Praktisch deel Hoofdstuk 1: Proefondervindelijk aan de slag in het werkveld 1.1. Verschillende observaties en vormingen 1.1.1 Neerslag van de observatie bij “Zin-d’erin(g)”
De inkom van het vormingscentrum
Op 27 november 2009 observeerde ik de groepsbevorderende activiteiten van Mieke, een medewerkster van ‚Zind’erin(g)"1. De activiteiten vonden plaats in het vormingscentrum Heidepark te Waasmunster. Mieke werkte met leerlingen van vijf wetenschappen uit Dendermonde. De klas 5WETa/b bestond uit 26 leerlingen die doorgaans werden opgesplitst in twee groepen. Deze onderverdeling woog nogal sterk door, aangezien de meerderheid van de klas zei dat zij geen hechte groep vormden. Hieronder volgt een overzicht van de meest relevante activiteiten voor dit eindwerk.
De jongeren spelen ‚ridder en paard‛. Hierbij zoeken alle deelnemers iemand van gelijke grootte en gewicht. Wanneer iedereen iemand heeft gevonden, plaatsen de ridders en paarden zich in een kring. Daarop geeft de begeleider het teken en draaien de ridders eenmaal rond hun paard, lopen een rondje en springen zo snel mogelijk terug op hun paard. Het achterblijvende koppel valt steeds af, zodat er op het einde één duo overblijft. Na de pauze gaat de begeleider van start met een activiteit die peilt naar het gevoel dat de jongeren in de groep hebben. Zij legt een heleboel foto’s op de grond. Uit deze foto’s kiezen de groepsleden twee exemplaren. Eén exemplaar is representatief voor de wijze waarop ze zich in de groep voelen en het andere exemplaar beeldt uit wat ze aan zichzelf wensen te veranderen. Na deze keuze volgt er een reflectiemoment waarbij de begeleider vraagt om te verduidelijken en te concretiseren. Mieke stelde de volgende vragen: ‚Waarom heb je die foto’s gekozen? Kan je daar een voorbeeld van geven? Wat bedoel je daarmee?‛
De foto’s voor de activiteit
1 “Zin-d’erin(g)” is een dienst binnen de Chirojeugd Vlaanderen. Deze dienst is reeds een achttal jaren actief en probeert opvoedingsprojecten en jeugdwerk aan elkaar te linken. De sessies van Zin-d’erin(g) zijn tevens gebaseerd op “participatieve, intuïtieve en gemeenschapsgerichte” methodes op maat van kleuter-, lager-, secundair- of hoger onderwijs. Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
46
Tenslotte ondernemen de begeleider en de groepsleden een wandeling. Tijdens de wandeling worden de leden uitgedaagd om hun groep hechter te maken. Dit was immers de vraag en nood bij verschillende personen. De begeleider geeft een aanzet door te vragen om tijdens de wandeling een gesprek met minder vertrouwde klasgenoten aan te knopen. Tevens reikt zij, m.b.v. kaartjes, gesprekonderwerpen aan. Iedereen wordt uitgenodigd om een kaartje te kiezen en het onderwerp met een klasgenoot te behandelen. De vragen op de kaartjes zijn: ‚Voor wie/wat maak jij je mooi? Wie tovert bij jou een glimlach op de mond? Wat wens jij in de plooi te leggen? Welk moment wil jij vereeuwigen? <‛ Bij de terugkomst in het lokaal zetten de groepsleden zich in een cirkel en omschrijven ze in één woord het gevoel dat zij bij de dag hebben. De verwoordingen gaan van: ‚groepsbevorderend‛, over ‚tof‛ en ‚interessant‛ tot ‚onnodig‛.
1.1.2 Neerslag van de vorming van “Leefsleutels” In het kader van de competentie tot het bevorderen van de sociaal-emotionele vaardigheden en het optimaliseren van het leef- en leerklimaat, volgde ik op de HUBrussel een driedaagse vorming die werd georganiseerd door de vzw ‚Leefsleutels‛. Dit vzw richt zich sinds het eind van de jaren tachtig op onderwijs. Zo ontwikkelt zij allerlei educatief materiaal, organiseert zij vormingen en begeleidt zij scholen bij het toepassen van hun programma’s. Deze driedaagse vorming vond plaats van 28 t.e.m. 30 oktober 2009 en verschaftte mij tevens een certificaat van bekwaamheid. Hieronder volgt een overzicht van de meest relevante activiteiten voor dit eindwerk. M.b.v. bepaalde activiteiten kan je de leerlingen gelijkenissen laten ontdekken. Zo kan de begeleider jongeren uitnodigen om in een cirkel te gaan zitten. Daarop vertelt ieder groepslid om beurt iets dat hij graag doet. Bijvoorbeeld: ‚Ik doe graag badminton.‛ of ‚Ik schilder graag.‛ Telkens wanneer de jongere iets hoort dat hij ook graag doet, zet hij zich recht. Op die manier kan je jongeren op een veilige en speelse manier gelijkenissen en verschillen laten ontdekken en hen stimuleren om daar tolerant mee om te gaan. Deze activiteit heb ik bovendien aan- en ingepast in de ‚Waardencirkel‛.2 De begeleider geeft aan elk groepslid twee kaartjes met een vraag op. De vragen zijn heel gevarieerd: ‚Van welke dingen ben je bang? Wat zou jij doen als je nog één dag te leven had? Wat is jouw favoriete activiteit op de kermis? enz.‛ Nadat iedereen een kaartje gekregen heeft, wandelen de groepsleden rond en plaatst de begeleider een cd in de radio. Op het moment dat de muziek stopt stellen de leden één van hun vragen aan een voorbijganger. Daarop krijgen de groepsleden de vraag die aan hen gesteld werd. Deze activiteit heb ik aan- en ingepast in het ‚Heen-en-weerinterview‛.3 Alle groepsleden krijgen een kaartje in een verschillende kleur met een dag van de week. Zo zijn er steeds vier donderdagen: één rode, groene, blauwe en gele donderdag. De begeleider vertelt dat de groepsleden vier weken moeten samenstellen die elk een verschillende dag, in een verschillende kleur hebben. Het is dus niet voldoende dat er drie
2 Zie 2.1.5 “Waardencirkel” 3 Zie 2.1.3 “Heen-en-weerinterview” Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
47
groepjes in slagen om een week te vormen, maar de hele groep dient samen te werken om tot het gewenste resultaat te komen.
1.1.3.
Gesprek
met
twee
begeleiders
van
de
“Spirit-
Tweedaagse”4 Op 17 december had ik, met Steven en Ruth, een gesprek over spirituele klasdagen. Deze twee begeleiders werken in het Don Bosco Oasecentrum te Groot-Bijgaarden en nemen de begeleiding van de ‚Spirit-Tweedaagse‛ op zich. Hieronder staan de gestelde vragen en een korte neerslag van de ontmoeting. Wat komt er allemaal aan bod in een levensbeschouwelijk gesprek tijdens de ‚SpiritTweedaagse‛? Welke fasen worden doorlopen? Hoe lang wordt er bij een thema stilgestaan? Met wat starten jullie: groepsdynamische activiteiten, filosofische wenken of andere voorbereidende thema’s en activiteiten? Op basis van welke criteria worden voorbereidende activiteiten uitgekozen? Is er een rode draad terug te vinden doorheen de hele bezinningsdagen? Hoe brengen jullie die aan? Laten jullie de leerlingen ook actief bewegen tijdens de tweedaagse? Hoe integreren jullie dat in het levensbeschouwelijke? Welke thema’s komen er vooral aan bod? Is er een samenhang tussen de verschillende thema’s? Hoe brengen jullie die aan? Spreken jullie ook specifiek over God (godsbeelden) of is dit een aspect dat aan bod kan komen tijdens de verschillende thema’s? Zijn de leerlingen altijd erg te vinden voor de inhoud van de activiteiten of gesprekken? Wat doen jullie als het thema hen niet aanspreekt? Met wat voor activiteit gaan jullie van start en met wat ronden jullie af? Werken jullie ook met meer filosofische thema’s als taal of vriendschap? Wat is de maximumduur van de activiteiten en gesprekken? Hoe zorgen jullie ervoor dat de betrokkenheid en aandacht niet te sterk afnemen? Fasen van de tweedaagse De begeleiders werken twee bezinningsdagen uit die telkens een rode draad bevatten. Eerst starten de begeleiders met activiteiten gericht op het ‚zelf‛, worden er kennismakingsspelen gespeeld en worden de jongeren uitgenodigd om zichzelf in vraag te stellen. Vervolgens richten zij zich op de relaties en de groep. Tenslotte kan de weg vrijgemaakt worden voor thema’s als geloven en God. De tweede dag komen er dus maatschappelijke thema’s en levensbeschouwelijke vragen aan bod.
4 De “Spirit-Tweedaagse” is een alternatieve formule voor de schooltweedaagse die wordt georganiseerd door het Don Bosco Oasecentrum in Groot-Bijgaarden. Dit is een centrum van jeugdspiritualiteit in de stijl van Don Bosco dat o.a. bezinningsdagen organiseert. De formule is bedoeld voor zesdejaars en is nog meer gericht op zingeving en geloof. De dagen verlopen, anders dan in de gewone schooltweedaagses, niet in klasverband, maar passen in een keuzeaanbod. In een aantal scholen mogen laatstejaars namelijk zelf hun bezinningsdagen invullen door een keuze te maken uit een brede waaier van mogelijkheden. Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
48
Activiteiten Tijdens de bezinningsdagen werken de begeleiders niet met thema’s, maar met werkvormen. Deze maken de weg vrij voor allerlei vragen en ervaringen. Eerst wordt er dus uitgegaan van de activiteiten en daarna kan men, afhankelijk van de inbreng en interesse van de groep, dieper op levensbeschouwelijke thema’s ingaan. Dergelijke werkvormen duren steeds tussen 30 en 90 minuten, maar meestal neemt de activiteit één uur in beslag. Steven vertelde dat er af en toe een filosofisch of theologisch gesprek op gang komt, maar dat dit wel heel zelden optreedt en dat deze gesprekken meestal oppervlakkig blijven. Actieve werkvormen Aan het levensbeschouwelijke gedeelte komen er nauwelijks actieve of lichamelijke opdrachten te pas. Wel zijn de werkvormen zodanig georganiseerd dat ze een zekere fysieke activiteit vereisen, zelfs al wordt er slechts een pionnetje verplaatst. Niettemin trachten de begeleiders om meer beweging in de bezinningsdagen te verwerken. Zij stellen immers vast dat jongeren hier specifiek om vragen. Toch constateren zij dat beweging en reflectie over godsdienstige thema’s moeilijk te verbinden zijn. Participatie van de leerlingen De begeleiders vertrekken steeds vanuit de leefwereld van de jongeren. Afhankelijk van hun inbreng, interesse en motivatie gaan ze aan de slag met levensbeschouwelijke vragen. Ze proberen om de jongeren te prikkelen maar wanneer ze tegen muren opboksen, drammen ze niet door. Echter komt het wel vaak voor dat een deel geïnteresseerd is, terwijl een ander deel van de groep een onverschillige houding aanneemt. Het is dan aan de begeleider om een evenwicht te zoeken. Hij doet dit door met de geïnteresseerde jongeren dieper in te gaan op wat hen boeit terwijl de andere groepsleden een alternatieve opdracht krijgen. Niettemin vertelde Ruth dat zij vaak verrast is door de motivatie van vele leerlingen. Er zijn immers een heleboel jongeren die echt bezinnen over de thema’s. Een ander deel van de jongeren is niet echt geïnteresseerd, maar doen toch hun best. Uiteraard is er ook altijd een gedeelte dat totaal niet geprikkeld is. Het is dus aan de begeleider om een evenwicht te zoeken tussen diegenen die er wel en niet mee bezig zijn. Welke thema’s? Je moet zoeken naar thema’s waarmee de jongeren begaan zijn. Voor de aanvang van de bezinningsdagen delen de begeleiders daarom steeds een boekje met mogelijke thema’s uit. Daarin kunnen de jongeren aanduiden wat hen interesseert. Niettemin stelden Ruth en Steven vast dat de jongeren hier vaak zomaar wat invullen. Wanneer zij er tijdens de dagen op inspelen merken zij vaak dat wat er geschreven staat, niet echt gemeend is. Het levensbeschouwelijke doorheen de bezinningsdagen Tussendoor vinden er steeds stiltemomenten plaats. Zo kunnen de leerlingen tijdens de gewone tweedaagse ’s avonds bij het gebed aansluiten. Echter komt het bitter weinig voor dat de jongeren dit vrijwillig doen. Voor het slapen wordt er wel een verplicht stiltemoment van 30 minuten voorzien. Gedurende dit moment vertellen een aantal Salesianen over hoe zij God aanschouwen. Steven vertelde dat de jongeren hier steeds enorm door geprikkeld zijn en dat er vaak een heleboel vragen volgen. Tijdens de ‚Spirit-Tweedaagse‛ worden er eveneens gebedsmomenten ingebouwd, maar dan zijn ze wel verplicht. Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
49
Afsluiter Op het einde van de tweedaagse wordt er gezamenlijk afgesloten. Dit gebeurt m.b.v. een videoclip en lied. Deze clip is een andere interpretatie van een verhaal dat aan het begin van de tweedaagse werd verteld. Daarna volgt er een stiltemoment met reflectie. Tijdens dergelijk stiltemoment noteren de groepsleden in elkaars boekje en vertellen ze wat ze als (on)aangenaam beleefden. Dit is dus een vorm van evaluatie. Tijdens de ‚Spirit-Tweedaagse‛ volgt er een gelijkaardige afsluiter, echter wordt de clip dan vervangen door een gebed.
