Dit toestel is conform aan de eisen van de richtlijn R&TTE 1999/5/CE
*2701789_Rev.1*
DELTA DORE - Bonnemain - 35270 COMBOURG
Wegens de evolutie van de normen en van het materiaal verplichten de kenmerken, zoals aangegeven in de teksten en afbeeldingen van dit document, ons pas na bevestiging door onze diensten.
Voorstelling Nous vous remercions de nous avoir témoigné votre confiance pour l’achat de ce système d’alarme DELTAL. Met de combinatie van een sirenecentrale en de aanvullende elementen beschermt u uw huis tegen indringers. Aanbevelingen voor een doeltreffende beveiliging: - zet het bewakingssysteem systematisch aan als u afwezig bent, - controleer bij vertrek altijd of alle uitgangen gesloten zijn, - laat de afstandsbediening niet in het zicht of op een makkelijk te vinden plaats liggen (een lade vlakbij de entree bijvoorbeeld) - noteer de toegangscode niet naast de producten, - controleer, als u het bewakingssysteem aanzet, altijd of het correct functioneert (geluidssignaal van de centrale en informatie op het informatie- en bedieningspaneel). Inhoud van het Pack DELTAL 2.10:
Inhoudsopgave Hoe werkt uw alarmsysteem? 4 De producten van het Pack DELTAL 2.10 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 De bewaking van het systeem 5 De X2D radiotransmissie . . . .5
Installeren van de producten van het Pack DELTAL 2.10 .............6 Een openingsdetector . . . . . . .6 Een bewegingsdetector . . . . .8 Een centrale zender . . . . . . . .10
Koppelen van de onderdelen uit het Pack DELTAL 2.10....................13 Stap 1: Ga naar de stand “Product Toevoegen” . . . . . . . . . . . . . . .13 Stap 2: Koppel de andere onderdelen van het systeem . . . . . . . . . . .13 Stap 3:Verlaat de stand “Product Toevoegen” . . . . . . . . . . . . . . .14
Pruducten uit het systeem verwijderen ..............................25 U wilt bewakingszones aanmaken .................................26 Domoticafuncties: op afstand bedienen van de verwarming of een automatische functie....28 De zender koppelen aan een X2D radio ontvanger voor de verwarming . . . . . . . . . . . . . . .28 De bediening van de verwarming activeren of deactiveren . . . . .28 De zender koppelen aan een X2D radio ontvanger voor automatische functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 Het kanaal voor de bediening van een automatische functie deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . 30 Bedienen en bevragen van het systeem op afstand . . . . . . . . .31
Testen van de installatie ..........15 Onderhoud ................................35 Het systeem personaliseren....16 Technische gegevens ................38 De centrale plaatsen ................19 Gebruik......................................20 Principe . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 Met een afstandsbediening . . .20 Geforceerd aanzetten . . . . . . .21 Een alarmmelding wissen . . . .21
Afhandeling van een oproep in geval van een alarm ...........................22 U wilt aanvullende onderdelen toevoegen ..................................24
2
3
Hoe werkt uw alarmsysteem?
De producten van het Pack DELTAL2.10
Deze centrale radio zender werkt op één frequentie: 868 MHz. Daarmee kan een huis beveiligd worden met behulp van inbraakmelders (infrarood en openingsdetectoren) en rookmelders. Het alarmsignaal wordt gegeven door de centrale (binnensirene) of door een buitensirene (optioneel). Ieder anderdeel moet verplicht worden toegevoegd aan het systeem. Het systeem is beveiligd door een automatische periodieke bewaking van de radioverbinding.
Centrale zender
Afstandbediening met 4 toetsen
Wanneer de centrale een melding krijgt van de detectoren, gaat de geïntegreerde sirene af en wordt er een signaal gegeven aan buitensirene (optioneel).
U heeft de mogelijkheid om alleen zone 1 of 2 aan te zetten, het gehele systeem aan te zetten of de bewaking uit te zetten.
Openingsdetector
Bewegingsdetector (*)
Wanneer de openingsdetector op een deur of raam geplaatst is, wordt er een signaal aan de centrale gegeven zodra de detector merkt dat het raam of de deur geopend is.
Wanneer hij op een muur wordt geplaatst merkt hij iedere beweging van personen in een ruimte op en geeft een signaal aan de centrale.
Maximale hoeveelheid onderdelen voor een installatie: - 20 (verschillende) detectoren, - 14 afstandsbedieningen, badge toetsenborden en badges of toetsenbord schermen op afstand
- 2 bedienings- en informatiepanelen - 4 sirenes
Let op : Raadpleeg de betreffende handleiding voor aanvullende informatie over elk product.
(*) Optioneel
Automatische beveiliging
De X2D radiotransmissie
Enkele van de DELTAL producten zijn beschermd tegen pogingen tot sabotage: - beveiliging tegen het met geweld openmaken en lostrekken voor de centrale en de buitensirene. Als een inbreker een van de producten probeert open te maken of los te trekken wordt er een boodschap verzonden naar de centrale, waardoor de interne en externe sirene afgaan. De ingebouwde zender belt de vooraf opgeslagen nummers.
Het radiobereik van alle producten van het DELTAL systeem is 100 tot 300 meter in open veld.
De automatische beveiliging is permanent ingeschakeld, zelfs wanneer het bewakingssysteem uitstaat. Om de producten open te maken zonder dat het alarm afgaat moet u de centrale in de onderhoudsstand zetten.
Het X2D protocol is de taal waarmee de producten onderling communiceren. Meer dan een miljoen aangesloten systemen bewijzen dat het X2D protocol een beveiligde numerieke gegevensoverdracht garandeert en dat producten die het gebruiken op elkaar aan te sluiten zijn. Om elk risico op fraude door het kopiëren van de radiocode uit te sluiten wordt er bij elke keer dat het bewakingssysteem wordt aan- of uitgezet een andere versleutelde boodschap gebruikt. De veiligheid van boodschappen die door DELTAL producten worden verzonden wordt gegarandeerd door een unieke code die in de fabriek wordt toegewezen aan elk product (meer dan 1 miljoen opties). De radiogolven gaan door muren heen, maar nemen wel in kracht af, afhankelijk van de gebruikte materialen. U moet hiermee rekening houden, vooral wanneer de radiogolven dikke betonnen muren of metalen structuren tegenkomen. Het radiobereik kan hierdoor tot enkele tientallen meters binnenshuis afnemen.
