Huis Doorn
BULLETIN MAART 2016
Het Bulletin is een uitgave van Huis Doorn REDACTIE Cornelis van der Bas, Wendy Landewé, Anthony de Monchy, Lideke Peese Binkhorst, Louise Smit, Francien Vogels REDACTIEADRES Langbroekerweg 10, 3941 MT Doorn • E-mail:
[email protected] • Tel. 0343-421020 • www.huisdoorn.nl VORMGEVING + PRODUCTIE: Bruksvoort Design & Content
DEELCOLLECTIES EINDELIJK NAAR EEN NIEUW DEPOT
Nieuw depot voor Huis Doorn Minifregat
Marie Louise HET VERHAAL ACHTER DE WINDVAAN OP HET POORTGEBOUW
BOUWHISTORISCH ONDERZOEK VOOR HERINRICHTING BIJGEBOUWEN
Het Poortgebouw
DEELCOLLECTIES EINDELIJK NAAR EEN NIEUW DEPOT Na alle voorbereidingen in 2015 wordt het in 2016 een feit: Huis Doorn verhuist! Na meer dan een jaar van planning en voorbereiding worden de restauratie en herbestemming van het Poortgebouw dit jaar werkelijkheid en dat betekent nogal wat. Medewerkers en vrijwilligers verruilen voor de duur van bijna een jaar hun werkplek in het Poortgebouw voor een bureau in
Nieuw depot voor Huis Doorn het zogenaamde dienstengebouw achter de Oranjerie. deelcollecties kunnen eindelijk worden overgebracht naar een nieuw depot! Dat laatste betekent dus voor de deelcollecties schilderijen, prenten & tekeningen, historische foto’s en meubelen een grote vooruitgang.
HET POORTGEBOUW VOLDOET NIET ALS DEPOT. HET STAAT ER TE VOL EN HET BINNENKLIMAAT IS NIET STABIEL.
De oude depotsituatie Wie bekend is met het Poortgebouw van Huis Doorn, weet dat dit gebouw oorspronkelijk niet als depot is gebouwd. Toch zijn delen van het pand de afgelopen tien jaar intensief als zodanig gebruikt, ook al waren de omstandigheden hiervoor verre van ideaal. Met name het depot in de voormalige dienstwoning aan de Langbroekerweg nr. 8, een kleine tien jaar geleden voor een grote hoeveelheid meubelen als nooddepot in gebruik genomen, voldoet eigenlijk absoluut niet aan de normen voor verantwoord behoud en beheer. Dit deel van het Poortgebouw is namelijk, net als het linkerdeel van het pand, in 1920 als woonhuis gebouwd. Dat houdt in dat het bestaat uit verschillende, soms erg kleine vertrekken, die voor de opslag van meubelen niet efficiënt in te richten zijn. Het depot staat overvol, het binnenklimaat is bovendien lastig te controleren en het reinigen van het depot is een schier onmogelijke opgave.
