Bestuur
r'~""~~~'" '-"'"1 CI;;~:;;I,:'"-- ')., / i I I ingekomen (s-::'e-m-J. S:i::ch~;;~'f:,n \
1
1 Appingedam
------'----.-.j ;{'::[.'iH
I
Aan het college van B&W van de gemeente Slochteren Postbus 13 9620 AA SLOCHTEREN
d.d. , If-~";----'
I
2 3 DEC
9400 ce Assen T 0592'367B69 F0592'367800 E p.veenstr'::'@f'lsq.nl
.;·~e..r~c,w:>
Appingedam, 22 december 2009
~~s~~~;b~'~O~~8Delta
I www.sbodedelta.nl
,
.~
.__ ..•
.-----L-
Onderwerp: besluitvorming verzelfstandiging SBO De Delta
Geacht College, Zoals bij u bekend wordt het bevoegd gezag van SBO De Delta te Appingedam gevormd door een openbaar lichaam op basis van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR) waarin 5 gemeenten participeren, te weten de gemeenten Appingedam, Delfzijl, Loppersum, Slochteren en Ten Boer. Het algemeen bestuur van SBO De Delta heeft op 17 december 2009 het voorgenomen besluit genomen om SBO De Delta te verzelfstandigen in een stichting voor openbaar onderwijs. Om dit voorgenomen besluit ten uitvoer te brengen heeft het algemeen bestuur van SBO De Delta vervolgens het beslisdocument "verzelfstandiging SBO De Delta"vastgesteld. Het algemeen bestuur van SBO De Delta biedt u bij deze het beslisdocument aan. Wij verzoeken u het beslisdocument in de daartoe passende besluitvormingsprocedure, voor vaststelling in college, en raadsvergadering, te brengen. De besluitvorming dient in de betrokken vijf gemeenten op elkaar afgestemd te worden, derhalve verzoeken wij u aan te sturen op finale besluitvorming in de raadsvergadering van februari 2010. Tegelijkertijd hebben wij dit beslisdocument als een voorgenomen besluit ter instemming voorgelegd aan de medezeggenschapsraad van SBO De Delta. De reactie van deze medezeggenschapsraad ontvangt u voor de bespreking in uw raad in februari 2010.
Hoogachten ,
Namens het a gemeen bestuur SBO De Delta te Appingedam
BESLISDOCUMENT VERZELFSTANDIGING SBO DE DELTA APPINGEDAM
10 december 2009
Drs. Jos van Ewijk E&S Advies en Management
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
INHOUD.
Samenvatting beslispunten.
pag. 2
1
Inleiding.
pag. 5
2
De bestuursvorm. 2.1 Mogelijke bestuursvormen openbaar primair onderwijs. 2.2 De huidige bestuursvorm voor SBO De Delta. 2.3 Motieven voor wijziging bestuursvorm. 2.4 Concept stichtingstatuten SBO De Delta Appingedam. 2.5 Verhouding gemeenteraden en stichting openbaar onderwijs.
pag. 6 pag. 6 pag. 6 pag. 7 pag. 9 pag. 11
3
Medezeggenschap en verantwoording. 3.1 Medezeggenschap. 3.1.1 Bevoegdheden bij bestuursoverdracht. 3.1.2 Reglementen voor de stichting SBO De Delta Appingedam. 3.2 Verantwoording.
pag. 12 pag. 12 pag. 12 pag. 12 pag. 13
4
Gevolgen voor personeel, ouders en leerlingen. 4.1 Onderwijspersoneel. 4.1.1 Rechtspositie. 4.1.2 Ontslagbeleid. 4.1.3 Specifieke arbeidsvoorwaarden. 4.2 Ouders en leerlingen.
pag. 15 pag. 15 pag. 15 pag. 15 pag. 16 pag. 16
5
Financiën en Overdracht. 5.1 Risicoprofiel SBO De Delta. 5.2 Meerjarenbegroting SBO De Delta. 5.2.1 Toelichting exploitatierekening. 5.2.2 Balanspositie en kengetallen. 5.3 Conclusies OSG. 5.4 Juridische overdracht.
pag. 17 pag. 17 pag. 19 pag. 21 pag. 22 pag. 24 pag. 25
6
Het vervolgtraject. 6.1 Procesfasen. 6.2 Tijdpad. 6.3 Plan van aanpak.
pag. 26 pag. 26 pag. 27 pag. 27
Bijlagen: Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV
Bestuursvormen openbaar onderwijs. Concept stichtingstatuten. Concept Regeling Toezichthoudend Orgaan. Checklist activiteiten implementatiefase.
pag. 1
pag. 28 pag. 29 pag. 41 pag. 46 pag. 52
Inhoud
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
SAMENVATTING BESLISPUNTEN VERZELFSTANDIGING SBO DE DELTA.
Beslispunt 1: Het algemeen bestuur adviseert de gemeenteraden: Om te besluiten tot een bestuurlijke verzelfstandiging van SBO De Delta te Appingedam. Om de openbare stichting te kiezen als de rechtsvorm voor de verzelfstandigde SBO De Delta te Appingedam.
Beslispunt 2: Het algemeen bestuur adviseert de gemeenteraden om over te gaan tot de oprichting van de stichting SBO De Delta Appingedam op basis van de in Bijlage II opgenomen concept stichtingstatuten.
Beslispunt 3: Het algemeen bestuur adviseert de gemeenteraden om over te gaan tot de oprichting van het toezichthoudend orgaan SBO De Delta Appingedam op basis van de in Bijlage III opgenomen concept gemeenschappelijke regeling.
Beslispunt 4: Het algemeen bestuur adviseert het stichtingsbestuur het huidige medezeggenschapsreglement over te nemen en na aanpassing van de naamgeving van het bevoegd gezag vast te stellen als zijnde de medezeggenschapsreglementen van de stichting SBO De Delta Appingedam.
Beslispunt 5: Het algemeen bestuur adviseert t.a.v. de verantwoording: Het stichtingsbestuur om er op toe te zien dat naast de wettelijk verplichte verticale verantwoording ook de nodige zorg besteed wordt aan de horizontale verantwoording. Het toezichthoudend orgaan om er op toe te zien dat de statutair vastgelegde afspraken over de jaarverslaglegging worden nagekomen. Het stichtingsbestuur en de medezeggenschapsraad om een jaarlijks contactmoment vast te leggen om het jaarverslag gezamenlijk te bespreken.
pag. 2
Samenvatting
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Beslispunt 6: Het algemeen bestuur adviseert: Het stichtingbestuur zich bij krimpende werkgelegenheid te baseren op het in de CAO-PO benoemde ontslagbeleid en de daarbij behorende afvloeiingsregeling. Het stichtingbestuur de “diensttijd onderwijs” als afvloeiingscriterium te hanteren. -
Het algemeen bestuur inventariseert voorafgaand aan de bestuursoverdracht of er personeelsleden van SBO De Delta gebruik maken van op de CAO-PO aanvullende specifieke arbeidsvoorwaarden van één van de gemeenten. Indien zich dit voor blijkt te doen dan treft het algemeen bestuur voorafgaand aan de bestuursoverdracht passende maatregelen om te voorkomen dat betreffende personeelsleden daar nadelige gevolgen van ondervinden.
Beslispunt 7: Het algemeen bestuur onderschrijft de risicoanalyse en de meerjarenbegroting van de Onderwijs Service Groep en concludeert dat: SBO De Delta, afgemeten aan de afgelopen jaarrekeningen, de balanspositie en de financiële kengetallen, op dit moment financieel gezond is. De financiële kengetallen solvabiliteit en weerstandsvermogen van voldoende niveau zijn, maar dat de liquiditeit onder de norm is en aandacht behoeft. De financiële kengetallen in samenhang en in totaliteit acceptabel zijn en voldoende basis vormen voor een verantwoorde verzelfstandiging van SBO De Delta. Het verzelfstandigde schoolbestuur en de directeur actief (financieel) beleid dienen te voeren om ook op termijn een sluitende meerjarenbegroting en een gezonde financiële balanspositie te kunnen behouden.
Beslispunt 8: Het algemeen bestuur adviseert de gemeenteraden om de instandhouding van SBO De Delta te Appingedam over te dragen aan de stichting SBO De Delta Appingedam, hetgeen betrekking heeft op: De instandhouding van de school SBO De Delta te Appingedam. Alle per overdrachtsdatum tot de school SBO De Delta te Appingedam behorende baten, vorderingen, rechten en lasten. Het personeel dat per overdrachtsdatum in vast dienstverband verbonden is aan de school SBO De Delta te Appingedam. De per overdrachtsdatum bij de school SBO De Delta te Appingedam behorende registergoederen. Alle per overdrachtsdatum bij de school SBO De Delta te Appingedam behorende inventaris en onderwijsmiddelen (inclusief ICT hard- en software). Alle per overdrachtsdatum bij de school SBO De Delta te Appingedam behorende reserves en voorzieningen.
pag. 3
Samenvatting
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Beslispunt 9: Het algemeen bestuur adviseert de gemeenteraden: Om, onder een nadrukkelijk voorbehoud van de uitkomst van de finale besluitvorming, al in de maand januari 2010 te starten met de voorbereidende activiteiten uit de implementatiefase. Om aan te sturen op finale besluitvorming in de gemeenteraadsvergaderingen in de maand februari 2010. Om 1 augustus 2010 als streefdatum voor de formele bestuursoverdracht vast te stellen. Om de nadere voorbereidingen en uitwerkingen m.b.t. de implementatie gedurende de maanden tot en met juli 2010, onder de bestuurlijke regie van het algemeen bestuur zelf uit te voeren.
pag. 4
Samenvatting
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
1
INLEIDING.
Het bevoegd gezag van de openbare SBO De Delta in Appingedam wordt op dit moment gevormd door een openbaar lichaam gebaseerd op de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR). De huidige gemeenschappelijke regeling betreft een samenwerking tussen de vijf gemeenten Appingedam, Delfzijl, Loppersum, Slochteren en Ten Boer. Daarnaast zijn bij de regeling ook betrokken de Vereniging voor Openbaar Onderwijs en de Vereniging Schoolraad voor het Christelijk Onderwijs in de provincie Groningen. Door de betrokkenheid in deze bestuursconstructie van zowel de vijf gemeenten, als het openbaar en het bijzonder onderwijs komt het identiteitsprofiel van de SBO De Delta in Appingedam duidelijk naar voren; een openbare school met een regionale functie en werkend vanuit een samenwerkingsgedachte. Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling heeft de afgelopen jaren een aantal stappen gezet in het kader van een heroriëntatie op de bestuursstructuur van de SBO De Delta. Gezien de deregulering, de terugtredende overheid en de autonomievergroting van het schoolbestuur zijn de gemeentebesturen in alle vijf de betrokken gemeenten overgegaan tot de bestuurlijke verzelfstandiging van het regulier openbaar basisonderwijs in die gemeenten. Binnen het algemeen bestuur van SBO De Delta is daaropvolgend vanzelfsprekend de rol van de gemeentebesturen in de bestuursconstructie van SBO De Delta ter discussie gesteld. Deze discussie heeft er toe geleid dat het algemeen bestuur de gemeenteraden van de betrokken vijf gemeenten voorstelt om over te gaan tot de verzelfstandiging van het schoolbestuur van SBO De Delta. Om de besluitvorming omtrent dit voorstel van het algemeen bestuur te stroomlijnen heeft het algemeen bestuur dit beslisdocument opgesteld. In dit document worden de relevante beslispunten achtereenvolgens toegelicht en onderbouwd. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de mogelijke, de huidige en de toekomstige bestuursvorm voor SBO De Delta te Appingedam. De aspecten met betrekking tot medezeggenschap en verantwoording staan centraal in het derde hoofdstuk. Op de gevolgen voor personeel, ouders en leerlingen wordt in hoofdstuk 4 ingegaan. De financiën en de juridische overdracht zijn de onderwerpen van hoofdstuk 5. En in hoofdstuk 6 tenslotte wordt een toelichting gegeven op het vervolgtraject. Als Bijlagen zijn opgenomen een algemene beschrijving van de mogelijke bestuursvormen voor het openbaar onderwijs, de conceptstatuten voor de nieuw te vormen stichting, de conceptregeling voor het toezichthoudend orgaan en een checklist voor de activiteiten in de implementatiefase. Daarnaast zijn tevens de meerjarenbegroting van SBO De Delta en de personele en financiële risicoanalyse van SBO De Delta als bijlagen bij dit beslisdocument te beschouwen.
pag. 5
Inleiding
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
2
De bestuursvorm.
2.1
Mogelijke bestuursvormen openbaar primair onderwijs.
Het bestuur van het openbaar onderwijs kan meer dan ooit op de plaatselijke omstandigheden worden afgestemd. Gemeenten kunnen zelf kiezen welke bestuursvorm in hun situatie het meest geschikt is. De behoeften en mogelijkheden kunnen sterk verschillen. De ene gemeente wil haar verantwoordelijkheden duidelijk scheiden, maar wacht met een vermogensrechtelijke verzelfstandiging totdat het openbaar onderwijs hiervoor financieel en organisatorisch klaar is. Zij kiest voor de bestuurscommissie als overgangsvorm. Elders streven verschillende gemeenten naar samenwerking in een gemeenteoverstijgende stichting omdat zij menen zo beter gebruik te kunnen maken van de groeiende beleidsvrijheid en voordelen van een schaalvergroting, terwijl weer ergens anders gemeentebestuur, directie en medezeggenschapsraad ervoor kiezen het integrale bestuur te handhaven, omdat de koppeling van schoolbestuur en lokale overheid als positief wordt ervaren. In een andere situatie kiest een gemeente voor de overstap naar het bijzonder onderwijs onder handhaving van de materiële kenmerken van het openbaar onderwijs om op deze manier via een fusie met het bijzonder onderwijs een kwalitatief goed niveau van onderwijsvoorzieningen te kunnen realiseren. De vrijheid van het gemeentebestuur met betrekking tot de bestuurlijke inrichting van het openbaar onderwijs beperkt zich niet alleen tot de keuze van een bepaalde bestuursvorm. Het gemeentebestuur kan ervoor kiezen om alle scholen dan wel een deel van de scholen onder dezelfde bestuursvorm te plaatsen. Daardoor bestaat de mogelijkheid om verschillende bestuursvormen naast elkaar te laten functioneren. Er is dan ook sprake van een toegenomen beleidsvrijheid om het bestuur van het openbaar onderwijs vorm te kunnen geven. Desalniettemin is de keuze inzake een bestuursvorm voor het openbaar onderwijs nog wel gelimiteerd. Er zijn zes mogelijke bestuursvormen waarvan voor het openbaar onderwijs gebruik kan worden gemaakt: Het integraal bestuur, gebaseerd op de Gemeentewet. De bestuurscommissie ex art. 83 Gemeentewet. Het openbaar lichaam op basis van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR). De stichting samenwerkingsbestuur (art. 17 WPO) De openbare rechtspersoon (art 47 WPO). De stichting openbaar onderwijs (art. 48 WPO) Voor een algemene beschrijving van deze zes bestuursvormen, inclusief een schematisch overzicht, wordt verwezen naar Bijlage I.
2.2
De huidige bestuursvorm van SBO De Delta.
Het bevoegd gezag van de openbare SBO De Delta in Appingedam wordt op dit moment gevormd door een openbaar lichaam gebaseerd op de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR). De huidige gemeenschappelijke regeling betreft een samenwerking tussen de vijf gemeenten Appingedam, Delfzijl, Loppersum, Slochteren en Ten Boer. Daarnaast zijn bij de regeling ook betrokken de Vereniging voor Openbaar Onderwijs en de Vereniging Schoolraad voor het Christelijk Onderwijs in de provincie Groningen. Deze bestuursconstructie heeft vanzelfsprekend voor- en nadelen. De betrokkenheid vanuit de verschillende gemeenten is op zichzelf een voordeel dat echter direct één van de grootste nadelen met zich mee brengt. De bestuurlijke besluitvorming dient dan immers ook plaats te vinden in vijf verschillende colleges en gemeenteraden. Dit komt de
pag. 6
Bestuursvorm
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
efficiëntie, de daadkracht en bestuurlijke slagvaardigheid niet ten goede. Met deze besluitvorming zijn namelijk lange termijnen gemoeid. Een ander nadelig aspect van de huidige bestuursconstructie is dat de continuïteit in meerdere opzichten in het gedrang kan komen. De bestuurssamenstelling is immers gekoppeld aan de lopende raadsperiode. Dit betekent dat zowel de bestuurlijke samenstelling als de inhoudelijke koers van het algemeen bestuur kan wijzigen met een nieuwe raadsperiode. Het is in het belang van de school dat een “niet gepolitiseerd” bestuur voor de koers voor de langere termijn verantwoordelijk wordt. Een zelfstandig schoolbestuur met “slechts” één taak: het besturen van de school.
2.3
Motieven voor wijziging bestuursvorm.