1.2 Waarmee moet je rekening houden? 1.2.1 Enkele bevindingen en tips voor klasdagen op basis van de observaties
Niet alles hoeft verduidelijkt te worden in het plenum. Zorg ervoor dat je beroep doet op aantrekkelijk materiaal. Houd de doelstellingen van de sessie heel duidelijk voor ogen. Verzorg zinvolle reflecties. Reflecteer niet om te reflecteren. Houd de les dynamisch. Zorg voor variatie zodat het geheel niet eentonig wordt. Probeer niet als leider maar als begeleider op te treden. Probeer dus aan te voelen wanneer je de groepsleden moet loslaten. Let op met moraliseren. Competitie mag, maar zorg voor een duidelijke methodiek die discussie over de punten uitsluit. Let op de veiligheid en verzorg indien nodig reflecties in kleinere groepen. Denk na over wat de les boeiend maakt voor de jongeren: ‚Wat winnen zij eruit?‛ ‚Wat kunnen zij ermee doen in hun leven?‛ Stel geen te algemene reflectievragen. Zorg ervoor dat ze concreet en persoonsgericht zijn. Verzorg een attractieve inleiding die de jongeren nieuwsgierig maakt. Zorg ervoor dat elke leerling wordt aangesproken: leerlingen die graag actief bezig zijn, die graag reflecteren, die graag conceptualiseren, die graag toepassen, die logisch, verbaal, muzisch, fysiek, ruimtelijk, sociaal of persoonlijk aangelegd zijn. Speel in op wat er in de groep gebeurt en op wat er aangebracht wordt. Zorg ervoor dat iedereen je ziet en hoort wanneer je iets uitlegt. In het beste geval sta je tussen twee stoelen van de cirkel. Stel de juiste vragen. D.w.z. vragen die uitdagen en die niet te evident zijn. Zorg voor diepgang en persoonlijke betrokkenheid.
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
50
Hoofdstuk 2: Theologiseren met jongeren in de praktijk 2.1 Enkele theologische activiteiten 2.1.1 Theologiseren als didactische, innoverende werkvorm In het theoretisch deel heb ik reeds aangehaald dat theologiseren een didactisch werkvorm is: ‚Het theologisch gesprek met jongeren of kinderen is aldus een werkvorm die aan deze vraag kan beantwoorden.‛5 Bovendien gaf ik in dat deel aan hoe een competente godsdienstleerkracht een hele waaier van levensbeschouwelijke vaardigheden kan inoefenen en ontwikkelen via de werkvorm van het theologiseren. De vier activiteiten die ik op basis van deze theorie voor mijn praktisch deel heb ontworpen zijn dan ook een concrete uitwerking. Vanzelfsprekend was deze concrete didactische uitwerking niet. Theologiseren voor jongeren en des te meer de praktijk van het theologiseren zijn namelijk, tot op vandaag, onbekend en vooral onuitgewerkt gebleven in het Vlaamse godsdienstonderwijs van de secundaire school. Daarom durf ik mijn uitwerking innoverend te noemen. Ik had immers geen voorbeelden of handboeken bij de hand waarop ik mijn activiteiten kon baseren. Deze activiteiten zijn dus, qua concept en uitwerking, volledig van eigen hand. Daarbij heb ik de didactische competenties die ik doorheen mijn lerarenopleiding heb verworven, proberen toe te passen en tegelijkertijd trachten te verrijken. Per activiteit volg ik steeds eenzelfde structuur. Eerst licht ik telkens de activiteit en eventuele inspiratiebron toe, daarna volgt de koppeling aan het model ‚elementariseren‛,6 vervolgens verduidelijk ik de legende, bij twee activiteiten volgen er een aantal proefondervindelijke tips en tenslotte bied ik het eigenlijke materiaal aan, met eerst een versie voor de groepsleden en daarna een versie voor de begeleider. Ten laatste wil ik nog even vermelden dat de foto’s die u in de tekst aantreft, doorheen de observaties en toepassing van de activiteiten gemaakt zijn.
2.1.2 “Twisten met zes thema’s” Bron van inspiratie voor de activiteit Bij de vormgeving van deze theologische werkvorm heb ik mij laten inspireren door het behendigheidsspel ‚Twister‛7 dat in 1996 werd uitgegeven door MB. Het spel gebruikt een plastic vloerkleedje, bedrukt met grote gekleurde cirkels. Ik ben op zoek gegaan naar een dergelijk vloerkleedje maar omdat ik werk met zes i.p.v. vier kleuren, kon ik het typische matje niet gebruiken. Bij het spel hoort een draaischijf die verdeeld is in vier vakken. Elk vak staat voor een lichaamsdeel: linkervoet, rechtervoet en linkerarm of rechterarm. Deze vakken zijn verder 5 Zie 2.1.1 Jean Piaget en Lev Vygotsky 6 Zie 3.6.1 De methode : Het principe van de wederkerige ontsluiting en het model “elementariseren” 7 “Twister” van MB. (1996). Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
51
onderverdeeld in vier verschillende kleuren. De spelleider draait de schijf en roept bijvoorbeeld: "linkervoet op blauw". De spelers moeten vervolgens dat lichaamsdeel op één van de cirkels met die kleur plaatsen, zonder om te vallen. Echter werk ik bij de theologische werkvorm niet met de lichaamsdelen, maar vooral met de kleuren. Dit spel heeft mij dan ook geïnspireerd voor de actieve component van het theologiseren. De participatie aan het theologisch gesprek gebeurt namelijk op basis van beweging naar de matjes. Bovendien heb ik de naam van het spel gebruikt voor de benoeming van deze werkvorm. Want tijdens de werkvorm wordt er met de verschillende thema’s getwist. Twisten verwijst dan niet naar kibbelen, maar wel naar de speelse manier waarop er verbindingen tussen de verschillende theologische thema’s worden gemaakt. Eveneens kan er vlot van de ene naar het andere theologische vraag gesprongen worden. De matjes, kaartjes en kleurdobbelsteen Uitleg van de activiteit Er wordt gewerkt met zes levensbeschouwelijke en actuele thema’s die ieder een verschillende kleur hebben. Respectievelijk: geloven - rood, Moeder Aarde - groen, verleiding - geel, leven en dood - oranje, vrijheid en gevangenschap - blauw en gemeenschap en (naasten)liefde - paars. De groepsleden zitten in een cirkel en in het midden van de cirkel liggen matjes in verschillende kleuren. Om beurten werpen de groepsleden met de kleurdobbelsteen. Telkens komen zij op één kleur uit: blauw, oranje, rood, groen, geel of paars. Vervolgens trekken zij een kaartje uit de stapel kaartjes van de geworpen kleur. Op dit kaartje staat telkens een inleiding op de vraag (verwijzing naar een filmfragment, lied, cartoon, verhaal, citaat, <) en een vraag die uitnodigt tot theologiseren. Het groepslid dat het kaartje heeft getrokken zet zich op het matje van de desbetreffende kleur en leest voor wat er op het kaartje staat. De groepsleden bekijken of beluisteren de inleiding van de vraag en het groepslid dat de vraag heeft getrokken formuleert een antwoord. De andere groepsleden worden uitgedaagd om te reageren. Indien zij op hun beurt de vraag wensen te beantwoorden of op een uitspraak wensen te reageren, zetten zij zich op een matje. Wanneer zij het gevoel hebben dat al hun argumenten en ideeën aan bod kwamen, zetten zij zich terug in de buitenkring. Deze aanpak stimuleert een gevoel van veiligheid en geeft de groepsleden ook de kans om de vraag te laten bezinken en een persoonlijk antwoord te verwoorden. Afhankelijk van het tijdsbestek kan deze activiteit luchtig of diepgaand ingevuld worden. De beamer om de filmfragmenten en impulsen te tonen
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
52
Link met de verschillende aspecten van het model “elementariseren”8 Elementaire levensbetekenissen: Cartoons, liedjes, (Bijbel)verhalen, foto’s, citaten, filmfragmenten, enz. kunnen heel wat vragen oproepen. Door samen na te denken over deze vragen en te kijken naar wat de traditie aanbiedt als mogelijk antwoord, kunnen jongeren wegwijzers ontdekken die hen helpen in het uitbouwen van een eigen levensbeschouwelijke identiteit. Elementaire incentieven en media: M.b.v. de actieve werkvorm tracht de begeleider de groepsleden op een speelse manier in contact te brengen met vragen, verhalen, inzichten, enz. uit de christelijke traditie. Elementaire leeractiviteiten: De groepsleden krijgen de opdracht om, om beurt met de kleurdobbelsteen te werpen, zich op het matje van de desbetreffende kleur te zetten en de vraag te beantwoorden. De andere groepsleden komen aan bod door zich (tijdelijk) op een matje te zetten en een antwoord of reactie te verwoorden. Wanneer de begeleider merkt dat alle groepsleden op het theologisch thema betrokken zijn, wordt het gesprek uiteraard uitgebreid naar de buitenkring. Elementaire toegangen: De groepsleden krijgen de opdracht om hun opvattingen en houdingen op een open manier te verduidelijken. De begeleider kiest voor het materiaal dat het beste op de beleving van de jongeren aansluit en zorgt ervoor dat de begeleiding inspeelt op hun opvattingen m.b.t. de zes thema’s. Elementaire ervaringen: De begeleider peilt naar vragen en ervaringen die de groepsleden reeds gevormd hebben. Vervolgens vraagt de begeleider om te concretiseren, te verduidelijken, toe te passen en voorbeelden te geven van de omgang met geloof, Moeder Aarde, leven en dood, liefde, verleiding en vrijheid. Structuur en context: De begeleider staat stil bij de verschillende contexten waarin een verhaal, cartoon of andere illustratie voorkomt en reflecteert zelf over de achterliggende boodschap of de diepere betekenis. Bovendien wordt informatie over de context en de structuur steeds aangegeven door de volgende tekens: of . Legende: Net als bij de andere uitgewerkte activiteiten wordt het materiaal steeds onderverdeeld in een versie voor de groepsleden en een versie voor de begeleider. De versie voor de groepsleden is het printklare materiaal waarmee gewerkt kan worden. In de versie voor de begeleider kan je een aantal tekens herkennen. In deze versie staan immers vragen die de begeleider kan stellen, impulsen9 of steigertjes die de begeleider kan aanreiken, interpretaties of mogelijke antwoorden die kunnen dienen als leidraad en opdrachten voor de jongeren. De volgorde van deze vragen ligt niet vast, maar dient als model. Eveneens worden bepaalde vragen onderlijnd. Dit zijn de hoofdvragen waarop samen een antwoord gezocht wordt. Vragen Impulsen Mogelijk(e) besluit en antwoorden Opdrachten en instructies
8 Zie 3.6.1 De methode: Het principe van de wederkerige ontsluiting en het model “elementariseren” 9 Met “impulsen geven” bedoel ik dat de begeleider op het gepaste moment een handreiking, korte informatie (uitspraak uit de Bijbel, betekenis van een woord, citaat, situatieschets, …) of een afbeelding (symbool, …) aanbiedt die/dat aansluit bij het denkprobleem van de jongere. Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
53
Proefondervindelijke bevindingen en tips voor de activiteit op basis van de toepassing tijdens de klasdagen10 Tijdens de eerste sessie op 25 en 26 februari 2010 kwamen aan bod Leven en dood Moeder Aarde Verleiding Vrijheid Tijdens de tweede sessie op 4 en 5 maart 2010 kwamen aan bod Leven en dood Liefde Vrijheid Geloven Bevindingen Ik merk dat ‚leven en dood‛ een thema is dat heel gevoelig ligt bij bepaalde leerlingen. Ik voel ook aan dat leerlingen vaak op een negatieve manier naar dood kijken en dat ze dood meestal associëren met afscheid. In de eerste groep heeft dit thema heel wat diepe ervaringen losgemaakt. Thema’s als ‚Moeder Aarde‛, ‚geloven‛, ‚verleiding‛ en ‚vrijheid‛, kunnen op een speelsere en ook luchtigere manier aangepakt worden. Daardoor gaat de voorkeur meestal naar deze thema’s uit. Tijdens de tweede sessie ben ik begonnen met een ritueel rond ‚leven en dood‛. Aan de hand van deze aanpak betrok ik de leerlingen, op een actieve en persoonsgerichte manier, op de sessie. Ze kregen de opdracht om buiten, in de natuur, iets te zoeken dat voor hen de winter en de lente symboliseert. Nadien werd er in de klasgroep stilgestaan bij twee vragen ‚Wat laat jij achter jou van de winter?‛ ‚Waar kijk jij naar uit van de lente?‛ Deze activiteit zorgde ervoor dat de leerlingen even een frisse neus konden halen en er tegelijkertijd een sfeer van ‚stilstaan bij‛, van ‚luisteren naar elkaar‛ en ‚praten over‛ werd gecreëerd. Tips Bied de leerlingen voldoende vrijheid. Bijt op je tong als je wil tussenkomen. Als begeleider is het immers fundamenteel dat je afstand kan nemen. Voor sommige leerkrachten zal dit een uitdaging zijn daar er in elke leerkracht wel een leidersfiguur schuilt. Besef toch dat je enkel een coach bent. Als de leerlingen vragen stellen of als zij discussiëren, kom er dan niet steeds tussen. De begeleider moet de jongeren aan het denken zetten en dat lukt niet als hij pasklare antwoorden geeft. Deze waarnemende houding is dan ook typerend voor theologiseren met jongeren.11 Bij voorkeur wordt er gewerkt met groepen van tien personen. Tijdens de klasdagen werkte ik echter met groepen van 22 leerlingen. Dit is niet ideaal omdat niet iedereen (evenveel) aan bod komt of durft komen. Praten over geloof en God is immers een persoonlijke en gevoelige kwestie die vlotter en diepzinniger verloopt in kleinere en vertrouwde groepjes.
