USER MANUAL GEBRUIKSAANWIJZING GEBRAUCHSANWEISUNG SKYLLA 24/100 3-PHASE CE
SECTIONS: ENGLISH NEDERLANDS DEUTSCH
2 17 37
Victron Energy BV De Paal 35 1351 JG Almere-Haven The Netherlands
Article number Document number Version Date
phone: ** 31 - (0) 36 - 535 9700 fax: ** 31 - (0) 36 - 531 1666 Subject to change without notice. * Wijzigingen onder voorbehoud. *
victron energy
manual Skylla 24/100 3F
: ISM010022000 : ISM010022000 : 04 : 20 November 2001
Änderungen vorbehalten.
Page 1
GEBRUIKSAANWIJZIGNG NEDERLANDS 1. INLEIDING
20
2. BESCHRIJVING 2.1 Onderhoud
21 21
3. BEDRIJFSZEKERHEID 3.1 Kortsluitingsbeveiliging 3.2 Temperatuurbeveiliging 3.3 Ingangsbeveiliging
22 22 22 22
4. GECOMPENSEERD LADEN 4.1 De temperatuursensor 4.2 Spanningsdetectie
23 23 23
5. INSTALLATIE 5.1 Aarding 5.2 Ingang netspanning 5.3 Accu-uitgangsspanning 5.4 Aansluitprocedure
24 24 24 25 25
6. INBEDRIJFSTELLING 6.1 Bediening 6.2 Parallel gebruik 6.3 Accucompartiment ventilatoren
26 26 26 26
7. CALIBRATIE 7.1 Afregelen van de laadspanning 7.2 Niveau stroombegrenzing 7.3 Afregelen van de laadspanning voor gebruik met een diodesplitter 7.4 Fabrieksinstellingen 7.5 Jumpers en Potentiometers
27 27 28 28 28 28
8. FOUTOPSPORING
29
9. SPECIFICATIES 9.1 Ingang 9.2 Uitgang: 9.3 Algemeen
33 33 33 33
10. TEKENINGEN
34
victron energy
manual Skylla 24/100 3F
Page 19
1. INLEIDING
Victron Energy Victron Energy heeft op het gebied van het ontwerpen en fabriceren van elektrische energievoorzieningssystemen internationale bekendheid verworven. Dit is voornamelijk te danken aan de ontwikkelafdeling die voortdurend zoekt naar mogelijkheden om nieuwe technologieën in de produkten te implementeren. Elke verbetering resulteert in een toegevoegde waarde op het gebied van technische en economische mogelijkheden. Deze filosofie heeft geleid tot een complete lijn energieverzorgende apparatuur waarin de laatste technische ontwikkelingen zijn verwerkt. Alle apparatuur voldoet aan de strengste eisen. Systemen van Victron Energy maken een kwalitatief hoogwaardige energievoorziening mogelijk op plaatsen waar geen netvoeding aanwezig is. Een configuratie bestaande uit een Victron Energy-omvormer, een Victron Energy-acculader, eventueel een Victron Energy Mains Manager, en - last but not least - accu’s met voldoende capaciteit, levert een geheel automatisch werkend ‘stand alone’ systeem voor de elektriciteitsvoorziening. De mogelijkheden en toepassingen in het veld, op schepen of andere plaatsen waar een mobiele 230 Voltwisselstroombron nodig is, zijn legio. Victron Energy-apparatuur is inzetbaar in alle soorten elektrische apparaten voor huishoudelijke, technische en administratieve toepassingen. De apparatuur is tevens geschikt voor gebruik bij storingsgevoelige instrumenten. Al deze toepassingen vereisen een kwalitatief hoogwaardige stroomvoorziening om goed te kunnen functioneren.
Skylla 24/100 3-fase Deze handleiding bevat alle relevante gegevens over de Skylla acculader, model 24/100 3-fase: de installatievoorschriften, een beschrijving van de functionaliteit en instructies over het gebruik. Hierbij komen ook de beveiligingen en andere technische aspecten aan de orde.
