Huishoudelijk Reglement versie

Huishoudelijk Reglement versie 01-01-2013 van Stichting Keurmerk Touringcarbedrijf, behorende bij het Veiligheidsdocument SKTB

Stichting Keurmerk Touringcarbedrijf Spui 188 - 2511 BW Den Haag Postbus 19365 - 2500 CJ Den Haag telefoon 070 375 17 77 - [email protected] - www.sktb.nl

© 2012 Stichting Keurmerk Touringcarbedrijf Alle rechten voorbehouden. Behoudens de door de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd (waaronder inbegrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voorwoord

‘Huishoudelijk Reglement’: de grondbetekenis van de Latijnse en Griekse woorden die we met ‘regel‘ vertalen is ‘latten raamwerk‘; een kader, waarlangs een bedrijf haar bedrijfsvoering legt. Hoewel deze in willekeurig welke richting kan groeien, kan men nooit tevoren weten, welke kant hij op zal gaan. Het bedrijf zal binnen een gegeven structuur, in een wisselend economische klimaat zijn eigen weg vinden. De ruimte waarin het zich beweegt is open, zij het niet zonder grenzen. Dit huishoudelijk reglement is bedoelt om die grenzen te bepalen voor zover deze (nog) niet zijn bepaald in het VeiligheidsDocument. Dit reglement is geen recept voor het structuren van een bedrijf, uw bedrijf, maar levert slechts de basisvoorwaarden voor een erkenning als Keurmerk Touringcarbedrijf. In het voorliggende Huishoudelijk Reglement worden de wederzijdse rechten en plichten van SKTB, de Keurmerkhouders, de Commissie Keurmerk, de Certificatie-instellingen en het CentraleCollege van Deskundigen uitgewerkt. Hierbij is het niet de bedoeling geweest de vrijheid van de Keurmerkhouders en overigebelanghebbende onnodig in te perken en een juridisch sluitend geheel op te stellen, maar wel het waarborgen van de continuïteit van de kwaliteit en veiligheid van het touringcarvervoer. Op de website van SKTB, www.sktb.nl, zijn de meest recente versies van het Veiligheidsdocument en het Huishoudelijk Reglement online beschikbaar. Hier zal indien wenselijk ook een erratum worden gepubliceerd.

Ruud van der Marel voorzitter SKTB

Huishoudelijk Reglement, versie 01-01-2013

Nico Zethof manager SKTB

29

Dit Huishoudelijk Reglement, versie 1, 1-1-2013 van Stichting Keurmerk Touringcarbedrijf (SKTB) is onlosmakelijk verbonden met het Veiligheidsdocument SKTB (versie 1, d.d. 1-1-2013)

Inhoudsopgave Voorwoord 29 Hoofdstuk 1 Inleiding 31 Hoofdstuk 2 Rechten en plichten (art. 1-13)

31

Hoofdstuk 3 Commissie Keurmerk (art. 14-19)

38

Hoofdstuk 4 Certificatie-instellingen (art. 20-25)

41

Hoofdstuk 5 Centrale College van Deskundigen (art. 26-33)

44

Hoofdstuk 6 Algemene en slotbepalingen (art. 34-39)

46

Hoofdstuk 7 Bijlagen 1. Dispensatieprocedure CAO 2. (Mede-)eigendom ander touringcarbedrijf 3. Overzicht van relevante weten regelgeving

48 48 49

30


Hoofdstuk 1 Inleiding

Hoofdstuk 2 Rechten en plichten

Voor u ligt het Huishoudelijk Reglement van Stichting Keurmerk Touringcarbedrijf (SKTB) per 01-01-2013, zoals vastgesteld door het Centrale College van Deskundigen Keurmerk Touringcarbedrijf op 19 november 2012. Dit Huishoudelijk Reglement is onlosmakelijk verbondenmet het Veiligheidsdocument (versie 1, d.d. 01-01‑2013) van SKTB. Voor de inleidingwordt u verwezen naar de inleiding van het Veiligheidsdocument.

Artikel 1 – Definities Aanvraag: Het verzoek tot erkenning met het Keurmerk. Belanghebbenden: Die organisaties die vanuit hun directe of indirecte betrokkenheid bij de bedrijfstak besloten busvervoer inbreng leveren in de criteria en vereisten. Als belanghebbenden zijn in ieder geval aangemerkt: ANVR, ANWB, CCV-CBR, Veilig Verkeer Nederland, ILT, KNV, Pensioenfonds Vervoer, RDW, STO, STAOBB, Verbond van Verzekeraars, werk nemers en SKTB. Besloten busvervoer: Het verrichten van personenvervoer in voertuigen ingericht voor het vervoer van negen of meer passagiers op basis van een communautaire vergunning, zoals bedoeld in de Wet Personenvervoer 2000. Bestuur: Het bestuur van de Stichting Keurmerk Touringcarbedrijf. Certificatie-instelling: Een door de Raad voor de Accreditatie actueel geaccrediteerde certificatie instelling conform ISO 17021 met in de EAC ISO 9001: 2008, EAC 31, die op grond van een samenwerkingsovereenkomst met SKTB ook mag auditten voor het Veiligheidsdocument SKTB. College: het Centrale College van Deskundigen voor het Keurmerk Touringcarbedrijf (CCvD-KT). Commissie: De Commissie Keurmerk Touringcarbedrijf. Contractinstituut: Het instituut waarmee SKTB een samenwerkingscontract heeft gesloteninzake de naleving van in het reglement gestelde vereisten. Er is zo’n contract met de certificatie-instellingen, STO, ILT en RDW. Erkenning nieuwe stijl: Actuele erkenning als Keurmerk Touringcarbedrijf op basis van ISO 9001: 2008: 2008, EAC 31, het Veiligheidsdocument SKTB, versie 01-01-2013 en het Huishoudelijk Reglement SKTB, versie 01-01-2013. Erkenning nieuwe stijl omvat mede deelname aan het Handhavingconvenant van ILT en SKTB. Erkenning nieuwe stijl is mogelijk vanaf 01-01-2013 en wordt per 01-04-2015 de enige erkenningwijze van SKTB. Erkenning oude stijl: Actuele erkenning als Keurmerk Touringcarbedrijf op basis van het Aspectcertificaat Besloten Busvervoer en de Reglementen Keurmerk Touringcarbedrijf, versie 01-01-2012, plus Addendum 2013. Erkenning oude stijl stopt met ingang van 30 maart 2015. Erkenningovereenkomst: De overeenkomst tussen SKTB en de erkende onderneming, waarin de rechten en plichten van de erkende onderneming aangaande de erkenning zijn vastgelegd.


31

Erkenningsregeling: De erkenningsregelingvan SKTB, resulterend in het Keurmerk, uitsluitend betrekking hebbend op Nederlandse, vergunninghoudende ondernemingen in het besloten busvervoer. Hij: Waar in dit Huishoudelijk Reglement gesproken wordt over ‘hij’ dient ‘hij of zij’ gelezen te worden. Keurmerk: De erkenning met het Keurmerk Touringcarbedrijf voor besloten busvervoerbedrijven afgegeven door SKTB. Keurmerkhouder: Het besloten busvervoerbedrijf dat van SKTB een Keurmerk heeft ontvangen. Klacht: Een klacht van een natuurlijke of rechts persoon over de uitvoering van een vervoerrelatie met een Keurmerkhouder onder de vigeur van het Keurmerk. Kracht van gewijsde: Een uitspraak van de Commissie gaat in kracht van gewijsde zodra er geen bezwaar meer openstaat, of de betreffende Keurmerkhouder schriftelijk heeft aangegeven af te zien van zijn recht op bezwaar. Licentieovereenkomst: De overeenkomst tussen SKTB en de erkende onderneming dan wel een derde, waarin de rechten en plichten van de erkende onderneming of de derde aangaande het gebruik van het merkenrecht van het Keurmerk zijn vastgelegd. Major tekortkoming: Het ontbreken of het niet nakomen van een vereiste procedure, en tevens een duidelijke strijdigheid met de eisen van de norm. Manager: Degene, die door het bestuur conform artikel 9 van de statuten als zodanig is benoemd en de erkenningsregeling beheert. Minor tekortkoming: Aan de betreffende eis van de norm is voldaan, maar het onderhavige punt behoeft verbetering of verduidelijking. Wordt hier niets aan gedaan, dan kan dit alsnog als major tekortkoming worden aangemerkt. Ondernemer: Een natuurlijke persoon met op de inschrijving van de Kamer van Koophandel gebaseerde beslis- en delegatiebevoegdheid binnen de vergunninghoudende rechtspersoon. Delegatie vindt slechts plaats aan medewerkers die qua bevoegdheden, taken en kwalificatie in staat zijn de gedelegeerde verantwoordelijkheid waar te maken. De ondernemer is en blijft steeds eind verantwoordelijk, tenzij de weten regelgeving anders bepaalt. PfV: Pensioenfonds Vervoer, het pensioenfonds voor de vervoersbranche, daaronder begrepen de touringcarchauffeurs en overige medewerkers van de touringcarbedrijven. STAOBB: De onafhankelijke Stichting Arbeidsomstandigheden en Opleidingen voor het