De discussie omtrent de bestuursvorm van het openbaar onderwijs vind zijn oorsprong in het perspectief van de decentralisatie van onderwijstaken van de rijksoverheid naar gemeente- en schoolbesturen. De gemeenten hebben de afgelopen 2 decennia meerdere taken op het terrein van het lokaal onderwijsbeleid lokale onderwijstaken gekregen, zoals het onderwijsachterstandenbeleid en de onderwijshuisvesting. Voor de schoolbesturen is er in datzelfde tijdsbestek sprake van een toenemende autonomie en een toenemende financiële verantwoordelijkheid. In het verlengde van deze decentralisatie werden en worden in de discussie omtrent de bestuursvorm van het openbaar onderwijs een aantal algemene motieven om bestuurlijk te verzelfstandigen opgevoerd:
a) Vermijden van de schijn van belangenverstrengeling. Als gevolg van de decentralisatie moest het gemeentebestuur in het overleg met het bijzonder onderwijs opereren met twee bestuurlijke ‘petten’ op: die van schoolbestuur van de openbare school en die van lokaal bestuur met een zorg voor het totale onderwijs in de gemeente.
b) Participatie van ouders en deskundigen in het bestuur. Bij integraal bestuur door college en raad is participatie van derden niet mogelijk.
c) Het ‘depolitiseren’ van het schoolbestuur openbaar onderwijs. Het gemeentebestuur oefent naast het besturen van het openbaar onderwijs nog vele andere taken uit. Het is denkbaar dat er op enig moment een politiek - bestuurlijke afweging gemaakt moet worden tussen de belangen van het openbaar onderwijs en de belangen op andere terreinen (bijvoorbeeld jeugd- of welzijnsbeleid). Afhankelijk van de politieke verhoudingen zou in bepaalde situaties het beeld kunnen ontstaan dat de belangen van het openbaar onderwijs niet optimaal worden gediend. Een verzelfstandigd schoolbestuur dat met slechts één belang dat van het openbaar onderwijs - te maken heeft kan zich maximaal inzetten en profileren ten behoeve van de kwaliteit van het onderwijs.
d) Ontwikkeling van een professionele bestuurlijke organisatie. De groeiende autonomie en verantwoordelijkheid van schoolbesturen vereist een professionele bestuurlijke organisatie. Daarbij gaat het niet alleen om snel en efficiënt besluiten, maar ook om een kwalitatief goed bestuur, dat zich kan concentreren op één bestuurlijke taak. Dit is het in stand houden, bevorderen en verbeteren van het openbaar onderwijs. Een verzelfstandigd bestuur is een goede uitgangspositie voor de ontwikkeling van een professionele bestuurlijke organisatie. Deze algemene motieven hebben ook nu, anno 2009, nog niet aan actualiteit ingeboet. En de landelijke ontwikkelingen hebben bepaald niet stil gestaan. Het in de jaren ’90 door de
pag. 7
Bestuursvorm
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
rijksoverheid ingezette proces van decentralisering en autonomievergroting is in de afgelopen jaren voortgezet. In het primair onderwijs is sinds augustus 2006 de ‘lumpsum financiering’ van toepassing. Van recenter datum is de voortschrijdende autonomievergroting van schoolbesturen en de daarmee gepaard gaande focus op zorg voor onderwijskwaliteit en het intern en publiek afleggen van verantwoording over de onderwijsresultaten. De rijksoverheid richt zich meer en meer op onderwijsopbrengsten en minder op de interne organisatieprocessen van scholen en het onderwijsleerproces zelf. Indien scholen voldoende presteren, goed bestuurd worden en daarover verantwoording afleggen, ondervinden ze straks minder ‘toezichtlast’ vanuit de rijksoverheid. Eén en ander veronderstelt een professionele, efficiënt georganiseerde onderwijsorganisatie met een professionele bedrijfsvoering en met bestuurders en leidinggevenden die over de daarvoor vereiste middelen, kennis en vaardigheden beschikken. SBO De Delta kan als zelfstandige rechtspersoon de volledige verantwoordelijk dragen voor een eigen en gezonde financiële bedrijfsvoering en daarover, vanuit die verantwoordelijkheid en zelfstandigheid, publiek verantwoording afleggen. Dit draagt ook bij aan de vergroting van de slagvaardigheid in bestuurlijk en beleidsmatig opzicht waardoor sneller en adequater ingespeeld kan worden op de specifieke behoeften van school, personeel en bovenal leerlingen. In het verlengde van deze algemene motieven tot bestuurlijke verzelfstandiging zijn de volgende overwegingen voor het algemeen bestuur doorslaggevend: De gemeenten dienen zich volledig te richten op het regie voeren op het lokaal onderwijsbeleid en de onderwijshuisvesting; Een verzelfstandigd en niet gepolitiseerd schoolbestuur kan daadkrachtiger en slagvaardiger optreden met betrekking tot: o het behartigen van het eigen (school)belang, o de versterking en borging van de onderwijskwaliteit, o en het voeren van een efficiëntere bedrijfsvoering; Een eigen rechtspersoon voor de school maakt het makkelijker om bestuurlijke arrangementen aan te gaan met andere bestuurlijke partners in de regio; Door middel van de stichting als bestuursvorm wordt het meest duidelijk aangegeven dat het bestuur van de school los staat van de gemeentebesturen. Daarnaast hebben voor het algemeen bestuur eveneens een tweetal overwegingen een doorslaggevende rol gespeeld in het gewenste moment van verzelfstandigen: In het voorjaar van 2010 zijn er raadsverkiezingen en de uitkomsten daarvan zouden van invloed kunnen zijn op de samenstelling van het algemeen bestuur van SBO De Delta. De “Overgangsregeling kosten ABB bij verzelfstandiging” (ook wel bruidsschatregeling genoemd) is verlengd tot 1 januari 2011. Schaalgrootte. Het algemeen bestuur is ook van mening dat SBO De Delta uiteindelijk ondergebracht zou moeten worden bij een groter bestuurlijk geheel. Een verzelfstandigd schoolbestuur kan naar de mening van het algemeen bestuur ook in dat perspectief daadkrachtiger en slagvaardiger optreden. In de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) is bepaald dat een gemeente die het bestuur van een openbare school overdraagt aan een stichting voor openbaar onderwijs de periode benoemt waarvoor deze overdracht geldt. Daarbij wordt door de wetgever tevens bepaald dat dit minimaal 5 jaar moet zijn. Het algemeen bestuur acht een periode van 5 jaar als een realistisch tijdperk om met SBO De Delta aan te kunnen sluiten bij een groter bestuurlijk geheel. Daarbij kan dan tevens die 5 jarige periode gebruikt worden om bij de oriëntatie op deze schaalvergroting de ontwikkelingen rondom passend onderwijs goed mee te kunnen wegen.
pag. 8
Bestuursvorm
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
In de vergadering van het algemeen bestuur van SBO De Delta d.d. 7 september 2009 heeft het algemeen bestuur naar aanleiding van bovenstaande overwegingen het volgende principebesluit genomen: Over te gaan tot een verzelfstandigd schoolbestuur voor SBO De Delta in de vorm van een stichting voor openbaar onderwijs. De stichting op te richten voor een beperkte periode en het stichtingsbestuur de opdracht mee te geven de school onder te brengen bij een groter bestuurlijk verband. Het wettelijk toezicht op de openbare SBO De Delta onder te brengen bij een toezichthoudend orgaan vanuit de betrokken 5 gemeenten. Bij de samenstelling van het stichtingsbestuur recht te doen aan: o De in de Wet vastgelegde invloed van de ouders op de bestuurssamenstelling o De verankering van de school binnen de samenwerkingsverbanden WSNS o De betrokkenheid vanuit de 5 gemeenten Het stichtingsbestuur zal dan als volgt samengesteld moeten worden: 2 bestuursleden op voordracht van de oudergeleding van de MR 1 bestuurslid op voordracht van het toezichthoudend orgaan van de 5 gemeenten 1 bestuurslid op voordracht van het samenwerkingsverband 2.04 1 bestuurslid op voordracht van het samenwerkingsverband 2.09
Beslispunt 1: Het algemeen bestuur adviseert de gemeenteraden: Om te besluiten tot een bestuurlijke verzelfstandiging van SBO De Delta te Appingedam. Om de openbare stichting te kiezen als de rechtsvorm voor de verzelfstandigde SBO De Delta te Appingedam.
2.4
Concept stichtingstatuten SBO De Delta Appingedam.
Een stichting voor openbaar primair onderwijs is wettelijk gefundeerd op artikel 48 van de Wet Primair Onderwijs (WPO). Het gestelde in dat artikel is dan ook richtinggevend voor de statuten voor de stichting SBO De Delta. Op basis van WPO artikel 48 “Instandhouding openbare school door een stichting”, blijft een aantal bevoegdheden ten aanzien van het openbaar onderwijs voorbehouden aan de gemeenteraden, opdat deze de grondwettelijke toezichthoudende functie ten aanzien van het openbaar onderwijs waar kunnen maken. Op de specifieke relatie tussen de gemeenteraden en het bestuur van de verzelfstandigde SBO De Delta wordt in de volgende paragraaf nader ingegaan. In de besluitvorming binnen het algemeen bestuur zijn een aantal aspecten voor de verdere vormgeving van de verzelfstandiging expliciet aan de orde gesteld. Het resultaat daarvan is vastgelegd in het hiervoor weergegeven principebesluit van 7 september. De in dit beslisdocument weergegeven uitwerking, vastgelegd in de opgestelde conceptstatuten (zie Bijlage II) en de conceptregeling toezichthoudend orgaan (zie Bijlage III), voldoet naar het oordeel van het algemeen bestuur aan alle aspecten van dat principebesluit.
pag. 9
Bestuursvorm
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Benoemingsprocedure bestuursleden. Een belangrijk onderdeel van de statuten is de vastlegging van de benoemingsprocedure van de bestuursleden van de Stichting SBO De Delta Appingedam. In de conceptstatuten wordt voor benoeming door de gemeenteraden een potentieel bestuurskandidaat voorgedragen op basis van een voordrachtsbevoegdheid door verschillende geledingen, volgens de volgende verdeling: 2 bestuursleden op bindende voordracht van de oudergeleding van de MR van SBO De Delta Appingedam. 1 bestuurslid op voordracht van het toezichthoudend orgaan van de 5 gemeenten 1 bestuurslid op voordracht van het samenwerkingsverband 2.04 1 bestuurslid op voordracht van het samenwerkingsverband 2.09 De benoeming van bestuursleden op bindende voordracht van de ouders is overigens verplicht op basis van WPO art 48, lid 6, sub b: “dat ten minste een derde gedeelte, doch geen meerderheid, van de bestuursleden wordt benoemd op bindende voordracht van de ouders van de leerlingen die zijn ingeschreven op de betrokken school of scholen,” Een bindende voordracht houdt in dat de gemeenteraad voor de benoeming gebonden is aan de kandidaat in de voordracht. De raad kan weliswaar (onder vermelding van zeer gegronde redenen) weigeren de voorgedragen kandidaat te benoemen, maar de raad kan vervolgens niet in die plaats een eigen kandidaat benoemen. De raad zal dan de oudergeleding van de MR om een nieuwe voordracht moeten vragen. In de conceptstatuten wordt uitgegaan van een bestuur van 5 personen. De zittingsperiode is in de conceptstatuten vastgelegd op 4 jaar, met de mogelijkheid van maximaal één maal herbenoeming. Op basis van de conceptstatuten wordt door gevarieerde zittingsmijnen van de eerste bestuursleden tegelijkertijd een rooster van aftreden ingebouwd. Één van deze eerste bestuursleden wordt voor twee jaar benoemd, twee van de eerste bestuursleden voor 3 jaar en de overige twee voor 4 jaar. De voordracht voor de benoeming van de eerste bestuursleden wordt gedaan door de oudergeleding van de MR (2 zetels) en de WSNS samenwerkingsverbanden 2.04 en 2.09 (elk 1 zetel). De in het principebesluit verwoorde opdracht om SBO De Delta onder te brengen in een groter bestuurlijk geheel is in de concept stichtingstatuten opgenomen in artikel 25 lid 2 en 3.
Beslispunt 2: Het algemeen bestuur adviseert de gemeenteraden om over te gaan tot de oprichting van de stichting SBO De Delta Appingedam op basis van de in Bijlage II opgenomen concept stichtingstatuten.
pag. 10
Bestuursvorm
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
2.5
Verhouding gemeenteraden en stichting openbaar onderwijs.
Door de grondwettelijke taak van de gemeente met betrekking tot het openbaar onderwijs, dient er ten alle tijden een relatie te blijven tussen de betrokken gemeenten en het verzelfstandigde openbare schoolbestuur, ondanks het gebruik van de stichting als privaatrechtelijke constructie. Wettelijk (art. 48 WPO) worden de volgende bevoegdheden expliciet voorbehouden aan de gemeenteraden: de bevoegdheid te beslissen over opheffing van een openbare school (lid 5) de benoeming van de bestuursleden (lid 6b) het stichtingsbestuur kan de eigen begroting en jaarrekening slechts vaststellen indien voorafgaand daaraan respectievelijk goedkeuring van de begroting dan wel instemming met de jaarrekening is verleend door de gemeenteraad (lid 6d); toezicht uitoefenen op het bestuur van de openbare school (lid 6e); de stichtingsstatuten kunnen slechts worden gewijzigd na instemming van de gemeenteraad (lid 7); de raad is bevoegd maatregelen te treffen indien de begroting niet voor 1 februari is goedgekeurd (lid 10); de raad is bevoegd zelf te voorzien in het bestuur van de openbare school in het geval van ernstige taakverwaarlozing door het stichtingsbestuur of het functioneren in strijd met de wet (lid 11). De betrokken gemeenten dienen invulling te geven aan deze wettelijk voorgeschreven taken, samengevat in de term toezichthoudende functie van de gemeente. Gezien vanuit de positie van zowel de betrokken gemeenten als vanuit het stichtingsbestuur ligt het in de rede dit toezicht te stroomlijnen en te bundelen. Het algemeen bestuur stelt voor daartoe gebruik te maken van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen door instelling van een zogenoemd gemeenschappelijk orgaan (artikel 8, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen). Dat gemeenschappelijk orgaan, aangeduid als “Toezichthoudend orgaan SBO De Delta Appingedam”, waarin de betrokken vijf gemeenten vertegenwoordigd zijn, oefent namens die gemeenten het toezicht uit op het stichtingsbestuur en treedt op als gesprekspartner van het stichtingsbestuur. Het stichtingsbestuur is op basis van art. 48 WPO verplicht jaarlijks aan de gemeenteraden verslag uit te brengen over de werkzaamheden, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. Het verslag wordt openbaar gemaakt (lid 8).
Beslispunt 3: Het algemeen bestuur adviseert de gemeenteraden om over te gaan tot de oprichting van het toezichthoudend orgaan SBO De Delta Appingedam op basis van de in Bijlage III opgenomen concept gemeenschappelijke regeling.
pag. 11
Bestuursvorm
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
3
MEDEZEGGENSCHAP EN VERANTWOORDING.
3.1
Medezeggenschap.
3.1.1
Bevoegdheden bij bestuursoverdracht.
Het besluit om het bevoegd gezag over SBO De Delta over te dragen van het openbaar lichaam aan de stichting SBO De Delta, wordt in het kader van de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS) aangeduid als ‘overdracht’. In het kader van het algemeen informatierecht (WMS, artikel 8, lid 1) is het bevoegd gezag gehouden om in een vroeg stadium de MR te informeren over mogelijke plannen. Het uiteindelijke voorgenomen besluit tot overdracht valt onder de instemmingsbevoegdheid van de medezeggenschapsraad (WMS, artikel 10, lid h). Een voorgenomen besluit tot overdracht gaat in ieder geval in op: de redenen om het bestuur over te dragen; de keuze voor een bepaalde bestuursvorm; de inhoudelijke regeling van de bestuursvorm (de statuten of de verordening); de gevolgen van de overdracht voor personeel en/of ouders en leerlingen. De instemmingsbevoegdheid van de MR strekt zich uit over al deze aspecten. Blijven de gevolgen voor het personeel passend binnen de kaders van de CAO-PO dan voert de werkgever het overleg over de regeling van de personele gevolgen met de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen zal dan ook nog overleg plaats moeten vinden in het zogenaamde decentraal georganiseerd overleg (DGO) tussen het bevoegd gezag en de vakbonden.
3.1.2
Reglementen voor de Stichting SBO De Delta Appingedam.
Op basis van de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS) dient ieder schoolbestuur te beschikken over medezeggenschapsreglementen. Het huidige schoolbestuur beschikt daarover, voor het nieuwe bevoegd gezag moet dit worden voorbereid. Er is volgens het algemeen bestuur echter geen reden de reglementen voor medezeggenschap inhoudelijk te wijzigen. Het huidige reglement kan naar het oordeel van het algemeen bestuur gecontinueerd worden voor het nieuwe bevoegd gezag. De enige wijziging is dan ook de aanpassing van de naamgeving voor het bevoegd gezag.
Beslispunt 4: Het algemeen bestuur adviseert het stichtingsbestuur het huidige medezeggenschapsreglement over te nemen en na aanpassing van de naamgeving van het bevoegd gezag vast te stellen als zijnde de medezeggenschapsreglementen van de stichting SBO De Delta Appingedam.
pag. 12
Medezeggenschap en verantwoording
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
3.2
Verantwoording.
Bij een verzelfstandiging is er niet zelden sprake van een worsteling tussen “los willen laten” en “grip willen houden”. Overigens, een dergelijke worsteling doet zich niet alléén voor bij een verzelfstandiging, deze beide polen zijn eveneens terug te vinden in het beleid van de rijksoverheid ten aanzien van de schoolbesturen. Onder andere in de beleidsnotitie “Ruimte geven, verantwoording vragen en van elkaar leren” (2005) van het ministerie van OCW wordt hierop uitvoerig ingegaan. Door de invoering van het jaarverslag in het primair onderwijs is een wijze van informatievoorziening en verantwoording ingevoerd die aansluit bij de vergroting van de autonomie en de toenemende vrijheid van scholen en besturen. Omdat een schoolbestuur gemeenschapsgelden ontvangt heeft het de wettelijke en morele plicht om over de inzet van die gelden verantwoording af te leggen. De gemeenschap (overheden, ouders en anderen) heeft geld afgestaan in de verwachting dat de instelling deze voor de gestelde doelen inzet. Door de publieke functie van het openbaar onderwijs krijgt de verantwoording van een schoolbestuur van openbaar onderwijs nog een extra dimensie. Er wordt een onderscheid gemaakt in de verticale en de horizontale verantwoording. Verticale verantwoording. Het verantwoorden van de besteding van de gemeenschapsgelden aan de verstrekker van de subsidie, de rijksoverheid, wordt de verticale verantwoording genoemd. Door middel van het model “Elektronisch Financieel Jaarverslag (EFJ)” legt het bevoegd gezag verantwoording af aan het ministerie. Deze verticale verantwoording aan het departement vindt plaats op het niveau van de rechtspersoon. Heeft een bestuur meerdere scholen, dan legt zij over het geheel verantwoording af in de vorm van een geconsolideerde (het geheel samenvattende) jaarrekening, een bestuursverslag en een accountantsverklaring. Hierdoor wordt het departement op de hoogte gebracht van de aard, omvang en rechtmatigheid van bestedingen. Ook toont het de financiële positie en het vermogen van de instelling. Deze verticale verantwoording is een wettelijke plicht voor het schoolbestuur. Horizontale verantwoording. Het nieuwe verantwoordingsmodel geeft ook richting aan de horizontale verantwoording. Naast de bovengenoemde rijksoverheid zijn er intern en in de meer directe omgeving van de onderwijsorganisatie ook betrokkenen die geïnformeerd willen worden over het wel en wee van de instelling. Bij personeel, ouders en medezeggenschapsraad is er vanzelfsprekend interesse voor de financiële positie van de school. Ook buiten de eigen onderwijsorganisatie, in de directe maatschappelijke context ervan, zijn er geïnteresseerden die op de hoogte willen worden gehouden. In dit specifieke geval van SBO De Delta Appingedam zijn dat in eerste instantie de verschillende gemeenteraden. In hoofdstuk 2 is al stilgestaan bij de stichtingstatuten en de verhouding tussen de gemeenteraad en het stichtingsbestuur. Daar is ook al vermeld dat het stichtingsbestuur op basis van art. 48 WPO verplicht is jaarlijks aan de gemeenteraad verslag uit te brengen over de werkzaamheden, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. En dat het verslag openbaar moet worden gemaakt. Voor de SBO De Delta betekent dit dat het verslag dient te worden aangeboden aan het toezichthoudend orgaan, waarin de betrokken gemeenten het gemeentelijk toezicht op SBO De Delta hebben ondergebracht..
