Meesters in hun vak Wijkverpleging nieuwe stijl
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
Inleiding door Margriet Torny
5
Voorwoord
7
1 Gedreven en bezield terug in de wijk
9
2 Werken doe je samen
19
3 De wijkverpleegkundige nieuwe stijl
27
4 Samenwerken loont
37
5 Excelleren kun je leren
49
Interviews met Monique Spreitzer, Bianca Walden, Lucien van Ruth, Lars Mokveld en Katelijne Schmeink
3
4
Jong geleerd, oud gedaan!
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
E
en meester in het vak word je niet zomaar. Daar is toewijding, discipline en de wil om permanent te leren voor nodig, een grondhouding die veilig heid creëert en de gave om met alles en iedereen te kunnen communiceren. In de wijk zie je mensen vaak in de meest kwetsbare situaties van hun leven maar ook in al hun schoonheid. Dit heeft me altijd geraakt en raakt me nog steeds.
Als oprichter en eigenaar van Zusters & Co geef ik samen met mijn co-zusters trainingen aan professionals in de zorg. In dit boekje wil ik mijn passie, kennis en kunde delen. Ik bied mijn visie op de toekomst en reik handvatten aan voor de wijkverpleegkundige ‘nieuwe stijl’. Deze handvaten kun je gebruiken in de praktijk van alle dag. De wijkverpleegkundige van nu is een duizendpoot. Zij bevordert gezondheid en betrekt de cliënt, zijn omgeving, andere hulpverleners, beleidsmakers en
haar organisatie daarbij. Deze vakvrouw en haar vak broeders/collega’s wil ik inspireren en ondersteunen met mijn kennis en ervaring. Ik laat ook wijkverpleegkundigen aan het woord die een training volgden bij Zusters & Co. Zij vertellen wat het effect is van de opleiding Excellerende wijkverpleging op hun directe werk en hoe zij hun kennis in de praktijk toepassen. Ook komen een directeur en een bestuurs voorzitter, mijn opdrachtgevers, aan het woord met hun visie over nieuwe zorg. Iedereen die de wijkverpleging een warm hart toedraagt wens ik veel plezier met het lezen van mijn pleidooi voor bezield vakmanschap. Vakmanschap door en voor wijkverpleegkundigen.
Margriet Torny Zusters & Co
5
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
Voorwoord
V
oor ik in 2009 bij ZonMw ging werken als secretaris van het programma ‘Zichtbare schakel. De wijkverpleegkundige voor een gezonde buurt’, maakte ik in mijn privésituatie al kennis met wijkverpleegkundigen. Mijn vader woonde nog in zijn eigen huis en wilde daar graag blijven. Hij at echter steeds slechter, nam zijn medicijnen niet in en raakte meer en meer de weg kwijt. Toen ik samen met mijn zus met behulp van een persoonsgebonden budget 24-uurs zorg bij hem thuis ging regelen, vroegen we de wijkverpleegkundige om met ons de zorg te coördineren. We vroegen haar minimaal een keer per week bij mijn vader langs te gaan om een oogje in het zeil te houden, de medicatie uit te zetten, te controleren of zijn zorg aangepast moest worden en de contacten met de huisarts en de apotheek te onderhouden.
7
Toen mijn vader hulpmiddelen nodig had, regelde de wijkverpleegkundige dit of wees ons de weg. Ze had oprechte aandacht voor mijn vader - die dat ook gezellig vond! - en een luisterend oor voor de familie. Al bij de aanvraag van het persoonsgebonden budget werd me duidelijk dat niet iedereen thuis zorg op maat kon regelen. De procedure voor de aanvraag van het persoonsgebonden budget was niet eenvoudig, evenmin de administratie voor de verantwoording van het budget. Het persoonsgebonden budget dekte de kosten voor de zorg niet volledig, dus er werd ook met eigen budget zorg ingekocht. Bovendien vroegen de contacten met zorgverleners en instanties veel geduld en tijd van ons als mantelzorgers. Ik werd dan ook enthousiast toen ik vernam dat ZonMw een vacature had om het Zichtbare schakel-programma
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
8
op te zetten en uit te voeren. Ik zag kans bij te dragen aan meer zorg op maat door wijkverpleegkundigen voor kwetsbare mensen die niet zo makkelijk zelf de weg vinden in de zorg en geen mantelzorgers hebben.
leden van diverse zorgorganisaties hun visie en ervaringen. Inmiddels heeft Zusters & Co honderden wijkverpleegkundigen getraind en gecoacht om in de wijk kwalitatief betere zorg en ondersteuning te bieden.
Dat wijkverpleegkundigen de afgelopen jaren zelf ook hun kans hebben gegrepen om voor deze kwetsbare mensen meer zorg op maat te bieden, blijkt uit dit boekje. Hierin verwoorden Margriet Torny van Zusters & Co, wijkverpleegkundigen en directie- en bestuurs
Doordat deze wijkverpleegkundigen inmiddels samen werken met andere zorg- en hulpverleners, instanties en vrijwilligersorganisaties sluit hun zorg beter aan op de vraag van cliënten en hun naasten en op gezondheids vraagstukken in de wijk.
Ineke Voordouw programmasecretaris ZonMw
1
Gedreven en bezield terug in de wijk
9
10
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
D
e echte wijkverpleegkundige komt weer terug. Liep je als wijkverpleegkundige de laatste jaren vaak nog taakgericht elke dag een rijtje cliënten af, in de toekomst kun je dat wel vergeten. Dat aan bod- en productgerichte werken heeft namelijk nooit gefunctioneerd. Het leek allemaal zo kostenbesparend en efficiënt in de jaren tachtig: het Centrum Indicatie stelling Zorg (CIZ) beslist welke verpleging de cliënt thuis krijgt en binnen hoeveel minuten een wijkverpleeg kundige bepaalde handelingen verricht.
Maar de kosten rijzen de pan uit en het idee dat het allemaal efficiënter zou kunnen, heeft weinig opgeleverd. Bovendien ziet de cliënt vaak meerdere zorgverleners met verschillende functieniveaus op bezoek komen. De een doet dit, de ander dat. Terwijl hij natuurlijk het liefst één gezicht ziet. Ondertussen overleg je als wijkverpleegkundige nog amper met je teamleden. De samenhang en de betrokkenheid is ver te zoeken. Dus gaan we weer kijken hoe wijkverpleegkundigen ooit werkten. En dat komt goed uit. Want de wijkverpleging is van het pad af geraakt.
