IAB-Info Nummer 21 17–30 november 2003
15e jaargang
Inhoud I.A.B.-mededelingen «Accountants, belastingconsulenten en bedrijfsjuristen : een complementaire benadering van gemeenschappelijke onderwerpen» Studienamiddag IAB – IBJ op woensdag 17 december 2003 Vennootschapsrecht, handelsrecht, financieel en economisch recht, fiscaal recht,...: het zijn allemaal voorbeelden van domeinen waarin zowel accountants en belastingconsulenten als bedrijfsjuristen dagelijks actief zijn. Ze werken daarbij ieder vanuit een specifieke invalshoek en vullen elkaar zodoende aan. Aanleiding genoeg voor het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB) en het Instituut voor Bedrijfsjuristen (IBJ) om samen enkele thema’s te selecteren die deze complementariteit illustreren en ze door leden van de twee Instituten met ruime ervaring terzake, grondig te laten analyseren. Het programma en praktische informatie vindt u op pagina 2. Een inschrijvingsformulier gaat in bijlage bij dit nummer. Stuur het meteen terug: de inschrijvingen lopen nog slechts tot 30 november!
IAB werkt samen met Belgische Rode Kruis IAB-leden zullen Rode Kruismedewerkers ondersteuning bieden op het vlak van financiële rapportering.
Beroep Arbitragecommissies bij het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten De Tuchtcommissie van het IAB is niet altijd bevoegd in geschillen tussen de accountant en/of de belastingconsulent en zijn cliënt omtrent diens ereloon en kosten. Om een alternatief te bieden voor de klassieke gerechtelijke procedure, werden in de schoot van het Instituut provinciaal georganiseerde arbitragecommissies opgericht, die wél uitspraak doen over deze geschillen.
Fiscaliteit Tak 23 onder vuur ? Een vonnis van 1 september 2003, gewezen inzake verzekeringscontracten van tak 23, die door een man ten gunste van zijn vriendin werden gesloten, heeft de financiële wereld in rep en roer gezet. De man overleed immers kort nadien en de wettelijke niet-reservataire erfgenamen (zus en neef van de overledene) betwistten dat het om levensverzekeringscontracten ging; ze eisten daarbij het bij de verzekeraar gevormde spaartegoed op, dat normaal bestemd was voor de vriendin van de overledene.
Vennootschapsbelasting Is de belastingverlaging zinsbegoocheling ? De verlaging van de vennootschapsbelasting is officieel ingezet. Maar alles wel beschouwd is het veeleer met een verhoging van de fiscale lasten dat we worden geconfronteerd... Een korte analyse.
Ere wie ere toekomt... FEE/IFAC FEE Fact Sheets IFAC : «Rebuilding public confidence in financial reporting»
I.A.B.-mededelingen «Accountants, belastingconsulenten en bedrijfsjuristen : een complementaire benadering van gemeenschappelijke onderwerpen» Studienamiddag IAB – IBJ op woensdag 17 december 2003 Vennootschapsrecht, handelsrecht, financieel en economisch recht, fiscaal recht, ... : het zijn allemaal voorbeelden van domeinen waarin zowel accountants en belastingconsulenten als bedrijfsjuristen dagelijks actief zijn. Ze werken daarbij ieder vanuit een specifieke invalshoek en vullen elkaar zodoende aan. Aanleiding genoeg voor het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB) en het Instituut voor bedrijfsjuristen (IBJ) om samen enkele thema’s te selecteren die deze complementariteit illustreren en ze door leden van de twee Instituten met ruime ervaring terzake, grondig te laten analyseren. Programma : Onthaal : vanaf 13.30u Algemene inleiding Johan De Leenheer, Voorzitter IAB De taak van de accountant/belastingconsulent en de bedrijfsjurist in het kader van een due diligence-onderzoek Voor het IAB : Gérard Delvaux, accountant-bedrijfsrevisor Voor het IBJ : Dominique Buysschaert, bedrijfsjurist Transfer pricing : fiscale en contractuele aspecten vennootschappen van een groep Voor het IAB : Jan Verhoeye, accountant-belastingconsulent Voor het IBJ : Alessandra Salà, bedrijfsjurist-belastingconsulent
–
Dienstcontracten
tussen
IAS : stand van zaken op Europees vlak Karel Van Hulle, Head of Unit «Financial Information and Company Law», Europese Commissie Besluit Philippe Marchandise, Voorzitter IBJ Receptie Praktisch : Datum : 17 december 2003 Duur : van 13.30u tot 17.15u Plaats : Tentoonstellingspark van Brussel (Heizel paleizen) – Auditorium 2000 Een wegbeschrijving wordt u toegestuurd bij de bevestiging van uw inschrijving. Er is parkeergelegenheid in de onmiddellijke nabijheid van de Heizelpaleizen. Talen : Nederlands – Frans (simultaanvertaling) Toegangsprijs : H 65; IAB-stagiairs : H 45. Syllabus inbegrepen Bedrag over te maken op rekeningnummer 191-1582742-56 (KBC-Bank), met mededeling «Studienamiddag 17/12/2003 – naam deelnemer»
Inschrijvingen en inlichtingen : De inschrijvingen lopen t.e.m. 30 november 2003. Stuur het inschrijvingsformulier in bijlage bij dit nummer terug naar : Kristien Michiels, tel. : 02/543 74 90, fax : 02/543 74 91, e-mail :
[email protected]. Uw inschrijving wordt bevestigd bij betaling. Attest permanente vorming : wordt ter plaatse overhandigd. Het Institute of Internal Auditors telt meer dan 70 000 leden actief in interne audit in meer dan 100 landen. De Belgische afdeling van IIA, de «Belgian Chapter», heeft meer dan 600 leden.
