Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
[email protected] www.onderwijsinspectie.be
Verslag over de doorlichting van Vrije Basisschool te Oudenaarde Hoofdstructuur bao
directeur adres telefoon fax e-mail website/URL adres adres adres
Pedagogisch geheel 24208-116021 Instellingsnummer 116021 Instelling Vrije Basisschool KBO-Eine II Evelien GAUQUIER Nestor De Tièrestraat 102_B - 9700 EINE 055-31.18.65 055-30.36.19
[email protected] http://eine.kbo-oudenaarde.be/index2.php Bestuur van de instelling 969394 - Kath. Basisond. Oudenaarde te OUDENAARDE Hoogstraat 30 - 9700 OUDENAARDE Scholengemeenschap 121046 - Kath.Gewoon & Buiteng. Basis Oudenaarde te OUDENAARDE Vlaanderenstraat 4_B - 9700 OUDENAARDE CLB 115048 - Vrij CLB Zuid - Oost - Vlaanderen te OUDENAARDE Burgschelde 7 - 9700 OUDENAARDE
Dagen van het doorlichtingsbezoek 14/03/2011, 15/03/2011, 17/03/2011 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 17/03/2011 Datum bespreking verslag met de 04/04/2011 instelling Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Thierry De Vos Teamleden Guy De Roover
24208 - Vrije Basisschool te Oudenaarde
1
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ........................................................................................................................ 3 1.
SAMENVATTING..................................................................................................... 5
2.
FOCUS VAN DE DOORLICHTING .......................................................................... 6
2.1
Leergebieden in de focus......................................................................................... 6
2.2
Procesindicatoren of -variabelen in de focus............................................................ 6
3.
KENMERKEN VAN DE SCHOOL ............................................................................ 6
4.
VOLDOET DE SCHOOL AAN DE ERKENNINGSVOORWAARDEN? ..................... 7
4.1
Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie ....................................................................... 7
4.2
Kleuteronderwijs: lichamelijke opvoeding ................................................................. 7
4.3
Lager onderwijs: wiskunde ....................................................................................... 8
4.4
Lager onderwijs: lichamelijke opvoeding .................................................................. 9
4.5
Lager onderwijs: leren leren ................................................................................... 10
5.
BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT? ................................................ 11
5.1
Personeelsbeheer.................................................................................................. 11
5.2
Professionalisering................................................................................................. 11
5.3
Materieel beleid...................................................................................................... 12
5.4
Welzijn ................................................................................................................... 12
5.5
Curriculum ............................................................................................................. 12
5.6
Begeleiding ............................................................................................................ 13
5.7
Evaluatie ................................................................................................................ 13
6.
ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL ............................................................... 14
7.
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL ...................................................... 15
7.1
Wat doet de school goed? ..................................................................................... 15
7.2
Wat kan de school verbeteren?.............................................................................. 15
7.3
Wat moet de school verbeteren? ........................................................................... 15
8.
ADVIES.................................................................................................................. 16
2
24208 - Vrije Basisschool te Oudenaarde
INLEIDING Dit verslag is het resultaat van de doorlichting van uw instelling1 door de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap. Zij deed dit in het kader van haar opdracht zoals bepaald in het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009. Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de instelling de erkenningsvoorwaarden respecteert, of de instelling op systematische wijze haar eigen kwaliteit bewaakt en of de instelling zelfstandig de tekorten kan remediëren. De onderwijsinspectie maakt gebruik van de mogelijkheid om het toezicht op de erkenningsvoorwaarden betreffende hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid afzonderlijk uit te voeren. Dit impliceert dat het advies in dit verslag betrekking heeft op alle erkenningsvoorwaarden behalve de voorwaarden die het welzijnsbeleid betreffen (hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid). Het referentiekader dat de onderwijsinspectie gebruikt bij een doorlichting is opgebouwd rond de componenten context, input, proces en output: • context: de omgevingskenmerken en de kenmerken van administratieve, materiële, bestuurlijke en juridische aard die de instelling karakteriseren • input: kenmerken van het personeel en van de leerlingen of cursisten van de instelling • proces: initiatieven die een instelling neemt om output te realiseren, rekening houdend met haar context en input • output: de resultaten die de instelling met haar leerlingen of cursisten bereikt. De doorlichting bestaat uit drie fases: het vooronderzoek, de doorlichtingsbezoeken en de verslaggeving. Tijdens het vooronderzoek selecteert de onderwijsinspectie leergebieden en procesindicatoren of procesvariabelen die het inspectieteam onderzoekt tijdens de doorlichtingsbezoeken. Tijdens de doorlichtingsbezoeken verzamelt het inspectieteam bijkomende informatie via observaties, gesprekken en analyse van documenten. Het resultaat van de doorlichting is het doorlichtingsverslag. Het doorlichtingsverslag eindigt met een advies dat betrekking heeft op de volledige instelling of op één of meerdere structuuronderdelen van de instelling. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen: • een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van
de instelling of van structuuronderdelen • een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen als de instelling binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies • een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen op te starten. Enkel bij een ongunstig advies adviseert de onderwijsinspectie of de instelling zelfstandig de vastgestelde tekorten kan remediëren. 1
Instelling: onderwijsinstelling of CLB (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 11°). Onderwijsinstelling: een pedagogisch geheel waar onderwijs georganiseerd wordt en waaraan een uniek instellingsnummer toegekend is (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 13°).