10 Zie 2.2 Theologiseren tijdens klasdagen. 11 Zie 2.6.2 De houding en rollen van de leerkracht Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
54
Vergeet ook niet dat je als begeleider geen antwoorden mag geven. Leerlingen stellen zich namelijk vaak luidop vragen als: ‚Wat bedoelen ze daar nu mee?‛ Dit is als begeleider je kans om te repliceren: ‚Goede vraag, wie kan mij zeggen wat ze daarmee bedoelen?‛ Geef dus geen kant-en-klare antwoorden die een halt toeroepen aan het denken, maar stel uitdagende vragen. Deze socratische houding is dan ook kenmerkend voor theologiseren met jongeren.10 Wanneer je merkt dat de aandacht wegebt of wanneer je merkt dat de vraag te abstract of te moeilijk is, vuur dan niet meteen een tweede vraag af. Laat de jongeren maar even denken, laat de vraag maar even doordringen, < Er voelt er zich altijd wel eentje geroepen om iets in te brengen en daar kan je als begeleider weer mee verder. Als je merkt dat het geheel te abstract wordt, betrek het dan op hun leven: ‚Oké, je hebt voor liefde moed nodig. Vertel mij eens, in welke situaties kan je moed nodig hebben in een relatie?‛ Wanneer je immers merkt dat het abstract denken de betrokkenheid belet, vertaal dan naar een concrete situatie. Zo vergroot je de betrokkenheid en het begrip. Houd je ook niet strikt aan de vooropgestelde vragen. Houd ze in je achterhoofd, maar durf ervan afwijken. Als een leerling iets opmerkend inbrengt, speel daar dan op in. Vraag de leerling om het nog eens te herhalen en ga na wat de andere groepsleden ervan vinden. Stel vragen als: ‚Gaat iedereen daarmee akkoord? Hoe kan je het nog bekijken? enz.‛ Als je merkt dat groepsleden in de buitenkring hun ideeën niet durven verwoorden, dwing hen daar dan ook niet toe. Je zal immers merken dat in grote groepen niet iedereen even actief deelneemt aan het gesprek. Toch betekent dat niet dat de jongeren er niet over nadenken of geen persoonlijk antwoord zoeken. Wanneer je dit opmerkt kan je de veiligheid vergroten door hen even in kleinere groepjes te laten dialogiseren. Daarna kan je de gedachten in het plenum bespreken. Dergelijke werkvorm zal de inbreng fors verhogen omdat de individuele gesprekspartners zich veiliger voelen. Kaartjes voor de activiteit12 (versie voor de jongeren)13
12 De theologisch gespreksbegeleider knipt de kaartjes op de stippellijn uit. 13 Zie bijlage 7: Materiaal “Twisten met zes thema’s” en cd met de videofragmenten Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
55
Geloven
Moeder Aarde
Lees de getuigenis van Thomas Chatelle, voetballer: ‚Het geloof is iets wat onlosmakelijk bij mij hoort. Het is een deel van mijn persoonlijkheid. Ik beleef het bewust in het dagdagelijks leven en het geloof groeit ook met mij mee. Ik ben als kind altijd met mijn ouders mee naar de kerk gegaan, ik heb zowel thuis als op school een katholieke opvoeding gehad. Maar mijn ouders hebben mij bewust vrijgelaten in mijn geloofskeuze. Ze hebben mij de juiste waarden doorgegeven en ik heb mijn eigen weg gezocht. God speelt in mijn leven een belangrijke rol. Ik geloof niet dat God me zal helpen een goal te maken, een nieuwe blessure te voorkomen of opnieuw deel uit te maken van de Rode Duivels. Daarvoor dient Hij niet. Ik zie God vooral in andere mensen. Ik merk dat aan kleine signalen: iemand die me helpt of zich belangeloos voor anderen inzet, daarin zie ik God. Het duidelijkste signaal dat ik van God heb gekregen, is de liefde tussen mij en mijn vrouw. We hadden allebei het gevoel dat we iets met die liefde moesten doen. Het is zo’n overweldigend gevoel dat we het onmogelijk voor onszelf kunnen houden. We willen het aan zoveel mogelijk mensen doorgeven. Mijn grootmoeder zei altijd: ‚Ieder mens krijgt een aantal gaven van God. Wie veel gaven heeft gekregen, moet daarvan ook iets aan anderen teruggeven.‛ Welke rol speelt God in het leven van deze Rode Duivelspeler? Kijk naar het volgende filmpje: ‚Does God exist?‛ met Albert Einstein Wat zegt Einstein over koud en duisternis?
Kijk naar het volgende filmpje: Quercus: ‚Stop Global Warming‛ Wat zou men bedoelen met “When we give up, they give up?”
Lees de uitspraak van Marthin Luther King Junior: ‚Duisternis kan geen duisternis verdrijven, enkel licht is daartoe in staat. Haat kan geen haat verdrijven; enkel liefde is daartoe in staat‛ Ga je hiermee akkoord? Leg uit. Bekijk cartoon J en K Welk wonder wordt er hier uitgebeeld? Bekijk foto I Hoe staat de atheïst t.o.v. geloof?
Beluister het lied: ‚Mother earth‛ van Whitin Temptation Is de aarde onze moeder?
Kijk naar het volgende filmpje: ‚Waar kan de natuur nog heen?‛ Heeft de natuur vandaag te weinig plaats? Waaraan merk je dat in jouw leven?
Lees de toepspraak aan Seattle Met wie of wat zijn wij verbonden? Lees het volgende Jiddisch spreekwoord: ‚Iedereen is gekneed uit hetzelfde deeg, maar niet gebakken in dezelfde oven.‛ Wie is de kneder van het deeg?
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
56
Lees het volgende artikel: Na een verre reis door de ruimte, kwamen de Russische astronauten terug op aarde. De pers was massaal aanwezig en één van de reporters vroeg gekscherend of zij God soms waren tegengekomen en de oneindigheid van de ruimte. Tot lichte verbazing van de perslieden, reageerden de astronauten heel ernstig. Ze zeiden dat ze liever niet wilden antwoorden op die vraag. Maar er was natuurlijk een journalist die te koppig was om op te geven en erin slaagde om één van de astronauten apart te spreken. Na lang aandringen gaf deze astronaut toe dat ze inderdaad iets gezien hadden in de ruimte. ‚God?‛ vroeg de journalist, wat ongelovig. De astronaut knikte, het schaamrood op zijn wangen. ‚Zeg het aan niemand dat ik het je verteld heb.‛ zei hij. ‚Maar Ze is zwart. God bestaat, en Ze is zwart.‛ Wat valt er jou op in dit artikel? Bekijk cartoon M Hoe kunnen religie en wetenschap samenleven?
Lees de uitspraak van Thomas van Aquino: ‚Wij zien dat de wezens die geen bewustzijn hebben, handelen naar een doel. Dat wordt duidelijk door het feit dat ze altijd of heel dikwijls op dezelfde wijze handelen, op deze manier dat zij het beste proberen te bereiken. Het is daarom duidelijk dat dit geen toeval is, maar dat zij geleid worden door een intelligent wezen, zoals de pijl gericht wordt door de boogschutter. Er is dus een intelligent wezen waardoor alle natuurelementen naar hun doel geordend worden, en dit wezen is degene die wij God noemen.‛ Wat probeert Thomas van Aquino hier te bewijzen?
Leven en dood
Vrijheid en gevangenschap
Lees de uitspraak van J. Masefield (1878-1967): ‚De dood opent onbekende deuren.‛ Hoe denkt John Masefield over de dood? Lees Gen 3,19: ‚Zweten zul je voor je brood, totdat je terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen: stof ben je en tot stof keer je terug.‛ Naar waar gaan wij als wij dood gaan? Beluister het lied: ‚Testament‛ van Bram Vermeulen Wanneer is iemand dood? Bekijk foto D Wat zie je op het graf liggen?
Bekijk de foto’s van de bronnen. (Foto’s H) Ziet het water er op alle foto’s hetzelfde uit? Lees het scheppingsverhaal van Geert Hoste: Beste, Op de eerste dag was er niets. Op de tweede dag heb ik gebeld. Op de derde dag heb ik een bericht ingesproken. Op de vierde dag heb ik ge-sms’t. Op de vijfde dag nog geen antwoord gekregen. Het is nu de zesde dag en ik probeer het met een brief. Als je morgen werkt, geef dan eens een teken van leven. Met wie spreekt Geert Hoste? Bekijk foto E Van welke vrijheid is er hier sprake? Lees 2 Petr 2, 19 19 Ze beloven vrijheid, maar zijn zelf slaven van het verderf, want waar men door beheerst wordt, daarvan is men slaaf. Wat wil Petrus ons duidelijk maken? Lees de uitspraak van George Bernhard Shaw : ‚Vrijheid betekent verantwoordelijkheid. Daarom zijn de meeste mensen er bang voor.‛ Kan vrijheid ook onvrij maken? Hoe dan? Bekijk foto G Wat symboliseert het Vrijheidsbeeld?
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
57
Bekijk het volgende filmfragment: De officiële trailer van ‚2012‛ Aan wat doet het woord “Apocalyps” je denken?
Verleiding
Gemeenschap en (naasten)liefde
Lees Jak 1, 13-14: 13 Wie in verleiding komt, moet niet beweren: ‘Die verleiding komt van God.’ Want God stelt niemand aan verleiding bloot, zoals hij zelf ook niet door iets slechts in verleiding kan worden gebracht. 14 Iedereen komt in verleiding door zijn eigen begeerte, die hem lokt en meesleept. Van wie komt de verleiding? Bekijk foto F Wat probeert men hier te doen?
Lees de uitspraak van Epikouros (341-270 v.Chr.): ‚Het is niet de hulp van onze vrienden die ons tot steun is, als wel de gedachte dat ze ons zullen helpen.‛ Wat kan vriendschap voor mensen betekenen?
Bekijk het filmfragment: ‚Sneeuwwitje en de zeven dwergen‛ Wat vertelt de heks over de appel? Lees de uitspraak van Angelus Silesius: ‚De zondige mens ziet niets, hoe meer hij werkt en draaft, door de eigen wil gejaagd, hoe meer hij zich verslaaft.‛ Wat is verslaving?
Bekijk de clip: ‚Another chance‛ van Roger Sanchez Wat betekent “een groot hart hebben”? Lees de getuigenis van Tine: Ik ben te dik, te vet, te kwabberig, het puilt er allemaal uit, ik ben zo vreselijk zwabberig, dat ik niet eens durf te kijken naar een winkelruit. Maar jij glimlachende, goddelijke betweter, zei: ‚Hoe meer Tine er is, hoe beter!‛ Over wie heeft Tine het? Lees Jes 11, 6-8: 6 Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden 7 Een koe en een beer grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw en een rund eten beide stro. 8 Bij het hol van een adder speelt een zuigeling, een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang. Wat valt er jou op in dit fragment?
Lees 1 Joh 3, 15-18: “Heb elkaar lief”: 15 Iedereen die zijn broeder of zuster haat, is een moordenaar, en u weet dat een moordenaar het eeuwige leven niet blijvend in zich heeft. 16 Wat liefde is, hebben we geleerd van hem die zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters. 17 Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die meer dan genoeg heeft om van te bestaan, maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden? 18 Kinderen, we moeten niet liefhebben met de mond, met woorden, maar waarachtig, met daden. Wie zijn onze broeders en zusters?
Lees de uitspraak van Blaise Pascal: ‚Le coeur connaît les raisons, que la raison ne connaît pas: Het hart kent redenen, die de rede niet kent.‛ Waar bevindt zich de rede?
Lees de uitspraak van Sivanada: ‚Genot kan geen bevrediging van de begeerte tot stand brengen. Integendeel: het maakt de geest nog onrustiger door het intense verlangen ernaar.‛ Wat is genot?
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
58
Vragen en impulsen voor de activiteit (versie voor de begeleider) Moeder Aarde
Moeder Aarde
Kijk naar het volgende filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=P_9mjBUSDng Wat zou men bedoelen met “When we give up, they give up?” In welke mate draagt de mens verantwoordelijkheid voor de natuur en de dieren? Heeft een mens dan meer intelligentie of macht dan de dieren? Wat geeft de mens het recht of de plicht om meer verantwoordelijkheid te hebben? In Genesis zegt God tegen de mens om te heersen, maar wat houdt dat heersen in? Aan wat denken jullie bij heersen? Zou heersen betekenen dat je macht gebruikt of eerder misbruikt? Waarom denk je dat? In heersen herken je ‚Heer‛. Heerst de Heer dan? Op welke manier? Als de mens ook moet heersen, hoe moet hij dan omgaan met de dieren? Hebben dieren rechten? Welke rechten hebben dieren? Hoe kunnen wij vandaag onze macht gebruiken? Wat betekent dit voor ons leven, voor onze omgang met de natuur? Wat doet de mens wanneer er duizenden zeehondenpups worden doodgeknuppeld voor hun vacht of wanneer er hersenproeven op apen worden uitgevoerd?14 Wanneer heerst de mens en wanneer beheerst hij? Waar liggen de grenzen? Gen 1, 27-28: 27 En God schiep de mens als zijn beeld, als het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. 28 God zegende hen, en God sprak tot hen: ‚Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en onderwerp haar; heers over de vissen van de zee, over de vogels van de lucht, en over al het gedierte dat over de grond kruipt.‛ Augustinus van Hippo 354-430: ‚God zorgt voor de wind, maar de mens moet de zeilen hijsen.‛ Augustinus was bisschop van Hippo, een stad in Algerije die vandaag Annaba heet. Augustinus heeft heel wat boeken geschreven over God en het christendom. De mens is het enige wezen op aarde dat kan nadenken over de wereld en kan werken aan verbetering. Die kracht houdt een grote verantwoordelijkheid in die we niet uit de weg mogen/kunnen gaan. Kijk naar het volgende filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=ycJ3r-ueNso Heeft de natuur vandaag te weinig plaats? Waaraan merk je dat in jouw leven? Waar herken je het gebrek aan ruimte voor de natuur in jouw leven? Waar kan de natuur volgens jullie nog heen? Is het aan de natuur om ruimte te maken of eerder aan de mens? Waarom denk je er zo over? Maakt de mens dan geen deel uit van de natuur? Wat is de natuur? In welke mate is de mens een onafhankelijk wezen? Waar halen wij ons eten en drinken? Wat heb je nodig als je zin hebt in frietjes, als je zin hebt in biefstuk, als je een huis wil bouwen, als je je een brug wil bouwen, als je een salon wil kopen, als je papier nodig hebt om op te schrijven? Hoe kunnen wij de natuur ruimte geven? De mens maakt deel uit van de natuur, maar dat vergeten we soms. We moeten leren stilstaan bij onze oorsprong. De mens is niet zomaar een onafhankelijk wezen, maar komt voort uit de natuur en is ook afhankelijk van de natuur. De mens moet daarom zijn plaats kennen en ruimte bieden voor de andere levende wezens van de natuur. De natuur is alles wat zich spontaan ontwikkelt of handhaaft maar niet het resultaat is van een menselijke doelstelling.