Ooit werkten we als wijkverpleegkundigen zelfstandig en integraal. Als iemand bijvoorbeeld een open been had, keek je als wijkverpleegkundige hoe hij hieraan kwam. Je nam hier tijd voor. Had de cliënt misschien een hoge bloedsuiker, gebruikte hij zijn medicijnen verkeerd, had hij wellicht een hartkwaal of was er iets met zijn leefstijl? Want dat kan allemaal invloed hebben op een wond. Als wijkverpleegkundige bracht je dat in kaart en je vroeg een cliënt wat hij zelf aan zijn genezing kon doen. Wat hij in dit kader van jou als wijkverpleegkundige verwachtte en wat jij als wijk verpleegkundige kon bieden. Je overlegde eventueel met de huisarts of het ziekenhuis. En in acute gevallen handelde je gewoon. Je werkte vraaggericht en zorgde dat de cliënt in samenspraak met jou weer op de been kwam. Een intake duurde toen wellicht langer, maar het resultaat was er naar. Want de wond ging uiteindelijk sneller dicht. Dat was echt anders dan bij het aanbod- en productiegericht werken dat ervoor in de plaats kwam. Dit werken was namelijk gericht op het doen van een
11
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
12
handeling, zonder het effect in de gaten te houden. Het doel was de handeling en niet de genezing. Hierdoor ging het bij veel cliënten van kwaad tot erger totdat je van alles moest inzetten om de genezing voor elkaar te krijgen. Met alle ellende en kosten die hiermee gemoeid zijn. Deze ontwikkeling stond niet op zichzelf. In de hele zorg en in het onderwijs werd marktdenken de trend. Overal moest goedkoper en efficiënter worden gewerkt en verloren organisaties het vertrouwen in professionals. Dit was zo in tegenspraak met hoe je als wijkverpleegkundige in relatie tot je cliënt moest staan wilde een behandeling effect hebben. Toen de wijkverpleegkundige aan het eind van de 19e eeuw via kruisverenigingen aan het werk ging, had ze een vooraanstaande positie in de wijk of het dorp. Ze was een belangrijke spil. In haar eentje verleende ze allerlei vormen van zorg, gaf voorlichting en overlegde regelmatig met de huisarts over de patiënten. Doordat ze bij mensen thuis kwam, wist ze wat daar
leefde, was ze een vertrouwelinge, een vraagbaak en een luisterend oor. En dus makkelijker te benaderen dan de huisarts. Voor hem was ze een bron van informatie. Deze rol vervulde ze tot de jaren tachtig van de twintig ste eeuw. Totdat er meer beheerst en gecontroleerd moest worden en de wijkverpleegkundige haar autonomie verloor. Al die tijd was er veel kritiek op het productie- en aanbodgericht denken. Niet in de laatste plaats vanuit de sector zelf. Deze kritiek nam toe tot rond 2007 de trend zich keerde en een aantal voorlopers lieten zien dat integraal werken in kleinschalige autonome wijkteams effectiever en prettiger werkt en goedkoper is. Langzamerhand volgen andere thuiszorgorganisaties. Want er is geen ontkomen meer aan. Ze moeten ook wel want het krachtenveld verandert. Met de komende decentralisatie treedt de landelijke overheid steeds meer terug en krijgen gemeenten en zorgverzekeraars meer invloed hoe de gelden binnen
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
de wijkverpleging besteed gaan worden. En zij zijn niet blind. Zij kiezen voor kwaliteit en integraal werken. Met deze transitie komt de gedreven bezielde wijk verpleegkundige terug in de wijk. De wijkverpleeg kundige zoals ze was vóór de jaren tachtig: autonoom, zichtbaar in de wijk en iemand die weet van wanten. Al heb je als wijkverpleegkundige van deze tijd ook andere tools nodig zoals de begeleiding van cliënten via beeldcontact of tools die zelfmanagement bij een chronisch zieke stimuleren. Samen met je team zul je voortaan autonoom gaan bepalen hoe je de zorg wil organiseren en met wie je wil gaan samenwerken. Maar voor het zover is, heb je nog wel een weg te gaan.
13
14
De praktijk Monique Spreitzer Directeur bij Cordaan Thuiszorg
“Geef wijkverpleeg kundigen binnen kaders de ruimte”
“Door dat productgerichte werken hebben we onze wijkverpleeg kundigen echt in een keurslijf gedwongen. Vanuit een financiële drive om het allemaal efficiënt te doen, knipten we de functie decennialang aan alle kanten af en brachten deze terug tot een verzameling verpleegkundige handelingen. Toen via de motie Hamer geld beschikbaar kwam om de ‘oude’ wijkverpleegkundige weer terug te brengen in achterstandswijken, zochten we 25 mensen die deze rol op zich wilden nemen. Deze Zichtbare schakels deden de leer gang Excellerende wijkverpleging en waren zo enthousiast dat we dit daarna aan al onze 180 (wijk) verpleegkundigen wilden aanbieden.
We werkten tijdenlang in 24 hele grote teams met elk een team manager die (wijk)verpleegkundigen, wijkziekenverzorgenden, verzorgen den C en verzorgingshulpen aan stuurde. De verpleegkundigen en verzorgenden zagen elkaar amper. Binnen de groep verpleegkundigen hadden we zorgregisseurs be noemd die het grootste deel van de dag op kantoor alles rond de zorg regelden. De andere verpleegkundigen ‘liepen rijtjes klantzorg’. We ontnamen ze de ruimte om hun vak goed uit te voeren. Bovendien kregen cliënten door dat productiegerichte werken per maand soms wel dertig ver schillende mensen over de vloer.
We wilden terug naar wat wijk verpleegkundigen tijdens hun studie hadden geleerd: integraal kijken naar de cliënt, zoeken naar de vraag achter zijn vraag en op professionele wijze binnen een zekere ‘regelruimte’ naar de beste oplossingen zoeken. Dit zou nooit kunnen in de constellatie waarin we werkten. Om het anders te doen kozen we ervoor te gaan werken in kleine zelfregelende wijkteams met een mix van verpleegkundigen en ver zorgenden. Per zes à zeven teams hebben we nu één manager op afstand. Binnen de teams houden de verpleegkundigen de kwaliteit van de zorg op orde, ze coachen verzorgenden zorginhoudelijk, zorgen dat teamleden geschoold
15
16
worden, doen de intake en de aanvraag van cliënten en bepalen welke verzorgende het eerste aanspreekpunt is voor een cliënt. De wijkverpleegkundigen pakken ook coördinerende rollen op zodat het team zich kan neerzetten in de wijk en onderdeel vormt van een wijknetwerk. De teamleden zelf voelen zich weer verantwoordelijk voor de cliënten in hun wijk. Deze manier van werken is trouwens de trend in heel Neder land. De wijkverpleegkundigen terug in de wijk is hot. Het kabinet stelt hiervoor 200 miljoen euro extra beschikbaar. Samen met de huisarts en het maatschappelijk werk gaan zij bepalen hoe zorg en welzijn zo worden ingezet dat mensen zo lang mogelijk thuis
“Deze manier van werken is trouwens de trend in heel Neder land. De wijkverpleegkundigen terug in de wijk is hot.” kunnen blijven wonen en weer zelf de regie oppakken. Daarom is het belangrijk dat iedere wijk verpleegkundige opnieuw wordt opgeleid en weer aanleert wat wij hem de afgelopen jaren hebben afgeleerd. Binnen Cordaan Thuiszorg zijn de eerste teams net gestart met de transitie. Ze maken een scan waaruit blijkt hoe ze als team scoren op kwaliteit, positionering,
financiën en samenwerking binnen het team en in de wijk. Daarnaast doet elke (wijk)verpleegkundige een persoonlijkheidstest toege spitst op competenties die ze nodig heeft in haar nieuwe rol. De uitslagen van de testen kunnen de verpleegkundigen gebruiken als basis om te zien of ze samen een goed span vormen, om nieuwe plannen te maken en te zien waarop ze zich kunnen versterken.
Nu de teams de ruimte krijgen, zie je veel wijkverpleegkundigen opbloeien. Ze nemen weer initia tieven en stappen naar de huisarts. Ze voelen zich niet langer de loop jongen van de thuiszorg. Bovendien zien cliënten veel meer dezelfde gezichten.
De gemeente Amsterdam wil nu met zorgverzekeraar Achmea dat we onderzoeken hoe we vanaf 2014 met minder geld meer cliënten kun nen voorzien van de beste zorg en diensten en hoe we nieuwe (goed kopere) vormen van ondersteuning voor ze kunnen ontwikkelen.
Willen we toekomstbestendig zijn, dan moeten we zorgen dat onze verpleegkundigen het werk weer leuk gaan vinden en dat we ons werk anders organiseren. Thuisverpleging wordt in de nabije toekomst vergoed via de Zorgverzekeringswet (Zvw). Met deze overheveling en daarnaast de decentralisatie van persoonlijke verzorging en begeleiding naar de Wmo dan wel de overheveling naar de Zvw wordt er flink bezuinigd.
Tegelijkertijd neemt de zorgvraag toe omdat mensen langer thuis blijven wonen en vergrijst Amster dam langzamerhand. Het is een enorme zoektocht naar wat de wijkverpleging hierin samen met welzijn en de huisarts kan betekenen. Ondertussen lopen we nu nog aan tegen de indicering vanuit het CIZ waardoor we gefinancierd worden op basis van productie. Alles wat
we extra doen - buiten de indicatie - kunnen we niet declareren. Onze brede blik vormgeven, de vraag achter de vraag verduidelijken, mantelzorgers erbij betrekken, het netwerk van de cliënt versterken en telefonisch overleggen met de huisarts en welzijn gebeurt dus allemaal uit de marges van de uurtarieven. Er zitten natuurlijk grenzen aan wat wij nog voor elkaar kunnen krijgen met minder geld. De energie die wij altijd staken in het zorgen voor cliënten zullen we nu steken in het zo organiseren dat cliënten weer grotendeels voor zich zelf leren zorgen. Al dan niet met hulp van familie, buren en vrijwilligers.”
