Huis Doorn
BULLETIN ZOMER 2016
Het Bulletin is een uitgave van Huis Doorn REDACTIE Cornelis van der Bas, Wendy Landewé, Anthony de Monchy, Lideke Peese Binkhorst, Louise Smit, Francien Vogels REDACTIEADRES Langbroekerweg 10, 3941 MT Doorn • E-mail:
[email protected] • Tel. 0343-421020 • www.huisdoorn.nl VORMGEVING + PRODUCTIE: Bruksvoort Design & Content
EDUCATIEF AANBOD HUIS DOORN
Onderwijsprojecten WO1 TWEE NIEUWE PROGRAMMA’S VOOR BASISSCHOOL EN HAVO/VWO
Educatieve tijdlijn HANDIG HULPMIDDEL WO1 VOOR IN DE KLAS
TAPPISERIE EN WEEFSELS MET KONINKLIJKE ALLURE
Tapijten in Huis Doorn BIJZONDERE COLLECTIE IN DEPOT HUIS DOORN
De Emmaüsgangers
EDUCATIE
Onderwijsprojecten WO1 Het afgelopen half jaar heeft Museum Huis Doorn twee nieuwe programma’s toegevoegd aan het educatieve aanbod voor scholen: een programma voor het voortgezet onderwijs en een programma voor het basisonderwijs.
LEERLINGEN OP ONDERZOEK BIJ HET BORSTBEELD VAN PIETER JELLES TROESTRA IN HET PAVILJOEN NEDERLAND EN DE EERSTE WERELDOORLOG
Op de vlucht! (HAVO & VWO 4) Stagiaire Lucia Hoenselaars (Universiteit van Amsterdam) maakte een programma voor het voorgezet onderwijs bij de tentoonstelling ‘Op de vlucht!’ in het Paviljoen
in de eerste maanden na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog circa 1 miljoen Belgische vluchtelingen in Nederland werden opgevangen. In twee- of drietallen presen-
Het maakt duidelijk dat het vluchtelingenvraagstuk niet iets is van de afgelopen jaren, maar dat er opvallende overeenkomsten zijn met 100 jaar geleden Nederland en de Eerste Wereldoorlog. Een bezoek aan deze tentoonstelling maakt leerlingen duidelijk dat het vluchtelingenvraagstuk niet iets is van de afgelopen jaren, maar dat er opvallende overeenkomsten zijn met 100 jaar geleden, toen er
teren de leerlingen de onderwerpen uit de expositie aan elkaar. Zij worden daarbij uitgedaagd na te denken over de verschillen en overeenkomsten tussen toen en nu. Aan de hand van een aantal ethische dilemma’s gaan zij met elkaar in discussie over ‘rede-
nen om te vluchten’, ‘vormen van opvang’ en ‘gastvrijheid’. Het educatieve programma is modulair opgebouwd en kan worden uitgebreid met een bezoek aan de vaste tentoonstelling over het neutrale Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog en een rondleiding over de hoofdverdieping van het Huis. Tijdens de rondleiding door het ballingsoord van de Duitse ex-keizer Wilhelm II wordt speciaal stilgestaan bij zijn vlucht naar Nederland en de keuzes waarvoor hij, de Nederlandse regering en koningin Wilhelmina in november 1918 worden geplaatst. De leerlingen discussiëren over de vraag of Wilhelm II een vluchteling kan worden genoemd.