IAB werkt samen met Belgische Rode Kruis IAB-leden zullen Rode Kruismedewerkers ondersteuning bieden op het vlak van financiële rapportering. Iedereen kent de maatschappelijke betrokkenheid en erkent het belang van het Belgische Rode Kruis, dat met zijn vele vrijwilligers een breed takenpakket voor zijn rekening neemt : verstrekken van hulp bij ongevallen op o.m. festivals en sportevenementen, organiseren van bloedinzamelingen, verzorgen van ziekenvervoer, verlenen van structurele hulp aan arme landen, enz. Om al deze activiteiten te financieren en de continuïteit ervan te verzekeren, kan de organisatie rekenen op overheidssubsidies en giften van personen en bedrijven. Het Belgische Rode Kruis ontsnapt dan ook niet aan een aantal Corporate Governance-regels : het heeft er inderdaad alle belang bij ervoor te zorgen dat de transparantie met betrekking tot inkomsten, winsten en investeringen zo groot mogelijk is. Vanuit deze vaststelling zal het Instituut dan ook samenwerken met het Rode Kruis om zijn afdelingen te ondersteunen op het vlak van financiële rapportering. In overleg met het Belgische Rode Kruis opteerde de Raad van het IAB voor het organiseren van permanente, regionale aanspreekpunten voor de Rode Kruismedewerkers via het aanduiden, per Belgische provincie, van één of meer accountants die de plaatselijke lokale afdelingen van het Rode Kruis zullen bijstaan. De Voorzitter van het IAB heeft het project voorgesteld en toegelicht ter gelegenheid van de algemene vergadering van het Belgische Rode Kruis op zaterdag 11 oktober 2003, onder voorzitterschap van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Astrid. De integrale toespraak wordt gepubliceerd in Accountancy & Tax nr. 4/2003. J. DE LEENHEER Voorzitter
Beroep Arbitragecommissies bij het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten L. DHAENE I. Inleiding De Tuchtcommissie van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten is niet altijd bevoegd in geschillen tussen de accountant en/of de belastingconsulent en zijn cliënt omtrent diens ereloon en kosten. Teneinde een alternatief te bieden voor de klassieke gerechtelijke procedure, werden in de schoot van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten provinciaal georganiseerde arbitragecommissies opgericht, die uitspraak doen over ereloongeschillen tussen accountants en/of belastingconsulenten en hun cliënten. II.
Samenstelling
De arbitragecommissies bestaan uit drie scheidsrechters, met name : – een magistraat die de arbitragecommissie voorzit; – een magistraat of een advocaat; – een accountant of een belastingconsulent. De samenstelling is een garantie voor de onafhankelijkheid van de arbitragecommissies. III. Voorwaarden Opdat een geschil voorgelegd zou kunnen worden aan de bevoegde arbitragecommissie bij het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten, dient het betwiste ereloon minimum 496 EUR (exclusief BTW) te bedragen. Een geschil kan bovendien enkel aan de bevoegde arbitragecommissie voorgelegd worden, indien beide partijen hun goedkeuring geven met betrekking tot de voorlegging van het geschil aan de arbitragecommissie. In praktijk betekent dit dat, indien het Instituut in kennis gesteld wordt van een ereloongeschil, beide partijen geïnformeerd worden van de mogelijkheid om het geschil voor te leggen aan de bevoegde arbitragecommissie.