24208 - Vrije Basisschool te Oudenaarde
3
Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve verslag informeert de directeur van de instelling leerlingen, ouders en cursisten over de mogelijkheid tot inzage. De directeur van het centrum voor leerlingenbegeleiding informeert de centrumraad. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de instelling het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de instelling of zijn gemandateerde viseert het verslag en stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De instelling mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.
Meer informatie? www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be
4
24208 - Vrije Basisschool te Oudenaarde
1.
SAMENVATTING
De vrije basisschool, KBO-Eine II, maakt deel uit van een pedagogisch geheel van twee basisscholen, gelegen in het centrum van de deelgemeente Eine. Deze twee instellingen richten zich tot de ouders als één school. Ze hebben hetzelfde pedagogische project en voeren een gezamenlijk financieel, organisatorisch en onderwijskundig beleid. Het beleid is in handen van een directieteam, waarvan de directie van elk van de beide scholen deel uitmaakt. De school KBO-Eine II heeft een éénklassige kleuterafdeling, gelegen in het landelijke Mullem. De hoofdscholen maken gebruik van een gezamenlijke infrastructuur. Beide scholen kenden recent frequente directiewissels. Het erkenningsonderzoek op basis van de geselecteerde leergebieden wijst uit dat de school in voldoende mate de onderwijsdoelstellingen realiseert op het niveau kleuteronderwijs. Door het doelgericht plannen en uitvoeren van activiteiten slaagt het team erin om de ontwikkelingsdoelen en de leerplandoelen voldoende na te streven. Zowel voor wiskundige initiatie als voor lichamelijke opvoeding realiseren de leerkrachten een leerplangericht aanbod en een stimulerende en activerende leerbegeleiding. Het activiteitenaanbod is meestal voldoende uitdagend en biedt de kleuters ruime ontwikkelingskansen. Het getuigt van een sterke samenhang tussen wiskundige initiatie, lichamelijke opvoeding en taal-denkontwikkeling. Het erkenningsonderzoek op het niveau lager onderwijs wijst uit dat het team de leergebiedoverschrijdende eindtermen leren leren nog onvoldoende planmatig en geïntegreerd nastreeft. Van een visie en doelgerichte aanpak op schoolniveau is hier nog geen sprake. Bijgevolg brengt de onderwijsinspectie op het niveau lager onderwijs een beperkt gunstig advies uit. Verder toont het onderzoek van de beschikbare outputgegevens aan dat een aantal onderwijsdoelen voor wiskunde in mindere mate bereikt worden. Opvallende werkpunten zijn onder meer de integratie van leren leren, het leren oplossen van wiskundige problemen en toepassen van eigenschappen van bewerkingen. Om een evenwichtig en gradueel opgebouwd aanbod te bieden heeft de school recent een nieuw onderwijsleerpakket ingevoerd. Daarenboven levert het team inspanningen om met zoveel mogelijk leerlingen de eindtermen te bereiken. Voor lichamelijke opvoeding biedt de school een gevarieerd en op het leerplan afgestemd bewegingsaanbod. De schooloverstijgende organisatie van het zwemmen is een voorbeeld van goede praktijk. De evaluatiepraktijk kan nog verbeteren. Het kwaliteitsonderzoek van de geselecteerde processen toont aan dat de school voor de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de processen voor een aantal aspecten nog aan het begin van de ontwikkeling staat. Geleidelijk aan tracht de school de eigen kwaliteit te verbeteren. Jammer genoeg werd de visieontwikkeling de voorgaande jaren ernstig verstoord door onder meer de opeenvolgende directiewissels. Door het ontbreken van een duidelijke - door het team gedragen - visie en concrete afspraken missen de processen vaak een gelijkgerichte en doordachte praktijk. Het gemis aan duidelijk afgebakende doelen maakt het moeilijk om het effect van de processen te evalueren en bij te sturen. Momenteel ligt bij het onderwijsaanbod en bij deskundigheidsbevordering de klemtoon op materiële, structurele ondersteuning, zoals het invoeren van nieuwe leerpakketten en volgen van nascholing. Op die manier tracht het team de schoolontwikkeling te stimuleren. Toch blijven er opmerkelijke hiaten in het onderwijsaanbod en sluit de deskundigheidsbevordering onvoldoende aan bij schooleigen prioriteiten en behoeften van het team. De leerbegeleiding evolueert onder impuls van de zorgcoördinator in gunstige zin. Een geheel van afspraken, procedures en functionele werk- en registratiedocumenten ondersteunt de verdere ontwikkeling en draagt bij tot kwaliteitsverbetering van de leerbegeleiding. Het algemeen beleid kreeg een nieuwe impuls door de recente directiewissel. De open communicatiestijl en de transparante besluitvorming zijn belangrijke schakels om als team verder te groeien in gezamenlijke doelgerichtheid. Het intern leiderschap in deze school is nog zeer pril en in volle ontwikkeling. Het geeft alle betrokkenen voldoende krediet en 24208 - Vrije Basisschool te Oudenaarde
5
kansen om in gezamenlijke verantwoordelijkheid te blijven kwaliteitsonderwijs en met succes de vele werkpunten aan te pakken.