PLATTEGROND POORTGEBOUW HUIDIGE SITUATIE. DEZE PLATTEGROND LAAT ZIEN WELK DEEL VAN HET POORTGEBOUW NU PROVISORISCH IS INGERICHT ALS MEUBELDEPOT. TEKENING: TPAHG ARCHITECTEN 2015
Ook een aantal vertrekken in het middendeel van het Poortgebouw, Langbroekerweg nummer 10, is in het verleden provisorisch ingericht als depot. Medewerkers en vrijwilligers werken en vergaderen er traditiegetrouw tussen de collectie. De afgelopen jaren zorgde de grote groei van de taakgroepen administratie, marketing en collectieregistratie, de komst van meer stagiaires en de uitbreiding van de WOI-bibliotheek, echter voor steeds meer
ruimtegebrek. Een voor de collectiestukken gevaarlijke situatie, want de kans op schade is groot. De nieuwe depotsituatie Toen er bij het Rijksdienstvastgoedbedrijf plannen ontstonden om het Poortgebouw te restaureren, greep de Stichting tot Beheer van Huis Doorn de kans om te kijken of in het verlengde van de restauratieen herbestemmingsplannen het uithuizen
FOTO: HUIS DOORN, MARTIJN VISSER 2015
De al jaren voor nood in het Poortgebouw opgeslagen
HUISVESTING
FOTO: HUIS DOORN, MARTIJN VISSER 2015
van de kwetsbare collectie uit het Poortgebouw naar een nieuw en beter depot niet ook tot de mogelijkheden behoorde. Dit is namelijk al heel lang een grote wens van de conservatoren, omdat de toestand van de collectie in het Poortgebouw verslechtert. Een collectieverhuizing naar een beter depot doet bovendien ook meer recht aan de aan Huis Doorn toegekende status als ‘geregistreerd museum’. Bij de firma Schipper in Remmerden is een nieuwe depotruimte gevonden, een depot ruimte die ook door de Erfgoedinspectie werd bezocht. De erfgoedinspecteur heeft aangegeven zeer tevreden te zijn met deze ontwikkeling en dat is voor Huis Doorn belangrijk nieuws. De depotcollecties uit het Poortgebouw kunnen op de nieuwe locatie, een modern en goed beveiligd pand met een stabiel binnenklimaat en de mogelijkheid om inpandig te laden en te lossen, beter worden beheerd.
keren, zijn meer dan 300 boekendozen nodig.
FOTO: HUIS DOORN, MARTIJN VISSER 2015
Voor de fotocollectie wordt bovendien een ‘box in box’ gerealiseerd, waarin de temperatuur en luchtvochtigheid voor deze specifieke deelcollectie apart kunnen worden aangepast. Helemaal ideaal is de mogelijkheid dat, wanneer de financiën dat in de komende jaren toelaten, de gehuurde ruimte kan worden uitgebreid. Mocht Stichting Beheer dat willen en kunnen, dan verhuizen in dat geval ook de andere depotcollecties van Huis Doorn naar deze depotlocatie in Remmerden. Het is een ideaal scenario om de gehele depotcollectie van Huis Doorn op termijn op één locatie te verzamelen. De kwaliteit van het behoud en beheer over al deze collectiestukken kan hierdoor nog verder worden verbeterd. Bovendien kan er dan
IN DE KAMERS VAN HET ALS DEPOT IN GEBRUIKEN WOONHUIS STAAT HET OVERVOL. DE MEUBELEN LIGGEN WELISWAAR IN STELLINGEN, MAAR HET IS BIJNA ONMOGELIJK ER NU BIJ TE KOMEN.
DE OPSLAG VAN SOMMIGE MEUBELEN IS NU DUIDELIJK ONDER DE MAAT. DEZE HOEKBANK BIJVOORBEELD BLOKKEERT DE ENTREE VAN HET DEPOT. DEZE SITUATIE IS GEVAARLIJK VOOR MEDEWERKERS EN BETEKENT OOK EEN RISICO VOOR HET MEUBEL ZELF.
