in deze VOC-MEDEDELINGEN o.a.
ICMS in de residentie Boxer project Nederland Paardenarts nieuwe stijl
Pathfinderpeloton 11 Lumblbrig Jaargang 73 - uitgave 332 nummer 3 - 2012
Gedenkteken te Lakemond
VIDEO-OBSERVATIE Video-observatie is niet meer weg te denken uit onze samenleving. Er is steeds meer behoefte aan video-observatie oplossingen zowel in tijdelijke als permanente situaties. Video-observatie als ondersteuning voor de handhaving van openbare orde en veiligheid. Heijmans heeft een aantal oplossingen, die uitermate geschikt zijn voor de inzet bij evenementen, openbare orde vraagstukken, en wegwerkzaamheden. Deze oplossingen zijn voornamelijk gebaseerd op draadloze video overdracht en zijn geschikt voor inbouw in voertuigen en motoren. Voor de Inframarkt heeft Heijmans een camera ontwikkeld die onder alle omstandigheden maximale prestaties kan leveren. De camera is een samenstelling van een professionele videocamera ondergebracht in een zeer hoogwaardige buitenbehuizing. Deze Infracamera is uitermate geschikt om toe te passen zowel als observatie camera (bv. bij spits of plusstroken) en als incident management camera. Deze oplossing leent zich ook uitstekend voor de observatie van bedrijventerreinen en binnensteden.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Anthony Elbers 06-54982293 Heijmans Communicatie & Beveiliging, Postbus 498, 5600 AL Eindhoven Kijk op www.heijmans.nl of bel 040 295 7100
High End Security: Voor de High End Security markt heeft Heijmans diverse Security oplossingen zoals een volledig stand Alone Thermische camera geschikt voor onder andere Defensie doeleinden. Deze totaaloplossing bestaat uit een bestuurbare thermische camera op een kantelbare mast van minimaal 6 meter en heeft een interne stroomvoorziening goed voor tenminste 25 dagen. De mast is ook voorzien van de laatste technische ontwikkelingen op het gebied van draadloze video overdracht. UMTS (Universal Mobile Telecommunications System) COFDM (Coded Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en Satelietverbindingen of een combinatie hiervan behoren tot de mogelijkheden. De video streams zijn encrypted zodat meekijken onmogelijk wordt gemaakt. Door deze verschillende technieken te combineren ontstaat een hightech Security oplossing die uitermate geschikt is voor de beveiliging van uitgestrekte gebieden en/of grote periferieën van risico-objecten.
Ereleden oud-res-lkol J. Moes, oud-res-maj E.J. Vinkhuyzen, oud-res-elnt ir. J.J. Heyse, bgen b.d. J.M.A. Thomas, lgen b.d. A.J.G.M. Blomjous, res-ritm jhr. ir. M.O.M. van der Goes.
Inhoudsopgave Blauw-witte artikelen zijn vaste rubrieken
Dagelijks bestuur genm b.d. jhr. J.H. de Jonge oud-res lkol mr. D. van Zuidam res-elnt drs. R.J. Groot res-elnt mr. C.D.J. Bijleveld ritm b.d. G.H. Snellen lkol b.d. D.G.G.M. Alexander ritm L.J.J. Reinders maj. b.d. N.H. Hoogsteder cad-sgt J. Okker lkol D.M. Brongers oudres-ritm drs. J.M.S. van
voorzitter vice-voorzitter secretaris penningmeester ledenadministratie bestuurslid bestuurslid bestuurslid toehoorder bestuur toehoorder bestuur toehoorder bestuur
Van de redactie
4
Van de voorzitter
5
Civiel Militaire Samenwerking in de residentie
7
Het project Boxer NL
11
50 jaar Nederlandse Cavalerie in duitsland
17
Paardenarts nieuwe stijl
23
Ontwikkelingen bij het Pathfinderpeloton
27
Inzet van het Pathfinderpeloton
29
Van het oude haar
35
Onthulling gedenkteken te Lakemond
37
onder vermelding van uw naam, rang en geboortejaar.
Mijn tijd bij de cavalerie
38
Redactie
Mededelingen
42
Overlijdensberichten
45
Manoeuvreborrel
46
Operatie Sprong Voorwaarts
47
Boekbespreking
48
In Memoriam
49
Regelmatig terugkerende bijeenkomsten
52
VOC-activiteitenkalender
53
Personeelsmutaties
54
Griethuysen
Secretariaat res-elnt drs. R.J. Groot, Graaf Florislaan 64, 1405 BW Bussum, T 06 - 53408840 - E
[email protected]
Ledenadministratie, aanmelding lidmaatschap ritm b.d. G.H.Th. Snellen, Acaciastraat 4, 4921 MA Made, E
[email protected], Rekeningnummer 159555 t.n.v. VOC te Bussum. De leden wordt verzocht aan dit adres opgave te doen van adreswijzigingen, benoemingen, bevorderingen, onderscheidingen, eervolle ontslagen enz. Inloggegevens voor het besloten (alleen leden) deel van de website kunnen alhier worden opgevraagd
kol S.M.M. van Hoof lkol D.M. Brongers lkol b.d. E. Westerhuis maj T.J.H.L.M. Van Rijckevorsel maj H. Plakke res-maj F. Koolhof tlnt H.C.J. van Vulpen
voorzitter redactie vice-voorzitter redactie eindredactie redactielid redactielid redactielid redactielid
hr. Dennis Boom
fotograaf
De redactie dringt er bij de scribenten op aan de kopij en bijbehorende foto’s elektronisch (min. 300 dpi) aan te leveren. Overname artikelen - met bronvermelding - is toegestaan.
Commerciële exploitatie Green Paper Association, Hr. J.J. Akkerman, Reijnier Vinkeleskade 14 B, 1071 SP Amsterdam, T 06 - 53 56 95 50 E
[email protected] Het adverteren door bedrijven in de VOC Mededelingen houdt niet in dat deze bedrijven automatisch de voorkeur hebben bij het verwerven van producten/diensten door het ministerie van Defensie.
Redactieadres lkol b.d. E. Westerhuis - Sprielderhout 36 - 3881 PT Putten T +31 341 266630 - E
[email protected] E
[email protected] - W www.voc-cavalerie.nl E
[email protected]
Vormgeving Druk Coverfoto Achterblad
Reinder Carton | DRUK Concept & Design Practicum - Soest - www.practicum.nl Pantserwielvoertuig Boxer Cavalerie Schiet Kamp Vlieland - 1986
Kopij voor het volgende nummer inzenden voor 1 november 2012
3
Van de Redactie
afscheid van de tankregimenten Terwijl de redactie de laatste hand legt aan dit nummer, maakt de cavalerie zich op voor de plechtige ceremonie op 16 september op het Lange Voorhout te ‘s-Gravenhage, waarbij het Regiment Huzaren van Sytzama en het Regiment Huzaren Prins van Oranje zullen worden ontbonden. Tijdens deze ceremonie zullen de standaarden worden opgelegd en de tradities van de tankregimenten in bewaring worden gegeven bij het Regiment Huzaren van Boreel. Een belangrijk hoofdstuk in de rijke geschiedenis van ons Wapen wordt hiermee afgesloten. In het volgende nummer zullen wij u verslag doen van deze plechtigheid. In deze uitgave daarom aandacht voor het Bureau Cere-
Deze gespecialiseerde verkenningseenheid is verant-
monieel en Protocol, verantwoordelijk voor de voorbe-
woordelijk voor het verkennen en voorbereiden van de
reiding en uitvoering van dit soort ceremoniële plechtig-
drop- of landingszones voor de luchtmobiele eenheden.
heden in de residentie en in onze hoofdstad. Maar terwijl
Bij de vaste rubrieken zijn o.m. de eerste successen te
de laatste twee tankregimenten worden ontbonden en
melden bij ‘Operatie Sprong Voorwaarts’, maar wordt
de Leopard-2 tanks onze krijgsmacht verlaten, stroomt er
er ook aandacht geschonken aan de schier onoplosbare
ook nieuw materieel in bij de Koninklijke Landmacht, zo-
problemen bij de knelpuntcategorieën. Majoor Niels
als het pantserrups gevechtsvoertuig de CV9035 NL voor
Roelen bespreekt het veelgeprezen boek ‘Task Force
de pantserinfanteriebataljons en het groot pantserwiel-
Uruzgan’, waarin vooral de operationele ervaringen
voertuig de Boxer. De projectofficier voor het Nederland-
van de subalterne officieren tijdens de recente missie
se deel van het Boxer project, luitenant-kolonel Herman
in Afghanistan centraal staan. Kortom, we denken ook
van den Tempel, geeft een overzicht van de stand van
dit keer weer een uitgebalanceerde uitgave met actuele
zaken bij de invoering van dit nieuwe voertuigtype.
informatie, nieuwe ontwikkelingen, geschiedenis, traditie
Verder het laatste deel in onze serie ‘Nederlandse Cava-
en verenigingsnieuws voor u te hebben samengesteld.
lerie in Duitsland 1961-2011’, waarin we ditmaal terugblikken op het wonen en werken in de Bondsrepubliek in de
Een blik vooruit. Op het moment dat u dit blad ter hand
vorige eeuw.
neemt, zijn er pelotons van de cavalerie verkenningseskadrons actief betrokken bij de anti-piraterij missie
Een bijzondere bijdrage in dit nummer is van de hand
voor de kust van Somalië, zijn uitgezonden voor een
van reserve kolonel dierenarts Bas Steltenpool. Hij infor-
term naar de West of nemen deel aan de oefening
meert onze lezers over de ‘paardenarts nieuwe stijl’ en de
‘Peregrine Sword’. Wij hopen u in het volgende nummer
rol van de moderne militaire dierenarts in een expeditio-
van de VOC Mededelingen deelgenoot te maken van
naire krijgsmacht. Van een collega verkenner bij de lucht-
hun afwisselende belevenissen.
mobiele brigade ten slotte, kapitein Igor de Fretes, een boeiend verslag over de inzet van het Pathfinderpeloton.
4
Wij wensen u veel leesplezier.
Draagvlak is het begrip waar het om draait, denken we. Het draagvlak in de maatschappij voor Defensie. Dat begrip voor de noodzaak dat we een sterke Defensie nodig hebben en dat daar feitelijk weinig discussie over is. Zoals de situatie was in de tijd van de Koude Oorlog, de tijd dat een groot deel van onze huidige leden dienden bij enig cavalerie-onderdeel.
Het departement Defensie hoefde niet te concurreren met, zeg maar, Volksgezondheid of Onderwijs. Neen, dat jaarlijks budget voor Defensie - lange tijd voldoende voor een acceptabele krijgsmacht - was min of meer onomstreden. Maar na de implosie van die grote dreiging in het oosten, nam die vanzelfsprekenheid snel af. Er werd geen direkte dreiging meer ervaren. ‘Terrorisme is ver van ons bed en stuurloze staten proberen te stabiliseren werkt toch niet in de praktijk...‘ Althans zo wordt het in onze maatschappij ervaren. En dus ontstond het grote graaien in de budgetten van Defensie. Het departement moest nu wèl concureren en verloor natuurlijk dramatisch die strijd.
‘Terrorisme is ver van ons bed en stuurloze staten proberen te stabiliseren werkt toch niet in de praktijk...‘
En natuurlijk moet de overheid zorgen voor een goede gezondheidszorg en een goede infrastructuur etc, maar is dat alles dan ongelimiteerd belangrijker dan het voorhanden hebben en ook kunnen inzetten van een adequate krijgsmacht? Kortom, wel sympathie voor die dappere jongens en meisjes die ingezet worden, maar geen draagvlak voor Defensie als instituut, binnen de maatschappij.
rochie te preken’? Zonder in ambtelijk jargon te vervallen? Vreemd eigenlijk dat wij binnen onze Vereniging niet veel meer spreken over dit thema. Want het is bij uitstek de reserve-officier die nu juist op die brug tussen Defensie en het bedrijfsleven staat. Die zelf ervaart hoe belangrijk het is om die economische motor draaiend te houden en zich als geen ander realiseert wat de rol van Defensie daarin moet zijn!
Wij hebben dus onvoldoende duidelijk kunnen maken dat die sterke Defensie nodig is voor het stabiliseren van landen die voor onze economie een grote afzetmarkt vormen. En voor het veilig stellen van de handelsroutes. Uiteindelijk een adequate Defensie voor het draaiend houden - en zelfs versterken - van onze economie. Maar wie vertelt dan die boodschap? Zonder het verwijt te krijgen ‘voor eigen pa-
Wellicht te laat om ‘het grote graaien’ volgend op de komende verkiezingen te voorkomen. Maar wellicht op tijd om vervolgens daarna die dodelijke neerwaartse spiraal te stoppen en om te buigen. Laten we binnen onze Vereniging creatief nadenken wat leden in deze meer kunnen betekenen.
5
Civiel Militaire Samenwerking in de Residentie Majoor Hein van Rijckevorsel Inleiding Nederland is een klein edoch hoogwaardig handelsland wat voor zijn welvaart in grote mate afhankelijk is van goede diplomatieke betrekkingen met zijn handelspartners. Buitenlandse regeringsfunctionarissen en hoogwaardigheidsbekleders worden met bepaalde egards en op ceremoniële manier in Nederland ontvangen met als doel respect te tonen voor het land wat vertegenwoordigd wordt, maar ook om de bezoeker in feite te imponeren (en in bepaalde mate ‘in de watten te leggen’). Daarnaast is Nederland een constitutionele monarchie met een uitgebreid protocol en daarbij gepaard gaande ceremonies. De krijgsmacht speelt in ceremonies van staat een belangrijke rol. Echter, bij ceremonies van staat spelen verschillende departementen en civiele instanties een rol met vaak eigen en soms tegenstrijdige belangen, waardoor het intensief samen werken als Krijgsmacht met deze instanties van wezenlijk belang is. In dit artikel wil ik u graag van enige achtergrond informatie voorzien waarom het militair ceremonieel op een bepaalde wijze is belegd en met welke instanties de krijgsmacht in deze intensief moet samenwerken. Ik beschrijf de geschiedenis van militair ceremonieel sinds het ontstaan van de monarchie, vervolgens hoe militair ceremonieel thans is georganiseerd en met wie en op welk niveau de krijgsmacht dient samen te werken om ceremonies tot volle bevrediging van de Staat der Nederlanden uit te voeren. Ik sluit af met onze plaats in de organisatie.
heden van de gouverneurs van de hoofdstad en de residentie vastgelegd. Deze gouverneurs legden zich volgens die beide KB’n met name toe op ceremoniële activiteiten. Vóór 1819 trad een gouverneur ook op namens de koning op het gebied van zijn persoonlijke veiligheid, de militaire justitie in zijn gebied en de handhaving van de discipline. De Provinciaal Militair Commandant trad vanaf 1840 op als gouverneur van de koning. De Gouverneur der Residentie en de Hoofdstad waren voor 1840 divisiecommandanten, commandanten Veldleger of militairen van de Landmacht van overeenkomstig niveau. Opmerkelijk was de overdracht van de Gouverneur der Residentie van de Territoriaal Militair Commandant naar de Commandant van de Koninklijke Marechaussee in 1949. Generaal-majoor Tans, toenmalig Commandant Nationaal Commando, wisselde van krijgsmachtdeel en werd Commandant van de Koninklijke Marechaussee. De nevenfunctie van Gouverneur der Residentie heeft hij meegenomen, zo lijkt het. Generaal-majoor Tans is als Commandant van de Koninklijke Marechaussee nooit bij KB benoemd tot Gouverneur van de Residentie. Wel in 1947 toen hij nog Nationaal Territoriaal Bevelhebber was. In deze functie is hij Gouverneur der Residentie geweest. Hiermee geef ik aan dat de rol van Gouverneur verbonden is aan een functie en niet aan een persoon. Leden uit de staf van de gouverneur (voor wie ceremoniële activiteiten een neventaak betrof) werden belast met het plannen en coördineren van militair ceremonieel. Vreemd genoeg liet generaal-majoor Tans in 1949 de planning, coördinatie en begeleiding van de uitvoering bij het Territoriale instrument, Het Garnizoen Den Haag/Amsterdam, later de Provinciaal Militair Commandant, afgelopen jaren het Regionaal Militair Commando-West, nu ondergebracht bij de 11e Luchtmobiele Brigade. Feit is wel dat de staf van de Marechaussee in 1949 niet was toegerust op het plannen, coördineren en uitvoeren van militaire ceremoniële activiteiten. De staf van de Commandant van de Koninklijke Marechaussee/Gouverneur der Residentie in 1949 bestond uit ongeveer achttien militairen. De onder de Commandant van de Marechaussee ressorterende Brigades en Marechaussee bataljons waren autonoom met alle bevoegdheden die daarbij hoorden. Vastgesteld kan worden dat Provinciaal Militair Commandanten, de Garnizoenen Amsterdam en Den Haag namens de Gouverneur van de Hoofdstad of der Residentie werden belast met al het militair ceremonieel. De respectievelijke gouverneur vervult in koninklijke en in militaire zin een louter ceremoniële/administratieve rol.
Organisatie en historie Al enkele eeuwen zijn ceremonieel en de monarchie met elkaar verbonden. Staatsrechtelijke documenten dateren al van voor 1813. Voor de krijgsmacht interessante publicaties die dit beschrijven dateren van 1819 en in 1891 (deze nog specifieker met een ceremoniële inhoud). In deze twee Koninklijke Besluiten (KB) zijn de taken en verantwoordelijk-
7
De organisatie van het Militair Ceremonieel hoe is het nu geregeld? Op dit moment is de operationele situatie van 1949 weinig anders. De voormalig commandant RMC-West treedt op als plaatsvervangend gouverneur voor zowel de Hoofdstad en de Residentie. De administratieve verantwoordelijkheid van de gouverneur zelf is dezelfde gebleven; zoals in de afgelopen eeuw. Ceremoniële deeltaken zijn wel ondergebracht bij het bureau ceremonieel. Ceremoniële activiteiten van enig formaat zijn door de Commandant der Strijdkrachten (CDS) voor de gehele krijgsmacht ondergebracht bij het Bureau Ceremonieel 11e Luchtmobiele Brigade, direct verantwoording afleggend aan de plaatsvervangend Commandant 11e Luchtmobiele Brigade (11 LMB), tevens Regionaal Militair Commandant (voorheen RMC-West) en Plaatsvervangend Gouverneur der Residentie. Intermediair daarvoor is namens hem de Protocolofficier bij de CDS. Het bureau ceremonieel plant, bereidt voor, coördineert en leidt al het militair ceremonieel voor het Koninklijk Huis, Minister-president en Ministers van de Staat der Nederlanden. Ook de Commandant der Strijdkrachten, en via hem de Commandanten Operationele Commando’s doen een beroep op de capaciteiten van het bureau ceremonieel. In de meeste gevallen geschiedt het militair ceremonieel voor het Koninklijk Huis in Den Haag (de Residentie) of in Amsterdam (de Hoofdstad). De Gouverneur ontvangt dan ook zijn verzoeken en instructies van de Koning, lees de Chef van het Militaire Huis van Hare Majesteit de Koningin. In alle ‘niet Koninklijke’ gevallen verloopt e.e.a. door tussenkomst van de CDS. Alle ceremoniële activiteiten geschieden volledig buiten de overige leden staf 11 Luchtmobiele Brigade om. Er zijn echter een aantal activiteiten te beschrijven waarbij functionarissen van buiten het bureau ceremonieel een rol spelen in de planning, coördinatie en uitvoering. Gezien het feit dat nagenoeg al het militair ceremonieel zich in Den Haag en Amsterdam afspeelt, is het verstandig het militair ceremonieel en alle voorwaardenscheppende elementen én gerelateerde opdrachtgevers die daarbij horen fysiek in Den Haag te laten. Prinsjesdag, CP 100 en andere grote ceremoniën van Staat (Koninklijke huwelijken en inhuldigingen) leggen beslag op een door het bureau ceremonieel aangestuurde projectorganisatie. Ik heb het hierbij over operaties waarbij tussen de 2.000 en 10.000 militairen tegelijkertijd worden ingezet. Deze operaties kennen een aantal faseringen.
Planningsfase Projectleiding en projectmanagement is ongeacht de opdrachtgever (CDS of Gouverneur) namens de Regionaal Commandant (plv C-11 LMB) toevertrouwd aan het bureau ceremonieel 11 LMB. Op aangeven van bureau Ceremonieel verricht de projectorganisatie behorend bij het evenement voorwaardenscheppende werkzaamheden om het militair ceremonieel in goede banen te leiden. Deze projectorganisatie verschilt per evenement van grootte en bestaat veelal uit personeel van NATOPS (Nationale Operaties) 11 LMB,
8
de Officieren Veiligheids Regio (OVR), hun reserve personeel aangevuld met personeel van 20 en 50 NatRes bataljon. De invulling varieert van begroten van middelen tot het sluiten van overeenkomsten/contracten met al dan niet civiele contractanten. In de bevelvoering van grote militaire ceremoniële operaties is een congruentie gezocht met de wijze waarop het Command & Control concept CP-100 is vormgegeven. OVR’n en hun reservisten hebben overigens een uitvoerende verantwoordelijkheid als Regelingsofficier met een deeltaak in het militair ceremonieel. Betrokkenheid in de planningsfase wordt daardoor nagestreefd. De Regelingsofficier voert zijn eigen plannen uit, of dit nu een financiële materiële of organisatorische verantwoordelijkheid is.