17
18
2
Werken doe je samen
19
20
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
D
e zorg in de wijk is de laatste twintig jaar veel complexer geworden. Zeker in de zogenaamde achterstandswijken. Om maar wat te noemen: er is hier een enorme toename van verslaafden en eenzame en kwetsbare ouderen die geen contact hebben met hun buren en amper gebruik kunnen maken van mantelzorgers. Er zijn veel allochtonen die de Nederlandse taal nauwelijks spreken. En, door dat de GGZ zich steeds meer terugtrekt, komen hier steeds meer bewoners met verstandelijke beperkingen of psychiatrische problemen. Al deze mensen hebben vaak niet alleen gezondheids problemen maar ook veel andere sores. Mede doordat de maatschappij individualistischer is geworden. Professionals willen wel iets voor hen doen, maar de vraag is hoe zij deze mensen bereiken. Het inzetten van wijkverpleegkundigen is een oplossing. Want doordat zij op een laagdrempelige manier contact maken komen ze vrijwel overal binnen. Bovendien kunnen zij alle hulp in de wijk aan elkaar verbinden en op elkaar afstemmen.
Wil je met de zorg iets bereiken in de wijk, dan is samen werken een voorwaarde. Doe je dat niet, dan heb je een probleem en kun je het wel vergeten. Je kunt als wijkverpleegkundige niet meer werken zonder huisartsen en andere hulpverleners in te schakelen. Want een cliënt met medische problemen heeft als gevolg hiervan vaak ook sociale en financiële problemen. Maar ook binnen je eigen team doe je het samen. Samen met je collega’s. Om te beginnen sta je als team borg voor elkaar, je weet goed wat de kwaliteiten zijn van elk teamlid en benut deze optimaal. Wees er dus alert op dat iedereen doet waar zij goed in is. Als een teamlid bijvoorbeeld sterk is in het omgaan met agressie, snapt waaruit het agressieve gedrag van een cliënt voortkomt en weet wat goede interventies zijn om met dat gedrag om te gaan, regel je natuurlijk dat zij naar deze agressieve cliënt gaat. Buiten je team komt het vooral neer op nauw samen werken met andere hulpverleners in de eerste lijn: huisartsen, fysiotherapeuten, maatschappelijk werkers,
21
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
22
schuldhulpverleners, woningbouwcorporaties, de ouderenzorg, mantelzorgers, ziekenhuizen, jeugdzorg. Als wijkverpleegkundige ken je ze allemaal. Je zorgt dat de lijnen met hen kort zijn zodat je ze direct kunt inschakelen voor de juiste hulp of kunt doorverwijzen als je een probleem signaleert dat je niet zelf kunt oplossen. Andersom geldt het ook. Andere hulpver leners moeten jou direct kunnen bereiken als een cliënt zorg nodig heeft die jij kan bieden. Weet dus goed hoe je een netwerk opbouwt en waar je zelf voor staat. Met alle hulpverleners die bij een cliënt betrokken zijn trek je een plan. Stem af wie wat doet en zorg dat één hulpverlener de zorg voor die cliënt coördineert. Zorg dat iedereen zich houdt aan de afspraken. Want één zwakke schakel kan weer een nieuw probleem veroorzaken. Afhankelijk van de problemen in de wijk bouw je tevens netwerken op met vertegenwoordigers van verschil lende religieuze en humanistische stromingen. Deze mensen heb je bijvoorbeeld nodig als een cliënt
spirituele bijstand wil als hij ernstig ziek is of gaat sterven. Via hen kun je mensen bereiken die niet in een hulpverlenerscircuit zitten maar wel gezondheids risico’s lopen. Denk aan Marokkaanse vrouwen met kans op diabetes voor wie je via de moskee een voorlichtingsbijeenkomst kunt organiseren. Via deze vrouwen kun je ook achterhalen hoe je met preventie het best bij hun leefstijl aansluit. Van belang is dat je bereid bent je te verdiepen in de cliënt. Welke culturele gewoontes heeft hij, welke religieuze achtergrond en hoe gaat hij om met ziekten? Hoe leeft hij? Zoom hierop in. Vraag de cliënt bijvoor beeld waar hij geboren is, tot welke groep of religie hij binnen zijn geboorteland behoort en weet welke levensstijl hierbij hoort. Het heeft geen zin om een cliënt aan het hardlopen te krijgen als hij liever beweegt op muziek. Ga op zoek hoe je contact met hem kan krijgen en zie dat als een uitdaging. Waar ligt de opening? Wees sensitief. Vogel uit wie zijn mantelzorgers zijn, of de cliënt nog andere contacten heeft in de wijk en welke dat zijn.
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
Om de zorg te verbeteren moét je dus wel samen werken in de wijk. Maar ook buiten de wijk kun je daar niet omheen. Want wil je iets voor elkaar krijgen, dan moet je wel nadenken over je positie in het hele krachtenveld waarin je zit. Neem de organisatie waarbinnen je werkt. Kies er voor om samen met je collega’s als inhouds deskundigen mee te beslissen over het beleid: vertel bijvoorbeeld wat professionals moeten weten en kunnen en volgens welke beroepsrichtlijnen ze moeten werken. Dat de zorg niet kan zonder hoogwaardig en goed opgeleide medewerkers aan het bed. Laat de onderhandelingen met zorgverzekeraars en gemeenten niet over aan je bestuur. Want als geen ander weet jij als professional waar het in de praktijk om gaat. Vertel wat je tegenkomt in de uitvoering en beargumenteer op basis van je ervaring waarom zorgverzekeraars iets moeten opnemen in hun pakket. Vertel ze bijvoorbeeld waarom het
goed is om goede hulpmiddelen te indiceren voor incontinentie na een bevalling. Als verpleegkundige werk je dus steeds meer samen. In plaats van individueel op pad te gaan om een rijtje cliënten af te lopen, werk je steeds meer in groepsverband. Dit vraagt natuurlijk om een nieuwe wijkverpleegkundige. Een autonome en verantwoordelijke professional die breed kan kijken en een volwaardige gesprekspartner is. Een professional die het resultaat van zijn werk, de cliënt en zijn eventuele mantelzorgers centraal stelt.
23
24
De praktijk Bianca Walden Wijkverpleegkundige in de wijk Holendrecht in Amsterdam Zuidoost. Werkt sinds kort bij Cordaan Thuiszorg in een zelfregelend team met twee wijk verpleegkundigen, een verpleegkundige en twaalf ziekenverzorgenden.
“Een klant is vaak gemotiveerder als hij zelf de regie heeft en het belang van iets inziet”
Hoe vindt jouw team het om integraal te werken? “Met name dat we in zelfregelende teams werken, spreekt de meesten erg aan. Dat we werken met een faciliterende manager op afstand en zelf onze doelen binnen bepaal de marges kunnen bepalen, geeft ons veel vrijheid. Toch vinden sommige collega’s de omslag naar integraal werken lastig. Ze zijn wel goed in het verlenen van zorg maar vinden alles erom heen gewoon te veel. Ik vertel mijn collega’s over de leergang Excellerende wijkverpleegkundige waar ik zelf heel enthousiast over ben. Door hen scholing aan te bieden en mogelijkheden zich te ontwikkelen hoop ik ze mee te krijgen.”