Page 20
user manual Skylla 24/100 3F
victron energy
2. BESCHRIJVING De acculader Skylla 24/100 3-fase wordt uitgebreid getest alvorens de fabriek te verlaten. Voor het transport wordt het apparaat stevig verpakt. De acculader is een gelijkrichter/acculader-combinatie. De output heeft variabele spanning en stroombegrenzing. De acculader is beveiligd tegen oververhitting en kortsluiting, hoe lang deze ook duren. De acculader is in een aluminium behuizing voor vloer- of wandmontage ondergebracht. De beschermingsklasse van deze behuizing is IP20. De aansluitingen voor de netvoeding en de accu-uitgang bevinden zich aan de onderzijde van de behuizing. De acculader is ontworpen voor een 24V-lood/zuur-accusysteem. De maximale laadstroom is 100A en de aanbevolen accucapaciteit is 500-1000 Ah. De acculader is geschikt voor tractie-accu’s. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de dichtstbijzijnde vertegenwoordiging van Victron Energy. De Skylla 24/100 3-fase werkt volledig automatisch. Het apparaat wordt gevoed door een nominale netvoeding van 380Vac, 50/60 Hz. De voeding kan worden omgezet in 415Vac of in 440Vac. en is ontworpen voor permanente aansluiting op lood/zuur-accu’s. Ontkoppelen van de lader tijdens langdurige opslag, bijvoorbeeld ‘s winters, is niet meer nodig.
Afbeelding 1. Schematisch diagram van de Skylla. 1. 3-fase ingangstransformator. 2. fase gestuurde thyristor bruggelijkrichter 3. rimpel onderdrukking 4. gelijkstroomshunt
Zodra de acculader Skylla 24/100 3-fase is ingeschakeld, wordt de accu opgeladen, mits er netvoeding aanwezig is. Als de automatische laadmodus geselecteerd is (5% of 15%, zie frontpaneel), wordt de accu geladen volgens de IUoUo-karakteristiek. De “float”-spanning is van fabriekswege ingesteld op 26,5Vdc. De “boost”-spanning is van fabriekswege ingesteld op 28,5Vdc. Beide spanningen kunnen door de gebruiker worden bijgesteld.De acculader werkt met twee laadspanningen: een hoge (boost-charge) en een lage spanning (float-charge). De lader schakelt na 1 of 4 uur automatisch van boost-charge naar float-charge (zie afbeelding 2). De lader verzorgt de accu met een constante stroom totdat de ingestelde “boost”-spanning is bereikt (28,5Vdc). Op dat moment (t1) gaat de gele LED “Voltage control” branden terwijl ook een klok in werking wordt gesteld, die de “boost”-periode bepaalt. Zodra de ingestelde “boost”-periode is afgelopen op tijdstip t2, schakelt de lader over op “float”-spanning (26,5Vdc) voor een periode van 20 of 23 uur. Na deze periode schakelt deacculader op tijdstip t3 terug naar de “boost”-spanning voor 1 of 4 uur. Indien de stroombegrenzing langer dan 30 seconden duurt tijdens float-charge, begint de klok weer te lopen en begint een nieuwe “boost”-cyclus. Tijd tussen (afb. 2) High rate (LED) Voltage control (LED)
t0
t1 UIT UIT
t2 AAN AAN
t3 UIT AAN
Afbeelding 2. De laadkarakteristiek van de Skylla 3-fase
2.1 Onderhoud De Skylla 24/100 3-fase vraagt geen speciaal onderhoud. wel is het raadzaam de elctrische aansluitingen tweemaal per jaar te controleren. De acculader moet droog, schoon, en stofvrij worden opgeborgen. Mochten er toch problemen optreden, probeer dan met behulp van de foutopsporingsprocedures in deze handleiding na te gaan waardoor deze worden veroorzaakt.
victron energy
manual Skylla 24/100 3F
Page 21
3. BEDRIJFSZEKERHEID De acculader 24/100 3-fase is door het robuuste ontwerp en de vele ingebouwde beveiligingen uitermate bedrijfszeker.
3.1 Kortsluitingsbeveiliging De uitgangsstroom is volledig tegen kortsluiting beveiligd en onder alle omstandigheden intern begrensd (zie de specificaties). De accukabels zijn dan ook beveiligd tegen de gevolgen van een eventueel optredende kortsluiting.