14 Zie bijlage 8: Impulsen (twee foto’s) Moeder Aarde Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
59
Moeder Aarde
Moeder Aarde
Beluister het lied: “Mother earth” van Whitin Temptation15 Is de aarde onze moeder? Is de aarde onze moeder? Op welke manier? Hoe zouden jullie een moeder omschrijven? Noteer alle woorden, gevoelens die opkomen wanneer je denk aan ‚moeder‛. De begeleider maakt een woordspin. Welk gevoel heb je bij het woord ‚moeder‛? Is een moeder alleen lief? Waarom spreken we niet van ‚Vader Aarde‛? De zangeres zegt: ‚Wij zijn maar voorbijgangers op haar weg.‛ Wat zegt dit over de mens op aarde? Wie maakt er eigenlijk de beslissingen, wie heeft de meeste macht: de mens of de natuur? De zangeres zegt: ‚Je kunt haar niet controleren, ze gaat haar eigen weg.‛ Is dat zo? Waaraan merk je dat? Hoe kunnen wij invloed uitoefenen op onze moeder? Hoe tracht jij iets te bekomen? Wie beslist er uiteindelijk? Koreaans gezegde: ‚Omdat God niet overal kon zijn, heeft hij de moeder geschapen.‛ Wat bedoelt men hier met de moeder? Felicity Martin, een Britse natuurfotografe: ‚Thuis is waar moeder is.‛ Hoe kan de natuur een thuis zijn voor mensen? Regina Hill, een Amerikaanse schrijfster : ‚In jou mam, heb ik alles gezien wat liefde kan zijn. Ik heb tranen in je ogen gezien, tranen om mijn leed, mijn geluk en mijn teleurstellingen. Ik heb hoop op je gezicht gezien, hoop voor mijn wensen, mijn zegeningen en dat het met mij goed zou gaan.‛ ‚Het geduld van een moeder is als tandpasta. Hoeveel je er ook van gebruikt, er is altijd een beetje over.‛ ‚In de natuur is geen enkele vreugde zo groots en roerend als de vreugde van een moeder over het geluk van een kind.‛ Lenny Kravitz: ‚Mijn moeder zei: Jongen doe toch niet zo gek. En mijn moeder zei: Je moet er harder tegenaan. En mijn moeder zei: Bereik alles wat je maar wil. En mijn moeder zei: Dat liefde alles is wat telt.‛ Een moeder kan heel zacht en liefdevol, maar ook heel strijdlustig zijn. Een moeder kan net als een leeuwin haar kinderen beschermen. In de schepping van de natuur en de moeder is God ons steeds nabij. In de liefde van een moeder voor ons kunnen we een glimp opvangen van de Liefde. Lees de toespraak van Seattle16 Met wie en wat zijn wij verbonden? Met wie en wat zijn wij verbonden? Wat is het verschil tussen de kijk van de indianen en de blanke mens? Seattle zegt: ‚Als wij op de grond spuwen, spuwen wij op onszelf.‛ Hoe kan dat nu? Zijn wij dan stof? Wat bedoelt men dan met dat stof? Als je een plantje verbrandt wat blijft er dan over? Bij een mens? Hoe moeten wij volgens de indianen omgaan met de aarde? Hoe moeten wij omgaan met God? ‚Wanneer wij de aarde beschadigen, schenden wij ook de schepper van de aarde.‛ Hoe kunnen wij als mens de aarde beschadigen? Uit de tekst lijkt te weerklinken dat de schepper identiek is aan God. Is dat zo volgens jullie?
15 Zie bijlage 7: Liedtekst “Mother Earth” van Within Temptation 16 Zie bijlage 7: Toespraak van Chief Seattle, opperhoofd van de Duwanish-indianen Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
60
Moeder Aarde
Moeder Aarde
Wie of wat is de schepper van de aarde dan? Hoe kan een mens scheppen? God heeft de mens toch geschapen naar zijn evenbeeld? Is de mens dan ook niet capabel te scheppen, zoals God? Wat doe je als je een luchtje schept? Wat doe je als je een sfeer schept in de klas? Wat doe je als je opschept? Prediker 3, 30 Alles gaat naar dezelfde plaats, alles is uit stof ontstaan en alles keert terug tot stof. Wetenschappers vertellen dat elk organisme bestaat uit atomen, heel kleine deeltjes. Die atomen kunnen verbonden worden in een molecuul. Atomen vinden we terug in sterren, planten, dieren, mensen, enz. Indianen zijn de oorspronkelijk bewoners van Amerika. Columbus dacht in 1492 dat hij in Indië beland was en heette de bewoners daarom ‚Indios‛. De blanke mens behandelt de aarde als koopwaar, als waar om te ruilen in geld, maar beseft niet dat de aarde niet van hem is. Integendeel de mens is deel van de aarde. We moeten op dezelfde manier met God als met de aarde omgaan: in verbondenheid en vanuit het besef dat God en de aarde niet van ons zijn, maar met respect voor het gevoel dat iets of iemand er eerst was en dat wij deel uitmaken van het grote geheel. Lees het volgende Jiddisch spreekwoord: Wie is de kneder van het deeg? Wie heeft ons gekneed? Wie of wat is de oven? Als God ons kneed en de opvoeding en omgeving is de oven, wat bepalen wij dan zelf? Wie beslist of wij kiezen voor het goede of het kwade? In welke mate kiest de mens zelf of hij het goede of kwade doet? Zijn wij meer dan datgene wat onze omgeving en onze genen van ons heeft gemaakt? God heeft het brood gekneed, de opvoeding heeft het gebakken. Maar wij kiezen zelf aan wie wij ons broodje geven. Bekijk de foto’s van de bronnen (Foto’s H)17 Ziet het water op alle foto’s er hetzelfde uit? Wat kan je zeggen over de helderheid van het water op de drie foto’s? Waar is het water helder? Wat kan daar de oorzaak van zijn? Wat geeft jou energie? Waar kunnen mensen vandaag herbronnen? Is er een Bron van leven: een Bron die stroom geeft aan het leven van mensen? Wat doet dit als je die bron God noemt? In welke mate kan God een of dé Bron zijn voor mensen? Kan je die Bron voelen? Hoe kan je een bron in de natuur ontdekken? Kan je een bron maken? De groepsleden noteren op het “werkblad bronnen”.18 De getuigenis van Rik Hoet, priester van het bisdom Antwerpen : ‚Voor mij was er al een Ander die wilde dat ik leefde. Ik gebruik graag het woord schepper, omdat ik het gevoel heb dat er een bron onder alles stroomt. God is als dit alles, al weet ik ook dat ik dan nog niets gezegd heb. Liefde is groter dat ons begrip over liefde en groter dan ons vermogen om lief te hebben.‛ Water dat niet door een bron gestuwd wordt is troebel. Ook een mens moet zijn energie
17 Zie bijlage 7: Foto’s H 18 Zie bijlage 7: Werkblad bronnen Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
61
Moeder Aarde
Moeder Aarde
Geloven
ergens zoeken, < bij een bron. Die bron kan je niet maken, maar je kan er naar op zoek gaan. Je kan graven in de oppervlakte, voorzichtig de aarde wegdoen. Lees de uitspraak van Thomas van Aquino Wat probeert Thomas van Aquino hier te bewijzen? Over wie heeft Aquino het als hij spreekt over wezens zonder bewustzijn? Wat wordt er bedoeld met het bewustzijn? Betekent dat geen hersenen hebben? ‚Deze planten en dieren handelen op een doelgerichte manier terwijl zij zelf niet in staat zijn om dat doel te bepalen.‛ Waar herken je dat in de natuur? (Denk aan een plantje dat groeit naar de zon toe. Een olifant die treurt om zijn overleden familieleden. Een hond die trouw is aan zijn baasje. Een paard dat een genezende kracht heeft op mensen met gedragsstoornissen of een mentale handicap. Deze mensen slagen er bijvoorbeeld niet in om goed te communiceren met mensen, maar kunnen dat wel met paarden.) Wat drijft dieren en planten? Het instinct of is er iets meer? Wat is instinct? Is het treuren van een olifant een essentiële levensbehoefte? Lien kiest er bewust voor om niet uit te gaan met Joeri omdat zij hem niet goed kent. Sander stelt doelbewust enkele werkpunten voor de stage op. Het instinct is een aangeboren, soorteigen aandrift die niet op rede of kennis berust en gericht is op het vervullen van de essentiële levensbehoeften. Thomas van Aquino bedoelt eigenlijk dat er iets/iemand is wat/dat dieren en planten stuurt, dat hen een doel geeft. Zij zijn immers niet zelf niet in staat om een doel te bepalen. De mens kan dat (gedeeltelijk) wel. Thomas van Aquino leefde in de dertiende eeuw en werd vooral bekend door zijn vijf godsbewijzen. Deze zouden vandaag door praktisch alle wetenschappers verworpen worden. Lees het scheppingsverhaal van Geert Hoste Met wie spreekt Geert Hoste? Wat probeert Geert Hoste te doen? Hoe kunnen wij contact zoeken met God? Waar kunnen wij het goddelijke ontmoeten? In Geert Hoste zijn scheppingsverhaal is het niet God die de acties verricht, maar hijzelf. Is Geert Hoste dan de schepper? Wat schept hij? Kunnen wij ook schepper zijn? Hoe kan een mens scheppen? God heeft de mens toch geschapen naar zijn evenbeeld? Is de mens dan ook niet capabel te scheppen, zoals God? Wat doe je als je een luchtje schept? Wat doe je als je een sfeer schept in de klas? Wat doe je als je opschept? Gen 1, 1-31.2, 1-3 Schept Geert Hoste niet een band met God? In het zoeken naar contact met God, tracht hij zich volledig op Hem te richten. In die zin schept Geert Hoste een relatie met God. Bekijk cartoon J en K19 Welk wonder wordt er hier uitgebeeld? Wat is een wonder? Wanneer heb je bewondering voor iets of iemand? Wat is het verschil tussen een wonder en een mirakel? Is er een variant van bewondering hebben voor, maar dan met mirakel? Wie kan er mirakels verrichten?
19 Zie bijlage 7: Cartoon J en K Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
62
Geloven
De begeleider toont een filmfragment van een magiër: http://www.youtube.com/watch?v=Axi58IkRkvk&feature=related Hoe zou deze magiër erin slagen om de vrouw van kleren te doen veranderen? Hoe zouden we dit kunnen nadoen? Wat kunnen we zeggen over de inspraak van het publiek? Zijn zij nodig voor de trucs? Wat doet deze man: wonderen of mirakels? Wie kan er wonderen verrichten? Wat doet Jezus? Hoe moeten wij omgaan met de wonderen die Jezus verricht? Moeten wij ze zien als zogenaamde bewijzen van zijn goddelijkheid of moeten wij ze eerder zien als tekens van wat mensen kunnen wanneer ze geloven? ‚Uw geloof heeft u gered.‛ zegt Jezus nadat hij een blinde weer doet zien, een verlamde weer doet lopen. Waarom zou Jezus dit zeggen? Is het Jezus dan niet dat het wonder verricht? Welke wonderen kunnen wij in ons leven verrichten? A. Einstein 1879-1955: ‚Er zijn slechts twee manieren om te leven: doen alsof niets een wonder is en doen alsof alles een wonder is. Ik geloof in de laatste manier.‛ Wat kunnen wij bijvoorbeeld zien als een wonder: iets wonderlijk, prachtig dat gebeurt? Op welke manier dacht Jezus? Zou Jezus gedacht hebben zoals Einstein? Waaraan merk je dat? Van Jezus verwachtte men vaak mirakels, maar hij zag zichzelf eerder als iemand die wonderen kon verrichten. Geregeld nadat hij een wonder verrichtte zei hij: ‚Uw geloof is uw redding‛. Een mirakel is een ongeloofwaardige gebeurtenis. Een wonder is iets bewonderenswaardig dat gebeurt. Een wonder verrichten kan iedereen. Een mirakel, daarvoor ben je afhankelijk van anderen. Een wonder is iets dat de gewone gang van zaken overschrijdt, iets dat de automatismen van nood aan slaap, voedsel, voortplanting, < overstijgt: een mens die ondanks dat die moe is, toch wakker blijft om te waken bij een zieke partner, de trouw ondanks het instinct om zich voort te planten, < Dat zijn voorbeelden van de vele prachtige wonderen die mensen kunnen verrichten. Kijk naar het volgende filmpje: http://www.kuleuven.be/thomas/algemeen/videodatabank/videoview.php?video_id=313 Wat zegt Einstein over koud en duisternis? ‚God heeft het kwaad niet geschapen, het is enkel de oorzaak van de afwezigheid van God in het hart van de mens.‛ Wat wil Einstein zeggen over God? Is God goed of kwaad? Wat is goedheid dan? Wanneer doen mensen goed? Einstein is een wetenschapper. Toch denken veel mensen vandaag dat wetenschap religie uitsluit en omgekeerd. Uit dit filmpje blijkt dat dit niet hoeft. Hoe kunnen evolutionisme en creationisme samenleven? (met cartoon L)20 Hoe kan je enerzijds zeggen: ‚Wij stammen af van de aap.‛ en anderzijds: ‚God is de Schepper, we kunnen Hem niet buiten spel zetten.‛? Richard Dawkins, atheïst en één van de bekendste schrijvers over de evolutietheorie: ‚Het is volstrekt veilig om te zeggen dat, als men iemand ontmoet die beweert niet te geloven in evolutie, deze persoon onwetend, dom of ziek is. Maar de mogelijkheid laat ik open. ‚ Waarom zou je ervan uitgaan dat iemand dom is, als die niet wil geloven in de evolutie? Maar wat bedoelt hij dan met ‚De mogelijkheid van de schepping laat ik open.‛?
