Identiteitsnotitie
Over de identiteit van de Vereniging Rehoboth tot stichting en instandhouding van scholen met de Bijbel te Urk
“Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing”
1
1
Inleiding
Voor u ligt de identiteitsnotitie van de Vereniging Rehoboth tot stichting en instandhouding van scholen met de Bijbel te Urk. Deze notitie is een praktische uitwerking van de grondslag van de schoolvereniging zoals deze in de statuten is vastgelegd. De vereniging vindt haar grondslag in de Bijbel als Gods Woord, naar de verklaring daarvan gegeven in de Drie Formulieren van Enigheid, te weten de Heidelbergse Catechismus, de zevenendertig geloofsartikelen en de canones van Dordrecht. Deze grondslag heeft in deze notitie “handen en voeten” gekregen. Zij geeft aan wat het bestuur van Rehoboth belangrijk vindt voor het vormgeven van de protestant christelijke identiteit in het onderwijs dat onder verantwoordelijkheid van de vereniging wordt gegeven en is daarmee kaderstellend voor de scholen die behoren tot de schoolvereniging Rehoboth. Het bestuur wenst de algemene directie, directeuren, onderwijsgevend en onderwijsondersteunend personeel dat op de scholen werkzaam is Gods zegen toe in het uitdragen van de christelijke identiteit van de vereniging.
Urk, juni 2011
Namens het bestuur,
R. Kramer, voorzitter
J. Verhoeff, secretaris
2
2. Schoolvereniging Rehoboth Historie Op 29 juli 1925 vindt de oprichting plaats van de “Vereniging tot Stichting en Instandhouding van scholen met de Bijbel te Urk” plaats. Tevens worden de eerste statuten opgesteld. Zij krijgen op 24 september 1925 de Koninklijke Goedkeuring. In de statuten vindt een verdeling van bestuurders naar kerkgenootschap plaats. Na veel verwikkelingen wordt op Urk een Christelijke school opgericht. Dit gebeurt pas in 1927. Er is echter al een openbare school met een Christelijk karakter omdat de arme Urker bevolking niet voldoende financiële middelen heeft om een eigen school te stichten. In februari 1927 vindt de opening van de eerste school plaats, maar er zijn zoveel kinderen aangemeld dat het bestuur besluit de school te splitsen. De twee nieuwe scholen hebben ruimtegebrek. Maar door het niet verstrekken van de financiële middelen van de gemeente, kan er geen extra lokaliteit worden gebouwd. Op advies van de inspectie wordt besloten de ene week aan de Wilhelminaschool en de andere week aan de Rehoboth een klas vrijaf te geven. Aan het begin van de jaren dertig zijn er grote financiële problemen. Bijna is de schoolvereniging failliet. In de oorlog weigert het bestuur dat de NSB bepaalt welke onderwijzers in dienst komen. Daardoor verliest zij de subsidie van het Rijk voor het personeel. De salarissen worden betaald door de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk en enkele particulieren. In 1940 wordt besloten te starten met een Fröbelschool. Bij het 50-jarig bestaan van de schoolvereniging zijn er 8 kleuterscholen. Het bestuur steekt veel energie in het bouwen van nieuwe scholen vanwege het groeiend aantal kinderen. In 1985 worden kleuter- en lagere scholen samengevoegd tot 8 basisscholen. Door de uitbreiding van Urk wonen er veel kinderen in het nieuwe gedeelte. In overleg met de gemeente Urk wordt een tweetal scholen vanuit het “oude dorp” verplaatst naar de nieuwbouwwijk. De Cornelis Zeemanschool in 1991 en de Prinses Beatrixschool in 1999. Ook komt er in 2008 een bestuursbureau aan de Vlaak, waar de algemene directie, de staffunctionaris en de secretaresse hun werkplek hebben en waar het bestuur vergadert. In februari 2011 verhuist de Koningin Wilhelminaschool voor de derde keer naar een ander gebouw en in 2014-2015 hoopt de Harmpje Visserschool naar de nieuw te bouwen “Waterwijk” te verhuizen. Schoolvereniging Rehoboth bestaat nu 86 jaar, de statuten zijn vele malen veranderd, maar artikel 2: “De vereniging vindt haar grondslag in de Bijbel als Gods Woord, naar de verklaring daarvan gegeven in de Drie Formulieren van Enigheid, te weten de Heidelbergse catechismus, de 37 geloofsartikelen en de canones van Dordrecht” is steeds gehandhaafd. Ook nu is de Bijbel het richtsnoer voor bestuur, algemene directie, directeuren, onderwijsgevend en onderwijsondersteunend personeel, ouders en kinderen. 