3.2 Temperatuurbeveiliging Als de interne temperatuur van de drie fasenacculader 24/100 stijgt, daalt de uitgangsstroom dienovereenkomstig. Onder extreme omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer de ventilatie-openingen zijn geblokkeerd, kan de interne temperatuur te hoog worden. In dat geval schakelt het apparaat zichzelf uit. Zodra de interne temperatuur weer beneden de aangegeven grens daalt, zal de acculader opnieuw beginnen te werken.
3.3 Ingangsbeveiliging De ingang van de acculader Skylla 24/100 3-fase is beveiligd door twee automatische zekeringen. ingangsspanning 380 Volt 415 Volt 440 Volt
Page 22
ingangszekeringen 16 Ampère automatisch 16 Ampère automatisch 16 Ampère automatisch
user manual Skylla 24/100 3F
victron energy
4. GECOMPENSEERD LADEN 4.1 De temperatuursensor De acculader Skylla 24/100 3-fase heeft een temperatuur-compensatievoorziening. Dit houdt in dat de laadspanning wordt aangepast aan de accutemperatuur. Om deze faciliteit te kunnen gebruiken, dient een Victron Energy temperatuursensor op de accu te worden aangebracht. Een koude accu mag namelijk met een hogere laadspanning worden geladen dan een warme accu. De referentielaadspanning bedraagt 28,5Vdc bij een accutemperatuur van 20°C (zie afbeelding 3).
Afbeelding 3. Temperatuur gecompenseerd laden.
Aansluiting van de temperatuursensor De pluspool (“+”) van de sensor moet worden aangesloten op klem E7 en de minpool (“-”) op klem E8 van de acculader. Wij adviseren de draden van de sensor in elkaar te draaien met het oog op mogelijke externe elektrische interferentie. De gele LED van de sensor brandt wanneer de temperatuursensor is aangesloten. Als de plus- en de minpool niet juist zijn aangesloten, licht de gele LED niet op. Voor correcte aansluiting van de V.T.S. is het noodzakelijk dat de jumper J2 van de aansluitpinnen 2 en 3 wordt verplaatst naar de pinnen 1 en 2. De positie van J2 en connector E is te zien op tekening SK07010N op pagina 75. Plaats de temperatuursensor bij voorkeur boven op het accublok. o Accutemperaturen tot -5 C Bij temperaturen tot -5°C laadt de lader met een maximale laadspanning van 30Vdc. Deze uitgangsspanning is begrensd omdat bij hogere spanningen problemen met de aangesloten apparaten kunnen optreden, zie afbeelding 3, sectie “A”.
Accutemperaturen tussen -5°C en + 47°C In dit temperatuurbereik wordt de waarde van de uitgangsspanning bepaald door de accutemperatuur zoals die door de sensor accutemperatuur wordt gemeten. De uitgangsspanning van de lader daalt met 60 mV/°C naarmate de accutemperatuur stijgt (5 mV/ °C per cel). zie afbeelding 3, sectie “B”. Hoge accutemperatuur Bij accutemperaturen van +47°C en hoger neemt de laadspanning snel af. Vanaf 50°C werkt de lader als gelijkrichter met een uitgangsspanning van 24Vdc, zie afbeelding 2, sectie “C” en “D”).