32

Besloten Busvervoer (afgekort STAOBB) te Den Haag, ter bepaling van het opleidingenbeleid binnen de bedrijfstak besloten busvervoer. Stichting BUS: De onafhankelijke Stichting BUS te Den Haag, ter collectieve promotie en communicatie van het (erkende) touringcarproduct. In Stichting BUS zijn vertegenwoordigd: KNV Bus, ANVR, RAI Vereniging, FNV en CNV. SKTB: De Stichting Keurmerk Touringcarbedrijf. STO: De Stichting voor Informatie en Ordening van de bedrijfstak besloten busvervoer. Deze stichting ziet toe op een volledige naleving van de bepalingen van de CAO Besloten Busvervoer en is belast met de premievaststelling en de premie-inning voor het sociaal fonds van de bedrijfstak besloten bus vervoer, het Fonds Scholing en Ordening voor het besloten busvervoer (FSO). Touringcar: Motorrijtuig, al dan niet voorzien van een aanhangwagen, ingericht voor het vervoer van meer dan acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen. Waar de wetgever spreekt over ‘autobus’ kan ook touringcar gelezen worden. Touringcarchauffeur: Iedere werknemer, die voor bepaalde of onbepaalde tijd in dienst is bij een werkgever, waarop de CAO Besloten Busvervoer of een gelijkwaardige CAO van toepassing is en (mede) ingezet kan worden als chauffeur voor het verrichten van personenvervoer dat onder deze CAO valt. Vereisten: De door contractinstellingen gehanteerde bepalingen, alsook de door belanghebbenden of SKTB aangedragen bepalingen, zoals vermeld in het reglement. Deze vereisten maken integraal onderdeel uit van de beoordeling door certificatieinstellingen. Vervoersovereenkomst: voor overeenkomsten met beperkte reikwijdte kan de ondernemer volstaan met een eenzijdige bevestiging met daarin tenminste opgenomen de aard van het vervoer, de vertrektijd, de vertrekplaats, de prijs, de comfortaspecten, de reis- en/of vervoervoorwaarden. Voor overeenkomsten inzake langdurig, meerjarig, touroperator of internationaal geregeld vervoer, dient op basis van een (raam)contract een schriftelijke en onder tekende bevestiging te zijn ontvangen, met aansluitende, eenzijdige ritopdrachten. Artikel 2 – Overgangsbepalingen 2.1 SKTB onderscheidt in de periode tot 30 maart 2015 erkenning oude stijl, op basis van het Aspectcertificaat Besloten Busvervoer en de Reglementen Keurmerk Touringcarbedrijf, versie 01-01-2012, plus Addendum en erken ning nieuwe stijl, op basis van ISO 9001:2008: 2008, EAC 31, het Veiligheidsdocument SKTB,


2.2

2.3

2.4

2.5

versie 01-01‑2013 en het Huishoudelijk Reglement SKTB, versie 01-01-2013; In de periode van 1 januari 2013 tot en met 30 maart 2015 hebben actueel erkende Keurmerk Touringcarbedrijven de keuze tussen erkenning oude stijl, en erkenning nieuwe stijl; In de periode van 1 januari 2013 tot en met 30 december 2013 hebben aspirant Keurmerk Touringcarbedrijven de keuze tussen erken ning oude stijl, en erkenning nieuwe stijl; Met ingang van 1 januari 2014 kunnen aspirant Keurmerk Touringcarbedrijven uitsluitend nog erkend worden voor het Keurmerk nieuwe stijl; Het Veiligheidsdocument SKTB en het Huishoudelijk Reglement SKTB worden bepaald door SKTB. De laatste versie van genoemde documenten is steeds actueelvan toepassing, onder respectering van een eventuele overgangstermijn of implementatieperiode.

Artikel 3 – Voorwaarden voor erkenning Om voor erkenning als Keurmerk Touringcarbedrijf in aanmerking te komen en te blijven dient de aanvrager: 3.1 In het bezit te zijn van een communautaire vergunning voor het verrichten van besloten busvervoer; 3.2 In het bezit te zijn van een actueel certificaat van ISO 9001:2008, EAC 31, transport, afge geven door een door de Raad voor Accreditatie voor ISO 9001:2008, EAC 31 geaccrediteerde certificatie-instelling; 3.3 In het bezit te zijn van een actueel certificaat van het Veiligheidsdocument SKTB afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie voor ISO 9001:2008, EAC 31 geaccrediteerde certificatie-instelling, die tevens in het bezit is van een samenwerkingsovereenkomst met SKTB. Een actueel overzicht van certificatieinstellingen die aan deze voorwaarden voldoen is te vinden op www.sktb.nl; 3.4 Statutair gevestigd te zijn in Nederland; 3.5 Zijn geëxploiteerde touringcars in te zetten onder het regime van de CAO Besloten Busvervoer of een gelijkwaardige CAO. De dispensatieprocedure voor een gelijkwaardige CAO is te vinden als bijlage 1 van dit Huishoudelijk Reglement; 3.6 Indien de (mede-)eigenaar van het touringcarbedrijf waar het Keurmerk voor wordt aangevraagd ook (mede-)eigenaar is van een ander


touringcarbedrijf met separate vergunning, dient hij dit bij zijn aanvraag kenbaar te maken. De uitwerking van dit artikel is te vinden in Bijlage 2 van dit Huishoudelijk Reglement. Artikel 4 – Het aanvragen van erkenning 4.1 Op verzoek van aanvrager stuurt SKTB de aanvrager de benodigde informatie en documenten voor het aanvragen van erkenning. Dit betreft tenminste: het Veiligheids document SKTB; het Huishoudelijk Reglement SKTB; de signaleringsverklaring (artikel 5); de automatische incasso (artikel 10.7); het kostenoverzicht (artikel 10.2) en de vragenlijst bedrijfsgegevens; 4.2 Voor het aanvragen van erkenning dient de aanvrager tenminste de volgende documenten aan SKTB te sturen: uittreksel Kamer van Koophandel van maximaal drie maanden oud; communautaire vergunning (kopie); geheel ingevulde en ondertekende signaleringsverklaring, automatische incasso en vragenlijst (originelen); certificaat ISO 9001:2008 en certificaat Veiligheidsdocument SKTB (kopie); actuele auditrapportage van ISO 9001:2008 en Veiligheidsdocument SKTB (kopie); 4.3 SKTB stuurt de aanvrager een ontvangstbevestiging en vermeldt daarin of de aanvraag compleet is en in behandeling kan worden genomen, of dat er nog documenten ontbreken. SKTB heeft het recht om de aanvrager om aanvullende informatie te vragen. Een aanvraag die binnen zes maanden na indienen nog niet compleet is wordt vernietigd; 4.4 Indien een actueel erkend Keurmerkbedrijf wordt overgenomen dient voor het nieuwe totaalbedrijf een nieuwe aanvraag te worden ingediend. Artikel 5 – Signaleringsverklaring 5.1 De aanvrager ondertekent een signaleringsverklaring als onderdeel van zijn aanvraag tot erkenning; 5.2 Met deze signaleringsverklaring machtigt de aanvrager: a. de signaleringsinstituten ILT, STO, PfV en RDW om gedurende zijn erkenning als Keurmerk Touringcarbedrijf alle informatie, die relevant is voor zijn status als Keurmerk Touringcarbedrijf, rechtstreeks aan SKTB te zenden; b. de certificatie-instellingen om gedurende zijn erkenning als Keurmerk Touringcar

33

5.3

bedrijf alle informatie over de certificering met ISO 9001:2008 en het Veiligheids document SKTB, die relevant is voor zijn status als Keurmerk Touringcarbedrijf, rechtstreeks aan SKTB te zenden; c. SKTB om gedurende zijn erkenning als Keurmerk Touringcarbedrijf alle informatie over zijn status als Keurmerk Touring carbedrijf, rechtstreeks aan de signaleringsinstituten en certificatie-instellingen te zenden; d. SKTB om gedurende zijn erkenning als Keurmerk Touringcarbedrijf de certificatieinstelling te verzoeken om een extra audit uit te voeren bij het bedrijf, wanneer de informatie daar aanleiding toe geeft; De signaleringsverklaring vervalt automatisch bij beëindiging van de erkenning als Keurmerk Touringcarbedrijf.

