INLEIDING PESTPROTOCOL
“Iedereen is hier oké!”
alle kinderen moeten zich in onze basisschool veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.
❖
door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken over deze regels en afspraken.
❖
door met elkaar te communiceren en door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, willen we ertoe komen alle kinderen met veel plezier naar onze school te komen.
INHOUD 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders.
Inleiding Het probleem ‘pesten’ Hoe willen wij daarmee omgaan? Signalen van pesterijen op school Enkele regels die onze school belangrijk vindt Schoolregels die gelden voor alle kinderen Stappenplan bij de aanpak van ruzies en pestgedrag op onze school Wat als het pesten niet stopt? Begeleiding van de gepeste leerling Begeleiden van de pester Adviezen aan de ouders van onze school
2
❖
Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld.
Pesten op scholen is helaas al vele jaren aan de orde, het gebeurt waar veel kinderen samen zijn. We praten het niet goed, we zien dat het wel eens gebeurt en we pakken het aan. We willen er samen werk van maken door onze kinderen regelmatig bewust te maken dat pesten in onze school niet kan. Onze projecten ‘Anders is niet gek’ rond sociale vaardigheden helpen ons daarbij.
❖
Als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen.
De piek van het pesten in onze school ligt tussen 10 en 12 jaar, maar ook in lagere en hogere groepen wordt er wel eens gepest.
❖
Een stappenplan alleen is niet voldoende om een eind te maken aan een pest-probleem. Het is beter om het onderwerp regelmatig aan de orde te laten komen, zodat het ook preventief kan werken.
Onze school wil proberen pestproblemen te voorkomen. Plagen is niet hetzelfde als pesten.
DOEL VAN HET ANTI-PESTBELEID? ❖
1
HET PROBLEEM ‘PESTEN’
Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt onze school over een duidelijk stappenplan voor een directe pak. Wanneer we vinden dat de aanpak van het probleem niet het gewenste resultaat oplevert, dan schakelen we wanneer nodig een externe persoon in. Deze persoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en ons daarna hulp en begeleiding geven bij het oplossen van het pestprobleem.
3
SIGNALEN VAN PESTERIJEN OP SCHOOL
HOE WILLEN WIJ DAARMEE OMGAAN? ❖
❖
Op school willen we regelmatig een onderwerp in de klas aan bod laten komen. Onze projecten rond sociale vaardigheden helpen ons daarbij.
❖
Onderwerpen als een veilige omgeving, omgaan met elkaar, samen werken in een groep, aanpak van ruzies etc. kunnen aan de orde komen.
❖
❖ ❖
❖ ❖ ❖ ❖ ❖
❖
Andere werkvormen zijn ook denkbaar, zoals; spreekbeurten, rollenspelen, regels met elkaar afspreken over omgaan met elkaar en groepsopdrachten.
❖ ❖ ❖ ❖
❖
Het voorbeeld van de leerkrachten (en thuis de ouders) is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar uitgesproken. Agressief gedrag van de leerlingen wordt niet geaccepteerd. Leerkrachten horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke gedragingen.
❖
Een effectieve methode om pesten te stoppen of binnen de perken te houden, is het afspreken van regels voor de leerlingen.
❖
Communicatie tussen klasleerkracht en de kinderen blijft belangrijk.
4
altijd een bijnaam geven, nooit bij de eigen naam noemen zogenaamde leuke opmerkingen maken over een klasgenoot een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven briefjes doorgeven beledigen opmerkingen maken over kleding vernederende blikken werpen isoleren buiten school opwachten, slaan of schoppen op weg naar huis achterna rijden bezittingen afpakken schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer …
Deze lijst kan nog verder worden uitgebreid. Leerkrachten en ouders moeten alert zijn voor de manier waarop kinderen met elkaar omgaan en duidelijk stelling nemen wanneer bepaalde gedragingen een norm overschrijden.
Regel 1: Pesten moet je melden Een belangrijke stelregel is dat het inschakelen van de leerkracht niet wordt opgevat als klikken. Vanaf de kleutergroep brengen we kinderen dit al bij: je mag niet klikken, maar…als je wordt gepest of als je ruzie met een ander hebt en je komt er zelf niet uit dan mag je hulp aan de leerkracht vragen. Dit wordt niet gezien als klikken.