streven
naar
De inspectie besluit deze doorlichting, op basis van haar onderzoek van de erkenningsvoorwaarden, met een gunstig advies op het niveau kleuteronderwijs en met een beperkt gunstig advies op het niveau lager onderwijs.
2.
FOCUS VAN DE DOORLICHTING
Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting heeft de inspectie leergebieden en procesindicatoren/procesvariabelen geselecteerd voor onderzoek tijdens de doorlichtingsbezoeken.
2.1 Leergebieden in de focus Kle uteronderwijs
wiskundige initiatie lichamelijke opvoeding
Lager onde rwijs
wiskunde lichamelijke opvoeding leren leren
2.2 Procesindicatoren of -variabelen in de focus Pe rsone e l Profe ssiona lise ring Deskundigheidsbevordering Onde rw ijs Curriculum Onderwijsaanbod Be ge le iding Leerbegeleiding
3.
KENMERKEN VAN DE SCHOOL
• Recente renovatie van gebouwen • Recente directiewissels • Sterke verjonging leerkrachtenkorps • Veel deeltijds werkende leerkrachten • Veel leerlingen die revalidatie volgen of buitenschoolse ondersteuning krijgen • Belangrijke infrastructurele problemen en beperkte financiële armslag • Herverdeling van een deel van de financiële middelen op niveau scholengemeenschap
om de infrastructurele noden van de school aan te pakken
6
24208 - Vrije Basisschool te Oudenaarde
4.
VOLDOET DE SCHOOL AAN DE ERKENNINGSVOORWAARDEN?
Het onderzoek naar het voldoen aan de erkenningsvoorwaarden levert voor de geselecteerde leergebieden volgende vaststellingen op:
4.1 Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie Voldoet
Vaststellingen • Het "ontwikkelingsplan voor de katholieke kleuterschool" en het leerplan vormen voor
• •
•
•
•
•
•
de leerkrachten het referentiekader voor de doelenselectie bij de activiteiten wiskundige initiatie. Met degelijk bijgehouden planningsdocumenten tonen ze aan dat ze de ontwikkelingsdoelen en de leerplandoelen voor wiskunde voldoende nastreven. Soms sluiten de geplande activiteiten nog te weinig aan bij de geselecteerde leerplandoelen. In de planningsdocumenten vermelden de meeste leerkrachten systematisch hoe ze aansluitend bij de thema’s het materiaalaanbod in de hoeken kunnen verruimen. In overwegend stimulerende speelwerkplekken krijgen de kleuters voldoende kansen om wiskundige ervaringen op te doen met getallen, meten en ruimte (tellen, meten, vergelijken, ordenen, construeren, representeren) en zo de ontluikende gecijferdheid te ontwikkelen. De eenvoudige stappenplannen in enkele speelwerkplekken bieden kleuters mogelijkheden tot zelfsturing en stimuleren het probleemoplossend denken bij de kleuters. De thematische aanpak zorgt voor een sterke horizontale samenhang tussen lichamelijke opvoeding en wiskunde (ruimtelijke oriëntatie) en tussen wiskunde, wereldoriëntatie en Nederlands (begripsvorming, taal-denkontwikkeling). Een ambulante leerkracht ondersteunt wekelijks in elke leergroep. Tijdens deze momenten plannen de klasleerkrachten gerichte zorginitiatieven voor individuele of groepjes kleuters. Op schoolniveau zijn er geen initiatieven om het onderwijsaanbod, de inrichting van de speelwerkplekken en de planning kritisch te evalueren. De uitgebreide begrippenlijst stemt op enkele domeinen onvoldoende overeen met de verwachtingen van het leerplan en is aan een grondige en kritische evaluatie toe. Op schoolniveau worden er weinig interne, noch externe professionaliseringsinitiatieven genomen om de aanpak van de wiskundige initiatie te verbeteren.
4.2 Kleuteronderwijs: lichamelijke opvoeding Voldoet
Vaststellingen • De leerplanrealisatie is voorbeeldig ondanks de weinig ondersteunende materiële
uitrusting en infrastructuur. Het "ontwikkelingsplan voor de katholieke kleuterschool" en het leerplan vormen voor de leerkracht lichamelijke opvoeding de basis voor het activiteitenaanbod. • Het leerplan lichamelijke opvoeding is voor deze leerkracht een echt werkinstrument om doelgerichte bewegingsactiviteiten te plannen. De bewegingsactiviteiten zijn veelal geïntegreerd in de thema’s van de klas.