pag. 13
Medezeggenschap en verantwoording
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Het jaarverslag. Het jaarverslag is in het kader van de verantwoording het centrale instrument. Met behulp van het jaarverslag legt het bevoegd gezag verantwoording af aan subsidieverstrekkers en zorgt het bestuur dat allerlei direct betrokkenen geïnformeerd worden over de mate van uitvoering en succes van de jaarplannen beschreven de bereikte doelen. Een goed jaarverslag is dan ook zeker geen losstaand item dat achteraf nog even snel opgesteld moet worden. Het is daarentegen juist een afrondende stap van de jaarcyclus. En ook die jaarcyclus staat niet volledig op zichzelf maar dient weer onderdeel uit te maken van een strategisch meerjarenplan. Het jaarverslag bestaat uit de volgende onderdelen: a. Een bestuursverslag met daarin elementen zoals personeelsbeleid, onderwijskundige ontwikkelingen, de huisvestingssituatie en hetgeen verder informatief is voor degene die het zullen lezen. b. Het financieel jaarverslag met daarin de financiële positie op de balansdatum, de financiële gang van zaken gedurende het jaar, de vergelijking met begrotingscijfers en de vergelijking met de vorige jaarcijfers, met kengetallen en benchmarkgegevens en tenslotte de investeringen. Het financieel jaarverslag wordt opgesteld op bestuursniveau met een specificatie van de exploitatie per school. c. De eigenlijk jaarrekening met waarderingsgrondslagen, de jaarcijfers met toelichtingen en bijlagen. Een schoolbestuur kent evenwel diverse belanghebbenden, met uiteenlopende informatiebehoeften. Medezeggenschapsraden, werknemers, lokale overheden, landelijke overheid, collega-instellingen en bankiers hebben behoefte aan informatie of verantwoording. Het is natuurlijk ondoenlijk om voor iedere groep een volledig op maat gesneden rapportage te maken. Het jaarverslag zal daarom altijd een compromis zijn, het is een poging om aan zowel (financierende) overheden als andere (intern) betrokkenen informatie te geven over de inzet van middelen, de bereikte resultaten en de financiële positie van de instelling. Het algemeen bestuur spreekt de verwachting uit dat het stichtingsbestuur en het management van SBO De Delta regelmatig in gesprek gaan met de verschillende gebruikers van die informatie. “Welke informatie hebben jullie gemist, wat is onduidelijk, ontvingen jullie de informatie op tijd?” Juist door het stellen van dergelijke vragen, kan het bestuur laten zien dat het de betrokkenen serieus neemt en bereid is om waar mogelijk met bestaande behoeften rekening te houden.
Beslispunt 5: Het algemeen bestuur adviseert t.a.v. de verantwoording: Het stichtingsbestuur om er op toe te zien dat naast de wettelijk verplichte verticale verantwoording ook de nodige zorg besteed wordt aan de horizontale verantwoording. Het toezichthoudend orgaan om er op toe te zien dat de statutair vastgelegde afspraken over de jaarverslaglegging worden nagekomen. Het stichtingsbestuur en de medezeggenschapsraad om een jaarlijks contactmoment vast te leggen om het jaarverslag gezamenlijk te bespreken.
pag. 14
Medezeggenschap en verantwoording
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
4
GEVOLGEN VOOR PERSONEEL, OUDERS EN LEERLINGEN.
In dit hoofdstuk worden de gevolgen van de verzelfstandiging voor het onderwijspersoneel (paragraaf 4.1) en de ouders en leerlingen (paragraaf 4.2) toegelicht.
4.1
Onderwijspersoneel.
In de huidige situatie valt het personeel dat verbonden is aan SBO De Delta, onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel, onder de CAO-PO. Dit personeel wordt hier samengevat onder de noemer onderwijspersoneel.
4.1.1
Rechtspositie.
De rechtspositie van het onderwijspersoneel, voortvloeiende uit de WPO, het rechtspositiebesluit en de CAO-PO, blijft gelijk. In de WPO artikel 49 lid 2 staat vermeld bij bestuursoverdracht openbare scholen: “In de akte wordt bepaald dat de rechtspersoon aan wie wordt overgedragen, het personeel in gelijke betrekkingen en onder dezelfde voorwaarden als vermeld in de akte van aanstelling, aan de school aanstelt met ingang van de datum van overdracht”. Dit houdt in dat de rechten en plichten van het onderwijspersoneel zoals geldend op de dag van de bestuursoverdracht bij het huidige bevoegd gezag onder dezelfde voorwaarden overgaan naar de nieuwe stichting. Al het onderwijspersoneel met een dienstverband voor onbepaalde tijd en niet geplaatst in het RDDF, krijgt per overdrachtsdatum een aanstelling bij het bestuur van de stichting SBO De Delta Appingedam. Deze personeelsleden ontvangen een nieuwe akte van aanstelling op basis van het model akte van aanstelling voor het openbaar primair onderwijs zoals vastgelegd in de CAO-PO.
4.1.2
Ontslagbeleid.
Het huidige schoolbestuur hanteert op dit moment de regeling ontslagbeleid. Dit betekent dat ingeval van ontslag wegens terugloop van formatie, voor het aanwijzen van degene die moet worden ontslagen, de afvloeiingslijst bepalend is, waarbij de onderste op de afvloeiingslijst de eerste is die moet afvloeien. Als afvloeiingscriterium hanteert het huidige schoolbestuur het criterium diensttijd onderwijs. Dit betekent dat alle diensttijd gemaakt in het onderwijs (dus ook bij andere besturen) en bijvoorbeeld ook militaire diensttijd of verlof wegens het verzorgen van kinderen, wordt meegenomen. Binnen de kaders van de CAO Primair Onderwijs kunnen werkgevers in overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad kiezen tussen de nieuwe regeling werkgelegenheidsbeleid of de huidige regeling ontslagbeleid. Gelet op de toename van de beleidsvrijheid die het werken met de regeling werkgelegenheidsbeleid biedt en de mogelijkheid om afvloeiing meer beleidsrijk te realiseren is er naar de mening van het algemeen bestuur veel voor te zeggen om op termijn over te gaan op de regeling werkgelegenheidsbeleid. Het algemeen bestuur adviseert echter op dit moment in het kader van deze verzelfstandiging vooralsnog te kiezen voor handhaving van het bestaande ontslagbeleid.
pag. 15
Gevolgen
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Het advies is dan ook dat de regeling ontslagbeleid ook door de nieuwe stichting SBO De Delta Appingedam wordt aangehouden. Het criterium diensttijd onderwijs zou daarbij ook voor de nieuwe stichting het afvloeiingscriterium moeten blijven.
4.1.3
Specifieke arbeidsvoorwaarden
Er dient voorafgaand aan de bestuursoverdracht geïnventariseerd te worden in hoeverre er in de huidige situatie sprake is van op de CAO-PO aanvullende specifieke arbeidsvoorwaarden waarvoor geldt dat er ten gevolge van de overdracht sprake kan zijn van een negatief effect voor het onderwijspersoneel en waaraan personeelsleden bepaalde rechten zouden kunnen ontleden. Indien er voor personeelsleden van SBO De Delta sprake blijkt te zijn van dergelijke aanvullende specifieke arbeidsvoorwaarden zal het algemeen bestuur, eveneens voorafgaand aan de bestuursoverdracht, passende maatregelen treffen om te voorkomen dat de betreffende personeelsleden daar nadelige gevolgen van ondervinden. Beslispunt 6: Het algemeen bestuur adviseert: Het stichtingbestuur zich bij krimpende werkgelegenheid te baseren op het in de CAO-PO benoemde ontslagbeleid en de daarbij behorende afvloeiingsregeling. Het stichtingbestuur de “diensttijd onderwijs” als afvloeiingscriterium te hanteren. -
4.2
Het algemeen bestuur inventariseert voorafgaand aan de bestuursoverdracht of er personeelsleden van SBO De Delta gebruik maken van op de CAO-PO aanvullende specifieke arbeidsvoorwaarden van één van de gemeenten. Indien zich dit voor blijkt te doen dan treft het algemeen bestuur voorafgaand aan de bestuursoverdracht passende maatregelen om te voorkomen dat betreffende personeelsleden daar nadelige gevolgen van ondervinden.
Ouders en leerlingen
De bestuursoverdracht van SBO De Delta aan de stichting SBO De Delta Appingedam brengt geen nadelige gevolgen met zich mee voor leerlingen en ouders. De positie van de ouders inzake inspraak en medezeggenschap blijft gewaarborgd volgens de geldende wet- en regelgeving, de sinds 1 januari 2007 van kracht zijnde Wet Medezeggenschap Scholen (WMS). De benoeming van het bestuur / de bestuursleden van de stichting SBO De Delta vindt plaats conform de geldende wet- en regelgeving voor de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs (WPO art. 48) en is vastgelegd in de stichtingstatuten. Middels lid 2 van artikel 48 WPO is door de wetgever bepaald dat de ouders van de leerlingen op de scholen voor openbaar primair onderwijs meer betrokken dienen te worden bij het bestuur van het openbaar primair onderwijs. Ten minste een derde maar niet meer dan de helft van de bestuursleden dient benoemd te worden op bindende voordracht van de ouders. In de stichtingstatuten is dan ook vastgelegd dat twee van de vijf bestuursleden worden benoemd op grond van een bindende voordracht vanuit de oudergeleding van de MR. Voor ouders en leerlingen wijzigen ten gevolge van de bestuursoverdracht de toegankelijkheid en bereikbaarheid van SBO De Delta ook niet.
pag. 16
Gevolgen
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
5
FINANCIËN EN OVERDRACHT.
Een belangrijk aandachtspunt voor een besluit over de verzelfstandiging van SBO De Delta is de huidige en toekomstige financiële positie van de school. Het algemeen bestuur heeft zich in deze laten bijstaan en adviseren door de Onderwijs Service Groep (OSG). Door middel van een gestructureerde risicoanalyse zijn de huidige en toekomstige risico’s in beeld gebracht. Daarnaast is er voor de jaren 2010 tot en met 2014 een meerjarenbegroting opgesteld. Aan de hand van deze uitgewerkte instrumenten zijn vervolgens de balanspositie van en de financiële kengetallen voor de school bepaald.
5.1
Risicoprofiel SBO De Delta.
De risico’s voor SBO De Delta zijn in kaart gebracht door middel van het 3 fasenmodel. Dit model is ontwikkeld door de Onderwijs Service Groep en het instrument analyseert in drie fasen de risico’s die de onderwijsorganisatie loopt. De centrale vraag daarbij luidt: “Welke risico’s zijn er de komende vier jaar ten gevolge van de ontwikkelingen in de interne - en externe omgeving en de gekozen strategie?” De risico’s worden beoordeeld op de mate van waarschijnlijkheid en impact. De mate van waarschijnlijkheid zegt iets over de kans dat een bepaald risico zich daadwerkelijk voordoet en de mate van impact zegt iets over de financiële consequenties van een bepaald risico. Waarschijnlijkheid en impact tezamen bepalen de omvang van een risico. De volledige risicoanalyse voor SBO De Delta is vastgelegd in een afzonderlijke rapportage “Risicoanalyse SBO De Delta”. Hier wordt volstaan met een samenvatting van die rapportage. Voorziening personele verplichtingen De voorziening personele verplichting is als een risico aangemerkt. Het risico ontstaat door de onzekerheid over de nieuwe BAPO-regeling. Wisselingen in het personeelsbestand hebben invloed op de hoogte van de voorziening. Daarnaast heeft De Delta te maken met een relatief oud personeelsbestand. Hoe ouder het personeel hoe meer personeelsleden aanspraak kunnen maken op de BAPO-regeling. Dit brengt extra kosten met zich mee. Indien personeelsleden aanspraak maken op hun bapo-verlof, dan betekent dat een onttrekking van de voorziening, de voorziening moet echter wel op peil blijven, wat betekent dat middels dotatie de voorziening weer op peil gebracht moet worden. Beschikbare en werkelijke formatie Voor SBO De Delta als éénpitter zijn er in vergelijking met grotere schoolbesturen minder mogelijkheden om snel te krimpen in personeel. Op basis van de verwachte uitstroom door FPU is de mogelijkheid aanwezig om in de formatie terug te gaan. Daarnaast is er op dit moment ca. 1,3 fte aan tijdelijke aanstellingen. Ook dit biedt voor aankomend schooljaar mogelijkheden om een eventuele daling van de formatie op te vangen. De afgelopen jaren is het leerlingaantal van SBO De Delta stabiel gebleken. Voor de samenwerkingsverbanden wordt echter wel rekening gehouden met een daling van het leerlingaantal. Dit zal ook gevolgen hebben voor het leerlingaantal op SBO De Delta. Door de daling van het aantal leerlingen binnen de samenwerkingsverbanden wordt tevens rekening gehouden met een daling van het budget WSNS. Voor SBO De Delta betekent dit minder inkomsten en dus minder formatie. Het advies is om goed om te gaan met het aanstellingsbeleid en de mogelijke verplichtingen. De formatie is aangemerkt als een risico omdat de impact ervan voor een éénpitter als SBO De Delta hoog is. Onderwijskwaliteit De onderwijsinspectie heeft voor SBO De Delta een aantal indicatoren als onvoldoende beoordeeld. De school staat daardoor op dit moment onder een aangepast toezichtarrangement van de pag. 17
Financiën en
overdracht
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
onderwijsinspectie. Vooral de indicatoren tijd, afstemming en begeleiding verdienen aandacht. Op dit moment wordt hier door de directie en het team hard aan gewerkt. Echter vanwege het feit dat de school onder een aangepast toezichtarrangement is geplaatst, wordt de onderwijskwaliteit wel aangemerkt als een risico. Demografische situatie Bij de demografische situatie gaat het om de daling van het leerlingaantal. SBO De Delta is qua leerlingenaantal de afgelopen jaren stabiel gebleken. De regio waarin SBO De Delta echter is gevestigd wordt gekenmerkt door krimp. De cijfers van de regio laten zien dat er de komende jaren een flinke daling van het aantal leerlingen zal gaan plaatsvinden. De waarschijnlijkheid van het risico “leerling-daling” is op basis van de cijfers daarom groot. De school is voor de reguliere bekostiging afhankelijk van de inkomsten op basis van de leerlingaantallen van de school zelf en de beide samenwerkingsverbanden. Een daling heeft directe invloed op de personele en materiële bekostiging vanuit het ministerie. In personele zin dient er op de juiste manier op geanticipeerd te worden. Een risico is daarnaast aanwezig bij de materiële component in de bekostiging. Een daling van de bekostiging is door een relatief groot deel aan vaste kosten (gebouwonderhoud, contract schoonmaak, ed) niet direct financieel op te vangen. Het materiële tekort zal hierdoor over het algemeen groter worden. Het effect van het risico “leerling-daling” is hierdoor als hoog beoordeeld. Bijdragen derden De bijdragen van gemeenten en derden aan SBO De Delta zijn hoger dan gemiddeld, met name de gelden van de beide samenwerkingsverbanden vormen een hoge bijdrage aan de baten van de school. Gezien deze afhankelijkheid en gezien de daling van het aantal leerlingen in de regio is dit een risico voor de school. Materiële baten en lasten De materiële baten en lasten zijn niet in overeenstemming met elkaar. Diverse (landelijke/regionale) onderzoeken ondersteunen dit beeld. Het tekort op de materiële component is niet iets wat in één keer naar voren komt, deze situatie bestaat al langer. Binnen de gehele exploitatie houden besturen hierdoor al langer rekening met de overschrijding. Wel heeft het materiële tekort effect op de personele inzet om een sluitende exploitatie te behalen. Bekostiging primair onderwijs Voor de komende jaren is dit een belangrijk aandachtspunt. Op dit moment spelen er landelijk een aantal ontwikkelingen ten aanzien van de bekostiging primair onderwijs. De invoering van het Actieplan Leerkracht (salarismaatregelen) en de functiemix zal de salarislasten voor het bestuur laten stijgen. De bekostiging vanuit het ministerie dekt deze extra lasten maar voor 75%. De overige 25% is voor rekening van het bestuur. Daarnaast snijdt het kabinet in 2010 voor ongeveer 90 miljoen euro in de professionalisering van bestuurders en managers in het primair onderwijs (budget bestuur en management). Alleen voor kleine scholen en besturen blijft daar nog een zeer beperkt budget voor beschikbaar. Nadat de externe en interne omgeving in kaart is gebracht is gekeken naar de strategie en doelstellingen van de school. Deze zijn vervolgens gerangschikt naar Defender, Analyzer, Reactor en Prospector (strategietyperingen van Miles en Snow (1978)). De gekozen strategie is mede van invloed op de hoogte van het weerstandsvermogen. Het blijkt dat de meeste doelstellingen van de school horen bij een Analyzer met kenmerken van een Defender. De houding ten opzichte van risico’s is daarmee neutraal tot neigend naar risicomijdend. Op de risicobeoordeling heeft SBO De Delta een score van 9%. Deze score wordt vervolgens omgerekend naar een benodigd weerstandsvermogen. Het minimale weerstandsvermogen wat hierbij hoort bedraagt 16%. Met een bandbreedte tussen de 11-18%. Daarbij is het echter belangrijk om te melden dat SBO De Delta een éénpitter betreft. Als we dan kijken naar de pag. 18
Financiën en
overdracht
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
mogelijkheden van mobiliteit, de beperkte mogelijkheden van reductie van de formatie met name in de onderwijsondersteunende (OOP) functies, en naar andere algemene risico’s van een éénpitter dan wordt daar in het model geen rekening mee gehouden. Daarnaast spelen de komende jaren een aantal ontwikkelingen zoals Passend Onderwijs en de veranderende rol van de SBO-scholen een rol. Op basis hiervan adviseert de Onderwijs Service Groep dan ook om als doelstelling voor het financieel beleid een weerstandsvermogen van 20% te hanteren.
