© Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 8 - Opgaven
• • • • • • • •
Algemeen Praktijkprobleem: afwijzing bouwvergunning: opgave 8.2 Plan van aanpak: opgaven 8.3-8.5 Juridisch kader bij overheidshandelingen: opgaven 8.6-8.19 Beperken van risico’s bij aanvraag vergunning: opgaven 8.20-8.21 Oplossing praktijkprobleem: opgave 8.22 Hulp van specialisten: opgave 8.23 Bijzondere situaties bij vergunningen: opgaven 8.24-8.25
Algemeen 8.1 a Lees de volgende overweging uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak en beantwoord daarna de vragen. Lichtreclamezuil Enschede Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State, 13 november 2002, No. 200200616 (mrs. P. van Dijk, M.G.J. Parkins-de Vin en J.A.W. Scholten-Hinloopen) Weigering om bestuursdwang toe te passen ten aanzien van een dubbelzijdige lichtreclamezuil. Relatie tussen de Woningwet en de APV-bepaling inzake handelsreclame. [...] 2. Overwegingen 2.1. Ingevolge art. 4.7.2, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Enschede (hierna: de APV) is het de rechthebbende op een onroerende zaak alsmede de hoofdgebruiker van die zaak verboden zonder vergunning van B en W deze zaak of een daarop aanwezige zaak te gebruiken of het gebruik daarvan toe te laten voor het maken van handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg of van een andere voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar is. Ingevolge het derde lid van dit artikel – voorzover hier van belang – geldt het in eerste lid gestelde verbod niet voorzover de Woningwet van toepassing is. [...] 1 2 3 4
Wat is een vergunning? Waarvoor is op grond van de APV van Enschede een vergunning nodig? Wanneer is die vergunning niet nodig? Waarom denkt u dat het gemeentebestuur van Enschede hierover regels maakt?
Recht doen
1
© Noordhoff Uitgevers bv
b Lees de volgende informatie van de website van de Kamer van Koophandel en beantwoord daarna de vragen. Vestigingswet volledig afgeschaft (18 juli 2007) Administratieve lastenverlichting voor startende ondernemers De Vestigingswet is 18 juli 2007 per Koninklijk Besluit volledig afgeschaft. Starters in de bouw-, installatie-, vervoermiddelen- en levensmiddelensector hebben vanaf vandaag geen vestigingsvergunning meer nodig om hun bedrijf te starten. De Kamer van Koophandel voerde deze wet uit. De KvK controleerde de vereiste diploma's van de ondernemer en gaf op basis hiervan wel of geen Vestigingsvergunning af. Door het wegvallen van de wet zal naar verwachting meer ruimte ontstaan voor ondernemerschap, concurrentie en werkgelegenheid. Starters moesten voldoen aan eisen op het gebied van veiligheid, gezondheidsbescherming en milieu. Met diploma’s moest dit worden aangetoond. Dit soort eisen worden ook al gesteld en nader uitgewerkt in bijvoorbeeld de Wet Milieubeheer, de Arbowet, de Warenwet en het Bouwbesluit. Deze regelgeving geldt bovendien voor álle ondernemers en niet alleen voor starters. De Vestigingswet heeft op deze punten geen toegevoegde waarde meer en kan dus worden afgeschaft. […] Bron: www.kvk.nl (http://www.kvk.nl/overdekamervankoophandel/035_Persberichten) 1 Wat betekent de afkorting Arbo? 2 Op welk gebied stelt de Arbowet eisen? Noem drie voorbeelden.
Praktijkprobleem: afwijzing bouwvergunning 8.2 a Welk artikel in de Woningwet gaat over de welstand? b Wat is de rol van de Welstandscommissie? c Op welke van de in art. 44 Woningwet genoemde gronden is de bouwvergunning van Cabrio bv afgewezen?
Plan van aanpak 8.3
2
Formuleer twee concrete vragen waarop uw directeur in het kader van het praktijkprobleem antwoord wil hebben.
8.4
Uw tijd om juridische stappen te ondernemen tegen de afwijzing van de gevraagde vergunning is beperkt. a Hoeveel tijd heeft u? b Waar in de Awb is dit bepaald?