Artikel 6 – Erkenning als Keurmerk Touringcarbedrijf 6.1 Het Keurmerk wordt afgegeven door SKTB uit naam van het bestuur. De afgifte van het Keurmerk wordt namens het bestuur ondertekend door de manager van SKTB. De Commissie Keurmerk is door het bestuur belast met het behandelen van de aanvragen; 6.2 SKTB besluit uiterlijk één maand nadat alle in artikel 4 genoemde stukken zijn ontvangen over de aanvraag tot erkenning. De volgende besluiten zijn mogelijk: verlening van het Keurmerk; verlening van het Keurmerk onder voorwaarden; afwijzing van de aanvraag; 6.3 Indien SKTB het Keurmerk onder voorwaarden verleent, dan zendt zij de Keurmerkhouder een schrijven waarin in ieder geval het volgende wordt medegedeeld: a. Dat het Keurmerk onder voorwaarden wordt verleend; b. De voorwaarden waaronder het Keurmerk wordt verleend; c. De reden waarom het Keurmerk onder voorwaarden wordt verleend. Voor het overige wordt een Keurmerkhouder die het Keurmerk onder voorwaarden verleend krijgt op dezelfde wijze behandeld als de andere Keurmerkhouders; 6.4 Indien SKTB het Keurmerk niet verleent, zendt zij de aanvrager een schrijven, waarin in ieder geval het volgende wordt medegedeeld: a. Dat het Keurmerk niet wordt verleend; b. De reden waarom het Keurmerk niet wordt verleend;

34

6.5

c. De termijn waarop de aanvrager opnieuw een verzoek tot afgifte kan indienen; d. De door de aanvrager ter beschikking gestelde gegevens en documenten worden door SKTB vernietigd; De erkenning als Keurmerk Touringcarbedrijf is geldig voor onbepaalde tijd of tot wederopzegging zolang aan alle voorwaarden voor erkenning wordt voldaan.

Artikel 7 – Verplichtingen van de Keurmerkhouder 7.1 De Keurmerkhouder dient steeds aan de eisen van het Keurmerk te voldoen; 7.2 De Keurmerkhouder dient ervoor te zorgen dat SKTB voortdurend over de actuele versie van de documenten genoemd onder artikel 4.2 kan beschikken; 7.3 De Keurmerkhouder dient te beschikken over de diverse Keurmerkartikelen (artikel 8) en deze op de voorgeschreven wijze toe te passen. Bij beëindiging van zijn erkenning dient de Keurmerkhouder in overleg met SKTB de Keurmerkartikelen te vernietigen of in te leveren bij SKTB zonder recht op terugbetaling van de aanschafprijs van de Keurmerkartikelen; 7.4 Ingeval er sprake is van een aanstaande staking van de bedrijfsactiviteiten, van een surseance van betaling dan wel van een faillissement, dient de ondernemer SKTB onverwijld op de hoogte te brengen van de feiten. Artikel 8 – Naleving rij-en rusttijden en vigerende wetgeving In aanvulling op het bepaalde in de ‘Informatie over het Keurmerk Touringcarbedrijf’ onder ‘Handhavingafspraken met ILT’ op pagina 8 van het Veiligheidsdocument gelden de volgende bepalingen: 8.1 Op verzoek van SKTB stuurt het Keurmerk Touringcarbedrijf SKTB nadere informatie betreffende de vastgestelde overtredingen en de oorzaken daarvan; 8.2 SKTB publiceert jaarlijks een totaaloverzicht van de ontwikkelingen in de naleving rij- en rusttijden en vigerende wetgeving; 8.3 SKTB stelt op basis van de beschikbare informatie over de naleving rij- en rusttijden een managementrapportage op voor ILT; 8.4 SKTB is voornemens met ILT een ontwikkelingsconvenant te sluiten op basis waarvan Keurmerk Touringcarbedrijven in de toekomst gelijkgesteld worden met bedrijven die een eigen handhavingconvenant met ILT hebben.


Artikel 9 – Keurmerkartikelen 9.1 De Keurmerkhouder ontvangt de volgende Keurmerkartikelen op verplichte of vrijwillige basis: a. Voor op het bedrijf een bedrijfsschild (verplicht) met de afbeelding van het Keurmerkembleem. Het bedrijfsschild dient op een voor de consument goed zichtbare plaats bij de ingang van het bedrijf te wordenbevestigd; b. Voor op de touringcars Keurmerkstickers (verplicht). Bij verkoop van een touringcar dient de Keurmerkhouder de Keurmerk stickers altijd te verwijderen; c. Voor op het briefpapier en voor op folders briefpapierstickers met de afbeelding van het Keurmerkembleem (vrijwillig) of een digitale versie van het logo (vrijwillig). De Keurmerkhouder is verplicht om de briefpapierstickers op al het briefpapier van het bedrijf aan te brengen, dan wel het door SKTB aangeleverde Keurmerkembleem te laten drukken op het briefpapier. Bij het gebruik van elektronische mail dient het logo van SKTB eveneens afgebeeld te worden; d. Voor op het bedrijf een certificaat met de afbeelding van het Keurmerkembleem, de naam van het vervoerbedrijf, alsmede het jaar waarvoor het Keurmerk geldt ende ingangsdatum van erkenning dan wel verlenging. Dit certificaat (verplicht) wordtmet een bijpassende lijst geleverd (verplicht in jaar van eerste erkenning, vrijwillig in de verdere jaren). Het certificaat in de bijgeleverde lijst dient op een voor de consument goed zichtbare plaats in het bedrijfsgebouw te worden opgehangen; e. Voor op het bedrijf een vlag met Keurmerkembleem (vrijwillig). Indien de ligging van het bedrijf zich daartoe leent dient de vlag op een voor de consument goed zichtbare plaats te worden bevestigd; f. Een digitale banner van SKTB. Deze dient op de website van het touringcarbedrijf in de (bij voorkeur rechter) onderhoek van de homepage op een duidelijk zichtbare plaats opgenomen te worden. De banner dient naar keuze van de Keurmerkhouder door te verwijzen naar nadere Keurmerkinformatie op de eigen website, met doorlink naar www.sktb.nl, of direct door te verwijzen naar www.sktb.nl.


9.2

Bedrijven die erkend worden als Keurmerk Touringcarbedrijf moeten deze verplichting binnen drie maanden na de erkenningdatum doorgevoerd hebben; Voor zover de Keurmerkartikelen voorzien zijn van een jaartal dient de Keurmerkhouder bijtijds bij SKTB nieuwe Keurmerkartikelen te bestellen en deze rond de jaarwisseling te vervangen.

Artikel 10 – Keurmerkembleem en licentie-overeenkomst 10.1 SKTB heeft als beeldmerk een Keurmerkembleem zoals bij het Benelux Merken en Modellenbureau is vastgesteld en gedeponeerd. Daarnaast is het materiaal dat SKTB uitgeeft auteursrechtelijk dan wel modelrechtelijk beschermd. SKTB zal haar rechten doen gelden tegenover misbruikmakende derden; 10.2 Een Keurmerk Touringcarbedrijf is gerechtigd gebruik te maken van het Keurmerkembleem in de door SKTB geautoriseerde verschijningsvorm, kleuren en maten indien en zolang zij in het bezit is van een geldige licentie‑ overeenkomst; 10.3 Verleent SKTB het Keurmerk, dan zendt zij ter ondertekening aan de aanvrager in tweevoud een licentieovereenkomst waarin de rechten en plichten van de Keurmerkhouder en SKTB voor wat betreft merkenrecht en auteursrecht ten opzichte van elkaar zijn geregeld. De aanvrager dient de licentieovereenkomsten in te vullen en te ondertekenen, en één exemplaar te retourneren aan SKTB; 10.4 Bij beëindiging van de erkenning komt de licentieovereenkomst te vervallen en verliest de voormalige Keurmerkhouder het recht om het Keurmerklogo te gebruiken; 10.5 Bedrijven – niet zijnde touringcarbedrijven – die als (ANVR-) bustouroperator of als bemiddelaar – voor het vervoeren van personen per touringcar – exclusief samenwerken met Keurmerk Touringcarbedrijven kunnen eveneens een licentieovereenkomst afsluiten met SKTB voor het gebruik van het Keurmerklogo en de Keurmerktools. Een overzicht van deze licentiehouders wordt gepubliceerd op de website van SKTB. Bij beëindiging van de licentieovereenkomst verliest de voormalige licentiehouder het recht om het Keurmerklogo te gebruiken; 10.6 Het is niet toegestaan om zonder toestemming van SKTB gebruik te maken van het