5.2
Meerjarenbegroting SBO De Delta
De meerjarenbegroting 2010-2014 is opgesteld vanuit de begroting 2010. Vanuit dit basisjaar is een prognose gemaakt voor een stijging of daling van de baten en lasten op korte, middellange en lange termijn. Indexaties van baten (bekostigingsvariabelen) en lasten (prijzen en lonen) worden in deze meerjarenbegroting niet meegenomen. De belangrijkste basis voor de bekostiging van de school is het leerlingenaantal. In tabel 1 wordt dan ook allereerst een overzicht gegeven van de leerlingenaantallen van SBO De Delta van de afgelopen en de komende jaren. realisatie
SBO De Delta Leerlingen 1 oktober
prognose
Aantal leerlingen Waarvan CUMI
2006 155 16
2007 149 3
2008 153 13
2009 154 13
2010 152 11
2011 150 10
2012 148 9
2013 146 9
Verschil t.o.v. voorgaande jaar SWV 204 SWV 209
3925 3321
-6 3839 3295
+4 3814 3264
+1 3807 3305
-2 3764 3239
-2 3739 3174
-2 3664 3111
-2 3591 3048
Tabel 1: Leerlingenprognoses SBO De Delta en samenwerkingsverbanden
De meerjarenbegroting 2010-2014 van SBO De Delta wordt in tabel 2 op de volgende pagina weergegeven.
pag. 19
Financiën en
overdracht
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Tabel 2: Meerjarenbegroting 2010-2014
Op basis van de meerjarenbegroting zijn er verschillende mogelijkheden voor het bijsturen van de meerjarige exploitatieresultaten. Uit de huidige ervaringen blijkt dat sturingsmogelijkheden afhankelijk zijn van twee belangrijke componenten. De totale omvang van het bestuur, om de vaste lasten voor administratie, beheer en bestuur te kunnen dragen en de omvang van de school om de vaste lasten van de gebouwen en leermiddelen te kunnen dragen. Hiernaast speelt het aantal leerlingen een steeds belangrijker rol voor wat betreft de minimale omvang in verband met onderwijskwaliteit en de vaste kosten voor personele overhead.
pag. 20
Financiën en
overdracht
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
5.2.1 Toelichting exploitatierekening Baten De gehanteerde uitgangspunten zijn: • De personele lumpsum, materiële instandhouding en budget voor personeelsbeleid zijn berekend op basis van de prognose van het aantal leerlingen (zie tabel 1). Voor SBO De Delta is rekening gehouden met een daling van 2 leerlingen per jaar. Voor de beide samenwerkingsverbanden geldt dat zij in een krimpende regio opereren. Voor bijvoorbeeld de Gemeente Delfzijl is de prognose dat in 2030 het aantal leerlingen met 40% zal afnemen. Op basis van de scenario’s die in de regio gepresenteerd worden is de verwachting dat het aantal leerlingen voor de beide samenwerkingsverbanden zal afnemen met 2% per jaar. • Daarnaast is uitgegaan van 16 lgf leerlingen (leerlingen met een zogenoemd ‘rugzakje’). Wel zijn er op dit moment geluiden dat de financiering van de lgf leerlingen zal wijzigingen. Nu wordt er een standaard bedrag per leerling uitgekeerd aan de school. De wijziging zou inhouden dat de financiering meer op maat uitgekeerd wordt. Gekeken zal worden wat een kind qua zorg aan extra bekostiging nodig heeft. Dit kan van invloed zijn op de bekostiging van SBO De Delta en is een aandachtspunt voor de komende jaren. • De invoering van het Actieplan Leerkracht (salarismaatregelen) en de functiemix zal de salarislasten voor het bestuur laten stijgen. De bekostiging vanuit het ministerie dekt deze extra lasten maar voor 75%. De overige 25% is voor rekening van het bestuur. In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met 75% aan baten. • Het budget bestuur en management is voor het jaar 2010 nog voor 7/12e opgenomen, omdat de beschikking 2009/2010 inmiddels is afgegeven. Er is echter grote onzekerheid over de toekomst van de gelden bestuur en management. Het ministerie heeft aangekondigd dit budget te korten. Daarom is voor de jaren 2011 t/m 2014 geen budget bestuur en management meer opgenomen. • Voor de samenwerkingsverbanden geldt dat er een daling van het aantal leerlingen wordt verwacht (2% per jaar). Daarom is in de meerjarenbegroting ook rekening gehouden met een daling van de bijdrage WSNS van 2% per jaar. • Daarnaast worden de overige overheidsbijdragen gevormd door de vrijval egalisatierekening Appingedam (einddatum: 2010), subsidie rekenverbetertraject (einddatum: 1 augustus 2011), subsidie vervangingsfonds (einddatum: 2010) en subsidie verbreding techniek basisonderwijs VTB (einddatum: 2011). • Er zijn op dit moment twee personeelsleden gedetacheerd. Deze kosten zijn budget neutraal opgenomen. De kosten die ervoor gemaakt worden, worden vergoed. • De rentebaten zijn gezien de lage rente op dit moment naar beneden bijgesteld. Lasten De gehanteerde uitgangspunten zijn: • Het natuurlijk verloop is minimaal bij SBO De Delta. Het natuurlijk verloop bedraagt in 2011 1,58 fte (conciërge en leerkracht). De conciërge (1,0000 fte) wordt echter weer ingevuld. De daling in loonkosten door uitstroom is daardoor minimaal. • De invoering van het Actieplan Leerkracht (salarismaatregelen) en de functiemix zal de salarislasten voor het bestuur laten stijgen. De bekostiging vanuit het ministerie dekt deze extra lasten maar voor 75%. De overige 25% is voor rekening van het bestuur. In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met deze extra lasten. • Bij de lonen en salarissen is tevens een afname van de loonkosten opgenomen die overeenkomt met de afname van de rijksbijdrage OCW personeel en de afname van het budget WSNS de komende jaren. Aangenomen wordt dat de lonen en salarissen in ieder geval afnemen met deze baten, aangezien in het formatieplan deze baten als basis dienen.
pag. 21
Financiën en
overdracht
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Tabel 3: Verloop lonen en salarissen
•
• •
De overige personele lasten dalen licht ten opzichte van 2010 door een daling van de dotatie aan de BAPO voorziening. In 2010 heeft er een extra dotatie moeten plaatsvinden om de voorziening op peil te brengen. De afschrijvingen zijn gebaseerd op de toekomstige investeringen die aangegeven zijn door de directeur van de school. De huisvestingslasten en overige instellingslasten zijn gelijk gehouden aan de begroting 2010.
5.2.2 Balanspositie en kengetallen
Balanspositie Realisatie 2008
2009
2010
89.775 585.886
117.401 585.886
156.042 585.886
69.873 89.562
69.873 64.587
835.096
Eigen vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden *
Bedragen per 31/12
Prognose 2011
2012
2013
2014
225.240 585.886
205.211 585.886
179.780 585.886
197.590 585.886
69.873 63.265
69.873 -6.135
69.873 6.816
69.873 1.881
69.873 -68.566
837.747
875.066
874.863
867.786
837.420
784.782
504.061
474.061
475.912
466.622
447.642
405.324
341.413
132.608 198.427
165.259 198.427
200.727 198.427
209.814 198.427
221.717 198.427
233.669 198.427
244.942 198.427
835.096
837.747
875.066
874.863
867.786
837.420
784.782
Activa Vaste activa Materiele vaste activa Financiele vaste activa * Vlottende activa Vorderingen * Liquide middelen Totaal activa
Passiva
Totaal passiva
Tabel 4: Balanspositie
pag. 22
Financiën en
overdracht
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Kengetallen 2010
2011
2012
2013
2014
Liquiditeit Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2 Weerstandsvermogen 1 Weerstandsvermogen 2 (-/- MVA)
0,67 0,54 0,77 26,32% 24,94%
0,32 0,53 0,77 26,33% 18,78%
0,39 0,52 0,77 25,74% 19,16%
0,36 0,48 0,76 23,65% 18,08%
0,01 0,44 0,75 20,18% 11,66%
Personele lasten van totaal Afschrijvingslasten van totaal Huisvestingslasten van totaal Ov. Instellingslasten van totaal
89,09% 1,49% 3,40% 6,02%
88,14% 2,26% 3,50% 6,11%
87,25% 3,01% 3,54% 6,19%
87,04% 3,22% 3,55% 6,20%
87,21% 3,04% 3,55% 6,20%
Tabel 5: Financiële kengetallen.
Aan de hand van de balans en de belangrijkste financiële kengetallen is de financiële positie van SBO De Delta beoordeeld. In bovenstaande tabellen 4 en 5 zijn respectievelijk de balanspositie en de financiële kengetallen weergegeven De betreffende gegevens zijn ontleend aan de meerjarenbegroting 2010-2014. Liquiditeit Een organisatie is liquide als zij op ieder moment in staat is om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen zonder dat financieel ongewenste maatregelen genomen moeten worden. De liquiditeit wordt beoordeeld aan de hand van de current ratio. De liquiditeit is als volgt berekend: Vlottende activa + liquide middelen Kortlopende schulden Voor SBO De Delta is de liquiditeit op basis van de begroting 2010 0,67. Als ondergrens kan gelden een liquiditeit van 1,0. Hier bevindt SBO De Delta zich ruim onder. Voor SBO De Delta is de liquiditeit een aandachtspunt de komende jaren. De liquiditeit ligt ruim onder de norm. Solvabiliteit Solvabiliteit is de mate waarin de onderneming in staat is aan haar verplichtingen ten opzichte van de verschaffers van het vreemd vermogen te voldoen. In het primair onderwijs is het niet gebruikelijk om vreemd vermogen in de vorm van leningen aan te trekken. De solvabiliteit is hierdoor relatief hoog, in vergelijking met andere branches. De solvabiliteit is het eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen. Voor SBO De Delta ligt de solvabiliteit tussen de 0,54 en 0,44 de komende jaren. Voor een gezonde positie is 0,30 wenselijk. SBO De Delta zit hier boven. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen dient ter financiering van activa en als buffer voor het opvangen van risico’s. Indien de situatie zich voordoet dat de rijksbijdragen niet afdoende zijn om de noodzakelijke uitgaven te dekken, zal het weerstandsvermogen aangesproken moeten worden. Voor SBO De Delta is het weerstandsvermogen in 2010 25% en loopt af naar 12% in 2014. De gehanteerde definitie van weerstandsvermogen 1 is het eigen vermogen ten opzichte van de totale baten. De definitie van het weerstandsvermogen 2 bedraagt: Eigen vermogen – materiële vaste activa Rijksbijdragen OCW
pag. 23
Financiën en
overdracht
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Verdeling baten Rijkbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Financiële baten
2010
2011
70,94% 23,43% 4,01% 1,62%
72,52% 22,26% 4,09% 1,13%
2012 72,76% 21,92% 4,17% 1,15%
2013 72,80% 21,80% 4,23% 1,17%
2014 72,89% 21,64% 4,28% 1,18%
Tabel 6: Verdeling baten.
Bij de verdeling van de bijdragen wordt onderscheid gemaakt tussen de bijdragen van het ministerie en de bijdragen van derden. Hierbij valt onder andere te denken aan de gemeente en het samenwerkingsverband. Bovenstaand is deze verdeling opgenomen en procentueel weergegeven. De verhouding tussen de rijksbijdragen en de overige baten ligt bij SBO De Delta lager dan het landelijke beeld. Dit betekent dat SBO De Delta minder afhankelijk is van de rijksbijdragen en dat andere organisaties meer geld beschikbaar stellen dan landelijk gebeurt.
5.3 Conclusies OSG Op basis van de risicoanalyse en de meerjarenbegroting van SBO De Delta concludeert De Onderwijs Service Groep dat de kengetallen van SBO De Delta de afgelopen jaren en ook dit jaar een positief beeld laten zien. De school is op dit moment financieel gezond. Voor de komende jaren zijn de kengetallen acceptabel, echter bij ongewijzigd beleid zullen de kengetallen een negatief beeld laten zien. Met name de liquiditeit vertoont een negatieve trend. Het weerstandsvermogen is op dit moment op een goed niveau. Dit vraagt echter, gelet op de ontwikkelingen, de daarmee verbonden risico’s en het feit dat de school een éénpitter betreft, de komende jaren nadrukkelijk de aandacht van het schoolbestuur en de directeur. De komende jaren zal dan ook door het nieuwe schoolbestuur en de directeur actief beleid moeten worden gevoerd om een sluitende begroting en een gezonde financiële positie te behouden.
Beslispunt 7: Het algemeen bestuur onderschrijft de risicoanalyse en de meerjarenbegroting van de Onderwijs Service Groep en concludeert dat: SBO De Delta, afgemeten aan de afgelopen jaarrekeningen, de balanspositie en de financiële kengetallen, op dit moment financieel gezond is. De financiële kengetallen solvabiliteit en weerstandsvermogen van voldoende niveau zijn, maar dat de liquiditeit onder de norm is en aandacht behoeft. De financiële kengetallen in samenhang en in totaliteit acceptabel zijn en voldoende basis vormen voor een verantwoorde verzelfstandiging van SBO De Delta. Het verzelfstandigde schoolbestuur en de directeur actief (financieel) beleid dienen te voeren om ook op termijn een sluitende meerjarenbegroting en een gezonde financiële balanspositie te kunnen behouden.
pag. 24
Financiën en
overdracht
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
5.4
Juridische overdracht.
Om de bestuurlijke verzelfstandiging te effectueren wordt het bevoegd gezag over school ondergebracht bij de Stichting SBO De Delta Appingedam, juridisch wordt dit geëffectueerd door notariële overdracht van de gemeenteraden aan de Stichting SBO De Delta Appingedam. Concreet betreft het de overdracht van: de instandhouding van de school SBO De Delta te Appingedam; alle baten, vorderingen, rechten en lasten behorende bij SBO De Delta te Appingedam; het personeel van SBO De Delta te Appingedam; de schoolgebouwen, ondergrond, terreinen en eventuele bijgebouwen (tezamen registergoederen genoemd) behorende bij SBO De Delta te Appingedam. de inventaris en de onderwijsmiddelen (inclusief ICT hard- en software) van SBO De Delta te Appingedam; de reserves en voorzieningen behorende bij SBO De Delta te Appingedam. Beslispunt 8: Het algemeen bestuur adviseert de gemeenteraden om de instandhouding van SBO De Delta te Appingedam over te dragen aan de stichting SBO De Delta Appingedam, hetgeen betrekking heeft op: De instandhouding van de school SBO De Delta te Appingedam. Alle per overdrachtsdatum tot de school SBO De Delta te Appingedam behorende baten, vorderingen, rechten en lasten. Het personeel dat per overdrachtsdatum in vast dienstverband verbonden is aan de school SBO De Delta te Appingedam. De per overdrachtsdatum bij de school SBO De Delta te Appingedam behorende registergoederen. Alle per overdrachtsdatum bij de school SBO De Delta te Appingedam behorende inventaris en onderwijsmiddelen (inclusief ICT hard- en software). Alle per overdrachtsdatum bij de school SBO De Delta te Appingedam behorende reserves en voorzieningen.
pag. 25
Financiën en
overdracht
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
6
HET VERVOLGTRAJECT.
6.1
Procesfasen.
De bestuursoverdracht van SBO De Delta aan de Stichting SBO De Delta Appingedam kan worden opgedeeld in een drietal fasen: De oriëntatiefase De constructiefase De besluitvormingsfase De implementatiefase Het algemeen bestuur heeft in de vergadering van 7 september 2009 met het nemen van het principebesluit de oriëntatiefase afgerond. In de maanden september tot en met november is er vervolgens invulling gegeven aan de activiteiten in de constructiefase. Met de in deze eindrapportage beschreven resultaten daarvan wordt nu, augustus 2008, vervolgens deze fase afgesloten. De gewenste nieuwe situatie en structuur is door het algemeen bestuur uitgewerkt en wordt met dit beslisdocument door het algemeen bestuur aangeboden aan de betrokken colleges van B&W en gemeenteraden. In dat beslisdocument zijn de bouwtekeningen van de door het algemeen bestuur geadviseerde nieuwe structuur opgenomen. Op de cruciale terreinen zijn ook detailtekeningen reeds uitgewerkt; statuten, financiële kaders, personele gevolgen, etc. Met het afronden van de constructiefase start vervolgens direct de besluitvormingsfase. De betrokken beslissers dienen in deze fase tot definitieve besluitvorming omtrent het dit beslisdocument te komen. Daarbij dienen de geëigende besluitvormingsprocedures in acht genomen te worden; procedures m.b.t. de medezeggenschapsraad en de interne gemeentelijke besluitvormingsprocedures m.b.t. de colleges van B&W, de raadscommissies en de gemeenteraden. In de fase van besluitvorming zal vanuit het algemeen bestuur extra aandacht worden besteed aan de informatieverstrekking. Het is immers van wezenlijk belang dat het personeel, de ouders en de betrokken ‘beslissers’, de medezeggenschapsraad, de colleges van B&W en de gemeenteraden, dat zij allen voorzien worden van de benodigde eenduidige informatie. Anticiperend op een positief verloop van deze besluitvormingsfase start met de oplevering van dit beslisdocument door het algemeen bestuur dan ook tevens, onder nadrukkelijk voorbehoud van de uitkomst van die besluitvorming, de voorbereidingen op de implementatiefase. Om een zo soepel mogelijke overgang te waarborgen dienen er gericht op de implementatie van de nieuwe organisatiestructuur immers al voorbereidende activiteiten plaats te vinden. De implementatiefase is ook niet direct afgerond op het moment van de daadwerkelijke bestuursoverdracht. Integendeel, in de nieuwe structuur zal de komende tijd nog veel aandacht benodigd zijn om geleidelijk aan uit te groeien naar een zelfstandige eenheid, waarin de diverse werkprocessen gestroomlijnd verlopen.
pag. 26
Vervolgtraject
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
6.2
Tijdpad.
Zoals hierboven al is aangegeven start de besluitvormingsfase in december 2009 met het door het algemeen bestuur uitbrengen van dit beslisdocument. Voor de verdere planning van het proces gaat het algemeen bestuur er vanuit dat de finale besluitvorming over de verzelfstandiging en de bestuursoverdracht zal plaatsvinden in de verschillende gemeenteraadsvergaderingen van de maand februari 2010. De implementatiefase zal zoals gezegd, vooruitlopend op die finale besluitvorming in de maand november en onder voorbehoud van de uitkomst daarvan, eigenlijk al aanvangen in de maand januari 2010. Het algemeen bestuur houdt bij deze planning rekening met de verschillende termijnen die bij een dergelijke besluitvorming van toepassing zijn. De verdere planning van het algemeen bestuur is er op gericht dat de formele bestuursoverdracht op 1 augustus 2010 kan plaatsvinden. Het algemeen bestuur realiseert zich echter ook dat zij de planning van de besluitvorming niet volledig in eigen hand heeft. De medezeggenschapsraad, de colleges van B&W en tot slot de gemeenteraden oefenen ieder voor zich invloed uit op de uiteindelijke besluitvorming. Het algemeen bestuur is van oordeel dat zowel de besluitvorming als de implementatie zorgvuldig dienen te worden doorlopen.