Vele handen maken licht werk De verhuizing van de vele en vooral ook heel verschillende collectiestukken uit het Poortgebouw van Huis Doorn naar het nieuwe depot in Remmerden is bepaald geen kleine operatie. Meer dan 12.000 foto’s, 500 schilderijen en Meer dan prenten en een kleine 250 meubelen moeten 12.000 worden ingepakt en getransporteerd foto’s, meer dan 500 ook veel efficiënter gewerkt worden aan schilderijen en prenten, en een kleine 250 bijvoorbeeld het uitbreiden en verbeteren meubelen moeten worden ingepakt en van de collectieregistratie. Allemaal zaken getransporteerd. Alleen al voor de tijdedie maken dat Huis Doorn zich met zijn lijke opslag van de keizerlijke bibliotheek, unieke collectie nog beter kan presenteren die over een jaar in het nieuwe zenuw- en en profileren. studiecentrum van Huis Doorn zal terug-
De kleine staf van Huis Doorn kan dit uiteraard niet alleen. Vele vrijwilligers van met name de collectieregistratie- en klussengroep zijn bij deze onderneming betrokken. Zij dragen zorg voor het in- en uitpakken van de collectiestukken, het registreren van de nieuwe standplaats en het bieden van technische ondersteuning. Zo wordt voor het nieuwe depot bijvoorbeeld een uittrekbaar schilderijenrek op maat gemaakt, waarmee een grote wens van de conservatoren eindelijk in vervulling gaat! Voor het transport van alle kleine objecten is verhuisbedrijf Van Breenen uit Doorn in de arm genomen en voor de grote schilderijen uit het Poortgebouw mogen we gebruik maken van materialen en expertise van Paleis Het Loo. Als alles volgens plan verloopt, is de feitelijke verhuizing van de collectie eind maart afgerond en kan daarna het controleren van de standplaatsen beginnen. Deze uitdagende operatie betekent een nieuwe toekomst voor de veelgeplaagde collectie uit het Poortgebouw. En met de inrichting van het Poortgebouw als studiecentrum van Huis Doorn wordt opnieuw een hoofdstuk aan de roerige geschiedenis van Huis Doorn toegevoegd! Wendy Landewé-van der Veen Conservator van Huis Doorn
© MUSEUM HUIS DOORN
Minifregat
Royal Louise Op het Poortgebouw staat een windwijzer in de vorm van een zeilschip. Hoogstwaarschijnlijk stond voor deze vaan het fregat Royal Louise model, een minifregat dat als replica nog elke zomer op de Havel vaart. Het is een geschenk van de Britse prins-regent aan de koning van Pruisen. Hieronder wordt de bijzondere geschiedenis van dit geschenk uiteengezet.
FOTO: HUIS DOORN, JOLCO BROLSMA 2016
DE REPLICA VAN DE ROYAL LOUISE ONDER ZEIL OP DE HAVEL. WILHELM II ZOU HIER ZIJN FASCINATIE VOOR DE MARINE HEBBEN OPGEDAAN.
Pruisen en Groot-Brittannië trokken samen op tegen Napoleon. In 1814 vierden beide koningen de overwinning en wisselden geschenken uit. Koning Friedrich Wilhelm III (1770-1840) ontving van de Britse prins-regent George IV, tevens koning van Hannover, een fregat nicht größer als ein Torntowkahn, jedoch recht hübsch gearbeitet und verziert. Een Tomtowkahn heeft de grootte van een tjalk. Het staat niet onomstotelijk vast, maar het is aannemelijk dat de koning het scheepje naar zijn op jonge leeftijd overleden, geliefde echtgenote Luise von Mecklenburg-Strelitz (1776-1810) noemde. Het schip werd in 1830 gesloopt.
FOTO: COLLECTIE VAN DE ROYAL LOUISE YACHT- UND SCHIFFFAHRTSVEREIN ZU POTSDAM E.V
DE WINDWIJZER OP HET POORTGEBOUW. IN DE WIMPEL IN DE VOORMAST IS HET JAARTAL 1920 UITGESTANST.
DE ROYAL LOUISE YACH
T- UND SCHIFFFAHRTS
VEREIN ZU POTSDAM
E.V
HISTORIE
FOTO: COLLECTIE VAN DE ROYAL LOUISE YACHT- UND SCHIFFFAHRTSVEREIN ZU POTSDAM E.V
De betrekkingen tussen beide koningshuizen waren toen nog altijd prima. In 1832 schonk de Britse koning William IV een minifregat aan Friedrich Wilhelm. De bouw vond plaats op de marinewerf te Woolwich aan de Thames. Het scheepje was, de boegspriet meegeteld, 26 m lang en 4,4 m breed en voerde 160 vierkante meter zeil aan drie masten. In feite was het een model schaal 1 op 3 van een Engels marinefregat. Het kreeg weer de naam Royal Louise. Op het Pfaueninsel bij Potsdam werd een overdekte winterberging gebouwd: de Fregattenschuppen. Het hou-
FOTO: COLLECTIE VAN
DE ROYAL LOUISE TEN ANKER OP DE REDE VAN HET MATROSENSTATION KONGSNÆS. HET FREGAT IS NIET VEEL GROTER DAN DE ZEILBOOT ERNAAST.