35

Keurmerk, het Keurmerkcertificaat, het Keurmerkembleem, het bedrijfsschild, de touringcarstickers, de briefpapiersticker, een Keurmerkvlag, of te verwijzen naar de website van de stichting; 10.7 Indien ten onrechte gebruik wordt gemaakt van het Keurmerk, is de betrokkene aan SKTB een direct opeisbare boete verschuldigd van: a. 1000 Euro per dag voor het zonder Keurmerk voeren van het bedrijfsschild, dan wel het certificaat; b. 100 Euro per dag voor het zonder Keurmerk voeren van een briefpapier sticker, een touringcarsticker, of een Keurmerkvlag; c. 10.000 Euro per overtreding voor overige uitingen in woord of geschrift waarin ten onrechte wordt meegedeeld of de schijn wordt gewekt dat het bedrijf beschikt over het Keurmerk zoals omschreven in dit reglement. Artikel 11 – Kosten 11.1 Alle kosten in verband met het verlenen en voortzetten van een Keurmerk worden voor het komende kalenderjaar jaarlijks vóór 1 december door het bestuur vastgesteld in een overzicht en aan de Keurmerkhouders medegedeeld; 11.2 De aanvrager ontvangt bij aanvraag een overzicht van de kosten; 11.3 De vaste kosten bestaan uit: een stambedrag voor het bedrijf; een standaardbedrag per geëxploiteerde touringcar; en een bedrag voor de (verplichte) Keurmerkartikelen; 11.4 Voor afzonderlijke vermelding als Keurmerkbedrijf van meerdere handelsnamen en/of verschillende vestigingen is per extra vermelding een toeslag van 25 procent op het stambedrag verschuldigd; 11.5 De Keurmerkhouder die niet als actueel lid is aangesloten bij de brancheorganisatie KNV Busvervoer, gevestigd te Den Haag, is een aparte fee verschuldigd vanwege de investeringen die namens de brancheorganisatie KNV Busvervoer in de stichting zijn gedaan bij opzet en uitbouw van de erkenningsregeling. Deze bedraagt per jaar een bedrag gelijk aan de contributie voor leden van KNV Busvervoer; 11.6 De Keurmerkhouder ontvangt een factuur voor alle verschuldigde bedragen, onder vermelding van de verschuldigde BTW;

36

11.7 Alle betalingen geschieden via automatische incasso. De aanvrager dient een machtiging voor automatische incasso te hebben getekend ter zake van de kosten vallende onder het gebruik van het Keurmerk; 11.8 SKTB kan in bijzonder gevallen ook betaling van de verschuldigde kosten eisen zonder automatische incassering; 11.9 SKTB is gerechtigd om in geval van het uitblijven van betaling tot incassering met behulp van een deurwaarder over te gaan; 11.10 Ook na beëindiging van de erkenning blijft betaling van de verschuldigde kosten van kracht. Bij tussentijdse beëindiging in de loop van het jaar vindt géén restitutie van reeds betaalde of verschuldigde bedragen plaats. Bij opzegging met ingang van het volgende kalenderjaar ná 1 november is 50 procent van het stambedrag alsnog verschuldigd; 11.11 Bij erkenning in de loop van het kalenderjaar ontvangt de Keurmerkhouder een korting op de kosten voor stambedrag en standaard bedrag. De kortingsregeling houdt in dat voor iedere verstreken maand een korting van 1/12 deel wordt verleend. 11.12 In de overgangsperiode van 01-01-2013 tot en met 30-12-2014 geldt de actuele status van het Keurmerkbedrijf per 1 januari van het lopende kalenderjaar als grondslag voor de kostenbepaling voor dat jaar. Bij overgang naar het nieuwe Keurmerk in de loop van het jaar worden door SKTB geen dubbele kosten in rekening gebracht en wordt evenmin restitutie verleend. Vanaf 01-01-2015 worden kosten in rekening gebracht op basis van het kostenoverzicht voor het nieuwe Keurmerk ongeacht de actuele status in de periode tot 30-03-2015. Artikel 12 – Intrekking 12.1 SKTB kan een Keurmerk intrekken: a. Indien het Keurmerkbedrijf niet meer voldoet aan de voor afgifte van het Keurmerk gestelde voorwaarden uit artikel 3, inclusief de bepalingen van het Veiligheidsdocument SKTB en het Huishoudelijke Reglement SKTB; b. Indien de bedrijfsstructuur dan wel bedrijfsomvang van de bestaande Keurmerkhouder zodanige wijzigingen heeft dan wel zal ondergaan, dat het gebruik in strijd komt met de vigeur van het Keurmerk; c. Indien het Keurmerkbedrijf in eigendom


12.2

12.3

12.4

12.5

12.6

wordt overgedragen, in surseance van betaling geraakt, dan wel in staat van faillissement raakt; Het bestuur van SKTB heeft de Commissie Keurmerk belast met het behandelen van intrekkingen. Het Keurmerk wordt ingetrokken door SKTB uit naam van het bestuur. De intrekking van het Keurmerk wordt namens het bestuur ondertekend door de manager van SKTB; Het Keurmerk wordt tevens ingetrokken op verzoek van de Keurmerkhouder. Dit verzoek dient per aangetekend schrijven te geschieden; Indien SKTB het Keurmerk intrekt, zendt SKTB aan de Keurmerkhouder een aangetekend schrijven, waarin in ieder geval het volgende wordt medegedeeld: a. Dat het Keurmerk is ingetrokken en de licentieovereenkomst is beëindigd; b. De reden van intrekking van het Keurmerk; c. De datum met ingang waarvan het Keurmerk wordt ingetrokken, en de termijnwaarbinnen de bepalingen van artikel 7.3 moeten zijn nagekomen; d. Dat de automatische incasso zal worden beëindigd nadat alle verschuldigde bedragen zijn voldaan; e. De mogelijkheid en de wijze waarop tegen de beslissing gemotiveerd bezwaar kanworden ingediend; Intrekking van het Keurmerk geschiedt voor een periode van minimaal één jaar. De jaar termijn gaat lopen op het moment, dat de uitspraak van de Commissie in kracht van gewijsde is gegaan. Bij directieleden/aandeelhouders van een voormalig Keurmerkbedrijf, dat vanwege faillissement het Keurmerk heeft verloren, wordt gedurende tenminste één jaar een verzoek tot erkenning als nieuw Keurmerk bedrijf niet in behandeling genomen. De intrekking van het Keurmerk wordt – nadat deze definitief vast is komen te staan – via een algemeen persbericht bekendgemaakt.

13.2 Tegen de beslissing over de intrekking van een Keurmerk door de Commissie, kan door de Keurmerkhouder binnen dertig dagen middels een aangetekend schrijven gemotiveerd bezwaar worden gemaakt bij het bestuur van SKTB; 13.3 De Commissie zal het bezwaarschrift in behandeling nemen en binnen drie maanden een beslissing nemen; 13.4 Het gemotiveerde besluit op het bezwaar wordt aan de betreffende aanvrager of Keurmerkhouder per aangetekende brief meegedeeld door de manager uit naam van het bestuur.

Artikel 13 – Bezwaarprocedure 13.1 Tegen de beslissing over het niet-verlenen van een Keurmerk door de Commissie, kan door de aanvrager binnen dertig dagen middels een aangetekend schrijven gemotiveerd bezwaar worden gemaakt bij het bestuur van SKTB;


37

Hoofdstuk 3 Commissie Keurmerk (Reglement van de Commissie Keurmerk) Artikel 14 – Leden 14.1 SKTB heeft een Commissie waarvan de onafhankelijkheid centraal staat. De leden van de Commissie dienen te beschikken over deskundigheid op het werkgebied van SKTB; 14.2 Een lid van de Commissie mag noch werkzaam zijn bij, noch anderszins verbonden zijn aan een Keurmerkhouder, dan wel een ander besloten busvervoerbedrijf; 14.3 Een lid van de Commissie kan terzelfder tijd geen deel uitmaken van het bestuur van SKTB of van het Centrale College van Deskundigen voor het Keurmerk Touringcarbedrijf; 14.4 De Commissie bestaat uit tenminste drie leden en ten hoogste vijf leden, waaronder één lid aangewezen door het bestuur van de vereniging Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV Bus), één lid aangewezen door het bestuur van het Algemeen Nederlands Verbond van Reisondernemingen (ANVR), één lid aangewezen door het bestuur van de Vereniging RAI, en één lid aangewezen door het bestuur van de vereniging Veilig Verkeer Nederland. Zodra een lid de eigen functie beëindigt, eindigt ook het lidmaatschap van de Commissie, tenzij in gezamenlijk overleg wordt besloten om het lidmaatschap voort te zetten; 14.5 Voor elk der leden van de Commissie dient een plaatsvervanger te worden aangewezen door de benoemende organisatie; 14.6 Het door KNV aangewezen lid treedt op als voorzitter van de Commissie. Bij diens afwezigheid zal de plaatsvervanger als voorzitter optreden; 14.7 De Commissie maakt een rooster van benoeming en plaatsvervanging; 14.8 De benoeming van een lid van de Commissie geschiedt voor een periode van drie jaar; 14.9 Elk jaar treedt tenminste één lid van de Commissie af volgens het rooster; 14.10 Een lid van de Commissie dat volgens het rooster aftreedt is terstond herbenoembaar; 14.11 In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien; 14.12 Bij een tussentijdse vacature neemt het nieuwe lid van de Commissie op het rooster de plaats in van degene die wordt opgevolgd.