24208 - Vrije Basisschool te Oudenaarde
7
• De kleuters krijgen tijdens de gevarieerde activiteiten veel bewegingskansen die een
evenwichtige motorische ontwikkeling beogen. Bovendien integreren de klasleerkrachten ook bewegingstussendoortjes in hun dagelijks aanbod. Tijdens de speeltijd kunnen de kleuters zich uitleven met een ruim aanbod rollend materiaal. Toch is de inrichting van de speelplaats maar weinig bewegingsvriendelijk. De kleuters nemen deel aan sportactiviteiten ingericht door de Stichting Vlaamse Schoolsport (SVS). De bewegingsactiviteiten vertonen een sterke horizontale samenhang met activiteiten uit andere ontwikkelingsdomeinen. Ze dragen ook bij tot het ontwikkelen van taalvaardigheid, het ruimtelijk inzicht en sociale vaardigheden. Voor een aantal belangrijke bewegingsvaardigheden heeft de leerkracht een beknopte ontwikkelingslijn met gradatie. Het vernieuwd observatiesysteem brengt de motorische ontwikkeling van de kleuters in kaart. Na een gevolgde vorming richt de leerkracht haar observaties meer op de geselecteerde doelen. Ze reflecteert geregeld over haar aanbod, bekijkt kritisch haar eigen planning en stuurt die bij. Ze wil werk maken van een planning op middellange termijn om zo een beter zicht te krijgen op het totale aanbod en te zorgen voor een voldoende brede en evenwichtige leerplanrealisatie.
• •
• • •
4.3 Lager onderwijs: wiskunde Voldoet
Vaststellingen • Het team werkt doelgericht aan wiskunde. Om een onderwijsaanbod te bieden dat
gericht is op leerplanrealisatie heeft het een nieuwe wiskundemethode ingevoerd. Op schoolniveau is het de afspraak dat het onderwijsleerpakket integraal gevolgd wordt. Zo wil het team de nodige verticale samenhang en graduele opbouw realiseren. De meeste leerkrachten leggen een degelijke planning voor, waarin ze blijk geven van een gerichtheid op het leerplan en op de verschillende domeinen van het leergebied. Toch blijkt uit de voorgelegde leerresultaten dat het aanbod dat de leerkrachten doen duidelijk nog doeltreffendheid mist. Zo toont een grondige analyse van de beschikbare outputgegevens aan dat een aantal leerplandoelstellingen in mindere mate worden gerealiseerd. De school heeft werkpunten op het vlak van de domeinoverschrijdende leerplandoelen, het inzicht in het metriek stelsel, het gebruik van referentiematen, het gebruik van de zakrekenmachine, het toepassen van eigenschappen van bewerkingen, en de samenhang tussen kommagetallen, breuken en percenten. Via het inzetten van mensen en middelen in de leerbegeleiding levert de school inspanningen om ook met ' zwakke'leerlingen de eindtermen te bereiken. Mede dankzij deze inspanningen lopen de leerlingen relatief weinig schoolse vertraging op. Ze halen allen het getuigschrift basisonderwijs en scoren goed in het eerste jaar vervolgonderwijs. De gebrekkige leerplanrealisatie vindt enigszins een verklaring in het ontbreken van een gelijkgerichte visie op wiskundeonderwijs en anderzijds in het gebrek aan continuïteit in de onderwijsorganisatie en het personeelsbeleid. De laatste jaren wisselen leerkrachten frequent van klas waardoor ze weinig kans krijgen om ervaring op te doen in een bepaalde leergroep en om zich de aanpak van de wiskundemethode eigen te maken.