4
5
Installeren van de producten van het Pack DELTAL 2.10 Een openingsdetector Plaats
ingebruikname
De openingsdetector moet worden geplaatst: - in de te beveiligen ruimte, - op een van de hoofdingangen (voordeur…) of op een andere ingang (dienstingang, garagedeur, raam op de verdieping…). De detector moet bij voorkeur bevestigd worden: - op het vaste deel van de opening voor de hoofdkast, - op het bewegende deel van de opening voor de magneetkast, - tegenover de scharnieren Eenmaal geplaatst moeten de merkstreepjes op de twee kasten tegenover elkaar liggen met maximaal 5 mm afstand ertussen.
Plaats de CR2032 batterij, rekening houdend met de polariteit.
De hoogtestelplaatjes (met de detector meegeleverd) helpen u de positie van de magneetkast te bepalen.
Montage Magneetkast Open het deksel.
Sluit de detectorkast opnieuw. Keuze van het alarm ( in te stellen voor elke detector): Onmiddelijk (standaard): wanneer er iets gedetecteerd wordt, gaat het alarm onmiddellijk af. Uitgesteld: wanneer er iets gedetecteerd wordt het afgaan van het alarm uitgesteld (circa 45 seconden) om de gebruiker in de gelegenheid te stellen het alarm uit te zetten nadat hij is binnengekomen (voorbeeld: aanen uitzetten met een op de muur bevestigd toetsenbord scherm of afstand).
Om het type alarm in te stellen, houdt u toets van de detector gedurende ongeveer 10 seconden ingedrukt totdat het lampje knippert: - snel knipperend: onmiddelijk alarm, - langzaam knipperend: uitgesteld alarm.
Monteer de sokkel waarbij u rekening houdt met de voorzorgsmaatregelen voor plaatsing (er is een set hoogtestelplaatjes meegeleverd). Zet het deksel terug met de merkstreepjes aan de kant van de hoofdkast. Hoofdkast Open het deksel. Zet de sokkel vast (schroeven en pluggen meegeleverd) Belangrijk: bij een metalen deur of raam raden wij aan het stelplaatje te gebruiken. Zorg ervoor, wanneer u de detector bevestigt met het meegeleverde dubbelzijdige tape, dat het oppervlak waarop u de tape bevestigt van te voren goed gereinigd is.
6
7
Installeren van de producten van het Pack DELTAL 2.10 een bewegingsdetector (optioneel) Plaats
ingebruikname
De bewegingsdetector moet bij voorkeur in een hoek geplaatst worden: - vermijd de nabijheid van een warmtebron of warmteafgevend voorwerp (convector, openhaard…) - het te bestrijken gebied moet vrij zijn van elk obstakel (gordijn, kast…), - de detector moet niet gericht zijn op een opening naar buiten (raam), - u kunt de banen van twee detecoren laten kruisen, - de detector moet tussen 2,20 en 2,40 m boven de grond geplaatst worden.
Verwijder het beschermingslipje van de batterijen.
Het te bestrijken gebied (lateraal gezien) Hoogte: 2,30 m Bereik: 12 m
Het te bestrij-
Kies het type alarm. Sluit de kast en schroef hem weer dicht.
Onmiddelijk wanneer er iets gedetecteerd wordt, gaat het alarm onmiddellijk af. Uitgesteld: wanneer er iets gedetecteerd wordt het afgaan van het alarm uitgesteld (circa 45 seconden) om de gebruiker in de gelegenheid te stellen het alarm uit te zetten nadat hij is binnengekomen (voorbeeld: aanen uitzetten met een op de muur bevestigd informatie- en bedieningspaneel).
ken gebied (van onderaf gezien) Dekkingshoek: maximaal 90°
Montage Schroef de behuizing open.
Monteer de sokkel waarbij u rekening houdt met de voorzorgsmaatregelen voor plaatsing (schroeven en pluggen meegeleverd).
8
9
Installeren van de producten van het Pack DELTAL 2.10 Een centrale zender
Let op de richting waarop de SIM-kaart in de zender wordt geplaatst (schuine hoek rechts).
Plaatsing (bijv: voor een woning) Plaats de centrale: - op een vlakke ondergrond, laat voldoende ruimte vrij om het klepje te openen, - in het midden van de woning en op hoogte (beter radiobereik) - in een vrije ruimte voor een optimale verspreiding van het geluid van de in de centrale geïntegreerde sirene - op een plaats die moeilijk te herkennen is voor een indringer maar goed toegankelijk voor de gebruiker, - in een ruimte die beveiligd is met een bewegingsdetector.
Wanneer de SIM-kaart (geleverd door de door u gekozen telecomaanbieder) wordt geplaatst moet er geen stroom op de zender staan.
Plaats van de antenne Schroef de antenne-aansluiting vast. De voedingskabel moet door een kabelgoot (scheidingswand) geleid worden aan de achterkant van de behuizing. Voordat u de beschermfolie van het tweezijdig plakband verwijdert, moet u de oppervlakte waar u de antenne op wilt plakken, goed reinigen.
Montage
De antenne moet meer dan 1,50m van de centrale zender verwijderd zijn.
Open de klep van de centrale. Monteer de voet waarbij u rekening houdt met de voorzorgsmaatregelen voor plaatsing. Belangrijk: de meegeleverde schroeven en pluggen zijn niet geschikt voor elke ondergrond. Afhankelijk van uw muur, raden wij u aan de geschikte schroeven en pluggen aan te schaffen (bijv.: voor gipsplaten).
Aansluiten van de voeding voor de instellingen
Inbrengen van de SIM-kaart Het GSM netwerk Voor GSM-verbindingen is het nodig dat u een abonnement neemt bij een telecomaanbieder van uw keuze. U ontvangt dan een SIM-kaart waarop de volgende gegevens staan: - informatie over uw abonnement, dat aan u gefactureerd zal worden, - een pincode die u moet verwijderen uit de gegevens van uw telefoon (met behulp van een mobiele telefoon), voordat de SIM-kaart in de zender wordt geplaatst.