20 Zie bijlage 7: Cartoon L Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
63
Geloven
Geloven
Geloven
Is de wetenschap vandaag in staat om alles te verklaren? Zijn er grenzen? Welke? Je kan warmte hebben: een beetje warmte, gematigde warmte, intense warmte, hitte. Maar er bestaat niet zoiets als: gematigde kou, intense kou, < Kou omschrijft slechts de afwezigheid van warmte. We kunnen het niet meten. Warmte is energie. Koude is niet het tegenovergestelde van warmte, het is slechts de afwezigheid ervan. Donker is de afwezigheid van licht. Er is een flauw licht, normaal licht, fel licht, helder licht. Maar als er geen licht is, is er niets en dat noemen we donker. Volgens Einstein is God niet slecht zoals de professor probeert te bewijzen. Net als koude de afwezigheid van warmte en duisternis de afwezigheid van licht is, is kwaad de afwezigheid van God in het hart van de mens. Lees de uitspraak van Marthin Luther King Junior Ga je hiermee akkoord? Wat betekent dit voor ons leven? Wat moet je doen als iemand jou een mep geeft? Wat moet je doen als jouw lief jou bedriegt? Barack Obama heeft 30.000 extra militairen naar Afghanistan gestuurd. Lokt hij zo niet extra geweld uit? Hoe zouden jullie het aanpakken? Hoe zouden de ouders van de slachtoffers van Ronald Janssen 21 volgens Luther King moeten omgaan met de dood van hun dochter? Is dit realistisch? Waarom? Zouden jullie in staat zijn om te vergeven? Wat betekent vergeven dan voor jullie? In welke mate kan wraak zoet zijn? ‚Wraak levert je één moment van voldoening op, terwijl vergeving je in staat stelt om gelukkig verder te leven.‛ Martin Luther King Junior was een Amerikaanse dominee die vooral bekend werd door zijn strijd voor de rechten van alle rassen. In de jaren 50 en 60 van de 20ste eeuw kregen blanken in de VS veel meer voordelen dan zwarte mensen. Zo kregen zwarte mensen geen toegang tot bepaalde bussen. In zijn bekende toespraak weerklinken de woorden: ‚I have a dream.‛ Lees de getuigenis van Thomas Chatelle, voetballer22 Welke rol speelt God in het leven van deze Rode Duivelspeler? Thomas zegt dat hij God herkent in andere mensen. In welke daden herkent hij God? Hoe kunnen we deze daden omschrijven? Zien jullie de goede daden van mensen ook als iets goddelijks? Kan je een voorbeeld geven van een goddelijke handeling? Waar herkennen jullie goddelijke daden? Wanneer zien jullie iets goddelijks in mensen? Als God je niet helpt om een goal te maken of een blessure te helpen voorkomen, < waarvoor dient Hij dan? Met wat kunnen we bij God terecht? Kunnen we met onze persoonlijke wensen bij God terecht? ‚God is not a cosmic bellboy for whom we can press a button to get things done.‛ Thomas Chatelle woont in Jette en kwam op 25 december 2007 over van Racing Genk. De middenvelder speelde sinds 2000 voor de Limburgse club. Daarvoor was hij bij AA Gent (1998-1999) en KV Mechelen ( 2000) aan de slag. Drie keer schopte hij het tot Rode Duivel. Bekijk foto I23 Hoe staat de atheïst t.o.v. geloof? De atheïst zegt ‚Aha, voilà er is niets na het leven.‛ Maar is er echt niets te zien op het schilderij? Wat kan je zien?
21 Zie bijlage 8: Impuls "Ronald Janssen bekent vierde moord" 22 Zie bijlage 8: Impuls (foto) Geloven Thomas Chatelle 23 Zie bijlage 7: Foto I Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
64
Geloven
Geloven
Waarom zou de persoon naast het schilderij bedenkelijk kijken? Wat of wie zou de lichtbol kunnen zijn? Wat kan licht allemaal doen? Hoe ervaren we de periodes van weinig licht? Atheïsme komt van het Grieks: het voorvoegsel ‚a-‚ betekent ‚niet‛ en het woord ‚theos‛ betekent ‚god‛ of ‚godheid‛. Atheïsme is de afwezigheid van God en het niet aannemen van het bestaan van God. Joh 1, 1-9: 1 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Het was in het begin bij God. 3 Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4 In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5 Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen. 6 Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. 7 Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. 8 Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: 9 het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. In het evangelie volgens Johannes spreekt men van het licht dat naar de wereld komt. Wie zou dat licht kunnen zijn? Is Jezus alleen dat licht? Waarom is hij eigenlijk het licht van de wereld? Hoe kunnen wij een licht voor anderen zijn? Dankzij licht kunnen planten groeien. De mens heeft licht nodig voor zijn gezondheid. Wanneer het donker is zijn we vaak slecht gehumeurd, dan is het zonnige in ons soms ver te bespeuren. Jezus was/is het Licht van de wereld. In alles wat hij deed, bracht hij het zonnige naar boven. Hij toonde ons in concrete daden hoe ieder mens een licht voor anderen kan zijn. Lees het volgende artikel Wat valt er jou op in dit artikel? Is God vrouwelijk of mannelijk? Welke kleur heeft God? Hoe kunnen we God beschrijven in woorden? De Bijbel is geschreven in een periode waarin de man boven de vrouw stond. Mocht je de Bijbel vandaag herschrijven zou er misschien staan: Hij/Zij, de Vader/de Moeder. Bekijk cartoon M24 Hoe kunnen religie en wetenschap samenleven? Einstein: ‚Wetenschap zonder religie is lam en religie zonder wetenschap is blind.‛ Wat bedoelt Einstein met blind? Wat is jullie mening over een gelovige die zijn ogen sluit voor het feit dat de mens afstamt van de aap? Wat heeft een gelovige nodig naast zijn geloof? Wat bedoelt hij met lam? Wat denken jullie van wetenschappers die zonder enig respect voor apen, proeven uitvoeren op hun hersenen? Wat heeft een wetenschapper nodig naast het verlangen om te verklaren en te ontdekken? Paus Johannes Paulus II vertelde dat we bewondering moeten hebben voor de wetenschap die ons heel veel leert over mens en wereld. Toch voegde hij toe: ‚Ik voel me tegelijkertijd verplicht om hen op te roepen met hun inspanningen door te gaan en tegelijkertijd binnen de horizon van de wijsheid te blijven en dus wetenschap te combineren met het geloof en de zedelijke waarden.‛ Een gelovige die de wetenschappelijke bewijzen niet aanvaard is naïef. Hij doet alsof er geen bewijzen zijn. Dat is niet gezond. Maar wetenschap zonder de verwondering, waardering en respect voor datgene wat men onderzoekt is heel gevaarlijk. Dan ontstaan
24 Zie bijlage 7: Cartoon M Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
65
Leven en dood
Leven en dood
er proeven op allerlei dieren of gebruikt men de natuur voor eigenbelang. Lees de uitspraak van J. Masefield (1878-1967) Hoe denkt John Masefield over de dood? Wat is de dood: een muur of eerder een deur naar iets anders? Wat gebeurt er na de dood? Hoe zouden leven en dood kunnen samengaan? In een mens zijn leven kunnen er momenten aanbreken die je vragen om het oude achter te laten en plaats te maken voor het nieuwe. Wie kan een voorbeeld geven van zo’n moment? John Masefield is een Britse schrijver die stierf in de jaren 70. Zenmeester Charlotte Joko Beck: ‚Op de boom die wegkwijnt, bloeit een bloem.‛ Wat probeert Charlotte ons duidelijk te maken? Wat stelt de boom voor? Wat stelt dan de bloem voor? Hoe kunnen leven en dood samen voorkomen? Waar herken je in de natuur tegelijkertijd leven en dood? Is leven dan niet het tegenovergestelde van dood? Zen is een vorm van boeddhisme die de nadruk legt op ‚za-zen‛: meditatie als manier om tot verlichting te komen. Leven en dood zijn geen tegenstellingen. Zij komen samen voor: dood maakt steeds plaats voor leven. In de natuur maakt het ene seizoen plaats voor het andere, biedt de dode boom voedsel voor de zwammen, breken de zwammen de boom af zodat er nieuw groen kan groeien, eet een leeuw een hert op om te overleven, < De begeleider organiseert een ritueel rond leven en dood.25 De begeleider en de leerlingen gaan naar buiten, in de natuur. Dood en leven in de natuur komen weer naderbij. Binnen een kleine maand zal een nieuw seizoen aanbreken en zal de winter plaats maken voor de geboorte van de lente. Denk eens aan wat de winter voor jou betekent en kies een woord of voorwerp dat voor jou de winter symboliseert. De begeleider legt een steen in het midden van de kring en verduidelijkt wat dat voor hem symboliseert. De jongeren krijgen twee kaartjes: op één kaartje noteren ze wat ze van het ene seizoen achter zich laten. Vooraan tekenen ze hun symbool. Op het tweede kaartje noteren ze datgene waarnaar ze in het nieuwe seizoen uitkijken. De jongeren krijgen allemaal een grassprietje dat ze op hun kaartje plakken. De kaartjes voor de winter worden in een cirkel rond de steen gelegd. De kaartjes voor de lente worden in een cirkel rond het ei gelegd. Hoe gaan jullie om met de dood van het ene seizoen en de geboorte van het andere? Waarom is het belangrijk om de dood te accepteren? Hoe kunnen mensen leren om de dood te accepteren? Lees Gen 3,19 en bekijk cartoon N26 Naar waar gaan wij als wij doodgaan? Van wat leeft een stofmijt? Hoe kunnen de stofmijten elkaar terug zien? Naar welk stof keren wij terug? Is er dan geen hemel en hel? Wie komt er terecht in de hel en in de hemel? De hel wordt gezien als de onderwereld, wat is de hemel dan? Hoe kan een mens in de hemel terechtkomen? ‚Wij allen beschikken over het vermogen om de hemel op aarde te scheppen.‛ Hoe kan je vandaag al in de hemel leven?
25 Rosseels, C. in “Levensbeschouwelijk mentorschap”, Gorinsek, J., 2010, blz. 168. 26 Zie bijlage 7: Cartoon N Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
66
Leven en dood
Leven en dood
Leven en dood
Wat betekent dat concreet voor ons leven? ‚De hel is het niet komen tot zelfacceptatie: het eeuwige veroordelen van jezelf.‛ Wat betekent dat: jezelf accepteren? Wat accepteer je dan allemaal van jezelf? Denk eens na over een situatie waarin jij je in dat opzicht in de hel bevond. Denk eens na over een situatie waarin jij je in de hemel bevond. De hemel en hel kunnen vandaag op aarde zijn. Wanneer mensen in de knoop zitten met zichzelf, de wonderen die zij en anderen kunnen verrichten niet zien, verbitterd zijn, < dan leven zij reeds in de hel. Lees het lied “Testament” van Bram Vermeulen27 Wanneer is iemand dood? Wat betekent dood zijn voor jullie? Is de dood een afscheid? Wanneer? Wat is een afscheid? Wanneer is een afscheid definitief? Van Dale: ‚Afscheid is vaarwel zeggen.‛ Van Dale: ‚Dood is het ophouden van leven en de onmogelijkheid om dit te doen terugkeren.‛ Wanneer is de dood definitief? Bij wie ligt de onmogelijkheid om het leven te doen terugkeren? Zou er iemand of iets anders zijn dat daar wel toe in staat is? Salvador Dali, Spaans kunstschilder 1904-1989: ‚Een afscheid betekent de geboorte van een herinnering.‛ Kunnen we afscheid hier vervangen door andere woorden? (door dood) Is er dan alleen een herinnering na de dood? Hoe kan iets of iemand verder leven? De dood is een afscheid. De mens moet leren omgaan met het niet meer fysiek aanwezig zijn van iets of iemand. Je moet afstand kunnen nemen. Maar betekent dat altijd dat er geen weerzien meer is? Bekijk foto D28 Wat zie je op het graf liggen? Met welk kerkelijk feest leggen christenen chrysanten op het graf van overleden familie? Waarom leggen christenen chrysanten en geen andere bloem? De naam van de bloem komt uit het Grieks: "chrusos". Dat betekent goud en "anthemon" betekent bloem. De bloem komt uit China en Japan. In deze landen stond en staat de bloem in hoog aanzien. In China was de chrysant zelfs zo speciaal dat alleen edelen zich met de plant mochten bezighouden. De Chinese stad Chu-Hsien (chrysantenstad) is vernoemd naar de bloem. In Japan is het zelfs de nationale bloem. De chrysant staat in bloei in oktober en november. Waarom is de chrysant zo speciaal? Wat gebeurt er met de andere planten als de chrysant in bloei staat? Waarom wil men een bloem die mooi bloeit op een plaats die dood is? De chrysant bloeit in een periode waarin alles afsterft en stelt op die manier het leven aanwezig in een periode van dood. Bekijk het volgende filmfragment: http://www.youtube.com/watch?v=lKbEI8pDz0A&feature=player_embedded Aan wat doet het woord “Apocalyps” je denken? Het idee dat mensen aan het einde der tijden beoordeeld worden. Wat doet dat met jou? Wat zou je doen als het einde der tijden in zicht is?
