Hovenier Schoolkrant van de Rudolf Steinerschool De Bilt
Voorwoord Nauwelijks was de herfsthovenier gemaakt, of de redactie ging alweer in de beugels voor dit winternummer. Wat spreekt de lezers aan in december, zo vroegen wij ons in september af. Daarmee loop je als redactie in je voorbereidingen op de tijd vooruit. En is het tegelijkertijd soms onvermijdelijk dat de berichten in dit kwartaalblad soms wat achter lopen. Deze keer is uw redactie behoorlijk bij de tijd. Als thema voor deze Hovenier kozen we warmte en inkeer. Dus een schoolkrant om je lekker mee op de bank te nestelen, de kachel nog iets opgepord. Het was een mooi thema om mee van start te gaan. Schoolbreed konden we het terugvinden. Warmte in vele facetten in de kleuterklassen, vuur (en aarde) bij de handenarbeid,
Inhoud 26 De ‘warme’ kleuterklas 28 Smul maar lekker! Heemkunde in klas 2 31 Enquête Kindercentrum Weltevreden 32 Communiceren op basis van eendjes voeren 34 Aarde en vuur 37 Studie als voeding voor leerkrachten 38 Molenperiode 40 Remedial Teaching in beeld 42 Vurig hart 42 Gedicht Inkeer 43 Nieuws van de schoolleiding
warme ontmoetingen rond onze prachtige oven in de tuin bij het handenarbeidlokaal. Verder veel
Colofon Redactie
inkeer en bezinning. Want hoe communiceren we eigenlijk met elkaar en met
- Bart Tersmette (hand- en spandiensten)
onze kinderen? Wat voor nieuwe richtingen zijn gewenst voor het kinder-
- Bert de Groot (advertenties, abonnemen-
centrum? Het licht valt op de remedial teaching, op de studie(dagen) van het college en op ontwikkelingen binnen de school. En deze keer veel moois vanuit de klassen: heemkunde in klas 2 en een molenperiode in de derde klas.
ten, beeld, tel. 06 36119026) - Iris Birnie (fotografie) - Marieke Aben (redactie) - Renske Miedema (coördinatie en eindredactie, tel 030-2884811)
Wij als redactie hebben met plezier aan deze Hovenier gewerkt, we beginnen al aardig ingewerkt te raken en onze draai als team te vinden! Daarbij worden
Abonnementen € 30,- per jaar incl. verzending
we gesteund door veel schrijvers die kopij aanleverden. Een echte coproductie
Opgave via:
dus. We wensen iedereen veel lees- en kijkplezier! En voor inkeer en bezinning
[email protected]
in de redactie zijn jullie reacties meer dan welkom! DE REDACTIE
Rudolf Steinerschool De Bilt Weltevreden 6 3731 AL De Bilt Tel: 030-2210430 e-mail:
[email protected] www.rudolfsteinerschooldebilt.nl
SEIZOENER
25
De ‘warme’ kleuterklas om de warmte bewust op te zoeken, die zelf te creëren. Hoe gaan we met het
Beleefbare warmte
zijn de dagen kort en de nachten lang. De loofbomen zijn kaal, zij hebben hun warme bladerjas afgelegd en staan daar in hun silhouet. Als mens krijg je dan behoefte
element warmte om in de vrije kleuterklas? Hoe creëren we die en hoe maken we het element warmte beleefbaar?
26
H
et is koud buiten. De meeste kinderen trekken zich er niks van aan, door warme kleding en hun beweeglijk spel krijgen ze het uiteindelijk warm. Sommige kinderen zijn wat meer beschouwend of willen even uitrusten. Zij kunnen zich warmen aan het houtkacheltje op het plein! Loop ik één van de kleuterklassen in, dan ruik ik de broodjes al die daar gebakken worden. Zouden ze al gaar zijn? In een andere klas ruik ik de zelfgemaakte appelmoes die net gekookt is en uit weer een andere kleuterklas komt een heerlijke zoete honinggeur: de bijenwas voor het kaarsje dopen wordt verwarmd.
Als deze Hovenier uitkomt is het bijna kerst,
SEIZOENER
Zo ervaren kinderen wat koud en warm is en ook hoe iets (of iemand) van koud warm kan worden. Daar moet je moeite voor doen! Als je het zonder hulpmiddelen in de kou warm wilt krijgen moet je actief gaan bewegen. Vóórdat we het kacheltje konden stoken, is er ook heel wat komen kijken. Op het Michaëlsfeest hebben de kinderen hout gezaagd en heeft een houthakker met een bijl alle houtjes gekliefd. Die bewaren we in onze schuur. Op koude dagen wordt het kacheltje uit de schuur gehaald en dan is het nog een hele kunst om het brandend te krijgen en te houden. De kinderen beleven dit hele proces dus mee en wat een feest is het als ze dan zien hoe de zelf gezaagde houtjes roodgloeiend worden, een behaaglijke warmte verspreiden en een mooie rookpluim geven als je omhoog kijkt! Binnen staat de verwarming aan. We zijn als volwassenen dankbaar dat we voor deze warmte geen moeite hoeven te doen, maar de kinde-
KLEUTERS
de smid op bezoek, de kinderen zien hoe het ijzer roodgloeiend wordt en door de warmte buigzaam wordt! Met Sint Maarten drinken we warme chocolademelk na een tocht door guur weer. Als het ‘s winters koud is, wordt het houtkacheltje gestookt. In onze ochtendspelen en euritmielessen beelden we de smid en het vuur uit. Dagelijks branden er kaarsjes, wekelijks worden er broodjes gebakken en/of iets anders gekookt of gebakken. De kinderen boetseren met bijenwas. Daarin is echte zonnewarmte door de bijen opgeslagen, net als in de bijenwaskaarsen die we branden en soms ook zelf vervaardigen! Tijdens het vrije spel mogen de kinderen een papje koken op een echt vuurtje. Wat een vreugde als ze ontdekken dat het papje echt warm is geworden!
Warme mantel
ren be-leven er niets aan. Het kacheltje buiten is be-leefbare warmte: je kunt er niet alleen uiterlijk warm van worden, maar ook innerlijk. Die beleefbare warmte is in iedere vrije kleuterklas essentieel voor het goed gedijen van de kinderen.