10
Tips voor het aangaan van een abonnement: - Laat u informeren over de dekking van het netwerk van uw telecomaanbieder voor uw installatie. - Om onderbrekingen in het GSM netwerk te voorkomen als gevolg van het verlopen of opraken van het beltegoed op een prepaid SIM-kaart, raden wij u af een prepaid abonnement te nemen. Belangrijk: Om veiligheidsredenen moet u het GSM telefoonnummer van de zender geheim houden.
Bij gebruik van een stroomadapter Sluit de stroomadapter aan zoals hiernaast wordt aangegeven. De andere kant wordt aangesloten op een stopcontact van 230 V. De voedingskabel moet door een kabelgoot (scheidingswand) geleid worden aan de achterkant van de behuizing. OF OU Bij gebruik van de 12 Volt kabel Indien u slechts beschikt over één 12 V aansluiting voor uw apparaat (bijv: boot, caravan,...) gebruik een geschikte kabel en sluit deze aan zoals hiernaast wordt aangegeven (grijs/zwarte draad op de +, zwarte draad op de -).
11
Installeren van de producten van het Pack DELTAL 2.10 ingebruikname Open de centrale. Verwijder het beschermingslipje van de batterijen.
Leg de central eplat op een tafel, indienmogelijk in de ruimte waarin hij geplaatst wordt. Het systeem in nog niet gebruikt. U kunt de onderdelen van het Pack aan het systeem koppelen. Voordat u de centrale op de sokkel terugplaatst moet u hem koppelen aan een bedieningsonderdeel (meegeleverde afstandsbediening)
Belangrijk: zorg ervoor dat u de knop van de systeembewaking nu ingedrukt houdt.
Koppelen van de onderdelen uit het Pack DELTAL 2.10 Stap 1: Ga naar de stand “product toevoegen”. Het 1e onderdeel dat u moet toevoegen is de afstandsbediening. Druk ongeveer 5 minuten op de toets ON totdat de centrale een PIEP laat horen. Het groene lampje gaat doorlopend branden. De centrale staat in de stand “Producten toevoegen”. Belangrijk: sluit de klep van de centrale niet voordat de andere onderdelen van het systeem zijn geplaatst (detectoren, melders…)
Stap 2: Koppelen van de andere onderdelen van het systeem Koppelen van een openingsdetector Controleer of de centrale in de stand “Producten toevoegen” staat. Het groene lampje gaat doorlopend branden.
Controle GSM ontvangst Het lichtje knippert rood: er is geen GSM verbinding tot stand gekomen. Het lichtje knippert rood/groen: er is GSM verbinding maar het signaal is zwak. Het lichtje knippert groen: de GSM verbinding is goed.
Druk kort op toets van de detector. De centrale bevestigt met een PIEP. De detector is gekoppeld aan de centrale.
Koppelen van een bewegingsdetector (optioneel) Controleer of de centrale in de stand “Producten toevoegen” staat. Het groene lampje gaat doorlopend branden.
Druk kort op toets van de detector. De detector bevestigt met een PIEP. De centrale bevestigt met een PIEP. De detector is gekoppeld aan de centrale.
Door op toets van de detector te drukken zet u deze gedurende 15 minuten in een teststand. Bij iedere detectie bevestigt hij met een PIEP.
12
13
Koppelen van de onderdelen uit het Pack DELTAL 2.10
Testen van de installatie
Stap 3: Verlaat de stand “ product toevoegen”.
Test u installatie in realistische gebruiksomstandigheden en laat bij elk van de detectoren een alarm afgaan.
Als alle onderdelen gekoppeld zijn aan het systeem, drukt u op de toets OFF van een afstandsbediening of een bedieningsonderdeel. De centrale komt nu in de stand Onderhoud. En bevestigt met een PIEP. Het groene lampje knippert.
De openingsdetectoren testen Alle doorgangen die voorzien zijn van een openingsdetector zijn gesloten.
Wanneer de centrale open staat en er gedurende 5 minuten geen handeling wordt verricht of product wordt gekoppeld komt de centrale automatisch in de stand Onderhoud. Sluit de centrale.
Als de detecor in de stand uitgesteld alarm staat zal de centrale pas na 45 seconden een alarmsignaal laten horen. Geeft de centrale geen alarmsignaal, controleer dan de installatie of de koppeleing met de detector.
Bij elke keer dat u de bewaking aan of uit zet, laat de centrale een serie pieptonen horen en geeft aan dat er een alarmmelding heeft plaatsgevonden (in dit geval de detectie van een opening). Om de alarmmelding te wissen:
Herhaal bovenstaande handelingen voor elke openingsdetector die getest moet worden.
14
15
Testen van de installatie De bewegingsdetectoren testen (optioneel) De beweginsdetector slaat elke passage in een detectiezone gedurende 90 seonden op (of het systeem nu aan of uit staat) Acitveer, voor de test, de bewaking vanuit een ruimte waarin u niet gedetecteerd kunt worden. Wacht 2 minuten voordat u de detectiezone binnengaat.
Het systeem personaliseren Om het systeem te personaliseren moet de zender gevoed worden door netstroom of een 12V kabel.
Appeler le transmetteur téléphonique Bel de telefoonzender. Werkwijze 1 : Vanaf een andere telefoonlijn, mobiel of vast, draait u het nummer van de SIM-kaart in uw centrale. De zender neemt na ongeveer 10 keer overgaan, de lijn op.
Als de detecor in de stand uitgesteld alarm staat zal de centrale pas na 45 seconden een alarmsignaal laten horen. Geeft de centrale geen alarmsignaal, controleer dan de installatie of de koppeleing met de detector. Bij elke keer dat u de bewaking aan of uit zet, laat de centrale een serie pieptonen horen en geeft aan dat er een alarmmelding heeft plaatsgevonden (in dit geval de detectie van een beweging). Om de alarmmelding te wissen:
Werkwijze 2 : Te gebruiken in de volgende gevallen : - als u met een telefoon (mobiel of vast) belt, - als de zender op de zelfde installatie staat als een antwoordapparaat, - als de abonnee een abonnement heeft op de dienst 'Top Messages' van France Telecom (voicemail).
Toeganscode met 6 cijfers. Bij ingebruikname is de toegangscode: 123456
Instellen van de telefoonzender. Nadat u de zender opgeroepen hebt voert u de toegangscode in (6 cijfers). Het ontvangstbericht geeft de status van de installatie aan, vervolgens leest de zender het hoofdmenu op: "Druk op ... voor het alarm … ... druk op
om te personaliseren
Herhaal bovenstaande handelingen voor elke bewegingsdetector die getest moet worden.