3. Identiteit Onder identiteit wordt niet alleen de levensbeschouwelijke identiteit in engere zin (het meest herkenbaar aan de lessen godsdienstige vorming, het vieren van christelijke feesten, het bidden en het zingen) bedoeld. Bij identiteit houden wij dit begrip in de volle breedte in ogenschouw, waarbij er een onderlinge relatie bestaat tussen de levensbeschouwelijke, de pedagogische en de onderwijskundig - organisatorische identiteit van de scholen. Onder identiteit verstaan we derhalve al datgene wat de school tot deze specifieke christelijke school maakt. We kunnen daarbij de volgende onderdelen onderscheiden. Levensbeschouwelijke identiteit 1.1. Het vertellen van verhalen uit de Bijbel en het lezen uit de Bijbel 1.2. Het zingen van psalmen en andere christelijke liederen 1.3. Het beginnen en eindigen met gebed van de schooldag 1.4. Het belichten van Bijbelse thema’s, zoals liefde, barmhartigheid, vergeving 1.5. Het vieren van christelijke feesten 1.6. Het actief bijdragen aan acties voor bijvoorbeeld hulporganisaties 1.7. Omgang met andere godsdiensten en geestelijke stromingen
3
Pedagogische identiteit 2.1. De houding van alle betrokkenen, zowel leerkrachten als leidinggevenden 2.2. De respectvolle omgang met anderen 2.3. De overdracht van waarden en normen, zoals respect voor ieder mens, plant en dier betrokkenheid op de nood in de wereld; kritiek kunnen ontvangen; zelfdiscipline; kunnen genieten van het goede 2.4. Het unieke karakter van elke leerling en de benaderingswijze door de leerkracht 2.5. Het beleid ten aanzien van belonen en straffen 2.6. De wijze waarop de school een veilige school is. Hierbij kan gedacht worden aan het voorkomen van geweld en pesten. Onderwijskundig - organisatorische identiteit 3.1. De keuze van lesmateriaal,waarbij de levensbeschouwelijke en pedagogische identiteit meewegen; 3.2. De inrichting van het onderwijsleerproces in de klas, waaronder het registreren van de vorderingen 3.3. Het gebruik van verschillende werkvormen (individueel, groepjes, klassikaal). 3.4. De wijze waarop het contact met de ouders wordt georganiseerd. 3.5. De wijze waarop er in de school leiding wordt gegeven. 3.6. De wijze waarop er wordt vergaderd en er besluiten worden genomen. 3.7. Het organiseren van gemeenschappelijke activiteiten, zoals vieringen.
4. Nadere uitwerking van identiteit Belangrijke punten op verenigingsniveau Het christelijke karakter van het onderwijs Met ons onderwijs willen wij niet alleen kennis overdragen,maar de leerlingen ook begeleiden op hun weg naar volwassenheid. Vanuit onze protestant christelijke levensovertuiging willen wij ze dusdanig toerusten dat zij zich willen inzetten voor God, hun naaste en de wereld waarin zij leven. Daarom helpen wij de leerlingen bij het groeien in een persoonlijke relatie met God, met elkaar en met hun omgeving. De leidraad daarbij is dat de Bijbel als het Woord van God de bron voor het geloof en hoogste norm voor leven en handelen is. Jezus Christus is de enige weg om tot God te komen. Hij heeft ons voorgeleefd hoe wij ons handelen overeenkomstig Gods wil gestalte moeten geven. De Drie Formulieren van Enigheid geven naast de verduidelijking van de Bijbel, richting aan onze protestantse levensovertuiging en daarmee aan de identiteit van de vereniging. Binnen dit kader is er ruimte en respect voor elkaars geloofsbeleving. Ouders hebben in de geloofsopvoeding de belangrijkste verantwoordelijkheid gekregen. De school vult deze opvoeding aan overeenkomstig haar taak om kwalitatief goed onderwijs te geven, de unieke gaven van de leerlingen te ontwikkelen en een klimaat te scheppen waarin elke leerling de liefde, uitdaging en veiligheid ontvangt die het nodig heeft als voedingsbodem voor de groei in het geloof Vanuit deze opvattingen kan de missiestatement van de schoolvereniging “Geloof in onderwijs” gaan leven. Zij geeft aan dat het geloof een wezenlijk bestanddeel van ons onderwijs is. Maar ook dat wij vertrouwen dat ons onderwijs op die wijze het best vrucht draagt. De positie van het personeel bij de vormgeving van de identiteit Een leerkracht wordt slechts benoemd indien deze de grondslag en de identiteitsnotitie van Rehoboth onderschrijft. Directieleden, leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel zijn degenen, die datgene wat aan het papier is toevertrouwd en waarover in de personeelsvergaderingen wordt gesproken in de dagelijkse praktijk waar dienen te maken. Zij vormen immers de brug tussen de formele identiteit in de statuten en de geleefde identiteit op klas- en schoolniveau.