Gedijen bij omhulling Op de Vrije School gaan we uit van ontwikkelingsfasen van zeven jaar. Een kleuter zit net als een peuter en een baby in de eerste zevenjaarsfase. Daarvoor verbleef het als embryo en foetus in een kleine omhullende warme ruimte: de baarmoeder. Deze warme omgeving was optimaal voor het groeien van de foetus en net als bij het houtkacheltje gaat het hier om warmte die meer is dan kwantitatieve warmte, want bij een zwangerschap komt heel wat kijken! De kleuter lijkt onbewust nog herinneringen te hebben aan de tijd in de baarmoeder. Je kunt dit zien aan het spel van het jonge kind. Heel graag bouwen ze hutjes. In die hutjes is het klein, een beetje donker en warm. Ook hullen de kinderen zich graag in manteltjes. Het lijkt ze soms niet uit te maken of het hartje zomer is of winter. Sommige kinderen hebben de neiging om in de klas de capuchon van hun trui op te zetten.
Maar er is meer, we laten de kinderen graag in een warm nest vertoeven. De inrichting van de klas is van warme natuurlijke materialen en heeft een warme omhullende uitstraling, iets wat verder gaat dan de muren van de klas… De deadline van deze Hovenier is 11-11 en jawel, ik leg de laatste hand aan dit stukje op Sint Maarten en ik verheug me op vanavond. Dan mag ik weer beleven hoe niet alleen de leerkrachten een warme sfeer proberen te creëren, maar hoe ook de ouders als een warme mantel om de kinderen heen staan. Met Sint Maarten wordt uitgebeeld hoe warmte geschonken (Sint Maarten) en ontvangen (de bedelaar) wordt. Die kwaliteit proberen we het hele jaar in onze kleuterklassen te koesteren… en zo kunnen we allemaal warm de winter ingaan! TEKST: ISABEL BRUGMAN (LEERKRACHT KLEUTERS) FOTO’S: IRIS BIRNIE
Roodgloeiend ijzer en zonnewarmte Kleuters lijken dus veel behoefte te hebben aan warmte en omhulling. Het gaat hierbij niet alleen om fysieke warmte, maar vooral ook om warmte in de ruimere zin van het woord. In onze taal wordt regelmatig uitdrukking gegeven aan deze soort warmte: een warm hart, een warm gebaar, ergens warm voor kunnen lopen, een warm applaus, een warm onthaal, een warm mens en ga zo maar door. In de kleuterklas bieden we, zoals uit het bovenstaande blijkt, graag warmte aan in de ruimste zin van het woord… Zo komt in de herfst
SEIZOENER
27
Smul maar lekker!
Heemkunde in klas 2 Afgelopen zomer zaten we in een kring bijeen op de laatste schooldag en blikten terug naar wat we hadden geleerd in de 1e klas. Fenna zei: “Dat de knoppen elke dag een piepklein stukje verder opengingen en de blaadjes zich zo heel mooi openvouwden”. We maakten inderdaad intens mee hoe de lente tegelijkertijd subtiel en met kracht en vaart de regie overnam in de drie weken dit voorjaar dat we elke dag naar het natuurgebiedje aan de overkant gingen. We verwonderden ons erover hoe een krokus zich letterlijk voor onze ogen opende en genoten van onze oogsten uit de natuur: trots aten en dronken we van onze brandnetelsoep en muntthee.
V
orige herfst zagen we de bladeren kleuren en vonden we de holletjes waarin de dieren zich zouden terugtrekken. Voor de zekerheid groeven we nog maar wat extra holletjes voor de muizen en konijnen, je weet maar nooit. We zagen de ganzen overvliegen naar het zuiden in de vormen van vers verworven letters: “Juf, daar vliegt een L, nee een V, oh, nu wordt het een I!” Elke dag met laarzen en regenjassen, genietend de buien trotserend. Eerst konden we nog wel naar de overkant soppen, maar door de regen steeg het water hoger en hoger, en tenslotte was zelfs onze geïmproviseerde planken-brug niet meer genoeg en moesten we toegeven dat het water had gewonnen. Dat is herfst tot in je tenen.
Lekker eten maken in de 2e “Wanneer gaan we nou weer heemkunde doen juf?” Heemkunde is blijkbaar synoniem geworden voor het natuurgebied, en de kinderen vinden het nu maar wat vreemd dat we er niet steeds naar toe gaan terwijl we toch echt heemkundeperiode hebben. Dit jaar valt het precies samen met de kinderboekenweek over eten en Frans en ik besluiten als rode draad lekker en gezond eten te nemen. Als dat eenmaal duidelijk is, is het ook weer helemaal goed en inderdaad vooral lekker! In de schooltuin zoeken de kinderen naar eetbare planten, met als favoriet de tot de verbeelding sprekende, felgekleurde Oost-Indische kers. “Ik heb er al twee juf!” “Ik heb al tien gevonden!” “Wel onthouden tot in de klas hè, want je moet ze nog tekenen”. “Ojee...”
28
SEIZOENER
wat kan je eten in de schooltuin - Johanna Kennis
KLAS 2
De klassenkeuken Geconcentreerd en met toewijding schillen en snijden de kinderen met vlijmscherpe mesjes de appels uit Frans’ zijn Franse tuin en maken heerlijke appelflappen. Ze proberen op eigen wijze alle ingrediënten van de hartige hapjes en pizza’s. Sommigen huiverend en moedig, anderen nieuwsgierig, gretig of juist vanzelfsprekend. Als de deur opengaat geurt de klas iedere keer jaloersmakend....
Oogsten bij “‘n Groene Kans” De topper van deze heemkundeperiode is ons uitstapje naar Groenekan. Op een stralende herfstdag gaan we te voet naar de biologische tuinderij “ ‘n Groene Kans”, waar we hartelijk door Jan en Floor worden ontvangen. Daar mogen we lekker met voeten en handen in de aarde de laatste gewassen van het land halen: pastinaak, wortelen, rode bieten, pompoenen en prei. Ook plukken we verschillende geurende kruiden. En dan met ogen dicht proeven en ruiken en proberen de namen te onthouden, dat valt nog niet mee! Na de schapen te hebben gegroet op het mooie land, lopen we moe en voldaan met onze oogst terug naar school om er de volgende dag soep van te maken.
Restaurant voor de 5e klas De soep is klaar en de klas wordt omgetoverd tot restaurant. We hebben de 5e klas uitgenodigd om te komen eten. Waarom de 5e? Elke dag helpen zij ons namelijk met lezen en dat is fantastisch. Nu kunnen we eindelijk iets voor ze terugdoen! Elk kind heeft wel een rol in het restaurant: Er zijn tafeldekkers, bloemenplukkers, opscheppers, uitdelers, ons restaurant - Rosa Meeuwissen
recept voor kleurige herfstgroentensoep - Anna Strengers
kinderen die uitleg geven, waterinschenkers, obers die vragen of alles naar wens is, afruimers, afwassers en afdrogers. Na afloop geniet het personeel zelf ook nog van een kom kleurrijke herfstsoep.