Van zodra beide partijen hun akkoord bevestigen om gebruik te maken van deze mogelijkheid, wordt het geschil voorgelegd en beslecht door de bevoegde arbitragecommissie. IV. Waarom kiezen voor de procedure voor de arbitragecommissie ? Een arbitrageprocedure biedt, in vergelijking met de klassieke gerechtelijke procedure, een aantal voordelen : zij leidt tot een snellere rechtsbedeling, is deskundig en kosteloos. De snelheid van arbitrage wordt in de hand gewerkt, niet alleen door het feit dat de procedure weinig formalistisch is, maar ook door het feit dat er geen beroep tegen arbitrale beslissingen mogelijk is bij de gewone rechter. Tegen de scheidsrechterlijke uitspraken kan evenmin cassatieberoep worden ingesteld. De aanwezigheid van een accountant of belastingconsulent in de arbitragecommissie staat garant voor de deskundigheid van de arbitrage.
Tenslotte is de procedure voor de arbitragecommissies bij het Instituut kosteloos. Voor meer informatie aangaande de procedure van de arbitragecommissies kunt u steeds terecht bij de juridische dienst van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten, tel. 02/543 74 90, e-mail :
[email protected]
Fiscaliteit Tak 23 onder vuur ? Een vonnis van 1 september 2003, gewezen inzake verzekeringscontracten van tak 23, die door een man ten gunste van zijn vriendin werden gesloten, heeft de financiële wereld in rep en roer gezet. De man overleed immers kort nadien en de wettelijke niet-reservataire erfgenamen (zus en neef van de overledene) betwistten dat het om levensverzekeringscontracten ging; ze eisten daarbij het bij de verzekeraar gevormde spaartegoed op, dat normaal bestemd was voor de vriendin van de overledene. Een bekend fiscaal tijdschrift wijdde onlangs een artikel aan een vonnis dat spaarders, die, met hun successieplanning in het achterhoofd, in contracten van tak 23 (levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen) hebben belegd, wel eens zou kunnen verontrusten... De feiten ? De zus en de neef van een overledene zagen een deel van de nalatenschap aan hun neus voorbijgaan, toen ze vernamen dat de overledene, kort vóór zijn overlijden, contracten van tak 23 had gesloten, waarbij hij één van zijn vriendinnen als begunstigde van de bij overlijden uitbetaalde kapitalen had aangewezen. De rechtbank die het geschil moest beslechten, volgde het standpunt van de wettelijke erfgenamen : de ten gunste van de vriendin van de overledene vereffende kapitalen moesten opnieuw in het actief van de nalatenschap worden opgenomen. De rechtbank van eerste aanleg te Brussel besliste dat contracten van tak 23 weliswaar als levensverzekeringscontracten kunnen worden beschouwd, maar dat dit niet belet dat de van bij het ingaan van de contracten geboden mogelijkheid om de gestorte sommen terug te nemen – bij voorbeeld door middel van vaste maandelijkse opnemingen (mogelijkheid waarvan in het voorliggend geval gebruik werd gemaakt) – de aard van het contract wijzigt. Dergelijke contracten moeten als «beleggingsovereenkomsten» worden gekwalificeerd, en dat ongeacht de gebruikte terminologie en de uitdrukkelijke verwijzing naar een «levensverzekeringscontract».
De rechtbank oordeelde i.c. dat het afsluiten van een contract van tak 23 kon worden gelijkgesteld met een techniek bestemd om de reservataire erfgenamen van hun deel van de taart te beroven... Op basis van dezelfde argumenten zou elke schuldeiser van een abnormaal kleine nalatenschap dezelfde stelling kunnen inroepen, en voor de rechtbank pogen aan te tonen dat het contract van tak 23 werd afgesloten met de bedoeling de schuldeisers hun wettelijke rechten te ontnemen ! Fiscaal blijft de herkwalificatie van een polis van tak 23 tot een beleggingsovereenkomst uiteraard niet zonder gevolgen : een product van tak 23 ontsnapt aan de beurstaks en aan de taks op de fysieke levering van effecten, merkt de auteur van het artikel in kwestie op. Het ontsnapt, onder bepaalde voorwaarden, ook aan de roerende voorheffing op de kapitalen en afkoopwaarden. Door te steunen op de anti-rechtsmisbruikmaatregel (art. 344 § 1 WIB1992) zou de Belastingadministratie, op haar beurt, op het toneel kunnen verschijnen en haar deel opeisen, vermits belastingwetten op de werkelijkheid steunen, en niet op de schijn... Maar volgens andere specialisten zal de soep niet zo heet worden gegeten. Ten eerste, omdat tegen het vonnis van 1 september nog beroep kan worden ingesteld. En vervolgens omdat een vonnis in burgerlijke zaken niet noodzakelijk relevant is voor de manier waarop een product fiscaal moet worden behandeld. Getuige daarvan de vonnissen met een soortgelijke strekking die geregeld in Frankrijk (waarvan het nationaal recht nauw verwant is met het onze) werden gewezen. Na herhaaldelijke beroepen vestigde de rechtspraak zich daar overheersend in die zin dat deze producten van bijzondere aard als levensverzekeringen moeten worden gekwalificeerd.
