HUISWERKBELEID BS DE TWEESPRONG SCHOOLJAAR

HUISWERKBELEID BS DE TWEESPRONG SCHOOLJAAR INLEIDING Huiswerk ligt in het verlengde van het leerproces dat in de klas is gestart. Het vormt een brug tussen thuis en de school. Met het meegeven van huiswerk spelen we deels in op individuele behoeften van kinderen. We geven huiswerk mee met verschillende doelen, daarom beperken we het meegeven van huiswerk niet alleen tot het opgeven van een taal- of rekenoefening of leren van een les. Ook andere opdrachten die het aanleren van vaardigheden en het zelfstandig werken bevorderen komen aan bod. Wij weten dat alle kinderen verschillend zijn en dat sommige hierdoor meer behoefte hebben aan bepaalde taken dan anderen. Bij huiswerk is het niet de hoeveelheid die telt, maar de kwaliteit. Het leerproces is net zo belangrijk dan wat er wordt geleerd. Belangrijk gegeven is dat als een kind op de basisschool goed leert omgaan met huiswerk, het daar veel profijt van heeft in het voortgezet onderwijs. Ouders kunnen hun kind daarbij op verschillende manieren ondersteunen. Dit beleidsstuk is helpend om de samenwerking tussen ouders en school zo optimaal mogelijk te maken.

HET DOEL VAN HUISWERK IN DE BASISSCHOOL        

Leren leren: opbouw met doorgaande lijn Leren plannen Leerstof eigen maken Leren nemen van eigen verantwoordelijkheid Extra oefening Stimuleren betrokkenheid van ouders. Leren voor een toets. Voorbereiding op het VO

Huiswerk bevordert de zelfstandigheid (verantwoordelijkheid en plannen) en draagt bij aan een positief leerresultaat. WERKWIJZE Wie krijgt huiswerk?  Opbouwen vanaf groep 1.  Soms individueel en ook op groepsniveau in alle groepen.  Groep 4/5 starten met leren leren.  Vanaf groep 6 proefwerken thuis oefenen. Huiswerkbeleidsplan BS De Tweesprong juli 2015

Pagina 1

 

Vanaf groep 7 één keer per week huiswerk. Groep 8 één keer per week huiswerk, meer taken.

Krijgen alle leerlingen in de groep hetzelfde huiswerk?  Zoveel mogelijk op groepsniveau.  Incidenteel, indien wenselijk voor het kind, individueel aanpassen. Hoe werkt het nakijken van huiswerk?  Afwisselend: klassikaal, individueel, door de leerkracht.  Zelf nakijken en/of bespreken door de leerkracht.  Dit alles, afhankelijk van de aard van de stof. Hoe betrekken we ouders?  In het beleid de rol van ouders beschrijven, zie bijlagen: 1. huiswerk en 2. leren leren.  Betrokkenheid van ouders is wenselijk, huiswerk is en blijft verantwoordelijkheid van het kind. Juist een ondersteunende rol van ouders is belangrijk. Kinderen moet zelf leren leren.  Beleidsstuk op website zetten en ouders en kinderen daar naar verwijzen. Wordt ook naar de website verwezen in de schoolgids.  Benoemen en bespreken tijdens eerste informatieavond per groep in september.  Vanaf groep 6 krijgen alle leerlingen een agenda van school. Ouders kunnen het agendagebruik ook van thuis uit stimuleren/begeleiden en ondersteunen. Agendagebruik  Leerlingen worden gecoacht door groepsleerkracht en ouders in het leren gebruiken van de agenda.  Gaandeweg groep 7/8 gaan de leerlingen de agenda steeds zelfstandiger gebruiken.

WAT GEBEURT ER ZOAL AAN HUISWERK/AANBOD HUISWERK OP BS DE TWEESPRONG GROEP 1/2  Steeds staat er gedurende het schooljaar een bepaald thema centraal. Rond dit thema wordt een thematafel opgebouwd met prentenboeken en voorwerpen die de kinderen van thuis mee mogen brengen.  We spelen bij de kleuters in op hun ontluikende geletterdheid. Dit doen we door één letter een tijd centraal te stellen. De kinderen in groep 2 worden gestimuleerd voorwerpen mee te brengen waarin deze letter voorkomt.  Als uit observaties en/of CITO-uitslagen blijkt dat kinderen ondersteuning nodig hebben op een bepaald gebied wordt er, naast extra aandacht in de klas, aan de ouders gevraagd of zij mee willen ondersteunen.  We informeren ouders regelmatig over het belang van voorlezen van prentenboeken, het samen praten erover en stimuleren het lidmaatschap van de bibliotheek.