8.5
Zoek Afdeling 3.7 van de Awb op. a Verwacht u dat bij de afwijzing van de aanvraag is aangegeven waarom de aanvraag is afgewezen? b Noem twee situaties waarin een beschikking zonder motivering mogelijk is. c Waarom is een motivering belangrijk? d Is het mogelijk dezelfde aanvraag nog eens in te dienen in de hoop dat deze nu wel wordt gehonoreerd ? Betrek in uw antwoord Afdeling 4.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht.
Opgaven hoofdstuk 8
© Noordhoff Uitgevers bv
Juridisch kader bij overheidshandelingen 8.6
Lees de samenvatting van de uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven van 12 maart 2008 en beantwoord de vragen. NVV kan begroting Productschap Vee en Vlees niet bij de rechter aanvechten Den Haag, 12 maart 2008 - De Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) heeft geprobeerd om via de rechter, het College van Beroep voor het bedrijfsleven, de begroting van het Productschap Vee en Vlees te veranderen. NVV is van mening dat in de begroting ten onrechte (te) grote reserves worden aangehouden. Als die reserves omlaag zouden worden gebracht, zouden de heffingen die varkenshouders moeten betalen aan het productschap omlaag kunnen. Het College heeft echter geoordeeld dat dit niet mogelijk is, omdat een begroting geen besluit is dat rechtstreeks de belangen van (de leden van) NVV raakt. Volgens het College is een begroting in beginsel een machtiging om bepaalde uitgaven te doen, zodat de begroting van het productschap alleen betrekking heeft op de verhouding tussen het bestuur en het dagelijks bestuur van het productschap. Het College heeft voor de onderbouwing van zijn oordeel onder meer gewezen op een arrest van de Hoge Raad van 8 mei 1877. Voor zover NVV het niet eens is met de hoogte van de heffing die varkenshouders zijn verschuldigd op grond van door het productschap uitgevaardigde heffingsverordeningen, kan NVV de hoogte van die heffingen aan de orde stellen ofwel in een beroep tegen een heffingsaanslag ofwel in een procedure bij de civiele rechter tegen de heffingsverordening zelf. LJ Nummer BC6324 Bron: College van Beroep voor het bedrijfsleven, 12 maart 2008 (http://www.rechtspraak.nl/Gerechten/CBb/Actualiteiten) a Op welke plek in het schema Rechtsgangen (figuur 8.2 in het hoofdboek) hoort het College van Beroep voor het bedrijfsleven? b Waarom kon NVV niet via de rechter de begroting veranderen?
8.7 a b c d
Geef van de volgende handelingen van bestuursorganen gemotiveerd aan of zij privaatrechtelijk, publiekrechtelijk of feitelijk zijn. De minister geeft een bedrijf in de Rotterdamse haven schriftelijk toestemming afgewerkte olie van zeeschepen in te zamelen. Gemeente Alkmaar koopt tien laptops voor haar medewerkers in de buitendienst. De provincie herstelt de beschoeiing van een kanaal. De gemeente huurt een adviseur in om een stedenbouwkundig plan op te stellen.
8.8 a Geef met behulp van de Awb de definitie van het begrip besluit. b Wanneer is sprake van een beschikking? c Waarom is het belangrijk beide soorten beslissingen te onderscheiden? 8.9 a b c d e
Geef van de volgende beslissingen gemotiveerd aan of het om een besluit of om een beschikking gaat. Mevrouw de Wit krijgt haar belastingaanslag. Gemeente Y stelt een parkeerverbod in voor de binnenstad. De heer Westra ontvangt de door hem aangevraagde kapvergunning. De vereniging van bijenhouders krijgt een subsidie van de gemeente. De gemeente maakt van de Kerkstraat een 30 km-zone.
8.10 a Hoe kunt u vaststellen of een bestuursorgaan veel of weinig beleidsvrijheid heeft? b Stel dat een bestuursorgaan een vergunningaanvraag van u afwijst. Zou het voor u wat uitmaken of de bevoegdheid van het orgaan gebonden of vrij was?
Recht doen
3
© Noordhoff Uitgevers bv
8.11
Beoordeel of een gemeente in onderstaande situaties veel of weinig beleidsvrijheid heeft. a Het vaststellen van de hoogte van een bijstandsuitkering. b Het geven van toestemming voor het collecteren voor een goed doel. c Het instellen van een parkeerverbod voor een bepaalde straat.