27 Zie bijlage 7: Liedtekst “Testament” van Bram Vermeulen 28 Zie bijlage 7: Foto D Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
67
Wat houdt dit einde der tijden in voor de mensheid? Wat komt er op het einde der tijden? Wie veroorzaakt het einde der tijden? ‚Een nieuw begin begint altijd op het einde.‛ Welke droom schuilt er achter deze uitspraak? Is het einde werkelijk het einde? In 2000 waren er mensen die beweerden dat er verschrikkelijke dingen zouden gebeuren. Dit is niet gebeurd. Zal het ooit wel gebeuren? Waarom plaatst men een verhaal over vernietiging in de Bijbel? Mt 13, 40-43: 40 Zoals het onkruid bijeengebonden wordt en in het vuur verbrand, zo zal het gaan bij de voltooiing van deze wereld: 41 de Mensenzoon zal zijn engelen eropuit sturen, en ze zullen uit zijn koninkrijk allen die anderen ten val hebben gebracht en de wetten hebben verkracht bijeenbrengen 42 en hen in de vuuroven werpen; daar zullen ze jammeren en knarsetanden. 43 Dan zullen de rechtvaardigen in het koninkrijk van hun Vader stralen als de zon. Laat wie oren heeft goed luisteren! Na de vernietiging komt het koninkrijk van God. Maar wat is dat koninkrijk? Komt het koninkrijk ooit wel? Herkennen we vandaag al sporen van dat koninkrijk in de wereld? Waar dan? Mc 4, 30-32: 30 En hij zei: Waarmee kunnen we het koninkrijk van God vergelijken en door welke gelijkenis kunnen we het voorstellen? 31 Het is als een zaadje van de mosterdplant, het kleinste van alle zaden op aarde wanneer het gezaaid wordt. 32 Maar als het na het zaaien opschiet, wordt het het grootste van alle planten en krijgt het grote takken, zodat de vogels van de hemel in zijn schaduw kunnen nestelen. De begeleider toont een mosterdzaadje. Kennen jullie voorbeelden van kleine mensen die toch grootse dingen kunnen doen? Denk eens na over een eenvoudige daad van iemand in de klas of je omgeving die grootse positieve gevolgen had. Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat de mosterdplant groot wordt? Hoe kunnen wij God en Zijn koninkrijk vandaag al zichtbaar maken? Het boek Openbaring of Apocalyps is het laatste boek in de Bijbel. Het Griekse ‚Apocalypsis‛ betekent: openbaren of het onthullen van iets. Het boek is geschreven in een periode van vervolging van christenen. In het boek worden visioenen van de toekomst aan Johannes onthuld. De toekomst zou gepaard gaan met verschrikkingen, maar ook met hoop. Umberto Eco, een Italiaans schrijver: ‚Het boek Openbaring is eerder een boek van hoop dan een boek van vervloeking.‛ Waarom zou hij de boek Apocalyps omschrijven als een boek van hoop? Op wat hoop men? Komt er dan iets beters? Op het einde lees je: Apk 21, 1-4: 1 Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. 2 Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. 3 Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‚Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. 4 Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.‛ De ‚Apocalyps‛ is een vooruitzicht naar het koninkrijk van God dat hier op aarde zal komen. Dan zullen de machthebbers van hun troon geduwd worden en zullen de zwakkeren een octaaf hoger zingen. Dan zal er geen streven naar macht en bezit meer zijn, maar een streven naar het doen van de wil van God. Het koninkrijk van God is net zo klein als een mosterdzaadje. Maar net als dit minuscule
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
68
Vrijheid en gevangenschap
Vrijheid en gevangenschap
zaadje kan het groeien tot een reusachtige boom. Wanneer mensen de wil van God doen, wordt de plant groter en groter. Bekijk foto E29 Van welke vrijheid is er hier sprake? In welke situaties is er sprake van vrije meningsuiting? Wat betekent vrije meningsuiting? Wat zijn de grenzen van vrije meningsuiting? In het verleden zijn er al heel wat mensen uitgeschakeld omdat zij hun mening iets te openlijk verkondigden. Pim Fortuyn, een politicus werd in 2002 vermoord door een milieuactivist. Fortuyn vertelde heel openlijk wat hij van alles dacht. Een aantal van zijn uitspraken zijn <30 Wat vinden jullie van zijn uitspraken? Hoe zouden jullie zijn uitspraken omschrijven? Waarom zijn deze extreem? Is deze man verantwoordelijk voor zijn eigen dood? In welke zin? ‚Het is niet omdat je iets denkt, dat je het ook allemaal aan de grote klok moet hangen. Je moet er rekening mee houden dat jouw ideeën wel eens in het verkeerde keelgat kunnen schieten.‛ In de grondwet staat dat iedereen recht heeft om zijn mening te uiten. Maar het misbruik ervan kan bestraft worden. Wanneer is er sprake van misbruik? Bekijk foto G31 Wat symboliseert het Vrijheidsbeeld? Waar staat het Vrijheidsbeeld? Wat betekent vrijheid? Wanneer is iemand vrij? Wanneer voel je je vrij? Het Vrijheidsbeeld (Engels: Statue of Liberty) is een standbeeld in de haven van New York. Het staat symbool voor het welkom heten van iedereen: terugkerende Amerikanen, gasten en immigranten. Het werd door Frankrijk aan de Verenigde Staten als geschenk gegeven en werd in juni 1886 geplaatst. UVRM (1948) artikel 3: Iedereen heeft het recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon. UVRM artikel 18: Iedereen heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst. Dit recht omvat ook de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen of de vrijheid om alleen of met anderen en in het openbaar of privéleven zijn godsdienst of overtuiging te belijden. Dit door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst en de gehoorzaamheid aan de geboden en voorschriften. Wat zijn de grenzen van het beleven van je godsdienst? Wat zijn de grenzen van het openlijk vertellen van je overtuiging? Van Dale: ‚Vrijheid is een toestand waarin je het gevoel hebt dat niemand je gedrag bepaald. Een toestand waarin je kunt gaan en staan waar je wil.‛ Zijn wij echt vrij in dit leven? Situatie: Beeld je in dat iemand jou drugs aanbiedt. Wat betekent dan vrij zijn? Situatie: Beeld je in dat je een gsm wil kopen, maar je hebt het geld niet. Ben je dan vrij? Situatie: Ben jij dan vrij om iemand anders zijn gsm te stelen? Wie beperkt onze vrijheid? Vrij ben je eigenlijk nooit. Anderen hebben steeds een invloed op wat jij doet, anderen leggen je indirect beperkingen op. Je bent bijvoorbeeld niet vrij om een gsm te stelen want
29 Zie bijlage 7: Foto E 30 Zie bijlage 8: Uitspraken van Pim Fortuyn 31 Zie bijlage 7: Foto G Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
69
Vrijheid en gevangenschap
Vrijheid en gevangenschap
dan wordt je gestraft door de politie. Je bent niet vrij om een gsm te kopen, als je het geld niet hebt. De opvoeding bepaalt ook gedeeltelijk de manier waarop je naar anderen kijkt en hen behandelt. M.a.w. je staat niet los van je omgeving. Lees 2 Petr 2, 19 Wat zegt Petrus eigenlijk? Wat heeft vrijheid met afhankelijkheid te maken? Wanneer is een mens gevangen of slaaf ? Door wat kan een mens allemaal beheerst worden? Hoe kan je meer vrij worden? Petrus spreekt hier over valse profeten, dwaalleraren. Simone de Beauvoir, filosofe en schrijfster : "De mens is vrij maar hij vindt zijn beperking in zijn eigen vrijheid." Hoe kan een mens zichzelf onvrij maken? Kan je daar een voorbeeld van geven? In welke situaties hebben jullie je al onvrij gevoeld? Van Dale: ‚Vrijheid is het tegenovergestelde van slaaf zijn, gevangen zijn.‛ Als je dus slaaf bent, ben je niet vrij. Maar wanneer ben je dan wel vrij? Wie beperkt onze vrijheid? Zijn het alleen anderen die onze vrijheid beperken? Hoe kunnen wij onze eigen vrijheid beperken? Vrijheid is het tegenovergestelde van afhankelijkheid. Wanneer je afhankelijk ben van tv voor ontspanning, ben je niet vrij. Wanneer je afhankelijk bent van jouw lief om je gelukkig te voelen, ben je ook niet vrij. Lees de uitspraak van George Bernhard Shaw Kan vrijheid ook onvrij maken? Hoe dan? In welke mate kan vrijheid ook onvrij maken? Wat heeft vrijheid met verantwoordelijkheid te maken? Vandaag hebben mensen heel veel vrijheden: vrijheid van geloof, van partnerkeuze, van politieke overtuiging, van kleding, van haar, van vrienden, enz. Maar welke gevolgen hebben die vrijheden? Welk risico houdt kiezen in? Wat gebeurt er als je kiest voor A? Denk eens na over een moment waarop jij werd geconfronteerd met de verantwoordelijkheid van vrijheid. Lucas en Lien wachten op Joke die had beloofd om vandaag te komen babysitten op Sander, hun kind van twee jaar. Joke is al een half uur te laat en verschijnt nog steeds niet. Lucas en Lien beginnen ongerust te worden want ze moeten om zeven uur op het oudercontact van hun andere zoon, Simon zijn. Joke zit ondertussen in de cinema. Haar vriendin had haar gebeld om te vragen of ze niet naar Avatar wou gaan kijken. Joke had meteen ingestemd. Haar moeder vroeg haar daarna: ‚Zeg had jij niet beloofd om op Sander te passen?‛ Joke antwoordde: ‚Ahja maar ik ben toch vrij om te gaan en staan waar ik wil<‛ Hoe kijkt Joke naar vrijheid? Hoe staat het met haar verantwoordelijkheid? Houdt zij rekening met de verantwoordelijkheid die vrijheid inhoudt? Waaraan merk je dat? Welke verantwoordelijkheid draagt zij? George Bernhard Shaw was een Iers toneelschrijver die de Nobelprijs voor literatuur in 1925 won. Mensen die vrijheid hebben, kunnen keuzen maken. Maar kiezen betekent ook verliezen. Kies je voor het ene dan kan je niet tegelijkertijd het andere doen. Als je niet vrij bent, slaaf bent en anderen bepalen wat jij moet doen, draag je ook geen verantwoordelijkheid.
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
70
Gemeenschap en (naasten)liefde
Gemeenschap en (naasten)liefde
Lees de uitspraak van Epikouros (341-270 v.Chr.), een Grieks filosoof Wat kan vriendschap voor mensen betekenen? Wat is vriendschap? Wat heeft vriendschap met liefde te maken? Wanneer ben je bevriend met iemand? Wat zijn de kenmerken van vriendschap? De begeleider maakt een woordspin. Gelden deze kenmerken ook voor naastenliefde? Wie is onze naaste? Is het mogelijk om met iedereen vriendschappelijk om te gaan? Of om met niemand vijandig om te gaan? Wat betekent naastenliefde voor ons leven? Noteer een situatie waarin jij de naaste was van iemand. Spreuken 17, 9 Wie vriendschap zoekt, dekt fouten toe, wie ze telkens oprakelt, verliest zijn vrienden. Hoe moet je volgens de Bijbel omgaan met de fouten van jouw vrienden? Johannes 15, 13 Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. Welke liefde is het grootst? Het belangrijkste gebod van Jezus is het gebod van naastenliefde. Hij zegt in Joh 15, 12 Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad. Hoe keek Jezus naar de mensen in zijn omgeving? Door wat kunnen wij naastenliefde vervangen? Wat heeft vriendschap met naastenliefde te maken? Van Dale: ‚Vriendschap is het tegenovergestelde van vijandschap.‛ Kunnen we ‚vriendschap is‛ nu aanvullen? Het belangrijkste gebod in het Nieuwe Testament is het gebod van naastenliefde. Jezus wenste immers dat mensen zijn houding van vriendschap en naastenliefde t.a.v. ieder mens zouden verderzetten. Kunnen we naastenliefde dan niet vervangen door vriendschap? Lees 1 Joh 3, 16-20: “Heb elkaar lief” Wie zijn onze broeders en zusters? Hoe kunnen wij nu allemaal broeders en zusters zijn? Wie is onze Vader? Wie is allemaal een kind van de Vader? Hoe moeten wij omgaan met de mensen rondom ons heen? Hoe gaan jullie om met jullie broers of zussen? Is het mogelijk om iedereen te zien als een zus of broer? ‚We moeten niet liefhebben met de mond, maar met daden.‛ Wat betekent deze uitspraak voor de omgang met elkaar? ‚Wanneer je hoofd met je hart verbonden is, kunnen je handen en voeten de meest wonderlijke dingen doen.‛ Noteer een moment waarop jij met daden hebt liefgehad. 1 Johannes 4, 20 Als iemand zegt: ‚Ik heb God lief,‛ maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij nooit gezien heeft, liefhebben als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft. 21 We hebben dit gebod van hem gekregen: wie God liefheeft, moet ook de ander liefhebben. Waarom kan je de Vader niet liefhebben als je Zijn kinderen niet lief hebt? Fien zegt: ‚Och ik haat Tom met zijn rotte karakter. Hij is zo koppig, zo eigenzinnig. Hij wil altijd gelijk hebben, terwijl ik zo nooit eens mijn zin kan krijgen. Tom heeft ook gemakkelijk discussies met vader, omdat die wil dat Tom naar hem luistert. ‛ Als Fien haar broer niet kan uitstaan. Wie kan zij dan eigenlijk ook niet zo goed uitstaan?
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
71
Wat hebben Fien en Tom gemeen? En Tom en de vader?
Wij zijn allemaal kinderen van de Vader. Maar wanneer we onze naasten niet liefhebben,
Gemeenschap en (naasten)liefde
Gemeenschap en (naasten)liefde
hebben wij ook de Vader niet lief. Elk kind is immers verbonden met de Vader. Als jij jouw broer of zus haat, haat je ook indirect je ouders. Jouw ouders hebben jou immers op deze wereld gezet en lijken in een bepaalde zin op jou. Lees de getuigenis van Tine Over wie heeft Tine het? Is er iemand die van ons houdt zonder dat wij iets moeten terugdoen? Wie is dat dan? Van wie houdt God? Houdt Hij van alle mensen? Kroatische uitspraak: "God does not love those who have not suffered." Houdt God alleen van de zwakkeren, van diegenen die lijden? Sint-Augustinus, leefde in 500 en was kerkvader en filosoof: ‚God loves each of us as if there were only one of us.‛ Wie zijn kant kiest God? Psalmen 12, 6: Zwakken en armen zuchten onder het geweld. ‚Om hen sta ik op‛, zegt de HEER, ‚Ik breng de redding die zij verlangen.‛ Wie/wat veroorzaakt het lijden? Waarom laat God het lijden gebeuren? Waar is de redding? In de kerstnacht had ik een vreemde droom. Ik droomde dat ik over het strand liep, met God aan mijn zijde. Achter ons tekenden zich onze beide voetsporen af. Elke stap was een dag uit mijn leven. Toen ik zorgvuldig keek, zag ik dat er sommige plekken waren waar slechts één voetafdruk zichtbaar was. En als ik terugtelde, bleken dat net de periodes in mijn leven te zijn waarop het slecht met mij ging: dagen van angst of tegenslag, van twijfel of egoïsme. ‚God!‛ riep ik uit. ‚Jij hebt toch belooft dat Je bij mij blijft, alle dagen van mijn leven! Waarom laat Je mij dan in de steek precies op de dagen dat ik problemen had? Waar was Je toen?‛ God glimlachte toen Hij mij antwoordde: ‚Vriend, de dagen waarop je slechts één voetspoor ziet, dat zijn de dagen waarop Ik jou gedragen heb.‛ Komt het lijden van God? Van waar komt het dan? Hoe gaat God om met het lijden van mensen? Van wie houdt God het meest? 1 Johannes 4, 19 Wij hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad. Wie had het eerst lief: God of de mens? God houdt van alle mensen maar Hij zal steeds de kant van de zwakkeren kiezen. Hij zal steeds opkomen voor diegenen die uitgebuit worden door de machthebbers. Bekijk de clip “Another chance” van Roger Sanchez: http://www.youtube.com/watch?v=YQKegElRAcA Wat betekent de uitspraak “een groot hart hebben”? Wat betekent ‚een klein hartje hebben‛? Wat betekent ‚iemand een hart onder de riem steken‛? Waar zit onze moed? Wat betekent ‚moedig zijn‛? Wat is het tegenovergestelde van moed? In welke zin is het meisje moedig? Mt 8, 26: Hij zei tegen hen: ‚Waarom hebben jullie zo weinig moed, kleingelovigen?‛ Waar zit je geloof? Zit je geloof ook in je hart, zoals je moed? Wat heeft geloven met moed te maken? Is geloven moedig? Waaraan herken je dat? Van Dale: ‚Moedig zijn is dapper zijn, geen angst hebben.‛ Is de jongen moedig? Waaraan merk je dat? Is het meisje moedig, op het einde van de videoclip? Waaraan merk je dat?
