Jaarabonnement telkens met ingang van een nieuw schooljaar: 12 euro. Een steunabonnement kost 25 euro. Abonneren kan door over te schrijven op rekeningnummer 448-0715721-56 van de oudervereniging Vrije Rudolf Steinerschool Gent, Lousbergskaai 57 Gent met de vermelding abonnement De Mare schooljaar … Ouders van de school betalen geen afzonderlijk abonnement op De Mare. Ze betalen een bijdrage voor de communicatiekosten vanuit de school waarin De Mare inbegrepen is.
abon nement 2
Inhoud Van de 6 klas naar de 7 klas de
de
Colofon 4
Overgang - Engeland
10
Afscheid 6de klas
12
Toneel van de 6de klas
13
Extra-muros 8
14
Terugblik 4de klas - Dornach
17
Brandhout opgebrand?
20
ste
Redactie: Paul Van de gehuchte, Peter Vandenberghe, Marnix Schaubroeck, Annelies Nachtergaele, Trees De Brabander Werkten mee aan dit nummer: juf Agnes, juf Danielle, meester Paul, meester Jochen Fotografie: Peter Vandenberghe Illustraties: Katrien Dierickx Creatie: Katrien Dierickx en Peter Vandenberghe (De Blauwe Peer) Druk: Stevens Creative Printing
6
7
Jaarabonnement telkens met ingang van een nieuw schooljaar: 12 euro. Een steunabonnement kost 25 euro. Abonneren kan door over te schrijven op rekeningnummer 448-0715721-56 van de oudervereniging Vrije Rudolf Steinerschool Gent, Lousbergskaai 57 Gent met de vermelding abonnement De Mare schooljaar … Ouders van de school betalen geen afzonderlijk abonnement op De Mare. Ze betalen een bijdrage voor de communicatiekosten vanuit de school waarin De Mare inbegrepen is.
abon nement 2
Inhoud Van de 6 klas naar de 7 klas de
de
Colofon 4
Overgang - Engeland
10
Afscheid 6de klas
12
Toneel van de 6de klas
13
Extra-muros 8
14
Terugblik 4de klas - Dornach
17
Brandhout opgebrand?
20
ste
Redactie: Paul Van de gehuchte, Peter Vandenberghe, Marnix Schaubroeck, Annelies Nachtergaele, Trees De Brabander Werkten mee aan dit nummer: juf Agnes, juf Danielle, meester Paul, meester Jochen Fotografie: Peter Vandenberghe Illustraties: Katrien Dierickx Creatie: Katrien Dierickx en Peter Vandenberghe (De Blauwe Peer) Druk: Stevens Creative Printing
6
7
v
oo w r o o
rd
Beste lezer Met dit nummer zijn we aan het eind van de vierde jaargang van de Mare-in-haarnieuw-kleedje. In de loop van de tijd hebben we geprobeerd de opgevangen kritieken op een positieve manier te verwerken. Anderzijds is het niet altijd evident geweest om een Marenummer klaar te krijgen; het blijft ons een beetje aan mankracht ontbreken en daarom willen we nog eens een oproep doen aan mensen met een vlotte pen om de Mareredactie te komen vervoegen. In dit nummer richten we onze focus op de overgang van de zesde naar de zevende klas, waarbij we echter de vraag rond het al dan niet splitsen van de zesde klas bewust niet in de discussie betrekken. In het volgende nummer willen we dan de overgang van de kleuterklassen naar de eerste klas aan bod laten komen. Verder in dit nummer een uitgebreide terugblik op de spannende en zeer geslaagde reis van de 4de klas naar DORNACH, een stukje dagboek van een ouder over de enigszins in het regenwater gevallen (!) zeilweek van de 8ste klas en een oproep van Willem Hoet van Brandhout. We wensen iedereen een deugddoende vakantie! De redactie.
3
6Ë
7
van de
zes ... de
✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽ ✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽
Traditioneel gaat of ging op een Rudolf Steinerschool de klasleraar vanaf de eerste tot de achtste klas mee met zijn eigen klas. Sinds een goed decennium is dat op onze school niet meer het geval. Nadat, begin de jaren ’90, enkele leraren nog slechts “deeltijds” met hun klas de overgang naar de zevende of achtste klas meemaakten, is op onze school de “middenbouw” een min of meer zelfstandige entiteit geworden. De redenen voor deze verandering lagen wellicht voornamelijk in het feit dat steeds hogere eisen gesteld werden aan de kwaliteit van het onderwijs en dat de onderbouwleraren zich niet meer voor deze zwaardere taak geschikt achtten. De hoeveelheid leerstof in het middelbaar onderwijs, het deelnemen van steeds meer vakleerkrachten waarmee moet samengewerkt worden, het veranderen van de leerlingen zelf tijdens de puberteit...: het vergde een enorme inzet van krachten vanwege de onderbouwleraren, waar ze soms aan onderdoor gingen. Tijdens een brunchgesprek hebben we geprobeerd om de overgang van de zesde naar de zevende klas eens vanuit de leerlingen te bekijken. Het thema “splitsing van de zesde klas” hebben we hier terzijde gelaten. ✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽ Als leraren waren aanwezig:
de juffen Agnes en Danielle, de meesters Paul en Jochen. ✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽
4
...
naar de
zeven
Hoe kijken de middenbouwleraren naar de leerlingen die de zevende klas aanvangen, wat verwachten ze van hen?