4
Leerkrachten zijn voor kinderen een belangrijke identificatiepersoon, waar ze in hun latere leven soms of wellicht vaak aan terug zullen denken. De wijze waarop leerkrachten vorm geven aan de christelijke identiteit van de school is essentieel. Het wordt van groot belang geacht dat bij het aannemen van personeel een belangrijk onderdeel van de selectie- en wervingsprocedure het toetsen van geschiktheid ten aanzien van dit onderdeel betreft. Daarnaast zijn de onderstaande punten van groot belang voor de realisering van het uitdragen van de identiteit. 1. Van scholen van Rehoboth wordt verwacht dat zij jaarlijks momenten inplannen om zich als team te bezinnen op de identiteit. 2. Het bestuur verwacht een levenshouding overeenkomstig de hier beschreven opvattingen over identiteit. 3. Tijdens een sollicitatiegesprek dienen gerichte vragen gesteld te worden over hoe je als persoon in het leven staat en welke rol je geloof speelt. 4. De onderstaande voorwaarden komen aan de orde bij de werving en selectieprocedure van nieuwe personeelsleden: o bewust willen werken in het christelijk onderwijs vanuit Bijbelgetrouwe levensvisie en geloofsbeleving (‘Wie is Christus voor jou?’ en de verbinding met de maatschappelijke context) o handelingsbekwaam zijn als het gaat om het uitdragen van de christelijke levensvisie o kerkelijk meelevend zijn o het onderschrijven van de grondslag o om kunnen gaan met niet- en randkerkelijke leerlingen en ouders o tijdens een benoemingsprocedure dient in ieder geval een les godsdienstige vorming door de kandidaat verzorgd te worden 5. Rehoboth kan ondersteuning bieden op het gebied van de religieuze ontwikkeling van haar personeelsleden, te denken valt hierbij aan pastorale begeleiding. 6. Rehoboth kan een cursus “Hoe geef ik identiteit vorm in de klas” aanbieden.
De identiteit in de gesprekscyclus Binnen de gesprekscyclus in het kader van integraal personeelsbeleid (IPB) stelt de directeur tijdens de functioneringsgesprekken het onderwerp identiteit aan de orde. Het gaat om een open gesprek waarin nagegaan wordt op welke manier de leerkracht mede vorm geeft aan de christelijke identiteit van de school: wat spreekt haar of hem aan, wat wordt moeilijk gevonden, waar dient aandacht voor te zijn, etc.? Mogelijk dat de eigen geloofsbeleving daarbij aan de orde komt, doch het onderwerp van gesprek betreft de functionele invulling van de christelijke identiteit op de school. Van belang is dat dit gesprek respectvol en in een veilige sfeer plaatsvindt, waarbij het niet gaat om beoordeling van wat iemand vindt. Indien nodig zal de directeur of de algemene directie ondersteuning aanbieden aan het personeelslid als in het gesprek blijkt dat hier behoefte aan is. Het vormgeven aan de identiteit van de school is een verantwoordelijke taak die veel eist van leerkrachten. Het is van belang dat de leerkracht daarbij niet alleen staat of komt te staan. Naast dit individuele gesprek met een personeelslid wordt het onderwerp identiteit ook jaarlijks binnen het gehele team aan de orde gesteld. Dit bovenstaande geldt ook voor de directeuren en algemene directie. Het toelatingsbeleid van leerlingen De scholen die onder de schoolvereniging vallen zijn ervan overtuigd dat hun boodschap en het daarvan afgeleide onderwijs verrijkend is voor kinderen en ouders, ook als die een andere levensovertuiging hebben. Leerlingen bij wie dat het geval is, worden dan ook niet op grond daarvan geweigerd. Wel vindt een gesprek met de ouders plaats. Het moment dat geschikt is om hierover te spreken is het gesprek bij de aanmelding van een mogelijke leerling. De directeur van de school geeft in dat gesprek een duidelijke en heldere schets van de christelijke profilering van de school. Hierbij kan verwezen worden naar het hoofdstuk identiteit in de schoolgids en informatie op de website van de schoolvereniging Rehoboth. Ouders dienen zich te realiseren wat de consequenties en de waarneembare uitingen (godsdienstles, bidden, zingen vieringen e.d.) van een christelijke school zijn.