Op welke cliënten richten jullie je? “Uit informatie op internet, onder zoeken van de GGD, navraag bij de huisarts en het buurthuis blijken bewoners met hart- en vaatziekten, Hindoestanen met diabetes en Marokkanen en Hindoestanen in de terminale fase het vaakst voor te komen in Holendrecht. Op deze drie doelgroepen richten we ons met name.” Hoe bereik je deze cliënten? “Wij houden spreekuur en in de buurthuiskamer bieden we pro gramma’s aan met hulp van folders in verschillende talen. Daar vertel ik wat we willen in de wijk en deel visitekaartjes en flyers uit. In Holendrecht wonen veel verschil lende culturen. Dat maakt het soms
moeilijk om contact te krijgen met een klant. Maar gelukkig hebben we een gemengd team met Antillianen, Spanjaarden, Surinaamse Creolen en Hindoestanen, een Israeliër, een Chileen en een Hollander. Dus samen kijken we wie we het best kunnen inzetten. Als niemand van ons de taal van de klant spreekt, vragen we mantelzorgers om hulp of we zetten tolken in.” Signaleer je ook bij cliënten thuis? “Als ik zie dat een klant bijvoorbeeld erg is afgevallen of een vervuild huis heeft, bespreek ik dat met hem om samen tot een plan van aanpak te komen. Zo nodig vraag ik hem of hij het goed vindt dat ik zijn situatie met de huisarts of met een hulpverlener uit een andere
25
26
discipline bespreek. Als een klant het probleem niet inziet, leg ik uit waarom hij iets wel moet doen en probeer samen met hem doelen vast te stellen. Desnoods bena druk ik het belang hiervan wil hij zelfstandig blijven wonen. Maar ik krijg alleen iets voor elkaar als een klant het leuk vindt iets te ondernemen en het zelf belangrijk vindt.” “Wij hebben ook te maken met zorgmijders. Bij hen moet je heel veel vertrouwen winnen. Soms doe ik dat door vaak koffie met iemand te drinken of ik probeer hem via mantelzorgers te motiveren. Als iemand echt niet wil meewerken en bijvoorbeeld opname dreigt, overleg ik met onze netwerkpartners. Maar bij extreme gevallen is het vaak een
kwestie van pappen en nathouden en ben ik al blij dat ik binnenkom.” Hoe leg je contact met andere hulpverleners? “Met de huisarts overleg ik als wijkverpleegkundige al regelmatig. Om contact te leggen met andere hulpverleners is het belangrijk dat ik een korte beschrijving van mijn functie formuleer, vertel wat de toegevoegde waarde is van onze dienst, waarin wij ons onderschei den van andere aanbieders in de wijk en waarom ze zorg bij onze dienst zouden moeten inkopen. De wijkverpleegkundigen van Cordaan Thuiszorg die meedoen aan het project Zichtbare schakels hebben een breed netwerk met partners uit allerlei disciplines.
Met deze wijkverpleegkundigen ga ik mee naar overleggen en intro duceer me dan. Ter plekke filter ik met wie we kunnen samenwerken. Ik deel onze visitekaartjes uit en maak kennismakingsafspraken.”
3
De wijkverpleegkundige nieuwe stijl
27
28
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
A
ls wijkverpleegkundige nieuwe stijl verleen je natuurlijk in de eerste plaats goede zorg. Dit wil zeggen: naast het uitvoeren van allerlei verpleeg kundige handelingen, vergroot je vooral de zelfredzaam heid van de cliënt. Dit kun je alleen als je goed kijkt wat er aan de hand is, goed luistert naar wat hij te zeggen heeft en navraagt of er nog meer speelt. Je zoekt boven dien naar ingangen hoe je contact kunt krijgen met mensen die erg beschadigd zijn. En niks vind je gek. Al sta je versteld van wat je tegenkomt. Want leerde je nog in de opleiding dat reinheid, rust en regelmaat de norm is, de praktijk laat je wel wat anders zien. Die praktijk is fantastisch want het laat de mens zien in al zijn verschijningsvormen. Hoe ze leven en wonen. Dat kan in een kamer zijn vol papegaaien of met een levensgrote hond die op je schouders springt zodra je binnenkomt. De voorwaarde om het vak goed te kunnen uitvoeren is dat je nieuwsgierig bent en blijft naar wie mensen zijn, hoe ze zijn en waarom ze doen zoals ze doen. Een goede wijkverpleegkundige laat mensen in hun waarde en heeft respect voor hoe anderen
leven. Want alleen als je geen oordeel hebt, creëer je openingen en kun je echt contact hebben met je cliënten. Je voegt echt waarde toe aan de hulpverlening. Want als wijkverpleegkundige zorg je dat er wordt omgekeken naar mensen die in de verdrukking zitten en zijn afge sloten. Dat mensen met een lage sociale status zorg krijgen. Als er iets aan de hand is, ga je erop af. En vrijwel overal kom je binnen want je wekt vertrouwen op. Cliënten hoeven ook niet met je te praten of in therapie. Zij zijn leidend voor wat je doet. Als wijkverpleegkundige kom je in eerste instantie slechts om hen te helpen en niet om te betuttelen en te vertellen hoe ze het anders moeten doen. Je werkt dus in een vaste wijk en kent alle professionals in die wijk die met zorg, welzijn en wonen te maken hebben. En de wijk kent jou. Dát is buurtgericht werken. Als wijkverpleegkundige ben je zichtbaar aanwezig en elke bewoner kan jou op straat aanspreken. Je bent sociaal en kunt met allerlei soorten mensen omgaan.
29
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
30
Ook met mensen uit zeer diverse etnische groepen. Voor mensen die zwaar beschadigd zijn ben je zelfs een vertrouwenspersoon. Naast dat je veel medische kennis hebt, ben je ook op andere terreinen bekend. Zo weet je bijvoorbeeld veel van psychiatrie en verslavingsproble matiek. En voor je collega’s en andere hulpverleners ben je dus altijd bereikbaar. Samen stemmen jullie de werkzaamheden op elkaar af. Maar wil je het welzijn en de gezondheid van mensen in de wijk verbeteren en hun zelfredzaamheid vergroten, dan ben je als wijkverpleegkundige op meer terreinen thuis. Zo heb je goede communicatieve vaardigheden. Je peilt aan welke informatie cliënten en hun mantel zorgers behoefte hebben en bespreekt dit op een open en respectvolle manier. Tegelijkertijd kun je je goed presenteren en positioneren in de wijk. Je weet waarvoor je gaat en bent een waardevolle gesprekspartner voor je collega’s, je organisatie, de huisarts en andere hulpverleners. Je kunt met allerlei
soorten sociale media omgaan zodat je ook digitaal met je cliënten kunt communiceren en informatie kunt uitwisselen met je collega’s en andere hulpverleners. Via internet weet je hoe je de nieuwste informatie op je vakgebied kunt opsporen. Resultaten van wetenschappelijk onderzoek en nieuwe ontwikkelingen houd je als reflectieve beroeps beoefenaar goed bij. Je weet hoe je deze kunt toe passen in de praktijk van alle dag. Continu werk je aan je eigen ontwikkeling en onderneem je actie om tekorten aan kennis in de beroepspraktijk te verhelpen. Bijvoorbeeld door wat je tegenkomt in je werk te ver talen naar je team en je organisatie en te bespreken of jullie er iets mee kunnen. Je vraagt je collega’s om feedback, geeft ze feedback en samen kijk je hoe je je vak nog beter kunt beheersen en uitvoeren. Want je werkt in een team met collega’s die je kunt vertrouwen. Het zijn mensen die, net als jij, voor hun vak gaan en bijstuderen. Je hebt connecties met landelijke ontwikke lingen op je vakgebied en bent actief binnen je eigen beroepsvereniging.
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
Tegelijkertijd stel je grenzen. Je hebt duidelijk op je netvlies wat jouw taken zijn, die van je collega’s, de arts en andere hulpverleners. Wie wat doet in de grijze gebieden bespreek je met elkaar. Als gezondheidsbevorderaar ondersteun je cliënten om meer zelfredzaam te worden. Lukt dit maar gedeeltelijk, dan houd je altijd een vinger aan de pols om te voor komen dat ze weer terugvallen. In complexere situaties schakel je eventueel hun mantelzorgers en netwerk in. Je signaleert wanneer cliënten extra hulp nodig hebben en je weet wanneer en hoe je ze doorverwijst. Als deze cliën ten zelf niet meer kunnen beslissen, handel je. Of het nou gaat om medische hulp, zorg, welzijn of wonen. Mensen met een hoog risico op gezondheidsproblemen benader je actief, eventueel via voorlichtingsbijeenkomsten. Verplegen in de wijk is organiseren. Je houd het wel en wee van je cliënten in de gaten en zoekt samen met hen naar oplossingen. In complexe situaties neem je als een soort poortwachter de regie op je als het gaat om de inzet van andere hulpverleners. Of je zorgt dat
een andere hulpverlener deze coördinerende taak op zich neemt. Multidisciplinair overleg met die andere hulpverleners krijg je van de grond. Hierbinnen weet je te overtuigen wie voor wat verantwoordelijk is. Samen maak je beleid op cliënten en organiseer je wat nodig is om een situatie niet uit de hand te laten lopen. Naar je eigen thuiszorgorganisatie ben je actief. Zo ben je alert op fouten en incidenten in de praktijk en hoe je de zorgverlening kunt verbeteren. Met kosten, middelen en materialen kun je omgaan. Als wijkverpleegkundige ben je bovendien bevlogen en betrokken en heb je visie hoe je de kwaliteit binnen je werk kunt bevorderen. Als het kan werk je evidence based. Je meet, monitort en screent je werk systematisch. Je bent op de hoogte van protocollen en standaarden in de zorg, maakt deze toepasbaar en voert ze uit in de wijk. Ontbreekt er iets, dan bespreek je dit in je eigen thuiszorgorganisatie en je beroepsvereniging. Je bent dus proactief op alle fronten. Dat is je basis houding.
