Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
[email protected] www.onderwijsinspectie.be
Verslag over de doorlichting van Vrije Basisschool te Gavere Hoofdstructuur bao
directeur adres telefoon fax e-mail website/URL
adres adres
adres
Instellingsnummer 24331 Instelling Vrije Basisschool Christine DESCHAUMES Kloosterstraat 2 - 9890 GAVERE 09-384.45.22 09-384.45.22
[email protected] www.gvbgavere.be Bestuur van de instelling 969436 - F. Pauwels - Kath.Scholen Land v. Gavere te GAVERE Baaigemstraat 84 - 9890 GAVERE Scholengemeenschap 121269 - Kruizinga te GAVERE Kloosterstraat 2 - 9890 GAVERE CLB 115048 - Vrij CLB Zuid - Oost - Vlaanderen te OUDENAARDE Burgschelde 7 - 9700 OUDENAARDE
Dagen van het doorlichtingsbezoek 10/01/2012 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 12/01/2012 Datum bespreking verslag met de 27/01/2012 instelling Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Katrien De Roo Teamleden Thierry De Vos Deskundige(n) behorend tot de nihil administratie Externe deskundige(n) nihil
24331 - Vrije Basisschool te Gavere
1
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ........................................................................................................................ 3 1.
SAMENVATTING..................................................................................................... 5
2.
FOCUS VAN DE DOORLICHTING .......................................................................... 7
2.1
Leergebieden in de focus ......................................................................................... 7
2.2
Procesindicatoren of -variabelen in de focus ............................................................ 7
3.
VOLDOET DE SCHOOL AAN DE ERKENNINGSVOORWAARDEN? ..................... 8
3.1
Kleuteronderwijs: Nederlands .................................................................................. 8
3.2
Kleuteronderwijs: wereldoriëntatie............................................................................ 9
3.3
Lager onderwijs: Nederlands.................................................................................. 10
3.4
Lager onderwijs: wereldoriëntatie ........................................................................... 11
3.5
Lager onderwijs: ICT .............................................................................................. 12
4.
BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT? ................................................ 13
4.1
Personeelsbeheer .................................................................................................. 13
4.2
Curriculum ............................................................................................................. 13
4.3
Begeleiding ............................................................................................................ 14
5.
ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL ............................................................... 15
6.
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL ...................................................... 16
6.1
Wat doet de school goed? ..................................................................................... 16
6.2
Wat kan de school verbeteren?.............................................................................. 16
6.3
Wat moet de school verbeteren? ........................................................................... 16
7.
ADVIES.................................................................................................................. 17
8.
REGELING VOOR HET VERVOLG ....................................................................... 17
2
24331 - Vrije Basisschool te Gavere
INLEIDING Dit verslag is het resultaat van de doorlichting van uw instelling1 door de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap. Het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 geeft haar de opdracht hiertoe. Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de instelling de erkenningsvoorwaarden respecteert, of ze op systematische wijze haar eigen kwaliteit bewaakt en of ze zelfstandig de tekorten kan remediëren. Het advies in dit verslag heeft betrekking op alle erkenningsvoorwaarden uitgezonderd de voorwaarden betreffende hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid. Vanaf het schooljaar 2011-2012 vindt de controle op de erkenningsvoorwaarden betreffende bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne gelijktijdig met de doorlichting plaats. Deze controle op bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne resulteert in een afzonderlijk verslag. Alle verslagen worden gepubliceerd op www.doorlichtingsverslagen.be. Het referentiekader dat de onderwijsinspectie gebruikt bij een doorlichting is opgebouwd rond de componenten context, input, proces en output: • context: de omgevingskenmerken en de kenmerken van administratieve, materiële, bestuurlijke en juridische aard die de instelling karakteriseren • input: kenmerken van het personeel en van de leerlingen of cursisten van de instelling • proces: initiatieven die een instelling neemt om output te realiseren, rekening houdend met haar context en input • output: de resultaten die de instelling met haar leerlingen of cursisten bereikt. Meer info over het CIPO-referentiekader vindt u op www.onderwijsinspectie.be. De doorlichting bestaat uit drie fases: het vooronderzoek, het doorlichtingsbezoek en de verslaggeving. Tijdens het vooronderzoek selecteert de onderwijsinspectie de onderwijsdoelstellingen en de procesindicatoren of -variabelen die het inspectieteam onderzoekt tijdens het doorlichtingsbezoek. Tijdens het doorlichtingsbezoek verzamelt het inspectieteam bijkomende informatie via observaties, gesprekken en analyse van documenten. Het resultaat van de doorlichting is het doorlichtingsverslag. Het doorlichtingsverslag vangt aan met een voor het brede publiek toegankelijke samenvatting. Het vervolgt met een beschrijving van de doorlichtingsfocus. Tijdens een doorlichting zoeken de onderwijsinspecteurs een antwoord op drie onderzoeksvragen: • In welke mate voldoet de instelling aan de onderwijsdoelstellingen? (het erkenningsonderzoek) • In welke mate onderzoekt en bewaakt de instelling op een systematische manier de kwaliteit van de processen zodat deze bijdragen tot het bereiken/nastreven van de onderwijsdoelstellingen? (het kwaliteitsonderzoek) • Is er in de instelling een algemeen beleid dat het mogelijk maakt om zelfstandig tekorten weg te werken? (het onderzoek ‘algemeen beleid’) In drie hoofdstukken geeft de onderwijsinspectie een antwoord op deze vragen.
1
Instelling: onderwijsinstelling of CLB (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 11°). Onderwijsinstelling: een pedagogisch geheel waar onderwijs georganiseerd wordt en waaraan een uniek instellingsnummer toegekend is (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 13°).