8.12
Zouden de algemene beginselen van behoorlijk bestuur ook een rol spelen bij privaatrechtelijke handelingen van de overheid (of alleen bij publiekrechtelijke handelingen)?
8.13
Vaak worden aan vergunningen voorwaarden verbonden. De overheid geeft dan de gevraagde toestemming, maar legt tegelijkertijd beperkingen op door er voorwaarden aan te verbinden. Kan een burger een bezwaarschrift indienen wanneer een door hem aangevraagde vergunning wel wordt verleend, maar onder – naar zijn oordeel – te strenge voorwaarden?
8.14
Zowel de bezwaarschriftenprocedure als de administratieve beroepsprocedure is een vorm van ‘bestuurlijke heroverweging’. Wat wordt met bestuurlijke heroverweging bedoeld?
8.15
Ter ondersteuning van een bezwaar kunnen stukken met het bezwaarschrift meegestuurd worden. Bedenk enkele voorbeelden van dergelijke stukken.
8.16
Mevrouw De Wit ontvangt een beschikking van B&W waarmee zij het oneens is. Geef met behulp van de Awb aan binnen welke termijn zij uiterlijk haar bezwaarschrift op de post kan doen.
8.17
Geef met behulp van de Awb aan of de volgende stelling juist of onjuist is: ‘Wanneer u weinig tijd heeft om uw bezwaarschrift op te stellen, kunt u ermee volstaan een bezwaarschrift zonder motivering binnen de voorgeschreven termijn te versturen. De motivering kan dan later nog worden nagestuurd.’
8.18
Bedenk voor uw bezwaarschrift tegen de afwijzing van de bouwvergunning twee argumenten die gericht zijn op rechtmatigheid en twee argumenten die gericht zijn op doelmatigheid.
8.19
Welke vraag zal de bestuursrechter die om een voorlopige voorziening wordt gevraagd zichzelf in elk geval stellen?
Beperken van risico’s bij aanvraag vergunning 8.20
Hoe weet een belanghebbende dat een aanvraag of een besluit ter inzage is gelegd? Gebruik bij de beantwoording de Awb.
8.21
Beoordeel of vooroverleg bij de vergunningaanvraag van Cabrio bv nuttig geweest zou zijn.
Oplossing praktijkprobleem 8.22
4
U wilt een bezwaarschriftenprocedure starten tegen de weigering van B&W om de bouwvergunning te verlenen. a Binnen welke termijn moet u dat doen? Motiveer met behulp van de Awb.
Opgaven hoofdstuk 8
© Noordhoff Uitgevers bv
b Binnen welke termijn moeten B&W op het bezwaarschrift reageren? Motiveer met behulp van de Awb.
Hulp van specialisten 8.23
Bedenk drie vragen die u bij het oplossen van het praktijkprobleem aan een specialist zou willen voorleggen.
Bijzondere situaties bij vergunningen 8.24
8.25
Lees de uitspraak Mestopslag – Tubbergen (subpar. 8.8.1 in het hoofdboek) en beantwoord vervolgens de vragen. a Wat betekent het opleggen van de last onder dwangsom concreet voor degene die beroep instelt (appellant)? b Op welke andere manier hadden B&W kunnen handhaven? c Waarom denkt u dat het college gekozen heeft voor de dwangsom? Het komt vaak voor dat een ondernemer zowel een bouwvergunning als een milieuvergunning nodig heeft. Tegen welk probleem kan de ondernemer dan oplopen?
Kijk op de volgende pagina voor de antwoorden.