4.2 Spanningsdetectie De acculader Skylla 24/100 3-fase is uitgerust met volautomatische spanningsdetectie. Deze zorgt dat spanningsverliezen in de accukabels worden gecompenseerd door de uitgangsspanning van de lader, zie afbeelding 4. Om van deze voorziening gebruik te kunnen maken, moeten 2 draden worden aangebracht: • •
aansluiting E1 naar de pluspool van de accu (+) aansluiting E1 naar de minpool van de accu (-)
De LED “+/- sense” licht op als deze draden juist zijn aangesloten, zie tekening SK07010N. De acculader Skylla 24/100 3-fase registreert nu de actuele laadspanning op de accupolen. Afbeelding 4. Aansluiten van de spanningdetectie draden. victron energy
manual Skylla 24/100 3F
Page 23
5. INSTALLATIE Monteer de acculader Skylla 24/100 3-fase in een droge en goed geventileerde ruimte. Een extreem hoge omgevingstemperatuur kan een negatieve invloed hebben op de uitgangsstroom en kan de levensduur van de acculader bekorten. Onder dergelijke omstandigheden worden de beste resultaten bereikt als de acculader aan de wand is bevestigd. Aan de onder- en achterzijde van de behuizing zijn gaten voor vloer- en wandmontage aangebracht, zie tekening SK07002N. Zorg dat het frontpaneel bereikbaar blijft na installatie. De acculader Skylla 24/100 3-fase en de accu’s dienen zo dicht mogelijk bij elkaar te worden geplaatst om de accukabels zo kort mogelijk te houden voor een optimale laadprestatie. De Victron acculader Skylla 24/100 3-fase moet worden geïnstalleerd met behulp van de volgende benodigdheden: Een vieraderige netkabel met een kerndiameter van 2,5 mm2. Twee accukabels (maximaal 6 meter lang, met accu-klemmen). Een schroevedraaier (nr. 3) om het frontpaneel af te nemen en de netvoedingskabels aan te sluiten. Een 12 mm-sleutel om de accukabels aan te sluiten. Om het frontpaneel af te nemen, dienen de vier schroeven aan de voorzijde te worden losgeschroefd. Dan komt het innerlijk van de acculader open te liggen en kunnen aansluitingen worden gemaakt. Alle aansluitingen bevinden zich aan de onderzijde van de lader. Kabels kunnen worden doorgevoerd door gaten in de bodem van de behuizing. WAARSCHUWING Victron acculaders zijn ontworpen voor het opladen van accu’s. Ze zijn ongeschikt om als voedingsbron te worden gebruikt. Sluit de accu aan voor u de lader aanzet en schakel de lader uit voor u de accu loskoppelt.
Afbeelding 5. Verwijderen van de voorzijde
5.1 Aarding WAARSCHUWING Een hoge lekstroom. Een aardaansluiting is essentieel voordat de voeding wordt aangesloten. De acculader Skylla 24/100 3-fase is niet dubbel geïsoleerd. De PEaansluitklem moet onder alle omstandigheden verbonden zijn met aarde (zie afbeelding 5). Bij gebruik op een boot moet de aardklem aan de onderkant van de behuizing worden verbonden met de aardplaat of de scheepshuid. De oeververbinding moet worden geaard aan de PEklem op het klemmenblok voor de netvoeding. In mobiele toepassingen (auto’s, caravans enz.) moet de aardklem worden verbonden met het metalen chassis.
Afbeelding 5. Positie van de aardaansluiting
5.2 Ingang netspanning Gebruik een goedgekeurde vieraderige netvoedingskabel om de acculader Skylla 24/100 3-fase op het net aan te sluiten. Denk eraan dat de PE-aansluitklem altijd moet zijn geaard. draad L1 L2 L3 PA
Page 24
beschrijving fase fase fase aarde
user manual Skylla 24/100 3F
kleur bruin of zwart bruin of zwart bruin of zwart groen/geel
victron energy
5.3 Accu-uitgangsspanning Het is belangrijk dat de verbinding tussen de acculader en de accu tot stand komt met zo weinig mogelijk verlies van vermogen. De kabels moeten zo kort en dik mogelijk zijn om de weerstand te verminderen. Voor de aanbevolen minimumkerndiameter voor de accukabels zie onderstaande tabel. Kabellengten van meer dan 6 meter zijn niet aan te raden. lengte diameter 0 - 1,5 meter 35 mm2 1,5 - 6 meter 50 mm2
5.4 Aansluitprocedure Voer een grondige visuele inspectie uit, enerzijds om na te gaan of er niets beschadigd is, anderzijds om het bedieningspersoneel vertrouwd te maken met het systeem en de plaats van bedieningselementen, verklikker-LED’s en instelpunten. Controleer of een accuzekering van 125 A is aangebracht. Sluit de ingangs- en uitgangsdraden aan volgens de procedures die in de voorgaande paragrafen zijn beschreven. Voor de bedrading van de temperatuursensor en de spanningsdetectie wordt een diameter aanbevolen van 0,75 mm2. Sluit de minpool van de accu aan op die van de lader Schakel de lader in met behulp van de hoofdschakelaar van de lader. Controleer de polariteit van de accudraden door de spanning te meten tussen de plus van de accu en die van de lader, zie afbeelding 6. Is de spanning hoger dan de nominale uitgangsspanning van de accu, dan zijn de draden vermoedelijk verkeerd aangesloten. In dat geval dient u de aansluiting om te keren. LET OP: De 125 A-accuzekering slaat door wanneer de accu verkeerd is aangesloten.