24331 - Vrije Basisschool te Gavere
3
Om de kwaliteit van de processen in kaart te brengen gebruikt de onderwijsinspectie een kwaliteitswijzer. Het inspectieteam gaat met de kwaliteitswijzer na of de instelling bij haar activiteiten aandacht heeft voor • doelgerichtheid: welke doelen stelt de instelling voorop? • ondersteuning: welke ondersteunende initiatieven neemt de instelling om efficiënt en doelgericht te werken? • doeltreffendheid: worden de doelen bereikt en gaat de instelling dit na? • ontwikkeling: heeft de instelling aandacht voor nieuwe ontwikkelingen? Meer informatie over de kwaliteitswijzer vindt u eveneens op www.onderwijsinspectie.be. Wat de instelling goed doet, wat de instelling kan verbeteren en wat de instelling moet verbeteren komt aan bod bij ‘Sterktes en zwaktes van de instelling’. Het doorlichtingsverslag eindigt met een advies dat betrekking heeft op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de instelling. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen: • een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de instelling of van structuuronderdelen • een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen als de instelling binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies • een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen op te starten. Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de instelling de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken. Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve verslag informeert de directeur van de instelling leerlingen, ouders en/of cursisten over de mogelijkheid tot inzage. De directeur van het centrum voor leerlingenbegeleiding informeert de centrumraad. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de instelling het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de instelling of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De instelling mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.
Meer informatie? www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be
4
24331 - Vrije Basisschool te Gavere
1.
SAMENVATTING
De vrije Basisschool Gavere - Semmerzake maakt deel uit van de scholengemeenschap Kruizinga en bestaat, zoals de naam doet vermoeden, uit twee vestigingsplaatsen. In Gavere is er één gemengde kleuterklas en het eerste en tweede leerjaar. In Semmerzake zijn er drie kleuterklassen en daar is ook het derde, vierde, vijfde en zesde leerjaar gehuisvest. De school vormt één pedagogisch en didactisch gelijkgericht geheel. Ze beschikt over een bus, waarmee de leerlingen geregeld van de ene vestigingsplaats naar de andere worden gebracht. Het team stelt het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen voorop. Vanuit de bekommernis voor elk kind, zoekt ze naar de meest geschikte ondersteuning. Tijdens de doorlichting stonden de leergebieden Nederlands en wereldoriëntatie en de leergebiedoverschrijdende eindtermen voor ICT (Informatie en communicatietechnologie) in de focus. In het onderzoek naar de kwaliteit van de processen werd de onderwijsorganisatie en de leerbegeleiding bekeken. Het kleuterteam levert de nodige inspanningen om de ontwikkelingsdoelen voor Nederlands en wereldoriëntatie na te streven. De teamleden gebruiken daarvoor nog in hoofdzaak het planningsdocument van de koepel, maar koppelen daar recent ook de leerplandoelen voor wereldoriëntatie aan. In de fiches voor weerkerende activiteiten staan er ook leerplandoelen uit de anderen leergebieden vermeld. Ook al is er al een goede aanzet, toch kan de gerichtheid op het leerplan nog vergroten, waardoor het evenwicht tussen de domeinen verder kan toenemen. Een sterk thematisch aanbod, een uitdagende klasinrichting en gevarieerde hoeken lokken rijke situaties uit. De stimulerende begeleidingsstijl van de kleuterleidsters biedt veel ervarings- en ontwikkelingskansen aan de kleuters. Binnen die thema’s leren de leerkrachten de kinderen spelenderwijs nieuwe woorden en begrippen. De leerkrachten zijn gericht op de luister- en spreekvaardigheid van de kleuters. De leerkrachten volgen de ontwikkeling van hun kinderen nauwgezet op. Dat doen ze door gericht te observeren en door testen af te nemen bij de oudste kleuters. Daardoor hebben ze een goed beeld van de mogelijkheden en de noden van de kleuter. In de lagere afdeling kan de school voor Nederlands goede leerresultaten op externe eindtoetsen voorleggen. Die resultaten tonen aan dat de school de leerplandoelen Nederlands bij de meeste leerlingen bereikt. De leerkrachten volgen de voortgang van hun leerlingen nauwgezet op. Dat doen ze aan de hand van de eigen of methodegebonden toetsen en de testen uit het leerlingvolgsysteem. De leerkrachten gebruiken sinds dit jaar een aangepaste onderwijsleerpakket. De methode voor het aanvankelijk lezen kan de beginnende lezertjes boeien en leidt tot goede leesresultaten. De verschillende domeinen van Nederlands komen in alle klassen vrij evenwichtig aan bod. Spelling krijgt door het aanvullend leerpakket ruime aandacht. Omdat de leerlingen baat hebben bij extra leestraining organiseert de school voor een aantal klassen niveaulezen en ook tutorlezen. Ook ‘voorlezen’ komt in allerlei vormen geregeld voor. Voor het beoordelen van spreek- schrijfopdrachten kan het team nog duidelijkere afspraken vastleggen. Heel opmerkelijk is de grote inspanning die de school geleverd heeft voor uitwerking van de leerlijnen voor wereldoriëntatie. Het resultaat is een goed doordacht en gradueel opgebouwd programma. De leerinhouden zijn erin vastgelegd en alle klassen volgen de gemaakte afspraken. Daardoor is de continue opbouw en graduele opbouw verzekerd. De leeruitstappen en extramurosactiveiten dragen bij tot levensecht en werkelijkheidsnabij onderwijs. Bij de evaluatie peilen de leerkrachten naast kennis ook al in zekere mate naar vaardigheden. Vooral wat dat laatste betreft kunnen de leerkrachten nog verder op zoek gaan en hun aanpak nog meer op elkaar en op de leerplannen afstemmen.