D: We verwachten natuurlijk voldoende basiskennis en een goede motivatie. Telkens aan het eind van het schooljaar worden de zesdeklassers aan ons voorgesteld door hun titularissen (Kasteellaan, Teunisbloem, Aalst); we krijgen daar een beeld van de verhouding jongens/ meisjes, van hun mogelijkheden en vaardigheden. We brengen een bezoek aan de zesde klas, zodat de leerlingen ons leren kennen (want vaak hebben ze een heel verkeerd beeld over ons opgebouwd, zien ze ons als heel strenge of gevaarlijke leraren) en wij hen. Ze kunnen vragen stellen over hoe het gaat in de zevende klas, maar soms is de meest pedagogische vraag die ze stellen: wat is de lange woensdag en hoe kun je er aan ontsnappen? Daar kun je bijvoorbeeld al een indruk krijgen van wie vragen durft stellen. Ik probeer ook altijd het toneel van de zesde klas te gaan bekijken. P: Wanneer ik dit schooljaar vergelijk met mijn vorige zesde klas stel ik vast dat ik dit jaar, als gevolg van contacten met de middenbouw, toch heel sterk met het “leren redeneren” bezig geweest ben. Ik vond het heel belangrijk dat ze echt leerden werken; ik heb dat veel bewuster opgepakt dan in mijn vorige cyclus; bijvoorbeeld door het werken met verschillende didactische vormen zoals het zelf maken van teksten, het leren luisteren en achteraf neerschrijven of het leren kladnotities maken. Minder klassiek dus dan mijn vroegere praatje-plaatje-tekstje. Ik denk dat ik hen daardoor meer meegegeven heb. Het resultaat is natuurlijke erg verschillend van kind tot kind: kunstzinnig aangelegde kinderen hebben bijvoorbeeld meer houvast aan een mooie tekening. Maar ik denk dat de overgang een serieuze sprong betekent, het werk in
de
de 7de klas is volgens mij veel zwaarder. Hoewel een leerlinge uit de 7de me onlangs zei dat het “minder zwaar was dan gedacht”. Leerlingen denken vooral dat het sneller gaat gaan, moeilijker. Er leven vaak verschillende stemmingen daarover in de 6de klas. D: Het is echt een aanpassing hoor! Ik heb zelf twee kinderen gehad die de middenbouw gedaan hebben: tot kerst moest ik hen echt begeleiden en sturen, huiswerk opvragen, boekbespreking leren begeleiden. Ouders moeten beseffen dat de kinderen zeker het eerste trimester doodop thuiskomen, vooral wanneer er nog eens vervoersproblemen bijkomen; op die leeftijd stoppen kinderen heel veel energie in de ontwikkeling en de groei van hun lichaam, en hebben ze weinig reserve voor andere dingen. Maar of die vermoeidheid ook komt doordat er meer werk zou zijn? Je kunt volgens mij moeilijk vergelijken. Elke lagere klas is anders; toch is er inderdaad meer werk omdat de vereisten en verwachtingen in de middenbouw van elke leraar apart komen, terwijl in de lagere school de klasleraar zelf meer overzicht heeft en beter kan doseren wat huiswerken en opdrachten betreft. In de middenbouw proberen we daar ook wel rekening te houden, bvb geen extra toetsjes tijdens periodetoets. Maar leerlingen moeten leren anticiperen op wanneer verschillende toetsen samenvallen. Tot kerst hoor je vaak ouders: “Help, mijn kind verzuipt!” Maar in het algemeen zijn er heel weinig leerlingen die afhaken omwille van het vele werk. En het is voor élk kind dat overstapt naar een middelbare school een grote overstap, naar een Latijnse bijvoorbeeld, of naar een massaschool. Kinderen die op de Kasteellaan blijven, blijven tenminste nog in een vertrouwde omgeving. Of omdat ik ook in de onderbouw les geef, weten ze hoe ik werk en functioneer. Voor “externe” kinderen is de overgang veel groter. Nadeel is dat “onze” kinderen hun onderbouwgewoontes meebrengen, als iets vanzelfsprekends, terwijl externe kinderen dat veel minder kunnen doen.
5
6Ë
7
✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽ ✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽ Kinderen uit niet-Steinerscholen zijn echter vaak heel blij met de nieuwe aanpak die ze bij ons ervaren, al hebben ze ook bange verwachtingen over de kunstzinnige (plastische en muzikale) vakken. Soms worden ze al afgeschrikt door de opendeur dag. Je moet hen dan geruststellen dat ze die dingen ook gaan ontwikkelen; het is dus een grote aanpassing, maar meestal zijn ze nadien zeer tevreden. Dit jaar heb ik voor ‘t eerst meegemaakt dat een leerling na amper twee maanden weggegaan is omdat hij “niets geleerd” had. Dat kind was in alles zeer begaafd en zeer snel, zat op zijn honger. Een ander kind zegde het meest bang te zijn voor de extramuros week, maar vindt het nu eigenlijk “de leukste periode”; die komt nu met hart en ziel en vol enthousiasme naar school, doet alles heel graag. De overgang van het traditionele onderwijs naar onze school is heel verschillend; veel kinderen “komen hier helemaal thuis”, leven van het kunstzinnige en van hoe wij de leerlingen aanspreken; het periodesysteem is voor hen vaak best lastig. A: In de biologieperiode had ik schriften laten zien; de tweede dag had een leerling zijn huiswerk niet gemaakt: “Ik kan niet tekenen”. Je kunt dan alleen antwoorden: “Daarom ben je nu net hier, door het te doen ga je het leren”. Ze reageren soms heel verkrampt in het begin, vanuit hun voorstelling van wat je van hen verwacht. P: Gisteren stelde een ouder mij de vraag: “Gaat hij het aankunnen op kunstzinnig vlak? Is het goed over te gaan? Kunst is zijn ding niet!”. Maar elk kind heeft zijn eigen sterkte, wat precies, dat doet er niet toe. D, P: De vraag is: wat ontwikkel je bij je kind: dat wat hij heeft, of dat wat hij niet heeft of niet kan? Het gaat om het proberen ontwikkelen! Maar daar ligt de keuze bij de ouders; en het resultaat is pas achteraf te zien. A: Ouders beseffen vaak veel te weinig het belang van het kunstzinnig oefenen; ze denken te veel dat het resultaat het belangrijkst is, maar dat is helemaal niet zo. Het gaat om de weg, om het oefenen op zich. Juist die kinderen die er moeilijk
6
durven aan beginnen leren een angst overwinnen, en leren zó tot hun kern komen. Dit betekent iets wezenlijks in het leven. Een kind bijvoorbeeld dat heel erg in de kennisrichting wil gaan, wanneer je dan ziet hoe het moet werken om mooie schriften te maken, om er te durven zetten wat er staat: dat is een zeer belangrijk proces, en het is ook zeer belangrijk dat je die worsteling ziet en apprecieert. Zoiets is essentieel in een Steinerschool. D: Vooral jongens vragen vaak of ze niet méér “met hun kop” moeten gaan doen, een meer wetenschappelijke richting gaan volgen. Een jongen in de 8ste had het moeilijk in het begin, vond dan een goede plaats in groep, en toont nu een zeer technische en wetenschappelijke interesse; hij doet het kunstzinnige niet echt graag. Na Pasen beslisten zijn ouders toch dat hij blijft; hij is nu zeer tevreden en gelukkig. Hij kan nog altijd elders avondcursus volgen of later een extra wetenschappelijk jaar volgen; zijn ouders willen bewust het intellectuele even opzij schuiven omdat ze het andere belangrijk vinden. Zoiets vraagt durf van de ouders, en ook van ons: we moeten durven uitleggen wáár we voor staan! P: Een 6de-klasser die er in de 5de klas bijgekomen was twijfelde tussen Latijnse of onze middenbouw; de ouders kozen er voor dat hij blijft maar privé Latijn volgt. A: Elk jaar zijn er zulke kinderen: misschien moeten we dergelijke dingen méér mogelijk maken.