In deze fase van planning werkt het bureau ceremonieel samen met alle betrokken organisaties die een rol spelen in de totstandkoming van de ceremoniële activiteit. Organisaties als Provincies, Gemeentes, Waterschappen, Rijkswaterstaat, Politiekorpsen, de NOS, Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging (DKDB), Rijksvoorlichtingsdienst, Kabinetten van de verschillende Ministeries, GHOR organisaties, vliegvelden (Schiphol, Rotterdam airport) en vervoersbedrijven, cateraars en locatiemanagers (bijv. van ADO stadion en stadion de Kuip) maken deel uit van integrale planningteams die grote ceremoniële evenementen gezamenlijk dienen te stroomlijnen. Het niveau van functionarissen/ambtenaren waarmee het bureau ceremonieel in de regel samenwerkt varieert van vergelijkbaar schaal 8 tot schaal 18 BBAD. Wanneer een bepaalde gemeente wordt aangemerkt als locatie voor een ceremonie van Staat in opdracht van Hare Majesteit de Koningin dan neemt het bureau ceremonieel contact op met deze gemeente. Via de Dienst Koninklijk Huis en de Commissaris van de Koningin van de provincie waarin deze gemeente valt, krijgen wij een contactpersoon aangewezen om te gaan praten over de uitvoering van de ceremonie. Wij adviseren de gemeente een ‘dienstenoverleg’ te organiseren waarin wij alle actoren informeren over de te houden ceremonie. Ons script met daarin het te voeren protocol is meestal richtinggevend daarin. De lokale hulpdiensten, politie en beveiliging schrijven op ons script hun eigen plan van aanpak om samen tot een goede uitvoering van de ceremonie te komen. Vervolgens gaan we gezamenlijk verkennen op de uitvoeringslocaties en, met name sinds de sluiting van diverse lokale defensie-
complexen, op zoek naar een logistieke uitvalsbasis. Een goed voorbeeld hiervan is het onlangs gehouden staatsbezoek van de President van Turkije aan Nederland (17/18/19 april 2012). Het afscheidsceremonieel werd gehouden in Maastricht, de hoofdstad van de provincie Limburg. Via het kabinet van de commissaris van de Koningin (in Limburg het ‘Gouvernement’ van de provincie) kregen wij een contactpersoon bij zowel de gemeente als de provincie die met ons op zoek zijn gegaan naar een geschikte logistieke locatie vlakbij waar de ceremonie uiteindelijk gehouden werd (de Markt in Maastricht). Uiteindelijk hebben wij als bureau een lokale feestzaal/buurtkroeg net buiten de stad gehuurd om alle militairen op te vangen, te voeden en in ceremonieel tenue te kleden voor de ceremonie. Ondersteund door de Koninklijke Marechaussee is de stoet vervolgens naar een uitstijglocatie geëscorteerd langs de Maas waarna de militaire stoet dwars door de binnenstad naar de Markt is gemarcheerd. Maximale exposure voor defensie, duizenden mensen langs de route en op de markt (natuurlijk hopende een glimp van ons Staatshoofd te mogen opvangen). De meeste ceremonies vinden plaats in de residentie (Den Haag) en de hoofdstad (Amsterdam). Met de sluiting van defensie locaties in Den Haag gebruiken we bijvoorbeeld het Kyocera (ADO)-stadion als logistieke uitvalsbasis voor Prinsjesdag. Meer dan 2000 militairen verzamelen in het stadion om vanuit daar, omgekleed en gevoed, naar de diverse inzetlocaties in de stad te worden gebracht. Dit betekent met het bureau contacten leggen met commerciële organisaties om uiteindelijk een verwerver van defensie een locatie als het ADO-stadion te laten contracteren. Namens de Gouverneur van de Hoofdstad treedt het hoofd van het bureau ceremonieel ook op als zijn Liaison in de Hoofdstad. De contacten met eerder genoemde organisaties, maar vooral het Corps Consulaire is door de Gouverneur hiermee toegankelijk gemaakt. Onderhoud van bestuurlijk netwerk van en voor de Gouverneur van de Hoofdstad is hiermee mogelijk gemaakt.
Uitvoeringsfase In deze fase wordt het militair ceremonieel zodanig verdeeld dat e.e.a. centraal maar fysiek fors gedislokeerd wordt uitgevoerd. Alles is in beheersbare elementen verdeeld, een ieder is bekend met de opdracht en het oogmerk van de Regionaal Militair Commandant, ongeacht of hij spreekt als plv. Gouverneur of Algemeen Regelingsofficier CP-100. De ceremoniële operatie worden gemonitord en aangestuurd vanuit een coördinatiecentrum. Dit centrum onderhoudt verbinding met elke regelingsofficier met een deeltaak in het grote geheel van de ceremonie. Omdat de planningsfase en de uitvoeringsfase door hetzelfde personeel gebeurt en deel uitmaakt van dezelfde lijnorganisatie, is de aansturing van alle processen goed uitvoerbaar en kan continuïteit worden gegarandeerd. De projectorganisatie is plat, de lijnen zijn (zowel formeel als fysiek) kort. Die zaken die extern van buiten 11 LMB worden aangeleverd betreffen uitvoerende troepen (in alle rangen en standen en van alle krijgsmachtdelen) en zaken die civiel moeten worden verworven. Door het operationele niveau van het bureau
beschikt de Gouverneur dan wel de CDS over een escalatiebuffer, en dat kan handig zijn om bestuurlijk pressie op te hogen bij de doorlopende conflicterende belangen met alle niet militaire organisaties waarmee wordt gewerkt.
Evaluatiefase Deel uitmakend van een eenheid die is georiënteerd op West-Nederland met relatief grote ceremoniële organisatorische ervaring over de gehele linie van de staf, heeft het militair ceremonieel gebracht op het hoge niveau waarop het zich nu bevindt. Doordat het gehele jaar wordt samengewerkt is de kwaliteit van het product ceremonieel door doorlopende evaluatie van alle reguliere processen op het eerder genoemde niveau. Ceremoniële operationele taken - de plaats in de organisatie Het bureau ceremonieel is een operationeel instrument waarin operationele processen zich afspelen, echter op strategische niveau. In feite bedient het bureau ceremonieel de hoogste autoriteiten in Nederland. Door de operationele ervaring is het personeel in staat om de ‘ceremoniële spelregels’ vastgelegd in uiteenlopende defensiepublicaties, te vertalen voor alle niveaus. Personeel van het bureau heeft zitting in overlegfora op bijna alle niveaus, zowel binnen als buiten de krijgsmacht. In overleg met de (kabinetten van) Bevelhebbers van de krijgsmachtdelen worden eenduidige afspraken gemaakt over te voeren militair ceremonieel. De CDS speelt in dit kader een overkoepelende rol. Ook wordt nauw en frequent samengewerkt met de Dienst van het Koninklijk Huis, in casu de Chef van het Militaire Huis van de Koningin en op projectbasis zijn adjudanten, de Ceremoniemeester en de Stalmeester van de Koningin. Over de bestuurlijke gremia (extern de Krijgsmacht) verwijs ik naar de vorige paragraaf.
9
V O LT O O I D E M ISS I E Waar en wat de missie ook is, Rheinmetall MAN Military Vehicles levert een breed scala gepantserde en ongepantserde transport-, commandoen specifieke voertuigen ten behoeve van internationale krijgsmachten. Voertuigen, die zich tijdens talrijke missies hebben bewezen en die doorlopend worden geoptimaliseerd om aan de actuele militaire eisen te voldoen.
www.rheinmetall-defence.nl M I L I TA RY V E H I C L E S
Het Project Boxer NL Luitenant-kolonel Herman van den Tempel - Hoofd Bureau Boxer Het Boxer project, ofwel ‘Project Groot Pantserwielvoertuig (PWV)’, maakt deel uit van het overkoepelende project ‘Vervanging Pantservoertuigen’ en wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de Defensie Materieel Organisatie (DMO). Het project betreft de ontwikkeling van prototypen van een rijmodule en landgebonden missiemodule en de daarop volgende serieproductie voor Nederland en Duitsland. De ontwikkeling van de Boxer is een bilateraal samenwerkingsverband met Duitsland.
Project Dit project is gestart om circa 1600 stuks M577 en YPR 765 voertuigen te vervangen. In de ‘Studie Actualisering Operationele Behoefte Vervanging Pantservoertuigen’ werd de behoefte verbijzonderd naar drie types: een klein PWV (Fennek), een groot PWV (Boxer) en een infanteriegevechtsvoertuig (IGV). De realisatie van de Fennek AD/MRAT en het infanteriegevechtsvoertuig (CV9035NL) zijn gestart in de periode 2003-2004. De aanschaf van het PWV vormt in Nederland het derde element in het overkoepelende project ‘Vervanging Pantservoertuigen’. Het PWV is bestemd voor het vervangen van een deel van de YPRvoertuigen voor de ondersteunende taken en het M577-voertuig voor commandovoering. Het betreft taken bij gevechts- en gevechtssteuneenheden op het gebied van commandovoering, gewondentransport, vrachtvervoer en genie. Het PWV wordt ingedeeld bij eenheden die in voorste lijn of direct daarachter optreden, doch doctrinair geen duelsituatie aangaan met vijandelijke voertuigen. Zij treden op achter de infanteriegevechtsvoertuigen. Het PWV heeft, gezien de voorkomende taken, behoefte aan een relatief groot laadvolume/laadgewicht, een goede ballistische bescherming en een hoge mobiliteit.
Kwantitatieve behoefte De totale behoefte aan PWV’n was oorspronkelijk berekend op 384 stuks, inbegrepen 25 mortiertrekkende voer-
tuigen. De PHz 2000 verving de getrokken mortieren 120 mm bij de pantserinfanterie, zodat er geen behoefte meer was aan mortiertrekkers. Het aantal werd hierdoor teruggebracht naar 359 voertuigen. Vervolgens heeft de studie ‘Parate KL’ aanzien-lijke consequenties gehad. Op basis van deze studie werd in tweede instantie de behoefte van 359 bijgesteld naar 257 voertuigen. Als gevolg van de budgettaire beperkingen was destijds voor 200 voertuigen kasgeld (gepland in het Defensie Investeringsplan), terwijl de overige 57 stuks als planalternatief werden genoemd. Tijdens de besluitvorming over de voortzetting van het PWV-project is begin 2006 besloten dat slechts 200 Boxer voertuigen worden verworven. De behoefte voor de overige 57 voertuigen zou op alternatieve wijze, in andere projecten worden geadresseerd. Hierbij bestaan relaties met studies zoals de ‘commandopost van de toekomst’ en het project ‘vervanging wielvoertuigen’. Als gevolg van dit besluit is de samenstelling van de te verwerven 200 voertuigen gewijzigd, waarbij het geplande genievoertuig is opgenomen. Gelijktijdig is besloten om de Battle Damage Repair (BDR)-functionaliteit te combineren met de bergingstaak, zodat het BDRvoertuig kon vervallen. Ten slotte zou een aantal vrachtvoertuigen worden voorzien van extra mogelijkheden op het gebied van commandovoering (Vracht-C2).
Specificaties Boxer NL Afmeting & gewicht Lengte Breedte Hoogte Totaal gewicht
7930 mm 3000 mm 2400 mm* 35500 kg (max.)
* Afhankelijk van Mission-module
Prestaties Klimvermogen Dwarshelling Opstapvermogen Waden Draaicirkel Max. snelheid
60% 30% 80 cm 1,5 m 13 m 103 km/u*
* Begrenst op 80 km/u
Technische informatie Motor Koppel Versnellingbak Aandrijving Actieradius Bemanning
diesel, 539 kW 2700 Nm bij 1450 U/min 7-traps automaat permanente 8-wiel aandrijving (8x8) 1050 km (verharde weg) max. 9 personen
11
Generieke eisen De Boxer is een wielvoertuig met capaciteiten die bij andere, tot nu toe op de markt verkrijgbare, gepantserde wielvoertuigen niet in die combinatie aanwezig zijn. Het betreft vooral de bescherming in combinatie met de mobiliteit en het laadvermogen. Alle capaciteiten, gebaseerd op de geformuleerde operationele eisen, zijn hieronder weergegeven. • Bescherming De aan de Boxer gestelde eisen op het gebied van bescherming zijn hoog. Het betreft bescherming tegen 14.5 mm munitie rondom, bescherming tegen 30 mm munitie frontaal, bescherming tegen scherven en submunities (bomblets) van artillerie-projectielen en een hoge mijnbescherming. Frontaal beschermt het voertuig tegen de Panzerfaust, een anti-tank-wapen vergelijkbaar met de RPG-7.
gevecht niet gevoerd). De mobiliteit dient daarom hoog te zijn. Als strategische mobiliteitseis geldt dat de voertuigen moeten kunnen worden vervoerd per schip, trein, dieplader. • Capaciteit/payload De Boxers dienen gezien hun taak vooral te voorzien in een groot intern volume en een groot laadvermogen. Dit is niet afhankelijk van de soort operatie.
Specifieke eisen • Commandovoeringvoertuig. De inrichting van deze Boxer CP voor commandovoering, biedt ruimte aan vier BMS-werkstations die in een netwerk zijn gekoppeld aan bij de KL gevoerde verbinding- en commandovoeringsystemen (zoals BMS en Titaan) en het elektronische managementsysteem van het voertuig.
• Vuurkracht De bewapening van de Boxer is gericht op zelfbescherming. Alle Boxers (m.u.v. het voertuig voor gewondentransport) beschikken over een eenvoudig en snel te bedienen Remote Controlled Weapon System (RCWS), dat direct gericht vuur kan afgeven, ook als het voertuig rijdt. De bemanning kan het wapen onder pantser bedienen. In geval van nood (uitvallen elektrisch systeem) is het wapen ook mechanisch te bedienen, maar dan boven pantser.
• Gewondentransportvoertuig Het voertuig voor gewondentransport, de Boxer Ambulance, biedt de mogelijkheid om liggen de en/of zittende gewonden te vervoeren.
• Mobiliteit De Boxer moeten de gevechtseenheden kunnen volgen. De mobiliteitseisen hoeven echter niet gelijk te zijn met die van gevechtsvoertuigen (met de Boxer wordt immers het
• Genievoertuig Het geniegroepsvoertuig, de Boxer Gngp, dient naast ruimte voor de bemanning, vol-doende beladingmogelijkheden te bieden voor de specifieke uitrustingsstukken van de genie.
De bescherming van de Boxer
12
• Vrachtvoertuig Het vrachtvoertuig, de Boxer Cargo is ingericht voor het transport van artikelen. Het voertuig beschikt over een specifieke laadvloer en voldoende sjormogelijkheden.
De Vracht-C2 versie (Boxer Cargo C2) was naast de voornoemde vrachtmogelijkheid, tevens voorzien van een werkstation voor het beoogde BMS, gekoppeld aan de voorziene verbindings- en commandovoeringsystemen. De Boxer Cargo C2 zou de commandovoering van de team-commandant moeten ondersteunen. Met de recente bezuinigingsingreep, is afgezien van de ontwikkelingskosten van dit type en daarmee van de Boxer cargo C2. Op teamniveau zal de Boxer CP met 1 BMS-werkstation worden ingevoerd. Het project omvat naast de verwerving en invoering van 200 voertuigsystemen ook de verwerving van de daarbij benodigde initiële logistieke ondersteuning: documentatie tot en met het 3e onderhoudsniveau, speciaal gereedschap en testapparatuur (ST&TE), initiële reservedelen voor de eerste drie jaar, opleidingsmiddelen voor de interne opleidingen, training van de kerninstructeurs door de leverancier en acht Driver Training Vehicles (DTV) ten behoeve van de rijopleiding.
Het Boxer Module Systeem Boxer-voertuigsysteem De Boxer is opgebouwd uit een rijmodule, waarop een afneembare missiemodule wordt geplaatst. De rijmodule is een compleet voertuig, waarin ook de basisvoorzieningen, zoals de klimaatinstallatie (koeling/verwarming) is opgenomen. Bij de invoering van de Boxer zal de rijmodule nagenoeg gelijk zijn met de Duitse rijmodules, waardoor een vorm van standaardisatie is bereikt. In de missiemodule zijn voorzieningen opgenomen, waarmee de voertuigbemanning de opgedragen taken uitvoert. Hierbij kan worden gedacht aan het boordwapen-
Projectorganisatie Boxer en het Chemical Biologic Radiation & Nuclear (CBRN)-systeem. Daarnaast zullen specifieke voorzieningen worden aangebracht voor goede werkomstandigheden van de bemanning, de belading van uitrusting en een optimale commandovoering. Als gevolg van de eisen op het gebied van bescherming en laadgewicht, is het gewicht van het voertuig op 36.500 kg gekomen. Met het oog op dit gewicht en de eisen op het gebied van mobiliteit is een aandrijflijn opgenomen met een vermogen van circa 550 kW en is de actieradius circa 1000 km. De eisen op het gebied van het laadvolume en bescherming hebben geleid tot een voertuig met forse afmetingen met een draaicirkel van circa 13 meter. Ondanks deze capaciteiten geeft het voertuig relatief goede ergonomische omstandigheden (geluid, trillingen). Door de combinatie van bovenstaande eigenschappen is het voertuig uitstekend geschikt voor zijn taken en biedt dit voertuig de bemanning een zeer goede bescherming tegen landmijnen en IED’s.
Projectorganisatie De realisatie van de Boxer is een gedeelde verantwoordelijkheid. Het management voor de realisatie van het bilaterale contract is in handen gegeven van OCCAR in Bonn. De totale kosten van de divisie Boxer binnen OCCAR worden in gelijke mate door Nederland en Duitsland betaald. Door de ondertekening van
het Memorandum Of Understanding hebben de landen zich verplicht om ondersteuning aan OCCAR te leveren op het gebied van techniek, logistiek en beproevingen. Op het gebied van techniek kan worden gedacht aan (tussentijdse) beoordelingen van het ontwerp, vooral de inrichtingen van de nationale versies. In het kader van de integrale logistieke ondersteuning dient te worden bewaakt dat het consortium voldoende rekening houdt met de nationale behoeften. Veel beproevingen worden uitgevoerd door de beproevingsinstanties van de deelnemende landen. Om invulling te kunnen geven aan deze verplichtingen, is een nationale projectorganisatie ingericht, die bestaat uit de werkgroepen ‘Opleiding & Training’, ‘Beproevingen’, ‘Voorbereiding Productie’ (techniek) en ‘Voorbereiding Instandhouding’ (logistiek). De aansturing van de werkgroepen en de coördinatie van de Nederlandse bijdrage aan OCCAR is een verantwoordelijkheid van het nationale projectteam, dat wordt geleid door een projectleider van de DMO. De leveranciers hebben zich bij de start van het project verenigd in het samenwerkingsverband ARTEC, bestaande uit Kraus-Maffei Wegmann GmbH (KMW), Rheinmethall Landsysteme GmbH (RLS) en toentertijd Stork Pantser Wiel Voertuig BV (SPWV). In 2008 is STORK PWV overgenomen door RLS, dat tegenwoordig Rhein-
13
Bovenzijde van de Boxer metall Mann Military Vehicles (RMMV) heet. Gedurende het ontwikkel- en beproevingproces is er behoefte aan ondersteuning door TNO of een ander instituut om voor die gebieden waar Defensie onvoldoende expertise in huis heeft, de juiste belangenafweging of keuzes te kunnen maken.
BOI Boxer Vanuit Staf OTCO is het Bureau Ondersteuning Invoer (BOI) Boxer opgericht. Het BOI Boxer is het gebruikers beproevings – en realisatievoorbereidingsteam. Het ondersteunt en voert de (gebruikers) beproevingen uit. Daarnaast schept het de randvoorwaarden voor de invoering (inbegrepen advies en assistentie) van het voertuig, begeleidt het opleidingstraject en draagt zorg voor het beschikbaar stellen/houden van kennis over het Boxer-voertuig. BOI Boxer ondersteunt de project-officier Boxer van staf CLAS in de voorbereiding, coördinatie, realisatie en evaluatie bij personele en materiële aspecten van de instroming van de Boxer bij het CLAS. In voorkomend geval neemt BOI Boxer deel aan of vertegenwoordigt CLAS bij besprekingen met industrie en DMO. Op dit moment is het BOI Boxer betrokken bij de ontwikkeling van de diverse modellen. Om die reden is het fysiek ondergebracht bij het Kenniscentrum Grondgebonden Manoeuvre (KCGM) van het Opleidings- en Trainings Centrum Manoeuvre (OTCMan). Ontwerpvraagstukken en -problemen kunnen direct besproken worden, wat een optimale configuratie oplevert voor de eindgebruiker. BOI Boxer bewaakt daarbij de ergonomische eisen en belangen (waarvoor TNO wordt ingeschakeld), maar vooral de operationele- en veiligheidsbelangen. Op deze gebieden is met het KCGM continu contact en overleg, zodat de opgedane operationele kennis optimaal in de Boxer wordt geïmplementeerd.
Algemene beschrijving Elke Boxer (m.u.v. de Boxer Cargo) heeft een bemanning van drie personen : een commandant, een bestuurder en een schutter. Naast deze vaste bemanning kan een specifiek
14
type Boxer een extra aantal personen meenemen. De bestuurder zit in de rijmodule, die standaard is voorzien van een draadsnijder. De commandant zit links in het voorste deel van de missie-module, die de cockpit wordt genoemd. De schutter zit rechts in de cockpit. Beide functionarissen hebben de beschikking over een luik. Achter de cockpit bevindt zich de werk- of laadruimte.
Remote Controlled Weapon System
M.u.v. de Boxer Cargo, heeft elke commandant een eigen, handbediende nachtzichtkijker (warmtebeeld), het zgn Commanders Image System. Dit zichtmiddel is bijna 360° draaibaar maar heeft een vaste verticale hoekstand. Elke Boxer heeft een zeer grote bescherming tegen mijnen IED-explosies. Het interieur is nergens op de bodem bevestigd. M.u.v. de Boxer Ambulance, is elk type uitgerust met de ‘Protector’, een Remote Controlled Weapon System (RCWS) voorzien van een 12,7 mm mitrailleur met een munitievoorraad aan het wapen van 200 schoten. De schutter bedient het gehele systeem onderluiks (m.u.v. bij-, her-, ontladen). Voor de bediening van het RCWS en gebruikt hij een Fire Control Unit, die voor de schutter geschoven kan worden. Het wapensysteem heeft een viertal afvuurmodi variërend van enkel schot tot automatisch. Direct achter het wapenstation is een klein luik geplaatst, dat de mogelijkheid biedt om naar buiten te komen indien noodbediening van het RCWS verlangt wordt, de munitie op te voeren en als ontsnapping in noodgevallen. De Boxer-familie is uitgerust met een rek, aangebracht aan de achterzijde van het voertuig, waarop belading kan worden meegevoerd. Dit rek
Boxer CP - interieur verschilt per versie en is geconfigureerd naar de taak van het voertuig. Bij de commandant is een bedien- en afleeseenheid geplaatst waarop hij continu de voertuigstatus kan aflezen en aanpassen. Zo kan de commandant o.a. de verlichting, achterklep, airco- of CBRN-installatie bedienen.
Specifieke beschrijving Boxer Command Post (CP) Van de Boxer CP zullen in totaal 60 modellen in verschillende versie gebouwd gaan worden. Het voertuig stroomt in bij de brigade-, bataljons- en compagniesstaf. De Boxer CP heeft voor drie staffunctionarissen (Functional Operator of FO) een volwaardige werkplek. Op deze werkplek kunnen de FO’s vanaf een opklapbaar en uitschuifbaar bureaublad, het beeld van hun laptops (ISIS/Titaan of BMS) op een van de twee verschuifbare, grote schermen produceren. Een vierde FO kan vanaf de gedraaide commandantenstoel, deelnemen aan het stafproces. Een vijfde stoel, direct bij de achterklep, is bedoeld om een extra staffunctionaris (bv BC, PBC) te betrekken in het proces. Deze plek heeft geen mogelijkheid voor een laptop-aansluiting. Aan de achterzijde van de Boxer CP is een tentrek waaraan een tent kan worden bevestigd. Deze tent is vanuit de positie op het dak in tien minuten opgezet. Door het systeem van luchtkamers, is hij licht en in voorkomend geval makkelijk te verzetten. De tent is middels een verloopstuk koppelbaar met de CV-90 Co. Doordat elke tent ook voorzien is van een koppelstuk voor een andere Boxer-tent, zijn veel koppelbare tentcombinaties mogelijk. Momenteel is voorzien dat de Boxers CP in de brigadestaf de M577 zullen gaan vervangen (vijf per brigade). Binnen de bataljonsstaven zullen de secties 2 en 3 elk een Boxer krijgen. Op compagniesniveau komt er een Boxer CP voor de CSM. Op deze Boxer CP zal één volwaardig BMS-werkstation ingebouwd zijn met een groot scherm. Verder zal de Boxer CP instromen bij de brigade verkennings eskadrons (elk twee), op afdelings-, bataljons- en pelotonsniveau bij de afdeling veldartillerie (totaal 13) en als laatste worden de geniebataljons voorzien van de Boxer CP op bataljons- en compagniesniveau (in totaal vier per bat).