24331 - Vrije Basisschool te Gavere
5
De school kan aantonen dat ze de leergebiedoverschrijdende eindtermen voor ICT nastreeft. In de loop van de lagere afdeling komen alle eindtermen aan bod. In de lagere klassen gaat het vooral om inoefenen van de leerstof, terwijl in de hoogste klassen de klemtoon meer ligt op het opzoeken van informatie, presentaties maken en communiceren via de computer. De uitrusting in de vestigingsplaats te Semmerzake is beperkt. De planmatige aanpak en de gradatie over de klassen heen, is nog niet heel duidelijk. Met betrekking tot de kwaliteit van de onderwijsorganisatie is het duidelijk dat de school bewuste keuzes maakt en die ook kan verantwoorden. De laatste jaren zijn er een aantal drastische veranderingen doorgevoerd. In onderling overleg is de huidige structuur tot stand gekomen. Sommige leerkrachten hebben een opdracht in meerdere groepen. Daardoor zijn de lesroosters in een paar klassen iets minder evenwichtig opgebouwd. De goed ingerichte computerklas bevindt zich op de vestigingsplaats waar de jongste kinderen les volgen. Dat is niet logisch. De oudste leerlingen maken er wel gebruik van, maar dat vraagt toch altijd een bijkomende organisatie en een verplaatsing met de bus. De school werkt de leerbegeleiding gestructureerd en degelijk uit. De directeur en de zorgbegeleider geven richting aan de zorgwerking. Zowel voor de ‘basiszorg’ voor alle kinderen als voor de ‘verhoogde zorg’ voor de kinderen die het wat moeilijker hebben, neemt het team waardevolle initiatieven. Voor de sterke leerlingen voorziet de school extra uitdagingen. De school organiseert regelmatig besprekingen over de kinderen waarvan de ontwikkeling vertraagt of de voortgang dreigt stil te vallen. In overleg zoekt de school permanent naar haalbare oplossingen voor een optimale leerbegeleiding. Alle leerkrachten nemen hun verantwoordelijkheid op om een waardevolle ondersteuning op klas- en leerlingniveau te bieden. Het beleid wordt gekenmerkt door een waarderend, stimulerend en richtinggevend leiderschap. Er is een open communicatie en beslissingen komen tot stand in onderling overleg. Bij de uitwerking van sommige prioriteiten kan de implementatiestrategie en het cyclisch proces van plannen, uitvoeren, evalueren, borgen en bijsturen nog beter voor ogen gehouden worden. In het kader van de interne kwaliteitszorg zijn er nog groeikansen om via het systematisch verzamelen en analyseren van outputgegevens op klas- en schoolniveau, de eigen kwaliteit te bewaken met het oog op een verdere schoolontwikkeling. De inspectie besluit de doorlichting met een gunstig advies. De Vrije Basisschool Gavere-Semmerzake voldoet aan haar maatschappelijke opdracht. Het aanbod is erop gericht de ontwikkelingsdoelen na te streven en de eindtermen te realiseren. De nodige garanties zijn aanwezig om, mede vanuit de aanbevelingen in dit verslag, verder te bouwen aan kwaliteitsvol onderwijs.
6
24331 - Vrije Basisschool te Gavere
2.
FOCUS VAN DE DOORLICHTING
Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting heeft de inspectie leergebieden en procesindicatoren/procesvariabelen geselecteerd voor onderzoek tijdens de doorlichtingsbezoeken.
2.1 Leergebieden in de focus Kleuteronderwijs Nederlands wereldoriëntatie
Lager onderwijs Nederlands wereldoriëntatie ICT
2.2 Procesindicatoren of -variabelen in de focus Onderwijs Curriculum Onderwijsorganisatie Begeleiding Leerbegeleiding
24331 - Vrije Basisschool te Gavere
7
3.
VOLDOET DE SCHOOL AAN DE ERKENNINGSVOORWAARDEN?