6.3
Plan van aanpak.
In de implementatiefase dienen vervolgens diverse zaken voorbereid en uiteindelijk uitgevoerd te worden. Het is naar het oordeel van het algemeen bestuur voor de hand liggend om de centrale bestuurlijke regie over deze (voorbereidende) implementatie in handen te geven van het algemeen bestuur zelf. Het algemeen bestuur draagt er zorg voor dat er gewerkt wordt aan de verschillende voorbereidende activiteiten, zoals: De uitwerking van de benoeming van de eerste bestuursleden; De uitwerking van de notariële afhandeling van de bestuursoverdracht; De uitwerking van de financiële afwikkeling van de bestuursoverdracht. De uitwerking van de administratieve afwikkeling van de bestuursoverdracht. Bij een positieve afronding van de besluitvormingsfase kan er dan vervolgens zeer snel en adequaat uitvoering gegeven worden aan de diverse vervolgstappen. Daarnaast dient er tijdig gewerkt te worden aan de voorbereidingen van de diverse administratieve en formele handelingen gericht op de formele bestuursoverdracht. In Bijlage IV is een checklist voor de activiteiten in de implementatiefase opgenomen. Beslispunt 9: Het algemeen bestuur adviseert de gemeenteraden: Om, onder een nadrukkelijk voorbehoud van de uitkomst van de finale besluitvorming, al in de maand januari 2010 te starten met de voorbereidende activiteiten uit de implementatiefase. Om aan te sturen op finale besluitvorming in de gemeenteraadsvergaderingen in de maand februari 2010. Om 1 augustus 2010 als streefdatum voor de formele bestuursoverdracht vast te stellen. Om de nadere voorbereidingen en uitwerkingen m.b.t. de implementatie gedurende de maanden tot en met juli 2010, onder de bestuurlijke regie van het algemeen bestuur zelf uit te voeren.
pag. 27
Vervolgtraject
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
BIJLAGEN
Bijlage I
Bestuursvormen openbaar onderwijs.
pag. 29
Bijlage II
Concept stichtingstatuten
pag. 41
Bijlage III
Concept regeling toezichthoudend orgaan.
pag. 46
Bijlage IV
Checklist activiteiten implementatiefase.
pag. 52
pag. 28
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
BIJLAGE I
Bestuursvormen openbaar onderwijs
MOGELIJKE BESTUURSVORMEN VOOR HET OPENBAAR ONDERWIJS. Er 1 2 3 4 5 6
zijn in totaal 6 bestuursvormen mogelijk voor het openbaar onderwijs, te weten: Het integraal bestuur De bestuurscommissie Het openbaar lichaam De openbare rechtspersoon De stichting openbaar onderwijs De stichting samenwerkingsbestuur
Deze bestuursvormen onderscheiden zich het meest duidelijk ten opzichte van elkaar in de formele juridische grondslag, het al dan niet beperkt zijn tot de eigen gemeentegrenzen, de financiële verhouding tot de gemeente en de bestuurlijke bevoegdheden. In deze bijlage worden de verschillende bestuursvormen beschreven en er is tevens een overzichtelijk schema van de mogelijke bestuursvormen opgenomen. Voorafgaand aan de afzonderlijk beschrijvingen wordt echter even kort stilgestaan bij hetgeen waarvoor al deze bestuursvormen bedoeld zijn: het openbaar onderwijs. Wij hebben in Nederland een zogenaamd duaal onderwijsbestel; er zijn openbare en bijzondere scholen. Het kenmerk van de openbare school is dat deze van overheidswege wordt opgericht en in standgehouden. Naast dit formele kenmerk onderscheidt het openbaar onderwijs zich door een drietal materiële wezenskenmerken. Deze zijn in de diverse onderwijswetten vastgelegd, zo ook in artikel 46 van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO): 1 Het openbaar onderwijs draagt bij aan de ontwikkeling van de leerlingen met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die leven in de Nederlandse samenleving, en met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden. 2 Openbare scholen zijn toegankelijk voor leerlingen zonder onderscheid naar godsdienst of levensbeschouwing. 3 Openbaar onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing. De school als organisatie en instelling, waar kinderen onder leiding en verantwoordelijkheid van volwassenen les krijgen en zich vormen, is weliswaar de spil waar alles om draait, maar de school is op zichzelf geen zelfstandige juridische eenheid. Om maatschappelijk te kunnen functioneren, voor rijkssubsidie in aanmerking te kunnen komen en juridisch als partij een rol te kunnen spelen, moet een school onder het bestuur van een ‘rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid staan, die zich het geven van onderwijs ten doel stelt zonder daarbij het maken van winst te beogen’. De mogelijke bestuursvormen in het openbaar onderwijs waaruit voor de openbare school een keuze moet worden gemaakt, zijn van rechtswege rechtspersonen of, anders geformuleerd, bezitten rechtspersoonlijkheid. De bestuurscommissie vormt hierop echter een uitzondering. In het geval dat een bestuurscommissie een openbare school bestuurt, blijft de gemeente de rechtspersoon die de school formeel instandhoudt. Bij lezing van de beschrijvingen van de verschillende bestuursvormen dienen we ons te realiseren dat het bij al deze vormen om openbaar onderwijs gaat. Welk van de bestuursvormen ook gebruikt gaat worden de school is en blijft een openbare school. Één van de bevoegdheden die de wetgever expliciet aan het gemeentebestuur toebedeelt is dan ook het toezien op dat openbare karakter.
pag. 29
Bijlage bestuursvormen openbaar onderwijs
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
1
Integraal bestuur
Het integraal bestuur is de ‘klassieke’ bestuursvorm. Deze bestuursvorm is gebonden aan het grondgebied van één gemeente. Het college van burgemeester en wethouders vormt het bevoegd gezag van de openbare school tenzij de gemeenteraad anders beslist. Zo bepaalt de gemeenteraad of al dan niet een bestuurscommissie voor het bestuur van het openbaar onderwijs wordt ingesteld, terwijl de gemeenteraad ook kan besluiten de bevoegdheid over bepaalde schoolbestuurlijke onderwerpen (bijvoorbeeld de benoeming van een directeur, de vaststelling van het medezeggenschapsreglement) aan zichzelf voor te behouden. In de meeste gevallen maken gemeenteraden van deze bevoegdheid geen gebruik en laten het bestuur over aan het college van burgemeester en wethouders. Sterker nog: in veel gevallen is het de portefeuillehouder onderwijs die feitelijk als schoolbestuur functioneert. Het ambtelijk apparaat verzorgt de beleidsmatige en administratieve ondersteuning, hoewel in toenemende mate ook in het geval van integraal bestuur een deel van de administratieve ondersteuning wordt uitbesteed of elders wordt ingekocht. De schooldirectie draagt zorg voor de dagelijkse gang van zaken op school. Het integraal bestuur als bestuursvorm was in het verleden de vanzelfsprekende bestuursvorm voor het openbaar onderwijs. Uit een analyse van de besturenorganisatie Vosabb in januari 2007 blijkt dat de verzelfstandigde schoolbesturen in het primair onderwijs inmiddels in de meerderheid zijn. Uitgedrukt in het aantal leerlingen is in het primair onderwijs de stichting de meest voorkomende bestuursvorm met 45%, gevolgd door de bestuurscommissie met 30%. Begin 2007 bezocht nog 17% van de leerlingen in het openbaar primair onderwijs een openbare school met integraal bestuur. Formele grondslag De formele grondslag voor het integrale bestuur is te vinden in artikel 1 van de verschillende onderwijswetten, waarin het bevoegd gezag van het openbaar onderwijs nader is gedefinieerd. Deze bestuursvorm kan worden beschouwd als de basisvorm: er is sprake van integraal bestuur, tenzij het gemeentebestuur anders heeft bepaald. De formele grondslag van het integraal bestuur is uiteindelijk terug te voeren op de Grondwet. Ruimtelijk bereik Integraal bestuur is gebonden aan het grondgebied van één gemeente. Bekostiging Met betrekking tot de bekostiging geldt dat de kosten voor de openbare en de bijzondere scholen door het Rijk worden vergoed volgens de bepalingen die daarover in de onderwijswetgeving worden gesteld. De gemeente ontvangt als bevoegd gezag van het openbaar onderwijs de rijksvergoeding ten behoeve van de openbare scholen. De financiële huishouding van het openbaar onderwijs maakt deel uit van de gehele gemeentelijke financiële huishouding. Financiële gelijkstelling De gemeente heeft de mogelijkheid om boven de rijksvergoeding extra geld aan het openbaar onderwijs beschikbaar te stellen. Die extra uitgaven – behoudens extra uitgaven op het terrein van administratie, beheer en bestuur – moeten doorbetaald worden aan het bijzonder onderwijs in de gemeente. Het gemeentebestuur kan – zonder dat doorbetaling aan het bijzonder onderwijs aan de orde is – via een verordening extra middelen ter beschikking stellen aan een openbare school, indien zich in een bepaalde situatie bijzondere omstandigheden voordoen, zoals omschreven in de verordening.
pag. 30
Bijlage bestuursvormen openbaar onderwijs
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Toezicht Bij integraal bestuur vindt toezicht op de begroting plaats door de provincie. De basis hiervoor is te vinden in de Gemeentewet. Schoolbestuurlijke bevoegdheden Het college van burgemeester en wethouders heeft alle bestuurlijke bevoegdheden als bestuur van een school, tenzij de gemeenteraad anders besluit. Positie personeel Het ambtelijk personeel wordt als ambtenaar aangesteld. Het betreft daarom een publiekrechtelijke aanstelling. De rechtspositie van het onderwijspersoneel wordt geregeld in de CAO-PO.
2
De bestuurscommissie.
Artikel 83 Gemeentewet bepaalt dat de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester bestuurscommissies kunnen instellen. Deze drie gemeentelijke bestuursorganen kunnen uiteindelijk alleen maar een bestuurscommissie instellen voor een taak of beleidsterrein ten aanzien waarvan zij bestuurlijke bevoegdheden hebben. In het geval dat de gemeenteraad een bestuurscommissie instelt, kunnen leden van het college van burgemeester en wethouders geen deel uitmaken van die commissie. Ook het omgekeerde geldt. Stelt het college een bestuurscommissie in, dan mogen leden van de gemeenteraad daarvan geen lid zijn. Deze regeling, die sinds 7 maart 2002 van kracht is en het gevolg is van de Wet dualisering gemeentebestuur, wijkt af van de oude situatie. Vóór 7 maart 2002 – we spraken toen over artikel 82-commissies – regelde de wet namelijk juist dat bestuurscommissies uitsluitend door de gemeenteraad konden worden ingesteld. De nu geldende beperkende bepalingen over het lidmaatschap van die commissies golden toen niet. Vóór 2002 werden veel bestuurscommissies dan ook mede bemenst door wethouders en/of raadsleden. Een bestuurscommissie ten behoeve van het openbaar onderwijs werd conform de voorschriften van artikel 82-oud dus altijd ingesteld door de gemeenteraad. De nieuwe tekst van artikel 83 roept de vraag op of nu ook het college van burgemeester en wethouders zelfstandig kan besluiten het bestuur over de openbare school over te dragen aan een in te stellen bestuurscommissie. Deze vraag moet op dit moment ontkennend beantwoord worden. De verschillende onderwijswetten definiëren in artikel 1 het begrip ‘bevoegd gezag van de openbare school’. Dat bevoegd gezag is blijkens die definitiebepaling ‘het college van burgemeester en wethouders, voor zover de raad niet anders bepaalt, en, indien de raad dit besluit, met inachtneming van door hem te stellen regelen’. Weliswaar vormt in beginsel het college van burgemeester en wethouders het bevoegd gezag van de openbare school, maar de gemeenteraad bepaalt als enige dat een ander orgaan dan het college (bijvoorbeeld een bestuurscommissie of een stichting openbaar onderwijs) de functie van bevoegd gezag kan uitoefenen. Bij de bestuurscommissie draagt de gemeenteraad schoolbestuurlijke taken en bevoegdheden over aan een bestuurscommissie die ten aanzien van die overgedragen taken als bevoegd gezag van de openbare school optreedt. Deze bestuursvorm is gebonden aan het grondgebied van één gemeente. De samenstelling en de bevoegdheden van de commissie worden door de gemeenteraad in een verordening vastgesteld. In de jaren 90 heeft de bestuurscommissie als bestuursvorm voor het openbaar onderwijs aanzienlijk terrein gewonnen. De commissie was op dat moment bij uitstek het middel waarmee de gemeente het bestuur over het openbaar onderwijs op afstand plaatste en ouders meer in het schoolbestuur betrok.
pag. 31
Bijlage bestuursvormen openbaar onderwijs
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Financieel blijft de bestuurscommissie aan de gemeente gebonden, omdat haar financiën onderdeel van de gemeentebegroting blijven uitmaken. De Gemeentewet bepaalt immers dat de vaststelling van de begroting en rekening niet aan een bestuurscommissie kan worden overgedragen. Toch is het mogelijk de bestuurscommissie in financieel opzicht een meer onafhankelijke positie te geven door het financiële beleid en beheer aan de bestuurscommissie over te dragen en – binnen vooraf afgesproken kaders – de bestuurscommissie zelf een begroting en rekening te laten opstellen, die na een marginale toetsing door het gemeentebestuur in de eigen begroting en rekening van de gemeente worden opgenomen. De gemeenteraad is de bevoegdheden die zij overdraagt kwijt tot aan het moment waarop de raad de delegatie ongedaan maakt door intrekking van de verordening. Desondanks kan de gemeenteraad nog steeds invloed uitoefenen. Zo blijft de gemeenteraad bevoegd om besluiten van de bestuurscommissie te schorsen of te vernietigen indien deze besluiten strijdig zijn met de wet en/of het belang van de gemeente. Al met al is hiermee een redelijke bestuurlijke zelfstandigheid van de bestuurscommissie verzekerd. De bestaande bestuurscommissies beschikken in het algemeen over alle schoolbestuurlijke bevoegdheden die bij een bevoegd gezag horen. De regeling van de bestuurscommissie is met weinig voorschriften omgeven, zodat er alle ruimte bestaat om het bestuur af te stemmen op de plaatselijke situatie. Zo staat het de gemeenteraad vrij om de samenstelling van de commissie te bepalen, te regelen of de commissie al dan niet haar eigen bestuursleden benoemt en op welke wijze de bestuurscommissie verantwoording aflegt aan de gemeenteraad. Vaak zijn het ouders of deskundigen uit het maatschappelijk veld die in het bestuur zitten. Deze betrokkenheid is in veel gevallen ook reden geweest voor het instellen van een bestuurscommissie. Formele grondslag De formele grondslag voor de bestuurscommissie is te vinden in artikel 83 Gemeentewet (artikel 82-oud), dat regels stelt met betrekking tot de instelling en regeling van de bestuurscommissie. De bestuurscommissie is weliswaar een bestuursorgaan van de gemeente – de commissie bestuurt één of meer openbare scholen – maar het is geen rechtspersoon. Dat betekent dat de commissie een aantal rechtshandelingen (afsluiten contracten, deelnemen in stichtingen) niet zelf kan verrichten, maar dit door de ter zake bevoegde bestuursorganen van de gemeente moet laten doen, tenzij de bestuurscommissie of haar leden daartoe zijn gemandateerd door het bevoegde gemeentelijke bestuursorgaan. Ruimtelijk bereik Deze bestuursvorm is gebonden aan het grondgebied van één gemeente. Bekostigingsrelatie met het Rijk Omdat de bestuurscommissie geen rechtspersoon is en de financiële huishouding van het openbaar onderwijs formeel deel blijft uitmaken van de gehele gemeentelijke financiële huishouding, is er in feite sprake van een relatie tussen het Rijk en de gemeente. In het geval dat besloten is dat de bestuurscommissie ook zorgdraagt voor het financieel beheer, kan geregeld worden dat de commissie de gelden op een eigen rekening ontvangt. Financiële gelijkstelling Gelet op het feit dat de financiële huishouding van het openbaar onderwijs een integraal onderdeel vormt van de gemeentelijke financiële huishouding, gelden wat betreft de doorbetaling aan het bijzonder onderwijs dezelfde spelregels als bij het integrale bestuur. Bij de bestuurscommissie geldt dat extra uitgaven op het terrein van administratie, beheer en bestuur niet hoeven te worden doorbetaald aan het bijzonder onderwijs.
pag. 32
Bijlage bestuursvormen openbaar onderwijs
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Toezicht op de begroting Omdat de financiën van de bestuurscommissie deel uitmaken van de gemeentelijke begroting en rekening vindt – zij het indirect – het toezicht op de financiën, in overeenstemming met de bepalingen van de Gemeentewet, plaats door de provincie. Benoeming bestuursleden De gemeenteraad bepaalt in de verordening van de bestuurscommissie de omvang en de samenstelling van deze commissie. In de verordening kan geregeld worden dat de gemeenteraad zelf nieuwe bestuursleden benoemt dan wel dat de benoeming daarvan wordt overgelaten aan de bestuurscommissie zelf. Wijze van instelling De bestuurscommissie wordt door middel van een gemeentelijke verordening ingesteld. Bestuurlijke bevoegdheden De gemeenteraad bepaalt in de verordening welke taken en bevoegdheden aan de bestuurscommissie worden overgedragen. In de praktijk is het de gewoonte geworden dat een gemeenteraad alle schoolbestuurlijke bevoegdheden aan de commissie overdraagt. De Gemeentewet verbiedt echter de bevoegdheid om de vaststelling van de begroting en rekening over te dragen. Die bevoegdheid blijft voorbehouden aan de gemeenteraad. Evenals de bevoegdheid tot opheffing van scholen. Positie personeel Omdat de bestuurscommissie geen rechtspersoon is, kan dit bestuur geen personeel in eigen dienst nemen. Het personeel blijft daardoor in dienst van de betrokken gemeente. Wel kan het personeel dat de bestuurs- en managementondersteuning verzorgt ook op basis van de onderwijsrechtspositie aangesteld worden in de categorie onderwijsondersteunend personeel (OOP). De CAO van de betreffende onderwijssector (PO of VO) is dan ook op hen van kracht
3
Het openbaar lichaam.