Vennootschapsbelasting Is de belastingverlaging zinsbegoocheling ? De verlaging van de vennootschapsbelasting is officieel ingezet. Maar alles wel beschouwd is het veeleer met een verhoging van de fiscale lasten dat we worden geconfronteerd... Een korte analyse. Door de belastingverlaging die onder deze regering op gang werd gebracht, zal het tarief van de vennootschapsbelasting nog dit jaar dalen van 40,17 % tot 33,99 %. De verlaagde tarieven van hun kant dalen van 28,84 % en 37,08 % tot respectievelijk 24,98 % en 31,93 %. Maar achter deze belastingverlaging gaan jammer genoeg een aantal compenserende maatregelen schuil die de vreugde enigszins temperen. En het zijn de KMO’s die het hardst worden getroffen. Tot nog kon een KMO het verlaagd tarief van de vennootschapsbelasting genieten als ze haar bedrijfsleider een bezoldiging toekende van ten minste 24 500 EUR (of een bedrag ten minste gelijk aan de winst die in de vennootschap bleef na uitbetaling van de bedrijfsleider). Dat minimumbedrag zal jaarlijks worden opgetrokken tot het, vanaf 2007, 36 000 EUR bedraagt. Deze situatie zal onvermijdelijk leiden tot een verhoging van de sociale bijdragen van de bedrijfsleider, alsook tot een verhoging van zijn directe belastingen en de daarop geheven gemeentebelasting. En dan hebben we het nog niet over het effect van de maatregel op het autofinancieringsvermogen van de KMO : elke eurocent méér die naar de bedrijfsleider stroomt, is vanzelfsprekend een eurocent minder voor de financiering van de groei van de onderneming... Maar dat is nog niet alles ! Nu de representatieve organisaties van de zelfstandigen pleiten voor de gelijkschakeling van de zelfstandigenpensioenen met de laagste werknemerspensioenen, en net nu deze eis binnen de regeringsmeerderheid eindelijk gehoor lijkt te vinden, spelen sommigen met het idee om deze maatregel te financieren via een aanzienlijke verhoging van de vennootschapsbijdrage. Deze «eenmalige» bijdrage van 7 000 BEF, die aanvankelijk ingevoerd werd om de sociale zekerheid van de zelfstandigen uit de rode cijfers te halen, is een jaarlijkse bijdrage geworden en het bedrag ervan werd geregeld verhoogd (momenteel tot 335 EUR). Deze vennootschapsbijdrage, die tal van KMO-patrons steeds gezien hebben als een taks op het bestaansrecht van hun onderneming, zou dus op termijn tot een soort bijdrage voor de financiering van hun pensioen kunnen worden omgevormd. Zullen een verschuiving van de belastingkost naar de bedrijfsleider, een vermoedelijke verhoging van de vennootschapsbijdrage, kosten voor de neerlegging van de jaarrekening bij de Balanscentrale van de Nationale Bank, veel hogere kosten voor het voeren van de boekhouding dan bij een natuurlijke persoon, de zelfstandigen ervan kunnen weerhouden om hun zaak onder vennootschap uit te oefenen en als natuurlijke persoon verder te werken ? Op het eerste gezicht niet. Vergeten we vooral niet dat het enkel onder vennootschap is dat de zelfstandige tot een groepsverzekering kan toetreden die hem uitzicht verschaft op een redelijk pensioen. Noch het vrij aanvullend pensioen, noch de klassieke levensverzekering, waarvan de aftrekbare bedragen op zich erg beperkt zijn, maken het mogelijk dit doel te bereiken. De daling van het nominaal tarief van de vennootschapsbelasting zou, ondanks alles, heel wat particulieren ertoe kunnen aanzetten hun zaak tot een vennootschap om te vormen. Maar de regering is hierop bedacht en zal al te enthousiaste zielen afremmen, te beginnen met dezen die de vorm van een BVBA zouden willen aannemen. De reden daarvoor ? Bij de oprichting van een EBVBA zal weldra het totaalbedrag van het kapitaal, zijnde 18 600 EUR, in plaats van slechts 6 200 EUR, op tafel moeten worden gelegd ! Voor al bestaande EBVBA’s zal ongetwijfeld in overgangsmaatregelen worden voorzien. Maar momenteel is terzake nog niets definitiefs beslist.