Het onderzoek naar het voldoen aan de erkenningsvoorwaarden levert voor de geselecteerde leergebieden het volgende op:
3.1 Kleuteronderwijs: Nederlands Voldoet
Motivering • De school verzamelt via het kindvolgsysteem informatie over de taalontwikkeling bij de
kleuters. De leraren benutten in zekere mate gerichte observaties om zicht te krijgen op de taalontwikkeling. Bij de oudste kleuters levert een gestandaardiseerde test bijkomende informatie over de leesvoorwaarden bij de kleuters. De meeste kleuters stromen op leeftijd door naar het eerste leerjaar in de eigen school en halen er behoorlijke resultaten voor Nederlands. De leraren bespreken informeel de resultaten van de kleuters in het eerste leerjaar. De school hanteert het bronnenboek van de netgebonden begeleiding als referentiekader om de ontwikkelingsdoelen na te streven. Het leerplan Nederlands speelt nog een beperkte rol bij de planning en de bewaking van het aanbod. Toch werkt het team doelgericht en expliciet aan het leergebied Nederlands. In de fiches voor weerkerende activiteiten verwijzen de meeste teamleden naar de ontwikkelingsaspecten en naar leerplandoelen voor de verschillende leergebieden. Uit de analyse van de thema’s blijkt een vrij evenwichtig aanbod voor de domeinen luisteren, spreken, lezen en schrijven. Dit komt ook tot uiting in de doordachte klasinrichting, waar kleuters talige ervaringskansen krijgen. Er is een gevarieerd aanbod in de klassen door de thematische verrijking van de hoeken, de prentenboeken, de kijk- en spreekplaten, taalspellen en de poppenkast. De kleuterleidsters zetten de kinderen aan om actief naar elkaar te luisteren en met elkaar te spreken. Taalstimulerende initiatieven zoals de ‘praatrondes’, liedjes en versjes, ‘spelen met klanken’’ en het ‘spelen in de hoeken’ verhogen de mondelinge taalvaardigheid en de betrokkenheid. Geregeld komen de leerlingen van de hoogste klassen voorlezen bij de kleuters. Meestal is er één leerling voor één of twee kleuters. Zowel de kleuters als de kinderen van de lagere school genieten van deze werkvorm. De doelen die daarbij worden vooropgesteld sluiten aan bij het leerplan Nederlands maar ook bij de eindtermen sociale vaardigheden en leren leren. Bij de oudste kleuters hebben de kleuterleidsters gerichte aandacht voor het nastreven van de lees- en schrijfvoorwaarden. Pictogrammen en opdrachten met stappenplannen bevorderen het ontluikend lezen. Het team beschikt over groeilijnen en begrippenlijsten. De graduele opbouw en continuïteit worden daardoor al in zekere mate geconcretiseerd in de klaspraktijk. Afbakenen van de streefwoordenschat bij gemeenschappelijke thema’s kan de verticale samenhang nog versterken. De kleuterleidsters observeren de kleuters en noteren de meest markante vaststellingen. Deze observaties gebeuren doelgericht en de gegevens worden overgebracht in het screeningsinstument van het kindvolgsysteem. Kleuters die dreigen achterop te geraken, krijgen extra ondersteuning. Het team koos binnen de GOK-werking voor het thema ‘Taalvaardigheid’. Daarmee geeft het aan dat er voor dit ontwikkelingsdomein nog mogelijkheden zijn om nog gerichter en dieper in te zoomen op de luister- en spreekvaardigheden van kinderen.
•
• •
• •
•
•
•
•
•
•
8
24331 - Vrije Basisschool te Gavere
3.2 Kleuteronderwijs: wereldoriëntatie Voldoet
Motivering • De kleuterleidsters hanteren ook voor dit leergebied het planningsdocument van de
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
eigen koepel als referentiekader. De aanbeveling in dit document om hierbij ook de leerplandoelen voor ogen te houden, wordt sinds dit jaar gevolgd. Daardoor krijgen de teamleden zicht op het leerplan en is het evenwicht tussen de verschillende domeinen meer verzekerd. Toch kan de doelgerichtheid in bepaalde klassen nog verbeteren. Voor het bewaken van het evenwicht binnen haar aanbod, duiden de kleuterleidsters per belangstellingscentrum aan welke ontwikkelingsaspecten en leerplandoelen kansen krijgen. Zo brengen ze hun aanbod in kaart en willen ze bij de selectie van volgende activiteiten eventueel hiaten bijsturen. De kleuterleidsters maken een beknopte jaarplanning met een inventaris van thema’s. De aangeboden thema’s volgen over het algemeen de jaarkring maar worden aangevuld met nieuwe onderwerpen. Centraal in de uitwerking van het aanbod staat een thematische en geïntegreerde werking. Deze vertrekt van de leef- en belevingswereld van de kleuter. Verschillende bronnen zijn inspirerend voor de keuze en de uitwerking van de thema's. Door de samenwerking met de lerarenopleiding krijgen bepaalde thema’s en projecten en vooral het domein techniek, een bijzondere dimensie waardoor er meer diepgang komt. De uitwerking van een nieuw belangstellingscentrum start telkens met een breed webschema over inhouden, een keuze aan activiteiten gekaderd binnen de vier ervaringssituaties en de mogelijke doelen. De kleuterleidsters streven naar een kwaliteitsvol, levensecht en werkelijkheidsgericht aanbod. Dit blijkt onder meer uit de leeruitstappen in de onmiddellijke nabijheid, het uitnodigen van externen in de klas en de aandacht voor hoekenverrijking aansluitend bij het actuele belangstellingscentrum. Onder leiding van een deskundige gids krijgen de kinderen waardevolle kansen om de natuur te exploreren. De kleuterleidsters beschikken over gradueel opgebouwde begrippenlijsten waar ook elementen van wereldoriëntatie zoals tijd- en ruimtebegrippen een plaats in krijgen. Er zijn afspraken over kalenders en pictogrammen die de continuïteit en gradatie doorheen de opeenvolgende leeftijdsgroepen garanderen. Via het heen- en weerschriftje proberen de kleuterleidsters de ouders te betrekken bij wat er in de klas gebeurt. Ze kondigen er het komende belangstellingscentrum en de geplande activiteiten in aan. Daarnaast kunnen de ouders ook lezen wat kleuters van thuis mogen meebrengen. De kleuterleidsters bieden op een professionele en goed gestructureerde wijze ondersteuning aan de kleuters. Vanuit een ontmoetende begeleidingsstijl stimuleren ze kinderen in hun ontwikkeling. Functioneel ingerichte klassen en passend ontwikkelingsmateriaal dragen bij tot een rijk klasmilieu. Kinderen krijgen kansen tot actief en zelfstandig spelen. Vaak zijn de materialen goed doordacht. In een aantal gevallen kan de opdracht of het aanbod nog meer uitnodigen tot exploreren en experimenteren. Om de doeltreffendheid van hun aanpak na te gaan, hanteren de kleuterleidsters een observatielijst, waarin ze tweemaal per schooljaar de ontwikkeling van elke kleuter beoordelen. Tussentijds noteren ze vaak opmerkelijke vaststellingen die soms het uitgangspunt vormen voor extra ondersteuning van enkele kleuters. Specifieke doelen voor wereldoriëntatie komen bij deze observatie minder uitgesproken aan bod. Frequent informeel overleg en diverse bronnen geven de teamleden de kans om hun visie en aanpak binnen dit leergebied verder te ontwikkelen. Het gebruik van het leerplan wordt nog op diverse manieren ingevuld. Er is al een goede aanzet. Afspraken
24331 - Vrije Basisschool te Gavere
9
over een systematische en gerichte aanpak bij de implementatie van dit leerplan, kan nog voor meer duidelijkheid zorgen.