Een eigen kookboek De heemkundeperiode is dit keer eigenlijk voor de helft taalonderwijs, want de kinderen hebben van de verschillende hapjes en maaltijden die we hebben gemaakt ook recepten geschreven: Wat heb je nodig en hoe maak je het? In welke volgorde schrijf je het op? Is het zo duidelijk voor iemand die het nog niet weet? Het heemkundeschrift is een prachtig, inspirerend kookboek geworden van de kinderen zelf. TEKST EN BEELD: FRØYDIS IHLE
(leerkracht tweede klas)
SEIZOENER
29
Enquête Kindercentrum Weltevreden
V
lak voor de zomervakantie, gelijktijdig met het schooltevredenheidsonderzoek van de school, deed ook Kindercentrum Weltevreden een oproep aan ouders een enquête in te vullen. Wat vinden ouders van het functioneren van het kindercentrum en wat zijn hun wensen en behoeften voor de toekomst? Een verslag van de uitkomsten en de eerste verbeterpunten en acties die eruit voorvloeiden.
Reacties Er waren 42 gezinnen die de enquête invulden met een gemiddeld aantal van 2,5 kinderen per gezin. De verdeling in de verschillende leeftijdscategorieën was ongeveer als volgt: 20 kinderen van 0-4 jaar, 22 kinderen van 4-7 jaar en 43 lagere school kinderen. De oudere kinderen in het gezin zijn niet meegenomen in het onderzoek. In de enquête kon gescoord worden op een waarderingsschaal van 1 t/m 5. Over het geheel genomen komt het kindercentrum op een gemiddelde score van 3 uit, dus niet negatief/niet positief. Geen reden tot zorg dus, maar ook zeker voor verbeteringen vatbaar!
Functioneren van het kindercentrum Het pedagogisch functioneren kwam aan de orde in stellingen over fysieke veiligheid, overdracht, rustmomenten en uitdaging. De waardering van dit onderwerp is een 2 (vrij positief). Over het algemeen zijn de ouders tevreden over het pedagogisch klimaat in de groepen. Een punt van aandacht is de fysieke veiligheid en de uitdaging (met name in de BSO). Ook is voor ouders niet altijd zichtbaar wat het kind op de opvang beleeft/doet.Over het organisatorisch functioneren werden stellingen gegeven over onder andere de wijzigingen in pedagogisch medewerkers (bijvoorbeeld door ziekte en/of vakantie) en de communicatie hiervan naar ouders, de contactpersoon voor financiële vragen, de website en de Weltevreden Post. De gemiddelde score op dit onderwerp is een 2 (vrij positief). Ouders weten over het algemeen wie zij moeten benaderen voor financiële vragen. Het valt op dat de website nog weinig geraadpleegd wordt als nuttige informatiebron en dat de Weltevreden Post nog niet als ‘nieuwsbrief’ door ieder herkend en erkend wordt.
Wensen en behoeften van ouders Het grootste deel van de enquête was gericht op de toekomst van het kindercentrum. Een paar cijfers. Over uitbreiding van het soort opvang lopen de meningen van ouders uiteen. Er waren 10 geïnteresseerden in voorschoolse opvang. Er is een kleine vraag naar babyopvang, waarschijnlijk onder de ouders met baby’s in het gezin… En er was 1 geïnteresseerde in een ouder-kind cursus, waarbij de ouder met zijn/haar dreumes in een groepje voorbereidende activiteiten doet (liedjes zingen, spelletjes) onder leiding van een
ervaren peuterleidster. Dit ter verdieping en voorbereiding op de peuterochtenden. Ook op het gebied van cursussen en serviceverlening werden vragen gesteld. Er waren 15 geïnteresseerden voor zwemles in de opvangtijd van hun kind(eren). Veel belangstelling met 28 geïnteresseerden was er voor een kindercursus. Vooral algemene muzikale vorming sprong eruit. Ook sport, aangeboden via het kindercentrum, scoorde hoog: 23 geïnteresseerden (waarbij soms meerdere sporten werden aangevinkt!), uiteenlopend van dans tot gymnastiek, tennis, voetbal, schaatsen, judo en hockey. Verder was er interesse in informatieavonden over kindgerelateerde onderwerpen: bijvoorbeeld kinderziektes, antroposofische achtergronden en voeding. Zes gezinnen waren geïnteresseerd in maaltijd/boodschappenservice via het kindercentrum.
Verbeteracties De enquête leverde interessante en inzichtelijke aanknopingspunten op voor verbetering. Ook werd duidelijk dat de energie voorlopig niet hoeft uit te gaan naar voorschoolse opvang, vroege vogelcursussen en maaltijdservice. Een aantal punten uit de enquête zijn reeds opgepakt of gaan opgepakt worden. Op het pedagogisch vlak werd in de afgelopen ouderavond het thema ‘overdracht’ besproken. Medewerkers en ouders wisselden hun wensen, ergernissen en succeservaringen hierover uit. Het was een zeer inspirerende avond waarvan de positieve uitwerking op de groepen al direct waarneembaar werd. Ook op financieel/organisatorisch vlak wordt er hard aan de weg getimmerd: er is meer inzicht in de kosten en inkomsten van het kindercentrum en er is een start gemaakt met een meerjarenplan. Een oudercommissie is van start gegaan en sinds kort vinden er intakegesprekken plaats. De Weltevreden Post en de website zullen meer aandacht krijgen. Op de afgelopen Weltevreden post kwam een aantal lovende kritieken! Ondanks de matige interesse in de enquête voor de ouder-kind groep, zal deze wel van start gaan dit jaar. Doel is een nieuwe groep ouders ‘van buiten’ te trekken en nieuwsgierig te maken naar onze vorm van opvang. Ook zal er gestart worden met een eerste cursus ‘knutselen’ op de donderdagmiddag. Naar het onderwerp ‘sport’ en ‘ muzikale vorming’ zal in de komende maanden gekeken worden. Dit heeft nogal wat voeten in aarde in organisatorisch en financieel opzicht! Kortom: Er wordt nog steeds volop gewerkt aan alle verbeterpunten. Alle ouders die de moeite namen de enquête in te vullen: zeer bedankt! TEKST: HANNEKE VAN GRIETHUYSEN-KEGEL
(ondersteuning management Kindercentrum Weltevreden)
SEIZOENER
31
Communiceren op basis van eendjes voeren De werkgroep scholing organiseerde in oktober een inspirerende avond over geweldloze communicatie. Hiervoor was Jan van Koert onze gast. Hij heeft het gedachtegoed van Marshall Rosenberg over geweldloze communicatie naar Nederland gebracht. Een communicatiemodel dat ook bekend staat als verbindend communiceren. Het college kijkt hiermee over de grenzen van de antroposofie en laat zich inspireren door een andere pedagogische invalshoek.