Afbeelding 6. Verbind eerst de netkabels en dan de negative accupool
Schakel de lader uit. Sluit de plus van de accu aan op de plusklem van de lader. Zet de lader aan met behulp van de hoofdschakelaar. De LED “Power ON” op het hoofdpaneel gaat nu branden. Als de LED “Voltage control” op het hoofdpaneel uit is, bevindt de lader zich binnen de stroombegrenzing. Nu wordt de accu opgeladen. De LED “High rate” op hoofpaneel gaat branden zodra de accuspanning het niveau van de nominale spanning heeft bereikt (“boost”-niveau). Voor het gebruik van een temperatuursensor: zie paragraaf 4.1. Voor het gebruik van spanningsdetectie: zie paragraaf 4.2. De acculader is nu gereed voor gebruik.
victron energy
manual Skylla 24/100 3F
Page 25
6. INBEDRIJFSTELLING 6.1 Bediening Op het front van de Skylla 24/100 3-fase, zie afbeelding 7, bevinden zich een aan/uit-schakelaar (ingangszekering) en de volgende verklikker-LED’s en schakelaars:
Afbeelding 7. Frontpaneel van de Skylla 24/100 3-fase
Schakelaar “Charger mode” 100% 15% 5% LED “High rate” LED ON LED OFF en LED “Voltage control” ON LED “Voltage control” LED ON LED OFF Knop “Clock test”
Continue boost, gaat nooit over op float 4 uur boost en 20 uur float 1 uur boost en 23 uur float
Lader heeft boost-spanning bereikt Lader heeft float-spanning bereikt
Lader heeft boost- of float-spanning bereikt Lader heeft stroombegenzing bereikt Druk deze knop in om e interne kloksnelhied te verhogen, zodat snel van boost naar float kan worden gegaan. Dit werkt alleen als de lader zich niet binnen de stroombegenzing bevindt en de schakelaar “High rate” op 5% of op 15% is gezet.
6.2 Parallel gebruik Bij gebruik van twee of meer Skylla drie-fasen acculaders naast elkaar, adviseren wij de laadmodus (frontpaneel) op 4 uur in te stellen (15%).
6.3 Accucompartiment ventilatoren Voor het gebruik van accucompartiment ventilatoren staan twee potentiaalvrije wisselcontacten ter beschikking. Als de lader zich in boost bevindt, zijn de contacten E11, E12 & E14, E15 gesloten, zie tekening SK07010N
Page 26
user manual Skylla 24/100 3F
victron energy
7. CALIBRATIE De “float”-spanning is van fabriekswege ingesteld op 26,5Vdc. De “boost”-spanning is ingesteld op 28,5Vdc. Beide spanningsniveaus kunnen door de gebruiker worden bijgeregeld. De vooringestelde waarden worden aanbevolen door vrijwel alle fabrikanten van lood/zuur-accu’s. De instellingen voor stroom en spanning hoeven niet periodiek te worden gecheckt. Alvorens de acculader toe te passen, moet u beslissen welke uitgangsspanning en welke stroombegrenzing nodig zijn. Neem voor de juiste instellingen contact op met uw acculeverancier. WAARSCHUWING Aangezien in de Skylla acculaders voortdurend zeer hoge spanningen aanwezig zijn, dienen alle aansluitingen en afstellingen binnen de acculader uitsluitend door gekwalificeerde elektriciens te worden uitgevoerd. Zorg dat de Skylla acculader uitgeschakeld is voordat met het aansluiten wordt begonnen. Gebruik een geïsoleerde spanningzoeker voor het aansluiten en het afregelen van de spanning en de stroomsterkte.
