goed gekend. Bij 2/3 is het aanbod van het ocmw minder tot niet gekend. Het sociaal huis scoort heel wat lager, slechts 7% kent het sociaal huis. Het dienstencentrum De Maretak dat ondertussen al meer dan 20 jaar bestaat is maar bij 1 op 2 gecontacteerde personen gekend. We stellen vast dat zowel wat betreft naambekendheid als de kennis van het dienstverleningsaanbod er nog een weg af te leggen is.
- 13 -
4.3 Kwalitatieve resultaten
De gebruikte methodiek – gesprek met een professioneel dienstverlener – bood tevens de opportuniteit om naast het cijfermatige feitenmateriaal ook een aantal kwalitatieve vaststellingen te doen. Belangrijk element hierin is zeker de openheid en spontaneïteit waarmee de betrokkenen reageerden op het bezoek. Daar waar het telefonisch contact eerder wat stroef en afwerend verliep (zie methodiek punt 3.2), werden de maatschappelijk werkers voor het huisbezoek zelf meestal warm verwelkomd. Ze werden verwacht en zonder terughoudendheid toegelaten tot de woning, blij dat er voor hen daadwerkelijk tijd kon vrijgemaakt worden. Regelmatig kregen ze een uitnodiging later nog eens binnen te springen en uitzonderlijk werd hen zelfs de vraag gesteld hoeveel zij dienden te betalen voor het gesprek. Verder konden de maatschappelijk werkers concreet ervaren dat, zoals eerder gesteld, de vergrijzing zeker meer inhoudt dan de negatieve connotatie (het kostenplaatje) die er nu meestal uitsluitend aan verbonden wordt. Het is een generatie die iets te vertellen heeft, met een boeiend levensverhaal dat ze graag willen delen en waaruit lessen kunnen getrokken worden. Een derde vaststelling is het enorme belang dat de doelgroep hecht aan zijn zelfstandigheid in de domeinen waarin zij die nog kunnen opnemen. Met een zekere regelmaat, afhankelijk van de individuele situatie worden ouderen voor verschillende zaken afhankelijk van vertrouwenspersonen. Dit kan gaan over boodschappen doen, informatie opzoeken op internet, het invullen van belastingsbrieven, beheer van het vermogen … Geleidelijk aan wordt het territorium waarover zij alleen beslissen kleiner maar op dat ogenblik is het net belangrijk dat het gedeelte waarover zij zich nog meester voelen hen ook gegund wordt. Het is een aspect waarop zij fier zijn, dat hen voldoening schenkt en hun eigenwaarde bevestigt.
- 14 -
5. Besluit Uit het project komt duidelijk naar voor dat 70-plussers zo lang mogelijk thuis wensen te wonen. De overgrote meerderheid is zeer tevreden met de huidige woonsituatie en levenskwaliteit. Ze zijn niet alleen fier op hun kinderen en kleinkinderen maar ook over hun woning en in veel gevallen ook over hun tuin. Dit is het terrein waar zij de eerste viool spelen. Het ‘geluksgevoel’ hangt ook nauw samen met de hun sociale contacten. Een goed contact met kinderen, kleinkinderen en de directe omgeving zijn van uitzonderlijk belang. Het zijn ook deze personen waarop ze in de eerste plaats beroep doen om hen te ondersteunen bij moeilijkheden, praktische problemen, verplaatsingen die er voor zorgen dat ze thuis kunnen blijven. We stellen echter vast dat het sociaal netwerk kleiner wordt. Bij ongeveer 50 % van de bezochte personen komen enkel de eigen kinderen op bezoek. In situaties waarin de 70plusser hulp nodig heeft, wil dit zeggen dat deze hulp slechts van een beperkt aantal personen zal komen. Het ondersteunen van de mantelzorg door professionele hulp zal daardoor steeds belangrijker worden. We moeten hiervoor klaarstaan en de voorwaarden scheppen. Professionele zorg in aanvulling van de mantelzorg moet beschikbaar en betaalbaar zijn. Beschikbaar door te beantwoorden aan de hulpvraag met geschikte hulp binnen een aanvaardbare termijn. Betaalbaar zodat de financiële drempel geen oorzaak wordt van het uitstellen of zelfs afzien van de hulp. In dit verband merken we dat de 70-plusser onvoldoende op de hoogte is van het bestaand aanbod en dit ondanks diverse informatiekanalen zoals infogidsen, folders, websites, seniorenbeurzen,… Er moet voldoende aandacht besteed worden aan gerichte informatie aan de 70-plusser zelf en het informeren van de mantelzorg en de professionele hulpverlener als schakelfiguur. ‘Onbekend maakt onbemind’ is zeker ook hier van toepassing. Indien we het vertrouwen in de sociale organisaties willen versterken, moet er niet alleen aan een hogere naambekendheid gewerkt worden maar moet ook over het dienstverleningsaanbod voldoende en in begrijpbare taal gecommuniceerd worden. We stellen vast dat de 70-plusser niet die zorgbehoevende persoon is die thuis in zijn zetel zit. Hij of zij wil binnen de mogelijkheden deelnemen aan het maatschappelijk leven waarvan hij of zij nog steeds deel uitmaakt. Zich zelfstandig of indien nodig met hulp kunnen verplaatsen is belangrijk. Zelf boodschappen kunnen doen, vrienden bezoeken, …dragen sterk bij tot het zich ‘goed voelen’. Het aanbod van het openbaar vervoer wordt hierbij niet echt ervaren als een volwaardig vervanger van het eigen vervoermiddel. Als redenen hiervoor worden de slechte bereikbaarheid, de moeilijke toegankelijkheid en de onaangepaste dienstregelingen aangegeven. (Openbaar) vervoer aangepast aan de noden van de 70-plusser kan bijdragen tot het langer bewaren van de zelfstandigheid en de sociale contacten. Algemeen kunnen we besluiten dat het project ‘zilvergrijsgewijs’ zeer nuttig was. Vooral werd door de maatschappelijk werksters de sterke appreciatie aangevoeld voor : de aandacht die getoond wordt voor ‘hun’ deelgemeente een ‘verloren’ contact dat hersteld werd het huisbezoek in de eigen vertrouwde omgeving De toegepaste methodiek via het actief opzoeken van de doelgroep en een gericht en persoonlijk contact in de vertrouwde omgeving is arbeidsintensief, maar heeft zijn doeltreffendheid nog maar eens bewezen. Dit geldt voor de 70-plusser in de deelgemeente, de doelgroep van dit project, maar bij uitbreiding evenzeer voor andere moeilijk te bereiken sociale groepen. Verspreiding van - 15 -
dure folders, websites en ander promotiemateriaal schieten dikwijls hun doel voorbij en bereiken het beoogde doelpubliek slechts zeer partieel. “Laagdrempeligheid” van de dienstverlening heeft dus zijn limieten zolang we van de klant verwachten dat hij ons op eigen initiatief komt opzoeken. Moderne dienstverleningsorganisaties zoals het ocmw en het sociaal huis zullen zich proactief moeten bewegen in de verschillende sociale contexten van zijn potentiële cliënten.
- 16 -
6. Dankwoord Graag een woordje van dank aan alle mensen die ons met een warm hart hebben verwelkomd in hun (t)huis. Jullie hartelijke ontvangst, jullie spontane verhaal en ongeremd hart, soms met een lach en een traan, maar vooral het vertrouwen om jullie levensverhaal zomaar met ons te delen, maakten van dit project een unieke ervaring. Amina en ik leerden van jullie dat het leven in zijn essentie een verzameling is van waarden zoals zorgen voor jezelf, elkaar, de mensen rondom. Genieten van een kort bezoek, van familie, van je huis en tuin, je buurt. Een vriendelijk woord, een glimlach, een schaterlach. Dicht bij elkaar zijn in momenten van verlies en pijn, afscheid… Een niet onbelangrijke levensles… We dragen ze mee, we delen ze verder… Bedankt! Het werd een onvergetelijke herinnering. Indra en Amina
- 17 -
7. Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3
verwerkingssjabloon huisbezoek aankondigingbrief geselecteerde personen informatiebrief aan stakeholders
- 18 -
Bijlage 1. Verwerkingssjabloon huisbezoek Naam : Adres : Leeftijd : Geboortedatum : Woonsituatie : Geslacht : Verloop gesprek: 1. rolverklaring wie ben ik en wat kom ik doen 2. babbel opener – vb hoe gaat het Graag wil ik met u een aantal puntjes bespreken…. Checklist – opbouwen op basis van waar we zicht willen op krijgen Polsen naar waar de gesprekspartner zelf nog wil over spreken 3.afsluiten van het gesprek
bedankt voor de babbel en afgeven van de attentie met nodige uitleg
Waar willen we zicht op krijgen 1.vereenzaming Wie komt er op bezoek en wat is de frequentie dagelijks
1x per week
> 1 per week
Om de 2 weken
Maandelijks
kinderen Andere familie buren hulpverleners andere Er zijn genoeg mensen op wie ik in geval van narigheid kan terugvallen Ja
Nee
Ik heb mensen op wie ik volledig kan vertrouwen Ja
Nee
Ik voel me gelukkig thuis? Ja
Nee
- 19 -
andere
Ik heb een goede vriend of vriendin? Ja
Nee
Zijn er huisdieren?