32
D
e goed bezochte avond begint gezellig rommelig met pennen uitdelen en een infoblad. Van Koert zegt geen structuur te hebben voor vanavond. Je mag zo naar de wc lopen of op de grond gaan liggen. Dat hoef je niet te vragen `anders ben ik meer dan jou`. Dan draagt hij een gedicht voor met de veelzeggende tekst `See me beautiful´. Hij legt uit `Kijk niet naar mijn gedrag, naar de woorden die ik uitbraak maar kijk naar de schoonheid die daarachter ligt.` Dat sluit toch redelijk aan bij de antroposofische blik op het wezenlijke in het kind. Wat anders is, blijkt later in de discussie. De plaats van autoriteit en regelgever is in geweldloze communicatie zo goed als afwezig. De communicatie vindt plaats op basis van gelijkwaardigheid. Het is geen poldermodel van ‘jij een beetje en ik een beetje’. Nee, het gaat om een win-win situatie waarin beide partijen zich gezien en erkend voelen. De focus ligt op waar ik naar toe wil en niet op wat ik niet wil. Het publiek begint hier wat te morren, want hoe doe je dat bij een krijsende peuter in het winkelcentrum of een opstandige puber? Twaalf uur thuis is twaalf uur thuis.
“Niet zeuren.” Zo’n uitspraak hoort bij de machtspositie. Jan: “Ik kan dat alleen goedkeuren in levensbedreigende situaties. Dan spreek je van ´beschermende macht”. Van Koert legt de nadruk op het gesprek op een rustig moment. Dus niet in het heetst van de strijd, niet als je al in heftige emoties zit. Dan is een time-out geboden. Dus ook geen gesprek verwachten vlak voordat je kind de deur uitvliegt. Een gesprek vereist tijd en rust op een ander moment. Daar zit hem vaak de kneep want vaak overvallen situaties je als ouder. In het gesprek tussen jou en de ander is de vraag: wat leeft er in mij? Wat leeft er in jou? Dus niet: wat denk jij maar wat voel jij? Daar zit de verbinding. En dat is lastig omdat we niet geleerd hebben om te vertellen wat er in ons leeft. In onze cultuur is het denken en het willen dominant.
Oordeel of feit Om ervaring te krijgen met verbindend communiceren doen we een oefening. Jan vraagt een situatie op te schrijven waarbij er iets gebeurt wat je vervelend vindt. We ontdekken dat iets kan worden weergegeven als een feitelijke waarneming of als een oordeel. Een ouder zegt bijvoorbeeld: mijn zoon doet niet wat ik zeg. Waarop Jan laconiek reageert met: “Waarom zou hij? Waarom zouden kinderen doen wat er eenzijdig gedicteerd wordt? Een afspraak is pas een afspraak als het kind ‘ja’ zegt.” Een andere ouder vindt dat zijn kind aan tafel moet komen omdat het eten klaar is. “Waarom?” Ja, logisch, anders wordt het eten koud. Waarop Jan zegt: “Nou en, in Griekenland eten de mensen allemaal lauw eten.” Waarnemen zonder oordeel is het moeilijkste wat er is volgens de grote filosoof Krisnamurti. Waarnemingen zijn in het hier en nu. Een luie man? Nee, een man die een tukje doet. Een stom kind? Het kind weet misschien minder dan jij. Door te oordelen en etiketten te plakken zie je niet meer wie er echt voor je staat. Een mensenkind in al zijn schoonheid. Dus niet zeggen tegen een neuspeuterend kind “Hé, doe niet zo vies.” Maar bijvoorbeeld: ”Hé, ik zie een vinger in je neus.” Klinkt allemaal erg hilarisch natuurlijk maar de boodschap is serieus: blijf in contact met je kind. Regels afdwingen, in heftige emoties uitbarsten of schreeuwen en dreigen gaat ten koste van de verbinding en het contact.
De dans tussen mij en jou Het communicatiemodel van verbindend communiceren bestaat uit vier stappen. 1. De waarneming beschrijven 2. Het gevoel uitspreken 3. Je behoefte formuleren 4. Een verzoek aan de ander doen
Het verzoek aan de ander kan je pas doen nadat je je eigen behoefte in kaart hebt. Het is contact maken met je verlangen. Wat is je dierbaar? Wat zou je zo graag willen? Daar horen behoeften bij en gevoelens. Jan: “Als ik niet in contact ben met mijn behoefte, hoef ik niet te voelen. Dat is vaak makkelijker. Als je niet voelt, dan ga je een beetje dood. Als je contact maakt met je gevoel en je behoefte, kun je geroerd worden of verdrietig. Laat je verlangen naar buiten komen.” Om je verzoek uit te spreken als een verzoek en niet als een eis, is ook nog een hele kunst. Een valkuil. Als je verzoek geuit is, moet er ruimte zijn voor een ‘ja’ maar ook voor een ‘nee’. De meesten ervaren ‘nee’ als een afwijzing terwijl je ook kunt denken: mijn verzoek past niet in zijn behoefte van dit moment. De ander zegt ‘ja’ tegen iets anders. Wees vervolgens nieuwsgierig. Wat is zijn behoefte dan? Dan begint de dans tussen jou en mij, tussen mijn behoeften en jouw behoeften. En zo kan er een win-win situatie ontstaan. Jan van Koert benadrukt dat verbindend communiceren geen haarlemmerolie is. Het is geen oplossing bij alle kwalen. Hij besluit met: “Als we niet in contact zijn met onze behoeften,
dan moeten we van alles. En de ander moet van alles van jou, maar die zet z´n hakken in het zand. Waar is het plezier? In het Marokkaans betekent ‘moeten’ dood. Ik wil graag de dingen doen als een klein kindje dat eendjes voert. Met plezier. Behoeften zitten in het hart. Vaak moet je achter de behoeften kijken. Het heeft mij jaren gekost om de verbinding met mijn kinderen weer te herstellen. Het kind van Rosenberg wilde met 14 jaar niet meer naar school. Rosenberg stemde toe. De jongen ging muziek maken in een band en is later alsnog naar de universiteit gegaan. Op zijn tijd. Op basis van eendjes voeren.” T E K S T : E L S V E G T E R (www.elsvegter.nl) FOTO’S: IRIS BIRNIE
SEIZOENER
33
Aarde en vuur Als je met keramiek bezig bent, zoals we met regelmaat doen in de handenarbeidlessen, dan kom je ook het element vuur tegen, soms letterlijk en soms in de betekenis van grote hitte in de keramiekoven. Pim de Mare, onze vakleerkracht handenarbeid, geeft tekst en uitleg over hoe deze processen met vuur verlopen. En hoe dit ook van binnen iets met je doet… In vuur en vlam dus!