Ere wie ere toekomt...
R. LASSAUX In het nummer 19 van 20 oktober 2003 publiceerden wij, in het licht van een recent arrest van het Hof van Cassatie, een artikel met de titel «Openbaarheid van bestuur : een zwaard van Damocles». De tekst handelt meer bepaald over de toegang tot bestuursdocumenten in het kader van een bezwaarprocedure. Vanuit de bekommernis degelijke en volledige informatie aan onze lezers te verschaffen over een complexe materie waarvan een goed begrip erg belangrijk is voor de beroepspraktijk, hebben wij onze analyse bewust op de beste documentatiebronnen gebaseerd.
In dat kader wensen wij uitdrukkelijk het artikel van J. Van Dyck, verschenen in Fiscoloog van 5 september, te vermelden : de argumenten die de auteur daar aanhaalt, evenals zijn conclusies en de verwijzingen die hij opneemt naar rechtspraak en rechtsleer zijn erg waardevol gebleken bij het redigeren van onze tekst. Wij willen tot slot nog een correctie aanbrengen betreffende de referentie aan een arrest geciteerd op pagina 19/7 : in plaats van «Gent, 3 juli 2003», moet u daar «Gent , 27 mei 2003» lezen. Met onze excuses voor deze vergissing.
FEE/IFAC FEE stelde een reeks «Fact Sheets» op over actuele thema’s uit het accountantsberoep Elke «Fact Sheet» behandelt een aparte topic en bevat telkens een kort overzicht van de actuele stand van zaken alsook van wat nog verwacht wordt. Bovendien besluit elke Fact Sheet met suggesties voor verdere lectuur. Deze nieuwe reeks biedt dus een snelle en efficiënte inleiding op elk van de volgende onderwerpen : – Ethical standards and auditor independence – Enforcement of IAS – Endorsement of financial reporting standards – Money laundering and the fight against organised crime – Recognition of professional qualifications in the EU – Public oversight of the audit profession – Quality assurance for the statutory audit – International standards on auditing (ISAs) – Registration of audit firms in the EU Deze Fact Sheets kan u vinden op de website van de FEE : http://www.fee.be/secretariat/Fact %20Sheet.htm
IFAC : «Rebuilding public confidence in financial reporting» De onafhankelijke werkgroep «Credibility Task Force» werd in oktober 2002 door IFAC samengesteld. Haar opdracht bestond erin te zoeken naar manieren om de geloofwaardigheid van financiële en andere verslagen van ondernemingen te verbeteren. «Rebuilding public confidence in financial reporting : an international perspective» is haar eindverslag. Ze analyseert in dit document vanuit een internationaal perspectief de oorzaken van het verminderde vertrouwen, en graaft daarbij dieper dan de recente financiële schandalen. De werkgroep neemt, zoals haar was opgedragen, eveneens alternatieven onder de loep die dat vertrouwen zouden kunnen herstellen. Tenslotte formuleert de werkgroep in haar verslag concrete aanbevelingen voor praktische procedures op het vlak van financiële verslaggeving, corporate governance, ondernemingsinformatie en auditing («principles of best practices»). Ze gaat daarbij niet voorbij aan het aanzienlijke werk dat reeds door heel wat ledenorganisaties van het IFAC, en ook door andere organisaties, werd verricht om op nationaal vlak iets aan het vertrouwensverlies te doen. Ze houdt eveneens rekening met de diversiteit in de graad van het vertrouwensprobleem en in de oorzaken ervan. Bovendien besteedt de werkgroep aandacht aan patronen die gelijklopen in enkele domeinen, zoals bijvoorbeeld bij financiële verslaggeving en corporate governance. Het verslag kan worden geraadpleegd en/of gratis gedownload op de site van het IFAC : http://www.ifac.org/credibility
(501/NB I.A.B.)
© 2003 Alle rechten voorbehouden. Noch deze publicatie, noch gedeelten ervan mogen worden gereproduceerd of opgeslagen in een retrieval systeem, en evenmin worden overgedragen in welke vorm of op welke wijze dan ook, elektronisch, mechanisch of door middel van fotokopieën, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De auteurs, de redactie en de uitgever streven naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie waarvoor ze echter niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. Verantwoordelijke uitgever: J. De Leenheer, IAB, Livornostraat 41, 1050 Brussel (tel. (02) 543 74 90, e-mail:
[email protected]) IAB-publicatie, in samenwerking met Kluwer uitgevers, Ragheno Business Park, Motstraat 30, 2800 Mechelen.