3.3 Lager onderwijs: Nederlands Voldoet
Motivering • De school kan op basis van haar evaluatiepraktijk aantonen dat ze met de meeste
•
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
leerlingen de leerplandoelen voor Nederlands realiseert. De evaluatiepraktijk steunt op methodegebonden toetsen, genormeerde tests en externe eindtoetsen. Bij deze laatste is er een duidelijke link met het leerplan. Om te beantwoorden aan de vernieuwde eindtermen en leerplandoelen voeren de teamleden dit schooljaar een nieuw leerpakket in. Ze bekijken het kritisch en vergelijken het met het leerplan. Het gebruik van hetzelfde onderwijsleerpakket vanaf het tweede leerjaar garandeert de doorgaande lijn. De leerkrachten respecteren de onderwijstijd die nodig is om het aanbod uit het onderwijsleerpakket te realiseren. Cursorische leerinhouden voor luisteren en spreken komen aan bod doorheen de taalmethode. Ook in andere leergebieden krijgen de leerlingen de kans om die communicatieve vaardigheden te oefenen. Er is ruime aandacht voor respectvol luisteren en spreken. De school besteedt veel tijd aan spelling. Aanbrengen van het woordenpakket staat daarbij centraal. Sinds de invoering van een bijkomende methode voor spelling zijn de resultaten op de externe toetsen verbeterd. Naast het spellingsonderwijs krijgt het creatief schrijven voldoende aandacht. De school neemt deel aan buitenschoolse schrijfwedstrijden en haalt jaarlijks wel één of meerdere prijzen binnen. De school opteert in het eerste leerjaar voor een onderwijsleerpakket voor aanvankelijk lezen die de beginnende lezertjes boeit. Ook de andere domeinen van Nederlands krijgen voldoende gerichte aandacht. Naast het aanbod voortgezet technisch lezen uit het leerpakket organiseert de school niveaulezen voor het tweede leerjaar, klasoverschrijdend niveaulezen voor de tweede graad en tutorlezen tussen het zesde en het tweede leerjaar. In de voorleesweek, maar ook daarbuiten, organiseert het team geregeld voorleeslesjes. Daarbij promoot het bepaalde boeken en stimuleert het de leeshonger bij de kinderen. Verschillende leerkrachten opteren meestal voor een klassikale en leerkrachtgestuurde aanpak. Tijdens de begeleiding van het leerproces komen ook partner- of groepswerk geregeld voor. In de meeste klassen voorziet de leerkracht aanvullend werk voor de vlugge werkers. Voor leerlingen met specifieke leerproblemen gelden er compenserende of dispenserende maatregelen. Kinderen die het nodig hebben krijgen een passende ondersteuning. De evaluatiepraktijk garandeert een brede evaluatie van de domeinen van Nederlands. Over de evaluatie van spreek- en schrijfopdrachten zijn er uiteenlopende opvattingen en praktijken en ontbreken er nog duidelijke afspraken. Het leerlingvolgsysteem Nederlands richt zich op technisch lezen en spelling. De resultaten worden bijgehouden. Op klas- en schoolniveau kunnen deze outputgegevens nog beter in kaart worden gebracht en geanalyseerd. De school kan aantonen dat ze de kwaliteit van dit leergebied bijstuurt door de keuze voor een nieuwe taalmethode en door de uitwerking van het thema taalvaardigheid binnen de GOK-werking.