7.1 Afregelen van de laadspanning Het afregelen van de laadspanning: Draai de vier verzonken schroeven los met behulp van een kruiskopschroevedraaier Verwijder het frontpaneel van de Skylla acculader. De potentiometers waarmee de boost- en float-spanning geregeld kunnen worden, bevinden zich op twee printplaten: het hoofdpaneel en de fropnt-printplaat. Het hoofdpaneel bevindt zich in de behuizing en de front-printplaat is aan het frontpaneel van de acculader bevestigd. Boost-niveau Stel de schakelaar “Charge mode” in op 100%. Wacht tot de LED’s “High rate” en “Voltage control” branden. Dan is de uitgangsspanning van de lader gelijk aan het ingestelde boost-niveau. Draai u de boost-potentiometer (R64) op het hoofdpaneel, zie afbeelding 8, naar het door u gewenste niveau om het boost-niveau te veranderen. Controleer of de LED “Voltage control” brandt. Is dat niet het geval, dan is de stroombegrenzing geactiveerd. Wacht nu tot de LED weer brandt en stel de potentiometer in. Zet de schakelaar “Charge mode” terug op 5% of 15%.
Afbeelding 8. afregelen van de boostspanning en de stroombegrenzing.
Float-niveau Stel de schakelaar “Charge mode” in op 5% of 15%. Brandt de LED “High rate”, druk dan gedurende een aantal seconden op de knop “Clock test”. De interne klok loopt dan sneller dan normaal. Als de LED “High rate” uit is, laat u de knop los. Wacht tot de LED “Voltage control” gaat branden. Dan is de uitgangsspanning van de lader gelijk aan het ingestelde floatniveau. draai aan de float-potentiometer (R12) op de VDL-printplaat, zie afbeelding 9, naar het door u gewenste niveau om het floatniveau te veranderen. Controleer of de LED “Voltage control” brandt.Is dat niet het geval, dan is de stroombegrenzing geactiveerd. Wacht nu tot de LED weer brandt en stel de potentiometer opnieuw in. Het “float”-niveau is nu aangepast.
victron energy
manual Skylla 24/100 3F
Afbeelding 9. Afregelen van de float-spanning (R12)
Page 27
7.2 Niveau stroombegrenzing De stroombegrenzing is in te stellen met een potentiometer (R1) die zich op het hoofdpaneel bevindt, zie afbeelding 8, of met behulp van een optionele potentiometer (25K). Tijdens het instellen van de maximum laadstroom moet de uitgangsspanning steeds 24Vdc bedragen. De maximumlaadstroom mag nooit hoger zijn dan de van fabriekswege ingestelde waarde voor het desbetreffende ladertype. Het is raadzaam geen laadstroom (uitgangsstroom minus de voedingsstroom voor een last die parallel aan de accu is aangesloten) te kiezen van meer dan 20% van de accucapaciteit in [Ah]. Dank zij de variabele uitgangsspanning kan de lader permanent op de accu aangesloten blijven.
7.3 Afregelen van de laadspanning voor gebruik met een diodesplitter Op de acculader Skylla 24/100 3-fase kan een diodesplitter worden aangesloten. De uitgangsspanning moet worden verhoogd om de spanningsval over deze diodesplitter te compenseren. De “float”-spanning en de “boost”-spanning kunnen afzonderlijk worden ingesteld door R12 en R64 bij te regelen. De uitgangsspanning moet vervolgens worden gemeten na door de diodesplitter gevoerd te zijn. De “boost”-spanning moet 28,5Vdc bedragen en de “float”-spanning 26,5Vdc. Plaats 47 MF/40V condensator op de uitgang van de Skylla. WAARSCHUWING Gebruik niet de “+ -” voeler om de spanningsval over de diodesplitter te compenseren.