ten gebouwtje staat er nog altijd. In 1891 liet keizer Wilhelm II, de achterkleinzoon van Friedrich Wilhelm III, in Noorse stijl het Matrosenstation Kongsnæs bouwen op de zuidoever van de Havel. Daar ging de Royal Louise ’s zomers voor anker. Wilhelm II maakte in zijn jeugd, vaak in gezelschap van zijn broer Heinrich, vele zeiltochtjes op de Royal Louise. De commandant van het Matrosenstation, Kapitän Carl Velten, fungeerde dan als gezagvoerder van de Royal Louise. Voor de jonge prinsen was hij het rolmodel van de stoere zeeman. Beide prinsen waren
zo enthousiast voor de zeilvaart, dat bij het Neues Palais een scheepsmast met vlaggen en volle tuigage werd opgesteld. Beweerd wordt wel dat Wilhelms fascinatie voor de marine aan boord van de Royal Louise is ontstaan, maar minstens zo belangrijk was de invloed van zijn moeder, prinses Victoria (Vicky), dochter van de Britse koningin Victoria. Als Vicky over ‘onze vloot’ sprak, bedoelde ze de Britse! Na 1918 moest Wilhelm II zijn minifregat afstaan. Hij schonk het aan de zeilvereniging Wannsee, maar in 1926 was het in zo’n slechte staat dat het buiten dienst werd gesteld. Het einde kwam in 1947: de roemloze sloop van de inmiddels tot wrak vervallen Royal Louise. Exact 50 jaar later, in 1997 dus, is in het kader van een werkverschaffingsproject een replica op stapel gezet en vanaf 1999 vaart op de Havel opnieuw een Royal Louise. Het is eigendom van de Royal Louise Yacht- und Schifffahrtsverein zu Potsdam e.V, die er regelmatig zeiltochtjes mee maakt. Jolco Brolsma zie voor meer informatie: WWW.ROYAL-LOUISE.DE
DE ROYAL LOUISE VUURT EEN SALUUTSCHOT AF.
© MUSEUM HUIS DOORN
FOTO: HUIS DOORN
In voorbereiding op de op handen zijnde herinrichting van het Poortgebouw voerden ir. Leo Wevers en ing. Dominique Vermeulen eind 2015 een bouwhistorisch onderzoek uit naar de bijgebouwen van Huis Doorn.
POORTGEBOUW Poortgebouw met bureaux-afdeelingen voor de wacht en twee woonhuizen Nadat begin juli 1919 duidelijk werd dat de Nederlandse regering Wilhelm II niet zou uitleveren aan de Entente, werd voor hem naarstig gezocht naar een permanente woonplaats in Nederland. Reeds op 16 augustus 1919 werden door hofmaarschalk Von Gontard onderhandelingen voor de aankoop van Huis Doorn afgesloten tegen een overeengekomen bedrag van fl. 500.000,-. Om de geslonken hofhouding in Doorn te huisvesten, dienden bestaande bouwwerken op het landgoed grondig gemoderniseerd te worden. Doorslaggevend voor de aankoop van het landgoed was immers niet de bebouwing, maar het omliggende park, dat een plek bood waar de (ex-)keizer ongestoord kon recreëren zonder door de media te worden belaagd. In Amerongen werd de voormalige vorst namelijk al veelvuldig lastiggevallen door nieuwsgierige journalisten.