Regel 2: Medeleerling moet het pestprobleem ook melden Een tweede stelregel is dat een medeleerling ook de verantwoordelijkheid heeft om het pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep. Ze moeten het opnemen voor de zwakkere, ze moeten ertegenin gaan, niet meegaan met de groep. Iedereen mag initiatief nemen om het probleem aan te kaarten.
Regel 3: Communicatie en samenwerking School en ouders halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. We vinden communicatie met de klasleerkracht in de eerste plaats natuurlijk het belangrijkst.
ENKELE REGELS DIE ONZE SCHOOL BELANGRIJK VINDT
5
Praat je in eerste instantie liever met een vertrouwenspersoon op school dan kan je terecht bij de directie: Carla Detiège
[email protected] Lieve Gemers
[email protected] of bij de zorgcoördinatoren • Ingrid Vanderheyden voor de kleuters
[email protected] • Magda Artois voor de lagere school
[email protected] of bij een ouder van de werkgroep ‘Anders is niet gek’. (zie website) Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen. Het is in de eerste plaats niet de bedoeling dat ouders naar school komen om te bepalen wat er moet gebeuren of om eigenhandig een probleem voor hun kind te komen oplossen. Bij problemen van pesten zullen de directie, de leerkrachten en de zorgcoördinator hun verantwoordelijkheid nemen en indien nodig overleg voeren met de ouders. Ouders kunnen informatie aanreiken, suggesties geven en de aanpak van de school ondersteunen.
SCHOOLREGELS DIE GELDEN VOOR ALLE KINDEREN Deze regels gelden op onze school en ook daarbuiten!
Word je gepest praat er thuis ook over, je moet het niet geheim houden. Opzettelijk iemand pijn doen, opwachten buiten school, achterna zitten om te pesten is beslist niet toegestaan. Uitlachen, roddelen en dingen afpakken of kinderen buitensluiten vinden we niet goed. Niet aan spullen van een ander zitten.
Luisteren naar elkaar. Probeer ook zelf een ruzie met praten op te lossen. Na het uitpraten kunnen we ook weer vergeven en vergeten. Nieuwe kinderen willen we goed ontvangen en opvangen. Zij zijn ook welkom op onze school. We noemen elkaar bij de voornaam en gebruiken geen scheldwoorden.
Doe niets bij een ander kind, wat jezelf ook niet prettig zou vinden. Kom niet aan een ander als de ander dat niet wil. Als je kwaad bent ga je niet slaan, schoppen, krabben (je komt niet aan de ander). Probeer eerst samen te praten. Ga anders naar de meester of de juf. Iemand niet op het uiterlijk beoordelen.
Niet: zomaar klikken. Wel: aan de juf of meester vertellen als er iets gebeurt wat je niet prettig of gevaarlijk vindt of wanneer je zelf of iemand anders wordt gepest.
6
TOEVOEGING: Kinderen mogen in hun eigen groep een aanvulling geven op deze vastgestelde schoolregels in overleg met de leerkracht. Die aanvulling wordt opgesteld door en met de groep, dit zijn de zogenaamde groepsregels. Zowel schoolregels als groepsregels zijn zichtbaar in de klas opgehangen. We bieden alle regels tegelijk aan en iedere klas kiest rond welke regel ze willen werken tijdens een week of een periode. Ook kunnen we een regel, goed zichtbaar, in gangen van de school ophangen.
STAPPENPLAN BIJ DE AANPAK VAN RUZIES EN PESTGEDRAG OP ONZE SCHOOL
7
Wat als het actieplan geen positief resultaat oplevert?
STAP 1 Probeer om er eerst zelf (en samen) uit te komen.
STAP 2 Op het moment dat één van de leerlingen er niet uitkomt (en de verliezer of zondebok wordt) heeft die het recht het probleem te melden.Dit kan op verschillende manieren of bij verschillende personen: onze voorkeur gaat ernaar uit om dit eerst aan de klasleerkracht te melden,lukt dit niet goed, dan kan je altijd terecht bij de zorgcoördinator of de directie of een ouder van de werkgroep ‘anders is niet gek’. Er volgt nadien altijd een overleg met de betrokken klasleerkracht.
STAP 3 De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderinggesprek en probeert samen met hen de ruzie of pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken.
STAP 4 Bij herhaaldelijke ruzie/ pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een bestraffend gesprek met de leerling die pest / ruzie maakt. Er wordt een actieplan opgesteld dat samen wordt besproken. Eventueel wordt een aangepaste methode van Leefsleutels toegepast.
STAP 5 Evaluatie van het actieplan en opvolging van het pestprobleem.