38

Artikel 15 – Taak 15.1 De Commissie heeft tot taak: a. Het vaststellen of een aanvrager voldoet aan de normen voor erkenning als Keurmerk Touringcarbedrijf en het besluiten of tot initiële Keurmerkverlening overgegaan kan worden; b. Het vaststellen of een houder van het Keurmerk nog voldoet aan de gestelde norm; c. Het adviseren van het bestuur over de norm op grond waarvan door de Stichting het Keurmerk kan worden toegekend; 15.2 Bij de uitvoering van haar taak kan de Commissie de volgende maatregelen nemen: a. Het schriftelijke waarschuwen van een Keurmerkhouder; b. Het intrekken van een Keurmerk; c. Het voorwaardelijk verlenen van een Keurmerk; d. Het niet verlenen van een Keurmerk; 15.3 De Commissie behandelt een bij SKTB ingediend bezwaarschrift tegen de door SKTB genomen beslissing over het niet-verlenen van het Keurmerk; 15.4 De Commissie regelt ter uitvoering van haar taak: a. Het, tezamen met het bestuur van SKTB, vaststellen van het reglement van de Commissie (Hoofdstuk 3, Huishoudelijk Reglement SKTB); b. Het geven van een schriftelijke goedkeuring aan wijzigingen in het Huishoudelijke Reglement van SKTB; c. Het vaststellen van de documenten met de eigen verklaring van de aanvrager. 15.5 Besluiten van de Commissie – welke besluiten gelden als besluiten van SKTB – worden door de manager namens het bestuur van SKTB ter kennis gebracht van betrokkenen. Artikel 16 – Vergaderingen 16.1 De Commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter dit noodzakelijk acht, dan wel indien tenminste één van de overige leden van de Commissie daarom verzoekt; 16.2 Het bijeenroepen van een vergadering dient schriftelijk te gebeuren op een termijn van tenminste vijf dagen, onder opgave van de te behandelen onderwerpen. Indien wordt gehandeld in strijd met het hiervoor bepaalde, kan de Commissie (mits voltallig aanwezig) niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, tenzij één of meer


Commissieleden zich daar tegen verzetten; 16.3 Van de vergaderingen van de Commissie worden notulen gehouden; 16.4 Door SKTB wordt de manager als secretaris ter beschikking gesteld aan de Commissie. De manager is geen lid van de Commissie; 16.5 De secretaris van SKTB kan door de Commissie worden uitgenodigd om bij de Commissievergadering aanwezig te zijn als adviseur namens het bestuur van SKTB; 16.6 De Commissie kan met betrekking tot algemene bedrijfsmatige aspecten inzake het Keurmerk advies vragen aan deskundigen uit de bedrijfstak besloten busvervoer; 16.7 De Commissie kan de (aspirant-) Keurmerkhouder als getuige oproepen; 16.8 De manager kan in overleg met de voorzitter de Commissie ook schriftelijk (brief, fax of per e-mail) besluiten voorleggen; 16.9 De schriftelijke besluiten worden in de eerstvolgende reguliere vergadering bekrachtigd; 16.10 Op verzoek van een lid van de Commissie kan besloten worden in plaats van schriftelijk te vergaderen alsnog een reguliere vergadering te houden. Artikel 17 – Besluitvorming 17.1 Indien de Commissie niet voltallig is, behoudt de Commissie niettemin haar bevoegdheden; 17.2 Ieder Commissielid heeft één stem; 17.3 Besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen; 17.4 Bij staking van de stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend; 17.5 Een besluit betreffende de verlening dan wel verlenging van een Keurmerk dient schriftelijk aan het bestuur te worden meegedeeld. Daarbij dienen de termijn van de Keurmerk overeenkomst en de eventueel gestelde voorwaarden te worden aangegeven; 17.6 Een besluit betreffende de intrekking van een Keurmerk dient schriftelijk, onder opgaaf van redenen, aan het bestuur te worden meegedeeld; 17.7 Een besluit betreffende de afwijzing of intrekking van een Keurmerk kan gepaard gaan met een termijn waarna pas weer een nieuwe aanvraag tot erkenning kan worden ingediend. Artikel 18 – Bezwaarprocedure 18.1 Tegen de beslissing van de Commissie over het niet-verlenen van een Keurmerk kan door de aanvrager bezwaar worden gemaakt bij het


18.2

18.3

18.4 18.5

18.6

18.7

18.8

18.9

bestuur van de stichting. Het bestuur belast de Commissie met de behandeling van het bezwaar. Zodra het gemotiveerde bezwaarschrift per aangetekend schrijven is ontvangen stelt de manager van SKTB de Commissie daarvan onverwijld in kennis; De Commissie zal dit bezwaarschrift binnen 1 maand in behandeling nemen, en beslist in eerste en in laatste instantie over het bezwaar, nadat de Commissie de Keurmerk houder – indien noodzakelijk – in de gelegenheid heeft gesteld om te worden gehoord; De Commissie bepaalt zelf hoeveel zittingen zij nodig heeft voor haar oordeelsvorming; De Commissie heeft het recht getuigen te horen, deskundigen te raadplegen en alle maatregelen te nemen alsmede voorzieningen te treffen die de Commissie nodig acht in het belang van een goede uitspraak; De Commissieleden oordelen naar redelijkheid en billijkheid. Daarbij is de Commissie echter gebonden aan Het Veiligheidsdocument SKTB en het Huishoudelijk Reglement SKTB; De Commissie neemt binnen twee maanden een beslissing over het bezwaar. De Commissie beslist bij meerderheid van stemmen; De uitspraak wordt schriftelijk gemotiveerd weergegeven, en ondertekend door de manager namens het bestuur. De indiener van het bezwaarschrift ontvangt namens het bestuur binnen veertien dagen na de uitspraak een schrijven met het oordeel van de Commissie; Een uitspraak van de Commissie kan ter toetsing aan de burgerlijke rechter in het Arrondissement Den Haag worden voorgelegd op grond van het feit dat de totstandkoming dan wel de inhoud van de uitspraak in strijd is met de redelijkheid en billijkheid.

Artikel 19 – Slotbepalingen 19.1 De leden van de Commissie zijn verplicht tot geheimhouding van alles wat zij in verband met de uitoefening van hun functie omtrent de persoon, het bedrijf of de persoonlijke of zakelijke omstandigheden van de aanvrager van het Keurmerk dan wel de Keurmerk houder ervaren of te weten komen; 19.2 De Commissie behandelt alle aanvragen en beroepschriften uitsluitend op basis van geanonimiseerde gegevens. Slechts de manager van SKTB is in vergaderingen van de Commissie op de hoogte van de naam van de

39

aanvrager dan wel Keurmerkhouder die bij het betreffende nummer hoort. De anonimiteit mag binnen de Commissie nimmer worden doorbroken, tenzij dit op nadrukkelijk verzoek van de Keurmerkhouder geschiedt die als getuige gehoord wil worden; 19.3 Dit reglement kan door de Commissie worden gewijzigd na voorafgaande goedkeuring van het bestuur; 19.4 In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de Commissie.

Hoofdstuk 4 Certificatie-instellingen (Normen inzake geaccrediteerde certificatie‑ instellingen die certificaten voor ISO 9001: 2008, EAC 31, en het Veiligheidsdocument SKTB voor het besloten busvervoerbedrijf wensen te verlenen) Artikel 20 – Eisen aan de certificatie-instelling 20.1 Actueel geaccrediteerd door de Raad voor de Accreditatie conform ISO 17021 EAC ISO 9001: 2008, EAC 31, dan wel een actueel lopende aanvraag tot accreditatie, die maximaal binnen negen maanden moet worden afgerond. 20.2 Bereidheid om in de geest van het Veiligheidsdocument SKTB en de erkenningsregeling ‘Keurmerk Touringcarbedrijf’ te handelen. 20.3 Bereidheid om mee te werken aan een praktijktoets en/of een praktijkbezoek door SKTB; 20.4 Bereidheid om met Stichting Keurmerk Touringcarbedrijf, relevante (overheids)instellingenen collega certificatie-instellingen periodiek dan wel incidenteel afstemmingsoverleg te voeren; 20.5 Bereidheid om de auditrapportages ISO 9001:2008 en Veiligheidsdocument SKTB ter beschikking te stellen aan SKTB indien de certificaathouder door middel van de signaleringsverklaring hiervoor toestemming geeft; 20.6 Bereidheid om de intrekking van ISO 9001:2008 en/of Veiligheidsdocument onverwijld te melden aan SKTB; 20.7 Beschikt over één hoofdauditor die niet alleen het functioneren van de auditors coördineert maar tevens als aanspreekpunt voor derden en SKTB fungeert; 20.8 Beschikt over scholings- en bijscholingstrajecten voor eigen auditors; 20.9. Bereidheid om opgedane kennis, ervaringen en andere relevante gegevens te verstrekken aan SKTB of andere betrokken (overheids) instellingen, zoals de ILT, STO en RDW; 20.10 Bereidheid om het logo van de certificatieinstelling te laten functioneren naast het door SKTB merkenrechtelijk beschermde ‘Keurmerk Touringcarbedrijf’-logo; 20.11 Bereidheid om het door SKTB ingestelde Centrale College van Deskundigen als zodanig te erkennen en hiermee via SKTB een aansluitingscontract af te sluiten.