FOTO: HUIS DOORN, THEO SCHOLTEN - 2016
EDUCATIEF AANBOD HUIS DOORN
FOTO: HUIS DOORN, THEO SCHOLTEN - 2016
RONDLEIDING DOOR HUIS DOORN
Tusschen twee vuren: Nederland en de Eerste Wereldoorlog (groep 7 & 8 basisonderwijs) Het educatieve programma voor het basisonderwijs omvat een voorbereidende les, een bezoek aan de tentoonstelling ‘Tusschen twee vuren’ en een optionele verwerkingsles. In de voorbereidende les maken de leerlingen door middel van onderzoeksopdrachten kennis met begrippen als ‘neutraliteit’ en ‘mobilisatie’. Na de introductie weten zij waarom de Eerste Wereldoorlog uitbrak en welke landen hierbij betrokken waren. Bij het bezoek aan de tentoonstelling ‘Tusschen twee vuren’ gaan de leerlingen onder begeleiding aan de slag met lesbrie-
ven over de vier jaar durende mobilisatie van het Nederlandse leger (1), over de schaarste, smokkelhandel en spionage (2) en over de vluchtelingen en geïnterneerde soldaten, die tijdens de Eerste Wereldoor log in Nederland worden opgevangen (3). Door het bezoek aan de tentoonstelling weten de leerlingen wat de Eerste Wereldoorlog voor het neutrale Nederland heeft betekend. Het bezoek aan de tentoonstelling wordt afgesloten met inleefopdrachten. De opdrachten zorgen ervoor dat de leerlingen zich goed kunnen verplaatsen in de geschiedenis en bestaan o.a. uit het smok-
kelen van graan door de ‘Dodendraad’ en het kiezen van dingen die je meeneemt als je moet vluchten. Tijdens de optionele verwerkingsles gaan de leerlingen aan de hand van stellingen met elkaar in discussie over onderwerpen als ‘asielverlening’, de ‘functie van een leger’ en ‘oorlog en vrede’.
Voor meer informatie over de educatieve programma’s en het reserveren van een bezoek, zie: huisdoorn.nl/educatie/
Advies teleurstellend Elke vier jaar geeft de Raad voor Cultuur advies aan de minister van OCW over de subsidies inzake de zogenaamde Basisinfrastructuur voor culturele instellingen. Voor Huis Doorn is het inmiddels gepubliceerde advies van de Raad voor Cultuur teleurstellend. De Raad adviseert Huis Doorn geen subsidie voor de museale functie toe te kennen, maar een bedrag van € 105.000,= per jaar onder specifieke voorwaarden te reserveren.
Huis Doorn heeft inmiddels bezwaar aangetekend bij de minister tegen dit advies en tegen het ontoereikende subsidiebedrag dat aan Huis Doorn is toegekend vanwege de nieuwe Erfgoedwet, die betrekking heeft op het behoud van en het beheer over de collectie. Een reactie van de minister wordt verwacht rond Prinsjesdag, als de begroting voor 2017 wordt gepresenteerd. Is er in de komende weken of maanden nieuws over de financiële situatie van Huis
Doorn, dan zal dat op de website van Huis Doorn worden gepubliceerd. Lees hier het gepubliceerde advies: bis2017-2020.cultuur.nl/adviezen/ musea/huis-doorn
© MUSEUM HUIS DOORN
EDUCATIE
In de tentoonstelling ‘Tusschen twee vuren’ in het Paviljoen van Museum Huis Doorn is langs de lange wand een educatieve tijdlijn aangebracht. Op de tijdlijn staan de belangrijkste gebeurtenissen uit de Eerste Wereldoorlog (1914–1918), de voorgeschiedenis (1870–1914) en de vredesverdragen (1919–1923)
FOTO: HUIS DOORN, CORNELIS VAN DER BAS - 2016
vermeld.
WO1 VOOR IN DE KLAS
Educatieve tijdlijn De rijk geïllustreerde tijdlijn geeft bezoekers van de tentoonstelling een leidraad; terwijl zij in de tentoonstelling worden geïnformeerd over het neutrale Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog, keren zij op hun ontdekkingstocht door de tentoonstelling steeds weer terug bij de tijdlijn. De gebeurtenissen in het neutrale Nederland kunnen zo worden vergeleken met wat er tussen 1914 en 1918 in de rest van de wereld gebeurde. Op de tijdlijn staan de voorvallen in Nederland nog een keer vermeld, in het oranje. De tijdlijn uit het tentoonstellingspaviljoen is nu als zigzag gevouwen boekwerk (leporello) beschikbaar, dat uitgevouwen een lengte heeft van drie meter. Op de voorzijde staan de data en gebeurtenissen, toelichtende teksten met foto’s en portretfoto’s van de belangrijkste personen uit de Eerste Wereldoorlog. De
keerzijde bevat geografische kaarten, die aangeven hoe de bondgenootschappen lagen, waar de veldslagen plaatsvonden en hoe frontlinies en grenzen zich in de oorlogsjaren ontwikkelden. De leporello is een ideaal instrument voor docenten die in de klas aandacht willen besteden aan de Eerste Wereldoorlog en is te koop in de museumwinkel van Museum Huis Doorn voor € 12,50.