31
32
De praktijk Lucien van Ruth Bestuursvoorzitter van ViVa! Zorggroep
“Onze wijkverpleeg kundigen leren dat het primair gaat om het welbevinden van cliënten”
“De meeste van onze cliënten zijn veel gelukkiger als ze actief zijn dan wanneer ze alleen worden verzorgd. Het invaliderend effect van zorgen is gigantisch. Als je cliënten het vertrouwen kunt geven dat het ze lukt om zelf iets voor elkaar te krijgen en je helpt ze daarbij, bespaar je veel zorg.
productiegericht uitvoeren wat in de indicatie staat.
Het vak wijkverpleging dient dus een andere invulling te krijgen. Het gaat in eerste instantie niet meer om zorg maar om het welbevinden van mensen: kijken naar cliënten en vragen en bieden wat ze nodig hebben om weer zelf iets te kunnen doen en zich prettig te voelen.
Twee jaar geleden kwamen we erachter dat we niet nog heel lang zorg konden verlenen zoals we deden. Door het productiegerichte werken waren veel van onze 120 (wijk)verpleegkundigen in hun schulp gekropen en hadden het afgeleerd om met huisartsen te praten. Er was een enorme afstand. Soms kenden ze elkaar alleen indirect. Dit kon niet langer want met het merendeel van de cliënten is van alles en nog wat aan de hand waar je vooral met de huisarts over moet praten.
Daarvoor voer je ook gesprekken met cliënten, hun mantelzorgers en netwerk. Dat is zoveel beter dan
Vroeger was de wijkverpleegkun dige de baas in de wijk. Zij vertelde de arts wat er verpleegkundig
moest gebeuren. We waren dus het spoor bijster en wilden anders gaan werken. Jos de Blok, de initiatiefnemer van Buurtzorg, stimuleerde ons de teams weer de verantwoordelijkheid te geven voor hun eigen werk. Wij willen daarnaast ook professioneler gaan werken vanuit het perspectief van onze cliënten. Nu zitten we in een compleet veranderingsproces. Om dit in gang te zetten hebben we samen met Zusters & Co en onze (wijk) verpleegkundigen gekeken naar hun beroepsprofiel op de vier leefgebieden woon- en leef omgeving, participatie en sociale redzaamheid, mentaal welbevinden en lichamelijk welbevinden en zijn nu bezig met een grootscheepse
33
34
“Nu al blijkt het effect. Cliënten krijgen meer contact met elkaar, gaan bij elkaar buurten en doen iets voor elkaar.” scholing. Iedere (wijk)verpleeg kundige doet de leergang Excelle rende wijkverpleging om breder te leren kijken. Zij die niveau vijf niet hebben stimuleren we deze opleiding te gaan doen.
helpenden en een fulltime wijk verpleegkundige. Zij voert niet alleen verpleegkundige handelingen uit maar overziet ook de hele dienst verlening en kijkt vooral mee of haar team kwalitatief en zorgvuldig werkt.
We implementeren kleine zelf sturende teams met twaalf tot vijftien medewerkers. Hierin zitten ziekenverzorgenden, verzorgenden,
Deze wijkverpleegkundige kent de wijk goed. Ze legt hier contacten, weet wie er wonen, wat bewoners nodig hebben, wie er in hun
netwerk zit en wie de andere hulp verleners zijn. Ze heeft dus een generalistische functie en gaat met een aantal andere verpleegkundigen een pool vormen zodat het team 24 uur per dag bereikbaar is en dus continuïteit kan garanderen. Sinds een jaar zetten we veel meer activiteiten in om onze cliënten te activeren. We kijken wat ze nog kunnen en stimuleren ze daarin zodat ze meer en meer in hun kracht komen en blijven. Zo geven we bijvoorbeeld met behulp van extra menskracht muziektherapie aan dementerenden, organiseren we beweegweken en koffieochtenden en onderzoeken we het effect van een alzheimerkoor. De bedoeling is dat de teams die activiteiten straks zelf gaan doen met de cliënten.
Nu al blijkt het effect. Cliënten krijgen meer contact met elkaar, gaan bij elkaar buurten en doen iets voor elkaar. Er is ook minder onrust en gedoe omdat mensen zich beter voelen waardoor de vraag naar zorg afneemt. Dit nieuwe werken gaat met vallen en opstaan. Het gaat niet alleen om scholing, maar ook om leren op de werkvloer en durven. Om de wijkverpleegkundigen en de teams te ondersteunen, werken we sinds kort met teamcoaches die op behoorlijke afstand staan. Zij zitten bij de teamvergaderingen en leren de teamleden om elkaar te bevragen en feedback te geven en houden in de gaten of de cliënt krijgt, ook op preventief gebied, wat hij nodig heeft.
Omdat ViVa! Zorggroep ook woon zorgcentra en verpleeghuizen heeft, willen we in de toekomst onze intramurale mogelijkheden ook extramuraal inzetten. Want of cliënten nu in hun eigen huis, in een huurhuis of in onze huizen wonen, ze hebben eenzelfde soort vragen, noden en behoeften. Onze wijkverpleegkundigen hebben dan de beschikking over collega’s als artsen, fysio- en ergotherapeuten, gespecialiseerde verpleegkundigen en maatschappelijk werkers die op bepaalde terreinen veel weten. Uiteindelijk hoop ik dat onze wijk verpleegkundigen samen met hun teams en hun gespecialiseerde collega’s weer veel breder gaan kijken dan ze de afgelopen decennia hebben gedaan.
Dat ze net als vroeger weer de spil in de wijk worden en dat hun manier van werken een enorm effect heeft op het zelfvertrouwen en het geluk van onze cliënten.”
35
36
4
Samenwerken loont
37
38
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
I
ntegraal werken doe je dus samen met iedereen die van invloed is op de zorg en het welbevinden van de cliënt: de cliënt zelf, zijn mantelzorgers en alle partijen werkzaam in de eerstelijnsgezondheidszorg. Als je het goed aanpakt is integraal werken niet alleen interessanter, je bent ook van meer waarde voor alle partijen met wie je samenwerkt.
Als wijkverpleegkundige houd je bij een cliënt met complexe problemen sowieso een vinger aan de pols zodat je al vroeg kan signaleren als iets weer uit de hand dreigt te lopen. Hiermee voorkom je niet alleen veel ellende, je zorgt ook dat de cliënt, bijvoorbeeld bij dementie, met allerlei hulp en hulpmiddelen langer thuis kan blijven wonen.
Besteed daarom veel tijd en aandacht aan de opbouw en het onderhoud van je netwerk. En houd daarbij goed in je achterhoofd wat deze partijen winnen bij samenwerking met jou als wijkverpleegkundige.
De mantelzorgers Doordat je als wijkverpleeg kundige veel over de vloer komt bij een cliënt ben je goed op de hoogte van zijn situatie. Dit is ook prettig voor zijn mantelzorgers. Zij kunnen met jou de situatie en eventuele problemen en zorgen bespreken en jou om advies vragen. Jij kan ze op jouw beurt ontlasten door naar hen te luisteren, hun rol te bespreken, ze serieus te nemen en ze eventueel door te verwijzen.
De cliënt Met jou als wijkverpleegkundige heeft de cliënt één aanspreekpunt met wie hij een vertrouwens band opbouwt en eventueel diepgaande gesprekken kan voeren. Ondertussen kun je analyseren wat de oorzaak is van zijn probleem en hoe je dit samen met hem al dan niet effectief en efficiënt kan oplossen. Hierdoor krijgt de cliënt een meer eenduidige bood schap, veel minder hulpverleners over de vloer en meer grip op zijn leven.