Huiswerkbeleidsplan BS De Tweesprong juli 2015

Pagina 2

GROEP 3 Lezen:  Ouders stimuleren kinderen om veel te lezen. Ouders bezoeken samen met de kinderen de bibliotheek. Ouders lezen voor aan kinderen.  Boekpromotie: Kinderen moeten een boek meenemen naar school en hierover vertellen. Dit boek kiezen ze zelf. Ze vertellen waarom ze voor dit boek gekozen hebben, wat er zo leuk aan is en ze lezen een stukje voor uit het boek. Boekpromotie staat wekelijks op het rooster en de kinderen komen om de beurt aan de beurt. Het promoten van een leuk, spannend boek nodigt vaak andere kinderen uit om dit boek ook te lezen.  In overleg met ouders krijgen kinderen indien nodig het boekje “Veilig en Vlot” (materiaal behorende bij de leesmethode) mee naar huis om hiermee het woord lezen extra te oefenen. GROEP 4/5 Spelling:  “Woorden van de week” gaan wekelijks mee naar huis. Tips voor begeleiding door ouders krijgen ouders bij de start van het huiswerk. Woordenschat:  De woordenschatles van Nieuwsbegrip XL wordt thuis wekelijks door de leerlingen gemaakt op de computer.  Bekijken van informatieve programma’s zoals Klokhuis en Jeugdjournaal. Rekenen:  Automatiseren van de tafels. Hoe vaak gaat er iets mee naar huis? Groep 4: Oefenen: tafels 1 t/m 10. Beheersen: tafels 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 10. De leerlingen krijgen een tafeltjesschrift mee naar huis en mogen hier op eigen tempo in oefenen. Groep 5 : Beheersen: tafels 1 t/m 10. Behalen tafeldiploma! Lezen:  Ouders stimuleren kinderen om veel te lezen. Ouders bezoeken samen met de kinderen de bibliotheek. Ouders lezen voor aan kinderen.  Boekpromotie: Kinderen moeten een boek meenemen naar school en hierover vertellen. Dit boek kiezen ze zelf. Ze vertellen waarom ze voor dit boek gekozen hebben, wat er zo leuk aan is en ze lezen een stukje voor uit het boek. Boekpromotie staat wekelijks op het rooster en de kinderen komen om de beurt aan de beurt. GROEP 5  Spreekbeurt: Eén spreekbeurt per jaar. Leerlingen kiezen zelf een onderwerp, bereiden dit thuis voor. Powerpoint mag maar is niet verplicht. Tips voor begeleiding door ouders: zie bijlage 3, stappenplan spreekbeurt.


Pagina 3

GROEP 6 T/M 8 GROEP 6  De woordenschatles van Nieuwsbegrip XL wordt thuis wekelijks door de leerlingen gemaakt op de computer.  Een blok van biologie, aardrijkskunde en geschiedenis duurt 3 tot 4 weken. Daarna volgt een toets. Maximaal 1 toets per week waarvoor thuis geleerd moet worden. Eén week van te voren krijgen ze de te leren stof mee naar huis.  Spreekbeurt: Eén spreekbeurt per jaar. Onderwerp bijvoorbeeld: dieren, beroep, sport, club, muziekinstrument. We houden de spreekbeurt op een vaste dag.  Boekpromotie: 1 keer per jaar.  Leerlingen kunnen ook individuele taken mee naar huis krijgen, bijvoorbeeld: woorden van de week (spelling). GROEP 7/8 In groep 7 en groep 8 wordt wekelijks huiswerk gegeven. N.a.v. de trendanalyses van de citoresultaten wordt gekeken voor welke vakgebieden het huiswerk het meest relevant is. GROEP 7  De woordenschatles van Nieuwsbegrip XL wordt thuis wekelijks door de leerlingen gemaakt op de computer.  Een blok van biologie, aardrijkskunde en geschiedenis duurt 3 tot 4 weken. Daarna volgt een toets. Verder kunnen er nog toetsen bijkomen van Engels en Verkeer. Maximaal 2 toetsen per week waarvoor thuis geleerd moet worden. Eén week van te voren krijgen ze de te leren stof mee naar huis.  Spreekbeurt: Eén spreekbeurt per jaar. Maatschappelijk onderwerp of probleem. Boekpromotie: 1 keer per jaar.  Elke week krijgen de kinderen huiswerk mee op een vaste dag. Dit bestaat uit één taak. Er wordt gekeken wat nog oefening nodig heeft en hier krijgen de kinderen huiswerk van mee.  Leerlingen kunnen ook individuele taken mee naar huis krijgen. GROEP 8  De woordenschatles van Nieuwsbegrip XL wordt thuis wekelijks door de leerlingen gemaakt op de computer.  Een blok van biologie, aardrijkskunde en geschiedenis duurt 3 tot 4 weken. Daarna volgt een toets. Verder kan er nog een toets bijkomen van Engels. Maximaal 2 toetsen per week waarvoor thuis geleerd moet worden. Eén week van te voren krijgen ze de te leren stof mee naar huis.  Spreekbeurt: Eén spreekbeurt per jaar. Maatschappelijk onderwerp of probleem.  Boekpromotie: 1 keer per jaar.  Elke week krijgen de kinderen huiswerk mee op een vaste dag Dit bestaat uit twee taken. Er wordt gekeken wat nog oefening nodig heeft en hier krijgen de kinderen huiswerk van mee.  Leerlingen kunnen ook individuele taken mee naar huis krijgen. Huiswerkbeleidsplan BS De Tweesprong juli 2015