• •
•
•
•
8
24208 - Vrije Basisschool te Oudenaarde
• Op schoolniveau leven weinig of geen afspraken over het gebruik van ondersteunende
•
•
•
•
•
•
•
didactische wandplaten, referentiekaders en algoritmen. In sommige klassen biedt het klasbeeld weinig ondersteuning aan de leerlingen bij het oplossen van wiskundeopdrachten. De integratie van leren leren gebeurt weinig intentioneel en varieert sterk van leerkracht tot leerkracht. Daarbij valt op dat de leerkrachten zelden leerlingen stimuleren om heuristieken te gebruiken, oplossingsstrategieën met elkaar te bespreken, om te leren van elkaar door wiskundige problemen samen op te lossen of door het vergelijken van oplossingen. Uit observatie in de klas en analyse van het leerlingenwerk blijkt in sommige klassen een overaccentuering van het inoefenen van technische rekenvaardigheden. Dit accent komt duidelijk tot uiting in de tempodifferentiatie en de extrataken voor vlugge rekenaars. Hierdoor beknot het team voor de leerlingen de kans tot transfer. De krakkemikkige hardware belemmert de integratie van ICT in de wiskundelessen. De leerkrachten maken wel gebruik van ondersteunend didactisch materiaal en hulpmiddelen. Het team voorziet voldoende onderwijstijd. De meeste leerkrachten benutten de tijd efficiënt. Een klassikaal-frontale aanpak overweegt terwijl voor sommige lessen of activiteiten een actievere werkvorm is aangewezen. Meestal wordt een klassikale instructie gevolgd door gedifferentieerde oefenfase. Soms krijgen kinderen die het wat moeilijker hebben een verlengde instructie. Het team maakt gebruik van de differentiatie- en vastzettingsmogelijkheden uit de oefenpakketten van de methode. De eerstelijnszorg is vooral gericht op tempodifferentiatie en remediëren. Er gaat veel minder uitgesproken aandacht naar preventie. Het onderwijsleerpakket bepaalt de evaluatiepraktijk. De meeste leerkrachten gebruiken de formatieve en summatieve toetsen van de methode over alle domeinen van wiskunde. Daarbij hanteren ze het gewenste minimum als ‘norm’. Over deze normstelling ontbreken nog een gelijkgerichte visie en duidelijke afspraken op schoolniveau. Ook over het differentiëren bij de evaluatie lopen de meningen nog uiteen. Hoewel de school heel wat evaluatiegegevens bijhoudt, heeft ze nog geen concreet zicht op de effecten van haar wiskundeonderwijs. De directie plant wel een grondige analyse van de resultaten op de externe eindtoets.
4.4 Lager onderwijs: lichamelijke opvoeding Voldoet
Vaststellingen • De leerkracht bewegingsopvoeding vertrekt vanuit een duidelijke visie, planning en
organisatie om het aanbod voor lichamelijke opvoeding volgens het leerplan te realiseren. In de planningsdocumenten is er expliciete verwijzing naar de leerplandoelen. • De leerkracht ziet er consequent op toe dat alle domeinen/leerinhouden voor lichamelijke opvoeding voldoende en doorgaans evenwichtig aan bod komen. • In visieteksten en in dag- en jaarplanningen geeft de leerkracht blijk van behoorlijke aandacht voor zowel de motorische, cognitieve als dynamisch-affectieve ontwikkeling van kinderen in de lessen bewegingsopvoeding.
24208 - Vrije Basisschool te Oudenaarde
9
• De school participeert binnen de scholengemeenschap aan de schooloverstijgende
• • •
• •
•
zwemorganisatie. Er is een duidelijke visie met algemene en specifieke afspraken om dit domein van bewegingsopvoeding te realiseren. De leerlingen krijgen gedurende een periode intensief zwemonderricht op hun eigen niveau. Alle andere leerkrachten lichamelijke opvoeding binnen het schoolbestuur verlenen aan het schooloverschrijdende zwemonderricht hun actieve medewerking. De uitgeschreven leerinhouden vormen een degelijke leidraad om kinderen gegradeerd kansen te bieden de eindtermen voor zwemmen te bereiken. De zorgfiche van sommige leerlingen en specifieke remediëringsoefeningen wijzen op de extra zorgmaatregelen tijdens de zwemactiviteiten. De school neemt diverse initiatieven om binnen de brede vorming van kinderen aandacht te hebben voor de motorische ontwikkeling (bijvoorbeeld: speelkoffers, SVSactiviteiten…). De infrastructuur en sommige materialen voor bewegingsopvoeding zijn aan vernieuwing, uitbreiding(kleedkamers) en/of opfrissing toe. De leerkracht tracht de vorderingen van de kinderen op het vlak van bewegingsopvoeding voldoende op te volgen. De rapportering over de motorische ontwikkeling van de leerlingen heeft echter nog ruime groeikansen. De leerkracht lichamelijke opvoeding heeft een actuele visie op evalueren en werkt die in een andere school concreet uit in de evaluatie- en rapporteringspraktijk. Het verdient aanbeveling om deze evaluatie- en rapporteringspraktijk door te trekken in de praktijk van deze school.