15
wonden te vervoeren. De complete bemanning bestaat uit drie personen. In de missiemodule is een stretchersysteem ingebouwd. Met de elektrische installatie kunnen liggende gewonden in het voertuig worden gebracht. Een hoeveelheid medische hulpmiddelen aan boord, staat het beperkt uitvoeren van medische handelingen toe. Momenteel is voorzien nagenoeg alle Boxers AMB te clusteren bij de brigadegeneeskundige compagnieën. De beide BVEs zullen gezien hun taak, elk twee Boxers AMBs krijgen.
Boxer Cargo Boxer Cargo De Boxer Cargo is de vervanger van de YPR-vracht. In dit model van de Boxer is er in de cockpit slechts plaats voor één gecombineerde functionaris, de commandant/schutter. Met de bestuurder komt de bemanning daarmee op twee personen. De Cargo beschikt over een laadruimte waarin een laadvolume past van twee NATO-pallets (drie randen hoog). In de laadruimte is plaats voor maximaal 2,5 ton vracht, die handmatig in de laadruimte ‘gestowed’ moet worden. De bemanning wordt bij een mijn-of IED blast voor (delen van) deze lading beschermt door een scheidingswand, direct achter de commandant/schutter. De vracht zelf wordt op de plek gezekerd door een net. Bij geen enkele Boxer is de inbouw rechtstreeks op de vloer bevestigd. Om dit voor de vracht te voorkomen is een speciale laadvloer aangebracht, steunend op de zijkanten met een bepaalde ruimte tussen laadvloer en bodemplaat. Momenteel is de Boxer Cargo voorzien in de distributiegroep van de infanteriecompagnieën en voor de OPC van de pantsergeniepelotons.
Boxer Ambulance (AMB) De Boxer AMB is een zgn ‘High Hull’. Door het extra verhoogde dak, is de AMVer in staat, om in staande houding de bovenste liggende patiënt observeren. Het voertuig kan plaats bieden aan drie liggende gewonden of zeven zittende gewonden. Daarnaast is het ook mogelijk een combinatie te maken van maximaal twee liggende en drie zittende ge-
Concepttekening Boxer Geniegroep Boxer Geniegroep (Gngp) Van de Boxer Gngp moet de ontwikkeling nog gestart worden. Door diverse accentverschuivingen tijdens de ontwikkeling van de overige modellen, is de start van dit voertuig verscho-ven naar eind 2012 of mogelijk begin 2013. De Boxer Gngp gaat plaats bieden aan een geniegroep van negen personen. De Boxer Gngp is evenwel het enige voertuig uit de Boxer-familie dat direct in de voorste lijn zal opereren. Gezien de grote hoeveelheid uitrusting en belading, zal de indeling van de Boxer Gngp naar verwachting taakgericht zijn. Voor de bemanning worden drie stoelen links en drie rechts in de werkruimte gemonteerd. Momenteel zijn 18 Boxer Gngp voorzien in een pantsergeniebataljon. Aantal Boxers per type: • Boxer CP 60 • Boxer AMB 52 • Boxer Cargo 27 • Boxer GNGP 53 • Boxer DTV 8 (Twaalf Boxers Gngp zullen door het DBGS worden omgebouwd naar Boxers BDR).
Invoer
Boxer Ambulance
16
Voor de productie heeft RMMV een nieuwe fabriekslocatie betrokken in Ede. Hier worden de Nederlandse (en voor een deel Duitse) Boxers geassembleerd. De industrieplanning is gebaseerd op een maximale uitlevering (en daarmee overdracht) van vijf Boxers per maand. De invoer van de Boxer-familie is voorzien vanaf september 2013. Als eerste zullen er voertuigen nodig zijn voor de opleidingen van onderhoudspersoneel en DTVs voor rijopleidingen. Het laatste voertuig zal naar verwachting in maart 2017 instromen.
Tot eind 2012 heeft het Museum Nederlandse Cavalerie een tijdelijke tentoonstelling ingericht met als thema ‘De Nederlandse Cavalerie in Duitsland 1961 - 2011’. Ook VOC Mededelingen blikt terug op een halve eeuw cavalerie in de Bondsrepubliek. Het derde en laatste deel van deze serie wil een indruk geven van het wonen en werken van het defensiepersoneel in Duitsland in de vorige eeuw.
NedeRLaNdSe CaVaLeRIe IN dUITSLaNd 1961-2011 Luitenant-kolonel b.d. Bert Schoemaker & Luitenant-kolonel b.d. Ed Westerhuis
Van 121 Lichte Brigade tot 1 duits-Nederlands legerkorps
De Nederlandse ‘Siedlung’ in Bergen, kort na de oplevering in de zomer van 1970 Wonen in Duitsland Circa 30% van de Nederlandse militairen in Duitsland tijdens de Koude Oorlog was beroeps en daar geplaatst voor drie tot vijf jaar. Ongehuwde beroepsmilitairen woonden ‘op de kazerne’ waar zij een kamer hadden. Het wonen op de kazerne had voor deze groep militairen het voordeel dat zij gebruik konden maken van de vele voorzieningen op recreatief, sport- en studiegebied, die voor het overgrote deel op loopafstand aanwezig waren. De gehuwde beroepsmilitairen die met hun gezin naar Duitsland kwamen, woonden ‘buiten de kazerne’. Dat kon in een Nederlandse wijk (de ‘Siedlung’) zijn of tussen de Duitsers. Aan beide woonvormen waren voor- en nadelen verbonden. Belangrijk voor velen was, dat de actieve bemoeienis van het Commando Nederlandse Troepen Seedorf - Hohne - Langemannshof met de huisvesting, de problematiek van het vinden van een woning vergemakkelijkte. Voor de gezinnen die mee verhuisden moesten voorzieningen worden getroffen in de (naaste omgeving van de) ‘Siedlung’. Dit betrof onder meer voorzieningen in de sfeer van burgerlijke stand, een basis- en middelbare school, geneeskundige verzorging, voorzieningen op het gebied van sport en ontspanning en een winkel met specifieke Neder-
landse producten. Een aantal van deze voorzieningen was mede bestemd voor de dienstplichtigen, die ongeveer één jaar, later zes tot negen maanden, in Duitsland verbleven. Doordat zij verhuisden naar Duitsland kregen beroepsmilitairen ook enige belastingfaciliteiten. De belangrijkste daarvan waren de mogelijkheid tot aanschaf van een belastingvrije auto en een maandrantsoen met een aantal liters belastingvrije benzine/diesel. Tezamen met een maandelijkse financiële buitenlandtoelage stimuleerde dit de bereidheid om vrijwillig in Duitsland te worden geplaatst. Een vrij groot aantal beroepsmilitairen wilde zijn plaatsing verlengen of herhalen. Dat werd soms afgewezen, omdat in het kader van de loopbaanplanning bepaalde functies in Nederland moesten worden vervuld. De bereidheid om langer in Duitsland te blijven of daarnaar terug te keren, gaf aan dat men het daar, om welke reden dan ook, naar zijn zin had. Belangrijke redenen daarvoor konden zijn de financiële voordelen van deze plaatsing, de sfeer en kameraadschap in de eenheid, de onderlinge samenhang in de Nederlandse gemeenschap, contacten met de Duitse bevolking en het zich ‘happy’ voelen in de Duitse samenleving (in enkele gevallen met een Duitse echtgenote).
17
Patenschaften
De officiersmess WB 19 in Bergen-Hohne Dienstplichtigen in Duitsland Nederland had in de jaren van de Koude Oorlog, net als een aantal andere NAVO-landen, een kader-militieleger. Eind jaren zeventig van de vorige eeuw had de Koninklijke Landmacht een gemiddelde parate sterkte van 80.000 man. Na een volledige mobilisatie beschikten de landstrijdkrachten over meer dan 175.000 man en tien manoeuvrebrigades. De cavalerie bestaat in die jaren uit twaalf tankbataljons en vier verkenningsbataljons. De dienstplichtigen maakten 70 % van de Koninklijke Landmacht uit. Na een basisopleiding in Nederland werden dienstplichtigen voor ongeveer één jaar in Duitsland bij een parate eenheid geplaatst. Na herhaalde verkortingen van de duur van de dienstplicht, de zgn. eerste oefening, was de parate periode in de negentiger jaren afgenomen tot slechts zes maanden. Ten opzichte van de beroepsmilitairen - die gemiddeld voor drie jaar in Duitsland waren gelegerd - rouleerden de lichtingen dienstplichtigen dus vrij snel. Dit hield in dat er binnen de eenheden, m.n. op het eskadronsniveau, veelvuldig geoefend moest worden om het vereiste niveau in een steeds kortere tijd te behalen. Met elke nieuwe lichting dienstplichtigen begon weer een nieuwe oefencyclus van zgn. bouwsteenoefeningen. Doordat men ook na de dienst en in de weekeinden samenleefde en gemeenschappelijke activiteiten ontplooide, ontstond een grote saamhorigheid en kameraad-
18
schap binnen de eenheden. Hoewel de dienstplichtigen niet naar Duitsland verhuisden als ze daar voor een jaar of korter werden geplaatst, hadden zij toch vaak de ervaring van ‘wonen’ in Duitsland, doordat zij vijf van elke acht weekeinden op de kazerne verbleven. Voor de dienstplichtigen - maar ook voor ongehuwde beroepsmilitairen die op de kazerne woonden - werd bijzonder veel georganiseerd op het gebied van sport, ontwikkeling en ontspanning. Dit - samen met de zelf ontplooide initiatieven - maakte dat men zich niet hoefde te vervelen. Aan de tijd in Duitsland bewaarde men vaak goede herinneringen. Een relatief groot aantal dienstplichtigen wilde daarom ook nadienen tijdens de ‘klein verlofperiode’ en tekende bij.
Ouderweekend in Hohne
Tussen Duitse en Nederlandse bataljons en/of zelfstandige eskadrons werden vrijwel steeds op initiatief van Duitse eenheden zogenoemde Patenschaften aangegaan. De betekenis van een Patenschaft ligt in het verlenen van wederzijdse hulp. De Patenschaften droegen bij aan het op een soepele wijze kunnen oefenen in het samenwerken in internationaal verband. Een Patenschaft tussen twee eenheden was meestal ook aanleiding voor nauwere samenwerking bij zaken die niet direct in de operationele sfeer lagen, zoals open dagen, sportontmoetingen, uitnodigingen voor feesten, jubilea enz. Enkele voorbeelden van Patenschaften: Nederlandse eenheden 103 Verkenningsbataljon 41 Tankbataljon 43 Tankbataljon Duitse eenheden Panzerauklärungsbataillon 3 Panzerlehrbataillon 94 Panzerbataillon 333 De samenwerking (Patenschaft) met Duitse eenheden leidde ook tot wederzijdse deelneming aan sportactiviteiten. Een aantal ervan werd beloond met een medaille, bijv. de Vierdaagsemedaille of een embleem. De verworven ‘onderscheidingen’ werden door velen op het uniform
gedragen, óók toen dit (nog) niet geautoriseerd of toegestaan was. Sommige medailles (b.v. voor wandelevenementen) droeg men met een zekere vanzelfsprekendheid niet. Een aantal van de Duitse ‘sportinsignes’ werd later onder bepaalde voorwaarden toegestaan om te dragen. Voorbeelden daarvan zijn het Schützenschnur, de Duitse parachutistenwing en het Duitse Sportabzeichen. In feite waren dit uiterlijke kentekens waaruit bleek dat men in de Bondsrepubliek Duitsland was geplaatst en daar actief was. Dat wilde men graag laten zien.
school. Deze school leidde op voor diploma MAVO-4, twee jaar LBO en derde klas HAVO en/of Atheneum. In Bergen was de mogelijkheid om op de Prinses Christina school basisonderwijs te volgen en beperkt voortgezet onderwijs op de ‘Rijksschool voor Voortgezet Onderwijs’ (met vier leraren). Het onderwijs stond onder controle van een Nederlandse Inspecteur van Onderwijs. Met name het voortgezet onderwijs behaalde door diverse oorzaken, ondanks de goede inzet van de leerkrachten, niet het niveau van de scholen in Nederland. Ten opzichte van scholen in Nederland blonken de scholen in Zeven en Bergen wel uit door onderlinge saamhorigheid van docenten, leerlingen, ouders en overigen in de Nederlandse gemeenschap, door veel buitenschoolse activiteiten en door goede cijfers voor Duits.
Seedorf 1986. Twintig jaar Patenschaft tussen 103 Verkbat en PzAufklBat 3
Sinterklaas bezoekt de Prinses Christinaschool in Bergen
Paraatheidsregeling
Door de paraatheidsappèls waren de mogelijkheden voor toeristische uitstapjes beperkt. Daarbij was men door de faciliteiten op de kazerne vaak minder geneigd om er op uit te trekken. Toch hebben velen, vooral de beroepsmilitairen, heel wat van Neder-Saksen en omgeving gezien. Voor de dienstplichtigen werden door de Dienst Welzijnszorg (WZZ) excursies georganiseerd, bijvoorbeeld naar de wereldkampioenschappen schaatsen in het Ulevi stadion in Göteborg (Zweden), naar de Harz om te skiën en naar Hamburg (musea ?). Een deel van de dienstplichtigen trok er ook op uit in de weekeinden om te kijken of er in de ‘horeca’ in de omgeving nog aardig gezelschap was te vinden. Door commandanten werden initiatieven ontplooid die vaak een meer educatief karakter hadden, zoals een bezoek aan de Gedenkstätte van het voormalige concentratiekamp BergenBelsen, een excursie naar de Innerdeutsche Grenze of vissen op de Oostzee. Een bezoek aan de Innerdeutsche Grenze maakte bij vele eenheden en ook bij families in Duitsland onderdeel uit van het programma ‘Wat men gezien moest hebben’. Vanuit speciale observatiepunten zoals bij Zicherie, kon men kennis nemen van het beklemmende 1381 kilometer lange spergebied waarmee Oost-Duitsland het contact tussen West- en Oost-Duitsland onmogelijk had gemaakt. Voor velen was dit een bevestiging van de noodzaak voor een goede defensie in het Vrije Westen van Europa.
Tot 1 augustus 1990 gold voor de Nederlandse troepen in Duitsland een specifieke paraatheidsregeling. Dat betekende dat in de weekeinden paraatheidsappèls (aanwezigheidscontroles) werden afgenomen. De verlofregeling was afgestemd op deze paraatheidsregeling. Per acht weken had men een lang verlof en een kort verlof. Het lange verlof duurde tien en een halve dag, reistijden van en naar Nederland en zaterdagen en zondagen inbegrepen. Het korte verlof duurde vier en een halve dag (idem). De paraatheidsregeling gold ook voor feestdagen zoals Kerstmis. Steeds moest minimaal 50% van de troepen ‘binnen’ zijn. In crisisperioden - bijvoorbeeld tijdens de Berlijncrisis in 1961 - werden de paraatheidseisen verscherpt en de voertuigen beladen. De eenheden waren gereed om te verplaatsen naar een afwachtingsgebied.
Scholen in Zeven en Bergen Voor beroepspersoneel dat vanwege zijn plaatsing in Seedorf, Hohne of Langemannshof het recht had zijn gezin over te laten komen naar Duitsland, waren er Nederlandse scholen gevestigd in Zeven (bij Seedorf) en Bergen (bij Hohne en Langemannshof). Het beroepspersoneel, dat géén gebruik kon of wilde maken van deze scholen, moest voor het onderwijs van zijn kinderen zelf oplossingen vinden. In Zeven was de ‘Nederlandse Rijksschool voor Basisonderwijs’ gevestigd. Deze school droeg de naam Oranje-Nassauschool. Verder bestond daar de mogelijkheid voor het volgen van voortgezet onderwijs in de Prins Willem Alexander-
Er op uit (‘Stappen’)
Lief en Leed Binnen de eenheden en de Nederlandse gemeenschap bestond een grote onderlinge saamhorigheid. Dat bete-
19
Specifieke sportevenementen
A-esk 41 Tkbat gaat vissen op de Oostzee, zomer 1982 kende dat - meer dan in Nederland - aandacht werd besteed aan ‘Lief en Leed’, zoals bevorderingen, ziekte, overlijden, geboorten, huwelijk, jubilea, pensionering, enz. In de periode waarin Nederlandse militairen in Duitsland waren gelegerd, zijn relatief veel verkeersongelukken gebeurd met dodelijke slachtoffers. Voorafgaand aan de verlofreizen van de dienstplichtigen (en bij ‘het stappen’) werden veelvuldig de risico’s bij het autorijden benadrukt. Er werd vaak gecontroleerd op het gebruik van alcohol. De tankbaan om het oefenterrein Bergen-Hohne en verkeerswegen als de B-3, waren erkend gevaarlijke routes. ’s Winters was de tankbaan berucht om het overstekend groot wild. Het verkeersgevaar was mede reden voor het zorg dragen voor voldoende ontspanning in de kazernes.
Behalve de vele interne sportieve evenementen, zoals sportdagen, voetbalwedstrijden, crosses en andere hardloopwedstrijden, volleybalcompetities en dergelijke, werd ook een aantal sportieve evenementen georganiseerd, waaraan deel kon worden genomen door niet-Nederlanders. De twee meest aansprekende evenementen daarvan waren de Avondvierdaagsen in Zeven en Bergen en de 65 km lange Langemannshofmars over de Panzerringstraße die om het oefenterrein Bergen-Hohne heen liep. Ook de zomeravondvoetbalcompetitie tussen de Nederlanders, de Engelsen en de Duitsers in Hohne mocht zich in een grote populariteit verheugen.
Sport, ontwikkeling en ontspanning Voor de militairen en hun gezinnen werd zowel door de militaire leiding als de WZZ veel georganiseerd op de gebieden van sport, ontwikkeling en ontspanning.
Het Dorniervliegtuig van de Nederlandse paraclub op airstrip Hodenhagen
Maar ook de militairen en burgers van de Nederlandse gemeenschap ontplooiden daarvoor in verenigingsverband en individueel talloze initiatieven. Een greep uit het palet aan mogelijkheden, dat werd geboden: Zeven-Seedorf ruitersportvereniging onderwatersportvereniging voetbalvereniging schermvereniging badmintonvereniging vliegclub Motorvliegen vliegclub Zweefvliegen hengelsportvereniging gymgroepen meisjes gymgroepen dames tamboer- majorettekorps
kegelclubs schietvereniging jeugdjudo tennisvereniging biljartclub parachutistenclub zeilcentrum zwemmen kinderzwemcursus bridgecursus films en excursies
diverse activiteiten door de messes/kantines Bergen-Hohne-Langemannshof parachutespringen paardrijden gymnastiek dames films en excursies
karting hengelsportvereniging badminton watersportcentrum
diverse activiteiten door messes/kantines
20
Kartclub Hohne in 1971
Belastingfaciliteiten Degenen die vielen onder het Commando Nederlandse Troepen Seedorf- Hohne - Langemannshof (SHL) hadden overeenkomstig het personeel van Buitenlandse Zaken in de BRD, ook belasting vrijstellingen. Daarbij werd onderscheid gemaakt op basis van wonen in Duitsland (verhuisd zijn) en de duur van het verblijf in Duitsland. De meest interessante vrijstellingen lagen in de sfeer van bijzondere belasting, bijvoorbeeld op alcohol, tabak, brandstof voor motorvoertuigen en deze voertuigen zelf. Behalve die op alcohol en tabak, waren deze vrijstellingen
Voor velen waren - de naar hun oordeel bekrompen regels reden om een sport te maken van het op een ‘bescheiden’ manier smokkelen.
Watersportvereniging ‘De Vliegende Hollander’ bij de Hüttensee te Meissendorf alleen van toepassing voor degenen die in Duitsland woonden. Vrijstelling van BTW was in de praktijk alleen van toepassing op artikelen die werden verkocht in de Welzijnszorg-winkels, zoals elektrische apparaten.
Douane
aankomst van de tanktrein volledig ‘uitgekleed’. Militaire wielvoertuigen, al of niet in colonneverband, werden doorgaans aangewezen voor steekproefcontroles bij de grenspost, waarbij de rest van de eenheid kon doorrijden. Voor velen waren - de naar hun oordeel bekrompen - regels reden om een sport te maken van het op een ‘bescheiden’ manier smokkelen. Dit werd ook bevorderd, doordat bijvoorbeeld het rantsoen belastingvrije rookwaren aanmerkelijk groter was dan men zelf oprookte. Er werden dus sigaretten of sigaren meegenomen voor de familie thuis.
Nu we vertrouwd zijn met de open grenzen in de Europese Unie kunnen we ons nauwelijks meer voorstellen hoe het tot 2002 was op het gebied van in- en uitvoer van goederen, de verzending van post en grenspassages. Enkele voorbeelden hoe het was. Een militair die op oefening was geweest in Duitsland mocht zonder vergunning en zonder invoerrechten naar Nederland meenemen: 100 sigaretten of 20 sigaren of 125 gram tabak, één liter wijn, een flesje parfum van maximaal 25 gram, speelgoed, souvenirs, textiel enz. tot een totale waarde van ƒ 45,- (circa € 20,-), 0,25 liter eau de cologne, 0,25 liter toiletwater en één liter gedistilleerd. Gehele vrijstelling van invoerrechten werd verleend voor goederen die naar het oordeel van de (douane)ambtenaar - de welstand van de reizigers in aanmerking genomen - kennelijk bestemd waren voor persoonlijk gebruik van de reiziger. Brieven met een aan douanerechten onderhevige inhoud en pakjes moesten aan de adreszijde zijn voorzien van een nauwkeurig ingevuld douane-etiket en vergezeld gaan van een douaneverklaring, bijvoorbeeld 600 gram chocoladewaren. Militaire colonnes die naar Nederland terugkeerden van oefeningen in de BRD werden incidenteel door de douane opgewacht op hun kazerne of op het station en na
NAAFI shop Bergen-Hohne Vaarwel ‘Tweede Heimat’ De opheffing van eenheden bij de Koninklijke Landmacht is al sinds het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw bijna een politieke vanzelfsprekendheid, met alles wat daarbij komt als consequentie voor de militairen, zoals het veranderen van eenheid en het krijgen van een nieuwe standplaats. Voor de in Duitsland gelegerde eenheden kwam daarbij, dat vrijwel iedereen moest terugverhuizen naar Nederland. Dat betekende afscheid nemen van een eenheid, de omgeving, de samenleving en een land waarmee men vaak meer dan vertrouwd was geraakt, een tweede ‘Heimat’. In het bijzonder de onderofficieren en het burgerpersoneel hadden vele contacten in het Duitse verenigingsleven, bij Schützenfesten, sportontmoetingen enz. Dit kwam mede doordat zij vaak langere tijd dan de officieren in Duitsland hadden doorgebracht. Vaarwel moest ook worden gezegd tegen
veel dat in de afgelopen decennia was opgebouwd, zoals de vele clubs, verenigingen, traditionele activiteiten, scholen enz. Ook de Duitse gemeenschappen in de omgeving van Langemannshof, Hohne en Seedorf zagen de Nederlanders met lede ogen vertrekken en dat was niet alleen omdat deze een beduidende economische factor waren in de regio’s. Het afscheid van Langemannshof en Bergen-Hohne had een relatief bescheiden karakter en was toegesneden op de directe omgeving. 41 Tankbataljon hield een afscheidsparade met alle tanks door de stad Bergen en een receptie. In Seedorf werd de afsluiting van de legeringperiode van Nederlandse eenheden in Duitsland gestalte gegeven met de aanwezigheid van de Duitse en Nederlandse Ministers van Defensie, militair eerbetoon en de uitwisseling van aandenkens. Daarin hadden ook civiele autoriteiten, het verenigingsleven en de bevolking een aandeel. De ‘kazerne Seedorf’ werd overgenomen door de 3500 man sterke Duitse 31 Luftlandebrigade. In het stadspark in Zeven onthulden de toenmalige brigadecommandant van 41 Gemechaniseerde brigade, brigadegeneraal der cavalerie jhr. J.H. de Jonge en de burgemeester van Zeven een herinneringsmonument voor de Nederlanders.