7.4 Fabrieksinstellingen De acculader Skylla 24/100 3-fase heeft van fabriekswege de volgende instellingen: Jumper of potentiometer J2 J3 R1 R12 R64
Instelling 2&3 geplaatst 100A 26,5Vdc 28,5Vdc
Beschrijving geen temperatuursensor normale accu (max. 30VDC) afregeling stroombegrenzing afregeling floatspanning afregeling boastspanning
7.5 Jumpers en Potentiometers Jumpers zijn kleine, afneembare connectors die op de printplaat zijn geplaatst. Door het, met de hand, positioneren van de jumpers kunnen verschillende functies worden in- of uitgeschakeld. Afbeelding 10 laat zien hoe jumpers worden ingesteld. Potentiometers zijn regelbare weerstanden waarvan de waarde wordt verhoogd of verlaagd door de instelschroef te verdraaien. Deze waarden kunnen betrekking hebben op bijvoorbeeld spanning, frequentie of inschakelgevoeligheid. De schroef van de potentiometer dient te worden verdraaid met behulp van een schroevedraaier nr. 0, zie ook afbeelding 10.
Afbeelding 10. Jumper en potentiometer.
Page 28
user manual Skylla 24/100 3F
victron energy
8. FOUTOPSPORING De volgende drie schema’s zijn opgenomen om het opsporen van fouten te vergemakkelijken. De ervaring heeft uitgewezen dat de meeste problemen kunnen worden opgelost met behulp van de beschreven procedure. Maar eerst moeten alle verbruikers die op de lader zijn aangesloten worden losgekoppeld en vervolgens moet de eenheid op het lichtnet worden aangesloten. In de schema’s komen de volgende problemen aan de orde: acculader werkt niet. accu’s worden niet volledig geladen. accu’s worden overbeladen.
victron energy
manual Skylla 24/100 3F
Page 29
Page 30
user manual Skylla 24/100 3F
victron energy
victron energy
manual Skylla 24/100 3F
Page 31
Page 32
user manual Skylla 24/100 3F
victron energy
9. SPECIFICATIES 9.1 Ingang Ingangsspanning Ingangsspanningsbereik Frequentiebereik Ingangszekering Cos-phi Opgenomen vermogen
3 x 380Vac, 3-fase (optioneel: 3 x 415Vac 3-fase) (optioneel: 3 x 440Vac 3-fase) +/- 10% (+10% tot -25% om in werking te blijven) 47 - 65 Hz 16 A, automatische schakelaar 0,93 bij nominale belasting 3.63kW (nominale uitgangsbelasting 28,5Vdc, 100A)
9.2 Uitgang: Nominale laadspanning Hoge laadspanning “boost” Lage laadspanning “float” Bereik uitgangsspanning Laadkarakteristiek Spanningsstabiliteit Uitgangsstroom Bereik uitgangsstroombegrenzing Uitgangsstroomstabiliteit Kortsluitingsbeveiliging Spanningsdetectie
24 Vdc 28,5 Vdc 26,5 Vdc 24 - 30 Vdc IUoUo conform DIN 41772 1% 100 A 60-100% van nominale uitgangsstroom (standaardinstelling 100%) +/- 5% Doorlopende controle op kortsluiting Compensatie van de spanningsval in de accukabel
9.3 Algemeen EMC Emission Immunity Bedrijfstemperatuurbereik
Koeling Geluidsniveau Behuizing Kleur Afmetingen (h x b x d) Gewicht Vochtigheid Hoogte
victron energy
Electro-magnetic comparability according to the Council Directive 89/336 EEC EN50081-2 (1993) EN50082-2 (1994) -10 tot 40oC, 100% van de nominale uitgangsstroom -10 tot 50oC, 80% van nominale uitgangsstroom -10 tot 55oC, 60% van nominale uitgangsstroom. De uitgangsstroom wordt in geval van oververhitting automatisch begrensd. Geforceerde luchtkoeling, temperatuurgeregeld << 40 dB(A) Aluminium IP20 Blauw (RAL 5012) epoxy 490 mm x 350 mm x 280 mm 42 kg 95% Lager dan 1000 m geen onderbelasting vereist
manual Skylla 24/100 3F
Page 33
10. TEKENINGEN Victron acculader Skylla 24/100 3-fase, afmetingen Victron acculader Skylla 24/100 3-fase, aansluitingen Victron acculader Skylla 24/100 3-fase, aansluitingen
Page 34
user manual Skylla 24/100 3F
34 35 36
victron energy
victron energy
manual Skylla 24/100 3F
Page 35
`
Page 36
user manual Skylla 24/100 3F
victron energy