4.5 Lager onderwijs: leren leren Voldoet niet
Vaststellingen • De school kan momenteel nog te weinig aantonen dat ze aan haar maatschappelijke
•
•
•
•
• •
opdracht voldoet door planmatig en geïntegreerd de eindtermen leren leren na te streven. De uitgangspunten en de visie van de eindtermen voor leren leren zijn door het schoolteam nog onvoldoende gekend. Zo legt het duidelijk niet de link tussen de leergebiedoverschrijdende eindtermen en de verschillende leergebieden/leerplannen. Dit blijkt ook uit de vaststellingen betreffende de probleemoplossende vaardigheden en domeinoverschrijdende leerplandoelen bij wiskunde. Recente visieteksten of uitgeschreven leerlijnen zijn niet geïmplementeerd maar kunnen in de onmiddellijke toekomst wel een basis vormen voor een meer gestroomlijnde en doelgerichte aanpak op schoolniveau. Enkele knappe initiatieven in de kleuterafdeling duiden op de intentionele aandacht die de leerkrachten van dit onderwijsniveau besteden aan leren leren. Zo valt het visueel aanbieden van stappenplannen in sommige klassen sterk op. Zowel de planningsdocumenten als de observatiefiches tonen de aandacht voor de ontwikkeling van de zelfsturing bij de kleuters In de lagere afdeling nemen sommige leerkrachten waardevolle initiatieven om voor hun eigen klas aspecten van leren leren aan bod te laten komen. Deze aanpak is veeleer intuïtief en stoelt op de -vaak beperkte- visie van de individuele leerkracht op leren leren. De meeste leerkrachten beogen het geïntegreerd nastreven van enkele van deze leergebiedoverschrijdende eindtermen onder meer in het leergebied wereldoriëntatie. Sommige leerkrachten hanteren didactische werkvormen zoals contract- en/of hoekenwerk, coöperatief leren of gebruiken een takenbord in de klas en stimuleren zo de zelfsturing van de leerlingen.
10
24208 - Vrije Basisschool te Oudenaarde
• De leerkrachten hebben weinig zicht op wat er in andere leerjaren gebeurt op het vlak
van leren leren. Heuristieken en algoritmen zijn divers en weinig op elkaar afgestemd. Schoolafspraken over de opbouw van referentiekaders in het klasbeeld ontbreken. • De meeste teamleden bevorderen bewust het leren plannen en leren studeren. Naar het transfereren en leren verbanden leggen, gaat echter heel wat minder gerichte aandacht. Het ontbreekt aan een groeilijn en verticale samenhang om van kinderen betere probleemoplossers te maken. • Het ontbreken van duidelijke doelgerichtheid met betrekking tot leren leren bemoeilijkt de evaluatie van deze leergebiedoverschrijdende eindtermen. Het team heeft nog geen visie over de evaluatie van en de rapportering over deze doelen. • Er zijn nog ruime groeikansen om de eindtermen van ICT en leren leren met elkaar te integreren.
5.
BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT?
Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of -variabelen levert volgende vaststellingen op:
5.1 Personeelsbeheer 5.2 Professionalisering 5.2.1
Aanvangsbegeleiding
5.2.2
Deskundigheidsbevordering
De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor: - ondersteuning. Vaststellingen • De doeltreffendheid en doelgerichtheid van het professionaliseringsbeleid hebben
•
•
•
•
nog ruime groeikansen. De meeste leerkrachten zijn veranderingsbereid. De wil om de eigen deskundigheid te verhogen in functie van de leerlingen en de school is doorgaans aanwezig. De deskundigheidsbevordering kent voldoende structurele ondersteuning. Zo blijkt uit een overzicht van de gevolgde nascholingen dat de leerkrachten kansen krijgen om zich extern te professionaliseren. Dit zogenaamde nascholingsplan is evenwel een statisch document. De leerkrachten ervaren culturele ondersteuning van de directie via de motiverende, inspirerende en waarderende feedback bij klasbezoeken en functioneringsgesprekken als een meerwaarde voor hun welbevinden en hun professionaliteit. Het nascholingsplan is niet gebaseerd op een grondige behoefteanalyse. Vooral eigen interesses zijn de drijfveer voor het volgen van nascholing. Het team heeft nog geen traditie om een nascholingsplan op te stellen in overeenstemming met de resultaten van een sterkte-zwakteanalyse en op basis van een gefaseerd prioriteitenplan. De vele verschuivingen van leerkrachten hebben een negatief effect op de professionalisering op didactisch vlak. De frequente wissels zijn niet bevorderlijk voor de professionalisering van de (zorg)leerkrachten. De school benut daarenboven weinig de interne expertise om van elkaar te leren.
24208 - Vrije Basisschool te Oudenaarde
11
• De evaluatie van de gevolgde nascholingen is een vast onderwerp op de
personeelsvergaderingen maar de impact ervan op de globale schoolwerking is nog weinig transparant. Door een gebrek aan structuren en procedures om prioriteiten grondig en planmatig aan te pakken gaan heel wat kansen om individueel opgedane nieuwe inzichten of vaardigheden te multipliceren.