‘Vergesst die Heimat nicht’, steen bij het Heimat Museum Bergen
21
Het Nieuwe Werken werkt met de juiste ICT Maar wie maakt de verbinding?
Informatie speelt een centrale rol bij de uitvoering van uw werkzaamheden. Het is van cruciaal belang altijd te kunnen beschikken over relevante en secure informatie en deze op een veilige manier te kunnen delen. Ongeacht locatie (thuis, op kantoor of in het operationele veld), op elk gewenst tijdstip en met de beschikbare hardware. Wij noemen dit Het Nieuwe Werken. Om dit mogelijk te maken, wordt veel verlangd van informatieen communicatietechnologie. Wij zijn de ICT-dienstverlener die data, video en telefonie op unieke wijze combineert. En zo Defensie met onze dienstverlening ondersteunt bij het realiseren van de doelstellingen. Kijk voor meer informatie op kpn.com/corporatemarket
Paardenarts nieuwe stijl: terug van weggeweest Reserve kolonel drs. Bas Steltenpool Stafofficier dierenarts/GZHZ/CLAS Enige tijd geleden werd mij gevraagd een artikel te schrijven voor de VOC Mededelingen over de moderne rol van de militaire dierenarts . Gaarne voldoe ik aan dit verzoek. Immers, decennialang zijn paardenartsen en de paarden van de cavalerie onlosmakelijk met elkaar verbonden geweest. Ook nu nog speelt een enkele paardenarts een kleine maar belangrijke rol bij het Cavalerie Ere-Escorte (CEE). Maar er is veel meer dat een moderne militaire dierenarts voor de krijgsmacht kan betekenen. Tijd dus om u als oud ‘paardenmensen’ in te lichten over de moderne paardenarts. Om een indruk van het periodiek De Mededelingen te krijgen werd mij een exemplaar opgestuurd. Dit nummer was grotendeels gewijd aan het verlies van de gevechtstanks. Een door velen betreurde beslissing. Al lezende trof mij de gelijkenis met het verdwijnen van dat andere, zeer geliefde en gewaardeerde gevechtsmiddel zo nauw verbonden met het wapen van de cavalerie en met mijn beroep: het paard. De cavalerie is dit verlies indertijd zonder problemen te boven gekomen, terwijl de paardenarts in het Nederlandse leger met het vertrek van de paarden langzaam geheel uit beeld is geraakt. Dit levert ons nu de vrij bijzondere situatie op dat Nederland, samen met Canada, het enige NATO land is dat geen officierskorps van beroeps dierenartsen heeft. Sterker nog, de meeste landen breiden, ondanks bezuinigingen, hun aantal dierenartsen in wapenrok uit. Dan komt al gauw de vraag boven drijven, waar die dierenartsen zich dan mee bezig houden. Daarover zal ik u wat duidelijkheid te verschaffen.
Allereerst houdt de moderne ‘paardenarts’ zich nog steeds bezig met viervoeters waaronder het paard. Eeuwenlang maakte het paard deel uit van de verschillende legers en dat doet het in sommige landen nog steeds. Als lastdier voor Special Forces in bergachtige gebieden (Afghanistan), voor bereden patrouilles in moeilijk begaanbaar terrein (Zuid-Afrika), voor de logistieke ondersteuning (Kosovo) en natuurlijk de ons bekende ceremoniële taken. Zo hebben Duitsland, Noorwegen, Oostenrijk en Zwitserland nog immer eenheden met lastpaarden en soms muildieren voor optreden in bergachtig gebied. Denemarken, Spanje en het Verenigd Koninkrijk hebben staande bereden militaire eenheden voor ceremoniële taken. De meest ingezette militaire viervoeter is tegenwoordig echter de hond. Als wapen tegen bijvoorbeeld bermbommen is hij ongeëvenaard. Ook op patrouille, als scout- of als ‘attack dog’ heeft hij zijn waarde meermaals bewezen. En op wacht is hij relatief goedkoop, 24 uur/dag inzetbaar, ongevoelig voor mist, nacht of regen en kan hij tot acht soldaten vervangen. Dit alles mits hij gezond is natuurlijk. En dat is op uitzending wat anders dan hier in Nederland. Onbekende ziekten, ongewoon terrein en klimatologische omstandigheden maken de taak voor begeleider en dierenarts om de hond gezond en inzetbaar te houden, een lastige. In Nederland zijn de honden ingedeeld bij het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK/Koninklijke Luchtmacht). Maar de taak waar de moderne militaire dierenarts het meest voor ingezet wordt, is die van ‘Force Health Protection’. Dan draait het om voedselveiligheid, hygiëne en
Mitrailleurpaard (1939)
23
kennis aan boord te hebben hoe om te gaan met de soms tienduizenden stuks runderen, varkens en schapen in een gebied.
Inzet honden in Afghanistan kan brengen? Het Mond en Klauwzeervirus of klassieke varkenspest kan in modderkluiten tussen rupsbanden of onder spatborden overleven. Soms zeer lang! Ongewild kan men zo een (dier)ziekte introduceren en voor veel ellende zorgen waarbij de schade in de tientallen, zo niet honderden miljoenen euro’s kan lopen. Om maar
24
niet te spreken van het sociale- en dierenleed. Iemand moet deze zaken signaleren en er kennis van hebben. Ook dat is een taak waarvoor in het buitenland veelvuldig de dierenarts wordt ingezet. Ook als de brigadestaf wordt ingezet om een evacuatie van een ondergelopen polder in goede banen te leiden, dan is het goed om
Hoe deze kennislacune in Nederland in te vullen? De laatste beroepspaardenarts, kolonel Braak, een oud KNIL-er, is in de jaren zeventig van de vorige eeuw afgezwaaid als hoofd van de School voor Preventieve Geneeskunde te Neerrijnen. Veel oud militairen hebben hier cursussen gevolgd. Dierenarts Poen is in de vorige eeuw nog enige tijd aan defensie verbonden geweest als microbioloog en verder beperkte het zich tot dienstplichtigen. Echter, tijdens de grote dierziektenuitbraken in de jaren negentig deed zich het gemis van veterinaire kennis voelen. Reden voor de toenmalige Commandant Nationaal Commando (NatCo), generaal-majoor Termont, om een kennispool van militair veterinair deskundigen op te richten. Deze werd ingevuld door de oud dienstplichtig officieren ir. Vischer (landbouwkundig ingenieur), van der Vuurst, Steltenpool en ‘spijkerbroekreservist’ mevrouw Croll-van Ver-
Veestapel in het operatiegebied van SFIR 1 - Al Muthanna (2003) van zijn functie als commandant bovenregionale LSO groep en aangesteld als de eerste stafofficier dierenarts (en daarnaast veterinair adviseur CLSK). Nu kon doelgericht verder gebouwd worden aan het militair veterinaire netwerk. Geschikte collega’s zijn geïdentificeerd en benaderd. Een aantal was al reservist, anderen worden binnenkort in samenwerking met het CIMIC bataljon ‘groen gespoten’ en zullen dan binnen de brigades actief worden. Samen met de staf, de brigade arts en de HPG-ers zullen zij gaan werken aan bovengenoemde zaken. De eerste acties hebben inmiddels al plaats gevonden.
Public Health in het operatiegebied schuer (allen reserve kolonel dierenarts). Daarnaast waren er dierenartsen verbonden aan de bereden Ere-Escortes (o.a. ritmeester R. van der Linden, majoor J.Koster, ritmeester G.Kampman, majoor KMar P. de Vries en majoor KMar J.Tromp, allen reservist) en zijn er twee collega’s voor CIMIC activiteiten uitgezonden geweest (reserve majoor J.Mulder naar Irak en Uruzgan en reserve luitenant-kolonel L.Ros naar Uruzgan). In de loop der jaren is de NatCo pool omgevormd tot een bovenregionale liaisongroep, voor onder andere staftaken bij Nationale Operatiën. Een deel van de meerwaarde van een militaire dierenarts kwam zo niet tot zijn recht. Denk daarbij ondermeer aan de preventieve taken, terwijl het belang daarvan met het expeditionaire optreden juist toenam. Dat was reden voor de toenmalige stafarts Commando Landstrijdkrachten (CLAS/KL), kolonel J. R. Zijp en kolonel F. de Wit, destijds hoofd Afdeling Reservisten Aangelegenheden, om een nieuwe functie van stafofficier dierenarts CLAS te creëren. Ondergetekende is ontheven
De huidige groep dierenartsen bij de Koninklijke Landmacht Zo keert de oude paardenarts, na decennia van afwezigheid, weer terug als militair dierenarts. Een mooi voorbeeld van hoe defensie op een slimme manier hoogwaardige kennis in huis haalt, en hoe medici, HPG-ers en veterinairen samenwerken in het belang van Nederland op het gebied van de gezondheidszorg.
25
Design Sagem: Alain Gouez, Béatrice Nault - © A. Paringaux - 2012
MULTIPLY YOUR COMBAT FORCE CAPABILITIES
Sagem advanced warfighter solutions Imagine a complete warfighter system for your troops and field tested by them. A human-centric, open, scalable system that keeps pace with your evolving needs, systems and services. Sagem gives you the tailored warfighter solutions you need, with full support from concept to deployment. Sagem is the prime contractor for the FELIN soldier modernization program, combat proven, and a major partner in the United Kingdom (FIST) and Switzerland (IMESS) programs. When you want to enhance your combat force, you can rely on powerful, proven solutions from Sagem. www.sagem-ds.com
In de organisatie van 11 Air Manoeuvre Brigade (Air Assault) is een specialistische verkenningseenheid opgenomen, het Pathfinderpeloton. Taakstelling van deze eenheid is om de geschiktheid van de landingszones (LZ) of dropzones (DZ) vast te stellen en deze te verkennen en voor te bereiden. De inzet, veelal per parachute, vindt doorgaans 24 tot 48 uur voorafgaande aan de inzet van de hoofdmacht plaats, maar kan afhankelijk van de dreiging ook vlak voor de landing van de hoofdmacht gebeuren. Zij zijn het, die na verkenning en voorbereiding de landingsplaatsen onder waarneming houden en de moedereenheid voorzien van de laatste informatie voorafgaande aan de landing. De pathfinders verkennen tevens alternatieve landingsplaatsen die te gebruiken zijn in geval van calamiteiten. In een tweetal artikelen besteedt de redactie van de VOC Mededelingen ditmaal aandacht aan deze speciale verkenningseenheid. Luitenant-kolonel Erik Jellema, hoofd sectie 2 van de Luchtmobiele Brigade, formuleert in een korte inleiding het herziene mission statement van de brigade en kapitein Igor de Fretes doet verslag van de inzet van het Pathfinderpeloton tijdens een recente Duitse oefening met 373 Fallschirmjäger Bataillon.
Ontwikkelingen bij het Pathfinderpeloton van 11 air Manoevre Brigade Luitenant-kolonel Erik Jellema De Luchtmobiele Brigade bestaat dit jaar 20 jaar. In 1992 werd de brigade als een snel inzetbare lichte infanterie brigade opgericht, na de val van de Muur, toen de bondgenootschappelijke verdediging niet langer de enige hoofdtaak was. Het was dan ook niet vreemd dat de brigade onmiddellijk na oprichting werd ingezet in voormalig Joegoslavië. Dat is duidelijk als men de totstandkoming van de Defensienota van 1991 bestudeert. De operationele missies van de brigade van de afgelopen twintig jaar vonden plaats in alle delen van het geweldspectrum. Van ‘vredesmissies’ in Srebrenica tot gevechtsoperaties in Uruzgan. De afgelopen twee jaar werd de brigade aangevoerd door brigadegeneraal van Wiggen. Bij zijn aantreden werd de missie in Uruzgan afgesloten en stond het niveau VI certificeringsmoment, nu de oefening Peregrine Sword
2012, als stip aan de horizon. Zijn twee hectische jaren stonden niet alleen in het teken van de transformatie van de formerings- en gereedstellingsmode Afghanistan naar het operationeel inzetbaar maken van 11 Air Manoeuvre Brigade. De voortdurende dreiging van het opheffen van een luchtmobiel bataljon als onderdeel van de bezuinigingen, noodzaakte ook om de relevantie en de flexibiliteit van de brigade verder te vergroten. Dit was dan ook aanleiding om een mission statement te (her)formuleren. Met de oefening Falcon Autumn 2011, die plaatsvond in de oostelijke en noordelijk provincies van Nederland, is de brede inzetbaarheid en relevantie van de brigade spectaculair aangetoond. Deze geherformuleerde opdracht is ook uitgewerkt in het Verbrede Operationele Concept van de brigade dat ter goedkeuring aan de hogere legerleiding is voorgelegd.
27
geschikt om aanvullend op te treden bij nationale- en achtergebiedsoperaties. De brigade is in staat in een combined, joint en multinationale omgeving wereld wijd Force Projection uit te voeren. Deze mission statement klinkt mooi. Maar het realiseren van het inzetbaar gereedstellingstraject vergt een enorme inspanning. Veel energie gaat verloren in het uitvoeren van Key Leader Engagement Own Troops. De relevantie en noodzaak moet keer op keer worden aangetoond om de benodigde middelen te verkrijgen teneinde de operationele output te kunnen leveren. Waar vroeger een adjudant 20 rijopleidingen volgens een vaste routine aanvroeg, kost dit nu schermutselingen op generaalsniveau.
(Oud) Commandant 11 Lumblbrig bgen van Wiggen met kap de Fretes tijdens oefening EISREGEN In tijden van bezuinigingen is het raadzaam schaarse middelen zo effectief en efficiënt mogelijk in te zetten. Een goede basis hiervoor is het concreet formuleren van operationele opdrachten en concrete aanwijzingen voor de gereedstelling van operationele eenheden. Dan weet men waar het zwaartepunt in het verdelen van schaarse middelen ligt. De Aanwijzing Gereedstelling van de CDS (AGCDS) is hierbij sturinggevend. Dit vormt een operationeel kompas dat één richting aangeeft in plaats van een vredeskompas dat even vaak naar het noorden wijst als naar het zuiden. In de ogen van de schrijvers van deze twee artikelen is de mission statement van de brigade de volgende :
Dit is een lange introductie voor het artikel over de pathfinders van 11 Air Manoeuvre Brigade. Maar wel een belangrijke omdat voor de relevantie en brede inzetbaarheid van het Pathfinderpeloton dezelfde uitdagingen gelden als voor de brigade in zijn geheel. Als men de operationele opdracht voor het Pathfinderpeloton serieus neemt, houdt dit namelijk ook in dat voor de inzetgereedheid daarvan investeringen (prijskaartjes) moeten worden gedaan. Het op hoofdlijnen accorderen van een Studie Operationeel Parachutespringen of een Verbreed Operationeel Concept
“Waar vroeger een adjudant 20 rij-opleidingen volgens een vaste routine aanvroeg, kost dit nu schermutselingen op generaalsniveau.”
De Luchtmobiele Brigade is een moderne, relevante en in het gehele geweldspectrum (breed) inzetbare lichte infanterie brigade. Samen met het CLSK geeft zij vorm aan het Air Manoeuvre concept. De lichte brigade is vanwege haar hoge staat van paraatheid bij uitstek geschikt voor het snel uitvoeren van initial entry operaties. Initial entry operaties kunnen naadloos overgaan in stabilisatie operaties. De brigade is in staat snel militaire evacuaties, waaronder Non-combatant Evacuation Operations (NEO), uit te voeren. Zij draagt met het leveren van special operations capable eenheden bij aan de NLD Special Operations Tasks Group (SOTG). Tevens kan de brigade snel inzetbare capaciteiten leveren voor het uitvoeren van Nationale Operaties. De onder bevel gestelde Natresbataljons zijn bij uitstek
28
is mooi, maar als daar geen consequenties in de vorm van middelen aan worden verbonden blijft het gebakken lucht. En met gebakken lucht coacht men geen parachutisten naar een dropzone of gidst men geen Nederlandse C-130 Hercules op een dirtstrip binnen. Ook hier geldt: “Wer klare Begriffe hat, kann befehlen”. Of, wie duidelijke opdrachten geeft, kan zinvol bezuinigen.
Inzet van het Pathfinderpeloton van 11 air Manoevre Brigade Kapitein Igor de Fretes doet verslag van de inzet van het Pathfinderpeloton bij een Duitse oefening van 373 FallschirmJäger Bataillon. Dit bataljon stond verleden jaar stand by voor het uitvoeren van Militair Evakuation (Non Combatant Evacuation Operation). Dit was formeel vastgelegd in opdrachten van het Heeres Führungs Kommando, Division Spezielle Operationen en afgeleide opdrachten van hun Luftlande Brigade.
Voor deze opdracht waren ook middelen van de Duitse Luftwaffe aangewezen. Het feit dat dit bataljon verleden jaar ook daadwerkelijk is ingezet in een woestijn zuid van Sicilië en vanaf dirtstrips landgenoten heeft geëvacueerd geeft de relevantie aan. Het feit dat er een operationeel kompas is en alle ‘enablers’ deze opdracht serieus nemen was de basis om de oefening EISREGEN als een echte ‘Train as you fight’ aangelegenheid aan te lopen.
First Entry operatie gecombineerd met (in 2012) een Non Combatant Evacuation Operation. Trainingsdoelen waren vastgesteld op het gebied van Airland, Airdrop, Fixed Wing Fire Support, UAV inzet, Air Assault (AASLT) en Groundmoves. Kortom: een ideale mogelijkheid om alle taken van het Pathfinderpeloton te kunnen beoefenen.
valent 11 AMB). Deze focus is door de grote reorganisatie binnen de Duitse krijgsmacht verschoven naar de DSO (Division Spezielle Operationen), waar de Fallschirm Jäger Bataillonen en dus ook de Spezial Zugs onder vallen. De oefening EISREGEN was een uitgelezen kans om een basis te leggen voor een professionele en intensieve samenwerking met deze Duitse counterparts. Een Duits Spezial Zug is vergelijkbaar met het Nederlandse Pathfinderpeloton. Het Duitse peloton is echter ondergebracht bij een bataljon in plaats van, in ons geval, op brigadeniveau. Taken als verkennen en inrichten van een Drop Zone, Heli Landing Zone en Air Landingzone (DZ/HLZ/ALZ) zijn gelijk. De wijze van uitvoering van deze taken zijn uiteraard per land verschillend.
Voorbereiding en Planning Na aankomst in Seedorf op 12 maart 2012, volgden wederzijdse Capability Briefs. Uitrusting en procedures werden vergeleken en de isolatieruimtes
Inleiding Internationale samenwerking met gelijkgestemde eenheden als het Pathfinderpeloton op het gebied van training en opleiding is een rode draad in het jaarprogramma 2012 van het peloton. Dit betekent internationaal oefenen. De benodigde opleidingen, assets en trainingsmogelijkheden als terrein, luchtruim en trainingspartners aan wie je jezelf kunt spiegelen, bevinden zich vaak in het buitenland. Het was dus vanzelfsprekend dat we de kans om samen te werken met 373 Spezial Zug FallschirmJäger Bataillon, niet links lieten liggen. De Duitse liaisonofficier binnen het brigadehoofdkwartier 11 LMB regelde de randvoorwaarden. De oefening EISREGEN is een jaarlijks terugkerende oefening. In twee weken tijd wordt een Fallschirm Jäger Bataillon in zijn geheel, met de daarbij behorende onder bevelstellingen en 3D-enablers, getraind. Een
Organisatie Pathfinderpeloton 11 Luchtmobiele brigade De focus van de afgelopen 5 jaar, met betrekking tot samenwerking, lag bij 1 Luftbewegliche Brigade (Duitse equi-
werden ingericht. Al snel besloten we geïntegreerd met elkaar op te gaan treden. Tijdens de isolatiefase stortten
29
geïntegreerde multinationale peloton gereed voor de insertie.
Pathfinders bij het uitzetten van een helilandingsite we ons op de ACT/BCT (Road to War), landen- en terreinstudie en de reeds ter beschikking zijnde TIP’s (Tactical Intell Packages), Rules Of Engagements en Intell updates. In het kader van parallelle planning is het Decision Making Process opgestart gelijktijdig met het binnenkomen van de opdracht bij 373 FallschirmJgbat. Omdat het bataljon nog geen Courses of Action had ontwikkeld, en zelf nog het besluitvormingsproces moest doorlopen, is er een voorlopig oogmerk geformuleerd door de bataljonscommandant. Hier waren we uiteraard op bedacht. Hoe langer een commandant wacht met het formuleren van een Course of Action, des te minder voorbereidingstijd er voor het lagere niveau, en dus ook voor ons, overblijft. Omdat de Spezial Zug en wij soortgelijke opleidingen hebben gevolgd (International Special Training Centre te Pfullendorf), verliep de samenwerking uitstekend. Zo ook de werkwijze tijdens de isolatiefase, waarbij ieder lid zijn eigen deeltaak uitwerkt. Na de wargaming, rehearsals, en crosstrainingen volgde een uitgebreide Final Commanders Backbrief, waar de bataljonscommandant en de brigadecommandant aanwezig waren. Gebruikmakend van een 15 bij 15 meter maquette stelden zij hun vragen. Na 3 dagen voorbereiding was het
Het werkterrein van de pathfinder
30
De opdracht hield de volgende deeltaken in: • Insertion met fixed wing (C-160 Transall) waarbij vrije val (Duitsers) en Automatisch Opening gesprongen werd • Infiltratie met voertuigen gevolgd door voetverplaatsing inclusief rivierovergang (Nederlanders) • Verkenning, voorbereiding en in stand houden van 1 x Airstrip/dirtstrip voor TALO (Tactical Air Landing Operation, waarbij vier C-160 Transall-transportvliegtuigen zouden landen op een smalle heidestrook in een boscomplex • Verkenning, voorbereiding en in stand houden van 1 x Drop Zone voor personeel en materieel • Verkenning, voorbereiding en in stand houden van 1 x Heli Landing Zone tbv AASLT en Medevac • Verkenning en voorbereiding van twee doelen (Close Target Recce, verkenning van de startlijn en vast gestelde Link Up points, waarbij alle vragen van de S2 moesten worden beantwoord) • Voorbereiding van de ACM (Airspace Coordination Measurements) door zorg van de Joint Tactical Air Controller en Air Traffic Controller van het Duitse Combat Control Team (CCT). Deze capaciteiten zitten in de organisatie van het Duitse SpezialZug. Zij beheren het luchtruim boven de Area of Operations en zorgen voor deconflictie van Fixed wing, Rotary wing, alsmede UAV en Ground Based Fire Support. De CCT (feitelijk dus de Spezial Zug) heeft dus een coördinerende rol die vanaf start tot einde van de operatie de controle heeft over de 3Dmiddelen boven het inzetgebied. Een ruim pakket aan opdrachten voor
vier dagen en nachten voordat de hoofdmacht aan zou komen. Verveling kwam niet bij ons op.