Komen de kunstzinnige vakken in plaats van wetenschappelijke? J: Toch wel, een aantal lesuren gaat naar de kunstzinnige vakken. Op een andere school krijgt men meer wiskunde en wetenschappen; op onze school krijgen de leerlingen hier in principe wel voldoende van, tenzij voor een beperkt aantal universitaire opleidingen. Sterk wetenschappelijke richtingen hebben hier dan een voorsprong, maar ik heb in mijn opleiding niemand niet zien zwoegen. (NvdR: Jochen liep zijn volledige schoolcarrière op onze school, studeerde achteraf Lichamelijke Opvoeding)
✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽ ✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽ D: Een overgangsspanning als van de 6de naar de 7de klas speelt evengoed in de overgang van kleuterklas naar 1ste klas en van 12de klas naar het hoger onderwijs. Maar het is niet te ontkennen dat wie bij ons uitkomt sterk is in het muzikale, kunstzinnige en het humane/sociale. J: Ik was wel sterk in wetenschappen. En ik heb ook voldoende wiskunde meegekregen; ik ben er op deze school weliswaar niet zozeer in gevormd geweest maar wel erg in geprikkeld. Ouders vrezen vaak dat kun kind op wetenschappelijk gebied onvoldoende meekrijgt, maar élke student moet zwoegen, en wie wetenschappelijk wil verder gaan kan het! Veel van mijn vroegere klasgenoten hebben een wetenschappelijke richting gedaan (biologie, en andere)! Enkel voor de studie burgerlijk ingenieur is meer voorbereiding nodig.
Jochen was klasleraar in de 6de klas en gaf daarna les in de middenbouw; hoe ziet hij het verschil? J: Het grote verschil is: in de 6de klas kun je, vanuit je overzicht over de leerstof en over de week, periodisch op het ene of het andere vak de nadruk leggen; je kunt meer een harmonisch geheel proberen maken. Nu in de middenbouw heb ik alleen die vakuren (in casu wiskunde) en moet ik me veel meer aan het programma houden, tijdens die twee lesuren. Ik kan niet zomaar met de klas op weg gaan. Leerlingen die van vorig jaar aan mijn werkstijl gewend waren, hebben het daar nu moeilijk mee. Ze moeten zich aanpassen omdat ik nu veel “seccer” moet werken. Continu voor een klas staan is heel anders dan enkele uren per week, zoals nu het geval is. P: Zesdeklassers voelen zichzelf groot; zo bijvoorbeeld vroegen ze mij of ze bij ruzies op de speelkoer zelf mogen ingrijpen tegenover tweedeklassers. In de 7de klas komen ze in een andere stroom en zijn ze vaak heel timide. J: Toch niet binnen hun eigen klas, daar blijven ze stoere jongens. Ze zoeken nog geen verbroedering met hogere klassen.
D: Dit jaar is er toch een goede samenhang tussen de twee 7de klassen. De hele middenbouw vormt een goede kliek. Dat is niet altijd het geval geweest. A: Toch zitten er een paar stoere gasten in de 8ste klas waar leerlingen uit de 7de bang voor zijn. Maar er is geen concurrentie tussen klassen of groepen, wat je tussen de 6de klas en de lagere klassen wel kunt hebben.
Welke echt nieuwe sociale fenomenen zie je in de 7de klas opduiken? J: De leerlingen schermen zich tegenover de leerkrachten individueel veel meer af. In een 6de klas wist ik alles van hen, nu is hun wereldje veel meer ingekapseld. Er is niet meer die automatische spontane band; wellicht ook doordat ik nu geen titularis meer bent. Tijdens de schoolreis van de 6de klas komen ze aan je hangen, dat zie ik nu in de 7de klas niet meer gebeuren. A: Leerlingen hebben juist graag dat je dat scherm toelaat; dat je weet dat het er is en er kunt doorheen kijken, maar doet alsof het er niet is. Je moet ze groep láten zijn, schijnbaar weinig tussenkomen, enkel op hun vraag; maar ze vragen eigenlijk wel dat je hen ziet, je mag alleen niet laten zien dat je het ziet. Je moet je wel beschikbaar houden, hen het vertrouwen geven dat je hen begrijpt. D: de 7de en de 8ste klas zijn twee heel verschillende werelden. In september nà de 7de klas krijg je heel andere kinderen, en ze zijn niet alleen veel gegroeid. Maar wanneer je als titularis in de 7de klas goed hebt opgetreden (grenzen stellen, pesten inperken,...) kun je er in de 8ste goed mee werken, al is het in een totaal andere rol. Maar niet elke leraar lijkt dit zo te ervaren. A: En het geldt ook niet voor elke klas op die manier.
Í 7
ros -mu7 a r t Ë ex 6 ✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽ ✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽ J: Het “opvoeden”, het samen overeenkomen van principes, het leren nakomen van afspraken, enz: dat ging allemaal veel vlotter in de 6de klas. D: In de onderbouw is de leraar bepalend, de kinderen kijken nog naar hem op en luisteren nog; “de meester heeft gezegd dat...”. In de middenbouw is de groep bepalend. Doordat er nieuwe groepen gevormd worden, moeten de kinderen ook onder elkaar een nieuwe groep vormen; pas wanneer het verkeerd loopt moet de leraar opnieuw ingrijpen. Als leraar moet je heel goed kunnen dirigeren via de groep.