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
72
Gemeenschap en (naasten)liefde
Gemeenschap en (naasten)liefde
Verleiding
‚Voor liefde is moed nodig. Voor geloof is moed nodig. Voor leven is moed nodig.‛ Wanneer heb je voor liefde moed nodig? In welke situaties in een relatie heb je moed nodig? Wat gebeurt er als de angst binnensluipt? Mc 5, 36 Wees niet bang, maar blijf geloven. Wat moedigt Jezus aan om te zijn of te hebben? Hoe kan je geloven als je bang bent? 1 Johannes 4, 18 De liefde laat geen ruimte voor angst, volmaakte liefde sluit angst uit. Als liefde angst uitsluit, < sluit angst dan ook liefde uit ? In welke situaties kan je angstig zijn? Wat heeft moed nu te maken met liefde en geloof? Het meisje heeft een groot hart maar er is nergens plaats voor haar liefde en moed. Door de onverschilligheid van de omgeving wordt haar hart kleiner. Mensen hebben bang van haar hart. Een mens met een groot hart zijn, is niet gemakkelijk want door jou beseffen anderen dat zij maar een heel klein hartje hebben. Iemand die gelooft heeft veel moed, is dapper en is bereid om veel werk te verrichten. Geloven is het harde werk aan jezelf, om zo stilaan zuiverder te worden. Geloven betekent: moedig zijn en liefhebben. Want als er geen liefde is, is er angst. Lees de uitspraak van Blaise Pascal Waar bevindt zich de rede?
Wat kunnen onze hersenen allemaal verklaren? Wat zijn de grenzen van ons hoofd? Wat kunnen onze hersenen niet verklaren, maar begrijpt ons hart wel? Kan ons hoofd liefde definiëren? Kan ons hoofd vertellen wat vriendschap met ons doet? Blaise Pascal leefde in de 17de eeuw en was een Franse wiskundige, natuurkundige en filosoof. Lees Jes 11, 6-8 Wat valt er jou op in dit fragment? Hoe gaan de roofdieren hier met de prooien, zwakkere dieren om? Wie zijn vandaag de roofdieren, de sterken? Wie zijn vandaag de prooien, de zwakkeren? Hoe zou Kabila, president van Congo omgaan met de verkrachtingen en armoede in zijn land? Hoe zouden pesters omgaan met slachtoffers? Noteer een voorbeeld uit jouw leven waarop je dit fragment kan toepassen. Noteer een situatie waarin roofdieren de prooien verslinden. Dit fragment hebben christenen in de afgelopen eeuwen dikwijls gelezen als een voorspelling van de komst van Jezus en de vrede op aarde. Dit Bijbelfragment uit het Oude Testament voorspelt de komst van Jezus die vrede en licht op aarde zal brengen. Door deze komst zullen vijanden en tegenstanders naasten worden en vriendschappelijk met elkaar omgaan. Lees Jak 1, 13-14 Van wie komt de verleiding? Wie stelt ons op de proef? In het ‚Onze Vader‛ zegt de christen: ‚En leidt ons niet in bekoring.‛? Wie leidt ons in bekoring? Wat is de bekoring? Door wat kunnen wij allemaal verleid worden? Wat zijn jullie zwakke plekken? Van wie/waar komen deze verleidingen? Wie heeft de tv gemaakt? Wie heeft het snoep uitgevonden? Hoe creëert de mens de verleiding?
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
73
Verleiding
Synoniemen: temptatie, aanlokkelijkheid, aantrekking, verleiding. Betekent deze verleiding ook meteen dat je eraan toegeeft? Wat is het verschil tussen de zonde en de verleiding? Van Dale: ‚De zonde is een misstap t.a.v. God, het niet respecteren van wat Hij belangrijk vindt.‛ Wanneer zondigt een mens?32 De zeven hoofdzonden zijn: luiheid/gemakzucht, woede, gulzigheid/vraatzucht, jaloezie, lust, gierigheid/hebberigheid en ijdelheid. Welke zonden begaan jullie soms? Noteer de zonden op een papiertje. ‚Iedereen is wel eens zondig, dat is ook maar menselijk en niet zo erg, zolang je wel probeert om de zonde te vermijden.‛ Wat vinden jullie van dit idee? Gaan jullie ermee akkoord of niet? Hoe kan een mens God dienen en tegelijkertijd zondig zijn? De bekoring houdt het materiële in. Een mens kan verleid worden tot het eten van snoep, seks met een mooie vrouw of man, het kopen van een dure auto, het stelen van een tv, het kopen van het zoveelste paar schoenen, < In het ‚Onze Vader‛ vragen christenen om steun van de Vader opdat zij niet aan deze verleidingen zouden toegeven. Willen (veel) mensen dan ook niet het hoogste (goddelijke) en het diepste (in hun mensenhart) laten aanspreken om hun zo niet op het sleeptouw te laten nemen door materie, geld, macht,< maar te kiezen voor naastenliefde, rechtvaardigheid,<.? Bekijk foto F33 Wat probeert men hier te doen? Kan iemand de link leggen met een uitspraak van Jezus? De begeleider toont een naald. Waarom kan een rijke niet binnengaan in het koninkrijk van God? Wat is het koninkrijk van God eigenlijk? Herkennen we vandaag al sporen van dat koninkrijk? Waar? Mc 4, 30-32: 30 En hij zei: ‚Waarmee kunnen we het koninkrijk van God vergelijken en door welke gelijkenis kunnen we het voorstellen?‛ 31 Het is als een zaadje van de mosterdplant, het kleinste van alle zaden op aarde wanneer het gezaaid wordt. 32 Maar als het na het zaaien opschiet, wordt het het grootste van alle planten en krijgt het grote takken, zodat de vogels van de hemel in zijn schaduw kunnen nestelen. De begeleider toont een mosterdzaadje. Kennen jullie voorbeelden van kleine mensen die toch grootse dingen kunnen doen? Denk eens na over een eenvoudige daad van iemand in de klas of je omgeving die grootse positieve gevolgen had. Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat de mosterdplant groot wordt? Hoe kunnen wij God en Zijn koninkrijk vandaag al zichtbaar maken? Wat is het verschil tussen de rijkdom waarover Jezus spreekt en de rijkdom die wij vaak beter kennen? Lc 12, 15-2134: 15 Hij zei tegen hen: ‚Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht, want iemands leven hangt niet af van zijn bezittingen, zelfs niet wanneer hij die in overvloed heeft.‛ 16 En hij vertelde hun de volgende gelijkenis: Een eigenaar van een groot bedrijf had veel geld verdiend. Hij werkte lange dagen, vroeg zijn arbeiders om langer te blijven, zodat ze veel winst maakten. De winst bleef stijgen en alles liep op rolletjes. De eigenaar kocht veel auto’s: een Ferrari, een Lamborghini, een Hummer, een Audi, een Austin Martin, < Hij had thuis al twaalf auto’s en veertien brommers staan. Maar de garage van
32 Zie bijlage 8: Impuls De zeven hoofdzonden 33 Zie bijlage 7: Foto F 34 Dit is een eigen actualisering van het Bijbelverhaal. Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
74
Verleiding
de man was veel te klein. Daarom besloot hij een enorme garage met vier verdiepingen te bouwen. Echter had hij nog steeds geen tijd om van het leven te genieten, want hij wou nog méér. Wanneer hij eindelijk op zijn pensioen was en tijd had om met zijn auto’s te rijden, zei God tegen hem ‚Dwaas, nog deze nacht zal je leven van je worden teruggevorderd. Voor wie zijn dan de schatten die je hebt opgeslagen?‛ 21 Zo vergaat het iemand die schatten verzamelt voor zichzelf, maar niet rijk is bij God. Welk soort rijkdom heeft de eigenaar van het bedrijf? Wat is de grote zonde van de eigenaar? Jezus zegt dat dit de verkeerde rijkdom is. Wat voor andere rijkdom is er dan nog? 1 Tim 6, 10 Want de wortel van alle kwaad is geldzucht. Door zich daaraan over te geven, zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben ze zichzelf veel leed berokkend. Mag een mens dan niet een beetje rijk zijn? Hoe moeten wij met onze rijkdom omgaan? Paus Johannes Paulus II : ‚We moeten het levensonderhoud niet tot levensinhoud maken.‛ Hoe moeten wij volgens de vorige paus met het materiële omgaan? Wat betekent dit voor onze concrete omgang met bezit? Mc 10, 17-25: 17 Toen hij zijn weg vervolgde, kwam er iemand naar hem toe die voor hem op zijn knieën viel en vroeg: ‚Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?‛ 18 Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed, behalve God. 19 U kent de geboden: pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af, bedrieg niemand, toon eerbied voor uw vader en uw moeder.’ 20 Toen zei de man: ‘Meester, sinds mijn jeugd heb ik me daaraan gehouden.’ 21 Jezus keek hem liefdevol aan en zei tegen hem: ‚Eén ding ontbreekt u: ga naar huis, verkoop alles wat u hebt en geef het geld aan de armen, dan zult u een schat in de hemel bezitten; kom dan terug en volg mij.‛ 22 Maar de man werd somber toen hij dit hoorde en ging terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen. 23 Jezus keek de kring rond en zei tegen zijn leerlingen: ‚Wat is het moeilijk voor rijken om het koninkrijk van God binnen te gaan.‛ 24 De leerlingen schrokken van zijn woorden. Maar Jezus zei nog eens uitdrukkelijk: ‚Kinderen, wat is het moeilijk om het koninkrijk van God binnen te gaan: 25 het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.‛ Een rijke kan niet binnengaan in het rijk van God omdat die veel te veel mee heeft. Een mens die teveel focust op bezit kan zich niet voldoende richten op God. Want in het koninkrijk van God speelt bezit helemaal geen rol, het is de rijkdom van de liefde die daar belangrijk is. Bekijk het filmfragment: http://www.youtube.com/watch?v=C1o4sWsGTSo&feature=related (vanaf 3 minuten) Wat vertelt de heks over de appel? Wat heeft de appel te maken met de verleiding? Wat is er zo verleidelijk aan een appel? Waarom geeft Sneeuwwitje toe aan de verleiding? Wat is het gevolg van de toegeving van Sneeuwwitje? Wat symboliseert de appel voor Sneeuwwitje? De Oudnoorse godin Iduna bewaarde appels die de eeuwige jeugd schonken. In de Keltische religie was de appel een symbool van de overgeleverde kennis. Appelbloesem symboliseert in de Chinese symboliek de vrouwelijke schoonheid. De verlokkende zoetheid van de appel werd echter allereerst met de verlokking van de zonde geassocieerd. In het Italiaans zegt men ‚mela‛, ‚melo‛ of ‚pomo‛ dat lijkt op het Latijnse ‚malus‛, ‚malum‛. ‚Malum‛ betekent het slechte, het boze, de zonde.
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
75
Verleiding
Hoe gaat God om met de verleiders? Gen 3, 14 God, de HEER, zei tegen de slang: ‚Vervloekt ben jij dat je dit hebt gedaan, het vee zal je voortaan mijden, wilde dieren wenden zich af, op je buik zul je kruipen en stof zul je eten, je hele leven lang.‛ Hoe gaat God om met de slang, de verleider? In de erotische symboliek wordt de appel met de vrouwenborst vergeleken en het klokhuis van de doormidden gesneden vrucht met de vulva. Welke appels kom je vandaag zoal tegen? De begeleider maakt een woordspin. Gen 3, 6 De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was en ook hij at ervan. Eva en Adam werden gestraft omdat zij niet weerstaan hebben aan de verleiding. Denk eens na over een moment waarop jij de appel hebt geplukt of hebt aangenomen. Ben jij toen ook uit het paradijs gestuurd of ben bijna jij verstikt, zoals Sneeuwwitje? Wie is in het verhaal van Adam en Eva en in Sneeuwwitje de bron van verleiding? Wie is in jouw leven al de bron van verleiding geweest? Wie bood jou een appel aan? Noteer dit op een blaadje. De appel is een vrucht die doet denken aan de verleiding. De appel is zoet, heeft een mooie kleur en glanst. Daarenboven vertelt de heks dat de appel je wensen doet uitkomen. Sneeuwwitje wordt verleid en geeft toe aan de verleiding. Toch doet ze dit pas wanneer ze ingaat op de grootste wens van de jonge vrouw: de geliefde te kunnen zijn van een jonge man. De heks daarentegen is de moeder die ontaard is in de vernietigende energie van jaloezie. Lees de uitspraak van Angelus Silesius Wat is verslaving? ‚Hoe meer je je eigen wil volgt, hoe meer je verslaafd bent.‛ Wie is de oorzaak van de verslaving? Hoe kan een mens zich los maken van de verslaving? Welke andere ‚willen‛ zijn er die we kunnen volgen? Wanneer is iemand verslaafd? Wat is de grens tussen verslaafd zijn en iets leuk vinden of graag hebben? Aan wat kan je allemaal verslaafd zijn? Kan een mens aan alles verslaafd zijn? Aan wat niet? Wie maakt je verslaafd? Wat heeft verslaving met vrijheid te maken? Wat heeft verslaving met verleiding te maken? Johan gaat naar een fuif, zijn maten bieden hem joint aan. Hij neemt de joint aan en probeert. Een aantal maanden later rookt Johan elke fuif een joint, dan is hij veel losser. Wie is de bron van verleiding in het verhaal? Wat is de verleiding? Waarom neemt Johan de joint aan? Aan wie denkt hij? Is Johan vrij? Hoe kan Johan vrij worden? Van Dale: ‚Een verslaving is een overweldigende behoefte aan en afhankelijkheid om een bepaald middel te gebruiken.‛ Lien wil dat haar vriendinnen haar minstens elke dag zeggen dat zij een goede vriendin is. Koen kan niet ophouden om zijn vriendin te knuffelen en wil haar elke dag zien.