Recht doen
5
© Noordhoff Uitgevers bv
Antwoorden opgaven hoofdstuk 8 8.1 a 1 Een schriftelijke instemming van een bestuursorgaan met een bepaalde handeling door een bepaalde persoon of groep van personen. 2 Voor het maken van handelsreclame op een onroerende zaak, die vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar is. 3 Wanneer de Woningwet van toepassing is. 4 Bescherming tegen wildgroei van reclamezuilen en -borden in de gemeente mogelijk maken. b 1 Arbeidsomstandigheden 2 Bijvoorbeeld artikel 16 lid 3: a een verbod om bepaalde bij die maatregel omschreven arbeid te verrichten of te doen verrichten waaraan bijzondere gevaren voor de veiligheid of de gezondheid zijn verbonden; b een verbod om bepaalde bij die maatregel omschreven arbeid te verrichten of te doen verrichten, indien met betrekking tot die arbeid niet aan de bij of krachtens die maatregel vastgestelde voorwaarden of voorschriften is voldaan; c een verbod om bepaalde bij die maatregel omschreven gevaarlijke stoffen of voorwerpen voorhanden te hebben, waaraan bijzondere gevaren voor de veiligheid of de gezondheid zijn verbonden; d een verbod om bepaalde bij die maatregel omschreven gevaarlijke stoffen of voorwerpen voorhanden te hebben, indien met betrekking tot die stoffen of voorwerpen niet aan de bij of krachtens die maatregel vastgestelde voorwaarden of voorschriften is voldaan; e een verbod om bepaalde bij die maatregel omschreven arbeid te verrichten of te doen verrichten indien de werknemers niet arbeidsgezondheidskundig zijn onderzocht. 8.2 a Afdeling 3 (art. 12 tot en met 12c) Woningwet. b De Welstandscommissie adviseert het college van B&W ten aanzien van een bouwplan ten aanzien van de vraag of: • het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk of standplaats, waarop de aanvraag om bouwvergunning betrekking heeft, in strijd zijn met redelijke eisen van welstand; • het uiterlijk van een bouwwerk of standplaats, zowel op zichzelf als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand. c Art. 44 lid 1 onder a (Bouwbesluit) en onder d (welstand). 8.3
Mogelijke vragen: Waarom is de aanvraag precies afgewezen? • Kan er tegen de afwijzing iets worden ondernomen? • Wat kan tegen de afwijzing worden ondernomen? • Wat zijn de kosten indien iets tegen de afwijzing wordt ondernomen? •
8.4 a 6 weken vanaf de bekendmaking van het besluit. b Art. 6:7 en 6:8. 8.5 a Ja, de beschikking moet gemotiveerd zijn. b • De beschikking is conform de aanvraag. • Niemand wordt door het besluit geschaad of belast. • De beschikking was reeds lang aangekondigd en de motivering reeds lang bekend zonder dat iemand daartegen bezwaar zal hebben. c De motivering is de basis voor eventueel bezwaar of beroep. d Nee. Art. 4:6.
6
Opgaven hoofdstuk 8
© Noordhoff Uitgevers bv
8.6 a College van Beroep voor het Bedrijfsleven is een gespecialiseerde rechter. b NVV is geen belanghebbende (artikel 1:2 lid 1 Awb). 8.7 a Publiekrechtelijke rechtshandeling. b Privaatrechtelijke rechtshandeling: de bevoegdheid komt niet uitsluitend de overheid toe; de overeenkomst heeft rechtsgevolgen. c Feitelijk. d Privaatrechtelijke rechtshandeling. 8.8 a Art. 1:3 Awb: De beslissing is: • schriftelijk; • afkomstig van een bestuursorgaan; • publiekrechtelijk; • een rechtshandeling. b De beslissing is: • schriftelijk; • afkomstig van een bestuursorgaan; • publiekrechtelijk; • een rechtshandeling; • niet van algemene strekking. Kortom: een beschikking is een besluit dat niet van algemene strekking is. c Het onderscheid is onder andere belangrijk voor de rechtsbeschermingsmogelijkheden voor de burger. 8.9
De beslissingen zijn als volgt in te delen: De beslissingen a, c en d zijn beschikkingen; de beslissingen voldoen aan de voorwaarden van artikel 1:3 Awb en zijn niet van algemene strekking. Beslissing b is een besluit van algemene strekking. Beslissing e is een besluit, de werking blijft niet beperkt tot een van tevoren bepaalbare groep personen.