Ja
Nee
Welke?………………………………………………………………………………… Hoeveel?………………………………………………………………………………... Verzorgd?
Ja
Nee
2. wooncomfort Verwarming Centrale verwarming
Ja
Nee
Mazout Gas Hout Andere……………………………………………………………. Warm stromend water
Ja
Nee
Badkamer
Ja
Nee
Bad Douche Aangepast
Wc binnenhuis
Ja
Onderhoud/hygiëne van de woning
Voldoende
Huisvesting Eigen woning huurwoning sociale woning Tuin Moestuin 3 zelfzorg persoon warme maaltijd zelfstandig traiteur /professionele thuiszorg
- 20 -
Nee Onvoldoende
mantelzorg Frequentie <4/week >4/week Persoonlijke hygiëne mantelzorg thuiszorgdienst
Voldoende Ja Ja
Onvoldoende Nee Nee
4.gezondheid gezondheidsproblemen Ja vaste huisarts Ja medische kosten bezwaren de financiën Ja
Nee Nee Nee
Hoe ziet u uzelf evolueren in het ouder worden. Zal u op termijn graag naar een rusthuis gaan of eerder intrekken bij familie? Hoe ziet u uw wensen daarin vervuld raken? Kan u daar over praten met familie, huisarts, vrienden,…? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 5. willen doen vrijetijdsaanbod gekend Ja Nee Vrijetijdsaanbod voldoende Ja Nee Bereikbaar Ja Nee Betaalbaar Ja Nee Onderliggende redenen voor deelname / niet deelname ……………………………………… 6. Mobiliteit Komt de persoon nog buitenshuis Frequentie Waar
Alleen
Ja dagelijks
Nee meerdere keren per week
Enkel deelgemeente Centrum Marktdag Andere Ja
Nee
……………………………………………
Verplaatsing – hoe ? Belbus Openbaar vervoer Eigen vervoer Vervoer met andere,tax
- 21 -
7 Onderbescherming Kent u het ocmw? Weet je wat je allemaal kan vragen?
Ja
Nee
Ja
Nee
Wat doe je meestal bij wanneer je een probleem hebt? (zelf oplossen, hulp vragen bij familie of vrienden, laten aanslepen en hopen dat het zz oplost)…………………….. ………………………………………………………………………………………… Kent u het ‘ Sociaal huis? Ja Nee Kent u dienstencentrum ‘De Maretak’
Ja
Nee
8 Uitzonderlijk Gesprek verloopt zeer moeilijk De nodige informatie is niet verkregen Taal
N
F
Andere
9 Vragen van betrokkene ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
- 22 -
Bijlage 2 - aankondigingbrief geselecteerde personen
Beste (+ naam), Op zaterdag 29 mei opende in Geraardsbergen het Sociaal Huis zijn deuren . Elke inwoner van Geraardsbergen kan er terecht met vragen omtrent sociale dienst- of hulpverlening. Mensen die in of nabij het centrum wonen zijn daar al mee vertrouwd. Maar wij zijn ons bewust van onze deelgemeentenaren en stellen ons de vraag of zij ons wel zo makkelijk kunnen bereiken en of zij ons wel kennen? En kennen wij u? Ook dat is iets om even bij stil te staan. U en uw leefwereld. Kennen wij die voldoende, want dat boeit ons. Daarom gingen wij op zoek naar een manier om daar meer over te weten te komen. Zo is het project “Zilvergrijsgewijs” ontstaan. In 4 deelgemeenten Viane, Ophasselt, Zarlardinge en Zandbergen- , gaan wij bij de 70-plusser aan huis in de periode januari 2011 tot en met maart 2011. We kunnen natuurlijk niet overal langsgaan, maar u zouden we er graag bij betrekken. Met dat huisbezoek, een warme babbel die ons wat meer vertelt over wat er bij u leeft. In de loop van de week voorafgaand aan het huisbezoek zullen wij u per telefoon laten weten wanneer wij langskomen. Hebt u liever niet deel te nemen aan dit project, laat het ons gerust weten op het nummer 054/ 43 30 37 of 054/ 43 20 68. Hopelijk tot binnenkort! Met vriendelijke groeten,