8
P: Een andere vraag. Nu bestaat er een cesuur tussen onder- en middenbouw; moeten we niet veel eerder de 6de en 7de klassers met elkaar in contact brengen, bijvoorbeeld doordat ze elkaars toneel gaan bekijken? Dit jaar bijvoorbeeld vroeg ik Wouter om voor mijn toneel voor de muziek te zorgen. We moeten volgens mij meer bewust contacten organiseren. D, A: Dat hebben we al vaker gezegd. Het is dit jaar al de bedoeling dat de 6de en de 7de naar het toneel van de 8ste klas komen kijken om aan de onderbouwleerlingen te laten zien wat er gebeurt in de middenbouw; er zijn echter vaak uurroostertechnische problemen.
J: In de 6de klas kan je als leerkracht de regels nog scherp stellen, en zeggen waaróm ze zo zijn; de kinderen begrijpen en volgen. In de 7de klas moet je de leerlingen richting geven, maar ze moeten het zelf kunnen uitvinden. Tegenover jouw regels draaien ze zich om en lachen er mee; zoals thuis ook in de puberteit gebeurt. De 7de klas gaat ook veel vaker als groep protesteren, bijvoorbeeld wanneer je “teveel huiswerk” geeft. Soms heb je in de 6de klas al een vroegrijpe groep (zoals bijvoorbeeld de klas van Marie-Thérèse er één had) met kinderen die dan al beginnen “puberen”.
P: Met het onderbouwcollege vergaderen we af en toe samen met de kleuterleid(st)ers, bijvoorbeeld rond de jaarfeesten, en dat werkt zeer bevruchtend. Tussen onderbouw en middenbouw is de kloof dieper. Enkele bruggenhoofden, niet te veel, zouden goed doen, bijvoorbeeld één keer per jaar een kinderbespreking. Het is ook voor onderbouwleraren interessant om een kinderbespreking in de middenbouw mee te maken, om te ervaren vanuit welke invalshoeken die leraren naar een kind kijken. Het kan verrijkend zijn dit van elkaar te leren zien.
A: In de 7de klas moeten ze een nieuwe groep vormen en de kracht van de groep leren ondervinden. In de 8ste klas daarentegen hebben ze dan weer zo’n deugd van het jaarwerk (iets uitvinden, of een werk over een volk maken): dat is dan een proces dat ze weer alleen gaan, los van de groep. Ze kunnen er dan echt fier op zijn; ze ervaren zichzelf dan als iemand in de groep. (In de 7de klas is het jaarwerk dit jaar afgeschaft; het was echt te veel voor de kinderen). Je voelt in de 7de ook hoe ze snoepen van de geschiedenisstof (de ontdekkingsreizen) en van de sfeer van de renaissancetijd (mensen die iets nieuw durven); dit spreekt hen ongelooflijk aan. En in de 8ste hangt dan echt de sfeer van de revoluties! Ze zuigen het op!
J: Ik merk dat het naar kinderen kijken in de beide colleges inderdaad verschillend is. Het is wel altijd even mooi. Maar de wrijving tussen onderbouw en middenbouw komt door deze onbekendheid. Communicatie is belangrijk, om wederzijdse verwijten te vermijden dat “de andere” niet goed naar de kinderen kijkt. Meer overleg kan tot doorstroming én tot verdieping leiden. A: Er is inderdaad overleg gewenst in verband met de zorgen over de ontwikkeling van de kinderen: “Zien jullie de problemen die wij zien ook? Of zien jullie andere dingen? Pakken jullie dingen niet aan die wij wensen, en omgekeerd?”. Een dergelijk gesprek is niet altijd gemakkelijk.
✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽ ✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽ P: Dat de beide colleges zich soms wederzijds bedreigd voelen heeft ook te maken met de ontwikkeling van de school: sinds de onderbouwleraren niet meer tot in de 8ste klas meegaan is er een soort “uiteendrijven” van continenten; elk college heeft zijn eigen profiel ontwikkeld, heeft een tijdlang in de eigen cocon gewerkt. Nu is er nood aan naar mekaar toe groeien zonder zich bedreigd te voelen. Volgens mij is de kinderbespreking een goede weg hiertoe: zoiets gebeurt vrij objectief en zakelijk. J: Een thema om rond te werken zou het volgende kunnen zijn. In de 7de klas is de werkhouding van sommige kinderen erg zwak. Als middenbouwcollege zit je dan met de vraag of dat misschien ook niet een maatschappelijk gegeven? Zijn de nieuwe kinderen gewoon zo? Merken de leraren in de onderbouw ook zoiets, bijvoorbeeld al in lagere klassen? P: Een ander thema is: “leren leren”. Volgens mij moet je daar in de 5de klas al mee beginnen, moet je het in de 6de klas doorwerken en in de 7de – 8ste klassen echt vorm geven; de onderbouwleraren spelen dus een grote rol! Maar we moeten de wederzijdse verwachtingen en mogelijkheden bekijken, ook vanuit het leerplan.
D: Dat zijn thema’s voor een studiedag! De dagelijkse individuele agenda’s zitten erg vol met vergaderingen. A: De samenwerking is nu ook niet slecht! In de pauzes ga ik altijd naar de lerarenkamer van de onderbouwkamer. D: Daar wordt je door de verhalen van de onderbouwleraren inderdaad nieuwsgierig gemaakt naar de kinderen. We leven mee met de onderbouw, we zijn trouwens ook allen moeder geweest van kinderen in de onderbouw. Ik vind het pedagogisch heel belangrijk dat je weet welke kinderen je gaat krijgen, veel meer dan wat erna gaat komen in de bovenbouw. Verslag: Marnix Schaubroeck. ✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽ ✽ ✽ ✽ ✽✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽ ✽
6
7
9
6Ë
7
de de naar de 7 klas. 6 e d Overgang van
Overstap van de onde
at.
we wereld die openga
denbouw. Een nieu rbouw naar de mid
beeld el grote overstap in w ch to e di e w en ild p naar Engeland w Met onze daguitsta en, verkennen. brengen, voorbereid r land. et water naar een ande orbij schooljaren m t vo he de er e ov w ot e bo di , de nd et la M t deren. De taal van da De krijtrotsen zien na daar spreken. meester Luc leerden, d op orbereiding, als beel vo s al t Di n. tte ze ar dem samen met elka Een stap op andere bo zetten. in september zullen de grote stap die we .
We zijn er klaar voor Meester Paul
Op de boot waarmee we naar Engeland gingen, was ‘de luxe’! Wij zaten in de ‘Silverstone bar’ dat was mega! Daarnaast was een speelruimte met schietspelletjes en andere spelletjes!! Zalig. Sommige werden misselijk want woensdag was het niet echt goed weer!! We dreven mee met de golven, dat was leuk! Toen we in Engeland waren, keek ik met grote ogen naar de omgekeerde wereld, ik bedoel de auto’s en zo. We gingen naar de Kathedraal van Canterburry, groot, mooi en oud. Eva.