Er worden enkele stappen ondernomen, afhankelijk van hoe lang de pester door blijft gaan met zijn/haar pestgedrag en geen verbetering vertoont in zijn/haar gedrag:
De leerkracht biedt altijd hulp aan de gepeste en begeleidt de pester, in overleg met de ouders en/of externe deskundigen.
WAT ALS HET PESTEN NIET STOPT?
STAP 1 Door gesprek: bewustwording voor wat hij met het gepeste kind uithaalt. ❖ Afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen aan het einde van een periode in een kort gesprek aan de orde. ❖ Een schriftelijke opdracht zoals een stelopdracht over de toedracht en zijn of haar rol in het pestprobleem. ❖
STAP 2 Leerkracht(en) en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing voor het pestprobleem. De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken. De school heeft alle activiteiten vastgelegd in een actie/ handelings-plan. Klasleerkracht, zorgcoördinator en directie zorgen dat dit pestprobleem goed opgevolgd wordt en evalueren regelmatig.
STAP 3 Bij aanhoudend pestgedrag kan externe deskundige hulp worden ingeschakeld zoals CLB, de schoolarts.
8
BEGELEIDING VAN DE GEPESTE LEERLING ❖
❖
❖
9
Medeleven tonen en luisteren en vragen: hoe en door wie wordt er gepest.
Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor tijdens en na het pesten. Aantonen dat huilen of heel boos worden juist vaak een reactie is die een pester wil uitlokken. De leerling laten inzien dat je op een andere manier kunt reageren.
BEGELEIDEN VAN DE PESTER ❖
❖
❖
❖
❖
Laten inzien welke sterke (leuke) kanten de gepeste heeft.
Zoeken en oefenen van een andere reactie bijvoorbeeld je niet afzonderen. Het gepeste kind laten inzien waarom een kind pest.
❖
❖
❖
Nagaan welke oplossing het kind zelf wil. Sterke kanten van de leerling benadrukken.
❖
Belonen (schouderklopje) als de leerling zich anders/beter opstelt. Praten met de ouders van de gepeste leerling en de ouders van de pester(s). Het gepeste kind niet ‘over’ beschermen bijvoorbeeld naar school brengen of ‘ik zal het de pesters wel eens gaan vertellen’. Hiermee plaats je het gepeste kind juist in een uitzonderingspositie waardoor het pesten zelfs nog kan toenemen.
Laten inzien wat het effect van zijn/ haar gedrag is voor de gepeste. Excuses laten aanbieden.
❖ ❖
Praten; zoeken naar de reden van het ruzie maken/ pesten (baas willen zijn, jaloezie, verveling, buitengesloten voelen).
❖
❖ ❖
10
❖
Pesten is verboden in en om de school: wij houden ons aan deze regel; straffen als het kind wel pest – belonen (schouderklopje) als kind zich aan de regels houdt. Kind leren niet meteen kwaad te reageren, leren beheersen, de ‘stopeerst-nadenken-houding’ of een andere manier van gedrag aanleren. Contact tussen ouders en school; elkaar informeren en overleggen. Inleven in het kind; wat is de oorzaak van het pesten? Inschakelen hulp; sociale vaardigheidstrainingen; Jeugdgezondheidszorg; huisarts; CLB.
ADVIEZEN AAN DE OUDERS VAN ONZE SCHOOL
Ouders van pesters ❖ ❖ ❖ ❖ ❖ ❖ ❖ ❖
Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van de school staat. Neem het probleem van uw kind serieus. Raak niet in paniek: elk kind loopt kans pester te worden. Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen. Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet. Besteed extra aandacht aan uw kind. Stimuleer uw kind om een buitenschoolse activiteit te zoeken. Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind.
Ouders van gepeste kinderen ❖ ❖
❖ ❖
Alle andere ouders ❖ ❖ ❖ ❖ ❖ ❖
Neem de ouders van het gepeste kind serieus. Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan. Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag. Geef zelf het goede voorbeeld. Leer uw kind voor anderen op te komen. Leer uw kind voor zichzelf op te komen.
11
❖ ❖
Hou de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind. Als pesten niet op school gebeurt, maar op straat, probeer dan contact op te nemen met de ouders van de pester(s) om het probleem bespreekbaar te maken. Pesten op school kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken. Door positieve stimulering en zgn. schouderklopjes kan het zelfrespect vergroten of weer terugkomen. Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een hobby. Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt en help het meer weerbaar te worden.