10
24331 - Vrije Basisschool te Gavere
3.4 Lager onderwijs: wereldoriëntatie Voldoet
Motivering • Het team werkte een paar jaar prioritair aan een planningsdocument voor dit
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
leergebied en het resultaat is voortreffelijk. De leerkrachten stelden vanuit de eindtermen voor wereldoriëntatie een schoolspecifieke leerlijn op. Daarnaast is het team zich bewust van de bijkomende leerplandoelen van het eigen net. De planningsdocumenten, het onderwijsaanbod, het leerlingenmateriaal en de resultaten van de eigen toetsen tonen aan dat de eindtermen en leerplandoelen voor het leergebied wereldoriëntatie nagestreefd en in voldoende mate bereikt worden. De concrete afspraken over leerinhouden leiden tot een continue en graduele opbouw. Door de eindtermen als uitgangspunt te nemen is het evenwicht tussen de verschillende domeinen grotendeels gewaarborgd. De geïntegreerde benadering van de domeinen ‘tijd’ en ‘ruimte’ is in de meeste klassen aanwezig, maar kan hier en daar nog een sterkere invulling krijgen. Ook het functioneel en dynamisch gebruik van tijd- en ruimtekaders kan nog aan belang winnen, door de actualiteit en lopende thema’s er systematisch aan te koppelen. De school neemt voor het domein natuur een natuurgids onder de arm. Ook daarvoor is er een leerlijn opgesteld. Alle klassen exploreren minstens twee keer per schooljaar onder leiding van een deskundige de omgeving van de school. De scholengemeenschap stelt ‘gezondheidsopvoeding’ in de kijker. De school vertaalt dit in het jaarthema: ‘Tafeltje dek je’. In alle klassen vormt de voedingsdriehoek een belangrijk uitgangspunt en krijgt het thema meestal een passende invulling. Degelijk uitgewerkte onderwijsleeruitstappen in de nabije buurt en verdere omgeving en de extramurosactiviteiten vormen een waardevolle aanvulling bij het meestal rijke onderwijsaanbod en bieden de mogelijkheid om de werkelijkheidswaarde van een thema te verhogen. Waarnemingen in de directe schoolomgeving of leeruitstappen bieden ook interessante mogelijkheden om inzichten bij te brengen in verkeerssituaties waarbij de leerlingen hun gedrag in het verkeer op een realistische en veilige manier kunnen oefenen en toepassen. De aandacht voor de horizontale samenhang tussen wereldoriëntatie en de andere leergebieden is niet in alle klassen even sterk aanwezig. Daardoor mist het thema soms wat diepgang. In bepaalde klassen spelen de moderne media, zoals ICT een essentiële rol bij het aanschouwelijk maken van bepaalde leerinhouden. Zo bekijken de leerlingen in sommige klassen geregeld foto’s en filmpjes. De hoogste klassen maken gebruik van de computerklas en gebruiken het internet om informatie op te zoeken. Ook bij spreekbeurten of voorstellingen leren de oudste leerlingen presentaties verzorgen met behulp van bepaalde computerprogramma’s. De leerlingenevaluatie richt zich naast het meten van reproduceerbare kennis ook al op het in kaart brengen van specifieke vaardigheden, inzichten of attitudes. Bij de rapportering krijgen de kinderen een score voor kennisinhouden en vaardigheden. Toch is het evalueren van vaardigheden nog niet voor iedereen even duidelijk. Goede initiatieven kunnen nog beter doorstromen naar het hele team. Duidelijke afspraken kunnen de gelijkgerichtheid bevorderen. De school heeft voor dit leergebied al een hele weg afgelegd en zit op het goede spoor. Het blijft een uitdaging om de kinderen de nodige kennis en vaardigheden bij te brengen om deze steeds sneller evoluerende wereld te begrijpen en er zich vlot in te oriënteren.
24331 - Vrije Basisschool te Gavere
11
3.5 Lager onderwijs: ICT Voldoet
Motivering • De school heeft een uitgeschreven visie over ICT. • De school beschikt in de vestiging te Gavere over een goed uitgeruste computerklas
•
•
• •
•
• • •
met de nodige hard- en software. Voor de klassen in Semmerzake zijn er een beperkt aantal draagbare computers aanwezig. Op de beide vestigingsplaatsen gebruiken sommige leerkrachten hun persoonlijke laptop om bepaalde zaken te tonen in de klas. De leerlingen van de hoogste klassen komen geregeld naar Gavere om hun ICTvaardigheden te oefenen. Toch vormt het ontbreken van computers ter plaatse een praktische hinderpaal om het moderne medium nog meer en geïntegreerd te gebruiken. De school maakt een overzicht waarbij naast elke eindterm een inventaris staat van wat er nu al per klas gebeurt. Daaruit blijkt dat alle eindtermen in de loop van de lagere afdeling aan bod komen en in voldoende mate nagestreefd worden. Ook in de kleuterafdeling krijgen de kinderen al een aantal impulsen. In Gavere helpen de oudste kleuters hun jongere klasgenootjes. De teamleden bieden de leerlingen de gelegenheid om de leerstof voor taal- en wiskunde te oefenen. Dit gebeurt onder meer met zorgvuldig geselecteerde software voor spelling en hoofdrekenen. De meeste leerkrachten zorgen hierbij ook voor waardevolle kansen tot niveaudifferentiatie. De beschikbare ICT-mogelijkheden worden eveneens benut binnen wereldoriëntatie. Vooral de leerlingen van de derde graad leren de computer gebruiken als informatiebron of om een voorstelling te maken. De oudste leerlingen krijgen ook de kans om te e-mailen en ze leren ICT gebruiken om op een veilige en verantwoorde manier te communiceren. De school neemt waardevolle initiatieven, toch zijn er nog verschillen tussen de individuele leerkrachten en is de continuïteit en de gradatie nog niet gewaarborgd. Kinderen krijgen mondelinge feedback. Afspraken over hoe de ICT-vaardigheden van de kinderen geëvalueerd worden, zijn er nog niet.
12
24331 - Vrije Basisschool te Gavere
4.
BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT?
Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of -variabelen levert het volgende op:
4.1 Personeelsbeheer 4.2 Curriculum 4.2.1
Onderwijsaanbod
4.2.2
Onderwijsorganisatie
De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor: - doelgerichtheid - ondersteuning - doeltreffendheid. Motivering •
• • •
•
•
•
• •
•
Het team maakt doelbewuste keuzes. De schoolstructuur heeft de laatste jaren een aantal veranderingen ondergaan. In Gavere is er één kleuterklas, in Semmerzake zijn er drie. Elk leerjaar van de lagere afdeling zit in een aparte klas. De meeste schoolparticipanten, dus ook de ouders, opteren voor deze indeling. De school blijft in ontwikkeling en zegt dat ze elk jaar opnieuw, met de gegevens uit het lestijdenpakket, een zo goed mogelijke schoolorganisatie probeert uit te bouwen. De beslissingen over nieuwe opdrachten voor bepaalde teamleden komen tot stand in onderling overleg. Een kleuterleidster van de vestigingsplaats Semmerzake staat in voor de gymlessen van de kleuters en biedt ook ondersteuning aan de gemengde kleutergroep van Gavere. De samenwerking verloopt vlot en efficiënt. De zorgbegeleider geeft aan een aantal klassen van de lagere school lichamelijke opvoeding. Dit is voor haar een nieuwe uitdaging. Ze getuigt dat de motorische en sociale vaardigheden van kinderen ook vaak in verband kunnen gebracht worden met hun algemene ontwikkeling en dat het interessant is te zien hoe kinderen zich in de bewegingslessen gedragen. Sommige leerkrachten komen in verschillende klassen en staan daar in voor specifieke leergebieden. Ook hier kan de school dit verantwoorden. Zo geeft dezelfde leerkracht Frans aan de leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar. In een paar gevallen zijn echter de lesroosters daardoor minder evenwichtig samengesteld. De school kiest voor een aantal klasdoorbrekende organisatievormen, zoals het niveau- en tutorlezen. Maar ook de voorleeslesjes van de oudste leerlingen aan de kleuters zijn de moeite waard. De school maakt werk van integratie- en samenwerkingsactiviteiten tussen de verschillende vestigingsplaatsen. Een aantal jaren geleden heeft de school geïnvesteerd in een computerklas in Gavere. Door de wijzigingen in de structuur zitten de leerlingen van de bovenbouw nu allemaal in Semmerzake. Ook al komen de leerlingen geregeld met de bus naar Gavere om opdrachten uit te voeren met de computer, toch vormt dit gegeven een praktisch obstakel om ICT nog meer geïntegreerd in de lessen aan bod te laten komen. Bepaalde beslissingen blijken doeltreffend, andere maatregelen zijn nog voor verbetering vatbaar.
24331 - Vrije Basisschool te Gavere
13
4.3 Begeleiding 4.3.1
Afstemming tussen school en CLB of andere partners
4.3.2
Leerbegeleiding
De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor: - doelgerichtheid - ondersteuning - doeltreffendheid - ontwikkeling. Motivering • Samen met de directeur stuurt een geëngageerde zorgbegeleider de zorgwerking. Het
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
is de directeur die de zorg coördineert en haar werk situeert zich vooral op schoolniveau terwijl de interne zorgbegeleider meer op klas- en leerlingniveau actief is. De school heeft een zorgvisie uitgeschreven en werkt doelgericht de leerbegeleiding uit. De leerkrachten kennen de stappen in het zorgcontinuüm en handelen ernaar. Het team heeft aandacht voor de doelen en de acties uit het werkplan voor Gelijke Onderwijskansen (GOK). Omgaan met diversiteit en taalvaardigheid zijn de gekozen thema’s van de laatste cyclus. Tijdens de overgangsgesprekken informeren de leerkrachten van aangrenzende leeftijdsgroepen elkaar over de vorderingen van de individuele kinderen. De leerkrachten beschikken over het dossier van de kinderen van hun klas. In de kleuterafdeling volgen de kleuterleidsters de vorderingen van de kinderen op via spontane en gerichte observaties, genormeerde testen en een procesgericht kindvolgsysteem. Het individuele ontwikkelingstraject van de kleuters is over de verschillende groepen heen duidelijk te traceren. Dit ondersteunt de continuïteit in de kindbegeleiding. De zorgbegeleider ondersteunt de leerkrachten van de lagere afdeling voor bepaalde lessen van Nederlands of wiskunde. Dit gebeurt op vaste tijdstippen en de hulp is vraaggestuurd. De eerstelijnszorg is in de meeste klassen goed uitgewerkt. Op basis van observaties, eigen toetsen, toetsen uit het leerlingvolgsysteem en foutenanalyses, passen de leraren tempo- en soms niveaudifferentiatie toe. In een aantal klassen biedt de verlengde instructie door de zorgbegeleider of de klasleerkracht voor bepaalde kinderen een waardevolle ondersteuning. De kindbesprekingen die op regelmatige basis plaatsvinden, resulteren in afspraken die opgenomen worden in het kinddossier. Er bestaan duidelijke richtlijnen voorafgaand aan het multidisciplinair overleg (MDO). Een gestandaardiseerd formulier zorgt ervoor dat de klasleerkracht goed voorbereid naar de bespreking komt. De observatie- evaluatiegegevens vormen daarbij het uitgangspunt. Sinds kort hanteert het team bij de kindbespreking een nieuw document waarin de positieve kenmerken van het kind en de moeilijkheden beschreven staan. Tijdens het MDO worden er afspraken gemaakt voor preventieve basiszorg (in de klas), verhoogde zorg (door de zorgbegeleider) en eventueel uitbreiding van de zorg (externe hulp). Voor leerlingen met leerstoornissen zoals dyslexie of dyspraxie voorziet de school stimulerende, compenserende, remediërende en dispenserende maatregelen. Voor een paar leerlingen past de school curriculumdifferentiatie toe. Dat gebeurt pas vanaf het vierde leerjaar. De school houdt rekening met meer- of hoogbegaafde kinderen. Eén leerling zit een jaar voorop, andere leerlingen krijgen extra uitdagingen. Het team geeft aan dat het effect van een consequente zorgaanpak zich vertaalt in betere resultaten voor lezen, spelling en wiskunde maar ook in een beter welbevinden van de kinderen. Reflecties 14
24331 - Vrije Basisschool te Gavere
over zorginterventies gebeuren vooral op niveau van het individuele kind. Er is een goede verstandhouding met externe dienstverleners. De samenwerking met het Centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB), de GON-begeleiders en andere hulpverleners verloopt over het algemeen vlot. • De directeur en de zorgbegeleider introduceren waardevolle nieuwe inzichten in de school op basis van gerichte bijscholingen. De teamleden staan open voor actuele evoluties en zijn vernieuwingsbereid.