Indien gemeenten met elkaar willen samenwerken met het oogmerk gezamenlijk de openbare scholen in hun gemeenten te besturen, kan het openbaar lichaam op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) daarvoor gebruikt worden. Ook samenwerking tussen één of meer gemeenten met een of meer privaatrechtelijke rechtspersonen is bij deze variant mogelijk. Deze variant is meermalen toegepast in het geval dat een openbare met een bijzondere school is gefuseerd. De gemeente gaat dan een gemeenschappelijke regeling aan met het schoolbestuur van de desbetreffende bijzondere school. Het bestuur van het openbaar lichaam bestaat na de fusie dan deels uit gemeenteraadsleden en deels uit vertegenwoordigers van het bestuur van de voormalige bijzondere school. Deze bestuursvorm komt in beperkte mate – en dan met name in het voortgezet onderwijs – voor. Formele grondslag De wijze waarop de gemeenschappelijke regeling tot stand komt en de voorschriften waaraan daarbij moet worden voldaan, zijn terug te vinden in de WGR. Het aangaan van een gemeenschappelijke regeling tussen het gemeentebestuur en een privaatrechtelijke instelling vindt zijn grondslag in artikel 1 van de verschillende onderwijswetten.
pag. 33
Bijlage bestuursvormen openbaar onderwijs
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Ruimtelijk bereik Bij het openbaar lichaam op grond van de WGR wordt het ruimtelijk bereik gevormd door de grenzen van de gemeenten die met elkaar de gemeenschappelijke regeling zijn aangegaan. Bekostigingsrelatie met het Rijk Het openbaar lichaam ontvangt zijn bekostiging rechtstreeks van het Rijk. Het openbaar lichaam is een vermogensrechtelijk zelfstandige rechtspersoon. Financiële gelijkstelling In de regel zal het openbaar lichaam dienen rond te komen met de vergoedingen die het bestuur rechtstreeks van het Rijk ontvangt. In het geval dat de betrokken gemeenten desalniettemin extra gelden aan het openbaar lichaam willen toekennen, vallen die extra uitgaven – ook als het gaat om extra uitgaven op het terrein van administratie, beheer en bestuur – onder de doorbetalingsverplichting. De betrokken gemeenten dienen dan naar rato die extra uitgaven aan gelijksoortige scholen in hun gemeente door te betalen. Toezicht op de begroting Het toezicht op de begroting vindt op grond van de WGR plaats door respectievelijk de gemeenten en de provincie. Het college van gedeputeerde staten van de betrokken provincie dient de begroting en rekening goed te keuren. Voordat het openbaar lichaam de begroting en rekening vaststelt, wordt het gemeentebestuur in de gelegenheid gesteld daarover zijn opvatting kenbaar te maken. Zo nodig vindt hierover met de gemeente overleg plaats. Benoeming bestuursleden Het bestuur van het openbaar lichaam wordt gevormd door bestuursleden afkomstig uit de besturen die de gemeenschappelijke regeling zijn aangegaan. Gaan uitsluitend gemeenten een gemeenschappelijke regeling aan, dan bestaat het bestuur van het openbaar lichaam uitsluitend uit raadsleden van die gemeenten. Is een privaatrechtelijk schoolbestuur betrokken bij de gemeenschappelijke regeling, dan kunnen ook bestuurders, aangewezen door dat schoolbestuur, zitting nemen in het openbaar lichaam. Wijze van instelling Het openbaar lichaam wordt ingesteld door middel van een gemeenschappelijke regeling. De betrokken gemeenteraden stellen een verordening vast – regeling genaamd – waarin onder meer de taken, samenstelling van en toezicht op het openbaar lichaam geregeld worden. Voor de instelling van een openbaar lichaam is de goedkeuring van het college van gedeputeerde staten van de desbetreffende provincie vereist. Naast de besluitvorming over de instelling van het openbaar lichaam dient nog een tweede traject afgewikkeld te worden, namelijk de civielrechtelijke overdracht van onroerende (grond en schoolgebouwen) en roerende (meubilair, leermiddelen etc.) zaken, alsmede de overdracht van het personeel van de ene rechtspersoon aan de andere rechtspersoon. Deze civielrechtelijke overdracht vindt plaats door middel van een notariële akte. Bestuurlijke bevoegdheden De samenwerkende gemeenten dragen al hun schoolbestuurlijke bevoegdheden over aan het openbaar lichaam. Hierdoor kan het openbaar lichaam volledig als bevoegd gezag van het openbaar onderwijs functioneren.
pag. 34
Bijlage bestuursvormen openbaar onderwijs
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Positie personeel Het personeel wordt als ambtenaar aangesteld. Het betreft derhalve een publiekrechtelijke aanstelling. De rechtspositie van het personeel wordt beheerst door de CAO-PO en de Algemene wet bestuursrecht.
4
De Stichting Openbaar Onderwijs en de Openbare Rechtspersoon.
Het onderscheid tussen de stichting openbaar onderwijs en de openbare rechtspersoon is dermate gering dat ze tegelijkertijd besproken kunnen worden. Waarin verschillen beide bestuursvormen dan wel van elkaar? Allereerst is er een verschil met betrekking tot de instelling van beide bestuursvormen. De openbare rechtspersoon wordt door middel van een gemeentelijke verordening door de gemeenteraad ingesteld. De stichting openbaar onderwijs ontstaat door middel van het verlijden van een notariële akte voor een notaris. Een tweede verschil is dat desgewenst bij de oprichting van de stichting (maar ook later nog) andere private besturen betrokken kunnen worden in het bestuur van het openbaar onderwijs. Dit is bij de openbare rechtspersoon niet mogelijk. De keuze voor de stichting kan ingegeven zijn door het gevoel dat het wenselijk is de zelfstandige positie ten opzichte van de gemeente extra te benadrukken. De stichting is daarnaast een bestuursvorm die ook in het bijzonder onderwijs veelvuldig gebruikt wordt. Daarmee zou door het gebruik van de stichting OPO het verschil tussen openbaar en bijzonder onderwijs gereduceerd kunnen worden. Het gebruik van de stichting als privaatrechtelijke bestuursvorm of de instelling van een openbare rechtspersoon laten onverlet dat er nog steeds sprake is van openbaar onderwijs. Dat komt onder meer tot uitdrukking in het feit dat de wetgever het gemeentebestuur heeft opgedragen met betrekking tot beide bestuursvormen een toezichthoudende rol te vervullen. Begrijpelijk, want het gemeentebestuur blijft – zoals in de Grondwet is bepaald – verantwoordelijk voor de aanwezigheid van een genoegzaam aantal scholen voor openbaar onderwijs in de gemeente. Om diezelfde reden blijft de beslissing tot opheffing van de openbare school voorbehouden aan de gemeenteraad. Deze bevoegdheid kan niet worden overgedragen aan de openbare rechtspersoon of de stichting openbaar onderwijs. De specifieke verantwoordelijkheid voor het openbaar onderwijs blijkt met name ook uit de bevoegdheid van de gemeenteraad om zelf te voorzien in het bestuur van de openbare school indien het betrokken bevoegd gezag zijn taak ernstig verwaarloost of handelt in strijd met de wet. Zo nodig kan de gemeenteraad in zo’n situatie zelfs besluiten de openbare rechtspersoon of de stichting openbaar onderwijs te ontbinden. Dat er nog steeds sprake is van openbaar onderwijs manifesteert zich ook in het feit dat met betrekking tot beide bestuursvormen de Wet openbaarheid van bestuur en de Algemene wet bestuursrecht van toepassing zijn. In het geval dat een aantal gemeenten besluit gezamenlijk een openbare rechtspersoon of stichting openbaar onderwijs in het leven te roepen, zijn al die gemeenten gehouden die toezichthoudende rol invulling te geven. Uit praktisch oogpunt verdient het aanbeveling dat die betrokken gemeenteraden zichzelf verplichten de toezichthoudende rol in de richting van het verzelfstandigde schoolbestuur op elkaar af te stemmen. Een mogelijkheid daartoe is het op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen instellen van een zogenoemd gemeenschappelijk orgaan en de toezichthoudende rol overdragen aan dat gemeenschappelijk orgaan. Dat orgaan bestaat dan uit raadsleden van de deelnemende gemeenten. Formele grondslag De formele grondslag voor de openbare rechtspersoon wordt gevonden in artikel 47 Wet op het Primair Onderwijs. De stichting openbaar onderwijs is geregeld in artikel 48 van deze wet. Voor de stichting openbaar onderwijs geldt voorts dat de bepalingen van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek op de regeling van deze bestuursvorm van toepassing zijn.
pag. 35
Bijlage bestuursvormen openbaar onderwijs
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Ruimtelijk bereik Zowel voor de stichting openbaar onderwijs als voor de openbare rechtspersoon geldt dat deze bestuursvormen kunnen worden benut om openbare scholen van verschillende gemeenten te besturen. Zij kunnen daarom over de gemeentegrenzen heen als regionaal schoolbestuur functioneren. Bekostigingsrelatie met het Rijk De openbare rechtspersoon en de stichting openbaar onderwijs zijn vermogensrechtelijk zelfstandige rechtspersonen. Zij ontvangen rechtstreeks van het Rijk de vergoeding voor de instandhouding en exploitatie van de openbare scholen en zijn daardoor in financieel opzicht in beginsel zelfstandig. Financiële gelijkstelling In de regel zullen de openbare rechtspersoon en de stichting openbaar onderwijs dienen rond te komen met de vergoedingen die deze besturen rechtstreeks van het Rijk ontvangen. In het geval dat de betrokken gemeenten toch extra gelden aan de openbare rechtspersoon of stichting openbaar onderwijs willen toekennen, vallen die extra uitgaven – ook als het gaat om extra uitgaven op het terrein van administratie, beheer en bestuur – onder de doorbetalingsverplichting. De betrokken gemeenten dienen dan naar rato dat extra uitgaven aan gelijksoortige scholen in hun gemeente door te betalen. Toezicht op de begroting Zowel de begroting als de rekening van de openbare rechtspersoon en de stichting openbaar onderwijs hebben de goedkeuring van de betrokken gemeenteraden nodig, voordat de besturen van de openbare rechtspersoon en de stichting openbaar onderwijs de begroting en rekening vaststellen. In het geval van een regionaal schoolbestuur waarbij verschillende gemeenteraden hun goedkeuringsrecht uitoefenen, verdient het aanbeveling dat goedkeuringsrecht over te dragen aan een gemeenschappelijk orgaan op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Benoeming bestuursleden De wet schrijft voor dat de gemeenteraad de bestuursleden van de openbare rechtspersoon en de stichting openbaar onderwijs benoemt. Het is niet mogelijk hiervan af te wijken. De verordening en de statuten moeten een regeling bevatten voor de wijze van benoeming en herbenoeming van de bestuursleden. Ook moet een termijn worden genoemd waarvoor de bestuursleden worden benoemd. De gemeenteraad moet in ieder geval tenminste een derde en ten hoogste de helft van de bestuursleden benoemen op bindende voordracht van de ouders. Op deze manier worden ouders meer bij het bestuur van het openbaar onderwijs betrokken. Wijze van instelling Een openbare rechtspersoon wordt ingesteld door vaststelling van verordening door de gemeenteraad. Wanneer gemeenten gezamenlijk een openbare rechtspersoon instellen, dan dienen de betrokken gemeenteraden een gelijkluidende verordening vast te stellen. Nadat de gemeenteraad besloten heeft tot oprichting van en overdracht van het bestuur aan een stichting openbaar onderwijs, en statuten heeft vastgesteld, vindt vervolgens de daadwerkelijke oprichting plaats door het verlijden van een notariële akte voor de notaris. Ook hier geldt dat, als verschillende gemeenten bij de oprichting betrokken zijn, zij alle dezelfde statuten dienen vast te stellen. Naast de besluitvorming over de instelling van de openbare rechtspersoon en de stichting openbaar onderwijs dient nog een tweede traject afgewikkeld te worden, namelijk de juridische overdracht van onroerende (grond en schoolgebouwen) en roerende (meubilair, leermiddelen etc.) zaken, evenals de overdracht van het personeel van de ene rechtspersoon aan de andere rechtspersoon.
pag. 36
Bijlage bestuursvormen openbaar onderwijs
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Deze juridische overdracht vindt plaats door middel van een notariële akte. Het economisch claimrecht inzake onroerende goederen blijft bij de gemeenten. Bestuurlijke bevoegdheden De instelling van een openbare rechtspersoon en oprichting van een stichting openbaar onderwijs houdt in dat van rechtswege alle schoolbestuurlijke bevoegdheden worden overgedragen. De gemeenteraad kan geen selectie maken en bepaalde bevoegdheden aan zichzelf voorbehouden. Op deze regel geldt één uitzondering. De beslissing over de opheffing van een openbare school blijft voorbehouden aan de gemeenteraad. Deze bevoegdheid kan niet worden overgedragen aan de openbare rechtspersoon of stichting openbaar onderwijs. Een en ander houdt verband met de grondwettelijke verplichting van het gemeentebestuur om te zorgen voor voldoende openbaar onderwijs. Daarnaast is er in de WPO (art. 47 voor de openbare rechtspersoon en art. 48 voor de stichting) beschreven welke eisen de wetgever stelt aan de betreffende bestuursvorm. Door middel van deze eisen wordt de gemeenteraad in positie gebracht om een toezichthoudende functie op het openbaar onderwijs gestalte te kunnen geven. Positie personeel De rechtspositie van zowel het onderwijspersoneel als de stafmedewerkers (onderwijsondersteunend personeel) wordt geregeld in de CAO-PO.
5
De stichting samenwerkingsbestuur.
Een zesde bestuursvorm waaruit ten behoeve van de bestuurlijke regeling van het openbaar onderwijs gekozen kan worden, is de stichting samenwerkingsbestuur. Het specifieke van deze bestuursvorm is dat één rechtspersoon tegelijkertijd zowel openbare als bijzondere scholen in stand kan houden. Het samenwerkingsbestuur dient derhalve ten minste twee scholen te besturen, te weten een openbare school én een bijzondere school. De afzonderlijke scholen worden in één bestuurlijke organisatie samengebracht. Daarbij is het van belang dat elk van de scholen haar formele richting (openbaar, rooms-katholiek, islamitisch etc.) behoudt. Daardoor is er geen sprake van omzetting of kleurverschieten. Formele grondslag De formele grondslag voor de stichting samenwerkingsbestuur wordt gevonden in artikel 17 Wet op het Primair Onderwijs. Voor de stichting samenwerkingsbestuur geldt voorts dat de bepalingen van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek op de regeling van deze bestuursvorm van toepassing zijn. Ruimtelijk bereik De stichting samenwerkingsbestuur kan openbare en bijzondere scholen van verschillende gemeenten besturen. Deze stichting kan derhalve over de gemeentegrenzen heen als regionaal schoolbestuur functioneren. Bekostigingsrelatie met het Rijk De stichting samenwerkingsbestuur is een vermogensrechtelijk zelfstandige rechtspersoon. Zij ontvangt rechtstreeks van het Rijk de vergoeding voor de instandhouding en exploitatie van de openbare en bijzondere scholen en is daardoor in financieel opzicht in beginsel zelfstandig. Financiële gelijkstelling In de regel zal de stichting samenwerkingsbestuur dienen rond te komen met de vergoedingen die het bestuur rechtstreeks van het Rijk ontvangt. In het geval dat de betrokken gemeente ten behoeve van de openbare scholen desalniettemin extra gelden aan de stichting
pag. 37
Bijlage bestuursvormen openbaar onderwijs
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
samenwerkingsbestuur wil toekennen, vallen die extra uitgaven – ook als het gaat om extra uitgaven op het terrein van administratie, beheer en bestuur – onder de doorbetalingsverplichting. De betrokken gemeente dient dan naar rato die extra uitgaven aan gelijksoortige scholen in de gemeente door te betalen. Toezicht op de begroting Alvorens de begroting en rekening vast te stellen dient de stichting samenwerkingsbestuur de gemeenteraad van de gemeente waarin de openbare school gelegen is, daarover te consulteren. In het geval dat verschillende gemeentebesturen hun scholen aan het samenwerkingsbestuur hebben overgedragen, kunnen zij besluiten op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen een gemeenschappelijk orgaan in te stellen dat naast andere toezichthoudende functies dit recht van consultatie namens de gezamenlijke gemeenten kan uitvoeren. Benoeming bestuursleden Het staat de gemeenteraad vrij om zelf regels te stellen omtrent de samenstelling en de benoeming van de leden van het bestuur van de stichting samenwerkingsbestuur. Zo kan de gemeenteraad bepalen dat hij zelf die bestuursleden benoemt dan wel dat het bestuur zelf of een derde zorgdraagt voor die benoeming. Wijze van instelling Nadat de gemeenteraad besloten heeft tot oprichting van en overdracht van het bestuur aan een stichting samenwerkingsbestuur, en statuten heeft vastgesteld, vindt vervolgens de daadwerkelijke oprichting plaats door het verlijden van een notariële akte voor de notaris. Zijn verschillende gemeenten bij de oprichting betrokken, dan zullen zij alle dezelfde statuten dienen op te stellen. Naast de besluitvorming over de instelling van de stichting samenwerkingsbestuur dient nog een tweede traject afgewikkeld te worden, namelijk de civielrechtelijke overdracht van onroerende (grond en schoolgebouwen) en roerende (meubilair, leermiddelen etc.) zaken, alsmede de overdracht van het personeel van de ene rechtspersoon aan de andere rechtspersoon. Deze civielrechtelijke overdracht vindt plaats door middel van een notariële akte. Bestuurlijke bevoegdheden De oprichting van een samenwerkingsbestuur houdt in dat van rechtswege alle schoolbestuurlijke bevoegdheden worden overgedragen. De gemeenteraad kan geen selectie maken en bepaalde bevoegdheden aan zichzelf voorbehouden. Op deze regel geldt één uitzondering. De beslissing over de opheffing van een openbare school blijft voorbehouden aan de gemeenteraad. Deze bevoegdheid kan niet worden overgedragen aan de stichting samenwerkingsbestuur. Een en ander houdt verband met de grondwettelijke verplichting van het gemeentebestuur om te zorgen voor voldoende openbaar onderwijs. Positie personeel Het personeel van zowel de openbare als bijzondere scholen worden benoemd krachtens een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. Het personeel van de openbare school verliest door de overstap naar het samenwerkingsbestuur de status van ambtenaar. Behoudens de omzetting van de aanstelling in een arbeidsovereenkomst, kan het personeel bij een mogelijk arbeidsconflict geen beroep meer doen op de bestuursrechter, maar dient het een procedure te starten bij respectievelijk een commissie van beroep en de kantonrechter. De materiële arbeidsvoorwaarden (salaris, pensioenrechten, toepassing CAO’s) veranderen daarentegen niet.
pag. 38
Bijlage bestuursvormen openbaar onderwijs
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
6
SAMENVATTING BESTUURSVORMEN
Overzicht kenmerken bestuursvormen openbaar onderwijs De verschillende kenmerken van de zes bestuursvormen, waaraan hiervoor aandacht is besteed, zijn in het onderstaande schema nog eens in het kort naast elkaar geplaatst.