De huisarts Waar de huisarts de coördinator is voor de medische behandeling, ben jij als wijkverpleeg kundige dit voor de zorg. Doordat je van wanten weet ben je voor de huisarts een gelijkwaardige gesprekspartner. Mocht het nodig zijn dan kan hij
39
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
40
jou vragen om bij een cliënt langs te gaan. Bovendien kan hij zijn verantwoordelijkheden en lasten met jou delen. Samen zijn jullie een goed koppel. Bouw sowieso met de huisartsen in de wijk hele goede contacten op. Hiermee verbeter je niet alleen de zorg. Ook zullen jullie steeds meer cliënten naar elkaar gaan doorsturen. Dit levert jou en je thuiszorgorganisatie ontzettend veel werk op. Als een huisarts jou niet accepteert als gelijkwaardige gesprekspartner, kan jullie relatie een moeizame zijn. Hiervan zul je minder last hebben bij artsen die open communiceren en een visie hebben op samenwerken in de eerste lijn. Vergeet bij een moeizame relatie niet te denken vanuit je eigen kracht. Kijk naar je kennis en kunde en ga uit van je gelijkwaardigheid. Als je zorg en preventieve taken goed met elkaar afstemt, levert dit veel op voor de cliënt. De hulpverleners Omdat je als wijkverpleegkundige makkelijk toegang hebt tot cliënten ben je van grote waarde voor andere hulpverleners in de wijk.
Tijdens de dagelijkse bezoeken aan je cliënten, kun je ook voor hen het wel en wee van cliënten goed in de gaten houden, signaleren als er iets mis is en dit zo nodig aan hen doorgeven. Zij komen immers veel minder vaak bij cliënten over de vloer. De andere hulpverleners kunnen ook baat hebben bij jou als je voorlichtingsbijeenkomsten houdt en daarmee in contact komt met buurtbewoners die eventueel hulp nodig hebben. Zo kun je bijvoorbeeld mensen met (dreigende) diabetes doorverwijzen naar een fysio therapeut of een diëtist voor bewegings- en voedings adviezen. Nu organisaties voor maatschappelijk werk, GGZ, sociaal psychiatrische verpleegkunde, jeugdzorg en de huishoudelijke hulp minder financiële middelen krijgen en inkrimpen, hebben mogelijk steeds meer mensen zorg nodig. Dit beïnvloedt ook jouw rol. Wees dus extra alert als andere hulpverleners worden wegbezuinigd en bouw goede contacten op zodat je bijvoorbeeld de GGZ nog altijd kunt consulteren als je iets wilt weten over een psychiatrisch ziektebeeld.
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
Tegelijkertijd meld je de bezuinigingen en wat hier door op jouw bord komt aan je manager. Hij kan dit gebruiken als input voor zijn beleid. Bovendien heeft hij dan duidelijker op zijn netvlies wat hij kan bespreken met onderhandelaars van verzekeringen. Ook buiten eerstelijnsgezondheidszorg krijg je meer waarde als je het integraal werken goed oppakt. Denk bijvoorbeeld aan wijkbewoners, de zorgverzekeraar en je eigen thuiszorgorganisatie. Voor wijkbewoners omdat ze jou kunnen aanspreken als ergens iets niet goed gaat of zij informatie willen hebben. Voor de zorgverzekeraar omdat met goede gezondheidszorg en preventie mensen minder (lang) zorg nodig hebben. Want stel dat je niets doet aan obesitas in je wijk, dan kan dit leiden tot diabetes, wat weer een relatie heeft met vaatvernauwing, verhoogde bloeddruk, hart en vaatproblemen, enzovoorts. Dan invalideren mensen waardoor ze uit het arbeidsproces raken wat veel individueel leed veroorzaakt en hoge zorgkosten met zich meebrengt.
Omdat integraal werken leidt tot meer tevreden cliënten, stijgt hiermee ook het imago van jouw organisatie als geheel. Dit heeft weer een aanzuigende werking op nieuwe cliënten. Bovendien krijgt je organisatie hiermee een goede naam bij partners als huisartsenverenigingen, gemeenten en zorgverzekeraars. Als je je werk technisch goed doet en aandacht hebt voor vragen op gebied van zingeving en ingewikkelde problematieken van cliënten. Als je hen met respect en zonder oordeel benadert. Als je kan signaleren dat er meer speelt dan waarvoor je komt en weet wanneer je een andere hulpverlener moet inschakelen. Als je de boer opgaat, samenwerking zoekt en leert presenteren in grote netwerken. Als je de ontwikkelingen in je vak gebied bijhoudt, werkt met de nieuwste richtlijnen en het niet erg vindt om ook buiten je werktijden een keer bij een cliënt langs te gaan. Als het je lukt om cliënten meer in hun eigen kracht te zetten zodat ze gaan doen wat ze zelf nog kunnen en zelf de regie weer (deels) oppakken. Als je dat allemaal kan, krijg jij als wijkverpleegkundige meer en meer waarde.
41
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
42
En hoe meer waarde je hebt, des te belangrijker je wordt. Dan stijg je uit boven jezelf en je organisatie. Ontwikkel dus je vakmanschap, wordt een meester en werk met bezieling. Des te beter je het vak in de vingers hebt, des te makkelijker kun je overal en binnen elke thuiszorgorganisatie opnieuw aan de slag.
43
44
De praktijk Lars Mokveld Opgeleid als Zichtbare Schakel en werkzaam bij Cordaan Thuiszorg als wijkverpleegkundige in de wijk Slotermeer in Amsterdam Nieuw West. Zit in een zelfregelend team met dertig collega’s verpleging en verzorging (parttime), waarvan twee wijkverpleegkundigen opgeleid als Zicht bare schakel. Zij mogen ook niet geïndiceerde zorg verlenen.
“We steken veel energie in opzet en onderhoud van een goede samenwerking”
Wat staat in jullie buurt actieplan? “Wat er in Slotermeer speelt, wat we in de toekomst willen bereiken en hoe we dat gaan aanpakken. Ook wat de zwaktes zijn en de kracht is van ons team en aan welke attitude en vaardigheden we meer aandacht willen besteden. Slotermeer is een wijk gebouwd in de jaren vijftig. De woningen zijn er vaak slecht en klein en er is soms geen cohesie meer tussen de buurtbewoners die voor een groot deel uit andere culturen komen. Deze allochtonen bereiken we slecht. Hun kinderen zorgen wel voor hen maar zijn vaak overbelast. Er komt veel astma/COPD voor en dementie en door taalproblemen is communicatie tussen bewoners
en de huisarts slecht. Maar ook autochtone ouderen zijn soms moeilijk bereikbaar.”
helpen we ook met het versturen van een brief naar de woningbouw vereniging.
Wat doen jullie om bewoners beter te bereiken? “We geven bijvoorbeeld op scholen en in buurthuizen voorlichting over verschillende gezondheidsthema’s en over wat wij als thuiszorg kunnen doen voor bewoners en hun mantel zorgers. Als we astma/COPD behandelen hebben bewoners vaak duidelijke vragen over hun woningen die slecht zijn geïsoleerd en waarin schimmel voorkomt.
Samen met de wijkagent en het buurthuis geven we voorlichting aan ouderen om te voorkomen dat ze thuis worden opgelicht. We vertellen dan meteen waar ze de wijkverpleging voor kunnen inschakelen en hoe ze ons kunnen bereiken. Ook hebben we veel te maken met zorgmijders. Om ze toch te kunnen helpen, staken we veel energie in het opzetten van samen werking met netwerkpartners in de wijk.”