16
17
Het systeem personaliseren De toegangscode aanpassen De oproepnummers wijzigen Om een oproepnummer aan te maken: Voert de belvolgorde in (1, 2, 3, of 4) gevolgd door het telefoonnummer dat uw wilt opslaan. Bevestig met .
Bij de eerste ingebruikname is de code 123456. Wij raden u sterk aan de code te wijzigen om te voorkomen dat indringers de bewakinging kunnen uitzetten.
Om een oproepnummer te wijzigen: Voer het rangnummer van het te wijzigen oproepnummer in (1, 2, 3 of 4). De zender laat het overeenkomstige nummer horen. Druk op om te wijzigen. Voer het nieuwe oproepnummer in en bevestig met . Om een oproepnummer te wissen: Voer het rangnummer van het te wissen oproepnummer in (1, 2, 3 of 4). De zender laat het overeenkomstige nummer horen. Druk op om direct te wijzigen en te bevestigen door zonder het telefoonnummer opnieuw in te voeren Het nummer is gewist.
De tijd wijzigen Stel de tijd in zodat u op de hoogte wordt gehouden van het precieze tijdstip van eventuele alarmmeldingen. Belangrijk: als u datum en tijd instelt met een multifunctioneeltoetsenbord, dan wordt de tijd op de zender automatisch ingesteld.
Het vocale bericht wijzigen Bij de ingebruikname is het vocale bericht: “Vous êtes en communication avec un système d’alarme“. Druk op om te wijzigen. Neem een nieuw bericht op vanaf uw telefoontoestel (Bijvoorbeeld: "Alarm bij meneer MARTIN") door na de pieptoon te praten, en bevestig met . De zender herhaalt het bericht dat u zojuist heeft ingesproken
De datum wijzigen Om op de hoogte te blijven van de precieze datum van een gebeurtenis, moet u de datum instellen. Belangrijk: als u datum en tijd instelt met een multifunctioneeltoetsenbord, dan worden tijd en datum op de zender automatisch bijgewerkt.
Belangrijk: de duur van het bericht bedraagt maximaal 12 seconden
18
19
Gebruik U systeem is klaar voor gebruik.
Principe Zet de bewaking aan Zodra u de bewaking aanzet: - de centrale bevestigt met een PIEP, Uitgesteld vertrek: wanneer u de bewaking heeft aangezet heeft u een minuut om de bewaakte zone te verlaten zonder dat het alarm afgaat.
Geforceerd aanzetten (met een geopende uitgang) Wanneer u de bewaking aanzet en er nog een uitgang open is, zal de centrale de bewaking niet activeren. De centrale laat pieptonen horen om te signaleren dat er een “uitgang open” is. Om de bewaking geforceerd aan te zetten drukt u, binnen 10 seconden nadat u de eerste keer heeft gedrukt, nogmaal op ON.
Als de centrale een serie pieptonen laat horen bij het aan- of uitzetten dan betekent dat dat er nog een eerdere alarmmelding is (zie hoofdstuk “Wissen van alarmmeldingen”). Het gehele systeem aanzetten: dit komt overeen met het aanzetten van alle detectoren. Zone 1 of 2 aanzetten: dit komt overeen met het aanzetten van de detectoren van de betreffende zone.
De bewaking uitzetten Zodra u de bewaking uitzet: - de centrale bevestigt door 2 pieptonen, in de bweaakte zone, u heeft 45 seconden om het systeem uit te zetten (als het uitgestelde alarm is ingesteld bij het instellen van de detector). Gedurende die periode laat de centrale waarschuwingspieptonen horen (als u deze geactiveerd heeft, zie hoofdstuk “De centrale instellen”). Als de detector ingesteld staat op onmiddellijk alarm, dan gaat het alarm direct af.
Belangrijk: de openingsdetector die bij het geforceerd aanzetten gedeactiveerd is geeft geen alarm wanneer er iemand binnendringt. Om hem opnieuw te activeren moet u de deur of het raam waarop de detecor geplaats is eerst sluiten.
Wissen van alarmmeldingen Bij elke keer dat u de bewaking aan of uit zet, laat de centrale een serie pieptonen horen en geeft aan dat er een alarmmelding heeft plaatsgevonden (in dit geval de detectie van een opening). Om de alarmmelding te wissen:
Met een afstandsbediening Zet de bewaking aan Druk op de toets ON om het gehele systeem aan te zetten of op de toetsen 1 of 2 om de zones 1 of 2 aan te zetten. De centrale bevestigt met een piep.
De bewaking uitzetten Druk op de OFF toets. De centrale bevestigt met 2 pieptonen.
20
21
Afhandeling van een oproep in geval van een alarm Indien er een inbraak- of systeembewakingsalarm wordt gedetecteerd, belt de telefoonzender de geprogrammeerde oproepnummers (maximaal 4) om de beurt totdat er opgenomen wordt: - u kunt langer blijven luisteren door op toets
Alarmcyclus / Afgaan van het alarm Detectie De interne sirene van de centrale geeft maar een keer een alarmsignaal voor de diverse uitgevoerde oproepen (oproepnummers of bewaking op afstand)
te drukken. De maximale duur van een periode bedraagt steeds 30 seconden.
Belangrijk: - wacht op de stiltes (of na de aankondiging van een menu) om op een toets te drukken. - u móet op toets 4 drukken (om de oproep aan te nemen) voordat u ophangt, om te voorkomen dat de zender de andere oproepnummers belt. - Wanneer er een stopopdracht wordt uitgegeven door een bedieningsapparaat (afstandsbediening of multifunctioneel toetsenbord), zal de zender de oproepcyclus stoppen.
Wanneer het alarm afgaat (detectie van inbraak, automatische bewaking) wordt het geluidsalarm van het systeem in werking gesteld gedurende 90 seconden Het kan stopgezet worden met de functie “stop / OFF” van een bedieningsapparaat. Als de storing blijft optreden (bijv: een deur die blijft openstaan) of als er andere meldingen zijn, zal het alarmsignaal afgaan in een cyclus van 4 keer 90 seconden met tussenpozen van 20 seconden. Wanneer het probleem aan het einde van de cyclus nog steeds bestaat wordt het product dat het probleem signaleert automatisch uitgezet bij iedere keer dat het alarm afgaat. De melding die voorafging aan het uitzetten van dit product wordt opgeslagen in de historiek. Als de toetsand weer normaal wordt het product niet meer uitgezet.