Formele grondslag
Ruimtelijk bereik
Bekostigingsrelatie met het Rijk
Financiële gelijkstelling
Toezicht op begroting
Benoeming bestuursleden
Integraal bestuur
Art. 83 commissie
Artikel 1 van de onderwijswet geving en de Gemeentewet
Artikel 83 van de Gemeentewet
Openbaar lichaam
Artikel 1 onderwijswet geving en de wet gemeenschap pelijke regelingen (WGR) De gemeente- De gemeente- De grenzen grenzen grenzen van de gemeenten die de WGR zijn aangegaan
Gemeente ontvangt bekostiging; school maakt deel uit van de gemeentebegroting Gemeente kan direct en via verordening extra middelen ter beschikking stellen. Door provincie op grond van Gemeentewet
Gemeente ontvangt bekostiging; school maakt deel uit van de gemeentebegroting Gemeente kan direct en via verordening extra middelen ter beschikking stellen. Door provincie op grond van Gemeentewet
Gemeenteraadsverkiezingen
Wordt geregeld in de gemeentelijke verordening
Stichting samenwerkings bestuur Artikel 17 WPO Boek 2 BW
Openbare Stichting rechtspersoon
Artikel 47 WPO
Artikel 48 WPO, Boek 2 BW
De grenzen van de gemeenten die samen de stichting hebben opgericht
De grenzen van de gemeenten die gezamenlijk de openbare rechtspersoon hebben opgericht
Openbaar lichaam ontvangt bekostiging
Stichting ontvangt bekostiging
Openbare rechtspersoon ontvangt bekostiging
De grenzen van de gemeenten die gezamenlijk de stichting hebben opgericht Stichting ontvangt bekostiging
Op basis van verordening
Op basis van verordening
Op basis van verordening
Op basis van Verordening
Door gemeente en provincie op basis van WGR Bestuursleden afkomstig uit besturen die de regeling mede zijn aangegaan
Door de gemeenteraad
Door de gemeenteraad
Door de gemeenteraad
Afhankelijk van de statuten
Benoeming door de gemeenteraad, deels op bindende voordracht van de ouders
Benoeming door de gemeenteraad, deels op bindende voordracht van de ouders
pag. 39
Bijlage bestuursvormen openbaar onderwijs
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Integraal bestuur
Art. 83 commissie
Openbaar lichaam
Wijze van instelling
n.v.t.
Door middel van een gemeentelijke verordening
Bestuurlijke bevoegdheden
Alle
Alle, behalve het budgetrecht (begroting en rekening)
Door middel van het aangaan van een gemeenschap pelijke regeling en civielrechtelijke overdracht ( notariële akte) Alle
Rechtspositie onderwijsperso neel Rechtspositie stafmedewerker s openbaar onderwijs
CAO-PO
CAO-PO
CAOgemeente ambtenaren
CAOgemeente ambtenaren Of CAO-PO
Stichting samenwerkings bestuur Door middel van het aangaan van de oprichting van een stichting en civielrechtelijke overdracht ( notariële akte)
Openbare Stichting rechtspersoon
Alle behalve de opheffing van de school
Alle, behalve opheffing van de openbare school
CAO-PO
CAO-PO
CAO-PO
Door middel van de oprichting van een stichting (notariële akte) en civielrechtelijke overdracht ( notariële akte) Alle, behalve opheffing van de openbare school CAO-PO
CAOgemeente ambtenaren Of CAO-PO
CAO-PO
CAO-PO
CAO-PO
pag. 40
Door middel van een gelijkluidende verordening vastgesteld door de betrokken gemeenteraden
Bijlage bestuursvormen openbaar onderwijs
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
BIJLAGE II
Concept stichtingstatuten SBO De Delta Appingedam.
Artikel 1 Naam en zetel 1. De Stichting draagt de naam: Stichting SBO De Delta 2. De Stichting heeft haar zetel in de gemeente Appingedam. Artikel 2 Begripsbepalingen In deze statuten wordt verstaan onder: a. gemeente: de gemeenten die de instandhouding van de SBO De Delta aan de Stichting hebben overgedragen; b. de raad: het gemeenschappelijk orgaan als bedoeld in de regeling (naam en datum van vaststelling); c. de school: SBO De Delta, Pastorielaan 2, 9901 CE, Appingedam. Artikel 3 Doel en middelen De Stichting heeft ten doel het geven van openbaar onderwijs aan de school die onder haar gezag valt, met inachtneming van artikel 46 WPO. Om het doel te verwezenlijken kan de Stichting gebruikmaken van alle middelen die daaraan dienstbaar zijn. Artikel 4 Duur en boekjaar 1. De Stichting is opgericht voor onbepaalde tijd. 2. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar. Artikel 5 Organisatie van de Stichting 1. De Stichting kent een bestuur. 2. De Stichting kan commissies hebben. 3. De raad houdt toezicht op het bestuur. Artikel 6 Bestuur 1. Het bestuur bestaat uit 5 leden. 2. De raad benoemt: a. 2 leden op voordracht van de oudergeleding van de medezeggenschapsraad van de school (MR); b. 1 lid op voordracht van het bestuur van het WSNS samenwerkingsverband 2.04; c. 1 lid op voordracht van het bestuur van het WSNS samenwerkingsverband 2.09; d. 1 lid op voordracht van de raad. 3. Het bestuur stelt bij reglement een procedure vast voor de voordracht als bedoeld in het voorgaande lid en zendt dit reglement ter kennisgeving aan de raad. 4. De leden van het bestuur respecteren de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. 5. Personen in dienst van de Stichting kunnen geen lid van het bestuur zijn. 6. Het lidmaatschap van het bestuur is onverenigbaar met het lidmaatschap van de MR van de school, alsmede met het lidmaatschap van het gemeentebestuur van de betrokken gemeenten. 7. Een lid van het bestuur mag niet: a. als advocaat, procureur, gemachtigde of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van Stichting dan wel ten behoeve van de wederpartij van Stichting; b. als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten met de Stichting of in die hoedanigheid deelnemen aan het Decentraal Georganiseerd Overleg; c. als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het aangaan van overeenkomsten met de Stichting als bedoeld in onderdeel d;
pag. 41
Bijlage concept stichtingstatuten
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
d.
8. 9.
rechtstreeks of middelljk een overeenkomst aangaan betreffende: I. het aannemen van werkten behoeve van de Stichting; II. het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de Stichting; III. het doen van leveranties aan de Stichting IV. het verhuren van roerende zaken aan de Stichting V. het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de Stichting; VI. het van de Stichting onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen; VII. het onderhands huren van de Stichting. Het bestuur kan zich in zijn vergaderingen door deskundigen met een adviserende stem laten bijstaan. Indien in het bestuur, om welke reden dan ook, één of meer bestuursleden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden niettemin een wettig bestuur.
Artikel 7 Zittingsperiode 1. De leden van het bestuur worden voor vier jaar benoemd. De leden kunnen na afloop van hun zittingsperiode terstond, maar maximaal 1 maal worden herbenoemd. 2. In afwijking van het voorgaande lid worden in het eerst benoemde bestuur 1 lid voor twee jaar, 2 leden voor 3 jaar en 2 leden voor 4 jaar benoemd. 3. Het bestuur draagt zorg voor een geactualiseerd rooster van aftreden. 4. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien. 5. Een lid van het bestuur dat tussentijds is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden. Artikel 8 Schorsing en ontslag 1. De raad kan een bestuurslid dat naar zijn oordeel in ernstige mate door handelen of nalaten afbreuk doet aan het functioneren van het bestuur, voor maximaal vier (4) maanden schorsen of ontslaan. In het geval van schorsing vermeldt de raad de gevolgen daarvan. 2. Het bestuur kan overeenkomstig het voorgaande lid een bestuurslid schorsen, mits daartoe wordt besloten met een tweederde meerderheid van stemmen. 3. Het bestuur onderwerpt het besluit onmiddellijk aan het oordeel van de raad, die zo spoedig mogelijk daarop beslist of hij de schorsing al dan niet bevestigt. De schorsing geldt dan als door de raad besloten. 4. Wanneer de raad de schorsing als bedoeld in het voorgaande lid bevestigt, wordt de schorsingstermijn geacht ingegaan te zijn op het moment van het bestuursbesluit daartoe. Artikel 9 Einde bestuurslidmaatschap Het lidmaatschap van het bestuur eindigt door: a. het eindigen van de periode waarvoor een lid is benoemd; b. strijdigheid met artikel 6 lid 5 t/m 7 van deze statuten; c. verklaring in staat van faillissement; d. verlening van surseance van betaling; e. ondercuratelestelling; f. ontslag; g. opzegging; h. overlijden.
pag. 42
Bijlage concept stichtingstatuten
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Artikel 10 Taak en bevoegdheden bestuur 1. Het bestuur is belast met het besturen van de Stichting. 2. Het bestuur is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 106 WPO. 3. De voorzitter en de secretaris tekenen alle stukken van het bestuur. 4. Er is een managementstatuut dat de taken en bevoegdheden van de directie regelt. Artikel 11 Taakverdeling Het bestuur kiest uit zijn midden voor een periode van vier jaar een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Artikel 12 Vertegenwoordiging 1. Het bestuur vertegenwoordigt de Stichting in en buiten rechte. Deze vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan de voorzitter tezamen met de secretaris dan wel met de penningmeester, of bij ontstentenis van een hunner aan hun plaatsvervangers. 2. Het bestuur kan anderen die werkzaam zijn bij de Stichting de bevoegdheid geven om de Stichting in en buiten rechte te vertegenwoordigen. Artikel 13 Vergaderfrequentie 1. Het bestuur vergadert ten minste 4 maal per jaar en voorts zo dikwijls als door de voorzitter, dan wel ten minste 2 leden van het bestuur, nodig wordt geoordeeld. 2. De voorzitter draagt er zorg voor dat de oproepingen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste tien dagen voor de dag der vergadering aan de leden worden toegezonden. 3. Tegelijkertijd met de oproeping draagt de voorzitter zorg voor openbare kennisgeving van de vergadering. Daarbij geeft hij aan op welke plaats de agenda en de bijbehorende stukken ter inzage liggen. 4. Ieder lid van het bestuur kan ter vergadering voorstellen een onderwerp aan de agenda toe te voegen. Het bestuur beslist of, en zo ja in hoeverre, aan dit voorstel gevolg wordt gegeven. Artikel 14 Quorum 1. De vergadering vindt geen doorgang indien niet ten minste de helft van het aantal zittende leden aanwezig is. 2. In geval een vergadering op grond van het eerste lid geen doorgang kan vinden, belegt de voorzitter binnen 14 dagen een nieuwe vergadering. 3. Indien wegens onvoltalligheid op grond van het bepaalde in het tweede lid een nieuwe vergadering is belegd, beraadslagen en besluiten de aanwezige leden over de onderwerpen die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld, ongeacht het aantal leden dat aanwezig is. Artikel 15 Stemmen 1. De leden stemmen zonder last. 2. Tenzij de statuten anders bepalen, worden alle besluiten genomen bij meerderheid van stemmen. Een blanco uitgebrachte stem geldt als een niet uitgebrachte stem. 3. Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling. 4. Indien de stemmen staken bij een stemming, niet een benoeming betreffende, wordt het nemen van een besluit tot een volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien bij herstemming de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
pag. 43
Bijlage concept stichtingstatuten
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
5.
Wordt bij stemming over personen, een benoeming betreffende, de vereiste meerderheid niet verkregen, dan vindt op een door de voorzitter te bepalen tijdstip herstemming plaats tussen de personen die de meeste stemmen op zich verenigd hebben. Indien bij deze stemming de stemmen opnieuw staken, dan beslist terstond het lot.
Artikel 16 Openbaarheid van vergaderingen 1. De vergaderingen van het bestuur zijn openbaar. 2. De vergadering worden besloten gehouden, wanneer ten minste eenvijfde van het aantal aanwezige leden hierom vraagt of wanneer de voorzitter dit nodig acht. Het bestuur beslist vervolgens op grond van de aard van de aan de orde zijnde aangelegenheid of met gesloten deuren zal worden vergaderd. 3. Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij het bestuur anders beslist. Artikel 17 Geheimhouding van stukken 1. Het bestuur kan omtrent het in de vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan hem zijn of worden voorgelegd, geheimhouding opleggen. 2. De ingevolge het voorgaande lid opgelegde geheimhouding wordt zowel door degenen die bij de behandeling tegenwoordig waren, alsmede door degenen die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen, totdat het bestuur de geheimhouding opheft. 3. De voorzitter kan omtrent de inhoud van stukken in het voorgaande lid voorlopige geheimhouding opleggen. De verplichting tot voorlopige geheimhouding vervalt, indien zij niet in de eerstvolgende vergadering, waarin meer dan de helft van de leden tegenwoordig is, door het bestuur wordt bekrachtigd. Artikel 18 Huishoudelijk reglement Alle zaken betreffende de interne aangelegenheden van de Stichting worden geregeld bij huishoudelijk reglement. Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten in strijd met deze statuten. Artikel 19 Verantwoording 1. Het bestuur brengt jaarlijks aan de raad verslag uit omtrent zijn werkzaamheden. Het bestuur besteedt daarbij in ieder geval aandacht aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. 2. Het verslag wordt openbaar bekendgemaakt. Artikel 20 Archief Het bestuur draagt met inachtneming van de Archiefwet 1995 zorg voor de archiefbescheiden. Artikel 21 Commissies 1. Het bestuur kan al dan niet uit zijn midden commissies instellen, die onder verantwoordelijkheid van het bestuur belast kunnen worden met aangelegenheden die tot de bevoegdheid van het bestuur behoren. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan het bestuur. 2. Het huishoudelijk reglement bevat regels voor de werkwijze en samenstelling van de commissies. Artikel 22 Financiën en verslaglegging 1. Het bestuur biedt jaarlijks vóór (...) een ontwerp van de begroting met toelichting voor het komende jaar van de baten en de lasten van de activiteiten ter goedkeuring en voor (...) een ontwerp van de rekening over het afgelopen jaar van de Stichting ter instemming aan de raad aan. De rekening gaat vergezeld van een verslag van een door het bestuur
pag. 44
Bijlage concept stichtingstatuten
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
2. 3.
4.
aangewezen registeraccountant dat, behalve de verklaring bij de rekening, bevindingen bevat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid. De instemming strekt het bestuur tot decharge. Nadat goedkeuring en instemming door de raad is verkregen, stelt het bestuur de begroting en jaarrekening vast. Indien vóór 1 februari van het jaar waarvoor de begroting geldt de begroting niet is goedgekeurd, neemt de raad de maatregelen die hij nodig acht om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen. Indien het bestuur voornemens is de begroting te wijzigen, wordt deze wijziging ter goedkeuring aan de raad voorgelegd.
Artikel 23 Statutenwijziging en ontbinding 1. Het bestuur is bevoegd, na goedkeuring van de raad, deze statuten te wijzigen. 2. Statutenwijziging geschiedt op straffe van nietigheid bij notariële akte, waarvan een authentiek afschrift door het bestuur bij het handelsregister van de kamer van koophandel wordt neergelegd. 3. De raad kan te allen tijde de Stichting ontbinden, maar niet gedurende de eerste vijf jaar na de datum van oprichting, tenzij sprake is van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of functioneren in strijd met de wet. De raad kan niet tot ontbinding overgaan dan na overleg met het bestuur. Artikel 24 Vereffening 1. Bij ontbinding van de Stichting is het bestuur met de vereffening belast, tenzij de raad anders besluit. 2. Gedurende de vereffening blijven deze statuten van kracht voorzover dat met de vereffening verenigbaar is. De vereffenaars leggen rekening en verantwoording af aan de raad. 3. De vereffenaars doen aan de registers waar de Stichting is ingeschreven opgaaf van hun optreden als zodanig en van de gegevens over zichzelf die van een bestuurder worden verlangd. 4. De vereffenaars besteden hetgeen na voldoening der schuldeisers van het vermogen van de ontbonden Stichting is overgebleven zo veel mogelijk overeenkomstig het doel van de Stichting. 5. De vereffenaars dragen er zorg voor dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het handelsregister van de kamer van koophandel. Artikel 25 Overige - en slotbepalingen 1. De voordracht door het bestuur als bedoeld in artikel 6 tweede lid en onder d van deze statuten vindt voor de benoeming van het eerste bestuur plaats door het openbaar lichaam genaamd “Instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs” te Appingedam. 2. De raad legt het bestuur een inspanningverplichting op om alles te doen wat in zijn mogelijkheden ligt om de school onder te brengen bij een groter bestuurlijk geheel. Een beoogde schaalvergroting is geen doel op zich maar dient bij te dragen aan de instandhouding van kwalitatief goed speciaal basisonderwijs voor de leerlingen in de regio die daar behoefte aan hebben. 3. Ondanks het bepaalde in artikel 4 lid 1 zal de raad 5 jaar na de datum van oprichting zorgdragen voor een evaluatie waarbij onder andere het gestelde in het vorige lid onderwerp van onderzoek zal zijn. 4. In alle gevallen de Stichting betreffende waarin deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.
pag. 45
Bijlage concept stichtingstatuten
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
BIJLAGE III
Concept Regeling Toezichthoudend Orgaan SBO De Delta Appingedam.
De gemeenteraden van de gemeenten Appingedam, Delfzijl, Loppersum, Slochteren en Ten Boer ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn;
overwegende: dat toezicht gewenst is van de uitoefening van de bevoegdheden van de gemeenteraad als bedoeld in artikel 48 van de Wet op het primair onderwijs en als bedoeld in de statuten inzake de “Stichting SBO De Delta Appingedam” van .. (datum); gelet op artikel 8, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
besluiten:
de gemeenschappelijke regeling “Regeling Toezichthoudend orgaan SBO De Delta Appingedam” aan te gaan.
Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. de regeling: deze gemeenschappelijke regeling; b. het gemeenschappelijk orgaan: het gemeenschappelijk orgaan in artikel 2 van de regeling; c. de raden: de gemeenteraden die aan deze regeling deelnemen; d. gedeputeerde staten: het college van gedeputeerde staten van de provincie Groningen; e. de wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen; f. de stichting: de Stichting SBO De Delta Appingedam; g. de school: SBO De Delta te Appingedam. Artikel 2 Gemeenschappelijk orgaan 1. Voor de uitvoering van deze regeling is een gemeenschappelijk orgaan ingesteld, genaamd “Toezichthoudend orgaan SBO De Delta Appingedam”. 2. Het gemeenschappelijk orgaan is gevestigd te Appingedam. Artikel 3 Doelstelling en belang 1. Het gemeenschappelijk orgaan coördineert en oefent bevoegdheden van de raden uit als bedoeld in artikel 48 van de Wet op het primair onderwijs, alsmede in de statuten van de Stichting gelet op het belang te voldoen aan de grondwettelijke plicht zorg te dragen voor voldoende openbaar onderwijs in een genoegzaam aantal scholen. 2. De in het eerste lid van dit artikel genoemde bevoegdheden, welke door de raden aan het gemeenschappelijk orgaan worden overgedragen zijn: het uitoefenen van toezicht op de Stichting; benoeming, schorsing en ontslag van bestuursleden van de Stichting; inwinnen van inlichtingen en het voeren van besprekingen met het bestuur van de Stichting over de algemene gang van zaken binnen de Stichting; goedkeuring van de begroting en rekening van de Stichting; goedkeuring van een statutenwijziging van de Stichting;
pag 46
Bijlage concept regeling toezichthoudend orgaan
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
-
voorzien in maatregelen en zonodig ontbinding van de Stichting, maar niet gedurende de eerste vijf jaar na de datum van oprichting, tenzij sprake is van ernstige taakverwaarlozing door het stichtingsbestuur of functioneren in strijd met de wet. Ontbinding geschiedt na overleg met het stichtingsbestuur.
Artikel 4 Het gemeenschappelijk orgaan 1. Het gemeenschappelijk orgaan bestaat uit 5 leden. 2. De raden wijzen elk één lid uit hun colleges van burgemeester en wethouders aan. De aanwijzing vindt plaats tijdens de eerste vergadering van de raden na een nieuwe samenstelling van hun colleges van burgemeester en wethouders. 3. De leden van het gemeenschappelijk orgaan worden voor een periode van vier jaar aangewezen met dien verstande dat de zittingsperiode gelijk is aan de zittingsperiode van de raden. 4. Het lid dat ophoudt lid te zijn van één van de colleges, houdt tevens op lid van het gemeenschappelijk orgaan te zijn. 5. Een lid van het gemeenschappelijk orgaan kan te allen tijde ontslag nemen. De voorzitter en de raad die hem hebben aangewezen, worden hiervan op de hoogte gesteld. 6. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Artikel 5 Taak en bevoegdheden gemeenschappelijk orgaan Het gemeenschappelijk orgaan oefent de bevoegdheden als bedoeld in artikel 3 van de regeling uit, voor zover daar in deze regeling niet van wordt afgeweken. Artikel 6 Ernstige taakverwaarlozing of functioneren in strijd met wet 1. Het gemeenschappelijk orgaan stelt in een speciaal daartoe bijeengeroepen vergadering, waarin alle raden vertegenwoordigd zijn, vast dat het bestuur van de Stichting zijn taak ernstig verwaarloost of in strijd met de wet functioneert als bedoeld in artikel 48, elfde lid van de Wet op het primair onderwijs. Voor dit besluit is een tweederde meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen nodig. 2. Indien het gemeenschappelijk orgaan heeft vastgesteld dat sprake is van een van de omstandigheden als bedoeld in artikel 48, elfde lid van de Wet op het primair onderwijs, neemt het gemeenschappelijk orgaan de in dat artikel bedoelde maatregelen. Dit besluit vergt tweederde van de geldig uitgebrachte stemmen. Artikel 7 Taakverdeling en tekenbevoegdheid 1. Het gemeenschappelijk orgaan kiest uit zijn midden voor een periode van vier jaar een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, een secretaris en een penningmeester. 2. De voorzitter en de secretaris tekenen alle stukken die van het gemeenschappelijk orgaan uitgaan. 3. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester zijn belast met de voorbereiding en de uitvoering van de besluiten van het gemeenschappelijk orgaan, alsmede met het financieel beheer van het gemeenschappelijk orgaan. Artikel 8 Vergaderfrequentie 1. Het gemeenschappelijk orgaan vergadert jaarlijks ten minste twee keer en voorts zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht. 2. Het gemeenschappelijk orgaan vergadert bovendien indien ten minste twee leden hiertoe schriftelijk en met opgaaf van redenen aan de voorzitter hun wens daartoe kenbaar maken. De vergadering vindt vervolgens plaats binnen twee weken nadat de voorzitter het verzoek heeft ontvangen.
pag 47
Bijlage concept regeling toezichthoudend orgaan
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Artikel 9 Oproeping 1. De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. 2. De voorzitter roept de leden schriftelijk tot de vergadering op. 3. De oproepingsbriefjes worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste 48 uur voor het houden van de vergadering aan de leden toegezonden. Zij vermelden de zaken waarvoor de vergadering is belegd. Behoudens het bepaalde in het derde lid van artikel 10 kan het gemeenschappelijk orgaan besluiten om ook over andere onderwerpen te beraadslagen en te besluiten. 4. De op de agenda betrekking hebbende stukken worden samen met de oproepingen verzonden aan de leden. Artikel 10 Quorum 1. De vergadering vindt geen doorgang indien niet ten minste de helft van het aantal leden aanwezig is. 2. In geval een vergadering op grond van het bepaalde in het vorige lid geen doorgang kan vinden, belegt de voorzitter binnen 14 dagen een nieuwe vergadering. 3. Indien wegens onvoltalligheid op grond van het bepaalde in het tweede lid een nieuwe vergadering is belegd, beraadslagen en besluiten de aanwezigen over de onderwerpen die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld, ongeacht het aantal leden dat aanwezig is. Artikel 11 besluitvorming 1. Tenzij deze regeling anders bepaalt, worden besluiten bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen. Een blanco uitgebrachte stem geldt als een niet uitgebrachte stem. 2. Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling. 3. Indien de stemmen staken bij een stemming, niet een benoeming betreffende, wordt het nemen van een besluit tot een volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien bij herstemming de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. 4. Wordt bij stemming over personen, een benoeming betreffende, de vereiste meerderheid niet verkregen, dan vindt herstemming plaats over de personen die de meeste stemmen op zich verenigd hebben. Indien bij deze stemming de stemmen opnieuw staken, dan beslist terstond het lot. Artikel 12 Openbaarheid van vergaderingen 1. De vergaderingen van het gemeenschappelijk orgaan zijn openbaar. 2. De deuren worden gesloten wanneer ten minste twee aanwezige leden daarom verzoeken of de voorzitter dit nodig acht. Het gemeenschappelijk orgaan besluit vervolgens op grond van de aard van de aan de orde zijnde aangelegenheid of met gesloten deuren zal worden vergaderd. 3. In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd of besloten over de vaststelling en wijziging van de begroting en de vaststelling van de rekening van het gemeenschappelijk orgaan. Artikel 13 Geheimhouding van stukken 1. Het gemeenschappelijk orgaan kan op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan het gemeenschappelijk orgaan worden voorgelegd, geheimhouding opleggen. De geheimhouding wordt door hen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen, totdat het gemeenschappelijk orgaan haar opheft. 2. De verplichting tot geheimhouding als bedoeld in het vorige lid vervalt indien de oplegging niet door het gemeenschappelijk orgaan in zijn eerstvolgende vergadering, waarin blijkens de presentielijst meer dan de helft van de leden aanwezig is, wordt bekrachtigd.
pag 48
Bijlage concept regeling toezichthoudend orgaan
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Artikel 14 Informatie en verantwoording gemeenschappelijk orgaan 1. Het gemeenschappelijk orgaan geeft de raden alle informatie die een of meer leden van die raden schriftelijk verlangen. 2. Het lid van het gemeenschappelijk orgaan verschaft aan de raad die hem als lid heeft aangewezen, alle informatie die een of meer leden van die raad verlangen. 3. Het lid van het gemeenschappelijk orgaan is aan de raad die hem heeft aangewezen, verantwoording verschuldigd over het door hem in het gemeenschappelijk orgaan gevoerde beleid. De verantwoording geschiedt volgens door de raad nader vast te stellen regels. 4. De raden kunnen het door hen aangewezen lid van het gemeenschappelijk orgaan ontslag te verlenen, indien dit lid niet langer het vertrouwen van de raad heeft. Artikel 15 Ambtelijke secretaris en kostenverdeling 1. Het gemeenschappelijk orgaan wordt in al zijn werkzaamheden bijgestaan door een ambtelijk secretaris van de gemeente Appingedam. De ambtelijk secretaris is bij de vergaderingen van het gemeenschappelijk orgaan aanwezig. 2. Het gemeenschappelijk orgaan besluit over de wijze waarop de kosten van de ambtelijk secretaris en de overige uit deze regeling voortvloeiende kosten worden verdeeld over de raden. Artikel 16 Begroting 1. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar. 2. Het gemeenschappelijk orgaan stelt jaarlijks vóór 1 augustus boekjaar een ontwerpbegroting op; de inkomsten en uitgaven vinden plaats op basis van de richtlijnen die in de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR) zijn opgenomen; 3. De ontwerpbegroting met toelichting wordt vervolgens aan de raden toegezonden. 4. De raden kunnen binnen drie maanden na ontvangst van de ontwerpbegroting schriftelijk het gemeenschappelijk orgaan van hun gevoelens omtrent de ontwerpbegroting op de hoogte stellen. 5. Na afloop van de in het vierde lid van dit artikel genoemde termijn stelt het gemeenschappelijk orgaan de begroting vast, zoveel mogelijk met inachtneming van de door de raden gemaakte opmerkingen. Terstond na de vaststelling zendt het gemeenschappelijk orgaan de begroting in afschrift aan de raden. 6. De begroting wordt onder overlegging van door de raden ingediende opmerkingen binnen een maand na de vaststelling door het gemeenschappelijk orgaan ter goedkeuring aan gedeputeerde staten gezonden. Van de inzending doet het gemeenschappelijk orgaan mededeling aan de raden. 7. De raden kunnen na ontvangst van het bericht van inzending bij gedeputeerde staten bezwaren indienen tegen de begroting. Artikel 17 Wijziging begroting Bij wijziging van de begroting is in het bepaalde in artikel 16 niet van toepassing. Tot een wijziging van de begroting kan, op voorstel van het gemeenschappelijk orgaan, worden besloten, indien de deelnemers aan de regeling hiermee instemmen. Artikel 18 Rekening en verantwoording 1. Het gemeenschappelijk orgaan doet jaarlijks vóór 1 juli aan de raden verantwoording van het financieel beheer over het afgelopen boekjaar, door toezending van de voorlopig vastgestelde rekening en de daarbij behorende toelichtende bescheiden. 2. Binnen twee maanden na de in het eerste lid van dit artikel bedoelde toezending kunnen de raden hun oordeel over de rekening schriftelijk aan het gemeenschappelijk orgaan meedelen. 3. Het gemeenschappelijk orgaan zendt de rekening na afloop van de in het vorige lid bedoelde termijn met de eventueel ontvangen opmerkingen ter vaststelling aan gedeputeerde staten.
pag 49
Bijlage concept regeling toezichthoudend orgaan
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
4.
Het besluit van gedeputeerde staten, houdende vaststelling van de rekening, strekt tot decharge.
Artikel 19 Toetreding en uittreding 1. Tot deze regeling kunnen andere gemeenten toetreden die één of meerdere scholen hebben overgedragen aan de Stichting. De raad van een gemeente die wil toetreden tot deze regeling dient hiertoe een verzoek in bij het gemeenschappelijk orgaan dat de raden vervolgens hierover adviseert. 2. Een raad kan op eigen verzoek uittreden uit de regeling. 3. Het gemeenschappelijk orgaan regelt, onder goedkeuring van gedeputeerde staten, de financiële gevolgen, alsmede de overige gevolgen van de uittreding. 4. Bij toetreding en uittreding kan, al dan niet op verzoek van de betrokken raad, artikel 11 van de wet worden toegepast. 5. Het gemeenschappelijk orgaan zendt een besluit tot toetreding of uittreding ter goedkeuring aan gedeputeerde staten. Artikel 20 Wijziging van de regeling 1. Wijziging van deze regeling is slechts mogelijk indien twee derde van de aangesloten raden hiermee instemt. Wijziging van de overgedragen bevoegdheden als bedoeld in artikel 3 van deze regeling behoeft de instemming van alle raden. 2. Indien het gemeenschappelijk orgaan voorstelt om de regeling te wijzigen, zendt het gemeenschappelijk orgaan dit voorstel aan de raden, die een besluit nemen en dit terstond aan het gemeenschappelijk orgaan mededelen. 3. Indien een of meer raden voorstellen de regeling te wijzigen, zenden zij dit voorstel aan het gemeenschappelijk orgaan, dat dit vervolgens, voorzien van zijn commentaar, binnen drie maanden aan de raden zendt, waarna verder wordt gehandeld als in het voorgaande lid. 4. Het gemeenschappelijk orgaan zendt een wijziging van de regeling ter goedkeuring aan gedeputeerde staten. 5. Het gemeenschappelijk orgaan stelt de raden in kennis van het resultaat van de in dit artikel bedoelde voorstellen en besluiten. Artikel 21 Opheffing en liquidatie 1. De regeling wordt opgeheven indien de stichting SBO De Delta Appingedam ophoudt te bestaan. 2. De regeling kan worden opgeheven indien tweederde deel van de aangesloten raden hiermee instemt. 3. Indien de regeling wordt opgeheven, besluit het gemeenschappelijk orgaan tot liquidatie en stelt hiervoor de nodige regels. Hierbij kan het gemeenschappelijk orgaan van de bepalingen van deze regeling afwijken. 4. Het gemeenschappelijk orgaan stelt, de raden gehoord, het liquidatieplan vast. Het plan behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten. 5. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de raden tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing en in de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel. Artikel 22 Inwerkingtreding De besluiten tot wijziging of opheffing van deze regeling, de besluiten tot toetreding of uittreding treden in werking met ingang van de eerste dag van de maand, volgend op die waarin de goedkeuring van gedeputeerde staten is ontvangen en het goedgekeurde besluit is opgenomen in de registers, bedoeld in artikel 27 van de wet. Artikel 23 Geschillen In het geval van een geschil over de toepassing van de regeling, zoals bedoeld in artikel 28 van de wet, beslissen gedeputeerde staten.
pag 50
Bijlage concept regeling toezichthoudend orgaan
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
Gemeenschappelijk orgaan en Stichting kunnen overeen komen om gezamenlijk een geschillencommissie op te richten die beiden in voorkomende gevallen adviseert. Artikel 24 Duur van de regeling De regeling is getroffen voor onbepaalde tijd. Artikel 25 Overgangs- en slotbepalingen 1. Het eerste boekjaar loopt van de dag van inwerkingtreding van de regeling tot 31 december daaropvolgend. 2. In afwijking van het bepaalde in het tweede en derde lid van artikel 4 van deze regeling worden de leden van het eerste gemeenschappelijk orgaan aangewezen in de eerst volgende vergadering van de raden na de inwerkingtreding van deze regeling. 3. In alle zaken de gemeenschappelijke regeling betreffend waarin de regeling niet voorziet, beslist het gemeenschappelijk orgaan. Artikel 26 Naamgeving Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling Toezichthoudend Orgaan SBO De Delta Appingedam”.
Aldus vastgesteld door:
- De raad van de gemeente Appingedam
- De raad van de gemeente Delfzijl
- De raad van de gemeente Loppersum
- De raad van de gemeente Slochteren
- De raad van de gemeente Ten Boer
pag 51
Bijlage concept regeling toezichthoudend orgaan
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
BIJLAGE IV 1
CHECKLIST ACTIVITEITEN IMPLEMENTATIEFASE.
Bestuur Activiteit
Uiterste datum
Uitvoering
Uiterste datum
Uitvoering
1.1 Vaststellen van de nieuwe (verkrijgende) stichting 1.2 Bemensing bestuur 1.3 Opstellen concept akten van overdracht 1.4 Passeren van statuten en akte van overdracht 1.5 Inschrijven rechtspersoon bij Kamer van Koophandel
2
Personeel Activiteit
2.1 Afvloeiingslijst maken /controleren 2.2 Inventariseren collectieve verzekeringen en daarop gebaseerde passende maatregelen treffen 2.3 Verzorgen van personeelsinformatie over rechtspositionele / arbeidsrechtelijke gevolgen fusie: Aanstelling; Spaarloonregeling; Afrekenen aanspraken vakantiegeld/ eindejaarsuitker Loonbelastingverklaring. 2.4 Afrekening vakantiegeld, Eindejaarsuitkering, loonbelastingverkla 2.5 Aanstellingen / benoemingen 2.6 Aanpassen spaarloonovereenkomst 2.7 Door CASO berekend jaarloon eventueel bijstellen i.v.m. tarief bijzondere beloningen
pag. 52
Bijlage checklist implementatiefase
Beslisdocument verzelfstandiging SBO De Delta Appingedam
3
Instanties Activiteit
Uiterste datum
Uitvoering
Uiterste datum
Uitvoering
3.1 Regelen BRIN-informatie, Nieuwe aansluitnummers ABP, bedrijfsvereniging, CASO, Fiscus (en oude opheffen) 3.2 Akte van overdracht toezenden aan OC&W 3.3 Inventarisatie contractuele verplichtingen: wijziging onderhoudsabonnementen wijziging automatische betalingen wijzigen abonnementen 3.4 Overschrijven of afsluiten verzekeringen / - bestuursaansprakelijkheidsverzekering - inboedelverzekeringen - motorvoertuigenverzekering - collectieve verzekeringen 3.5 Afspraken met AK’s inzake contract, overdracht basisgegevens, archief, fusieprogrammatuur 3.6 Wijzigen contract Arbodienst 3.7 Melden nieuw bankrekeningnummer, factuuradres, secretariaatsa aan: Leveranciers; Nutsbedrijf; KPN-telecom; Werkgeversvereniging; Onderwijsbegeleidingsdienst; Gemeenten; Overige schoolbesturen binnen de gemeenten.
4
Financieel / administratief Activiteit
4.1 Opstellen afspraken betreffende begroting, indelen boekhouding, rijksafrekening, jaarrekening, bewaking exploitatie en financiële informatie, afsluiten deposito’s / beleggingen, vaststellen werkzaamheden scholen/AK m.b.t.administratie 4.2 Regelen tekeningsbevoegdheid 4.3 Overdracht financiële stukken
pag. 53
Bijlage checklist implementatiefase