We vertellen hoe ze hun woningen beter kunnen ventileren en stofvrij maken en dat ze ondersteuning kunnen krijgen van een astma/ COPD-verpleegkundige. Soms
Hoe bouw je een netwerk op met samenwerkingspartners? “We gaan gewoon langs bij huis artsen, POH-verpleegkundigen,
45
46
buurtconciërges van de woning bouwverenigingen en andere hulpverleners. We zorgen voor een goede presentatie waarin we vertellen wat wij en onze mede teamleden doen en vragen naar hun werk. We geven vooral aan dat we ook voor niet geïndiceerde zorg inzetbaar zijn en dat we groepen kunnen bereiken die niemand bereikt. Samen kijken we hoe we elkaar kunnen ondersteunen en maken daar afspraken over. Om cliënten beter te bereiken en goed te helpen moet je je netwerkpartners wel goed leren kennen en korte lijnen met hen hebben. Huisartsen schakelen ons nu regelmatig in, maar ook een woningbouwvereniging vraagt ons bijvoorbeeld langs te gaan bij
ouderen die geïsoleerd wonen of waar zij een ‘niet pluis gevoel’ bij hebben. Voor sommige ouderen is de zorg en de maatschappij zo ingewikkeld geworden dat ze niet meer weten hoe ze daarmee moeten omgaan, ze raken als het ware de weg kwijt in het woud van organisaties en regels. We helpen ze met wegwijs maken, nemen soms tijdelijk iets van ze over of leren hen hoe ze het zelf kunnen aanpakken. Ook proberen we familieleden of buren erbij te betrekken.” Hoe onderhoud je je netwerk? “We participeren als wijkverpleeg kundigen in een hometeam waarin ook een groot aantal huisartsen, de GGZ, het maatschappelijk werk
en een casemanager dementie zitten. Hiermee hebben we elke maand een overleg. Incidenteel zit bijvoorbeeld ook een apotheker of iemand van het stadsdeel aan tafel. Tussendoor bellen we als we elkaar nodig hebben. Voor goed onderhoud van je netwerk is het erg belangrijk dat je regelmatig terugkoppelt als iemand je inscha kelt voor hulp aan een cliënt.” Wat doen jullie binnen je team om de kwaliteit van zorg te verbeteren? “Onze teamleden moedigen we aan scholing te volgen. We proberen elkaar feedback te geven, elkaar te bevragen en een sfeer te creëren waarin je kunt zeggen dat je het even niet meer weet. Als wijkverpleegkundigen moeten
we die veiligheid echt creëren. Onder andere door teamleden complimenten te geven, onze eigen kwetsbaarheid te laten zien en feedback te geven op een manier dat iemand er echt iets mee kan. We proberen de rol van zorgcoördi nator scherper te krijgen, alerter te zijn op onze communicatie onderling en tegenstrijdigheden te vermijden. Ook in het logboek en de zorg plannen. We willen nog beter communiceren met onze netwerk partners, zorgen dat alle neuzen binnen ons team dezelfde kant opstaan en dat we gaan staan voor wat we doen. We maken al vorderingen. Onze collega’s zijn enthousiast dat ze nu vaste cliënten helpen. Hierdoor
krijgen ze goed contact met hen en voelen zich meer verantwoordelijk. Ondertussen hebben we als Cordaan Thuiszorg een betere plek ingenomen in de wijk en afge meten aan de samenwerking en het aantal doorverwijzingen nemen onze netwerkpartners ons absoluut serieus.”
47
48
5
Excelleren kun je leren
49
50
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
I
ntegraal werken lukt natuurlijk niet van de een op andere dag. Hiervoor heb je eigenschappen, kwaliteiten en vaardigheden nodig die je samen met je team gaat verwerven en waar je samen voor gaat staan. Idealiter werk je in een team dat louter bestaat uit (wijk)verpleegkundigen en (wijk)ziekenverzorgers. De helpenden vormen een apart team met een eigen leidinggevende. Met deze helpenden heeft jouw team regelmatig contact, onder meer voor het maken van afspraken over de kwaliteit van de zorg en het bespreken van casuïstiek. Met de energie en tijd die je als team over houdt, ga je voortaan kwalitatief excellente zorg leveren. Dit houdt in dat je niet meer alleen losse handelingen verricht bij cliënten, maar gaat kijken naar de totale mens en zijn systeem en wat van invloed is op zijn gezondheidsprobleem. Bovendien word je bekwaam in het doen van alle handelingen die van invloed zijn op dit probleem. Je weet dus veel over verschillende
ziektebeelden, de interactie tussen verschillende ziektebeelden en de interactie tussen pillen en deze ziektebeelden. Ook begeleid je cliënten naar meer zelfmanagement, dit wil zeggen hoe ze het best met hun ziekte en behandeling kunnen omgaan. Je leert dus inschatten of een cliënt sowieso ander gedrag kan vertonen en met welke interventies hij dit werkelijk gaat doen. Met je team doe je alles. Samen bouw je een toko op waarbinnen alle teamleden zich veilig voelen en verantwoordelijkheid dragen. Samen bepaal je een focus en een koers. Samen reflecteer je en haal je het beste van elkaar naar boven. Samen stem je het werk en je bevindingen met elkaar af en zoek je gelijkgestemde netwerkpartners. Samen zorg je dus voor excellente zorg in de wijk. Dit vergt van elk teamlid, dus ook van jou als wijk verpleegkundige, dat je je persoonlijkheid continu ontwikkelt en dat je voortdurend bijleert. Dat je open
51
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
52
staat en de kennis en kunde die aanwezig is benut. Je weet goed wat je niet weet en daar vraag je hulp bij van mensen die het wel weten. Hoe vergaar je nu alle eigenschappen, vaardigheden en kwaliteiten die je nodig hebt bij integraal werken?
ingenomen. Je hebt dus niet alleen medische kennis, maar in dit geval ook kennis over psychiatrie, verslaving en de invloed van pillen op gedrag en bloedsuiker. De achtergrond van deze cliënt ken je goed.
Observeer, signaleer, analyseer en vergaar kennis Bij een acute situatie handel je natuurlijk adequaat. Om adequaat te kunnen handelen, kun je goed obser veren, weet je waarop je moet letten, heb je kennis over ziektebeelden en kun je analyseren. Je bent een kei in signaleren, weet wat waaraan gerelateerd is en wat voor consequenties het heeft als je niet ingrijpt.
Kennis en vaardigheden heb je voor een deel vergaard in je opleiding, deels verkregen via je collega’s en deels via ervaring opgedaan. Maar voor integraal werken is dat niet genoeg. Wil je excellente zorg verlenen, dan blijf je continu nieuwsgierig. Altijd zul je per sé willen weten wat er aan de hand is. Als je iets ziet wat je niet kent of waarvan je niet weet hoe je daarmee omgaat, ga je te rade bij je collega’s of de huisarts. Je vraagt of ze eventueel willen meekijken. Je belt met het ziekenhuis of, in geval van psychiatrische cliënten, met de GGZ.
Als je bijvoorbeeld een diabetische voet ziet die in één keer rood wordt, dan weet je dat die cliënt in een acute situatie is beland en hoe je ingrijpt. Of stel dat je bij een cliënt met schizofrenie komt die ander gedrag vertoont dan de dagen daarvoor, dan weet je dat hij hoogstwaarschijnlijk zijn pillen niet heeft
Maar er is meer wat je doet. Want je leest ook de vak bladen, wordt lid van een beroepsvereniging, houdt de nieuwe richtlijnen en de nieuwste onderzoeken en inzichten op je vakgebied bij. Dit bespreek je in je team en samen pas je de nieuwe handelingen zo nodig direct toe bij cliënten.
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
Neem jezelf en anderen onder de loep Dat je open staat voor en kunt omgaan met feedback is vanzelfsprekend. Anders kun je niet leren. Je collega’s en jij bevragen elkaar kritisch, vragen door en passen tips van elkaar toe. Dit leren kan alleen in een veilige omgeving. In een team met enkele grote monden die de meer beschouwende collega’s overschreeuwen is het niet veilig. Dan trekken mensen zich terug, ze voelen zich ongelukkig en kunnen niet leren. Houd dus in de gaten dat elk teamlid gelegenheid krijgt input te geven en met creatieve oplossingen kan komen. Zorg bij feedback dat jij en je collega’s snappen wat er bedoeld wordt met de feedback en daar echt iets mee kunnen. Kijk naar het effect en de impact van je handelen. Alleen maar kritiek geven slaat dood. Trouwens, een voorwaarde voor leren is dat je in een omgeving zit waar geleerd mag worden en niet dat er vanuit wordt gegaan dat je alles al weet. Dus stel jezelf continu de vraag wat goed gaat en wat je kan verbeteren.