Uitvoering Na een vrije val inzet door de Duitsers volgde een materiaaldrop. Op een 18 km verderop liggend verlaten vliegveld (Stendal) vond een TALO plaats om een vooruitgeschoven basis te vormen. Nederlandse pathfinders startten vanaf hier met hun infiltratie en maakten contact met de Duitse counterparts. C-Spezial Zug en C-Pathfinderpeloton hielden een vinger aan de pols om de bewegingen van de ploegen te controleren en om de commandant te informeren omtrent de voortgang. Werkwijze op de verschillende doelen was zeer eenvoudig gehouden. Het uitzetten van een Drop Zone, een Heli Landing Zone en een dirtstrip gebeurde op tactische wijze. Gegevens benodigd voor de fixed en rotary wing vliegers, te droppen personeel en materieel, meteo en gegevens omtrent de dirtstrip werden verzameld en doorgegeven. Eerst werd er een cordon voor eigen veiligheid gerealiseerd. De verkenningsploegen die de beoogde hoofddoelen onder waarneming moesten krijgen zijn het eerst in positie gekomen. Eventuele vijandelijke bewegingen in onze richting (op en rond de DZ/HLZ/ALZ), moesten gelijk worden doorgegeven. De verkenningsploegen hebben de Close Target Recces op de hoofddoelen uitgevoerd. Dat verschafte cruciale Informatie die de bataljonscommandant nodig had voor het formuleren van opdrachten aan zijn aanvalscompagnieën. Ook werden er security teams in positie gebracht. Deze statische OP’s zorgden voor een directe beveiliging voor de ploegen die daadwerkelijk op de
DZ/ALZ/HLZ aan het werk moesten. In deze security teams waren ook onze eigen schutters lange afstand en spotters ondergebracht, alsmede de JTAC-teams van de Duitsers. Hierdoor konden de ploegen, verantwoordelijk voor de verkenning van de dropzone/dirtstrip, in positie komen en relatief veilig hun metingen verrichten, markeringen uitzetten en rendez vous locaties voor de hoofdmacht verkennen. Voor de gedachte moet u hierbij uitgaan van het markeren van een gebied van 3000 ft lang en 100 ft breed voor de dirtstrip, het genereren van eigen locale meteo gegevens, maar ook het aanbrengen van markeringen voor heli’s, de C-160 Transall transportvliegtuigen en de para’s. Vier dagen ongezien te werk gaan betekende ook voor vijf dagen water, batterijen, eten etc., op de man meenemen. Dit meezeulend naast wapens en zware radio’s maakte de 18 km infiltratie te voet een redelijke fysieke inspanning.
Hoofdmacht Op maandag 19 maart 0900 lokale tijd arriveerde de eerste elementen van de hoofdmacht. Het ontplooien nam twee dagen in beslag. Forward Air Controllers grepen gronddoelen aan met fixed wing fire support met Tornado gevechtsvliegtuigen. Aansluitend werden in vijf waves parachutisten uit
ratons (TALO’s) uitgevoerd (2 x wave van elk vier C-160) voor het aanvoeren van de zware wapens bestaande uit Wiesel TOW en Wiesel MK. Ook arriveerden de steunende en logistieke eenheden waaronder een role2 medische eenheid. Genie uitrustingstukken arriveerden ter verbetering en onderhoud van de dirtstrip. Een Groundmove werd met brugslag over de rivier de ELBE in het gebied gebracht en maakte contact. Tussen de fixed wing vliegbewegingen werden met UH en CH-53 helikopters, geëscorteerd door Tiger gevechtshelikopters, aanvullende troepen ingevlogen en werd er medevac/casevac uitgevoerd. De eenheid had in anderhalve dag tijd een ieder ter plaatse en was gereed om de vervolgopdracht uit te voeren. Vanuit de ingenomen Forward Operating Base (FOB) hield dit een opmars over twee assen in naar de twee vastgestelde doelen (twee oefendorpen). De aanvalscompagnieën werden opgevangen door de verkenningsploegen, voorzien van de laatste informatie en begeleid naar de verkende starlijnen. De oorden werden genomen, EU burgers ontzet en teruggevoerd naar de dirtstrip en gereed gemat voor extractie (Non Combatant Evacuation
Gedacht oefenverloop C-160 Transall transportvliegtuigen gedropt. Hierbij sprong ook de equivalent van de Nederlandse Tactical Command Post (TACCP) mee. Aansluitend werden ook de materiële drops uitgevoerd. De para’s zijn onmiddellijk uitgewaaierd en namen verdedigende opstellingen in om zo de beveiliging van de dirtstrip te waarborgen. De TACCP werd onmiddellijk operationeel. De volgende dag werden er acht Tactical Air Landing Ope-
Operation - NEO). Het was indrukwekkend om te zien dat het bataljonsniveau in staat was om zoveel verschillende assets te synchroniseren en een Airland, Airdrop, Air Assault en Groundmove op elkaar af te stemmen. Met de wetenschap in het achterhoofd wat een BAME (Brigade Airspace Management Element) betekent aan coördinatie en wat het inhoudt om tot in detail alleen al het luchtStafoverleg
31
Don’t just be a cloud builder. Be a rainmaker.
IT thought leaders and over 1 billion end users profit from clouds built on a NetApp storage foundation. To make sure your storage architecture is designed to deliver all the rewards the cloud has to offer, visit NetApp.com/BuiltOn.
Scan to learn how to reap the full rewards of the cloud. Get the app at 2dscan.com. ©2011 NetApp. All rights reserved. Specifications are subject to change without notice. NetApp, the NetApp logo, and Go further, faster are trademarks or registered trademarks of NetApp, Inc. in the United States and/or other countries. All other brands or products are trademarks or registered trademarks of their respective holders and should be treated as such.
Gedachte concept of operations. Nota bene de smalle strook tussen de verticaal 04 en 07 in het bos fungeerde als dirtstrip van de TALO landing van de C-160 Transall. ruim en 3D gebruikers af te stemmen op het gevechtsplan, was ik onder de indruk van deze prestatie. Een oefening als deze valt of staat natuurlijk met de aanwezigheid en inzetbaarheid van alle middelen. Een daadwerkelijke parachute-inzet is niet na te bootsen en een Tactical Air Landing Operation evenmin. Om het maximale eruit te halen waren alle trainingsdoelen van de verschillende eenheden op elkaar gelegd en was men bereid om elkaar hierin ook te steunen. De belangrijkste reden van de aanwezigheid van al deze middelen voor een bataljonsoefening was het besef dat men oefende voor een daadwerkelijke NEO-inzet (‘train as you fight’). Niet voor niets is de uitvoering van een NEO met korte voorbereidingstijd één van de hoofdopdrachten van de Division Spezielle Operationen,de Luftlande Brigade en de bataljons. Een NEO is tot op compagniesniveau beschreven in SOP’s. Dit noodzaakt tot gezamenlijke trainingsmomenten waarbij alle elementen, grond en lucht, deelnemen en dezelfde taal spreken.
Lessons Learned De parallelle planning op bataljons- en pathfinderpelotonniveau verliep goed. Een gezamenlijk Duits /Nederlands optreden in multinationaal verband is uitstekend mogelijk. De afstemming van de 3D-middelen was afgedekt door Air en Ground liaison officieren op bataljonsniveau. Door deze inbedding wordt de besluitvorming aanzienlijk
korter. Er hoeft niet heen en weer te worden geverifieerd tussen de grondeenheid en luchteenheid en andere luchtruimgebruikers over wat er wel en niet mogelijk is. Airborne inzet is een vak apart en de hoofdtaak van een Fallschirm Jäger Bataillon. Daartoe beschikt het bataljon binnen alle bataljonssecties over alle kennis (van opgeleide parachutisten tot aan dispatchers/afwerpers) van het hoogste tot op het laatste niveau. Het commandovoeringsproces van het Pathfinderpeloton/SpezialZug loopt parallel aan dat van het bataljon. De formulering van het oogmerk is de start. Een goed uitgevoerde missie analyse en terugkoppeling houdt de planning op koers. De werkwijze om bij inzet een functionaris achter te laten bij de hoofdeenheid, in de vorm van een Mission Manager, heeft zijn nut bewezen. Het heeft onze Duitse counterparts ervan overtuigd om op eenzelfde manier te gaan werken. Wij hebben deze mission manager aangevuld met opgeleid verbindingspersoneel en een eigen Inlichtingenfunctionaris. Dit personeel is bekend met de Pathfinder procedures en rapportages. Hierdoor konden we zelfstandig de isolatiefase van de ploegen faciliteren en de berichtgeving afhandelen en vertalen. In het besluitvormingsproces werd met Falcon View, Google Earth, terreinstudies van MilGeo en open source middelen specifiek ingezoomd op de benodigde landingslocaties.
33
Intell Packages toegelicht door de bataljons S2 maken de voorbereiding compleet. Sommige actuele informatie moet door verkenning verkregen worden. Dit geldt voor meteo ter plaatse, grondmeting, obstakelruiming en doel en gebiedsverkenning. Deze informatie vanuit het operatiegebied moet duidelijk, helder en compleet zijn. Vanuit de sectie 2 van 11 AMB is er in de Pathfinder rapportages extra ruimte gemaakt bij elk bericht. Hier meldt de pathfinder zijn ‘comment’ en ‘assesment’. Dit bleek nuttig. De Duitse compagniescommandanten hebben hun geplande wijze van optreden aangepast op basis van de UAV inschatting en het advies van de man te velde. Het vermoedelijke trainingskamp bleek ter verdediging te zijn voorbereid. Omzetten van waargenomen activiteiten in een zo compleet mogelijk en duidelijk bericht vereist oefening. Het geven van een ‘comment’ en ‘assesment’ vereist zelfstandigheid en durf. In ieder geval zijn in de gehele inlichtingenlijn de rapportages gewaardeerd. Het viel mij op dat er voor een bataljonsoefening van een Duits parachutistenbataljon, meer vliegtuigen, helikopters, jachtvliegtuigen en externe eenheden zoals UAV/EOV beschikbaar waren dan bij een Nederlandse brigadeoefening. Voor het uitvoeren van militaire evacuaties (NEO) liggen draaiboeken klaar. Benodigde randvoorwaarden zijn geïnventariseerd. Dit betekent dat een NEO met een korte waarschuwingsen voorbereidingstijd kan worden uitgevoerd. De afgelopen jaren heeft het Pathfinder peloton geïnvesteerd in vaktechnisch Engels op elk niveau. Dit heeft zijn nut bewezen in goede Engelstalige rapportages, verbindingsprocedures en bevelsuitgiftes. Het gebruik van een zogenaamde Combat Control Team (CCT) door het Duitse Spezial Zug met daarin alle 3D gerelateerde functionarissen benodigd in de landingsfase is realistisch. Een operationele, tactisch in te zetten Air Cell te velde zorgt ervoor dat er één coördinatiepunt is voor Air Commander en Ground Commander voor het gebruik van het luchtruim. Een Spezial Zug kan twee van deze
34
De Chinook helikopter - het werkpaard van 11 Air Manoeuvre Brigade teams uitbrengen met daaromheen de rest van het peloton in de vorm van verkenningsteams en technische teams voor het uitzetten van de Air Landing Zone of Drop Zone. Deze CCT bevoegdheden heeft het Nederlandse Pathfinderpeloton niet.
stand houden van Heli Landing Zones ten behoeve van Air Assault en het uitvoeren van medevac. Verder heeft zij de bevoegdheid om dit ook uit te voeren bij oefeningen daar waar het Pathfinderpeloton in de Nederlandse situatie een stap zijwaarts moet maken
“Het kunnen uitvoeren van militaire evacuatie omhelst meer dan de voorbereiding van de aparte componenten.” Afronding De oefening EISREGEN was een mooie gelegenheid om te kijken in de Duitse keuken. Het was een verademing te zien dat de randvoorwaarden om een duidelijke operationele opdracht uit te voeren aanwezig waren. Alle deelnemers hadden namelijk baat bij het uitvoeren van de oefening omdat deze een 1:1 relatie heeft met de eigen operationele opdracht. Het kunnen uitvoeren van militaire evacuatie omhelst meer dan de voorbereiding van de aparte componenten. Het gaat om de afstemming en de integratie van het geheel. ‘Train as you fight’ kwam hier klipp und klar naar voren. 373 Fallschirm Jäger Bataillon en de enablers hoeven niet te bedelen om de beschikbare middelen om een opdracht uit te voeren. Zij kunnen daarover tijdens de realistische training beschikken. Zo heeft de Spezial Zug de opdracht: het kunnen verkennen, voorbereiden en in stand houden van Drop Zones voor personeel en materieel, het kunnen verkennen, voorbereiden en in
voor personeel van de Nederlandse Defensie Paraschool. Die hebben namelijk de taak om de veiligheid van het binnen loodsen van parachutisten te waarborgen. Zo maken wij in de Nederlandse situatie de verantwoordelijkheid nodeloos complex en voeren we niet uit conform ‘train as you fight’. Ook is de SpezialZug, in tegenstelling tot het Nederlandse Pathfinderpeloton, vrije val opgeleid en inzetbaar om net als alle buitenlandse pathfinder eenheden ongezien hun inzetgebied te bereiken. Ook hebben zij de bevoegdheden van een Combat Control Team (CCT) om het luchtruim initieel te beheren. En tenslotte beschikken zij over Forward Air Controllers om voorafgaande aan de inzet van de hoofdmacht randvoorwaarden scheppend te zijn. Het gras is niet altijd groener bij de buren, soms wel. De vraag is eerder hoe serieus wij de operationele taken van het Pathfinderpeloton nemen. Verkopen wij gebakken lucht of wordt het tijd prijskaartjes te verzilveren?
Helden sterven jong! Ritmeester b.d. mr. Paul. Warnar Het geschiedde in die jaren, omstreeks 1964 of 1965, dat onze pelotonscommandanten van de tankpelotons, toen ook al zeer jong, soms doldriest, gedreven, ambitieus maar ook enigszins onervaren met hun Centurionpeloton een grote slag wilden slaan. Het mooiste was toch wel een frontale aanval, ‘recht op de meid’ genoemd, met vijf Centuriontanks (toentertijd de sterkte van een tankpeloton) om de vijand in één klap te vermorzelen. Dat ging ze vaak wel goed af, maar dat het ook faliekant verkeerd kon aflopen leest men hierna.
De aanval Een peloton van 101 Tankbataljon trad in deze formatie op in een zogenaamd ‘Kommandantur’ weekend in Bergen-Hohne. Het aanvalsdoel was een gebied Stallüponen geheten, noord van de schietbanen 5 en 6. Bij een verkenning vanuit de voorste lijn lag het aanvalsgebied erbij als een Venus van Milo, een terrein waar een cavalerist van droomde om aan te vallen: verleidelijk, vlak, licht begroeid, goede waarneming. De instructiefilm ‘Pantser breekt door’ werd hier werkelijkheid. Op de kaart waren er wel wat blauwe horizontale streepjes te zien maar dat zou ongetwijfeld wel met de daar liggende DWL (duinwaterleiding) te maken hebben. Op ‘uur U’ overschreed het peloton, op tijd en op volle snelheid de VLET (voorste lijn eigen troepen). Met een snelheid
van bijna 25 mijl (40 km/u) was het een imposant gezicht deze ‘landships’ voorwaarts te zien gaan. Edoch, na een aantal honderden meters, nam de snelheid behoorlijk af, het terrein werd zeer drassig en modderig, het leek wel een moeras. De snelheid nam nog meer af en tenslotte bleven de tanks op hun buik hangen met doordraaiende tracks en dieper wegzakkend. Een tank dacht nog te kunnen ontsnappen door scherp naar links te draaien, met als gevolg dat hij bijna op zijn kant kwam te liggen. De aanval liep vast in het moeras. De vijand, goed ingegraven, speelde intussen Russische roulette en hield tevens de naderingwegen vanuit de zuidoostelijke en zuidwestelijke rich-
ting onder waarneming. Frontaal zou de bereden boze vijand niet komen vanwege het voor hun opstellingen liggende moerasgebied. Met satanisch genoegen zagen zij de aanval en het vastlopen daarvan voor hun ogen afspelen. Een makkie op de zaterdagmiddag, de wodka werd klaargezet. De schrijver van dit artikel was in die dagen gyro- en geschutsmonteur Centuriontank en kreeg de opdracht met de Centurionbergingstank de vastgelopen tanks te bergen. Een klus die hij altijd met veel plezier deed. Aankomend op het slagveld leek het een hopeloze situatie. Na een korte verkenning werd het bergingsplan opgesteld. Allereerst zouden de rechtuit vastgelopen tanks achteruit uit
35
het moeras getrokken worden met een enkele lierkabel (30 ton trekkracht) terwijl de tanks meehielpen door met laag toerental achteruit te rijden. De tankbemanningen hielpen mee de lierkabel van de bergingstank uit te rollen wat nogal tijdrovend was. Uw schrijver kon even mijmeren.
Mijmeringen In gedachten volgde hij de pelotonscommandant die ‘sneefde’ op het (moeras)veld van eer. Deze begaf zich op weg naar een tweesprong. Twee bars kijkende marechaussees wezen hem de richting van het bord CHOCOM (cavaleriehelopvangcommando). Daar aangekomen werd hij kritisch begroet door vijf zeer ernstig kijkende oversten b.d., oudcommandanten van 101 Tankbataljon. Hun gezichten gelooid door de frisse tegenwind die zij wel eens hadden ondervonden tijdens hun bataljonscommando en door het nuttigen van de inhoud van zeer vele glaasjes zeer oude jenever (gevuld tot en met een bolle meniscus). Zij stuurden onze jonge held en pelotonscommandant na hun intakegesprek door naar de HOPV (hoofdopzichter pek en veren). Een stokoude ritmeester b.d. met een geweldige snor, zeer vermoeid kijkend, ontving hem. Hij vertelde onze held dat het de gewoonte was een nieuwkomer altijd in te smeren met pek en hem daarna in de veren van een ijsko-
nijn te rollen. Helaas stonden beide artikelen op nalevering. Schuin links zag onze held een prachtige bar. Aan deze bar zaten een tiental zeer schaars geklede dames met elk een grote fles bier voor zich van het merk dat onze held ook wel eens dronk, eenmaal per jaar, in Amsterdam. Zijn hart maakte een sprongetje van vreugde. Het leek hier zo gek nog niet. Edoch bleek achteraf dat het vrouwen zonder gat en flessen zonder bodem waren.
De berging Teruggekeerd in de werkelijkheid lukte het de tanks, op één na, met de enkele lierkabel uit het moeras te trekken. De tank die links uit de flank had willen maken, lag er beroerder bij. Achteruit zou zeker niet lukken. Vooruit zou ook een lastige klus worden omdat deze vrijwel evenwijdig lag aan een dijkje. Verder was er geen andere mogelijkheid dit voertuig te bergen. De afstand van het dijkje was zodanig dat er slechts met één lierschijf (60 ton trekkracht) getrokken kon worden. De lierkabel was anders niet lang genoeg. Tegen alle bergingsprincipes in werd de tank eerst onder een hoek recht tegenover het dijkje getrokken. De praktijk bleek ook hier wat weerbarstiger dan de theorie. De vette moerasgrond liet dat toe. De bergingstank groef zich met zijn schop in het dijkje dat het gelukkig hield. Nog 40 meter en de tank stond weer op het droge. Tot mijn grote schrik begon de tank weg te zakken in het moeras, zodanig dat de moerasgrond over de koepel begon te schuiven. Uw schrijver zag zich ook al bij CHOCOM melden. Vlak bij het dijkje kwam de tank gelukkig weer naar boven.
De bijgaande foto’s geven een aardig beeld van de berging. De tankbemanningen zijn wel nog enige tijd bezig geweest om het tanks weer verplaatsingsgereed te maken, maar uiteindelijk verlieten zij inzetbaar het ‘slagveld’. Zij en ik een ervaring rijker. De weekendbreak kon beginnen…
36
wachtmeester Verwoerd wordt verbrijzeld, de arm wordt zonder medische instrumenten afgezet. De luitenant krijgt een scherf in het oor en bij het oog. Hij blijft zijn levenlang doof aan dat oor.
Onthulling gedenkteken te Lakemond Luitenant-kolonel b.d. Ed Westerhuis Op initiatief van de 2e voorzitter ‘Vriendenkring Wij Huzaren’, de ritmeester b.d. Hans Steenmetz, is op 8 mei 2012 bij Lakemond een gedenkteken onthuld dat herinnert aan de dood van vier huzaren van het 6e eskadron van 1e Regiment Huzaren tijdens de meidagen van 1940. Na vuurcontact met de Duitse invaller in de omgeving van Dodewaard en onder dreiging te worden afgesneden, trekt het wielrijderspeloton onder leiding van reserve-eerste luitenant G.H.J. Elshove zich op 11 mei 1940 terug naar Huize ‘Doeyenburgh’ en vandaar in noordelijke richting langs de Lakemondsche straat. Rond 18.00 uur rijdt huzaar van Dorth, schutter lichte mitrailleur, in een ongemarkeerde eigen mijnafsluiting. Het gewicht van zijn rijwiel met de Lewis mitrailleur aan de stang gebonden, is genoeg om een mijn te laten ontploffen. Huzaar van Dorth en naast zich zijn helper, huzaar Morren, zijn op slag dood en zwaar verminkt. Delen van de rijwielen hangen in de bomen rond deze plek. Omdat de lichamen naar een slootrand zijn geslingerd, gaat korporaal Palland proberen hulp ter verlenen.
Hij gaat de slootrand in en trapt daarbij eveneens op een mijn. Samen met de huzaar Hoogerwerf sterft hij ter plekke aan zijn verwondingen. De vlakbij staande wachtmeester Verwoerd en luitenant van Elshove raken zwaar gewond. Een elleboog van
Nabestaanden waren jarenlang onwetend van deze gebeurtenis. De heer Jan van Dorth jr. wist dat zijn vader in 1940 was gesneuveld. Maar verder was er thuis maar weinig over bekend. De familie is lang op zoek geweest naar antwoorden. Pas heel laat kwamen ze er bij toeval achter dat zijn naam op het monument in Voorthuizen stond. Heteren was de plaats die bij zijn naam vermeld stond als plaats van overlijden. Jaarlijks werd vader herdacht tot er een gesprek heeft plaatsgevonden met de ritmeester b.d. Hans Steenmetz. Hij deed onderzoek met een dramatische ontknoping. Onderzoek in boeken, bij instanties, maar vooral ook ter plekke, heeft er toe geleid dat in december 2007 een ‘gevechtsveldrit’ is gehouden met de familie en een kleine groep belangstellenden. Tijdens de toer, die veel emoties los maakte, is door een ooggetuige, Ger de Kat, verslag gedaan van de gebeurtenissen in mei 1940 en is veel duidelijk geworden. Na een korte toespraak door ritmeester b.d. Hans Steenmetz, werd door de heer Jan van Dorth jr. de plaquette onthuld. De familie werd een replica van het gedenkteken aangeboden. Twee leden van de Stichting Historische Verzameling van Heutsz ‘Benteng’ in het uniform van de infanterie wielrijders in mei 1940 vormden een erewacht. Een bloemenhulde besloot de plechtigheid.