De centrale zender kan 6 maanden autonoom oproepen verzenden.
Onvrijwillig stoppen (optioneel op badgetoestenbord) Met deze functie kunt u een eventuele aanvaller ervan overtuigen dat u de goede toegangscode intoetst, terwijl er een oproep wordt gedaan zonder geluidssignaal. Hiervoor moet u een 1 optellen bij het eerste cijfer van uw toegangscode en vervolgens op OFF drukken. Vb. : toegangscode “3586” ---> onvrijwillig “4586”, toegangscode ”9471” ---> onvrijwillig ”0471”
Belangrijk: om te voorkomen dat oproepnummers 1 en 2 ingeval van onvrijwillig stoppen gebeld worden, moet opdracht #82 7 1 worden ingevoerd in het hoofdmenu van de zender.
22
23
U wilt aanvullende onderdelen toevoegen
Pruducten uit het systeem verwijderen
Het principe van koppelen is altijd hetzelfde. Stap 1: De bewaking uitzetten, Stap 2: De centrale op de stand ONDERHOUD zetten, Stap 3: De centrale openen, Stap 4: De centrale op de stand Toevoegen product zetten, Stap 5: Het product dat u wilt koppelen bevestigen. Om een openingsdetector, een bewegingsdetector, een toetsenbord scherm op afstand of een afstandsbediening toe te voegen raadpleegt u het hoofdstuk “Koppelen van onderdelen van het Pack DELTAL 2.10”. Om aanvullende onderdelen te koppelen, zoals badge toestenborden, buitensirenes of telefoonzenders, kunt u de betreffende handleiding raadplegen.
Verwijder alle producten behalve de buitensirene (optioneel) Vanaf stap
➍
Verwijder alle producten van een zone Vanaf stap
➌.
Verwijder alle producten Vanaf stap
➍.
Verwijder alle bedieningsapparaten Wanneer er bedieningsapparaten die aan de centrale gekoppeld zijn, kwijt of buiten gebruik zijn kunt u deze verwijderen.
Verlaat de stand “Product Toevoegen”. Als alle onderdelen gekoppeld zijn aan het systeem, drukt u op de toets OFF van een afstandsbediening of een bedieningsonderdeel. De centrale komt nu in de stand Onderhoud. En bevestigt met een PIEP. Het groene lampje knippert. Sluit de centrale: De centrale komt automatisch in de stand Onderhoud wanneer er gedurende 5 minuten geen handeling wordt verricht of product wordt gekoppeld.
24
U kunt vervolgens een nieuw bedieingsapparaat installeren (zie hoofdstuk Ingebruikname”).
25
U wilt bewakingszones aanmaken De werking per zone Afhankelijk van uw manier van leven en de personen die aanwezig zijn in de te beveiligen omgeving kunt u de beveiliging aanpassen. Diefstal kan tenslotte zelfs voorkomen wanneer er mensen in huis aanwezig zijn. Met het DELTAL 2.10 systeem kunt u ook een gedeelte van uw woning beveiligen.
- u kunt de beveiliging ook maar voor één zone (of het geheel) aanzetten, - om een deteceur aan een zone toe te wijzen moet deze eerst met de centrale verfbonden worden. Alle onderdelen die aan de centrale gekoppeld zijn worden geactiveerd als u het gehele systeem aanzet. - een zelfde detector kan gekoppeld worden aan 2 verschillende zones, - u bent niet verplicht iedere detector in een zone te integreren, - met de afstandsbediening of een toetsenbord scherm op afstand, kunt u de bewaking voor zone 1 en 2 aan- en uitzetten.
Voorbeeld: De detectoren A, B, C, D, E, F zijn gekoppeld aan de centrale U wilt de volgende onderdelen koppelen: - de detectoren A, B en C met zone 1, - de detectoren A en E met zone 2. Als u de detector niet met de goede zone heeft gekoppeld kunt u het volgende hoofdstuk raadplegen “Producten uit het systeem verwijderen” en opnieuw starten met het koppelen.
Met huisdieren Zorg dat u één zone toewijst waarin zich alleen de uitgangen bevinden (beveiliging van de perimeter): - als u afwezig bent en er blijven huisdieren achter in de woning, dan schakelt u alleen de bewaking van deze zone in,
Met een garage Wijs één zone voor de garage aan: - als u de garage en het woonhuis samen wilt beveiligen is het niet noodzakelijk een zone voor het woonhuis toe te wijzen. U schakelt dan het gehele bewakingssysteem in.
Bij een woonhuis met meerdere verdiepingen Wijs één zone per verdieping aan: - een souterrain met een garage en de woonetage - de begane grond die overdag gebruikt wordt en de slaapkamers op de verdieping, - het woonhuis boven en de winkel eronder…
26
27
Domoticafuncties: op afstand bedienen van de verwarming of een automatische functie De zender koppelen aan een X2D radio ontvanger voor de verwarming - Druk 5 seconden op toets van de X2D radio ontvanger. Het controlelampje knippert. - Bel de zender (zie hoofdstuk “Personaliseren van het systeem”). Voer uw toegangscode in. Na de opsomming van het hoofdmenu toetst u “#84”. De zender bevestigt met 2 pieptonen. - Toets . De zender geeft aan: "Verwarming gedeactiveerd." - Toets opnieuw "#84" in. De zender bevestigt met 2 pieptonen. - Toets De zender geeft aan "Verwarming geactiveerd". Controleer of het controlelampje van de ontvanger niet langer knippert.
De bediening van de verwarming activeren of deactiveren Bel de zender. Voer uw toegangscode in. Na de opsomming van het hoofdmenu toetst u “#84” in. De zender bevestigt met 2 pieptonen en geeft aan:. “Verwarming gedeactiveerd“ of “Verwarming geactiveerd”. Toets
om de bediening van de verwarming
te activeren of
te deactiveren.
Wanneer u de bediening van de verwarming deactiveert, is deze niet meer opgenomen in het gesproken hoofdmenu.