34
SEIZOENER
O
orspronkelijk werd klei in open vuur gebakken. Net als bij een barbecue is de gloeiende hoop sintels daar het meest geschikt voor. Dit gebeurt in onze tijd ook nog wel, maar meestal is dit vervangen door een elektrische oven of een gasoven in een gecontroleerd systeem. Gelukkig blijft binnen deze begrenzing nog voldoende ruimte over voor de wonderlijke kracht van het vuur en soms hebben we de gelegenheid om ook met echt vuur bezig te zijn. Het roept altijd grote verbazing op bij de kinderen als de klei, die eerst nog zo plastisch was, niet alleen hard en droog geworden is, maar veranderd is in een soort steen, iets wat helder klinkt als je er tegenaan tikt met een lepeltje of een ander stukje gebakken klei. De scherf, zoals dat heet, is veranderd in biscuit, in steen, een onomkeerbaar proces. Diezelfde hitte, maar dan nog wat hoger (1120˚ C) doet glazen knikkers in prachtige meertjes veranderen, helemaal spiegelglad. De knikker is weg, het plasje glas, geheimzinnig en glad blijft over. Nog groter is de verwondering en verrukking als het kleiwerk is gekleurd en geglazuurd. Het vuur/ de hitte doet het gemalen kwarts (daar bestaat glazuur voor een belangrijk deel uit) smelten. Het witte poederlaagje wordt plotseling glanzend en transparant…
Vurige ervaringen In de nabije toekomst zullen we op school, in de handenarbeidtuin, ook met raku aan de slag kunnen. Hierbij is het hele smeltproces, de hitte van de oven, een oven die letterlijk licht uitstraalt, nog veel zichtbaarder. Raku gebeurt bijna altijd buiten. Hierbij wordt het geglazuurde werk in een eenvoudige geïsoleerde metalen mantel geplaatst. Vervolgens wordt de oven, die voorzien is van een deksel met kijkgat, flink opgewarmd tot ongeveer 1000˚ C. Je kunt voorzichtig in het kijkgat kijken, schuin van opzij, want anders verschroeien je haren, of smelt je bril! Je ziet op een gegeven moment het glazuur gaan leven. Het gaat bobbelen, er ontstaan blaasjes en dan plotseling smelt het helemaal mooi uit en is het moment gekomen om het werk er met een grote tang en hittebestendige handschoenen uit te gaan halen. De brander gaat uit. Nu snel handelen. Het deksel eraf: wauw! De oven geeft echt licht… helder geel en hitte. De hele inhoud van de oven gloeit, inclusief de werkstukken. Deze worden eruit
gehaald met een tang. Het gesmolten glazuur koelt plotseling af en krimpt, de barstjes springen erin. Dat hoort. Het heet craquelé. Het blijft even zo staan en dan wordt het in een metalen bak gedaan met wat zaagsel. Dit vliegt spontaan in brand als het hete stuk keramiek erin wordt geplaatst. Even laten branden, dan het deksel erop. Binnenin gaan de vlammen nu minder worden, maar het rookt des te meer. En het onttrekt zuurstof aan het glazuur. Dit heet reduceren, in tegenstelling tot oxideren. Als de pot, kom of wat dan ook er na ongeveer 15 minuten uit wordt gehaald en in een bak met water gedompeld, dan sist het even flink en koelt dan vrij snel verder af. Je werkstuk ziet er nu ontoonbaar uit en moet even flink geschrobd worden, maar dan blijkt wat de hitte, het vuur, de rook en de chemicaliën hebben gedaan. Een echte metamorfose. Prachtige kleuren, onverwachts, soms zelfs metaalachtig, na sterke reductie, komen tevoorschijn. Dit is dus wat vuur kan doen, het geeft enthousiasme, het zet je ook zelf in vuur en vlam. Ook van binnen gebeurt er iets waar je intens blij van wordt. Niet alleen door de resultaten, maar door het hele proces. Zo’n proces doormaken is voor jong en oud een bijzondere gebeurtenis en binnenkort hoop ik hier met geïnteresseerden mee aan de slag te gaan. TEKST: PIM DE MARE (VAKLEERKRACHT HANDENARBEID) FOTO’S: BERT DE GROOT EN IRIS BIRNIE
SEIZOENER
35
Abonneren op de Seizoener/Hovenier Enthousiast over deze schoolkrant? Geef een abonnement cadeau! Heel geschikt voor vrienden, ooms en tantes, opa’s en oma’s, buren en zo meer. Laat zoveel mogelijk mensen zich abonneren, we hebben immers een blad en een school om trots op te zijn. Voor € 30,- per jaar krijg je de Seizoener/Hovenier thuisgestuurd. Opgave via
[email protected] of bij Renske Miedema (030 – 2884811) of Bert de Groot (06 36119026)
Presentatie ‘Reis door de huid’ Beeldend kunstenaar els vegter werkt met vondsten in haar doeken. Zij laat zich inspireren door het materiaal. Het thema ‘huid’ is in haar werk prominent aanwezig. Zij is de eerste kunstenaar die ‘huidlandschappen’ op linnen creëert . Ze vertelt gepassioneerd over de achtergronden van dit thema en hoe zij zich verhoudt tot ‘huid’ , huidlagen en aardlagen. Els laat u graag de verhalen en anekdotes horen achter een schilderij. Daartoe geeft ze inspirerende presentaties over haar werk in woord en beeld. Ze werkt in de creatieve broedplaats Concordia in Utrecht. Heeft uw bedrijf, organisatie of netwerk interesse in deze kunstpresentatie, neem dan contact op met haar:
[email protected]
STUDIEDAG
Studie en studiedagen als voeding voor leerkrachten “Wat doen jullie eigenlijk op studiemiddagen en studiedagen?” is een vraag die wel eens klinkt. Wilna Schippers, onze inhoudelijk schoolleider licht een tipje van de sluier op. Waar brengt het college van leerkrachten verdieping aan, voor zichzelf en voor de school als geheel?