40


Artikel 23 – Eisen aan de auditrapportage 23.1 Schriftelijke auditrapportage, desgewenst via een geautomatiseerde vastlegging. In ieder geval geen handgeschreven verslaglegging. 23.2 Positieve auditrapportage, waarbij het verloop van het onderzoek herleidbaar is. Er mag niet uitsluitend afwijkingsrapportage

worden toegepast door middel van feitenrapporten; 23.3 Gerichte aandacht voor de toepassing binnen het touringcarbedrijf van de analyse van gegevens en het treffen van preventieve en corrigerende maatregelen; 23.4 De auditrapportage dient tevens tenminste te voldoen aan de door de Raad voor de Accreditatie gestelde vereisten; 23.5 De opmaak dient dusdanig te zijn dat de uitkomst van de audit naar resultaat en per aspect is terug te vinden; 23.6 De structuur en opmaak van de rapportage moet het mogelijk maken om in de tijd de verschillende audit resultaten eenduidig te kunnen vergelijken; 23.7 De structuur en opmaak van de rapportage moet het mogelijk maken om de ontwikkeling van afwijkingen te kunnen volgen; 23.8 De rapportage dient dusdanig begrijpelijk, inzichtelijk en klantgericht te zijn dat de betrokken ondernemer ook de rapportage gemakkelijk kan gebruiken als management instrument; 23.9 Afkortingen die worden gehanteerd dienen in de betreffende rapportages middels een begrippenlijst steeds te worden uitgelegd of toegelicht; 23.10 Aangegeven dient te worden hoeveel chauffeurs er zijn, met vermelding van het aantal fulltimers, parttimers en MUP’ers (met uitgestelde prestatie); 23.11 Aangegeven dient te worden hoeveel voertuigen er voor het vervoer van meer dan acht personen (touringcars dan wel ov-bussen) zijn. Bij de beschrijving van het wagenpark dient aangegeven te worden hoeveel voertuigen voorzien zijn van een analoge tachograaf en hoeveel van een digitale tachograaf; 23.12 Opnemen van de meest recente documenten van ILT, STO, PfV, en RDW; 23.13 Een duidelijke scheiding dan wel een duidelijk onderscheid in de (gelijktijdige) rapportages van het Veiligheidsdocument SKTB en het ISO 9001:2008 certificaat; 23.14 Afwijkingen dienen te worden benoemd naar minor tekortkoming of naar major tekortkoming; 23.15 Per afwijking dient kort te worden aangegeven welke aard het betreft en op welke norm het betrekking heeft; 23.16 Afwijkingen uit de initiële audit dienen aan de definitieve eindrapportage te worden toegevoegd, teneinde de voortgaande


41

Artikel 21 – Eisen aan de auditors 21.1 Tenminste HBO denk- en werkniveau; 21.2 Beschikt over voldoende (sociale) vaardig heden voor de omgang binnen de touringcarbranche; 21.3 Auditor met lead-auditorkwalificatie of lead-aspectsysteem-auditorkwalificatie; 21.4 In dienst bij de geaccrediteerde certificatieinstelling of als subcontractor met een overeenkomstwerkend namens de geaccrediteerde certificatie-instelling; 21.5 Niet direct of indirect gerelateerd aan een touringcarbedrijf; 21.6 Niet direct of indirect gerelateerd aan een adviesbureau dat werkzaam is in de touringcarbranche; 21.7 Bekendheid met de touringcarbranche; 21.8 Algemene kennis van de geldende regelingen en wettelijk bepalingen binnen de touringcarbranche; 21.9 Bekendheid met materieel onderhoudsproces (technische achtergrond); 21.10 Training ‘on the job’. Artikel 22 – Grondslag van audituitvoering 22.1 ISO 9001: 2008, EAC 31, en Veiligheidsdocument SKTB, nieuwste versie; 22.2 Naleving door touringcarbedrijven van alle binnen de touringcarbranche geldende (inter) nationale weten regelgeving, nieuwste versies; 22.3 Rapportages van en correspondentie over controles over het betreffende touringcarbedrijf door (overheid)instellingen als ILT, STO, PfV, RDW, etcetera; 22.4 Een bedrijf kan slechts beschikken over een actueel certificaat Veiligheidsdocument SKTB indien het bedrijf binnen zes maanden na datum afgifte door SKTB erkend wordt als Keurmerk Touringcarbedrijf. Na intrekking van de erkenning mag een bedrijf nog maximaal achttien maanden gecertificeerd blijven met het Certificaat Veiligheidsdocument SKTB. Hierna dient de certificatie-instelling dit certificaat in te trekken;

verbeteringen in het proces en een mogelijke herhaling van afwijkingen te kunnen beoordelen; 23.17 De met de ondernemer gemaakte afspraken dienen kort en bondig te worden weergegeven, bij voorkeur in een tabel. 23.18 De tenaamstelling en de activiteitenomschrijving van de vergunninghouder dient te worden gecontroleerd met de vergunning, de inschrijving en omschrijving van de rechtspersoon in het register van de Kamer van Koophandel alsmede met de verzekeringspapieren zoals omschreven in het Veiligheidsdocument SKTB. Artikel 24 – Eisen aan de certificatieovereenkomst 24.1 Schriftelijke certificatieovereenkomst in tweevoud met het touringcarbedrijf; 24.2 Een door de certificatie-instelling te verstrekken certificaat in enkelvoud waaruit blijkt dat het touringcarbedrijf voldoet aan ISO 9001:2008, EAC 31; 24.3 Een door de certificatie-instelling te verstrekken certificaat in waaruit blijkt dat het touringcarbedrijf voldoet aan het Veiligheidsdocument SKTB; 24.4 Schriftelijk reglement in enkelvoud ten behoeve van het touringcarbedrijf, betrekking hebbend op de beoordeling, de certificering alsmede de hieruit voortvloeiende verplichtingen. In het reglement wordt tenminste aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: de toepasselijkheid van het Veiligheids document SKTB, de certificatieprocedure, de gevolgen van wijzigingen in het Veiligheidsdocument SKTB, de beëindiging van de certificatieovereenkomst, en de publicaties omtrent certificering.

42

Hoofdstuk 5 Centrale College van Deskundigen (Reglement voor het centrale College van Deskundigen voor het Keurmerk Touringcarbedrijf) Artikel 25 – Algemeen 25.1 Het College heeft van SKTB de taak gekregen het waarborgen en controleren van de kwaliteit van de reglementen met betrekking tot de normen op grond waarvan door SKTB het Keurmerk kan worden toegekend; 25.2 Artikel 2 van de statuten van SKTB regelt dat het eigendom van het Veiligheidsdocument SKTB en de erkenningsregeling ‘Keurmerk Touringcarbedrijf’ bij de stichting ligt; 25.3 Artikel 11 van de statuten van SKTB regelt in hoofdlijnen de vorming, samenstelling en bevoegdheden van het College; 25.4 Aan de certificatie-instellingen wordt onder voorwaarden het recht verleend gebruik te maken van het Veiligheidsdocument SKTB en het Huishoudelijk Reglement en de beeldmerken van SKTB te voeren. Tot deze voorwaarden behoort de erkenning van het College en het sluiten van een aansluitingscontract met SKTB. Artikel 26 – Taken en bevoegdheden 26.1 Het College heeft tot taak SKTB te adviseren over het Veiligheidsdocument SKTB en het Huishoudelijk Reglement SKTB, ten aanzien van tenminste de volgende aspecten: • aard en inhoud van het certificatie‑ systeem; • te hanteren eisen (beoordelingsrichtlijnen, systeemeisen, vakbekwaamheidseisen) en methoden van onderzoek; • de frequentie, aard en plaats van controles; • de aan certificatiepersoneel te stellen kwalificatie-eisen; • de voorschriften voor het gebruik en de betekenis van het certificaat; • de voorschriften voor het gebruik en de betekenis van de logo’s van het Keurmerk Touringcarbedrijf en SKTB; 26.2 Het College heeft verder tot taak het functioneren van het Veiligheidsdocument SKTB te begeleiden; 26.3 Het College is bevoegd om het bestuur van SKTB gevraagd of ongevraagd te adviseren binnen het eigen werkterrein; 26.4 Indien dit advies betrekking heeft op het functioneren of handelen van een of meer-