28
De zender koppelen aan een automatische functie met X2D radio De zender beschikt over 4 kanalen voor het bedienen van automatische functies. Aan ieder van deze kanalen kunnen één of meerdere X2D radio ontvangers gekoppeld worden.
Voorbeeld: Kanaal 1 stuurt het omhoog halen / laten zakken van de rolluiken aan. Op de ontvanger drukt u op de betreffende toets totdat het lampje knippert (~3 seconden). Bel de zender. Voer uw toegangscode in. Na de opsomming van het hoofdmenu toetst u “#85” in. De zender bevestigt met 2 pieptonen. Toets het nummer van het te koppelen kanaal in (bijv: kanaal 1). De zender bevestigt met 1 pieptoon. Toets om de bediening te activeren. De zender geeft nogmaals één piep en geeft aan:. “kanaal 1 is geactiveerd“. Controleer of het controlelampje van de ontvanger niet langer knippert. De ontvanger is nu verbonden aan kanaal 1 van de zender.
Belangrijk: - wacht op de stiltes om op een toets te drukken. - druk op menu. - druk op ophangen.
om terug te gaan naar het vorige om de zender te laten
29
Domoticafuncties: op afstand bedienen van de verwarming of een automatische functie Het kanaal voor de bediening van een automatische functie deactiveren Bel de zender. Voer uw toegangscode in. Na de opsomming van het hoofdmenu toetst u “#85” in. De zender bevestigt met 2 pieptonen. Toets het nummer van het te deactiveren kanaal in (bijv: kanaal 1). De zender bevestigt met 1 pieptoon. Toets voor het deactiveren van het kanaal voor een automatische functie. De zender geeft nogmaals één piep en geeft aan:. “kanaal 1 is geactiveerd“. Wanneer u een kanaal voor de bediening van een automatische functie deactiveert: zal de zender zal niet meer voorstellen deze aan of uit te zetten.
Bestuur en stel vragen aan het systeem op afstand Toepassing mobiele telefoon Met de applicatie voor mobiele telefoons Met "Mijn Huis" kunt u:
Om de applicatie op uw mobiele telefoon te installeren, en om te weten of uw telefoon hier ook geschikt voor is, kunt u naar de volgende website gaan: http://mobilegsb.deltadore.com
- de status van uw installatie op afstand controleren, - uw installatie op afstand bedienen (aanmaken van scenario's, opvragen van informatie,...), - kunt u boodschappen over alarmmeldingen die door de centrale worden verzonden ontvangen. Deze applicatie kan gebruikt worden op een compatibele mobiele telefoon. De dialoog met de zender verloopt via SMS.
Bediening en bevraging via stemherkenning
LEZEN VOOR GEBRUIK Wanneer er gedurende 90 seconden geen toets van de telefoon wordt ingedrukt verbreekt de zender automatisch de verbinding. Om op ieder moment terug te keren naar het hoofdmenu, vanf welke functie dan ook, drukt u op toets (sterretje) van uw telefoon.Wanneer u tweemaal achter elkaar op toets (hekje) van uw telefoon drukt hangt u op. Iedere wijziging van de instellingen die niet bevestigd is (de vereiste toets niet ingedrukt, voortijdig verlaten van de functie, etc.) wordt niet opgeslagen. De oude instellingen worden bewaard.
30
31
Bestuur en stel vragen aan het systeem op afstand
Verwarmingsmenu
De centrale zender moet gevoed worden door netstroom of een 12V kabel.
Druk in het hoofdmenu op De bediening van de verwarming kan gedeactiveerd worden (zie hoofdstuk “Domotica functies”). In dat geval wordt het verwarmingsmenu niet genoemd door de digitale stem.
Hoofdmenu Nadat u de zender opgeroepen hebt voert u de toegangscode in (6 cijfers). Bij ingebruikname is de toegangscode 123456 (kan aangepast worden). Het ontvangstbericht geeft de status van de installatie aan, bijvoorbeeld: - “bewaking ingeschakeld of uitgeschakeld” - "Niets te melden"... - "de binnentemperatuur is 19°C"
Als de verwarming bediend wordt met een thermostaat die u kunt programmeren, geeft de digitale stem het volgende aan: De instelling is 20°C. Voer de gewenste temperatuur in (2 cijfers) of druk op . Instelling tussen 05 en 30°C.
Vervolgens leest de zender het hoofmenu op: "Druk op ... voor het alarm. Belangrijk: - de bediening van de verwarming of een automatische functie kan gedeactiveerd worden. In dat geval noemt de digitale stem het verwarmingsmenu of de automatische functies niet meer. - ook wordt het boilermenu alleen genoemd als de zender gekoppeld is aan een energiebesparend apparaat en de bediening van de verwarming geactiveerd is. - indien de installatie is uitgerust met een buitensirene, kan de digitale stem ook de buitentemperatuur aangeven.
Als de verwarming bediend wordt door een radio ontvanger, geeft de digitale stem het volgende aan: - Druk op
voor de vorstvrij stand
- Druk op
voor de stand economie.
- Druk op
voor de stand comfort.
- Druk op
voor de stand automatisch.
- Druk op menu.
om terug te keren naar het hoofd-
Opgelet: de digitale stem geeft u geen informatie over de status van de installatie. Wanneer de ontvanger defect is, of de radiotransmissie niet werkt, wordt u hierover niet gewaarschuwd.
Remarque : Als er een alarm wordt gesignaleerd, kunt u dit wissen nadat u van het bericht kennis hebt genomen. Druk hiervoor op toets
in het hoofdmenu.
Alarmmenu Druk, in het hoofdmenu op - Om de bewaking aan te zetten (of uit) drukt u op . - Druk op
om te luisteren en te praten.
- Druk op menu.
om terug te keren naar het hoofd-
- Druk 2 keer op
32
om op te hangen.
33
Bestuur en stel vragen aan het systeem op afstand Menu automatische functies Druk in het hoofdmenu op . Raadpleeg het hoofdstuk “Domotia functies” om een kanaal voor automatische functies te activeren of deactivere. - Selecteren: om kanaal 1 te selecteren, drukt u op
,
om kanaal 2 te selecteren, drukt u op
,
om kanaal 3 te selecteren, drukt u op
,
om kanaal 4 te selecteren, drukt u op
,
Onderhoud Dit hoofdstuk is bedoeld om u te helpen de meest voorkomende problemen die u tijdens de installatie of het gebruik van uw alarmsysteem kunt tegenkomen op te lossen. Neem, in geval van twijfel, wanneer het probleem blijft bestaan of wanneer het probleem niet in deze lijst voorkomt, contact op met onze technische helpdesk:
Signaal lege batterij Als de batterijen van een product leeg zijn wordt dit gemeld bij het aan- en uitzetten van de bewaking door een serie pieptonen.