Pagina 4

Stappenplan spreekbeurt maken van groep 5 t/m groep 8 is toegevoegd in de map huiswerkbeleidsplan. Bijlage 3.


Pagina 5

BIJLAGES: Bijlage 1: Handreiking voor huiswerk groep 6,7,8. Bijlage 2: Hoe moet je leren? Groep 6, 7 en 8. Bijlage 3: Stappenplan spreekbeurt groep 5/8.


Pagina 6

:

BIJLAGE 1:

HANDREIKING VOOR HUISWERK GROEP 6, 7 EN 8 1)

Noteer de huiswerkopdrachten nauwkeurig in je agenda.

2)

Bekijk de eerste dag meteen wat je allemaal moet doen. Snap je iets niet, vraag het dan thuis of op school aan de leerkracht of één van je medeleerlingen.

3)

Bekijk hoeveel tijd je nodig hebt om alles af te krijgen en maak dan een planning in je agenda. Houd rekening met de dagen dat je bijvoorbeeld gaat sporten of andere dingen hebt gepland. Vind je plannen moeilijk, vraag je ouders om hulp.

4)

Verdeel de taken over de hele week, zodat je niet te veel op een middag of avond moet doen. Laat het zeker niet liggen tot de laatste dag.

5)

Maak of leer je huiswerk op een rustige plaats; een plaats waar je niet of nauwelijks wordt gestoord, waar je je prettig voelt. Als je weet dat een radio of tv die aanstaat je stoort, werk dan zonder dat deze aanstaat.

6)

Volgorde huiswerk maken: a. Is er een proefwerk bij?  besteed hieraan de meeste aandacht. Als je dingen van buiten moet leren (aardrijkskunde, geschiedenis etc.) kun je het beste elke dag een gedeelte doen. Herhaal elke keer de stof van de vorige dag(en). Zo onthoud je de leerstof het best! b. Leer eerst je proefwerk, voordat je met maakwerk van een vak begint. Als je werk moet maken (taal, rekenen etc.) zorg er dan voor dat het er altijd netjes uitziet. c. Denk ook aan (een) korte pauze(s) tussendoor.

7)

Laat je werk ook eens door iemand van thuis controleren.

8)

Je hebt altijd voldoende tijd om het huiswerk af te krijgen. Verschuil je dus niet achter een smoesje! Lever je huiswerk op tijd in!


Pagina 7

BIJLAGE 2. HOE MOET JE LEREN: GROEP 6, 7 EN 8 1) Bekijk de tekst in grote lijnen. a. Kijk naar de inhoudsopgave of indeling. b. Lees de kopjes van elk hoofdstuk of paragraaf. c. Bekijk schema’s, overzichten en illustraties. 2) Stel vragen aan jezelf. a. Waar gaat het over? b. Wat weet ik hier al van? c. Welke vragen zou de juf/meester gaan stellen? d. Waar kan ik het voor gebruiken? 3) Lees nu de tekst nauwkeurig door! a. Onderstreep belangrijke woorden (sleutelwoorden) of zinnen (kernzinnen). Of schrijf deze op. b. Zet trefwoorden (als dat mag) in de kantlijn bij een alinea. c. Geef per alinea aan wat de kern van de zaak is: in sleutelwoorden of “kopjes”. d. Maak aantekeningen. Als je het zelf begrijpt onthoud je het ook beter! e. Als je een woord niet begrijpt ……… zoek het dan op! 4) Overhoor nu jezelf! a. Probeer de inhoud samen te vatten. Dat kan op 2 manieren: - In eigen woorden aan jezelf of iemand anders vertellen. - In eigen woorden de inhoud opschrijven. Zo ontstaat een uitreksel. b. Ook kun je overhoorvragen opstellen over de kern van de tekst. Ga dan na of je deze vragen zelf kunt beantwoorden. 5) Overzie het totaal. a. Bedenk waar je deze stof voor kunt gebruiken. b. Heb je er al eens eerder over gehoord of gelezen? c. Hoe hangt het geleerde samen met wat je al wist? d. Praat de leerstof door met, of leg deze uit aan anderen (bijvoorbeeld ouders of klasgenoten) e. Streep aan wat je niet wist of moeilijk vond. f. De meester of juf staat altijd klaar om je te helpen als je iets niet begrijpt! Als je deze 5 punten steeds volgt, zal je merken dat het leren steeds gemakkelijker gaat en dat je er ook steeds meer plezier in krijgt! Heel veel succes …….. en ik ben benieuwd naar wat je allemaal geleerd hebt!