37
Tweede luitenant Henk-Jan van Vulpen
Ritmeester b.d. Dirk van den Bergh (97):
‘Gezellig, alles kon en kameraadschap stond hoog in het vaandel!’ ‘Ik ben een beetje dovig, mag dat op deze leeftijd?’, zegt ritmeester b.d. Dirk van den Bergh. Het is geen ouderdomskwaal, maar een bekend euvel opgelopen door gebrek aan gehoorbescherming in zijn militaire loopbaan. Optreden te voet, paard, fiets of tank: Van den Bergh kan er over mee praten en weet het grijs verleden nog als de dag van gisteren voor de geest te halen.
Op 2 januari 1935 moest ik mij melden voor de dienstplicht. Ik werd ingedeeld bij het Eerste Eskadron, Tweede Regiment, op de oude Alexanderkazerne in Den Haag. Mijn eskadronscommandant was ritmeester De Kruijff. Hij was een bekend ruiter en werd meermalen Olympisch kampioen1. Jonkheer Beelaerts van Blokland (de latere generaal) was mijn pelotonscommandant.
Remonte Waarom ik koos voor de cavalerie? Tja, dat wapen sprak me gewoon aan. Na diverse opleidingen in optreden met paarden en pantserwagens werd ik op 1 juni 1938 geplaatst op het remontedepot in Nieuw-Milligen2. In die tijd was het paard een belangrijk onderdeel van het Nederlandse leger. Niet alleen de cavalerie, maar ook de veldartillerie en de bereden artillerie waren op paarden aangewezen. De paarden op het remontedepot waren afkomstig uit Nederland en Ierland. Ze waren over het algemeen te jong en niet sterk genoeg om meteen afgericht te worden. Bovendien vormden deze dieren vaak een bron van besmetting voor de andere paarden bij de depots en de regimenten. Daarom moesten de paarden in het remontedepot eerst op
38
Te paard in 1935
Harskamp in 1937 sterkte komen om een jaar later gezond en in goede conditie aan de troep te worden overgedragen. Een jaar later keerde ik terug naar het Derde Half Regiment in Den Haag. Toen in 1940 de oorlog uitbrak werden we ontbonden. Tijdens de bezetting ben ik overgestapt naar de Koninklijke Marechaussee. Mijn standplaatsen waren onder meer de Koninklijke Stallen in Den Haag, Heenvliet en Zundert. Ik kan me nog goed herinneren dat ik in mei 1945 NSB’ers moest bewaken in het Oranjehotel in Scheveningen. Bekende kopstukken als Mussert, Blokzijl en Van Geelkerken werden hier onder de douche gezet en afgeborsteld met straatbezems. Zijn ze daarna gefusilleerd? Dat kan ik me niet meer herinneren. Iemand doodschieten, dat ging niet zo gemakkelijk hoor.
‘Ophalen’ In juni 1945 werd de cavalerie heropgericht in Bergen op Zoom. We kwamen vanuit heel Nederland bij elkaar. Ik reisde vanuit Den Haag per boot vanaf Moerdijk naar de Prinses Irenekazerne in Bergen op Zoom, omdat er geen brug meer was. Jonkheer Jan Beelaerts van Blokland, geen onbekende voor me, was commandant van het hele spul. De cavalerie stelde toentertijd niet veel meer voor, materiaal was schaars. Maar daar brachten we verandering in. Via de aanvoerlijnen en depots kwamen we aan munitie van de Engelsen en Canadezen. En hoe we aan pantserwagens kwamen? Die gingen we ‘ophalen’.., zegt Van den Bergh met een brede grijns. We werden getipt wanneer ergens een of
meerdere voertuigen langs de weg stonden. Iemand die auto kon rijden ging dan mee, kroop er in, startte ‘m en nam het voertuig mee naar Bergen op Zoom. Let wel, er waren in die tijd maar enkele mensen die auto konden rijden. We waren dankbaar dat we zodoende toch aan (pantser) voertuigen konden komen. Maar, Bergen op Zoom lag te geïsoleerd. In december 1945 verhuisden we naar de Willem III Kazerne in Amersfoort. En wat we daar aantroffen: een rotzooi! De geallieerden hadden er een puinhoop van gemaakt. We hebben toen NSB’ers uit Kamp Amersfoort naar de Willem III gehaald: mannen en vrouwen moesten het terrein opruimen. Ze vonden het nog mooi ook, want ze kregen te eten bij ons. Vanuit Amersfoort gingen we naar vliegveld Deelen (in de oorlog het demobilisatie complex van de Engelsen en Canadezen), daar stond ook nog veel spul uit de oorlog, vrij nieuw maar wel intensief gebruikt. We knipten de hekken door en gingen naar binnen. En op de oude vertrouwde manier sleepten we Humber Scoutcar’s, Staghound’s en Otter’s mee naar Amersfoort. Ik werd instructeur op onder meer de radioschool, de Staghound, de Humber, de Chaffee en diverse Shermans. Vanaf 1953 kwam daar de Centurion bij. Mijn gezin verhuisde in 1950 van Den Haag naar Amersfoort. We gingen wonen in de voormalige radioschool, daar waar ik eerst les had gegeven, op het terrein van de Willem III kazerne.
39
gingen rijden hoorde je niet, je zorgde er maar voor dat je op tijd in de trein zat. Aangekomen op La Courtine wist je niet wat je zag: verschrikkelijk, wat een puinhoop hadden de Fransen daar achtergelaten. En wie moesten dat opruimen? Inderdaad! Daar waren we dus de eerste dagen druk mee. Maar, ik herinner me de oefeningen in La Courtine als een machtige en mooie tijd. We kochten vaten wijn (50 liter) zodat iedereen zich bij het eten kon bedienen. Er werd een flink slokje gedronken, prachtig vond ik dat! We brachten camembert en brie mee naar huis. Flessen wijn gingen in de loop van de Centurion (daar pasten ze precies in) de trein op, mee naar Holland. Onderweg sneuvelde natuurlijk een groot gedeelte.
De radioschool te Amersfoort in 1947 Rijwielexercitie Een van de mooiste periodes uit mijn loopbaan bij defensie was mijn functie als instructeur op de School Reserve Officieren der Cavalerie (SROC). Mijn pupillen kunnen zich ongetwijfeld mijn lessen rijwielexercitie nog heugen. Eerder had ik gediend bij het Eerste Regiment Wielrijders (behorend tot de infanterie, niet te verwarren met cavalerie wielrijders, red.), onder leiding van majoor Kloppenburg. Dit regiment vormde de Lichte Divisie in de meidagen van 1940, maar werd na de oorlog niet heropgericht3. Verplaatsen per fiets moest natuurlijk een beetje ordelijk verlopen. Mijn lessen rijwielexercitie waren gebaseerd op de oude vooroorlogse fietsen, dat waren doortrappers. Alleen na de oorlog hadden we ook fietsen met terugtrapremmen. Bij het commando ‘vooooorwaaarts’ kwamen we heel langzaam op gang. Bij het commando ‘halt’ hielden de mannen met de terugtrapremmen gelijk stil, terwijl de anderen nog een keer meegenomen werden met die trappers… Het hele zootje vloog op elkaar! Maar, ik heb het geprobeerd…
La Courtine Van 1959 tot 1964 werden grote oefeningen gehouden in La Courtine, een legerplaats midden in Frankrijk. Met een oefenterrein van ongeveer 70
40
vierkante kilometer was dit de enige plaats waar we in die tijd de ruimte hadden om goed te oefenen op bataljonsniveau. Later gingen we oefenen in Duitsland. Hoe de reis naar La Courtine was? Een roteind. We gingen per trein en waren lang onderweg. Dat kwam omdat alleen ’s nachts ge-
De treinreis naar La Courtine duurde ruim een week. Onderweg hadden we noodrantsoenen, die kookten we op de benzinebranders van de Centurions. Wat was het een gezellige tijd: kameraadschap stond hoog in het vaandel en alles kon! Dat is me het
Te velde in 1953. V.l.n.r. Owi Punt, Lkol Dorhout Mees en Owi van den Bergh reisd werd: de tracks van de Centurion tanks staken uit, waardoor tegemoetkomend treinverkeer ons niet kon passeren. Zodoende stonden we soms uren en soms dagen stil, wachtend op een zijspoor, totdat het spoor weer werd vrijgegeven. In de tussentijd vermaakte je je maar. Wanneer we weer
meest bijgebleven van die oefeningen.
Terugblik Als ik terugkijk op mijn loopbaan (van 1935 tot 1973, red.) mag ik niet mopperen. Ik heb jaren met veel plezier bij 43 Tankbataljon in ’t Harde en 41 Tankbataljon in Bergen-Hohne
Voetnoten: Kolonel b.d. Gerard P. de Kruijff (1890 - 1968) werd tweemaal Olympisch kampioen (Parijs 1924 en Amsterdam 1928). In die tijd was deelname aan hippische onderdelen op de Olympische Spelen alleen weggelegd voor legerofficieren.
1
In de trein naar La Courtine. V.l.n.r. Owi van den Berg, Aooi Timmler en Ritm Jhr. Groenix van Zoelen gediend, maar mijn mooiste momenten zijn toch wel mijn tijd als instructeur bij de SROC en mijn bevordering tot eerste luitenant van vakdiensten in 1967. Bij de beëdiging in Bergen-Hohne rukte een heel eskadron Centurions uit om te paraderen, met de standaard voorop. Dat gebeurde soms voor één of twee man. Tijdens zo’n defilé paradeerden alle mogelijke toeters en bellen voor je langs. Dat kun je je nu niet meer voorstellen. Toen kolonel b.d. Dick Hoogland begin jaren tachtig afscheid nam van 41 Tankbataljon, was net bekend gemaakt dat er geen defilé’s meer mochten worden gehouden. Toen stond het hele bataljon met tanks op de square in Hohne. Hoogland ging vervolgens aan het eind op het plateau staan. De tanks moesten terug naar de parkeerplaats en defileerden zodoende alsnog, met draaiende kanons, voor Hoogland. Ik voel me nog steeds verbonden met de cavalerie en ben al jaren lid van de VOC. Tot voor een aantal jaren geleden ging ik nog naar de maandelijkse borrel van de VOC op de Bernhardkazerne. Zo onderhield ik het contact. Jammer genoeg zijn er niet veel oude bekenden meer over - ik ga richting de honderd - en dan zijn er niet zo veel leeftijdsgenoten meer. Alleen maar jonge mannen van in de tachtig en natuurlijk de jonge garde.
Na het goud in 1924 prolongeerde de Nederlandse equipe in 1928 haar titel (samen met Adolf van der Voort van Zijp en Charles Pahud de Mortanges, beiden luitenant der Cavalerie). In het buitenland werd bewonderend gesproken over het hoge niveau van de Nederlanders. De Duitse hippoloog Gustav Rau schreef: ‘Het zweet van de ruiter, niet de klasse van het paard, bepaalde deze dagen de winnaars’. Remontedepot is een negentiende-eeuwse legerterm, afkomstig van twee Franse begrippen. Remonte is de jaarlijkse aanvulling van paarden bij de bereden wapens, om de gestorven of onbruikbaar geworden viervoeters te vervangen. Een depot is in dit verband een opleidingscentrum.
2
Het Nederlandse leger had vanaf 1886 de beschikking over een centraal remontedepot, gevestigd in Milligen op de Veluwe. Het bleef tot 1940 in bedrijf. (bron www.mindef.nl) De Regimenten Wielrijders werden na de oorlog niet heropgericht en de fiets verdween als tactisch vervoermiddel uit de defensieorganisatie.
3
Echter: in 2008 is de fiets bij de Koninklijke Landmacht wederom ingevoerd bij de inzet in Afghanistan. De tactisch beoogde inzet kwam overeen met die van het Regiment Wielrijders: verkenningspatrouilles. (bron: www. zuidfront-holland1940.nl)
Op de Leusderhei in 1954
41
een laatste Saluut Luitenant-generaal b.d. der Cavalerie Ruurd Reitsma Met de oplegging van de standaarden van RHS en RHPO op 16 september in de Koninklijke residentie Den Haag kwam een zichtbaar einde aan de naoorlogse rol van de Nederlandse zware Cavalerie in de Koninklijke Landmacht. Een afscheid, dat al was ingezet met de voorafgaande oplegging van de standaard van RHPA in 2007. De vele aanwezige (oud) Cavaleristen hebben zonder twijfel teruggedacht aan hun eigen opleiding, hun eigen peloton of eskadron en de vele momenten met hun tanks, zowel in oefeningen als bij de inzet in crisisgebieden. Het onder alle omstandigheden uitbuiten van de unieke combinatie van vuurkracht, mobiliteit en bescherming heeft hen gevormd, zowel individueel als bij hun regimenten en de Cavalerie gemaakt tot wat ze is. Zo’n moment van bezinning wordt versterkt met geluid en muziek. Of het nu het laatste schot was op 18 mei 2012 in Bergen-Hohne of de huzarenmarsen, die bij dit afscheid klonken. Hierbij passen de volgende dichtregels: Het laatste schot heeft geklonken, Het regiment in slaap verzonken, Maar door muziek te blijven maken, Zal het eens weer fier ontwaken. George Reuchlin
Dit alles heeft tot het initiatief geleid om ter gelegenheid van dit afscheid een cd uit te brengen met als titel:
‘Een laatste saluut’. Een ode aan de Cavalerie, waarin het paard, de ruiter, de tank en de bemanning zo’n grote rol heeft gespeeld. Daarom vinden we op deze prachtige cd ter ondersteuning van onze memorie, naast de eigen Cavalerie muziek ook muziek van onze partners, zowel op de Noordduitse laagvlakte als elders (Duitsers, Engelsen, Belgen en Fransen). Evenmin is de relatie met onze stamregimenten vergeten. Bovendien zijn er nummers opgenomen, die ons Cavalerie Ere-Escorte, dat de traditie van het ‘Hofregiment’ (Rode Huzaren) voortzet, daadwerkelijk kunnen ondersteunen bij de uitvoering van hun eervolle taak. Uiteraard is er ook ruimte gemaakt voor een muzikale knipoog naar het regiment Huzaren van Boreel, dat de taak heeft om de voortzetting van de tradities van de opgelegde tankregimenten mogelijk te maken. Deze fantastische cd was op 16 september al beschikbaar voor de vele aanwezigen. Voor hen die er niet bij waren en deze cd ook graag willen hebben is deze te bestellen bij oud reserve Eerste-Luitenant Jhr. Mr. J.G. Reuchlin,
[email protected] door storting van € 20,00 plus € 2,50 verzendkosten op de Nederlandse ING-rekening 374227 ten name van Jhr. Mr. J. G. Reuchlin, Brinker Weg 12, D-46395 Bocholt-Liedern, Duitsland met vermelding van naam, adres, postcode en woonplaats. De bestelde cd’s worden tussen 20 en 30 september toegestuurd. Diegenen, die als militair dienen of gediend hebben bij een van de Cavalerieregimenten, kunnen de CD tegen een speciale prijs van € 17,50 plus € 2,50 verzendkosten bestellen, indien zij behalve naam, adres, postcode en woonplaats ook aangeven bij welk regiment (RHB, RHPA, RHS of RHPO) zij dienen of gediend hebben.
Contributie VOC 2012
42
Bericht van de penningmeester: Het is fantastisch dat ruim 92% van de leden de contributie voor het jaar 2012 al heeft betaald, dan wel de penningmeester heeft gevolmachtigd om deze contributie alsnog per automatische incasso te innen.
nummer 159555 t.n.v . de VOC te Bussum onder vermelding van de naam voor wie u betaalt. Hoewel erin de oorspronkelijke brief geen einddatum stond vermeld, wordt u verzocht om uiterlijk voor 15 oktober 2012 het bedrag over te maken.
Vriendelijk verzoek aan de overige leden de penningmeester alsnog een mail te sturen waarin hij wordt gevolmachtigd de contributie te innen, dan wel de contributie ad. € 35,- alsnog over te maken naar rekening-
Penningmeester VOC Res Elnt Mr. Caspàr D.J. Bijleveld. E-mail:
[email protected] Telefoon 035 - 693 90 71 - Mobiel 06 - 30 27 49 83
Haantjesdiner Heinekenborrel op 12-12-2012 Op 12 december 2012 biedt de Raad van Bestuur van Heineken de leden van de VOC de 52e Heinekenborrel aan. Vorig jaar werd deze borrel bezocht door ongeveer 400 cavalerieofficieren. Ook dit jaar spreken het bestuur van de VOC en de organisator, de oud reserve eerste luitenant Maarten Rijkens, de verwachting uit dat u massaal gehoor geeft aan deze geweldige en gastvrije uitnodiging. Plaats van handeling is de Heineken Experience, Stadhouderskade 78 te Amsterdam van 17.00 uur tot 20.00 uur. Via de activiteiten-button op de website van de VOC kunt u zich opgeven (daarvoor moet u zich eerst inloggen). Voor vragen kunt u terecht bij reserve-ritmeester jhr. ir. M.O.M. van der Goes. E-mail: momvandergoes@ landgoedmaarsbergen.nl.
Het ‘Haantjesdiner’ voor cavaleristen en hun dames : een déjeuner dînatoire met muzikale omlijsting Op zondagmiddag 14 oktober 2012 wordt voor de 5de keer in restaurant de Waag op de Markt in Boxtel, het ‘Haantjesdiner’ georganiseerd. Een hedendaagse voortzetting van een Korpsmaaltijd van 14 september 1917 op dezelfde locatie. ‘Jonge haantjes’ vormden toen een wezenlijk onderdeel van de spijslijst. Deze traditie wordt thans in geheel andere vorm voortgezet. Vermoedelijk komt er ook geen haantje aan te pas. Dit déjeuner dînatoire is bedoeld voor (oud-) cavalerieofficieren en hun echtgenotes/partners/vriendinnen en heeft een wat informeel karakter. Tenue heren: tenue de ville (kostuum of nette blazer) met regimentsdas, dames: aangepast. Ontvangst: vanaf 16.00 uur. Ongeveer 17.00 uur aan tafel. Einde rond 19.30 uur. De kosten bedragen € 35,00 p.p. (excl. drank), na afloop te voldoen aan de bar. Het menu telt meerdere gangen met de keuze tussen vlees of vis. Het geheel wordt muzikaal omlijst door een combo van het Fanfarekorps van de Nationale Reserve. Er bestaat de mogelijkheid voor een tafelgewijze (groeps-) reservering van 4, 6 of 8 personen. Informatie en opgave bij voorkeur via e-mail
[email protected] of bij de oud reserve luitenant-kolonel D. van Zuidam. Mobiel 06-10053946. Opgave uiterlijk voor 8 oktober a.s.
Verslag algemene Vergadering 2012 De notulen van de laatste Algemene Vergadering der Vereniging Officieren Cavalerie te ’s-Hertogenbosch staan nu op de VOC website (www.voc-cavalerie.nl). U dient eerst in te loggen om het document te kunnen lezen.
Correctie VOC-Mededelingen nummer 2 - 2012 In de VOC-Mededelingen nummer 2 - 2012 staan bij de Mededelingen onder de kop ‘Ceremoniële ontbinding’ enkele onjuistheden. Wij werden hierop gewezen door luitenant-kolonel b.d. Schoemaker, waarvoor onze dank. Ten onrechte staat daarin RHPA genoemd. Dat regiment is al op 29 november 2007 in de Koninklijke Stallen te Den Haag ontbonden. Het gaat nu om het RHvS en het RHPO. De traditie van de (dan inmiddels)
drie ontbonden regimenten wordt bewaard door het RHB, hetgeen iets anders is dan het belasten met de traditiehandhaving. De tradities van de drie ontbonden regimenten worden geen deel van de tradities van het RHB. Aan een specifiek genoemd aantal tradities van de drie ontbonden regimenten zal wel uitvoering worden gegeven door het RHB. Bijvoorbeeld te noemen dan wel overeengekomen herdenkingen met troepen.