5.3 Materieel beleid 5.4 Welzijn 5.5 Curriculum 5.5.1
Onderwijsaanbod
De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor: - ondersteuning. Vaststellingen • De doelgerichtheid komt in de lagere afdeling voornamelijk tot uiting in het gebruik
• • • • • •
•
•
•
van onderwijsleerpakketten waarbij de leerplannen het referentiekader vormen om de eindtermen te realiseren. Momenteel doorloopt het team een keuzeproces om een nieuwe taalmethode aan te schaffen. De school hanteert hierbij een aantal duidelijke criteria. In de kleuterafdeling illustreren de planningsdocumenten van de leerkrachten duidelijk de gerichtheid op de leerplanrealisatie. De school investeert sterk in het realiseren van kansen om het muzisch taalgebruik van kinderen te stimuleren. Daarvoor zet ze een leerkracht halftijds in. Uit diverse initiatieven zoals extra-murosactiviteiten, dierenhof en sportactiviteiten blijkt de expliciete aandacht voor de brede vorming. De strikte hantering van methodes kan een hindernis vormen om de lessen te laten aansluiten bij de leef- en belevingswereld van de kinderen. De actualiteit wordt weinig systematisch benut als uitgangsput van leren. Zo blijven kansen onbenut om de tijd- en ruimtekaders te laten functioneren en op te bouwen. De vele directiewissels sinds de vorige doorlichting hebben allerminst bijgedragen tot afspraken om de verticale samenhang in het aanbod te verzekeren. Dit wordt schrijnend geïllustreerd door de schrale opbouw en het geringe gebruik van referentiekaders en syntheseplaten. Op schoolniveau zijn er weinig of geen afspraken over het planmatig en geïntegreerd nastreven van de leergebiedoverschrijdende eindtermen leren leren, sociale vaardigheden en ICT. De jaarlijkse zelfevaluatie aan het einde van het schooljaar is zelden gericht op het onderwijsaanbod en de realisatie van de onderwijsdoelen. Er heerst op schoolniveau geen cultuur van systematisch onderzoeken en borgen van het onderwijsaanbod. De deelname aan een externe eindtoets beidt mogelijkheden om het onderwijsaanbod kritisch te onderzoeken. Tot nu toe beperkt de school dit tot de leergebieden Nederlands en wiskunde.
12
24208 - Vrije Basisschool te Oudenaarde
5.6 Begeleiding 5.6.1
Afstemming tussen school en CLB of andere partners
5.6.2
Leerbegeleiding
De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor: - ondersteuning - ontwikkeling. Vaststellingen • De frequente directiewissels hebben de ontwikkeling van een duidelijke en door het
•
•
•
•
•
•
team gedragen zorgvisie gehypothekeerd. Dit wordt nog versterkt door de steeds wisselende personeelsinvulling in de zorglestijden. Momenteel is er gebrek aan een duidelijke visie over leerbegeleiding en zorgverbreding. Een aantal leerkrachten uit een sterke vraag naar kleinere leergroepen. Er is geen overeenstemming over de wijze waarop en voor welke leerlingen de zorguren best worden aangewend. Het zorgbeleid bestrijkt wel zorgcontinuüm, maar is nog onvoldoende geconcretiseerd in schooleigen doelen. De leerbegeleiding steunt op een geheel van afspraken, procedures en functionele werk- en registratiedocumenten. Deze leiden tot een degelijke beginsituatiebepaling, tot het opsporen en signaleren van leerlingen met zorgbehoeften en tot formele kindbesprekingen (MDO). De diagnose en probleembeschrijving evolueren van een algemene beeldvorming naar een concretere uitdieping en handelingsgerichte benadering van het probleem. De registratie van relevante informatie is voorbeeldig. Zowel in de voorbereiding van het multidisciplinair overleg (MDO), als in het verslag van deze kindbespreking groeit de aandacht voor het expliciteren van vooropgestelde doelen, het vooropstellen van concrete zorginitiatieven en hoe en wanneer er wordt geëvalueerd. Het gebrek aan een duidelijke zorgvisie leidt tot zeer verschillende initiatieven, naargelang de opvattingen van de klasleerkracht krijgen de zorglestijden een concrete invulling. De leerbegeleiding is momenteel zo geregeld dat iedereen min of meer ' tevreden' is (zorgklas of individuele zorg; differentiatie/opsplitsen van grote leergroepen; klasinterne ondersteuning en zorg door klasleerkracht). Het effect van deze aanpak wordt op schoolniveau niet kritisch onderzocht. Voor leerlingen met specifieke zorgvragen organiseert de school individuele zorg. De zorginterventies richten zich vooral op de technisch-cognitieve aspecten van Nederlands (lezen en spelling) en wiskunde (getallen en hoofdrekenen). De frequentie en de intensiteit van deze individuele zorg is beperkt. Evaluatie van effecten bij individuele leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften leidt nog niet tot opdrijven van de intensiteit van zorginterventies voor specifieke doelgroepen (bv. lezen). Illustratief is het relatief hoog aantal leerlingen dat externe hulp (logo, revalidatie) krijgt. Overleg tussen de leerkrachten en de zorgcoördinator draagt geregeld bij tot de afstemming van de interventies op de noden van de leerlingen of tot bijsturing van de organisatie of van de samenstelling van de groepjes met min of meer gelijke zorgvraag.
5.7 Evaluatie
24208 - Vrije Basisschool te Oudenaarde
13
6.
ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL
Het onderzoek naar het algemeen beleid van de school levert volgende vaststellingen op: • Het leiderschap in deze school is nog zeer pril en in volle ontwikkeling. Leerkrachten
• •
•
•
• •
•
•
merken toch een evolutie naar een participatieve leiderschapsstijl en hopen op meer stabiliteit in de schoolwerking. De leerkrachten ervaren de gerichte klasbezoeken en de functioneringsgesprekken als motiverende, waarderende en stimulerende interventies van de directie. Het intern leiderschap getuigt van een gezonde actuele visie op onderwijs en schoolontwikkeling. Geleidelijk aan wil het prioriteiten gefaseerd en doelgericht aanpakken. Diverse teamleden geven aan nood te hebben aan duidelijke visie op schoolorganisatie en het onderwijskundig functioneren van de school. Het vormt een uitdaging voor het team om verder en geleidelijk visie te ontwikkelen en een functioneel, ondersteunend en doelgericht schoolwerkplan uit te werken. Ze duiden het gebrek hieraan aan als oorzaak voor het ontbreken van verticale samenhang voor diverse onderwijskundige aspecten. De werkgroepen kunnen in de toekomst kansen bieden tot meer gezamenlijke doelgerichtheid maar behelzen momenteel vooral schoolorganisatie. Ze kunnen tevens bijdragen tot een participatieve besluitvorming en een hoge betrokkenheid van de teamleden bij het schoolgebeuren. De personeelsvergaderingen hebben momenteel vooral een organisatorische invulling, maar verlopen efficiënt. De zelfevaluatie van de schoolwerking eind vorig jaar is enkel impliciet een instrument om de werking te optimaliseren. Het team verbindt daaraan weinig of geen concrete acties tot bijsturing. Op een gestructureerde wijze de werking evalueren en waar nodig bijsturen, behoort nog niet tot de schoolcultuur. Kwaliteitszorg is een bekommernis van de directie. De school staat open voor externe beoordelingen en neemt jaarlijks deel aan een externe eindtoets. De intentie om voor Nederlands bij te sturen op basis van de grondige analyse van de resultaten op de externe toets vormt een aanzet om outputgegevens sterker te gebruiken als middel om de onderwijskwaliteit te bewaken en te bevorderen. In het kader van interne kwaliteitszorg is de sterkte-zwakteanalyse (SWOT) die het team recent heeft uitgevoerd een krachtig instrument om met het team verbeteracties op te zetten en om de koers en de strategie van de school te bepalen. Ze heeft duidelijk sterke punten en werkpunten in kaart gebracht. Duidelijke keuzes maken en afbakenen van de prioriteiten zal bijdragen tot een effectieve aanpak van werkpunten.
14
24208 - Vrije Basisschool te Oudenaarde
7.
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL
7.1 Wat doet de school goed? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • De leerplanrealisatie lichamelijke opvoeding in de kleuterafdeling • De leerplanrealisatie lichamelijke opvoeding in de lagere afdeling • De leerplanrealisatie wiskundige initiatie in de kleuterafdeling
Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen: • De schooloverstijgende organisatie van het zwemmen
Wat betreft het algemeen beleid: • De participatieve leiderschapstijl • De open communicatie • De transparante besluitvorming • De initiatieven tot zelfevaluatie
7.2 Wat kan de school verbeteren? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • De leerplanrealisatie van wiskunde in de lagere afdeling
Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen: • De materiële uitrusting van de gymzaal • De doelgerichtheid, volledigheid en samenhang van het onderwijsaanbod • De
doelgerichtheid, de doeltreffendheid en de ontwikkeling van de deskundigheidsbevordering • De doelgerichtheid (visie) en de doeltreffendheid (evaluatie) van de leerbegeleiding Wat betreft het algemeen beleid: • De ontwikkeling van een schooleigen visie stimuleren. • De participatiestructuren verder uitbouwen om de besluitvorming te verstevigen. • Outputgegevens gebruiken als middel om de onderwijskwaliteit en de leerplanrealisatie
te bewaken en te bevorderen. • De zelfevaluatie benutten als aanzet tot interne kwaliteitszorg door duidelijke conclusies te trekken en verbeteracties planmatig aan te pakken.
7.3 Wat moet de school verbeteren? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • Planmatig en geïntegreerd de leergebiedoverschrijdende eindtermen leren leren
nastreven.
24208 - Vrije Basisschool te Oudenaarde
15
8.
ADVIES
In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor erkenning GUNST IG voor kleuteronderwijs.
BEPERKT GUNST IG Lage r onderwijs omwille van onvoldoende nastreven van de eindtermen voor leren leren
Het bestuur van de instelling moet vanaf 1 maart 2014 kunnen aantonen dat de tekorten met een beperkt gunstig in voldoende mate werden geremedieerd. Namens het inspectieteam, de inspecteur-verslaggever
Thierry De Vos Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de instelling: Voor kennisname Het bestuur of zijn gemandateerde
Naam:
16
24208 - Vrije Basisschool te Oudenaarde