Voorbeeld: kanaal 2
Ieder product geeft ook onafhankelijk aan dat zijn batterijen leeg zijn: - centrale: laat een serie van 3 kort pieptonen horen bij elke keer dat u de bewaking aan of uit zet,
- Om kanaal 2 in te schakelen, drukt u op .
- openingsdetector: het lampje knippert bij elke detectie of telkens wanneer toets XXX ingedrukt wordt,
- Om kanaal 2 uit te schakelen, drukt u op Als u op de gewenste toets drukt, bevestigt de digitale stem het volgende: "kanaal 2 is ingeschakeld of kanaal 2 is uitgeschakeld". - Om kanaal 2 in timerfunctie te zetten, drukt u op , Bij keuze : - Voer de 4 cijfers voor de duur van de functie in of druk op - Druk op menu.
, om terug te keren naar het hoofd-
Voor het bedieningskanaal van rolluiken: Aan = omhoog en Uit = omlaag. Er kunnen meerdere ontvangers worden gekoppeld aan een bedieningskanaal. Attention : De digitale stem geeft u geen informatie over de status van de installatie. Wanneer de ontvanger defect is, of de radiotransmissie niet werkt, wordt u hierover niet gewaarschuwd.
- bewegingsdetector: laat een serie pieptonen horen bij elke detectie, - afstandbediening: het lampje knippert telkens wanneer er op een knop gedrukt wordt, - badgetoetsenbord: het rode lampje knippert telkens wanneer u op een toets drukt, - toetsenbord scherm op afstand: het symbool batterij verschijnt, - zender: laat pieptonen horen bij elke keer dat de bewaking aan- of uitgezet wordt. Om de batterijen van de centrale, de zender of een sirene te vervangen moet de alarmcentrale in de onderhoudsstand staan.
De batterijen vervangen U kunt het product openen en er identieke nieuwe batterijen in doen (zelfde merk, zelfde fabricatiedatum) zolang u het aanbevolen type aanhoudt (zie hoofdstuk “Technische gegevens”). Sluit de behuizing an het product weer. Sluit de centrale als laatste.
Voorzorgsmaatregelen: - houd rekening met de +/- polariteit als u de batterij in het toestel plaatst, - gooi de batterijen niet weg (breng gebruikte batterijen vanuit het oogpunt van milieuvriendelijkheid, terug naar de winkel), - herlaad de batterij niet, - gebruik batterijen die helemaal identiek zijn aan degenen die bij uw toestel geleverd werden (Lithiumbatterijen) - vervang de batterijen minimaal 1 keer per 5 jaar wanneer u van netstroomvoeding gebruik maakt. U vindt deze batterijen in de winkel waar u uw apparaat heeft gekocht.
34
35
Onderhoud Onnodig alarmsignaal van het inbraakalarm veroorzaakt door een detector Bewegingsdetector • Controleer of er zich een verstorend element in het detectieveld bevindt (dier, ventilatiestroom, verwarming, tocht, open haard…) of binnenin de detector (insect) en verplaats anders de detector. Openingsdetector • Controleer of de afstand tussen de detector en de magneet niet te groot is. • wanneer de uitgang aan te grote trillingen onderhevig is: vervang de openingsdetector door een bewegingsdetector.
Afstandbedieningen Het lampje knippert telkens wanneer u op een toets drukt. • De batterij is leeg en moet vervangen worden. Het lampje knippert telkens wanneer u op een toets drukt, maar de centrale reageert niet. • Als de centrale in de stand ONDERHOUD staat (het lampje van de centrale knippert doorlopend), moet u de behuizing van alle onderdelen van het systeem sluiten en als laatste de klep van de centrale. • U bent te ver van de centrale verwijderd. • De afstandsbediening is niet gekoppeld aan de centrale.
De centrale
Het product doet helemaal niets
De centrale laat een serie pieptonen horen bij iedere druk op de ON of OFF knop van een bedieningsapparaat (afstandsbediening, toetsenbord...). Er heeft een alarmmelding plaatsgevonden in het systeem: • Wanneer er een storing van de systeembewaking van een product is, kan de bewaking niet aangezet worden zolang het probleem niet is opgelost. • Als er een uitgang geopend is kunt u de beveiliging toch aanzetten door binnen 10 sec nogmaals op ON te drukken. (geforceerd aanzetten)
U hoort geen signaal bij een detector, bij een zender of bij een sirene wanneer u op de test knop drukt. - Het lampje van de afstandsbediening gaat niet aan wanneer u op de OFF toets drukt. - Het lampje van het badgetoetsenbord gaat niet aan. • Controleer of de batterijen in de juiste richting geplaatst zijn en of ze niet leeg zijn. • Controleer de verdinding van het batterijblok (voor de buitensirene) • Controleer of het product volgens de aanbevelingen in de handleiding geplaatst is. • Controleer de radiotransmissie.
De centrale reageert niet of laat een serie pieptonen horen tijdens de test van een product. • Controleer of het product goed gesloten is en correct aan de muur is bevestigd. • Controleer de status van de batterijen van de centrale en vervang ze indien nodig. • Controleer of het product door de centrale herkend wordt. • Voer de test nogmaals uit, en benader het product vanuit de centrale. Als de centrale reageert is er een radiocommunicatieprobleem met de centrale. U moet de definitieve plaats van het product wijzigen. U heeft nieuwe batterijen geplaatst maar de melding batterijstoring blijft bestaan. • Het komt voor dat nieuwe batterijen moeten worden ‘opgestart’(1). Hiervoor moet u een detectietes doen onder normale gebruiksomstandigheden (laat het alarmsignaal van de centrale ongeveer 30 seconden afgaan). (1) : afhankelijk van de opslagomstandigheden (temperatuur, duur).