Studie volgens het boekje Studeren is volgens het woordenboek: 1. zich toeleggen op iets en 2. zich theoretisch en praktisch bekwamen in een vak. Dat is eigenlijk, in een notendop, precies wat wij beogen. Er zijn verschillende momenten in het schooljaar, waarin we met elkaar studeren. Wekelijks, in de pedagogische vergadering en daarnaast op ingeplande studie(mid)dagen.
we dit zo’n wezenlijk onderdeel van ons onderwijs. Met Jonas van der Sloot hebben we ons opnieuw verdiept in de werking van de nacht en hoe je als mens en in ons geval als leerkracht, de vragen van de dag mee kunt nemen in de nacht en daar inzichten en goede invallen ’ uit kunt halen’. Dat vraagt om wakkerheid, bewustzijn en oefening. Voor de komende tijd staan op het programma: (hoog)begaafdheid, sociale vaardigheden en menskunde vanuit de antroposofie.
Pedagogisch handelen Iedere week op donderdagmiddag na schooltijd is er de pedagogische vergadering, van 15.15 – 17.15 uur. Die bestaat voor de helft uit ‘studie’ en voor de andere helft uit klassen- of kinderbesprekingen, bespreking van het schooljaarplan of taakbeleid en de inhoudelijke opmaat voor een jaarfeest. In het studiedeel houden we ons dit jaar bezig met het thema: wat zien we aan de kinderen van nu en hoe gaan we daar in ons pedagogisch handelen mee om. We zien steeds meer leer- en gedragsproblemen, we zien grote individuele verschillen, we zien kinderen die zich moeilijk kunnen concentreren, (hoog)begaafde kinderen, gevoelige kinderen, angstige kinderen, kinderen met heel eigen vragen. Dit zijn waarnemingen. Voor ons als leerkrachten is het belangrijk om verder te kijken dan je neus lang is, om te onderzoeken, om met elkaar hierover in gesprek te zijn en om vervolgens tot praktisch adequaat handelen te komen.
Wakker met de nacht Zo zijn we bezig geweest met het vak euritmie: wat doet dat aan de mens, wat doet dat aan het kind en waarom vinden
Studie van leren en verslaglegging Op studiedagen komen dit jaar verschillende onderwerpen aan de orde. Met de Schoolbegeleidingsdienst zijn we al eerder bezig geweest met de taal- en rekenleerlijn. Tijdens een studiedag gaat het nu om uitwisseling van praktijkervaringen, evaluatie en doorontwikkelen. Andere onderwerpen zijn: observaties en verslaglegging bij de kleuters, periodeafsluiting en beoordeling op de lagere school en verslaglegging daarvan. Ook communicatie naar de ouders hoort hierbij: oudergesprekken, presentaties van de kinderen, tussentijdse rapportage, de getuigschriften. Ik besef dat dit schrijven al gauw een opsomming wordt. Daar heb je niet zoveel aan. Een volgende keer wellicht een onderwerp uitgelicht… Voor wie dat te lang vindt duren: iedere vrijdagochtend, van 8.30 tot 9.30 uur is er gelegenheid tot gesprek in de bibliotheek! Ik ben er! T E K S T : W I L N A S C H I P P E R S (inhoudelijk schoolleider) FOTO: IRIS BIRNIE
SEIZOENER
37
Molenperiode De derde klas heeft molenperiode gehad. We kijken in de derde klas naar het werk van de mensen in de wereld. Ambachten horen daarbij. Het leven op een boerderij ook, maar in mijn ogen passen molens daar ook heel goed in. Hoe leeft de molenaar? Waarom zijn in ons land molens zo belangrijk? Welke molens zijn er allemaal en wat doen deze? Hoe werkt de molen?
D
it hebben we allemaal onderzocht met elkaar. We maalden met stoeptegels graan dat het een lieve lust was. We tekenden, schreven teksten, verhalen en gedichten, en bezochten een molen. Het was een rijke periode waarvan we echt hebben genoten. Onze verhalen gingen over twee kinderen, Wobke en Anna, die op een achtkantige rietgedekte molen wonen met hun ouders. De kinderen uit de klas hebben ook zelf avonturen bedacht die Wobke en Anna beleefden. Een aantal hiervan zijn in deze Hovenier opgenomen. Ook zijn er wat gedichtjes te lezen. Veel leesplezier. Namens de derde klas, V I S M AYA B A K K E R ( L E E R K R A C H T 3 E K L A S ) FOTO’S: IRIS BIRNIE
Wobke en Anna krijgen een hondje Het was heel vroeg in de ochtend. Anna en Wobke hoorden mam en pap fluisteren. Anna hoorde pap in de auto stappen en wegrijden. Ze kleedden zich aan en renden naar beneden en schrokten hun pap op. Mama zei: ”Gaan jullie maar bui-
38
SEIZOENER
ten spelen, papa is een verrassing aan het halen.” Ze waren nog maar net buiten of ze hoorden iets tegen de deur aan springen. Ze renden weer naar binnen en deden de deur open wat was dat: een hondje!!! EMMY
De molen staat stil Het is avond. De kachel brandt. De molenaar en zijn vrouw zitten lekker thee te drinken. Opeens staat de molen stil. Knal! De molenaar rent naar boven. Boven intussen, horen Wobke en Anna het ook. Wobke springt als eerste uit bed. Intussen is de molenaar al boven. Hij ziet dat de molensteen stil staat. Wobke en Anna zien het ook. De molenaar is als eerste bij de wieken en ziet dat er een wiek is afgebroken. HARM HEIN
Anna en Wobke zijn alleen Anna en Wobke zijn alleen in de molen. Ze moeten in de
KLAS 3
winkel werken. Er kwamen drie klanten. Ze wilden fijn meel en een klant wilde tarwemeel. Toen begon het heel hard te waaien. Gelukkig wisten ze hoe ze de molen stil moesten zetten. Eerst was het windkracht 4 maar nu windkracht 6! Dus zetten ze de molen vast. Morgen is moeder jarig. Anna en Wobke gingen naar de wei. Ze plukten samen een kleurige bos bloemen. Ze verheugden zich op morgen. Vanavond zou mama er niet zijn. Want dan gingen ze de slingers ophangen en taart bakken. Anna zei: ”Wobke heb jij zin in morgen?”. “Ja”, zei Wobke. Zo werd ze goed verrast.
De molen maalt het graan grof en fijn Fijn meel daar zal de bakker blij mee zijn Het net gemalen meel komt in jute zakken Met het meel kan je lekkere koekjes bakken In de winkel verkopen ze het meel In de winkel staat heel veel THIRZA EN DAANTJE
MYRTHE
De molenaar staat vroeg op Om de mogen te bedienen Kr kr de molen stenen kraken Straks zal het brood goed smaken ROMAIN
De Windotter is sterk Hij is altijd aan het werk De wieken draaien steeds maar door Dag en nacht staat de molenaar er klaar voor LEON EN ANIS
Krik krak Tik tak De molen gaat voort De molenaar trekt aan het koord En het touw dat gaat naar boven Nu nog de bakker meel beloven Naar de bakker op een draf Want anders komt het werk nooit af HENDRICKJE
SEIZOENER
39
Remedial teaching in beeld In dit artikel verhaalt Hanneke van Griethuysen-Kegel over haar werk als remedial teacher bij ons op school. Hoe ze hier 10 jaar geleden begon in het hoogste kamertje van de school, hoe haar werk zich ontwikkelde en hoe het nu gaat als je kind in aanmerking komt voor remedial teaching. Een kijkje in de keuken dus.