Scholen betalen, in combinatie met een bezoek aan het paviljoen, slechts € 10,- voor deze leporello. Op verzoek kan de leporello worden opgestuurd. Er komt dan een bedrag van € 8,50 aan verzendkosten bij.
COLLECTIE
Weinig mensen zullen bij textiel direct aan Huis Doorn denken. Toch zijn daar, zeker op het gebied van wandtapijten, interessante vondsten te doen. Afkomstig uit het voormalig keizerlijk bezit, hebben ze vaak een opmerkelijk verleden achter zich, dat soms een onvermoed licht werpt op hun koninklijke/keizerlijke herkomst. In de loop der tijd aangekocht of gekregen voor gebruik in de paleizen, vormen ze geen echte collectie, en nog altijd dient van de ruim dertig objecten uit de 17e en 18e eeuw in Huis Doorn bijna de helft tegenwoordig als aankleding van de zogenaamde Gobelinkamer: een ameublement bestaand uit een canapé en zes armstoelen bekleed met Franse tapisserie, met op de wanden twee mythologische tapijten uit Aubusson met offerscènes aan Venus en de Drie Gratiën, terwijl de twee circa 1700 in Berlijn geweven hoge pilasterstroken ons nu nog attenderen op de toen nieuw verworven koninklijke status.
Tapijten in Huis Doorn (1) door C. Willemijn Fock
Maar wat koninklijke allure betreft, wordt dit in Doorn toch overtroffen door het tapisserieportret van koning Hendrik IV van Frankrijk, geweven in de Gobelins Manufactuur in Parijs, naar diens portret door Frans Pourbus uit 1610. Als geschenk van koning Lodewijk XVI aan prins Hendrik van Pruisen, broer van Frederik de Grote, bij zijn incognitobezoek aan het Franse hof in 1784, was het bovendien voorzien van een nog altijd aanwezige, fraai gesneden lijst met de attributen van het Franse koningschap. Hendrik IV, grondlegger van de Bourbondynastie, genoot eind 18e eeuw in vele landen een grote populariteit, maar ook het feit dat hij en Prins Hendrik hun naam gemeen hadden, kan bij de keuze voor dit geschenk hebben meegespeeld. Het tapisserieportret ging oorspronkelijk vergezeld van een dito portret van Lodewijk XVI zelf, ten tijde van zijn troonsbestijging in 1774. Sinds begin 20e eeuw zijn beide portretten helaas van elkaar gescheiden; dat van Lodewijk XVI bevindt zich nu in Baltimore. Dit is het eerste deel van een tweedelig artikel over de tapijten in de collectie van Huis Doorn.