Op het GSM netwerk kunnen tijdelijke onderbrekingen voorkomen (bijv: werkzaamheden van detelecomaanbieder aan het netwerk). • Deze onderbrekingen worden door het alarm in het geheugen opgeslagen en als storing gemeld met pieptonen. Ze hebben geen invloed op het correct functioneren van het alarmsysteem omdat het GSM netwerk intussen weer werkt. Om zeker te zijn van het juist functioneren van het alarmsysteem kunt u een test uitvoeren door het alarm af te laten gaan. Met de procedure ‘wissen van storing’ van de afstandsbediening kunt u de storingsmelding wissen.
36
Andere problemen met een detector Wanneer u een beveiligde ruimte binnengaat, gaat het alarm direct af en u heeft geen tijd om een paneel te bereiken om de bewaking uit te zetten. • de detector of detectoren die de toegang tot het paneel beveiligen staan niet in de stand “uitgesteld alarm”. Bij iedere detectie (door een bewegingsmelder of wanneer een beveiligde uitgang geopend wordt) laat de detector een serie pieptonen horen(bij beweging) of knippert het lampje (opening).. • De batterijen moeten verwisseld worden. • U heeft op de test toets van de detector gedrukt. De pieptoon zal automatisch ophouden wanneer de test beëindigd is( ~15 minuten). Openingsdetector (het lampje brandt gedurende 1 seconde) • het magneetgedeelte is te ver weg, verplaats de kast of het magneetgedeelte om de afstand tussen de twee onderdelen te verkleinen.
37
Behandeling van elektrische en elektronische apparaten aan het eind van hun levensduur (van toepassing in de landen van de Europese Unie en in andere Europese landen die beschikken over een gescheiding afvalinzamelingssysteem).
Technische gegevens De zendcentrale DELTAL 2.10
Openingsdetector (ref. 6412226)
- De volgende voeding is mogelijk : - 9 Volt via een stroomadapter met een maximaal verbruik van 0,2A. - 230 V, klasse II geïsoleerd - 12 Volt via de blootliggende kabel met gemiddeld gebruik van 35mA, isolatieklasse III - met 4 alkalinebatterijen 1,5 Volt type LR14 (meegeleverd). 6 maanden autonomie zonder stroomtoevoer, isolatieklasse III - Radio alarm uitrusting - Zendbereik 200 tot 300 meter in open veld, afhankelijk van de aangesloten toestellen (het bereik kan variëren, afhankelijk van de plaatsingsomstandigheden en de elektromagnetische omgeving) - Radiofrequenties: 868 MHz, klasse I - Geluidsniveau op 1m: 92 dB,+/-2dB - Modem GSM 900-1800, SMS-Digitale stem - Bewaking op afstand (contact ID, EPS protocol) en interfonie - Automatische bescherming tegen opening en losrukken - Materiaal behuizing: ABS-PC - Afmetingen : 155 x 96 x 52,5 mm - Uitsluitend geschikt voor gebruik binnenshuis - Beschermingsindex : IP30 - Bedrijfs- en opslagtemperatuur: van 5°C tot +40°C - Gewicht (met batterijen): 550 gr.
- Voeding 1 lithium 3 Volts batterij type CR2032 (meegeleverd) - Autonomie van 2 jaar bij normaal gebruik - Radiofrequentie : 868 MHz, klasse I (EN 300 220 norm) - Zendbereik 200 tot 300 meter in open veld, afhankelijk van de aangesloten toestellen (het bereik kan variëren, afhankelijk van de plaatsingsomstandigheden en de elektromagnetische omgeving) - Radio alarm uitrusting - Vervuiling van de omgeving: normale vervuiling - Uitsluitend geschikt voor gebruik binnenshuis - Beschermingsindex : IP40, Klasse III isolatie - Bedrijfs- en opslagtemperatuur: -10°C tot +55°C - Afmetingen : 84 x 30 x 13 mm - Gewicht (met batterij) : 33 gr.
Afstandbediening met 4 toetsen (ref. 6413209) - Voeding: 1 lithium 3 Volts batterij type CR2032 (meegeleverd) - Autonomie van 4 jaar bij normaal gebruik - Radiofrequentie : 868 MHz, klasse I (EN 300 220 norm) - Zendbereik 200 tot 300 meter in open veld, afhankelijk van de aangesloten toestellen (het bereik kan variëren, afhankelijk van de plaatsingsomstandigheden en de elektromagnetische omgeving) - Radio alarm uitrusting - Beschermingsindex : IP40, Klasse III isolatie - Bedrijfs- en opslagtemperatuur: -10°C tot +55°C - Afmetingen : 37 x 74 x 14 mm - Gewicht (met batterij) : 23 gr.
38
Dit symbool, dat u teruguvindt op het product of op de verpakking, geeft aan dat dit product niet mag worden weggegooid met het huishoudelijk afval. Het moet worden afgegeven bij een hiervoor geschikt recyclingpunt voor elektrische en elektronische apparatuur: - bij uw verkooppunt wanneer u een nieuw, vergelijkbaar artikel aanschaft, - bij uw lokale inzamelingspunt (afvalinzameling, gescheiden afvalverwerking, enz...). Door de afval van dit product op de juiste manier te laten verwerken, helpt u bij de bescherming van het milieu en de volksgezondheid. Het recyclen van materialen helpt natuurlijke bronnen te beschermen. Voor meer informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met uw gemeente, uw afvalinzamelingspunt, of de winkel waar u het product heeft gekocht.
Bewegingsdetector (optioneel) (ref. 6412203) - Optisch bereik: 12 m - Horizontale dekkingshoek: Max. 90° - Voeding: 1 lithium 3,6V - 2,4 Ah (R6 - AA) batterij meegeleverd - Autonomie van 3 jaar bij normaal gebruik - Radiofrequentie : 868 MHz, klasse I (EN 300 220 norm) - Zendbereik 200 tot 300 meter in open veld, afhankelijk van de aangesloten toestellen (het bereik kan variëren, afhankelijk van de plaatsingsomstandigheden en de elektromagnetische omgeving) - Radio alarm uitrusting - Uitsluitend geschikt voor gebruik binnenshuis - Beschermingsindex : IP40, Klasse III isolatie - Bedrijfs- en opslagtemperatuur: -10°C tot +55°C - Afmetingen (B, H, D): 77 x 92 x 57 mm - Gewicht (met batterij) : 130 gr.
39