10
We vertrokken met de bus naar de boot die vertrok naar Engeland. Het was storm op zee, dus ging de boot heen en weer. Eénmaal in Engeland aangekomen, gingen we naar Dover Castel. Daar kregen we een rondleiding. Na Dover Castel aten we onze boterhammekes op en gingen we naar de kathedraal, ook daar kregen we een rondleiding. Het was mooi. Lowie
6de klas and l e g n E r a a n e van Koksijd Ye s ! !
11
6Ë
7
de klas 6 d i e h c Afs Paul r e t s e e m t bedank
12
Ton
eel van de
6de klas
an de v k e i z u m met
7de klas
13
EXTRA-MUROS 8ste klassen: ijn dagboek
- een stukje uit m
e meer,
elde en het Veers
e, de Oostersch van de Noordze
2006. g Maandag 29 mei t aan de scheidin een dorpje dat lig is er ld szins wel goed in po en uw Vro voelde me er alle ik r aa . m en ers geassocieerd , er et ni ch al ik heid van de pold komt weet on n ho aa op het eiland W sc nd de va d ” er er w ld ik rouwenpo lder toen, of net en daar ontdek Waar de naam “V pen er wel veel vrouwen in de po en. Even op het m ko n aa nd lie va en gens mijn vel; misschi h, het zal wel er van de vrouw; ac id he on . ho as sc w de rd met artsoo kken, samen met er ooit een bedeva n per fiets vertro se as dat Vrouwenpold kl te 8s ee tw pa leerlingen van de ets) en ik. De pa op school met de ainer (op de ligfi e R w e, jn zi ilk r S uu n 9 va ‘s Morgens rond van Fien, de papa nog mee: de hele Danielle, de papa f ju , im W er s. Het weer viel . st en en sk mee ag re w lg B g vo in de ht p, ric at voor sommige ide ons met door het landscha oesten trappen, w rs m se van Diede begele rd et fi ha e de w r en ed oo e baantjes gl ordenwind waard Langs prachtig wel een stevige no er d on st en we aan de boot al g, oo middag arriveerd de rit bleven we dr a N . er . rd as ve emming. n weer werken w er naar onze best n of te eten en da et ke m kinderen echt wel in lo dr ki l te ta ts ig ie rt een de as het echt wel opplaats om daar was het nog rdwestenwind w n; oo re Af en toe een st N va e te ig ev en st er n ch n ee naar Wal was het ook, tege in Breskens om t zwaarst” en zo he en eg w s je od “De laatste lo . trappen geblazen andput”. t in zijn werk camping “De Z de op n aa r uu de kinderen hoe he 0 n .0 aa 17 de nd on ro to e w im W n kwamen de tenten; meester Na 72 km fietse het opzetten van et m en i, dat gebracht nn go be n het keukengere va We zijn toen n ke ak tp ui t . met he gwagen met al ze verder nden we beginnen en nog een aanhan ko s ging en zo konden en zo t; ag w ze e ge ll op vo d drie tent wer papa van Pieter: Ook onze keuken k van Paul en de on zo te eten. Dat blee de , ke is g konden zitten om werd door L oo dr en . er en nd ki dd e nodig ha ngebracht waar de de spullen die w werden luifels aa n ei pl t he ht konden de n va n ; zo rond half ac tti In het midde he ag sp de or vo nodig. voorbereidingen achteraf wel echt begonnen aan de en onder dat zeil. to lf zes aan de ls jn fe zi ta ik en en rij l art over vijf of ha , die lange kw el Liske, Pau nd re ro fe e ta i w oo en m nn n eg begi Paul en ik naar et was ee slapen”: Liske, imd. “Morgenvro kinderen eten. H ru an ge ga r op aa en m uk e w ke en was onze akketten, dus zull Rond half tien tbijt en de lunchp on t he n va n ge voorbereidin onze tent.
14
ZEILWEEK in VROUWENPOLDER Dinsdag 30 mei. Wat een nac ht! Wat een wind, af en to vanwege de st e dacht ik dat orm. Zoals hee afgesproken nog. Ondertu stonden we al l onze tent wegvloog; ik h ssen waren oo eb geen oog di vr oeg te kokker k de zeilers toeg Rond half ac cht gedaan ellen in onze ekomen die de ht werden de k euken tent, de k k in inderen zoude inpakken van deren gewekt kinderen slie n begeleiden. de lunchpakk en stilaan kw pen etten, zijn ze am er leven op Noordweste op de fiets ve nwind, en eige het terrein. N rtrokken rich nlijk was ik a h Na een uur et ontbijt en h ting de zeilsc er niet erg ge waren ze er al et hool; er ston rust in, zeilen lemaal weer; zeilschoolver d een stevige m et er stond te ve zo antwoordelij ’n st or m weer. el wind, het gi ke. In de plaa ng niet door; ts van het zeil het was te ge en zijn ze dan Woensdag 3 vaarlijk volg maar naar ee 1 mei. ens de n subtropisch Gisteren heb zwembad gere ik niet geschre den. ven of geteken om ons eens op te warmen d want Lisk e, Paul en ik met een warm Het weer was zijn er eens op appelgebakje ook vandaag en een warm uitgetrokken heel guur en hebben weer dr naar Zierikze an on kje. andere activi ze kinderen m e, teiten gehad, oc h We hebben h te n n og oa st ee . naar Neeltje ds niet zeilen en heel lekker Jans. wegens te veel eten gemaakt ‘s Avonds w wind, ze en dat kikker as het weer be de hen op, da ter en hebben t lieten ze ech ze een duinen t merken. spel gespeeld Donderdag 1 , samen met de juni. zeilers. Deze morgen was de wind iets minder; ik klaar te mak had beter gesl en: brood snij apen en al vl den, plakjes muesli met y kaas snijden, ug stonden w oghurt menge e in onze keu wortelen in st n, verschillen Alles ging go kentent het on u k k de en, om mee te co ed, we hadde rn fl ak tbijt es klaarzetten, w nemen in de lu n al een beetje op ‘s morgen arme chocom nchpakketten routine in on s, half zeven el , k ze dagelijkse maken, enz... was goed en zo slecht was bezigheden, w de kinderen m . Toch bleef e oc moesten al n hten ook een iedereen blij tenslotte toch iet half uurtje la en optimistisc ook voor gek nger slapen om meer zo vroeg h, hoewel ze omen. Vandaag kre toch heel graa dat het weer gen ze dan ei g wilden zeil ndeli twee begeleid en, daar waren ers, want er is jk de toestemming om te ga ze an zeilen, in nog steeds ve vlug een war groepjes van el wind. Ron me douche ga 4 d 5 uur kwam , telkens twee an pakken en Elke dag aten en ze allemaa uur zeilen met droge kleren ze meer en ge l terug, somm aantrekken en noten met vo we klaarmaa ige verkleum het leed was lle teugen va kten. d; geleden; ze w n het warme s’ Avonds gi aren toch con eten; soms kw ngen ze nog ee te n t. am en ze nieuwsgie n kampvuur en voor ons ge rig kijken wat maken in de maakt; wij h du inen, daar heb adden pannen verrassing. ben ze nog ee koeken gebak n liedje voor ken (250 stu Stilaan werd de leerkrachte ks!) en meege het weer bete n n om en in de duin r; morgen rijd en, een leuke en we al wee r terug naar h uis, wat gaat dat toch vlug voorbij! 15