GOBELINPORTRET VAN HENDRIK IV, KONING VAN FRANKRIJK, MUSEUM HUIS DOORN (HUD 02000)
© MUSEUM HUIS DOORN
COLLECTIE
FOTO: HUIS DOORN, FRANK LOUHENAPESSY - 2016
Het grote doek ‘De Emmaüsgangers’, een kopie van het beroemde schilderij van Titiaan in Musée du Louvre in Parijs, hing vele jaren lang in het trappenhuis van het poortgebouw van Huis Doorn. Daar kreeg het doek weinig aandacht. Maar in de 18e en 19e eeuw was de kopie één van de populairste schilderijen in de collectie van de Pruisische koningen. DE VERHUIZING VAN HET DOEK VANUIT DE HAL IN HET POORTGEBOUW
IN DEPOT HUIS DOORN
De Emmaüsgangers Na zijn troonsafstand heeft Wilhelm dit werk, net als vele andere schilderijen, uit het Neue Palais in Potsdam naar Nederland laten komen. Een aantekening uit augustus 1932 toont aan dat hij er kennelijk rekening mee hield naar Potsdam terug te keren. Hij was van plan het schilderij in de sterfkamer van zijn vader, keizer Friedrich III, in het Neue Palais, op te hangen. Daar had het schilderij voorheen ook gehangen, nadat het in 1789 uit de Bildergalerie van het Berlijnse stadsslot naar Potsdam was overgebracht. De eerste vermelding van deze ‘Emmaüsgangers’ dateert al uit het jaar 1705. Toen had de Pruisische hofschilder en directeur van de Koninklijke Pruisische Academie voor de Kunsten en Mechanische Wetenschappen, Samuel Theodor Gericke, het schilderij in het Berlijnse slot bestudeerd en als thema voor een lezing op de Academie gebruikt. Met deze lezing, die ook in druk verscheen, wilde Gericke meerdere dingen bereiken. Enerzijds wilde hij zijn publiek uitleggen hoe een schilderij dient te worden geanalyseerd. Anderzijds wilde Gericke andere schilders aansporen om zich door nauwkeurige studie van meesterwerken tot een goed kunstenaar te ontwikkelen. Om dit te bereiken, oriën-
teerde hij zich op de bespreking van het in de Koninklijke Collectie in Parijs tentoongestelde origineel van Titiaan, waarover Jean-Baptiste de Champaigne in 1676 in de Parijse Koninklijke Academie (Académie royale de peinture et de sculpture) een lezing had gehouden. Titiaan toont het moment waarop de discipelen de opgestane Christus herkennen aan de manier waarop hij het brood eerst zegent en dan breekt. Terwijl de Christusfiguur een gewaad draagt in de stijl van de
De Champaigne en Gericke pleitten Titiaan vrij, omdat hij ongetwijfeld richtlijnen had gekregen hoe hij de discipelen en begeleidende figuren moest schilderen. De opdracht voor het schilderij schreven beiden toe aan Keizer Karel V, wiens halve wapen zij links op de achtergrond hadden herkend. Ook huidige kunsthistorici houden het na onderzoek, dat met moderne technische methoden werd uitgevoerd, voor mogelijk dat de keizer de opdrachtgever is geweest. Het schilderij werd echter voltooid voor een andere persoon, name-
De in het geel geklede knaap met de schotel zou te edel en te modieus gekleed zijn kleding uit de klassieke oudheid, dragen de andere figuren 16e-eeuwse kostuums. Dit lokte kritiek uit van De Champaigne en Gericke. De in het geel geklede knaap met de schotel zou bijvoorbeeld te edel en te modieus gekleed zijn om een dienaar ten tijde van Christus te kunnen voorstellen. Daarmee had Titiaan naar de overtuiging van de beide kunstcritici de regel overtreden dat de kleding niet alleen historisch correct, maar ook in overeenstemming met de gelegenheid moest worden uitgebeeld.