5.
ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL
Het onderzoek naar het algemeen beleid van de school levert volgende vaststellingen op: • Het beleid wordt gekenmerkt door een waarderend, stimulerend en richtinggevend
• • •
•
• • • •
•
leiderschap. De participatieve en democratische besluitvorming zorgt voor een hoge betrokkenheid en verantwoordelijkheidszin bij de teamleden. De gedreven en geëngageerde directeur is acht jaar actief in dit ambt en laat zich voor een aantal beleidsopties vooral omringen door de zorgbegeleider. Zij verdeelt haar tijd over de beide vestigingsplaatsen. De leerkrachten zeggen dat ze altijd bij haar terecht kunnen. Ook voor de ouders is er een lage drempel. De school beschikt over een gezamenlijke doelgerichtheid over de vestigingsplaatsen heen. De leerkrachten werken vanuit de gebruikte onderwijsleerpakketten en volgens de groei- en leerlijnen die ze samen hebben uitgewerkt. Het talenbeleid was tot nog toe geen expliciet aandachtspunt. De school verklaart dit door de beperkte instroom van anderstalige kinderen. De aandacht voor de taalontwikkeling is ingebed in de dagelijkse praktijk en in de keuze voor het thema taalvaardigheid in het GOK-plan. Een ontwerp van visietekst ligt voor, maar is nog niet met het team doorgenomen. . Gerichte opvolging, klasbezoeken en functioneringsgesprekken vormen samen met het formeel en informeel overleg een structurele ondersteuning in de schoolwerking. Er is een vlotte communicatie. Belangrijke documenten staan op de elektronische leeromgeving. Alle leerkrachten kunnen die raadplegen. Jaarlijks is er een tevredenheidsonderzoek bij de ouders en de leerlingen. De resultaten ervan zijn positief. De school verzamelt en analyseert al een aantal outputgegevens. Toch blijven er nog kansen onbenut op klas- en schoolniveau om vanuit valide cijfergegevens een continu proces van kwaliteitszorg op gang te brengen. De school kiest een aantal prioriteiten per schooljaar. Sommige zaken zijn nog niet volledig rond en blijven nog verder aandacht vragen. De implementatiestrategie is niet altijd voor iedereen duidelijk. Het cyclisch proces van plannen, uitvoeren, evalueren en bijsturen - zoals bij de GOK-werking - wordt bij andere vernieuwingstrajecten minder systematisch aangepakt.
24331 - Vrije Basisschool te Gavere
15
6.
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL
6.1 Wat doet de school goed? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • In de kleuterafdeling is het aanbod voldoende ruim om de ontwikkelings- en
leerplandoelen voor Nederlands en wereldoriëntatie na te streven. • De school levert de nodige inspanningen om de eindtermen en leerplandoelen voor Nederlands en wereldoriëntatie te realiseren. Het onderwijsleerpakket voor Nederlands en de schooleigen leerlijnen voor wereldoriëntatie bieden garantie op een graduele opbouw. Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen: • De school maakt bewuste keuzes wat betreft de schoolorganisatie en kan die ook
verantwoorden. • De zorg is structureel goed uitgewerkt. Er zijn waardevolle initiatieven, zowel de eersteals de tweedelijnszorg krijgen een passende invulling. Wat betreft het algemeen beleid: • Het schoolbeleid wordt gekenmerkt door een gedreven leiderschap, een gedeelde
verantwoordelijkheid en een participatieve besluitvorming. • Zowel het formeel als informeel overleg speelt een belangrijke rol in de schoolontwikkeling.
6.2 Wat kan de school verbeteren? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • Bij de planning en de uitwerking van de thema's kan het kleuterteam nog meer uitgaan
van specifieke leerplandoelen voor Nederlands en wereldoriëntatie. • In de lagere afdeling kan de evaluatiepraktijk voor Nederlands en wereldoriëntatie nog beter uitgewerkt worden. • De school streeft via een breed aanbod de leergebiedoverschrijdende eindtermen voor ICT voldoende na. De geïntegreerde werking en de continue opbouw kunnen nog verbeteren. Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen: • De lesroosters kunnen in sommige klassen nog evenwichtiger opgesteld worden. De
invulling wordt door de ingewikkelde schoolstructuur bemoeilijkt. Wat betreft het algemeen beleid: • In functie van de interne kwaliteitszorg kan de school op systematische wijze
beschikbare outputgegevens analyseren op klas- en schoolniveau en op die manier sterktes en eventueel zwaktes in kaart brengen en de werking bijsturen waar nodig. • Bij prioriteiten kan het cyclisch proces van plannen, uitvoeren, evalueren en bijsturen nog een grotere rol spelen. De implementatiestrategie kan efficiënter voorbereid en uitgevoerd worden.
6.3 Wat moet de school verbeteren? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • nihil 16
24331 - Vrije Basisschool te Gavere
Wat betreft de regelgeving: • nihil
7.
ADVIES
In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor erkenning GUNST IG voor kleuteronderwijs en lager onderwijs.
8.
REGELING VOOR HET VERVOLG
Nihil Namens het inspectieteam, de inspecteur-verslaggever
Katrien De Roo Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de instelling: Voor kennisname Het bestuur of zijn gemandateerde
Naam:
24331 - Vrije Basisschool te Gavere
17