nnen met het en gegeten en bego re de ie n, tte ke ak hp gemaakt en lunc Vrijdag 2 juni. de fiets, ren, ontbijt klaar ve de t ui g n. oe grit; iedereen op ke vr ru ak te gz de ru n aa de Opnieuw n en va nn en d, we konden begi tenten en inpakk afbreken van de as alles opgeruim w f el lf ha nd ro vlot; ind, dus... Alles ging heel we hadden meew , en g he sc n zo de eur, haar kookervarin met een goed hum veel van Liske hool. b sc he ik op g en ru g te e rin w va aren t was een leuke er Rond zes uur w meegegaan ben, he . ik t t.. da ee ij w bl ie w el , he Ik ben d schooljaar goed voor volgen geleerd; misschien as 8B) rid en Lotte, kl st A n va a am Trees (m
Liske is appeltjes aan
16
het schillen voor de
appelmoes
TERUGBLIK van de kinderen van de 4DE KLAS op hun REIS naar DORNACH ✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽ ✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽ Joren en Sieglinde.
✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽
In de ruïne Dorneck hebben we een spel gespeeld en de koekjes hebben we gedeeld. Bij de clown lachten we ons een breuk en dat was echt wel superleuk! We zijn naar een toermalijntentoonstelling geweest, als we er een braken was ’t uit met het feest. Ons kamertje was wel klein maar het was wel superfijn. Op het plafond stond de moeder van God, de kamer was dus echt geen krot. Ik zou er liever veel langer blijven, daarom ben ik er nu over aan het schrijven.
✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽ We hebben voor Dornach gezongen, we hebben bloemetjes verkocht voor Valentijn en ook lino’s verkocht. Toen konden we eindelijk vertrekken met de trein. We hebben er acht uur in gezeten, dat was SAAI!!! Maar we hebben het voor iets gedaan. Onze kamer was mooi en prachtig. Ons optreden was super mooi en de zaal was groot. We zijn naar de ruïne Dorneck geweest en daar hebben we een spel gespeeld. We zijn naar clown Dimitri gaan kijken, daar hebben we veel gelachen. Dan zijn we teruggekeerd. Sieglinde en Joren.
Myrthe
We zaten 8uur in de trein, dat werd omdenduur niet zo fijn. Maar als we er eenmaal waren, dan zaten we onze ogen uit te staren. Het was mega-fijn, maar zo kort moest het echt niet zijn. We gingen naar ruïne Dorneck, daar zaten de salamanders tot in uw nek. Het Goetheanum was groot en mooi, het was echt geen rotzooi! De Marjatta was goed te horen, en wij speelden hem met een glimlach tot over onze oren. Laura en Helena
✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽
Heleen.
Op de trein 8 of 7 uur reizen, nee er waren daar geen paleizen! Toen we toekwamen was het al erg laat, de meisjes hadden pas een mooi avondgelaat! We kregen van meester nog 10 minuutjes om te babbelen en mij mama zei: hier wordt niet meer gebabbeld! ✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽
We waren in de ruïne bij de avondschemering. Een paar kinderen gingen naar de slaapplaats, meester en een groepje kinderen bleven achter. Zij gingen wat later naar de slaapplaats en verdwaalden. Ik zelf was ook mee. Linde had een lichtgevende jongleerbal bij. Ze liet die van de berg rollen en vier kinderen liepen er achter aan. We dachten dat hij in een bosje ging belanden maar hij pakte zijn bocht. Het was pikdonker toen de andere groep belde. Ze vroegen waar we bleven. Toen passeerde een bus en dat zeiden we. Een paar seconden later belden ze terug. Ze zeiden dat de bus langs de slaapplaats passeerde en zo kwam er een einde aan het verdwalenverhaal.
De jongens sliepen in een schilderlier, maar de meisjes gingen niet mee. De meisjes sliepen in een kleuterklas, ze wisten niet op voorhand dat het zo mooi was. Om 10 uur ging het licht uit, maar daarvoor was het nog luid. We stonden op op 8 uur, toen zaten ze niet voor het vuur. De zon scheen daarvoor veel te hard, daarom zeggen we dit even apart. Het was daar echt wel warm, daarom sloegen we soms alarm. Want we moesten elke dag de berg opgaan, dat ging wel langzaamaan! We vonden het allemaal fijn, maar langer mocht het niet zijn. Klarremieken! en Fien 17
18
DORNACH met de 4
de
klas
19
DORNACH-REIS met de 4de klas. Hoe het allemaal ontstaan is. In november 2002 las ik in de “Eurhytmie-Rundbrief” dat er een algemene euritmiebijeenkomst (geen bijeenkomst voor alleen maar vakmensen dus) zou plaatsvinden in Dornach, waar ook leraren en ouders uitgenodigd waren. Tevens zouden er euritmie-opvoeringen zijn van leerlingen uit verschillende continenten. Als je als pedagogische euritmiste iets toonbaars had met een of andere klas kon je je daarvoor aanmelden. Ik was met de toenmalige 4de klas (toen meester Karel, nu 7de) aan de Marjatta aan het oefenen. Diegene die deze bijeenkomst organiseerde was een Finse en ons Marjattaspel kwam ook uit Finland. Toen ik hierover met Karel sprak werd hij meteen enthousiast en mailde naar Dornach. Helaas waren we te laat. In september 2005 kreeg ik een uitnodiging uit Dornach voor alweer een algemene bijeenkomst die in april 2006 zou plaatsvinden, met de vermelding dat er weer opvoeringen door leerlingen in het programma zouden opgenomen worden, en met de vraag of ik interesse had mij hiervoor aan te melden. Dit deed ik! Ergens in november kwam het bericht dat wij met ons Marjattaspel uitgekozen waren.