40
SEIZOENER
O
p de laatste zondagavond van de herfstvakantie, de avond waarop ik ook altijd mijn werk evalueer en voorbereid, blik ik terug op inmiddels 10 jaar ervaring als remedial teacher op onze school. Ik wil een goed beeld schetsen van mijn werk hier op school en de veranderingen door de jaren heen. Een terugblik dus. Zo’n 10 jaar geleden werd ik hier op school aangenomen als vervanger. Ik had 3 jaar deeltijd voor de klas gestaan in Amsterdam en werkte ook op de Zonnehuisschool, een school voor zeer moeilijk lerende kinderen. Ondertussen volgde ik de post HBO opleiding voor remedial teacher. Op mijn eerste werkdag trof ik een klein, gezellig vertrek aan, in het hoogste plekje op school: de zolderkamer. Er stond een tafel, een klein tafeltje voor de kinderen, een laag houten kastje en een grote kast waar nagenoeg niks in stond, behalve een rijtje verouderde leesboeken. Mijn eerste rooster zat propvol: ik geloof dat ik 44 kinderen moest remediëren in twee en een halve dag. De eerste jaren waren pionieren. Er waren geen dossiers van de kinderen, geen duidelijke hulpvragen van de leerkrachten, geen aanmeldingsformulieren. Kortom, de te volgen lijn rondom zorgleerlingen was wat vaag….
Planmatige inzet Daar is wel heel veel in veranderd. Destijds ging je een kind gewoon helpen, de benodigde info verzamelde je er wel omheen, je vertrouwde erop dat er goed over nagedacht was: dit kind had gewoon individuele hulp nodig! Dat is nu echt anders. Je weet dat er, voorafgaand aan de aanmelding van een kind voor remedial teaching, al een traject is opgestart in de klas. Remedial teaching (r.t.) komt pas in beeld als al die extra hulp in de klas niet voldoende ‘helpt’. Onder remedial teaching versta ik dan: planmatige hulp in de vorm van extra instructie, herhaling en extra oefening op gebied van taal, rekenen, motoriek en/of leervoorwaarden. Je mag er als remedial teacher nu dus vanuit gaan dat het kind in de klas al voldoende extra ondersteuning heeft gehad. Dus bijvoorbeeld extra instructie en oefening heeft gekregen van de leerkracht met behulp van een handelingsplan, zonodig ondersteund (met materiaal, tips, observatie) vanuit het zorgteam (intern begeleider en remedial teachers).
Brede inbedding Remedial teaching is dus niet iets wat je ‘even krijgt’ als het tijdelijk ‘wat minder gaat’. Het komt in beeld als de extra geboden hulp in de klas minder vordering heeft gebracht dan wat je van de leerling had verwacht. Er wordt een handelingsplan gemaakt en in de eerste lessen wordt er voornamelijk oriënterend en diagnosticerend gewerkt. Meestal worden er zo’n 10 tot 12 sessies remedial teaching gegeven, individueel of in een klein groepje. Tot klas 3 krijgen kinderen werk mee van mij dat ze maken in de klas, vanaf klas 3 wordt soms ook werk meegegeven voor thuis. Dit gebeurt omdat oefenen nodig is en het fijn is als ouders op de hoogte zijn van wat het kind moet oefenen in de remedial teaching. Ik vind het contact met ouders heel belangrijk. Ik spreek ouders minder ‘live’ want de kinderen komen altijd onder schooltijd. Dat vind ik soms wel jammer want het is zo fijn om even contact te hebben. Ik probeer de instructie over werk dat meegaat naar huis altijd zorgvuldig te doen. Ik geef werk mee dat besproken is met het kind en soms gaat er nog een schriftje mee of worden er e-mailadressen uitgewisseld. Ik sta open voor aanwijzingen en vragen van ouders. Je bent nauw betrokken bij het kind, het zit tegenover je en moet bij jou precies datgene doen waar het nu net niet zo ‘goed’ in is. Dat is soms confronterend voor het kind. Ik heb regelmatig contact met de leerkracht, want de leerkracht is verantwoordelijk voor de overdracht van het zorgtraject naar ouders. De schriftelijke bijdrage, in de vorm van een verslag, wordt door de remedial teacher geschreven. Soms ben ik ook wel bij oudergesprekken aanwezig: bijvoorbeeld bij kinderen die een leerling gebonden financiering (‘rugzakje’) hebben (bijvoorbeeld door een handicap of ontwikkelingsstoornis), of als de leerkracht mij vraagt.
graag wil leren, wat de leerkracht mij heeft verteld, wat ik zelf gezien heb en gaan we samen op pad… Ik probeer de kinderen altijd te betrekken bij hun eigen leerproces. Ieder kind is uniek en moet de gelegenheid krijgen zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen, naar zijn of haar vermogen. Ik vind het fijn dat ik soms even mee mag kijken in die ontwikkeling en een positieve ondersteuning mag/kan bieden. Met een prachtige orthotheek (geen lege kast meer!), een r.t. ruimte met alles erop en eraan (die ik inmiddels alweer zo’n 5 jaar deel met r.t collega Annette), dossiers die op orde zijn, werkende protocollen en procedures die in de loop der jaren door het zorgteam met ondersteuning van de schoolleiding zijn ontwikkeld, voel ik mij een rijk mens hier op school!