Haal talenten naar voren Bij veiligheid hoort je collega’s complimenteren met wat goed gaat. Want complimenten geven energie en vertrouwen. Stel je collega’s open vragen. Hoe krijg je het bijvoorbeeld met zijn allen voor elkaar dat iedereen ’s ochtends met plezier start en niet met een sik de wijk in gaat. Binnen je team ga je natuurlijk op zoek naar ieders talen ten en wat iedereen graag doet. Dit kunnen bepaalde taken zijn binnen het team zoals goede roosters maken, ICT toepassen of checken en monitoren. Of vakinhou delijke taken zoals goed kunnen omgaan met cliënten met een dwangneurose of met verslaafden. Deze talenten laat je natuurlijk niet onbenut. Die breng je in kaart en met elkaar zorg je vooral dat wat iedereen het best kan, ook doet. Krijg overzicht Zomaar in de wijk ergens beginnen volstaat niet. De bedoeling is dat je eerst veel weet over de grootste groepen cliënten in je wijk. Zijn het ouderen, terminale
53
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
54
patiënten, chronisch zieken, diabetici, psychiatrische patiënten, hartpatiënten, mensen die eenzaam zijn? Krijg overzicht van wat in jouw wijk speelt en weet veel over deze ziektebeelden en wat daarin de belangrijkste ontwikkelingen zijn. Zo is er bijvoorbeeld in de terminale zorg een schema over de opbouw van pijnmedicatie in de laatste levensfase. Weet dit en vertaal dit naar en met je team. Maak een buurtactieplan waarin je beschrijft wat de noden zijn in de wijk, wat de speer punten zijn en wat je daaraan gaat doen. Stem je zorg daarop af en vertel je thuiszorgorganisatie dat ze iets doen aan ontbrekende protocollen. Draag uit Een langdradig onsamenhangend verhaal over je werk boeit niet. Zorg dus dat je goed kunt verwoorden wat je doet en formuleer dit kort en bondig in een elevator pitch. Leer presenteren, zet jezelf neer in een netwerk en wordt daarbinnen een goede gesprekspartner. Krijg onder de knie hoe je goede plannen en methodieken beschrijft. Leer je handelen te onderbouwen en reflecteer hierop.
Opereer strategisch Wijkverpleegkundigen gaan er vaak vanuit dat mensen wel weten dat zij het goede doen. Maar om echt te bereiken wat je wilt, is het essentieel dat je een centrale focus bepaalt. Wie ben jij en waar wil je voor gaan. Als je dat helder hebt, hang je daar alles aan op en is je koers duidelijk. Dus als je als wijkverpleegkundige vakinhoudelijk sterk wilt zijn en goede integrale zorg wilt verlenen aan je cliënten, dan is dat je referentiekader waar je steeds op terugvalt. Om iets voor elkaar te krijgen, genereer je veel invloed. Je gaat dus strategisch opereren. Verzamel mensen om je heen van allerlei pluimage en met verschillende expertise die net zo bezield en zo goed in hun vak zijn als jij. En niet onbelangrijk, krijg binnen je organisatie beslissers zo enthousiast voor waar jij voor gaat dat ze je werk van harte ondersteunen. Wees geduldig Veranderen doe je niet van de een op andere dag. Veranderen kost tijd. De omslag van aanbod- en
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
productiegericht werken waarbij je steeds een opdracht kreeg en een handeling moest uitvoeren naar integraal werken waarbij je steeds alert moet zijn en reageren, is groot. Op weg naar je ideaal zal steeds weer blijken dat je iets toch beter anders had kunnen doen. Geen paniek. Als je je focus voor ogen en de kleine stappen vooruit in de gaten houdt, merk je op een gegeven moment dat het integrale werken je basishouding is geworden en van top tot teen in je vezels zit. Pas dan merk je hoeveel beter de zorg is geworden die je verleent en hoe serieus je wordt genomen als gesprekspartner.
55
56
De praktijk Katelijne Schmeink Werkt voor Brentano als wijkverpleegkundige in de wijk Groenelaan in Amstelveen. Zit in team met veertien collega’s (wijk)verpleeg kundigen, verzorgenden en helpenden (de meesten parttime). Twee wijkverpleegkundigen, onder wie Katelijne, volgen momenteel de leergang Excellerende wijkverpleegkundige.
“Hopelijk gaat het in de toekomst niet om wond dicht en wegwezen”
Wat is voor jou de meerwaarde van de leergang Excellerende wijkverpleegkundige? “Ruim twintig jaar geleden, in 1992, rondde ik de HBO-V af. Alles wat ik daar leerde wordt in de leer gang ververst en aangepast aan de vragen van deze tijd. Het is interessant dat mensen uit de praktijk vertellen over nieuwe inzichten. Je leert ook klinisch redeneren en uitleggen hoe je tot bepaald beleid komt. De leergang geeft een inkijkje in allerlei disciplines die zich met gezondheidszorg bezighouden. De ene (gast)docent leert je waar je op moet letten bij het maken van een buurtplan, de ander hoe je je team organiseert, hoe je beleid opzet of wat het werk
is van bepaalde specialisten. Uiteindelijk verwacht ik een compleet beeld te hebben van wat zich afspeelt binnen de gezondheidszorg. De leergang is interactief. Zo leer je bijvoorbeeld hoe je een buurt plan schrijft en hoe je dit in de praktijk toepast.” Wat kost de leergang jou? “Heel veel tijd. Ik heb veel huiswerk en moet ontzettend veel lezen. De cursus zelf is ook inspannend want ineens moet ik hele dagen stilzitten terwijl ik gewend ben om heel de dag te rennen. Maar het is zeker de moeite waard want ik krijg een veel bredere horizon en leer breder kijken naar een klacht.”
Sinds wanneer werk je in een klein team? “Sinds vijf jaar. Sinds ik bij Brentano kwam werken. De bedoeling is dat ieder teamlid, dus ook de verzorgenden en waarschijnlijk de helpenden, een opleiding gaat volgen en een tandje hoger gaat functioneren. Dat is prettig want dan kunnen we onze kennis met elkaar delen en weten we met elkaar waar we voor staan en hoe we ons werk gaan invullen. Onze baas wil dat we zelfsturend gaan werken, maar ons team vindt dat nu nog een brug te ver. De gezondheidszorg zit qua financiering ingewikkeld in elkaar. Nu vragen we nog samen met een zorgbemiddelaar indicaties aan voor cliënten, terwijl in zelfsturende
57
58
teams verpleegkundigen het admini stratieve deel zelf moeten regelen.” Werk je anders nu je de leergang volgt? “Ons team heeft al veel contacten in de wijk. Daar hebben we altijd al op ingezet. We kennen de huisartsen, de hulpverleners en de familie van onze cliënten. Ons profileren en presenteren doen we op onze eigen manier. Wel kijk ik anders naar ons werk en onze wijk en wat hierin speerpunten moeten zijn. Met name doordat we een buurtplan moeten maken. Ook maak ik gebruik van wat ik tegenkom tijdens de leergang. Zo vertelden bijvoorbeeld twee specialisten ouderengeneeskunde uit onze wijk over hun werk. Sinds dien bel ik hen makkelijker als ik
bijvoorbeeld advies wil bij een cliënt met multiproblematiek. Als ik nu bij een cliënt kom om een wond te verzorgen, vraag ik mij af hoe die wond daar is gekomen en probeer ik te voorkomen dat hij elders weer zo’n letsel krijgt. Dus vraag ik door naar andere klachten en overleg eventueel met de huis arts. Misschien is de oorzaak wel een hartkwaal. Maar ook kijk ik of hij bijvoorbeeld genoeg beweegt, buiten komt, wat voor achtergrond hij heeft en of hij een netwerk heeft.” Hoe ziet integraal werken er volgens jou in de toekomst uit? “In Amstelveen hadden we proef tuinen waarin een team zelf mocht bepalen hoe ze hun werk deden, zonder dat ze elke handeling hoef den te declareren. In plaats van
te kijken of een wond wel of niet dicht ging, keken ze hoe iemand in zijn geheel functioneerde. Dus staken ze veel meer tijd in preventie en coachten ze mensen zodat ze gezonder gingen leven en meer hun eigen leven gingen leiden. Hiermee boekten ze goede resultaten en het was bovendien nog goedkoper ook. Ik hoop dat we in de toekomst ook zo gaan werken, maar als we alleen maar betaald krijgen op basis van productie, wordt integraal werken lastig. Wil je op langere termijn bereiken dat mensen goed functioneren en beter voor zichzelf en eventueel voor elkaar gaan zorgen, dan zul je tijd moeten steken in het maken van plannen met cliënten en hen daarin ondersteunen.”
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
59
meesters in hun vak - wijkverpleging nieuwe stijl
60
Colofon Initiatief en concept: Margriet Torny, Zusters & Co Interviews, tekst en eindredactie: Karin van Lier, journalist Foto’s: Walter Van Ruitenbeek, Suzanne Blanchard, Corine Beumer, Clary Van Veen, Petra Brandenburg, Annemarie Valkema Grafisch ontwerp: Heike Slingerland BNO
E
[email protected] M 06 15064569
www.zustersenco.nl