Pagina 8

BIJLAGE 3. Hoe maak je een spreekbeurt? Dat doe je in een aantal stappen: 1. Het kiezen van een onderwerp. In elke groep staan bepaalde thema’s centraal. Bij de start van de uitleg krijg je van de leerkracht de mogelijke thema’s uitgelegd. 2. Boeken / informatie opzoeken over je onderwerp. 3. Maak een lijstje van de dingen die je zeker wil gaan vertellen. Dat worden de hoofdstukken van je spreekbeurt. Bijvoorbeeld: spreekbeurt over het Wereld Natuur Fonds. Je vertelt dan zeker over:  Wat het Wereld Natuur Fonds is.  Wat het WNF doet.  De top 5 meest bedreigde diersoorten en waar ze leven.  Hoe het komt dat er zoveel bedreigde diersoorten zijn.  Wat je zou kunnen doen om te helpen. 4. Opschrijven bij elk hoofdstuk wat je precies gaat vertellen. Als je de spreekbeurt klaar hebt op papier, laat je deze aan de juf zien, ongeveer twee weken voor je aan de beurt bent. 5. Maak op een aparte bladzijde 3 vragen voor je klasgenoten. De vragen moeten te beantwoorden zijn als ze heel goed naar je geluisterd hebben. Natuurlijk moet je zelf het antwoord weten op de vragen die je stelt. 6. Bij elkaar zoeken van spullen die je kunt laten zien. Je mag van alles meenemen om te laten zien. Bijvoorbeeld: foto’s, plaatjes etc. De spullen mag je ophangen/uitstallen als je aan de beurt bent om te presenteren. Het smartbord mag ook worden gebruikt tijdens je spreekbeurt. 7. De spreekbeurt inoefenen. Lees de spreekbeurt hardop vóór en probeer het na een paar keer oefenen zónder op je blaadje te kijken. Het is de bedoeling dat je in de klas alles uit je hoofd gaat vertellen. Gebruik er ook alles bij wat je wil laten zien. Hou de spreekbeurt ook eens voor je ouders en doe dan net alsof je voor de klas staat. 8. Voorbereiden in de klas. De spreekbeurten worden op woensdag gehouden. In de pauze mag je binnen blijven om je spullen klaar te zetten of plaatjes op te hangen.


Pagina 9

Stappenplan 1. Mijn onderwerp is:……………………………………………………………………………… 2. Deze boeken / sites heb ik bekeken: ……………………………………………………………………………………………… …………………. ……………………………………………………………………………………………… …………………. ……………………………………………………………………………………………… …………………… ……………………………………………………………………………………………… …………………… 3. Deze dingen wil ik zeker gaan vertellen: ……………………………………………………………………………………………… …………………. ……………………………………………………………………………………………… …………………. ……………………………………………………………………………………………… …………………… ……………………………………………………………………………………………… …………………… 4. Maak je werkstuk. 5. Deze 3 vragen stel ik aan mijn klasgenoten: ……………………………………………………………………………………………… …………………. ……………………………………………………………………………………………… …………………. ……………………………………………………………………………………………… …………………… 6. Dit wil ik laten zien tijdens mijn spreekbeurt:


Pagina 10

……………………………………………………………………………………………… …………………. Beoordeling Lees alvast door waarop wordt gelet bij jouw spreekbeurt. De beoordeling wordt na jouw spreekbeurt ingevuld door de juf. Spreken:

Oogcontact met de groep Spreken voor de hele groep Duidelijke uitspraak Goed verstaanbaar voor iedereen Goede spreeksnelheid Goed Nederlands, geen dialectwoorden Eigen taalgebruik

Houding Voorbereiding Verhouding spreektijd en toontijd Vloeiend verhaal/ geen tekst vergeten? Controlevragen Vragen beantwoorden van klasgenoten Materiaalgebruik Werkstuk

Dit zijn de programma`s die we op school gebruiken:


Pagina 11

HUISWERKBELEID BS DE TWEESPRONG SCHOOLJAAR

Recommend Documents