Het groeiproces. Op kousevoeten trok ik naar Luc Piens, klasleraar van de huidige 4de klas, de klas waarmee ik elk jaar rond Kerstmis de Marjatta instudeer. Eerst en vooral moest ik hem voor het project zien te winnen. Hij aarzelde en hield de boot nog een beetje af: eens zien wat de ouders hiervan vonden. Voordat de eerstkomende ouderavond plaatsvond sprak ik, eerder toevallig, onze directeur Werner Decoodt aan. Tot mijn grootste verbazing gaf deze onmiddellijk zijn fiat. Ik beloofde hem – vanzelfsprekend, vond ik – zélf voor het financiële in te staan. De eerste ouderavond vond ik heel spannend. In mijn hoofd had ik al een aantal voorstellen om financieel rond te komen. Van in het begin en tot op het eind voelde ik een krachtige ster die dit project vanuit de geestelijke wereld mee begeleidde. De ouders waren laaiend enthousiast, zelfs niet meer te remmen. Luc bloeide open en ging volledig in het gebeuren mee. Een uiteindelijk “ja” 20
gaf hij echter nog niet vooraleer hij meer zekerheid over het financiële had. Tijdens de herfstvakantie schreef ik veel brieven naar bedrijven en instanties. Er begon geld binnen te stromen. De ouders organiseerden activiteiten, de kinderen zongen uit volle borst kerstliederen op de Korenmarkt. Er werd veel met Dornach onderhandeld. Er werd geknutseld, muziek gespeeld en er werden bloemen verkocht. Een rekening werd geopend; voor elke activiteit dook er een specialist op. Op één na waren alle ouders enthousiast en gaven hun fiat. In de paasvakantie was alles rond. De eerste dag na de paasvakantie werden de euritmiekleedjes ingepakt in Mia’s auto. De volgende dag, 19 april, zaten we na een enthousiaste voorbereiding met een 35-tal mensen, onder wie 27 kinderen, op de trein die ons naar Basel in Zwitserland zou brengen. Het was levendig en gezellig in onze privé-wagon. Er werden spelletjes gespeeld en sudoku’s ingevuld, er werd vooral veel gegeten en heel veel gekeken toen aan de horizon de eerste bergen opdoken.
Dornach. Toen we om 19.17u aankwamen stonden enkele mensen ons op te wachten aan Dornach-station (Mia, Christine, Mario en een vreemde dame). Zij brachten ons naar onze slaapadressen. Vlug had iedereen zijn stekje (matras) ingericht en er volgde nog een kleine wandeling in het avondlijke Juralandschap. De meisjes wierpen die avond nog een eerste blik in het Goetheanum. De jongens stonden bij het ochtendgloren reeds op de Dorneckruïne.
De opvoering. Donderdag 20 april was de grote dag: de euritmie-opvoering! Met heel veel verantwoordelijkheidsgevoel voor “ein gutes Gelingen” pakten de kinderen zich bij elkaar. Ik was hier fier op hen: hoe ze zo vlug hun vormen wisten aan te passen op het reuzepodium van het Goetheanum; hoe creatief ze zelf waren om oplossingen te zoeken voor de andere in- en uitgangen en coulissen dan ze in de zaal van onze school gewend waren; hoe ze enkel bezig waren met wat ze moesten doen; hoe ze elkaar met raad en daad bijstonden.
Om 16.00 u was het dan zo ver. Een 1000-tal mensen zaten te wachten in die mooie grote zaal van het Goetheanum. Ik deed mijn inleidend woordje. De kinderen wachtten, alleen, achter de coulissen. De muziek begon te spelen en alles begon. Het werd één groot feest! Het applaus was daverend! De kinderen waren gelukkig! Nadien kwamen veel mensen, sommigen met tranen in de ogen, hen bedanken en proficiat wensen. Ook Spaanse en Braziliaanse jongeren kwamen naar onze 4de-klassers toe en gaven nog eens applaus. Van enkele kinderen hoorde ik: “Juf Miejef, het liefst zou ik morgen nog eens optreden”. Een andere jongen zei: “Is het nu echt gedaan met de Marjatta? Wat jammer”.
En wat daarna nog kwam. ’s Avonds volgde nog eens de tocht naar de ruïne. De kinderen hadden hun zaklampen meegenomen en meester Luc zijn verhaal over de Noorse sagen en mythen. Boven op de ruïne was de Braziliaanse groep 11deklassers samen met hun euritmiste Marilia, mijn vriendin uit onze gezamenlijke studietijd in Alfter in Duitsland. Er ontstond een mooie ontmoeting tussen onze 4de-klassers en de 11de klas uit Brazilië. Ze spraken Engels met elkaar en speelden samen. Er werden foto’s genomen en we keken allemaal naar de prachtige zonsondergang. Later in het donker zag je bewegende zaklampen naar beneden lopen. Voldaan legde iedereen zich neer op zijn matras. Het weer was ons de hele tijd goed gezind. Zo volgde nog een prachtige vrijdag waar cultuur, natuur en menselijk samenzijn elkaar afwisselden. We keken nog naar de prachtige euritmie-opvoeringen van een 10de klas uit Freiburg en van de – onze vrienden geworden – 11de klas uit Sao Paulo. Overdag, tussendoor, speelden we een groot spel: op zoek naar een prinses die een schat verborg. De jongens bouwden vijf dammen in een beekje achter het Goetheanum en de meisjes speelden poppenkast in de kleuterklas (waar ze ook sliepen). Zo was iedereen terug uitgerust voor de avondvullende voorstelling van de Zwitserse clown-specialist Dimitri. Wat ze gelachen hebben, de kinderen! De dag kon gewoon niet op.