Indra Fauconnier Maatschappelijk werker 054/433037
Amina Kemeltaeva Maatschappelijk werker 054/432068
- 23 -
Bijlage 3 – informatiebrief stakeholders
Geachte,
Met deze brief willen wij u op de hoogte brengen van ons project ‘Zilvergrijsgewijs’, dat in de loop van januari 2011 van start gaat. U vindt over het opzet van het project meer informatie in bijgevoegde nota. Hebt u alsnog vragen, aarzel dan niet ons te contacteren op het nummer 054/43 30 37 (Indra) en 054/43 20 68 (Amina). Met vriendelijke groeten,
Indra FAUCONNIER Maatschappelijk werker
Amina KEMELTAEVA Maatschappelijk werker
- 24 -
Het Sociaal huis start met het project ‘Zilvergrijsgewijs’. Het is niet altijd even gemakkelijk te weten welke dienstverlening er bestaat en hoe je je weg kan vinden naar die dienstverlening. Ook in Geraardsbergen wonen en leven mensen die het hiermee moeilijk hebben en het risico lopen in vereenzaming terecht komen, geen gebruik maken van het dienstverleningsaanbod of hun rechten niet of onvoldoende benutten. Het gaat vooral om kwetsbare groepen waartoe zeker ook personen van een ‘hogere’ leeftijd behoren. De stad en het ocmw willen hun dienstverleningsaanbod zo toegankelijk mogelijk maken voor alle inwoners. Daarom gaan we actief op zoek naar die mensen die moeilijk hun weg vinden naar die dienstverlening. Met de opstart van het Sociaal Huis Geraardsbergen in mei 2010 is daartoe een belangrijke stap gezet. Een centraal aanspreekpunt via een fysiek loket, een gratis telefoonnummer en een website, voor alle vragen omtrent sociale dienstverlening verhoogt zeker de toegankelijkheid. Maar we gaan nog verder en gaan actief op zoek naar mensen die hulp nodig hebben. Hoe gaan we dit doen? Via het Sociaal Huis starten we een nieuw project met als benaming: ZILVERGRIJSGEWIJS. Het project ‘Zilvergrijsgewijs’ wordt door het sociaal huis gecoördineerd. 2 maatschappelijk werkers van het ocmw gaan op stap en gaan zelf met 70-plussers praten. Via een babbel met deze inwoners, willen we zicht krijgen op de leefwereld en willen we onderzoeken welke noden er zijn. Tijdens het bezoek geven we ook informatie over welke dienstverlening er bestaat binnen de stad. Het project loopt in vier deelgemeenten in de vier windstreken van Geraardsbergen: Ophasselt Viane Zandbergen Zarlardinge. Op basis van een demografische samenstelling van de doelgroep wordt een selectie gemaakt van 100 mensen die een bezoekje mogen verwachten. We sturen eerst een briefje om het bezoek aan te kondigen en met de vraag of we langs mogen komen. Wie ja zegt, krijgt alvast een mooie attentie. De 2 maatschappelijk werkers die de bezoeken uitvoeren zijn: Indra FAUCONNIER 054 43 30 37 Amina KEMELTAEVA 054 43 20 68 Wil je graag meer informatie over dit project dan kan je bij hen terecht.
- 25 -
Het sociaal huis is er voor al u vragen omtrent sociale dienstverlening en vind je in de Kattestraat 27. Open op weekdagen van 8.30 tot 12 uur en van 13.30 tot 16.30 uur, op donderdag tot 19.30 uur. Je kan tijdens de openingsuren ook bellen naar het gratis nummer 0800 16 2 16 of je informeren via de website www.sociaalhuisgeraardsbergen.be
- 26 -
- 27 -