43
Stand van zaken Club van 100 (donateurs Reunie-orkest Trompetterkorps der Cavalerie) ofwel hoelang speelt het Reunie-orkest nog én wat zijn de kansen op een Jaarconcert in 2012 en 2013? Zeer geachte leden van de VOC, Al vaker heb ik uw aandacht gevraagd voor het feit dat het Reunie-orkest dat de tradities koestert van het Trompetterkorps der Cavalerie, in financieel zwaar weer verkeert. Dat is m.n. het gevolg van het in aantal afnemende verzoeken tot betaalde optredens. De oorzaak daarvan ligt in de teruggang in de economie en de mindere beschikbaarheid van subsidies. De teruggang in optredens heeft een bres geslagen in de financiele reserves en dreigde zelfs uit te monden in serieuze tekorten m.n. in de begroting 2012, waarin voor het eerst sinds 1995 een tekort (ter hoogte van € 2400) werd verwacht. Binnen de begroting waren al maatregelen getroffen om tot maximale kostenbesparing te komen. Het is al deel van het beleid geworden dat de leden van het orkest structureel (reis)kosten maken voor repetities en/of niet meer per bus naar optredens gaan maar met eigen vervoer, en daarvoor geen enkele tegemoetkoming ontvangen. Ook is het gebruik maken van het bedrijfsrestaurant op de kazerne tijdens repetities geschrapt en worden meegebrachte lunchpaketten gegeten. Zonder overdrijving konden de muzikanten worden betiteld als “de huzaren die het Trompetterkorps overeind houden”. Redenen voor het Bestuur om (ook) andere geledingen binnen de Cavalerie aan te spreken om aan de instandhouding van het Reunie-orkest bij te dragen. In februari j.l. is het initiatief genomen om een “Club van 100” op te richten van (streefgetal 100) mensen die de instandhouding van het Reunie-orkest willen ondersteunen door een bijdrage van € 100. Een artikel in de VOC-Mededelingen en de oproepen op de verschillende VOC-en/of regimentsbijeenkomsten, waarbij bestuursleden en de oud-Wapenoudste, de luitenant-generaal Ruurd Reitsma, zich als enthousiaste pleitbezorgers van de instandhouduing van de cavalerie-muziek hebben gepresenteerd, hebben hun uitwerking niet gemist. De doelstelling van het aantal 100 was gebaseerd op de inschatting van de emotionele binding met het fenomeen “Trompetterkorps der Cavalerie”. Dit streefgetal is echter, tegen de verwachting in, niet gehaald. Bij het verschijnen
44
van dit artikel zal wellicht gebleken zijn dat zelfs het getal 50 niet bereikt is. Voor de actuele stand van zaken verwijs ik naar www.trompetterkorpsdercavalerie.nl waar een nominatieve opsomming van de leden van de C100 is geplaatst. Voor de goede orde wijs ik er nog op dat bijdragen van minder dan € 100 in deze lijst formeel niet opgenomen konden worden. De conclusies van dit resultaat zijn, dat dank zij de ondersteuning van de Club van 100 het jaarconcert 2012 op 24 november a.s. in theater de Flint te Amersfoort is veilig gesteld. Maar voor de langere termijn : • het boekjaar 2013 zal bij de trendhandhaving van optredens wederom tekorten vertonen, indien de Club van 100 ophoudt te bestaan danwel in omvang vermindert • het “kleden”van nieuwe orkestleden zal dat effect versterken • hetzelfde geldt voor de noodzaak voor vervanging/ reparatie instrumenten Dit betekent dat een aanvullende fondsenwerving noodzakelijk is, anders zal het jaarconcert 2012 het laatste blijken te zijn. Daarom is besloten tot: • een herhaalde individuele oproep binnen het VOCbestand (bij deze) • eenzelfde individuele oproep binnen het VOOC -bestand • een verzoek aan de besturen VOC en VOOC tot structurele steun gericht op het realiseren van het Jaarconcert, een kostenpost van ca € 5000 Mocht u uw huzarenhart (ook) willen laten spreken als reactie op deze wake-up-recall dan verzoek ik u een bijdrage van €100 te storten op rekeningnummer 3591901 t.n.v. Secr Penn Stich Vrienden Tromp Korps Cavalerie. Uw naam zal worden vermeld als lid van de Club van 100 op de site van het TdC. U zult dan op de hoogte worden gehouden van de voortgang van het Reunieorkest en een VIP-uitnodiging ontvangen voor het jaarconcert op 24 november a.s. in De Flint te Amersfoort
Een eerste - droeve - aanleiding tot een officieel optreden zal zijn op 16 september a.s. waarbij het Reunie-orkest zal optreden in het kader van de plechtigheid t.g.v. de ontbinding van de beide zware-tankregimenten RHPO en RHS en het opleggen van de standaarden. Met het opheffen van het FKKLBW (Fanfarekorps Koninklijke Landmacht Bereden Wapens) is het laatste militaire muziekgezelschap dat in cavalerie-uitmonstering kon optreden, verdwenen. De honneurs van de cavalerie-
muziek worden dus nu nog alleen waargenomen door de huzaren-muzikant van het Reunie-orkest. Ik hoop van harte dat u ons wilt steunen deze cavalerie-traditie zolang mogelijk in stand te houden. Met huzarengroet, De voorzitter van de Stichting Vrienden van het Trompetterkorps der Cavalerie Brigade-generaal der Cavalerie b.d. George H. Eleveld
Overlijdensberichten Het bestuur van de VOC heeft de droeve plicht u in kennis te stellen van het overlijden van:
Jonkheer Mr. Marinus Willem Cornelis de Jonge Kolonel der Cavalerie b.d. Adjudant i.b.d. van Hare Majesteit de Koningin Rechtsridder van de Johanniter Orde in Nederland Officier in de Huisorde van Oranje Drager van de Bronzen Leeuw Oorlogsherinneringskruis met de gesp Oost-Azië en Pacific 1943-1945 Ereteken voor Orde en Vrede met de gespen 1947, 1948, 1949 en andere binnenlandse en buitenlandse onderscheidingen Overleden op 16 juli 2012 in de leeftijd van 100 jaar.
Maarten Michiel Slingenberg Luitenant-kolonel der Cavalerie b.d. Overleden op 9 mei 2012 in de leeftijd van 70 jaar.
Remko Radius Reserve Majoor der Cavalerie Overleden op 15 augustus 2012 in de leeftijd van 46 jaar.
Wij betuigen de nabestaanden onze deelneming en wensen hen veel sterkte toe.
45
Manoeuvreborrel 2012 Cadet-sergeant Niek Lobé Jaarlijks organiseert het bestuur van CRSV Kilacadmon samen met de wapenbroeders van CWI de Infanterist een Manoeuvreborrel. Dit samenzijn heeft tot doel om onderwerpen te bespreken die manoeuvre gerelateerd zijn, dan wel betrekking hebben op specifieke elementen van de verkennings-en infanterie eenheden. Om deze bijeenkomst kracht bij te zetten, worden er diverse sprekers uit de parate wereld uitgenodigd. Zoals de naam al doet vermoeden, wordt het geheel afgesloten met een borrel in de Spijkerbar. Op 16 juni jongsteleden stond een tweetal onderwerpen centraal, namelijk het zogenaamde Brigade Recce Detachment (BRD; onderdeel van de Luchtmobiele Brigade) en het Credo van de Krijger. De eerste luitenant van Scherpenzeel nam de presentatie over de BRD voor zijn rekening. Allereerst werden de verschillen, maar zeker ook de overeenkomsten, tussen luchtmobiele en cavalerie verkenners besproken. Daarna werd er dieper ingegaan op het verschijnsel BRD, wat gezien moet worden als een (samengestelde) eenheid die brigadeniveau van inlichtingen voorziet. Dit omdat de Luchtmobiele brigade niet over eigen verkenningscapaciteiten beschikt. Na verschillende uitdagingen van het concept te hebben besproken, was het tijd voor een korte pauze.
De tweede presentatie die avond, gegeven door luitenantkolonel de Boer (commandant 17 Pantserinfanteriebataljon), ging dieper in op het Credo van de Krijger. Het Credo is bedoeld om een helder beeld te scheppen over datgene wat van een infanterist wordt verwacht. Zo staat er onder andere in vermeld: ‘Ik ben bereid te vechten en heb de absolute wil om het gevecht te winnen’. Het Credo van de Krijger is terug te vinden op Youtube.com. U begrijpt wel dat er na afloop voldoende stof was voor vragen en discussie; ook in de Spijkerbar...
Meer dan 436 jaar Nederlandse Cavalerie in het Cavaleriemuseum te Amersfoort. De oude en de moderne Cavalerie in een uitgebreide, aantrekkelijke en zeer gevarieerde expositie. Voor iedereen een zeer attractieve ontmoeting met het meest traditiebewuste onderdeel van de Koninklijke Landmacht. Locatie: Bernhardkazerne te Amersfoort - Barchman Wuytierslaan 198 - 3818 LN Amersfoort . Telefoon 033 466 19 96 Openingstijden: di. t/m vr. van 10.00 uur tot 16.00 uur. Rondleidingen op afspraak. Legitimatie is verplicht.
46
Nieuws van de Commissie ‘Sprong Voorwaarts’
ontbrak. De aanname was eigenlijk al rond toen men ineens meldde dat de vacature werd aangehouden vanwege economische omstandigheden. Aanvankelijk jammer, maar later is de baan hem toch weer aangeboden. Dus al met al toch een succesvolle bemiddeling.
In de afgelopen maanden zijn verschillende artikelen in de media verschenen over het grote verloop van defensiepersoneel naar het bedrijfsleven. Dit geldt echter niet voor de cavaleristen die deel uitmaken van de knelpuntcategorieën. De conclusie is dan ook dat thans veelal de verkeerde categorie officieren en onderofficieren defensie verlaat. De commissie heeft daarom besproken of zij door moet gaan met het bemiddelen van cavaleristen niet behorende tot een knelpuntcategorie.
Anders is het eerste luitenant E. vergaan. Na aanmelding werd hij gekoppeld aan Rudolf van Schaik, één van de procesbegeleiders. Rudolf is sinds september actief in de regio Eindhoven om zowel bedrijven als kandidaten met elkaar in contact te brengen. Hij heeft een zeer actieve rol gespeeld om E. te introduceren bij Thales. Hoewel dat bedrijf bekend is met defensie, het jargon en de problematiek, heeft Rudolf uitgebreid de tijd genomen om de relevante sleutelspelers te informeren over stand van zaken, procedures en ondersteuning. Daarnaast heef hij E. gecoacht in het proces, adviezen gegeven en ‘snuffelstages’ voorgesteld. Thales heeft na een kennismakingsgesprek gezocht naar openingen en deze ook gevonden. Begin september is hij daar begonnen.
In overleg met de vertegenwoordigers van CLAS is besloten de werkzaamheden in beginsel wel te continueren maar per individuele casus te bezien. Het reorganisatieprogramma binnen CLAS gaat van start, beleidsvoornemens en concept reorganisatieplannen worden geschreven en uitgegeven. Eind 2012 en begin 2013 worden daarmee de reorganisatieprojecten concreter en ontstaat er een beter inzicht in de feitelijke overtolligheid. De numerus fixus verschuift ook nog enigszins, hetgeen consequenties heeft voor onze luitenant-kolonels en adjudanten. De situatie wordt voor hen niet rooskleuriger. De veel gehoorde kreten ‘het zal zo’n vaart niet lopen’ of ‘het is niet de eerste keer dat er zwarte wolken over ons heen drijven’ of ‘het zal mij niet overkomen’, zullen dit keer volgens defensie geen soelaas bieden. Veel cavaleristen denken nog steeds dat het met een sisser zal aflopen. Niets is naar verluid minder waar. De aantallen liegen er niet om en daarom is het des te verrassender dat de Commissie Sprong Voorwaarts eigenlijk sinds een maand of vier in een soort vacuüm verkeert: de commissie en de 37 procesbegeleiders staan klaar, maar er zijn geen nieuwe aanmeldingen. Het kan een stilte voor de storm zijn! Tegelijkertijd doet Commissie Sprong Voorwaarts werk voor een aantal kandidaten, die niet uit de knelpuntcategorieën komen, maar zich spontaan hebben aangemeld. Ik zal enkele
ervaringen met u delen. Zo vertelde ritmeester L., dat hij verrast was over de beoordeling van zijn CV en de vragen die hij erover kreeg tijdens een sollicitatiegesprek. ‘Ik had mijn CV toch echt volledig ontgroend en was er mij bewust van dat mijn gesprekspartner mijn ervaringen moeilijk kon inschatten. Ik deed mijn best en stelde vast dat betrokkene er eigenlijk geen idee van had. Ik moest alles uit de kast halen om hem een juiste indruk te laten krijgen en dan nog vraag ik me af of dat is geslaagd’. Een andere kandidaat heeft ondervonden dat het bedrijfsleven ook aarzelingen kent. Na vier gesprekken wilde de manager hem erg graag aan boord tillen; hij had goede referenties en was uit een aantal kandidaten veruit als beste naar voren gekomen hoewel aansluitende of bewezen ervaring
Dat de commissie niet alleen actief is voor de huidige dienstverlaters, bewijst de ondersteuning aan reservemajoor H. In de vorige reductieslag van defensie was hij in een civiele baan gestapt. Hij heeft een geweldige ontwikkeling doorgemaakt binnen dat bedrijf, maar kwam later toch tot de conclusie dat zijn toekomst daar niet lag. Recent nam hij contact op met Sprong Voorwaarts met de vraag of hij ook gebruik kon maken van onze netwerken. Wij reageerden positief en introduceerden hem bij een aantal toonaangevende consultancy bureaus. Dat leidde tot twee aanbiedingen. Op 3 september is hij begonnen aan een nieuwe baan. De voorzichtige conclusie is dat de activiteiten van Commissie Sprong Voorwaarts dus werken. De commissie en de begeleiders staan dan ook gereed voor (een grote hoeveelheid) bemiddelingen. Alleen moeten onze cavaleristen in de knelpuntcategorieën zich nog aanmelden. Grijp deze kans!
47
Boekbespreking Majoor Niels Roelen Boektitel
Task Force Uruzgan 2006-2010 Subtitel Getuigenissen van een missie auteur Onder redactie van majoor drs. J.M.H. Groen ISBN nr. 978 94 6190 830 8
Never judge a book by its cover, leerde ik vroeger op school. Het is een wijsheid die bij mij nooit stand heeft weten te houden, sterker nog, ze heeft nooit een voet aan de grond gekregen. Het eerste oordeel wordt, wat mij betreft terecht, altijd gevormd op basis van uiterlijk. Voor mij gaat de wijsheid ‘You never get a second chance to make a first impression’ op en dus houd ik het boek ‘Task Force Uruzgan’ voorzichtig in mijn handen en laat het ronddraaien. Het ziet er goed uit, gelikt zou ik bijna zeggen. Als ik het boek doorblader, vallen me veel dingen op: mooi papier, kleine letters en regelafstand, foto’s, de vele interviews, een mooi overzicht van de opbouw van het boek wat het lezen gemakkelijk maakt en een titel die eigenlijk al gebruikt was voor een boek waarin meerdere militairen zelf hun verhaal publiceerden onder redactie van Noël van Bemmel. Het boek bestaat uit interviews met in het totaal drieëntwintig jonge officieren. De interviews beslaan de gehele periode dat Nederland actief was in Uruzgan en bieden op die manier een uitgebalanceerd beeld van de missie. Waar in het begin vooral de focus lijkt te liggen op officieren uit de Battle Group komen later toch ook de Provincial Reconstruction
48
Teams, de genie, een Apache-piloot en een arts aan het woord. Wel miste ik hierin duidelijk het Korps Commandotroepen en de jonge officieren die zich bezig hielden met inlichtingen en verkenningen, die niet aan het woord komen, terwijl er over de operatie toch gezegd wordt dat deze ‘intell driven’ was. Sterk aan het boek vind ik de zorgvuldigheid waarmee de interviews zijn uitgevoerd. De auteur heeft zich niet laten leiden door een maximaal aantal woorden dat hij wilde besteden maar heeft ervoor gekozen om de belevenissen zo nauwkeurig mogelijk weer te geven. Ook de tijdlijn die voor in het boek staat maakt het mogelijk om bewust van de chronologie af te wijken. In mijn ogen is het ook geen boek dat je leest als een verhaal, maar waarin je een bewuste keuze maakt om een bepaald interview te lezen. Ook de kaartjes en de lessons learned vormen een mooie bijdrage, al ben ik wel van mening dat deze niet alleen mogen worden getrokken op basis van voornamelijk de ervaringen van pelotonscommandanten. Nadeel van het boek vind ik vooral dat het in eigen beheer is uitgegeven. Dit heeft niet alleen invloed op de oplage maar ook op de redactie. Door de minder professionele redactie ontstaan soms herhalingen die door het kleine lettertype met korte regelafstand van mij erg veel concentratie vroegen tijdens het lezen en het leestempo sterk omlaag haalden. Overigens ben ik het niet eens met de veelgehoorde stelling dat Uruzgan de uitzending was van de pelotonscommandant. Het was de uitzending van de compagniescommandant, maar in een groot aantal gevallen heeft die zijn verantwoordelijkheid niet genomen. Had hij dat wel gedaan had dit een hoop frustraties bij thuiskomst van de jonge officieren weggenomen. De redacteur onthoudt zich in het boek van een eigen mening. Hierdoor ontstaat vooral een goed en zuiver beeld van de uitdagingen waar jonge officieren tijdens en na complexe missies mee geconfronteerd worden. Het boek is een van de meest complete werken die ik over de missie in Afghanistan voorbij heb zien komen en daarom mag het als naslagwerk wat mij betreft in de boekenkast van geen enkele officier ontbreken.
In Memoriam Maarten Slingenberg Den Haag, 4 april 1942 - Den Haag, 9 mei 2012 Luitenant-kolonel der Cavalerie b.d. Toch nog onverwacht hebben wij afscheid moeten nemen van luitenant-kolonel b.d. Maarten Slingenberg. Tot het laatst toe was hij als broze verschijning aanwezig en betrokken. Een vertrouwde verschijning zullen wij niet meer in onze gelederen zien. Op ons rust de eervolle plicht om de herinnering aan hem te bewaren door hem te gedenken bij onze activiteiten. Een korte toelichting op zijn carrière lijkt mij op zijn plaats. Een zeer succesvolle carrière, begonnen als gewoon dienstplichtige bij de Zeemacht (met uitstel) op 4 september 1961 en afgesloten als luitenant-kolonel der cavalerie op 1 september 1998. Geselecteerd voor de opleiding tot reserve-officier van het wapen der cavalerie. Na zijn benoeming tot kornet op 23 juli 1963 werd hij geplaatst bij 11 Tankbataljon. Daar volgde zijn bevordering tot reserve-tweede luitenant op 1 juli 1964 en zijn beëdiging op 16 juli 1964. Daarna het gebruikelijke klein- en groot verlof. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en Maarten besluit zich voor de actieve dienst te melden. Hij is nauw betrokken bij de oprichting van het Cavalerie Ere Escorte. Voor zijn verdiensten bij het huwelijk van Prinses Beatrix en Prins Claus wordt hem de huwelijksmedaille 1966 toegekend. Na zijn benoeming tot eerste luitenant wordt hij in opleiding genomen tot examinator op militaire motorvoertuigen. Een zware opleiding op de Rij- en Tractieschool, die hij met succes op 14 november 1969 afsloot. Vervolgens een periode op de Rij- en Tractie School te Eindhoven. Op 1 november 1973 volgt zijn bevordering tot de mooiste rang die we bij het wapen kennen: ritmeester. Op 3 februari 1975 wordt hij als Commandant Opleidings Eskadron Centurion op het OCC in Amersfoort geplaatst. Op 4 oktober 1976 vertrekt hij als Commandant Stafstafverzorgingseskadron naar 59 Tkbat in ’t Harde. In 1979 volgt hij de voortgezette stafopleiding aan de Hogere Krijgsschool. De onderscheiding voor eerlijke langdurige en trouwe militaire dienst als officier wordt hem verleend op 6 december 1979. Hij zou uiteindelijk gerechtigd worden het cijfer 30 op deze onderscheiding te dragen. In 1980 wordt hem voor zijn verdiensten bij de Inhuldiging van Hare Majesteit Koningin Beatrix de Inhuldigingsmedaille 1980 toegekend. Op 26 mei 1981 vertrekt Maarten naar Libanon voor een uitzending bij de staf van het Nederlandse UNIFIL bataljon. De dag ervoor wordt hij tot tijdelijk majoor bevorderd. De herinneringsmedaille VN operaties met de gesp Libanon 1979 wordt hem
op 3 september 1981 toegekend. Ook wordt hem de United Nations Medal 6 (UNIFIL) toegekend. Op 30 september 81 keert hij terug om het jaar daarop wederom te worden uitgezonden. Vervolgens wordt hij bij het Ministerie van Defensie geplaatst Maarten Slingenberg en op 1 november Tekening door Rien Poortvliet 1982 effectief tot majoor bevorderd. Als adviseur van de Secretaris-Generaal maakt hij zich onmisbaar door zijn gevoel voor diplomatie, zijn kennis van de eigen organisatie en de daarmee samenhangende externe contacten. Hij wordt ook zeer gewaardeerd door zijn teamgeest en flexibiliteit. Kortom een functie op het lijf geschreven een onmisbare factor in de top van het departement. Zijn bevordering tot luitenant-kolonel vindt plaats op 1 januari 1991. Op 1 september 1998 volgt zijn functioneel leeftijdsontslag. Na zijn dienstverlating maakt Maarten zich uiterst verdienstelijk voor de gehandicapten ruitersport. Lang is hij nog actief in de Koninklijke Stallen, gesteund door de stalmeester kolonel Bert Wassenaar. Hoewel Maarten meer buiten dan binnen het Regiment heeft gediend, toonde hij een grote betrokkenheid bij het Wapen en het Regiment. Hij nam deel aan veteranenactiviteiten. Daarbij raakte hij ook in gesprek met Prins Bernhard. Deze vroeg hem of hij wel voldoende gewaardeerd werd voor zijn verdiensten op het ministerie. Maarten reageerde door met wapperende vingers op de lege ruimte op zijn epauletten te wijzen. Korte tijd later volgde zijn bevordering tot overste. Een fotograaf van het AD legde deze ontmoeting vast. De tafelvoorzitter van de VOC lunch den Haag, luitenant-kolonel Rosendahl Huber bood hem deze foto later aan. Bij het Regiment ontmoette ik hem nog met Lodie Voûte (die mij van de zojuist genoemde anekdote op de hoogte bracht) op een recent Diner de Corps in Leusden. Onze laatste ontmoeting was op 8 september 2011 in de Pulchri Studio. Betrokken en met een ongelofelijke inzet. Hij was er. Met het verscheiden van Maarten verliest het Regiment een cavalerie hoofdofficier pur sang, aimabel met een groot gevoel voor stijl, traditie en sociale verhoudingen. We wensen Arendine, het gezin en familie veel sterkte toe om dit grote verlies te kunnen dragen. Maarten deed het juiste en vreesde niemand. Luitenant-kolonel b.d. Eric Puik
49
In Memoriam Jhr. mr. M.W.C. de Jonge Weert 25 sept. 1911 - Den Haag, 16 juli 2012 Kolonel der Cavalerie b.d. Vorig jaar september vierde Marien zijn 100ste verjaardag groots met muziek van ons Trompetterkorps bij Huize Doorn. Hij vroeg als cadeau een bijdrage voor een bronzen plaquette op te dragen aan zijn jongere broer, de omgekomen verzetsheld Ernst. Voor deze bijzondere cavalerist, een echte ‘Ruiter’ commandant, was zijn laatste daad het onthullen in grote stijl van dit eerbewijs in hun studentensociëteit Minerva in maart 2012. Marien hield een herdenkingsrede van 40 minuten uit het hoofd. Marien was veelzijdig en rechtschapen. Hij hield zich aan hoge normen en waarden. Daardoor kwam hij rechtlijnig over, weinig bereid tot compromissen met mensen die daar helemaal geen rekening mee hielden, maar met een groot plichtsbesef. Marien bracht zijn kleuter en lagere schooltijd door in Indië en bezocht daarna het Baarns Lyceum. Hij studeerde rechten in Leiden. Na een actief race-roeien en studentenleven studeerde hij, aangespoord door zijn verloofde Corrie ter Horst, in 1938 af. In mei 1940 wilde Marien zich niet neerleggen bij de caputilatie. Hij had het geluk dat hij met een bijzondere vrouw (in april bevallen van zoon Jan Maurits) was getrouwd die instemde met zijn wens te vertrekken. In de Scheveningse haven zag Marien dat vier Delftse studenten de KNRM reddingsboot kaapten en hij sprong aan boord. In Groot Brittannië ging hij in augustus in miltaire dienst en werd in oktober 1941 als reserve tweede luitenant beëdigd. Direct na de Japanse aanval op Pearl Harbour vroeg Marien overplaatsing aan naar Nederlands-Indië. Zijn schip met militairen werd toen Indië viel, naar Ceylon gedirigeerd. Marien werd daar geplaatst bij het Korps Insulinde dat infiltraties in de door Japan bezette gebieden moest uitvoeren. Hij kreeg een Britse commando opleiding gericht op het opereren in de jungle. Marien is meerdere keren door een onderzeeboot afgezet op Sumatra. Hoewel Marien door zijn lengte en blonde haar moet zijn opgevallen wist hij een zodanig contact met de dorpshoofden te leggen dat hij nooit is verraden. Daaraan zal de kennismaking in zijn jeugd met de Indonesische maatschappij en het Maleis zeker hebben bijgedragen. Zowel Ernst als Marien werden ingezet voor gevaarlijk werk. Na de capitulatie van Japan werd Marien overgeplaatst naar Java. In maart 1946 mocht hij met verlof terug naar Nederland en werd na zes jaar herenigd met zijn gezin.