Samen op pad Ik probeer altijd te werken vanuit het kind: wat kan het goed, dat is de instap. Daarna kijken we naar wat het zelf
TEKST: HANNEKE VAN GRIETHUYSEN-KEGEL FOTO’S: IRIS BIRNIE
SEIZOENER
41
Vurig hart H
et kloppend hart van onze school manifesteert zich meestal zo rond de centrale hal. Maar af en toe verschuift dit verwarmende hart naar buiten. Naar achter de school, achter de groentetuin, achter het handenarbeid
lokaal. Daar is twee jaar geleden onder begeleiding van Ed Lash, tijdens de bouwperiode van de toenmalige derde klas, samen met de kinderen, een oven gebouwd. Van leem en stro en lijnzaadolie. Met omhullende armen en een duivels staartje. Hier is een klas pizza aan het bakken. En misschien later wel verhitte ouders, juist zonder kinderen, om elkaar weer eens wat diepgaander te ontmoeten en nieuwe plannen te smeden bij het smakelijke vuur. TEKST: MARIEKE ABEN - FOTO’S: BART STRENGERS
Inkeer Het licht van de kaars fluistert stilte Gedachten gaan in rook op Woorden komen buitelend tot stilstand Mijn roepend hart wordt het zwijgen opgelegd Hier in deze stilte bij dit licht wordt in het Nu het Al geboren En telkens is er weer een Nu En altijd is er weer hoop Een enkele vlam een wereld van stilte ILSE WERDLER
42
SEIZOENER
Nieuws van de schoolleiding Z
o midden in deze periode van inkeer en bezinning een blik naar binnen in de school. Aan het begin van het schooljaar 2009-2010 hebben we als team een aantal prioriteiten geïnventariseerd waaraan we dit schooljaar specifiek willen gaan werken. Het zal niemand verbazen dat we groei van het aantal leerlingen als speerpunt benoemd hebben. Daarnaast willen we de kwalitatieve en kwantitatieve groei van het kindercentrum Weltevreden ondersteunen.
Communicatie Vanuit eerdere berichtgeving weet u dat wij de communicatie een belangrijk aandachtspunt vinden. Daarvoor maken we dit jaar dan ook extra tijd en middelen vrij. Wij leveren goed en bezield onderwijs en dat willen we, maar moeten we ook, voldoende uitdragen. Zodat nieuwe kinderen met hun ouders de weg naar onze school weten te vinden. Vanuit een zekere mate van vanzelfsprekendheid willen we laten zien waar onze pedagogiek toe leidt en hoe kinderen hier gedijen. We willen de bekendheid van onze school vergroten en aandacht geven aan de beeldvorming. In de schoolkrant komen achtergrondartikelen over vragen die leven. Waarom bijvoorbeeld een bouwperiode, waarom houten meubilair en speelgoed, waarom een schooltuin, waarom deze wijze van rekenonderwijs etcetera. Kortom, welke visie ligt hieraan ten grondslag. Uit het schooltevredenheidsonderzoek is naar voren gekomen dat ouders uitgebreider geïnformeerd willen worden over de lesstof. Begin 2010 organiseert de Werkgroep Scholing een serie avonden waarop Jan Alfrink uitgebreid ingaat op de algemene leer- en ontwikkelingsstof van kleuterklas tot en met klas 8. De leerkrachten zullen tijdens ouderavonden specifieke uitleg geven over de lesstof in de klas. De website wordt bijgehouden met actuele informatie en de vernieuwing van de website is in voorbereiding.
Kindercentrum Weltevreden De start van het Kindercentrum Weltevreden in 2008 was een belangrijke stap voor zowel het peuterhuis als de school. Het kindercentrum kan een positieve, nieuwe stimulans aan onze school geven. Inhoudelijk zullen we als school nauw samenwerken om kinderen en ouders optimaal te begeleiden. Er vindt structureel afstemmingsoverleg plaats tussen de peuteren de kleuterleerkrachten. Ook de leiding van het kindercentrum en de school zorgen voor een goede afstemming zodat een doorgaande lijn ontstaat. De wens is om de kinderopvang uit te breiden met opvang vanaf nul jaar. Als school zullen wij daaraan waar wij kunnen onze medewerking verlenen.
Inzichtelijke rapportage over de kwaliteit van onderwijs Vanuit het schooltevredenheidsonderzoek is ook naar voren gekomen dat ouders meer op de hoogte gehouden willen
worden over de vorderingen van hun kind(eren). We stellen ons daarom als team de vraag of we voldoende inzichtelijke informatie geven over de kwaliteit en resultaat van ons onderwijs. Algemene informatie hierover komt schoolbreed of per klas aan de orde op algemene ouderavonden en klassenavonden. Ook in het jaarverslag dat van een schooljaar wordt gemaakt, kan iedereen inzicht krijgen in de algemene gang van zaken. Dit verslag komt na vaststelling ervan op de website. Over de vorderingen van het individuele kind wordt tijdens 10 minuten gesprekken informatie gegeven. Daarnaast wordt er schriftelijk gerapporteerd. Hiernaar willen we als team kritisch kijken tijdens een studiemiddag: is de kwaliteit van onze rapportage, de getuigschriften voldoende wat betreft inhoud en frequentie.
Schoolbreed afgestemde leerlijnen Er wordt voor taal en rekenen gewerkt conform de leerlijn “ik zie rond in de wereld” (te leen in de bibliotheek). De leerlijn taal is, door de schoolbegeleidingsdienst voor vrije scholen samen met ons team van leerkrachten, op maat gemaakt voor onze school. Hierbij is specifiek gekeken naar de aansluiting van de verschillende leerjaren. De leerlijn rekenen is ontwikkeld door de schoolbegeleidingsdienst. Ook deze leerlijn wordt voor onze school verder uitgewerkt en samen met het team op maat gemaakt . Daarbij wordt samenhang aangebracht met het leerlingvolgsysteem zodat vorderingen inzichtelijk zijn. Ook het technisch lezen krijgt aandacht. Hiervoor worden nieuwe materialen aangeschaft en er zijn diverse werkvormen beschikbaar in de klas.
Personeelsbeleid We hebben een goed team van klassenleerkrachten, zorgteam en vakleerkrachten waar veel van verwacht mag worden. Het is een gemengd team met een aantal oudere, zeer ervaren leerkrachten en ook een aantal jongere leerkrachten met weinig ervaring. Om zo’n goed team op niveau te houden, is het van belang om inhoudelijke versterking van het college op de agenda te houden. Die versterking zal vorm krijgen in coachen en begeleiden van leerkrachten, in intervisie, bijscholing etcetera. Met de komst van de inhoudelijke schoolleider Wilna is het mogelijk hieraan gericht en structureel te werken. De interne begeleider/zorgcoördinator Anita coacht de leerkrachten met betrekking tot de individuele leerlingenzorg. Al met al hebben we met elkaar stevige plannen neergezet voor dit schooljaar. Maar we hebben er allemaal zin in en zijn dan ook voortvarend van start gegaan. Op een aantal onderdelen zijn we al flink aan de slag. Wij verwachten dat de kinderen en natuurlijk ook de ouders er de vruchten van zullen plukken. T E K S T : J O S V A N C L E E F (zakelijk schoolleider) SEIZOENER
43
Atelier Simsalabim Houten speelgoed,kindermeubelen, losse wol en wolvilt. Wittevrouwensingel 43 3581GD Utrecht 0302340128
[email protected] www.vormgeversinhout.nl