De terugreis. Na nog een intens bezoek aan een eenmalige toermalijntentoonstelling (met kleine voordracht) in het Goetheanum stapten we voldaan “de weg terug” tegemoet. Afscheid nemen van Mia en Elooi, van Christine en Maya, van Els, Peter, Ruben en Lieven, van Mario, van de Brazilianen, van Mia Lemaître en Patricia... Het was bijna voorbij. In de trein werd er nu geslapen en gerust, maar ook heerlijk nagekletst en veel gespeeld. We kenden elkaar beter. De reis duurde precies minder lang...
Aankomst in Gent – Sint-Pieters. Om 20.30 u konden de wachtende ouders hun blije en tevreden kinderen weer in de armen sluiten. Ik voelde het door en door: het was goed geweest! In gedachten en gevoelens was ik iedereen dankbaar die dit project op de een of andere manier mee ondersteunde: Electrabel, Luna, Triodos, ‘t Hinkelspel, apotheek Denys, Veerle Rens en nog zovelen. Dank ook aan de ouders van de 4de klas en aan meester Luc die alles zo goed hielpen dragen. Jullie steun heeft ruimschoots zijn vruchten afgeworpen! Miejef Callens.
met dank aan
21
✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽
22
BRANDHOUT opgebrand? Zowat tien jaar geleden vroeg meester Peter mij om mee muziek te spelen voor de volksdans tijdens een Sint-Jansfeest. Peter had een groepje met enkele leerlingen en een collega-lerares. De leerlingen werden oud-leerlingen die hun eigen weg moesten gaan en ouders kwamen in de plaats. De dubbelstromige bovenbouw had financiële ondersteuning nodig en wij speelden graag muziek. Met zijn vieren gingen we toen in alle cafés van Gent en omstreken vragen of we een muziekske mochten spelen en we gingen met de hoed rond – en het bracht toch wat op voor die dubbelstroom, voor de school, voor de opvoeding van onze kinderen. Algauw waren we met vijf, zes en meer – we kregen vragen om op feestjes, recepties, trouwfeesten, schoolfeesten e.d. te spelen. Brandhout brandde, het vuur gaf warmte, we speelden voor de mensen, iedereen had er deugd van; we namen zelfs een CD op… En dan plots, drie jaar geleden, na een hele dag muziek spelen – Peter bracht ons nog allemaal veilig thuis – viel hij zomaar dood…; een schok, wij bleven verdwaasd achter, maar het vuur brandde nog. Wij, Brandhout, deden voort, we repeteerden veel en intens. Personeelswissels zoals ze vroeger schering en inslag waren verminderden, we werden een stabielere groep, zo leek het toch wel. Er werden serieuze arrangementen geschreven, zelfs enkele echt goede eigen nummers. Echt waar: Brandhout werd muzikaal veel beter; we werden zelfs zo goed dat we gevraagd werden voor heuse optredens… maar er schortte iets… We zijn nu drie jaar verder en ondanks het nog steeds brandende vuur vielen plots de stukken brandend hout als aparte brokken uit elkaar; en om te branden moet het hout goed gestapeld zijn, tegen elkaar, met een beetje ruimte tussen om zuurstof te krijgen. Blijkbaar was ons hout in de afgelopen drie jaar wat verward geraakt en niet meer goed gestapeld. Met enkelen, drie om juist te zijn, blijven we wat verdwaasd achter. Drie is wat weinig, niemand van ons kan meester Peter vervangen, toch is voor ons drieën het vuur nog niet helemaal uit. We willen blijven muziek spelen voor onze kinderen, voor trouwers, voor jubilarissen, voor feestende mensen. We hebben wat in onze mars, maar… slechts met drieën? Gaat niemand met ons mee het bos in om vers brandhout te gaan halen en het vuur opnieuw te laten oplaaien? Anders ga ik wel alleen, want mijn vuur is echt nog niet opgebrand!!! Willem Hoet, Bottelare, 12 mei 2006. 09 / 362 46 66.
uit KINDERMOND:
✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽ ✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽ Enkele weken vóór Palmpasen oefent Marthe (klas juf Sabine) geduldig Palmpasenliedjes in. Plots is ze de tekst kwijt en maakt de opmerking: “Het is ook zo lang geleden dat ik die liedjes nog gezongen heb, dat was nog van in de tijd dat we in die houten barakken zaten, je weet wel, die van Ikea” Leen Deneckere.
uit LERARENMOND:
✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽ ✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽✽ “Enthousiasme kun je niet in de diepvries bewaren”. Juf Miejef.
Intera c t i e f Rudolf in cyberspace: Surf naar
®
www.steinerschoolgent.be
uurregeling antroposofische bibliotheek F. Lousbergskaai 44, Gent ELKE DONDERDAG: 08.30 – 16.00 u / ELKE ZATERDAG: 10.00 – 12.00 u
Geboren
op 7 april:
Overleden
Jozef De Langhe, grootvader van Liesbeth (klas 5), Katoo (klas 2) en Kobe (juf Gudrun) De Langhe; op 28 maart: Jan Bootsma, grootvader van Koosje (klas 8A); op 14 april: Hendrik Leyseele, schoonvader van juf Elisabeth Vande Casteele; op 16 april: Walter Schelfhout, grootvader van Maddie Seisay (klas 7B). op 16 mei ‘06: René Ackaert, vader van juf Kristien Ackaert.
Seppe, broertje voor Stef (klas3), Lore (klas 1) en Lotte (juf Marleen/Heidi) Baele.
op 3 maart:
23
PINEHOUSE
CH. DE GAULLESTRAAT 7 9600 RONSE
Martelaarslaan 82 - B-9000 GENT tel./fax +32-(0)9-223 14 28 open van dinsdag tot vrijdag van 13.00 uur tot 17.30 uur
800 m2 woonideeën in het uniek kader van een oude textielfabriek Blankhouten meubelen Hedendaagse meubelen Meubelen op maat Zetels Loyd Loom stoelen Tapijten en verlichting Decoratieartikelen Geschenken
Christian & Myriam Bodé Frederik Gaeremynck verwelkomen u op woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag van 10 tot 18u. zondag van 14 tot 18u. tel 055/20 77 84 • www.pinehouse.be
Geïnteresseerd in deze ruimte?
Meer info over advertenties ?
Graag een mailtje naar:
[email protected] tel. 09 250 93 00 24