dere certificatie-instellingen, dan stelt SKTB deze certificatie-instellingen hiervan in kennis, met de aanbeveling om een voor het College acceptabele oplossing aan te dragen. Artikel 27 – Samenstelling 27.1 Het College is samengesteld uit tenminste acht vertegenwoordigers van belanghebbende groeperingen in de sector besloten busvervoer; 27.2 Het bestuur van SKTB benoemt een onafhankelijke voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en de overige leden van het College; 27.3 In het College zijn in elk geval stemhebbend vertegenwoordigd – of hebben een staande uitnodiging om een stemhebbende vertegenwoordiging op zich te nemen – de volgende belanghebbende organisaties: • De werkgeversorganisatie in het besloten busvervoer; • Touringcarbedrijven met actuele erkenning als Keurmerk Touringcarbedrijf; • De werknemersorganisaties in het besloten busvervoer; • Organisaties van opdrachtgevers en afnemers van het besloten busvervoer; • Organisaties van leveranciers (goederen en diensten) voor het besloten busvervoer; • De signaleringspartijen: ILT, STO en RDW; 27.4 Het College kan deskundigen op een specifiek gebied uitnodigen om één of meer van haar vergaderingen bij te wonen. Deze personen hebben een adviserende stem; 27.5 Eén lead-auditor of medewerker van iedere door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerde certificatie-instelling, is adviserend lid van het College. Voor een certificatie-instelling, die een actueel lopende aanvraag voor accreditatie heeft lopen, geldt dat zij tijdens de aanvraagperiode een waarnemer naar de vergaderingen van het CCvD-KT mag sturen; 27.6 Namens de adviesbureaus, die touringcarbedrijven begeleiden bij het behalen en onderhouden van ISO 9001: 2008 en/of het Veiligheidsdocument voor het Keurmerk Touringcarbedrijf zullen door het bestuur van Stichting Keurmerk Touringcarbedrijf twee vertegenwoordigers worden aangewezen als lid; 27.7 De Collegeleden mogen zich bij verhindering laten vervangen door een vaste plaatsvervanger uit eigen kring.


Artikel 28 – Zittingsduur 28.1 De voorzitter en op persoonlijke titel benoemde leden hebben zitting gedurende vier jaar; zij kunnen voor een zelfde periode worden herbenoemd. 28.2 De op voordracht van een belanghebbende groepering benoemde leden hebben zitting zolang zij geacht worden die groepering te vertegenwoordigen; 28.3 Het lidmaatschap van het College eindigt: a. door de dood van een lid van het College; b. door opzegging door een lid van het College; c. door ontslag van het lid door de belanghebbende, wie het lid vertegenwoordigt; d. door intrekking door het bestuur van de uitnodiging aan de belanghebbende om zitting te nemen in het College; 28.4 SKTB zal belanghebbende groeperingen raadplegen over het vervullen van vacatures. Artikel 29 – Werkwijze 29.1 Het College vergadert zo vaak als nodig is voor het goed functioneren, maar ten minste één maal per jaar; 29.2 Het College streeft naar het bereiken van consensus over uit te brengen adviezen. Wanneer geen consensus kan worden bereikt kan de voorzitter beslissen tot besluitvorming met meerderheid van stemmen. Daarbij moet rekening gehouden worden met gelijkwaardigheid in stemverhouding van belanghebbende partijen. Het stemmen geschiedt bij handopsteking. De certificatie-instellingen hebben geen stemrecht. Er kan niet schrif telijk of bij volmacht gestemd worden. Adviserende leden hebben geen stemrecht. Bij staken van stemmen beslist de voorzitter of zijn plaatsvervanger; 29.3 Voor een geldig besluit dient tenminste de helft van de stemgerechtigde leden of hun plaatsvervangers het besluit te steunen. Is in deze vergadering niet tenminste de helft van de stemgerechtigde leden of hun plaatsvervangers aanwezig, dan kan in een volgende vergadering, te houden tussen twee en zes weken na die eerste vergadering, ongeacht het aantal aanwezige Collegeleden, over de opnieuw aangekondigdeagendapunten van de vorige vergadering een besluit worden genomen; 29.4 Het College kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits schriftelijk en bij gekwalificeerde meerderheid van 70 procent

43

van de stemmen. Onder ‘schriftelijk’ wordt verstaan elk via gangbare communicatie kanalen overgebracht en op schrift ontvangen bericht; 29.5 Overigens regelt het College zelfstandig zijn werkwijze met inachtneming van het bepaalde in dit reglement; 29.6 SKTB draagt zorg voor de vervulling van het secretariaat van het College. SKTB heeft deze taak neergelegd bij de manager; 29.7 De (adviserende) leden worden gehouden aan een vertrouwelijke omgang met de op grond van hun zitting in het College verkregen documenten en informatie. Zij zullen geheim houden al hetgeen hen als vertrouwelijk bekend wordt of waarvan zij redelijkerwijs kunnen aannemen dat het vertrouwelijk is. Zij zullen documenten zodanig beheren dat deze redelijkerwijs niet toegankelijk zijn voor onbevoegden. Deze geheimhouding lijdt uitzondering in die gevallen waarin zij in rede niet kan worden gehandhaafd.

Artikel 32 – Vaststellen en wijzigen van het reglement Dit reglement en eventuele wijzigingen hierop behoeven de goedkeuring van het College en van het bestuur van SKTB.

Artikel 30 – Commissies Op voordracht van het College kan SKTB commissies instellen. Samenstelling, taak en werkwijze van deze commissies worden in overleg met het College schriftelijk vastgelegd. Artikel 31 – Geschillen 31.1 Indien een certificatie-instelling geen gevolg geeft aan een bindend advies van het SKTB op basis van een advies van het College, dan deelt het de redenen hiervoor, voorzien van een tegenvoorstel, binnen een termijn van 29 dagen schriftelijk mede; 31.2 Indien het College zich met dit tegenvoorstel niet kan verenigen, kan het College het gerezen geschil binnen een termijn van 29 dagen melden bij de Raad voor Accreditatie. Als het bindende advies van SKTB op basis van een advies van het College in strijd is met de regels van de Raad voor Accreditatie wordt het bindende advies aangepast en opnieuw ter goedkeuring voorgelegd. Als het bindende advies door de Raad voor Accreditatie wordt bekrachtigd, zal de overeenkomst met de betreffende certificatie-instelling worden ontbonden.

44


Hoofdstuk 6 Algemene en slotbepalingen Artikel 32 – Registratie 32.1 De door SKTB van een aanvrager of Keurmerkhouder verkregen gegevens worden per onderneming in een dossier vastgelegd, en door SKTB bewaard. Binnen SKTB wordt zo veel mogelijk met geanonimiseerde gegevens gewerkt; 32.2 Iedere onderneming heeft een uniek nummer. Slechts het secretariaat van SKTB is op de hoogte van de naam die bij het betreffende nummer hoort; 32.3 De Commissie beoordeelt de gegevens van een aanvrager of houder van het Keurmerk alsook van een indiener van een bezwaarschrift tegen een afwijzing door de Commissie, uitsluitend en alleen op grond van anoniem gemaakte gegevens; 32.4 Mocht het noodzakelijk zijn dat het bestuur kennis neemt van de vraagstukken of voortgang rond een erkenning als Keurmerk Touringcarbedrijf, dan wordt het bestuur uitsluitend en alleen op grond van anoniem gemaakte gegevens informatie verschaft door het secretariaat; 32.5 De door SKTB van een aanvrager of Keurmerkhouder verkregen gegevens betreffende het Keurmerk blijven in het bezit van SKTB, met uitzondering van het bepaalde in artikel 6.4d; 32.6 De geregistreerde gegevens worden gedurende de looptijd van de erkenning door SKTB bewaard voor zover dit voor het goed bewaken van de erkenning door SKTB wenselijk is. Artikel 33 – Geheimhouding Alle organen van SKTB, alsmede alle personen, al of niet in dienstverband, die zijn betrokken bij de uitvoering van het Keurmerk, en daarbij de beschikking krijgen over gegevens waarvan men het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, zijn verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift tot bekendmaking verplicht. Ter bewaking van deze geheimhoudingsplicht zal SKTB deze personen een geheimhoudingsverklaring laten ondertekenen. Artikel 34 – Aansprakelijkheid 34.1 SKTB aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade van aanvragers of