De totstandkoming van het Poortgebouw moet vanuit deze context worden bezien. Bij de verbouwing van het landgoed werd namelijk besloten de hoofdentree aan de Schoolstraat te verleggen naar de rustige Langbroekerweg. Om de privacy verder te waarborgen, werd het gehele terrein eind
Kasteel Amerongen de eerste blauwdrukken al voor aan de (ex-)keizer en diens hofmaarschalk. Het eerste ontwerp voor het Poortgebouw kenmerkte zich door afgewolfde daken en een vieringtoren met een zeer hoog, uivormig spitsdak.
Het Poortgebouw kenmerkte zich door afgewolfde daken en een vieringtoren met een zeer hoog, uivormig spitsdak. september 1919 van de buitenwereld afgesloten door een prikkeldraadomheining van ruim 2 kilometer lang. Ontwerp Op aanraden van Wilhelms gastheer, de op Amerongen woonachtige graaf Van Aldenburg Bentinck, werd voor de verschillende verbouwingen architect H.A. Pothoven in dienst genomen. In september 1919 legde Pothoven in de tuin van
Vanuit het bewaard gebleven tekeningenarchief van Pothoven is het ontwerpproces zeer levendig te reconstrueren. Tijdens de bespreking tekende Wilhelm namelijk eigenhandig de karakteristieke trapgevels in met potlood. Ook latere ontwerpen voorzag hij steeds direct van commentaar: het fregat op de windvaan, siersmeedwerk, en het ontwerp van de luiken met de wapens van de Hohenzollern en Utrecht zijn eveneens van zijn hand.
GEBOUWEN Duitsland vervaardigd worden. Ook de landelijke pers volgde de verbouwing aandachtig. De Telegraaf van 9
Op 17 mei 1920 werd de bouwvergunning verleend en enkele weken later werd door de architect een bestek opgemaakt waarin tevens de begrote kosten per onderdeel waren opgenomen. Het totaal sloot op fl. 167.500,- en werd geacht op 1 januari 1921 opgeleverd te worden. De opdracht werd gegund aan aannemer J.H. Pothoven, een oudere broer van de architect. Bouw De eerste bouwvergadering, op 3 juli 1920, vond plaats in de tuinmanswoning Vedetta. Na oplevering zou deze woning zorgvuldig worden afgebroken, om vervolgens weer volledig te worden opgebouwd aan de Van der Leelaan. Naast het reguliere bouwtoezicht door Pothoven volgde de Hofbaurat te Potsdam de werkzaamheden zeer kritisch. Bij wijze van kostenbesparing zouden de poortdeur, sierankers en dakspitsen in
ansichtkaarten van zou vervaardigen, duidt er op dat het gebouw toen voltooid was. Gebruik
De Telegraaf: “Een aantal metselaars en timmerlieden is nu al maandenlang bezig aan het groote en zeer leelijke poortgebouw.” december 1920 schreef dat “een aantal metselaars en timmerlieden nu al maandenlang bezig zijn aan het groote en zeer leelijke poortgebouw, dat met zijn trapgevels een zonderlingen indruk maakt tusschen het geboomte”. Dat ook de (ex-) keizer zelf de bouw volgde, blijkt uit de daaropvolgende zinnen: “Daar vertoeft de keizer ongeveer een half uur, af en toe sprekend met de werklieden. Dikwijls kan men hem daar ‘s morgens zien staan, alleen aandacht hebbend voor het bouwwerk, dat de afsluiting van zijn klein domein zal voltooien”. FOTO: HUIS DOO RN
De architectuur van het gebouw moet dan ook worden begrepen vanuit zijn poging het keizerlijk decorum in stand te houden, voornamelijk door het benadrukken van de banden tussen de Hohenzollerns en de Oranjes. Uit correspondentie van Pothoven bleek bijvoorbeeld dat het leiendak niet met een Altdeutsche Schieferdeckung, maar met een maasdekking moest worden gedekt. Deze zou – net als de door Wilhelm geïntroduceerde trapgevels – meer in overeenstemming zijn met de bouwkunst van het “oude Holland”.