5
Ouders mogen op grond daarvan bepaalde verwachtingen hebben over de wijze waarop de leerkrachten met elkaar en de leerlingen omgaan. De school mag verwachtingen hebben ten aanzien van het gedrag van de leerlingen en ouders, gebaseerd op de door de school gehanteerde waarden en normen. Belangrijke punten op schoolniveau Overeenkomstig de indeling op pagina 4 zijn voor Rehoboth de volgende zaken van belang. Het bestuur gaat ervan uit dat de hierna genoemde onderdelen in een doorgaande ontwikkelingslijn nader worden uitgewerkt. Algemene gedragscode Ten aanzien van de kleding die op school wordt gedragen en bij gelegenheden waarbij de school wordt vertegenwoordigd door het personeel vindt het bestuur dat daaruit respect dient te blijken voor de ander en dat deze representatief hoort te zijn. Levensbeschouwelijke identiteit Deze komt het meest duidelijk tot uiting in de godsdienstige vorming, waaronder men het godsdienstonderwijs, het bidden, zingen en vieren deel van uit maken. Daarnaast dient er een onderlinge relatie te zijn met andere activiteiten van de school, zoals deze o.a. onder de pedagogische en onderwijskundige identiteit worden genoemd. Het godsdienstonderwijs Op de scholen van Rehoboth wordt structureel aandacht besteed aan godsdienstige vorming. Het godsdienstonderwijs is een hulpmiddel om hier structuur in aan te brengen. Het brengt op methodische wijze de kennis en kaders aan waarop de geloofsbeleving mede is gestoeld. De leerkracht is hierbij van groot belang. Hij of zij maakt daarin keuzes. Deze dienen wel aan te sluiten bij het vertelrooster. Het vertellen van Bijbelverhalen is een belangrijk middel om zowel de kennis van de Bijbel als de geloofsbeleving te ontwikkelen. Het geeft tevens een krachtig middel om de christelijke waarden en normen in het persoonlijke leven te integreren. Er wordt belang gehecht aan de behandeling van kerkgeschiedenis en kernpunten uit de christelijke traditie in de hoogste groepen van de school. Het gebruik van de Bijbel Op onze scholen worden in groep 1-8 Bijbelverhalen verteld. We vinden het van belang, dat kinderen bekend raken met de (taal van de) Bijbel als bron van het christelijk geloof. Daartoe zal er bij voorkeur vanaf groep 6 met de kinderen uit de Bijbel gelezen worden. Aan het eind van groep 8 krijgen de leerlingen een verantwoord boek/een dagboek vanuit Bijbels perspectief als afscheidsgeschenk door of namens het bestuur aangeboden. Op onze scholen wordt gebruik gemaakt van de herziene Statenvertaling en/of de NBG vertaling van 1951. Het gebed Het gebed heeft op de scholen van Rehoboth een belangrijke plaats. Kinderen leren wat bidden is en hoe ze persoonlijk in gesprek kunnen zijn met God. De kinderen worden actief bij het gebed betrokken. Op elke school van Rehoboth wordt er minimaal aan het begin en aan het eind van de schooldag met de kinderen gebeden. Het zingen van liederen Van elke school wordt verwacht dat men de Psalmen en andere christelijke liederen aanleert. De school streeft er naar een gevarieerd aanbod van liederen, waaruit een balans tussen de onderscheiden soorten blijkt. Het vieren Elke school dient in de schoolgids te formuleren welke vieringen er op school worden gehouden. Daarbij denken we aan het houden van weekopeningen en –sluitingen, het vieren van christelijke feesten: Kerstfeest, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren.