lijk de politicus en gezant Nicola Maffei, in Mantua (1487-1536). Diens wapen met een klimmend hert bevond zich op de poot van de stoel rechts. Later werd het, waarschijnlijk op last van een andere eigenaar, overschilderd. Tot 1589 was ‘De Emmaüsgangers’ aantoonbaar in het bezit van de familie Maffei. In 1627 bevond het zich in de collectie Gonzaga in Mantua en sinds 1639 was Koning Karel I in Londen de eigenaar. Na verdere eigendomswisselingen kocht uiteindelijk Koning Lodewijk
FOTO: HUIS DOORN, THEO SCHOLTEN - 2016
KOPIE NAAR ‘DE EMMAÜSGANGERS’ VAN TITIAAN, MUSEUM HUIS DOORN, 166 X 241 CM (HUD 02617)
XIV van Frankrijk het veel bewonderde doek van Titiaan. De man die rechts uit zijn stoel oprijst, is mogelijk een portret van Nicola Maffei. Hij draagt het 16e-eeuwse kostuum van een religieuze pelgrim met een rozenkrans. Maffei was een belangrijke adviseur van Frederico II Gonzaga, hertog van Mantua (1500–1540). In het Museo Nacional del Prado in Madrid hangt een portret van Frederico II Gonzaga, dat rond 1525 door Titiaan is geschilderd. De man in het groen op ‘De Emmaüsgangers’ vertoont sterke gelijkenissen met het portret in Madrid en is mogelijk Frederico II Gonzaga. Beide portretten geven aan ‘De Emmaüsgangers’ een politieke boodschap: een verwijzing naar de toenaderingspolitiek van Frederico en Nicola richting de keizer van het Heilige Roomse Rijk, Karel V. Deze toenadering is mogelijk ook de reden voor de toevoeging van het wapen van Keizer Karel V. Het historische feit dat Frederico en Nicola toenadering tot Keizer Karel V zochten, duidt erop dat Keizer Karel V niet de opdracht-
gever van het schilderij geweest kan zijn. De Champaigne en Gericke hadden dus gelijk toen zij aannamen dat Titiaan de opdracht had gekregen om tijdgenoten een plek in de religieuze voorstelling te geven, maar zij kenden de exacte reden daar niet voor. Met het toevoegen van eigentijdse portretten wordt aangegeven dat de openbaring van de opstanding van Christus niet aan het moment van Zijn dood is gekoppeld. De aanwezigheid van tijdgenoten, mogelijk zelfs ‘echte’ personen, wil zeggen dat de openbaring altijd weer kan plaatsvinden. Deze boodschap was bij beide critici niet bekend. Naar de academische regels waren De Champaigne en Gericke voorstanders van eenheid van tijd. De toevoeging van tijdgenoten van Titiaan in hun eigentijdse – dat wil zeggen 16e-eeuwse – kleding was tegen de voorgeschreven regels. De religieuze boodschap van het schilderij zou daarmee verloren gaan. Beide kunstcritici legden accenten op geheel andere aspecten van het schilderij. Zij waren het met elkaar eens dat het
doek, ondanks een aantal zwakke punten, van een unieke schoonheid was. Zij bewonderden vooral de compositorische en schilderkundige kwaliteiten. De zeer getrouwe kopie, die volgens Gericke ooit aan Van Dyck toegeschreven werd, oogstte dezelfde bewondering als het origineel. Samen met de fraai vergulde, houten lijst werd het werk onlangs uit het poort– gebouw in Doorn, dat thans gerenoveerd wordt, naar het depot van het Huis overgebracht. Het is wenselijk dat dit schilderij in de toekomst weer de aandacht krijgt die het verdient. Franziska Windt Conservator Italiaanse schilderkunst bij de Stiftung Preussische Schlösser und Gärten (Potsdam) (vertaling Hans van den Berg) De volledige Duitse tekst van dr. Franziska Windt is te vinden op: huisdoorn.nl/nl/over-ons/bulletin
© MUSEUM HUIS DOORN
Huis Doorn AGEN DA NAJAAR 2 0 1 6 4 SEPTEMBER 2016, 15.30-18.00 UUR, ORANJERIE HUIS DOORN
Artistieke vlucht Lezing door prof. dr. Ludo Beheydt over ervaringen van Vlaamse kunstenaars in Nederland tijdens WO1
OKTOBER 2016
Grenzen Het thema voor de landelijke Maand van de Geschiedenis
15 EN 16 OKTOBER 2016, MAARTENSKERK, DOORN
14-18, WO1 achter de Hollandse Waterlinie Theatervoorstellingen door Ab Gieteling & Theater Nomade
11 NOVEMBER 2016, HUIS DOORN
Stripverhaal Wilhelm II Presentatie van het stripboek Wilhelm, een stripverhaal van de hand van Hennie Vaessen
Dagelijks Familiespeurtocht in het park: ‘Het Geheim van de Keizer’
Kijk op www.huisdoorn.nl voor meer informatie, aanvangstijden en toegangsprijzen.