50
Jhr. mr. M.C.W. de Jonge (Foto uit VOC Mededelingen nummer 4 - 2011 tijdens zijn 100-ste verjaardag op Huize Doorn in september 2011.) Na zijn verlof werd Marien gevraagd als commandant van het 4e Eskadron Pantserwagens RHB naar Indië te gaan en in januari 1947 vertrok het eskadron naar de Oost. Zijn echtgenote wist eind 1947 op eigen iniatitief met de beide kinderen naar Indië te komen, een prestatie en een uitzondering. De verrichtingen van het 4e Eskadron in Nederlands-Indië zijn goed beschreven in Marien’s magistrale boek ‘Mijn Ruiters’. Marien was een goed en dapper aanvoerder met veel zorg voor de mensen die aan hem waren toevertrouwd. Hij hield ook de Britse cavalerie regel hoog ‘first the horses, then the men’, zijn pantserwagens waren de paarden. Zijn eskadron werd een van de meest gedecoreerde eenheden in Indië. De reserve ritmeester jhr.mr. de Jonge werd vanwege zijn bijzondere moedige en beleidsvolle daden onderscheiden met de ‘Bronzen Leeuw’. Terug in Nederland besloot Marien in beroepsdienst over te gaan. Hij volgde de Hogere Krijgschool en vervulde diverse functies in Amersfoort, Schaarsbergen en Den Haag. Na negen jaar oorlogservaring wel een overschakeling. De leukste plaatsingen, ook voor zijn echtgenote, waren adjudant van H.M. Koningin Juliana in Den Haag en Militair Attaché te Brussel. Voor mij als jong reserve officier waren kolonels als Six, Hoytema van Konijnenburg, van Diepenbrugge, Nix, Rouffaer, de Jonge en Heshusius een voorbeeld. Heren waar we met respect tegen opkeken. Oud reserve ritmeester ir. C.C.E. d’Engelbronner
In Memoriam Remko Radius 8 oktober 1965 - 15 augustus 2012 Reserve Majoor der Cavalerie Ik leerde Remko kennen als lichtingsgenoot 88-6 op de SROC. Remko kwam aan als vaandrig in DT met verbindingsdienstemblemen. Hij bleek zijn opleiding als ondervrager bij de SMID te hebben stopgezet om alsnog bij het wapen waar zijn hart lag te dienen. Remko was eerder als dienstplichtig wachtmeester ingedeeld bij 103 Verkenningsbataljon in Seedorf en was vastbesloten een plek als PC bij 41BVP in Duitsland te krijgen. Hoewel hij deze ambitie had, was Remko 100% een teamspeler aan wie je heel veel had omdat hij zijn kennis probleemloos deelde en gewoon een fijn persoon was.
onder de bijzetting van Prins Bernhard. Zijn nieuwe paard leek OK en bij de militaire wedstrijden deed Remko het goed. Hij haalde in mei van dit jaar zelfs het Militair Ruiter Bewijs in Goud. Het leek Remko allemaal goed af te gaan. Remko was in 2010 geselecteerd om als PC2 het onderofficieren en huzaren peloton te commanderen, iets waar hij naar uitkeek. Een ongelukje met zijn aangespannen pony en rijtuig resulteerde in een gecompliceerde onderbeenbreuk en een lange revalidatieperiode. Nadat hij weer in staat was zijn been te gebruiken en te rijden, was hij net helemaal klaar voor het commando bij de komende escorte-rit ter begeleiding van Hare Majesteit op Prinsjesdag. Het is hem blijkbaar niet gegund. Op 22 augustus hebben we hem op zijn laatste
Omdat hij met zijn verbindelaarspatjes opkwam werd hij door ons soms ook Remko Radio genoemd, hij wist in elk geval in de introductieperiode al hoe zo’n ding werkte. Ook nam Remko probleemloos een dagje mitrailleur MAG schieten als instructeur op zijn schouders als dat zo uitkwam. Remko was KVV-er en diende zijn tijd in Seedorf met heel veel plezier uit. Daarna startte hij in de Verenigde Staten de opleiding tot verkeersvlieger, die hij tot zijn grote spijt heeft moeten afbreken wegens gehoorproblemen, ironisch genoeg opgelopen bij een foutief uitgevoerde Foto: Prinsjesdag - Cavalerie Ere-Escorte ontlaadprocedure van een Oerlikon die hij als PC/instructeur moest begeleiden. weg begeleid. Gedragen door escorteurs, omzoomd door een Hij ging verder in de beveiligingsorgani-satie van Schiphol en indrukwekkende erehaag en met ereposten om de kist namen besloot vrij recent ook als reservist verder te gaan als OVR bij we in Lelystad afscheid van Remko, actief reservist in hart en de 43e Gemechaniseerde Brigade. nieren. Remko laat een zoon en dochter, een stiefdochter en vrienIkzelf ken hem vooral als ruiter bij het Cavalerie Ere-Escorte. din, familie en veel vrienden/collega’s die hem in hoge mate Ook daar was Remko een graag geziene gast en gewaardeerd waardeerden, achter. collega ruiter met wie het prima rijden was en ook bij de activiteiten buiten het rooster niet ontbrak. We gaan hem bijzonder missen, maar op Prinsjesdag rijdt Ook zijn vriendin Wendy met wie hij opnieuw het geluk gehij - in gedachten - mee in het Escorte, en wel vóórop! vonden had, kent iedereen die de laatste jaren bij het escorte aanwezig was. Remko reed voor het eerst mee in 1989 en Majoor b.d. Henk Jan Nix nam sindsdien aan zeventien bereden escortes deel, waar-
51
Regelmatig Terugkerende Bijeenkomsten Lunches
Borrels buitenland
Zutphen
Australië
Elke eerste donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in de Roskam te Gorssel, info: maj b.d. H.A.G. Nix. T 0575 52 80 02 E
[email protected]
Sydney, bij de oud res elnt drs. H.A.J. Sprangers. T (privé) 029 634 18 22 E
[email protected]
Den Haag
Brusselse VOC-borrel vindt plaats op uitnodiging en op wisselende locaties. Info bij oud res elnt D. Tromp, E
[email protected]
Elke tweede donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in de Pulchri Studio, Lange Voorhout 15, T: 070 358 94 74. Inlichtingen en opgave aldaar of bij lkol b.d. drs A.J. Rosendahl Huber. T 0655 99 18 08
Eemland lunch Elke derde donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in Huize van den Brink, Soesterbergsestraat 122 te Soest. Info en opgave bij kol b.d. mr. C.H. Blok. T 054 649 26 06 E
[email protected]
Rotterdam Elke derde woensdag in de derde maand van het kwartaal v.a. 12.00 uur in Roei en Zeilvereniging “de Maas”. Info: res elnt W. Aalders, E
[email protected]
Brabantse Lunch Elke vierde woensdag van de maand v.a. 12.00 uur in auberge de Waag, Markt 32 te Boxtel. Info en opgave bij de res lkol mr. D. van Zuidam. T 0411 61 02 19 E
[email protected]
Borrels Nederland Amsterdam/ ‘t Gooi De Henk Oortman Gerlings borrel wordt in beginsel in Loosdrecht gehouden in de maanden maart, juni en november. De borrel wordt gevolgd door een maaltijd. Aanmelden bij res ritm mr. M.P. Oortman Gerlings, E
[email protected] of bij de res lkol mr. J.F. Verhaert, E
[email protected]
52
België
Curacao Willemstad, bij oud res ritm F. Fontein. Flexibel qua locatie, datum en tijd. De Ketel One Vodka en Ketel 1 jenever staan altijd koud. T +59 99 461 0425 / +59 99 529 7027 E
[email protected]
Duitsland München. oud-res ritm Rob Zaagman no-digt (oud-)cavaleristen die in München zijn uit voor een borrel. Contact via: Consulaat-generaal van het Koninkrijk der Nederlanden, Nymphenburgerstrasse 20a, 5 Stock, München. T 089 206 02 67 16, F 089 206 02 67 30 E
[email protected]
Frankrijk Mornac sur Suedre, elke dinsdag bij oud res maj J.H. Goedkoop in Le Mornac, 21 rue des Halles, 17113 Mornac sur Suedre. T +33 546 22 63 20 E
[email protected] Opgave: tel. aanmelden 1 dag vooraf. Leden en niet leden op doorreis welkom bij kol b.d. mr. C.H. Blok, Château des Loges, 61250 Hauterive, Orne. T +33 233 82 67 56 E
[email protected]
Luxemburg Bij de oud res elnt jhr. T.C.H.N.G. van Rijckevorsel. T/F 00 (352) 770 436
Noorwegen Oslo, bij de Defensie attachee voor Scandinavie, lkol P. Teeuw. Leden en niet leden, altijd welkom. T +47 91 39 12 56 E
[email protected]
Spanje Cavaleristen in Barcelona zijn welkom om contact op te nemen met Mark Wuijten. E
[email protected]
Zuid-Afrika Cavaleristen wonend of op reis in Zuid-Afrika worden uitgenodigd deel te nemen aan een Cavalerieborrel, die bij iedere gelegenheid die zich aandient, zal worden gehouden in 7233 Greyton, Western Cape. Contact: lkol b.d. Leo Venrooy. T 00277 85 81 55 82 E
[email protected]
USA Lancaster (Pennsylvania), bij de oud res elnt W.R.H.M. van Huystee. T (kantoor) 717 393 15 51 T (privé) 717 393 30 05
Atlanta bij res ritm Robert B. Koch 44 05 10 209 ‘t Hoveke, 730 Mt Paran Rd NW, Atlanta Ga 30327. T 404 323 60 75 / 404 843 39 46 E
[email protected]
VOC Activiteitenkalender Het bestuur van de Henk Oortman Gerlings borrel deelt u mede dat de 26e HOG borrel zal worden gehouden op woensdag 3 oktober a.s. te Hilversum op de locatie ‘De Zwaluwenberg’. Wij zijn bijzonder verheugd met de ontvangen uitnodiging van de luitenantgeneraal A.C. Oostendorp, Inspecteur der Krijgsmacht. Voor aanmelding en informatie: zie VOC Activiteitenkalender.
VOC activiteitenkalender 29 september
18 oktober
24 november
Vriendendag Museum
VOC Eemland lunch
Optreden Reünieorkest
Nederlandse Cavalerie
Locatie: Soest
Trompetterkorps der Cavalerie
Locatie: Amersfoort
Info: Kol b.d. Blok
Locatie: Amersfoort
Info:
[email protected]
E
[email protected]
Info: Jim van Leersum E
[email protected]
03 oktober
24 oktober
28 november
HOG Borrel. Te gast bij de Inspecteur
VOC Brabantse Lunch
Generaal der Krijgsmacht.
Presentatie 42 BVE in de West
VOC Brabantse Lunch
Locatie: De Zwaluwenberg - Hilversum
Locatie: Boxtel
Locatie: Boxtel
Info: res Lkol mr. F.F. Verhaert
Info: oud res Lkol mr. D. van Zuidam
Info: oud res Lkol mr. D. van Zuidam
E
[email protected]
E
[email protected]
E
[email protected]
T 06 10 05 39 46
T 06 10 05 39 46
04 oktober VOC-lunchtafel
01 november
06 december
Locatie: De Roskam - Gorssel
VOC-lunchtafel
VOC-lunchtafel
Info: Maj b.d. H.A.G. Nix
Locatie: De Roskam - Gorssel
Locatie: De Roskam - Gorssel
T 057-528002
Info: Maj b.d. H.A.G. Nix
Info: Maj b.d. H.A.G. Nix
E
[email protected]
E
[email protected]
E
[email protected]
T 057 52 80 02
T 057 52 80 02
04 oktober Reünie Cavalerieschool
01 november
12 december
Locatie: Amersfoort
Bijeenkomst VOC / VOA.
Heinekenborrel
Info: Maj.H. Plakke
Wildmaaltijd met dames
Locatie: Amsterdam
E
[email protected]
Locatie: Oldenbroek
Info: oud res Elnt M.H. Rijkens
Maj. W.Plink
E
[email protected]
06 oktober
E
[email protected]
Militair Ruiterbewijs examens 10.00-16.00 uur
08 november
13 december Haagsche VOC Koffietafel;
Locatie: Legerplaats ‘t Harde
Haagsche VOC Koffietafel;
begin van de volgde 75 jaar
Info: Genmaj b.d. H.de Jonge
75ste verjaardag
Locatie: Pulchri Studio - Den Haag
E
[email protected]
(900e lunchbijeenkomst)
Info: Lkol b.d. drs. A.J. Rosendahl Huber
Locatie: Pulchri Studio - Den Haag
E
[email protected]
Info: Lkol b.d. drs. A.J.
T 06 55 99 18 08
11 oktober Haagsche VOC Koffietafel
Rosendahl Huber
jaarlijkse lunch met dames/partners
E
[email protected]
Locatie: Pulchri Studio - Den Haag
T 06 55 99 18 08
Info: Lkol b.d. drs. A.J. Rosendahl Huber E
[email protected] T 06 55 99 18 08
14 oktober VOC “Haantjesdiner” met dames.
VOC Brabantse Lunch Locatie: Boxtel
15 november
Info: oud res Lkol mr. D. van Zuidam
VOC Eemland lunch
E
[email protected]
Locatie: Huize van den Brink - Soest
T 06 10 05 39 46
Info: Kol b.d. Blok E
[email protected]
Déjeuner dînatoire met muzikale omlijsting van een militaire combo
19 december
20 december VOC Eemland lunch
23 november
Locatie: Huize van den Brink - Soest
Locatie: Boxtel
Regimentsdiner Regiment
Info: Kol b.d. Blok
Info: oud res Lkol mr. D. van Zuidam
Huzaren van Boreel
E
[email protected]
E
[email protected]
Locatie: volgt
T 06 10 05 39 46
E
[email protected]
53
Personeelsmutaties Rang
Naam
Arbeidsplaats titel
Afdeling
Omschrijving
Land
Kap/Ritm
Kalkhoven,Thomas P.
Waarnemer UNTSO
IFB OO UNTSO
Jeruzalem - 1(Nl)Vncie Untso
(ISR)
LtKol
Dungen, Johannes
STOFF Onderwijsontw SR
DP&O/SIE Instroom
Utrecht - Kromhoutkazerne
(NLD)
W.A.J. van den Elt
Jansen, Hendrikus J.M.
Ruiter (OFF)
CEE/1ESCORTEPEL/3ESCOUADE
Den Haag - Alexanderkazerne
(NLD)
Elt
Nix, Henk Jan
C-Standaardwacht (OFF)
CEE/Standaardwacht
Den Haag - Alexanderkazerne
(NLD)
Maj
Oosten, Erik H. van
STOFF PROJN SR
OOCL/HQ/SIE G5/Projecten
Apeldoorn - F v Bijnenkazerne
(NLD)
Maj
Pouwer, Peter
STOFF OG SR/INFOPS
OOCL/ST/SIE G3/BUR STVERL
Apeldoorn - F v Bijnenkazerne
(NLD)
Kap/Ritm
Schelling, Jacob J.J.
P&O-Adviseur
PLC/RPD STROE/P&O Uitv
‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne
(NLD)
Elt
Walravens, Stijn
medewerker Bestuursstaf
Afdeling
Den Haag - Frederikkazerne
(NLD)
Kap/Ritm
Buisman, Robert M.
Hoofd Sectie OPN/O&T/HFD OSTGP
30NRBAT/STDET/SIEOPN&OTNBC/CGP
Vught - Lunettenkazerne
(NLD)
Maj
Feith, J.W.
PLV C-NATRESBAT
20NRBAT/STDET/ST/PLV BCGP
Den Haag - Frederikkazerne
(NLD)
Kol
Keijsers, Tony
Hoofd afdeling J2 Inlichtingen
Afdeling J2 (Inlichtingen)
Den Haag - MvD Kalvermarkt
(NLD)
Maj
Vries, Noël de
PLV C-NATRESBAT
30NRBAT/STDET/ST/PLV BCGP
Vught - Lunettenkazerne
(NLD)
LtKol
Cramers, Lon
Senior Beleidsmedewerker
Afd. Personeelsbel & Rechtspos
Den Haag - Binckhorsthof
(NLD)
Maj
Pouwer, Peter
Hoofd Bureau OPN/CUROPS SR
OOCL/ST/SIE G3/BUR OPN
Apeldoorn - F v Bijnenkazerne
(NLD)
LtKol
Teunissen, Jeroen E.
Hoofd Sectie PL&INT
DP&C/AFD MC/PL&INT
Utrecht - Kromhoutkazerne
(NLD)
Kol
Broks, Dirk J.
Hoofd afd. Evaluatie
KD:Afdeling evaluaties
Den Haag - MvD Kalvermarkt
(NLD)
Kap/Ritm
Ypma, Daniël
Coordinator BPV
43MECHBRIG/ST/G3/COORDBPVGP
Darp - Johannes Postkazerne
(NLD)
LtKol
Krol, Theo van de
Adjudant van H.M. de Koningin
KD:Militair huis
Den Haag - Paleis Noordeinde
(NLD)
Tlt
Boomen, Niels
C-VERKPEL FENNEK
42BVE/2VERKPEL Oirschot - De R v Steveninckkz
(NLD)
J.M. van den Kap/Ritm
Boxtel, Frank A.W. van
medewerker Bestuursstaf
Afdeling
Den Haag - Frederikkazerne
(NLD)
LtKol
Arendse, Peter-John
Hoofd Sectie G2
43MECHBRIG/ST/SIE G2
Darp - Johannes Postkazerne
(NLD)
Maj
Ekelmans, Johannes A.
STOFF SCRIPT
OTCOPN/ST/BUR SCENARIO
Amersfoort - Bernhardkazerne
(NLD)
LtKol
Gorissen, Haran
Hoofd Sectie G3
13MECHBRIG/ST/SIE G3
Oirschot - De R v Steveninckkz
(NLD)
Maj
Keldermans, Harold
Senior P&O-Adviseur
PLC/RPD STROE/P&O UITV
Ermelo - Gen Spoorkazerne
(NLD)
Elt
Mulder, Maarten
OFF Missionmanagement/CBRN
103VERKESK/ESKST/MMGP
‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne
(NLD)
Kap/Ritm
Steenbrugge, Bastiaan
Docent HUMINT/SCENSCHR
DIVI/O&TRG/CIVHUMINT/IG HUMINT
‘t Harde - Lpl Bij Oldebroek
(NLD)
Tlt
Boven, Henk-Jan van
C-VERKPEL FENNEK
43BVE/2VERKPEL
Darp - Johannes Postkazerne
(NLD)
Tlt
Pijl, Jelte
C-VERKPEL FENNEK
43BVE/3VERKPEL
Darp - Johannes Postkazerne
(NLD)
LtKol
Boom, Nico
Hfd Sie Intern Oper.en Specops
Sie InternOperaties en Specops
Den Haag - MvD Kalvermarkt
(NLD)
Kol
Leuvering, Antonius A.
RMC/PLV C-MECHBRIG
43MECHBRIG/STSTCIE
Darp - Johannes Postkazerne
(NLD)
Kol
Bos, Willem van den
CS OTCO/PLV C-OTCO
STAF OTCO
Utrecht - Kromhoutkazerne
(NLD)
Maj
Steneker, Petrus K.
Accountmanager BaseCommando
OTCO/BASECO
Zoutkamp - Willem L V Nassaukz
(NLD)
LtKol
Wetters, Rob
STOFF Formatietraining SR
DT&O/Planning/Formatietraining
Utrecht - Kromhoutkazerne
(NLD)
Kol
Klaarbergen, Sybren van
Defensie Attache
HGIS DEFAT Moskou
Moskou - Ambassade Rusland
(RUS)
LtKol
Mezger, Jan W.
Defensie Attache
HGIS DEFAT Beiroet
Utrecht - Kromhoutkazerne
(NLD)
Elt
Mulder, Remco E.
Contact Handler
105FHESK/3FHTEAM
‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne
(NLD)
Kap/Ritm
Smits, Ringo
Docent/Supervisor FAC
OTCMAN/SGLS/INSTRGP FW&FAC
Arnhem - Oranjekazerne
(NLD)
Kap/Ritm
Vos, Ronny de
Hoofd Sectie Manoeuvre
SICT/SIE Manoeuvre
Uddel - Kamp Nieuw Milligen
(NLD)
54
Personeelsmutaties Naam: Horstra,Wouter Bevorderd tot: Vdg/Knt Ingangsdatum: 14-07-12
Naam: Boll, Sander Bevorderd tot: Elt Ingangsdatum: 23-06-12
Naam: Kuperus, Tom Bevorderd tot: Elt Ingangsdatum: 27-09-12
Naam: Berghout, Nicolaas C.G. Bevorderd tot: Maj Ingangsdatum: 01-09-12
Naam: Boven,Henk-Jan van Bevorderd tot: Tlt Ingangsdatum: 16-07-12
Naam: Post, Yorick H.B. Bevorderd tot: Elt Ingangsdatum: 16-08-12
Naam: Smits, Ringo Bevorderd tot: Kap/Ritm Ingangsdatum: 01-07-12
Naam: Gorissen, Haran Bevorderd tot: LtKol Ingangsdatum: 01-08-12
Naam: Pijl, Jelte Bevorderd tot: Tlt Ingangsdatum: 16-07-12
Naam: Quivooij, Joost Bevorderd tot: Elt Ingangsdatum: 16-08-12
Naam: Steneker, Petrus K. Bevorderd tot: Maj Ingangsdatum: 02-07-12
Naam: Broks, Dirk J. Bevorderd tot: Kol Ingangsdatum: 13-08-12
Naam
Slotemaker, Michiel A.J.
Leeftijd op ontslagdatum
50
Rang / Schaal
Elt
Naam
Kruithof, Remko W.
Leeftijd op ontslagdatum
47
Rang / Schaal
Elt
Naam
Vogt, Kaspar
Leeftijd op ontslagdatum
42
Rang / Schaal
Kap/Ritm
Naam
IJlzinga Veenstra, Ate van
Leeftijd op ontslagdatum
49
Rang / Schaal
Elt
Naam
Ploos van Amstel, Arnout M.
Leeftijd op ontslagdatum
48
Rang / Schaal
Elt
Naam
Mekers, Johannes W.T.M.
Leeftijd op ontslagdatum
56
Rang / Schaal
LtKol
Naam
Smit, Marcel
Leeftijd op ontslagdatum
56
Rang / Schaal
Maj
Naam
Eijk, Kevin A.T. van
Leeftijd op ontslagdatum
24
Rang / Schaal
Elt
1e VIO/VOC-Symposium 1 februari 2013 te Stroe Thema: inlichtingen op tactisch niveau! Welke behoefte heeft een operationele commandant?
NOTEER IN UW AGENDA!
Welke kant gaan we op met ISTAR?
De uitnodiging volgt nog... Neem actief deel aan de discussies over de toekomst van inlichtingen op tactisch niveau, bekijk de nieuwste ontwikkelingen van bedrijven en maak gebruik van de gelegenheid te netwerken binnen de manoeuvre.
Wat ervaart de werkvloer? Keynote speaker: lgen De Kruif
55