Deze voltooiing kwam uiteindelijke later dan verwacht: op 28 maart 1921 verzocht Von Gontard Pothoven met onmiddellijke ingang een groot aantal bouwvakkers bij te zetten, zodat de opleveringsdatum van 15 juni, die Pothoven hem eerder mondeling had verzekerd, gehaald zou worden in verband met “hier zu erwächtende fürstliche Gäste”. Ook van vleugeladjudant Von Ilsemann weten we dat hij pas op 29 mei 1921 zijn intrek nam in het gebouw. Het bericht van Hofmarschall Kogge aan Pothoven, in augustus 1921, waarin hij liet weten dat hij het Poortgebouw had gefotografeerd en hier op wens van Z.M.
Uit de dagboekaantekeningen van Von Ilsemann is op te maken dat het leven in Doorn werd gekenmerkt door een komen en gaan van monarchistische oudgedienden, die “ehrenamtlich” lid waren van de hofhouding. Zij hadden om de beurt dienst, die qua duur varieerde van enkele dagen tot enige weken, en verbleven telkens in de gastenverblijven op de verdieping en in de zijvleugels van het Poortgebouw. De vertrekken waren ingedeeld in een aantal “appartementen”, die waren vernoemd naar de Pruisische vorsten met wier inboedels de “woningen” waren ingericht. Het noordelijke middendeel bevatte het Hofmarschallamt, dat onder andere was belast met het afwikkelen van correspondentie en het voeren van zakelijke besprekingen. Het hoger gelegen bureau werd door de hofmaarschalk zelf gebruikt en gaf toegang tot de algemene kantoorruimte via een vertimmerde kast, die afkomstig is uit een van Wilhelms Duitse paleizen. In het zuidelijke middendeel was ruimte voor de bewaking. Met het verlenen van asiel aan Wilhelm was de Nederlandse Staat namelijk verplicht zich te ontfermen over zijn veiligheid. Officier Van Houten stond als marechaussee aan het hoofd en overzag de vier rijksveldwachters, die naast de patrouille tevens de bezoekers registreerden en in deze ruimte opvingen. Uit een vergelijking van historische foto’s en inventarissen van het Torgebäude uit 1937 en 1947 met het huidige interieur blijkt dat het Poortgebouw zeer gaaf bewaard is gebleven. Dominique Vermeulen Wevers & van Luipen Restauratiearchitecten en bouwhistorici
© MUSEUM HUIS DOORN
Huis Doorn AG EN DA VOORJAAR 2016 VANAF 21 MAART
De paaseieren van de keizer De verzameling porseleinen paaseieren van de keizer krijgt rondom Pasen extra aandacht in het Huis
26-27 APRIL 2016
Koningsdag De Oranjevereniging Doorn organiseert wederom een uitgebreid programma op het terrein van Huis Doorn. De avond ervoor is er vanaf het Pleintje bij de Kampweg in Doorn een lampionnenoptocht met de Koninklijke Harmonie. De optocht wordt afgesloten in het park van Huis Doorn met een spectaculaire lasershow en muziek.
21-22 MEI 2016
Living History WO1 Dit historische evenement in het park van Huis Doorn, met deelnemers uit het binnen- en buitenland, staat deze keer in het teken van ‘eten en drinken’ tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het park is op beide dagen vanaf 10.00 uur geopend, maar alleen toegankelijk met een toegangskaart Living History. Op zaterdagavond, 21 mei, is er een avondprogramma in het park.
Op beide paas- en pinksterdagen, en Hemelvaartsdag is Museum Huis Doorn geopend en zijn er speurtochten voor kinderen. Tijdens de meivakantie kunnen kinderen op woensdag en zondag de Senta-speurtocht doen. Op beide pinksterdagen is er in de keuken van het Huis een demonstratie poetsen van het Keizerlijk zilver.
Kijk op www.huisdoorn.nl voor actuele informatie, openingstijden en toegangsprijzen.