6
De kerstviering is binnen de Urker gemeenschap een belangrijk moment. Scholen organiseren jaarlijks voor de kinderen een kerstbijeenkomst waarbij (groot)ouders uitgenodigd worden. Het deelnemen aan acties voor hulporganisaties Op de scholen van Rehoboth wordt zichtbaar gemaakt dat er zorg is voor andere mensen op deze wereld die in mindere omstandigheden leven. Op elke school wordt daartoe op een actieve manier vorm gegeven aan acties van hulporganisaties, het sponsoren van een adoptiekind, e.d. Het deelnemen aan buitenschoolse activiteiten Op de scholen van Rehoboth wordt er zorg voor gedragen dat kinderen, leerkrachten en ouders ook bij buitenschoolse activiteiten, bijv. sportdag, schoolkamp enz.,zich in de lijn van deze notitie gedragen. Pedagogische identiteit De scholen van Rehoboth zijn christelijke leer- en werkgemeenschappen. Ons pedagogisch klimaat kenmerkt zich door liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. We dragen naar de kinderen uit dat God van hen houdt en dat ze er mogen zijn. God hun Schepper vindt hen belangrijk. Daarom kijken wij naar kinderen vanuit de mogelijkheden die ze hebben en stemmen in principe daarop ons handelen af. De kenmerken van ons pedagogisch klimaat kunnen het beste tot uiting komen in een veilige omgeving. Dat betreft niet alleen de fysieke veiligheid, maar zeker ook de emotionele. De leerlingen moeten zich geborgen weten in de leef - en werkgemeenschap van de school. Zij moeten ervaren dat aan hun eigenheid recht wordt gedaan. Dit houdt tevens in dat wij hen ervan bewust maken dat zij ook anderen recht doen. Hierin wordt het voorbeeld gedrag van Jezus Christus duidelijk. Wat Hij ons heeft geleerd, vormt het referentiekader van waaruit het personeel leerlingen benadert, leerlingen elkaar en de leerkrachten benaderen en het personeel onderling met elkaar en met de ouders omgaat. De leef en gedragsregels dienen in overeenstemming te zijn met de hiervoor geschetste waarden.
De onderwijskundige identiteit De vormgeving van het onderwijskundig proces: De zorg voor elke leerling Op de scholen van Rehoboth wordt elke leerling als een uniek schepsel van God gezien. Dit betekent dat er door de school met zorg wordt omgegaan met de leerlingen. Dit houdt bijvoorbeeld in dat kinderen die extra zorg nodig hebben, daar recht op hebben en die zorg ook krijgen. Het onderwijs wordt afgestemd op de behoeften van de leerling. Dit geldt ook voor de begaafde kinderen. De scholen van Rehoboth laten hun christelijke identiteit ook blijken in de vormgeving van de zorgplicht voor scholen. Goede zorg aan kinderen dient elke school te geven. Van onze protestants-christelijke scholen verwacht het bestuur dat ze dat niet alleen doen op wettelijke gronden, maar vanuit hun christelijke levensovertuiging. Hierover zal binnen elke school verder aandacht gegeven dienen te worden. Waar mogelijk wordt samengewerkt met andere – christelijke – organisaties om de zorg voor de leerling te versterken. De keuze van methoden en lesmateriaal Bij de keuze van nieuwe methoden wordt rekening gehouden met de levensbeschouwelijke en pedagogische uitgangspunten van de school. Alles wat er in de wereld gebeurt, komt de school binnen. De scholen van Rehoboth vinden het daarom van belang dat de kinderen daarmee om leren gaan. De scholen zijn alert op wat er de school binnenkomt via internet en door kinder- en leerboeken. Lesmethoden en leermiddelen worden beoordeeld op verantwoord gebruik binnen de christelijke identiteit. Steeds wordt de vraag gesteld of deze zaken passen binnen de levensbeschouwing en het pedagogisch klimaat van de school, waarbij vooral gelet wordt of bepaalde zaken het kind kunnen beschadigen. Tevens wordt gelet op het taalgebruik in het lesmateriaal. Tot slot is van belang dat kinderen geleerd wordt om kritisch om te gaan met al datgene wat zij onder ogen zien. De school heeft hierin een belangrijke taak.
7
Omgaan met de notitie Bij een eerste benoeming ondertekent een nieuwbenoemde werknemer een benoemingsbrief en de identiteitsnotitie. Het reeds in dienst zijnde personeel ontvangt de identiteitsnotitie. Deze wordt tijdens een personeelsvergadering nader toegelicht door de directeur, zodat de teams op alle scholen op de hoogte zijn van de inhoud. Telkens als deze notitie wordt bijgesteld, wordt deze opnieuw met het personeel doorgesproken. In het jaar voorafgaande aan het ontwikkelen van een nieuw strategisch beleidsplan, wordt de identiteitsnotitie geëvalueerd in een bestuursvergadering en in een vergadering van het directeurenoverleg. We hopen dat deze notitie er toe bijdraagt dat het christelijk karakter van het onderwijs op de scholen bevorderd en bewaard wordt.
8