8.10 a Door de formele wet te raadplegen, op basis waarvan het bestuursorgaan de bevoegdheid heeft verkregen. b Ja, bij een gebonden bevoegdheid kunt u zelf nagaan of de beslissing juist is of niet. Is de beslissing onjuist, dan heeft u een grote kans op succes als u de beslissing wilt aanvechten. Bij een vrije bevoegdheid heeft het bestuursorgaan beleidsvrijheid, dus meer vrijheid om de vergunning wel of niet te verlenen. De tekst van de formele wet biedt u dan niet zoveel aanknopingspunten om te protesteren. 8.11 a Weinig beleidsvrijheid: voorwaarden liggen gedetailleerd vast in formele wetten. b Veel beleidsvrijheid voor een gemeente: geen wettelijke normen waaraan gemeente zich moet houden. c Veel beleidsvrijheid: gemeente is niet gebonden aan strikte wettelijke voorschriften. 8.12
Een bestuursorgaan moet zich altijd houden aan de abbb, ook bij privaatrechtelijke handelingen.
8.13
Ja, zie hoofdstuk 6 Awb: bezwaar kan worden gemaakt tegen een besluit. Bezwaar wordt niet beperkt tot afwijzende besluiten. Ook een ‘begunstigend’ besluit kan reden geven om bezwaar aan te tekenen, bijvoorbeeld als de voorschriften zo streng zijn dat deze als belastend worden ervaren.
8.14
Het besluit dat door een bestuursorgaan is genomen, wordt opnieuw bekeken door datzelfde bestuursorgaan (bezwaar) of een ander bestuursorgaan (beroep).
8.15
Bouwtekeningen; foto’s van de situatie; foto’s van vergelijkbare bouwwerken; toelichting van de architect; berekeningen.
Recht doen
7
© Noordhoff Uitgevers bv
8.16
Art. 6:7 Awb: zes weken na bekendmaking van het besluit. Voor het verstrijken van die termijn moet het bezwaarschrift zijn ontvangen of ter post bezorgd zijn (art. 6:9 Awb).
8.17
De stelling is juist, art. 6:6 Awb. Hiervan wordt in de praktijk veel gebruikgemaakt.
8.18
Rechtmatigheid: • De beslissing is in strijd met het Bouwbesluit. • De beslissing is in strijd met een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur: het beginsel van zorgvuldige voorbereiding. Doelmatigheid: • Het alternatief dat door de Welstandscommissie wel zou worden goedgekeurd, is bijna twee keer zo duur. • Beargumenteren waarom het geplande bouwwerk juist wel in het geheel past.
8.19
De vraag of sprake is van spoedeisend belang.
8.20
Art. 3:12 Awb: de terinzagelegging wordt bekendgemaakt in een dag-, nieuws- of huisaan-huisblad.
8.21
Ja, tijdens het vooroverleg had het misverstand over het totale raamoppervlak weggenomen kunnen worden of als het geen misverstand van de gemeente was, had dit kunnen leiden tot aanpassing van het bouwplan. Ook overleg met de Welstandscommissie had kunnen leiden tot een aanvaardbaar ontwerp. Door vooroverleg had de afwijzing kunnen worden voorkomen en was de bouwvergunning waarschijnlijk al verleend.
8.22 a Art. 6:7 Awb, binnen zes weken na de afwijzingsbeschikking. b Art. 7:10 Awb, binnen zes weken na ontvangst van het bezwaarschrift. 8.23
Mogelijke vragen: Is het verstandig een bezwaarprocedure te starten (hoe schat u de kansen in)? • Welke argumenten kan Cabrio bv het best naar voren brengen? • Wat kan Cabrio bv doen als het bezwaar wordt afgewezen? • Kan ik zelf Cabrio bv vertegenwoordigen in de procedure en is dat ook verstandig? • Hoeveel tijd neemt de totale procedure maximaal in beslag? • Zijn er nog andere vergunningen van belang? •
8.24 a Appellant krijgt een termijn waarbinnen de situatie in overeenstemming met de wet moet worden gebracht. Wanneer dit niet gebeurt zal appellant moeten betalen. b Door uitoefening van bestuursdwang. c Het bestuursorgaan brengt de situatie in overeenstemming met de wet en zal de kosten op degene die de regels overtreedt proberen te verhalen. Dit brengt het risico mee dat het bestuursorgaan met de kosten blijft zitten. 8.25
8
De milieuvergunning kent een lange verleningstermijn. Doordat de vergunningen worden afgestemd en niet zonder elkaar verleend, kan dit vertraging opleveren.
Opgaven hoofdstuk 8