Keurmerkhouders, van touroperators of andere derden, verband houdende met of voortvloeiende uit de uitvoering van dit Huishoudelijk Reglement en de totale erkenningsregeling; 34.2 SKTB behoudt al haar rechten voor; 34.3 SKTB aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade aan derden vanwege het staken van de erkenningsregeling, het beëindigen van eerder door SKTB gesloten overeenkomsten, alsook het verliezen van licentie‑ bevoegdheden. Artikel 35 – Wijzigingen 35.1 Dit Huishoudelijk Reglement kan worden gewijzigd door het bestuur – indien van toepassing dan wel relevant – na voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Commissie, en zo nodig na schriftelijk overleg met het Centrale College van Deskundigen voor het Keurmerk Touringcarbedrijf; 35.2. Regelmatig zullen het Veiligheidsdocument en Huishoudelijke Reglement door het bestuur en het Centrale College van Deskundigen voor het Keurmerk Touringcarbedrijf worden bezien en zo nodig worden aangepast aan gewijzigde omstandigheden; 35.3. Wijzigingen treden in werking na bekendmaking aan de Keurmerkhouders, zo nodig vanaf een door het bestuur vastgestelde datum van inwerkingtreding; 35.4. SKTB draagt zorg voor het bekendmaken van de wijzigingen aan de Keurmerkhouders; 35.5. Indien noodzakelijk geacht hanteert het bestuur een overgangsperiode of een termijn van inwerkingtreding. Artikel 36 – Slotbepalingen 36.1 In alle gevallen waarin dit Huishoudelijk Reglement niet voorziet beslist het bestuur, indien van toepassing en relevant na overleg met de Commissie Keurmerk 36.2 De stichting is bij akte opgericht en verleden op 1 april 1994 door mr. P. van Dullemen, notaris te Den Haag, en onder nummer 41158465 ingeschreven in het stichtingenregister van de Kamer van Koophandel in Den Haag. Per akte de dato 13 februari 2012 zijn de statuten gewijzigd bij Pels Rijcken & Droogleever Fortuin advocaten en notarissen; 36.3 Aanvullingen en wijzigingen van de statuten worden voorbehouden.

45

Hoofdstuk 7 Bijlagen Bijlage 1 – Dispensatieprocedure CAO 1. Een (aspirant-)Keurmerkhouder kan per aangetekende brief bij het bestuur van SKTB een dispensatie van de CAO Besloten Busvervoer aanvragen voor een gelijkwaardige CAO. In deze brief dient de aanvrager een motivatie te geven voor de gewenste dispensatie. Bij deze dispensatieaanvraag dient de aanvrager een kopie van de gelijkwaardige bedrijfs(tak) CAO mee te sturen plus een schriftelijke verklaring van de Arbeidsinspectie dat deze bedrijfs(tak) CAO door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is toegelaten; 2. Het bestuur van SKTB stuurt de (aspirant-) Keurmerkhouder een bevestiging van ontvangst plus een aangepaste signaleringsverklaring voor de STO, waarin de woorden ‘of een gelijkwaardige CAO’ zijn opgenomen; 3. Na ontvangst van de ondertekende aangepaste signaleringsverklaring legt het bestuur van SKTB de bedrijfs(tak) CAO ter beoordeling voor aan de STO. De STO stelt op basis van de kernbepalingen vast of er sprake is van een gelijkwaardige CAO. De kosten van de STObeoordeling komen voor rekening van de dispensatieaanvrager; 4. De STO geeft een gemotiveerd antwoord op het vergelijkingsverzoek. Indien de STO de bedrijfs(tak) CAO gelijkwaardig verklaart, verleent het bestuur van SKTB de gevraagde dispensatie. Indien de STO de bedrijfs(tak) CAO niet gelijkwaardig verklaart, stelt het bestuur van SKTB de aanvrager in de gelegenheid hierop verweer te voeren. Vervolgens besluit het bestuur van SKTB over het dispensatieverzoek; 5. Het bestuur van SKTB wijst de STO aan als controleur voor de naleving van de gelijkwaardig verklaarde bedrijfs(tak) CAO; 6. Voor bestaande Keurmerkhouders geldt, dat zij tot het moment waarop het bestuur de gewenste dispensatie verleend heeft, de CAO Besloten Busvervoer moeten naleven; 7. Deze dispensatieprocedure is niet van toepassing op (aspirant-)Keurmerkhouders, die op het moment dat KNV Busvervoer als werkgeversorganisatie een CAO Besloten Busvervoer afsluit, lid zijn van KNV Busvervoer. Voor hen heeft KNV Busvervoer reeds rechtsgeldig de CAO Besloten Busvervoer afgesloten;

46

8.

Alle geschillen welke mogen ontstaan naar aanleiding van deze dispensatieprocedure en de controle op de naleving daarvan, zullen worden beslecht overeenkomstig het Arbitrage Reglement van het Nederlands Arbitrage Instituut. De kosten van de arbitrage komen voor rekening van de indiener van het arbitrageverzoek.

Bijlage 2 – (Mede-) eigendom ander touringcarbedrijf Indien de (mede-)eigenaar van het touringcarbedrijf waar het Keurmerk voor wordt aangevraagd ook (mede-)eigenaar is van een ander touringcarbedrijf met separate vergunning, dient hij dit bij zijn aanvraag kenbaar te maken. Indien de (mede-)eigenaar van een Keurmerk Touringcarbedrijf ook (mede-)eigenaar is of wordt van een ander touringcarbedrijf met separate vergunning, dient hij dit per ommegaande kenbaar te maken bij SKTB. Indien voor dit andere bedrijf géén erkenning als Keurmerk Touringcarbedrijf wordt aangevraagd, dient de aanvrager/ Keurmerkhouder SKTB duidelijk te bewijzen dat er géén sprake is van een gemeenschappelijke bedrijfsvoering waardoor bij de opdrachtgevers en het publiek verwarring kan ontstaan over de Keurmerkstatus van het bedrijf waarmee zij vervoer willen laten verrichten. Indicatoren van gemeenschappelijke bedrijfsvoering kunnen in dit verband onder andere zijn: • de touringcars van de bedrijven zijn gestald op dezelfde locatie, of; • de bedrijven maken onderling gebruik van elkaars touringcars en/of chauffeurs, of; • collegiale inhuur tussen de betreffende bedrijven vormt méér dan 2 procent van de jaaromzet; of; • de bedrijven delen één internetadres en/of website en/of telefoonnummer, of; • de bedrijven stemmen qua naamgeving in hoge mate overeen, of; • de (mede-)vergunninghouders van beide bedrijven zijn dezelfde natuurlijke of rechtspersonen, of; • de touringcars hebben dezelfde kleur en uitstraling, of; • de bedrijven halen onder gezamenlijke vlag vervoer binnen. Indien er naar de mening van SKTB sprake is van een gemeenschappelijke bedrijfsvoering krijgt het (aspirant-)Keurmerkbedrijf zes maanden de tijd om het andere touringcarbedrijf te laten erkennen als Keurmerkbedrijf óf de gemeenschappelijke bedrijfs-


voering te beëindigen. Indien na afloop van deze termijn niet is volstaan aan het gestelde in de vorige volzin, zal SKTB overgaan tot intrekking van het Keurmerk. Indien er naar de mening van SKTB géén sprake is van een gemeenschappelijke bedrijfsvoering krijgt de (mede-)eigenaar van het Keurmerkbedrijf een ontheffing. De (mede-) eigenaaris verplicht om iedere wijziging in de bedrijfsvoering, waardoor mogelijk alsnog sprake is van een gemeenschappelijke bedrijfsvoering, te melden aan de stichting, waarna SKTB zal beslissen over een ontheffing. Bijlage 3 – Overzicht van relevante weten regelgeving Bij de vervoersrisicoanalyse is – afhankelijk van de aard van de werkzaamheden in het bedrijf – de volgende weten regelgeving mogelijk relevant: • Arbeidstijdenwet • Arbeidstijdenbesluit vervoer • Verordening (EG) 561/2006 • Verordening (EG) 3721/85 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer • AETR - Europese Overeenkomst over arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationaal vervoer over de weg Trb. 2009, 161 • Regeling Tachograafkaarten • Regeling controle apparaat 2005 • Wet Personenvervoer 2000 • Besluit Personenvervoer 2000 • Regeling Voertuigen • Wegenverkeerswet 1994 • Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 • Wetboek van Strafrecht • Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen • Kentekenreglement • ASOR overeenkomst • Interbusovereenkomst • Arbeidsomstandighedenwet.


47

Huishoudelijk Reglement versie

Recommend Documents