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
76
Verleiding
Simon speelt elke dag op zijn Playstation. Als hij er niet op kan spelen, wordt hij lastig en is hij niet ontspannen. Aan wat zijn deze mensen verslaafd? Wanneer iemand verslaafd is, is die persoon afhankelijk van iets of iemand voor zijn eigen geluk, plezier, < Eigenlijk is het de mens zelf die zich verslaafd maakt. Wanneer iemand je drugs aanbiedt en jij toegeeft aan de verleiding; kan dat zware gevolgen hebben. Drugs kunnen je immers afhankelijk maken en dan ben je niet meer vrij. Door toe te geven aan de verleiding, door te denken aan jouw eigenbelang, kom je op het pad van verslaving. Echter kan je vrij worden door je te richten op andere ‚willen‛, < de wil van God. Angelus Silesius leefde in de 17de eeuw en was een Duitse poëet. Lees de uitspraak van Sivanada Wat is genot? Wanneer genieten mensen? Van wat genieten jullie? Wat is de begeerte? Wat bedoelt men met het verlangen naar de begeerte? (Met bedoelt het streven naar de vervulling ervan.) De begeerte, mijn verlangen is bijvoorbeeld water. Wat wil ik dat er gebeurt? Wat zal ik proberen te doen? (Ik zal water zoeken, mijn dorst proberen lessen.) Wat gaat er door je heen als het verlangen vervuld wordt? (Men geniet van het water.) Maar nu zegt Sivananda dat het verlangen na het genot nog groter wordt. Hoe komt dat? Mogen wij dan helemaal niet genieten? Hoe moeten wij omgaan met ons verlangen? Hoe gaan jullie om met jullie verlangens? Moeten deze meteen bevredigd worden of kan je uitstellen? Denk na over wat je in de vijf situaties zou doen.35 Synoniemen begeerte: honger, hartstocht, hunkering. De begeerde vrijgezel Door welke andere woorden kan je ‚begeerde‛ vervangen? Situatie: Na een wandeltocht in de hitte, snak je naar een ijsje. Na twintig kilometer te hebben afgelegd, kom je een ijskraam tegen, maar het ijs is op. Je moet nog drie kilometer verder voor het volgende ijssalon. Daar ontdek je dat ze geen aardbei hebben. Je stelt je tevreden met banaan en vanille. Nadat je ijsje op is, ben je al aan het denken aan een grotere coupe met slagroom, hagelslag en aardbei. Is dit herkenbaar? Denk na over een soortgelijke situatie. Het genot is het korte vervullen van de begeerte: het even genieten van datgene naar wat je verlangt. Maar het genot zorgt er ook voor dat je nog meer gaat streven naar de vervulling van datgene wat je verlangt. Jouw verlangen kent dus eigenlijk geen einde. Swami Sivananda Saraswati leefde in de 20ste eeuw en was een hindoeïstische spirituele leider die o.a. yoga beoefende.
2.1.3 “Heen-en-weerinterview” Bron van inspiratie voor de activiteit Bij de vormgeving van deze theologische werkvorm heb ik mij laten inspireren door een activiteit die ik tijdens de vorming van ‚Leefsleutels‛36 heb uitgeprobeerd. Ik voeg er wel een gesprek in het plenum aan toe. 35 Zie bijlage 8: Hoe ga jij om met jouw verlangens ? Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
77
Uitleg van de activiteit De leerlingen krijgen allemaal twee kaartjes. Op elk kaartje staat een vraag die uitnodigt tot een theologisch gesprek. Daarna stappen de leerlingen rond in het lokaal. Ondertussen horen zij muziek. Wanneer de muziek stopt, stellen ze één van hun vragen aan een voorbijganger. Als de voorbijganger de vraag heeft beantwoord, geeft de vraagsteller het kaartje aan hem af en moet hij op zijn beurt de vraag van de voorbijganger beantwoorden. Als hij dit heeft gedaan, krijgt hij het kaartje van de voorbijganger. Wanneer de muziek opnieuw start, wandelen de groepsleden rond in het lokaal. Deze procedure wordt een aantal keer herhaald. Op het einde van de activiteit gaat iedereen in de kring zitten en kiezen de jongeren allemaal één van de twee vragen die zij gekregen hebben. Om beurt leest iedereen zijn vraag voor, alle vragen worden op een flap genoteerd en nadien wordt er gestemd. Iedereen krijgt namelijk drie plakkertjes die hij kleeft achter een vraag die hij wil bespreken. Daarna worden de meest favoriete vragen in het plenum behandeld. Link met de verschillende aspecten van het model “elementariseren”37
Elementaire levensbetekenissen: Het brede aanbod van vragen kan de jongeren op een speelse manier doen reflecteren over een heleboel diepe religieuze vragen en hen zo ook in contact brengen met de traditie. Elementaire incentieven en media: M.b.v. de vragen op kleurrijke kaartjes tracht de begeleider de groepsleden op een luchtige en actieve wijze in contact te brengen met vragen uit de (christelijke) traditie. Elementaire leeractiviteiten: De groepsleden krijgen de opdracht om rond te wandelen en stellen, wanneer de muziek stopt, een vraag aan een voorbijganger. Deze actieve werkvorm zorgt er dan ook voor dat er op een attractieve en spontane wijze kan getheologiseerd worden. Bovendien is het een voorbereiding op het theologisch gesprek in het plenum. Elementaire toegangen: De groepsleden krijgen de opdracht om hun opvattingen en houdingen op een open manier te verduidelijken. Er wordt wel gewerkt met een individuele keuze en een selectie in groep. Op die manier kan er ingespeeld worden op de voorkeur en het theologisch niveau van de groepsleden. Daardoor kan de begeleider het theologisch gesprek optimaal afstemmen op de beginsituatie van de gesprekspartners. Elementaire ervaringen: Tijdens de activiteit zullen de jongeren botsen op vragen die zij zich reeds gesteld hebben, vragen waar zij een antwoord op gevormd hebben, maar ook vragen waar zij nog niet bij stilstonden of die tot op vandaag totaal onbeantwoord blijven. Niettemin bieden deze vragen de kans om het denken uit te dagen en samen te theologiseren. Structuur en context: De begeleider staat stil bij de verschillende contexten waarin een vraag vroeger, vandaag en in de toekomst werd, wordt en zal gesteld worden. Voorstellen voor de muziekkeuze ‚One of us’ van Joan Osborne ‚God is a dj‛ van Faithless Lijst met tweeënveertig mogelijke vragen Waar gaan wij na onze dood naartoe? Waarom zijn wij hier? 36 Zie 1.1.2 Neerslag van de vorming van “Leefsleutels” 37 Zie 3.6.1 De methode: Het principe van de wederkerige ontsluiting en het model “elementariseren” Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
78
Wat is jouw roeping in dit leven? Is een mens enkel maar een zoogdier met erg ontwikkelde hersenen? Op welk gebied verschilt de mens van de dieren? Waar kom jij vandaan? Stel dat je God een naam zou mogen geven, welke naam zou je dan kiezen? Welke kleur heeft God volgens jou? Waarom kies je die kleur? Bestaat er een god? Waarom denk je dat? Stel dat God niet bestaat, waarom zouden we Hem dan wel of niet moeten uitvinden? Wat kan jij betekenen voor anderen? Hoe oud is God? Waarom denk je dat? Is God altijd bij je? Wanneer wel en wanneer niet? Waarom hebben ze Jezus gekruisigd als hij toch zo goed was voor de mensen? Hoe kunnen Jozef en God tegelijkertijd de vader van Jezus zijn? Waarom sterven er zoveel goede mensen? Waarom noemden mensen Jezus, de Messias, de Verlosser of de Christus? Wat is het verschil tussen denken en geloven? Hoe is de aarde ontstaan? Wat is het meest gevaarlijk: slecht of dom zijn? Waarom denk je daar zo over? Wat zou jij het liefst zijn: slim of wijs? Wat is het verschil? Wie zijn volgens jou de zwakkeren in de samenleving? Wanneer leef je en wanneer wordt je geleefd? Waarom is in onze wereld economie en politiek zo heersend? Waarom zijn egoïstische mensen een gevaar voor onze wereld? Geef een voorbeeld. Wat is wijsheid? Is een stoel vrij als niemand erop zit? Waarom wel of niet? Als je vrij bent van school, huiswerk, strafwerk, enz., ben je dan vrij? Leg uit. Wat is bidden? Waar zit je ziel? Wat is het verschil tussen menselijke en dierlijke vrijheid? Wanneer kan vrijheid lastig zijn? Wat is belangrijker: je realiseren dat je vrij bent of vrijheid realiseren? Verduidelijk. Wie of wat veroorzaakt het kwaad en lijden in de wereld? Kan je aan iemands uiterlijk zien hoe zijn innerlijk is? Hoe dan? Wanneer kan een misdaad gerechtvaardigd worden? Van wat is God de schepper? Wanneer zijn mensen zondig? Wat is een engel? Wanneer is iemand heilig? Waar kunnen wij God in de wereld zien? Hoe kunnen we het kwaad mijden? Wanneer heeft het geen zin meer om te leven?
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
79
2.1.4 “God…wadde?” Bron van inspiratie voor de activiteit Bij de vormgeving van deze theologische werkvorm heb ik mij laten inspireren door de doosjes met opgerolde uitspraken uit de Bijbel of van bekende personen die je o.a. in cadeauwinkels kan aankopen. Uitleg van de activiteit De begeleider tracht via verschillende illustraties en vragen een theologisch gesprek op gang te brengen. Om beurten trekken de groepsleden een kaartje uit een doosje. In de doos zitten veertig kaartjes met verwijzingen naar cartoons, foto’s, verhalen, liedteksten, uitspraken, filmfragmenten, enz. Na het bekijken of beluisteren van de inleiding van de vraag, stelt de begeleider vragen die het theologisch gesprek reguleren en verdiepen. De begeleider kan deze vragen terugvinden in de versie voor de begeleider. Link met de verschillende aspecten van het model “elementariseren”38
Elementaire levensbetekenissen: Cartoons, liedjes, (Bijbel)verhalen, foto’s, citaten, filmfragmenten, videoclips, enz. kunnen heel wat vragen oproepen. Door samen te reflecteren en tot bevindingen te komen kan de weg vrijgemaakt worden voor de traditie en de religieuze ervaring. De traditie kan immers heel wat antwoorden op religieuze vragen aanbieden. Deze antwoorden kunnen bovendien een wegwijzer en steun zijn voor de persoonlijke zoektocht naar zin en levensbeschouwing. Elementaire incentieven en media: M.b.v. de actieve werkvorm tracht de begeleider de groepsleden op een ludieke manier in contact te brengen met vragen, verhalen, inzichten, enz. uit de christelijke traditie. Elementaire leeractiviteiten: De groepsleden krijgen de opdracht om, om beurt, een kaartje uit de doos te trekken. Vervolgens wordt het materiaal bekeken of beluisterd en probeert de begeleider aan de hand van de vragen een theologisch gesprek op gang te brengen. Elementaire toegangen: De groepsleden krijgen de opdracht om hun opvattingen en houdingen op een open manier te verduidelijken. De begeleider kiest voor het materiaal dat het beste op de beleving van de jongeren aansluit en zorgt ervoor dat de begeleiding inspeelt op hun opvattingen m.b.t. de theologische thema’s. Elementaire ervaringen: De begeleider peilt naar de vragen en ervaringen die de groepsleden reeds gevormd hebben. De begeleider vraagt eveneens om te concretiseren, toe te passen, te verduidelijken en voorbeelden te geven van de persoonlijke beleving van God. Structuur en context: De begeleider staat stil bij de verschillende contexten waarin een verhaal, cartoon of andere illustratie voorkomt en reflecteert zelf over de achterliggende boodschap of diepere betekenis. Bovendien wordt informatie over de context en de structuur steeds aangegeven door de volgende tekens: of .
38 Zie 3.6.1 De methode: Het principe van de wederkerige ontsluiting en het model “elementariseren” Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
80
Legende: De versie voor de groepsleden is het printklare materiaal waarmee gewerkt kan worden. In de versie voor de begeleider kan men een aantal tekens onderscheiden. In deze versie staan immers vragen die de begeleider kan stellen, impulsen39 of steigertjes die de begeleider kan aanreiken, interpretaties of mogelijke antwoorden die kunnen dienen als leidraad en opdrachten voor de jongeren. De volgorde van deze vragen ligt niet vast, maar dient als model. Vragen Impulsen Mogelijk(e) besluit en antwoorden Opdrachten en instructies Kaartjes voor in de doos40 (versie voor de jongeren)41
39 Met “impulsen geven” bedoel ik dat de begeleider op het gepaste moment een handreiking, korte informatie (uitspraak uit de Bijbel, betekenis van een woord, citaat, situatieschets, …) of een afbeelding (symbool, …) aanbiedt die/dat aansluit bij het denkprobleem van de jongere. 40 De theologisch gespreksbegeleider knipt de kaartjes op de stippellijn uit. 41 Zie bijlage 9: Materiaal “God…wadde?” en cd met de videofragmenten Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
81
Kijk naar het volgende filmpje: ‚Does God exist?‛ met Albert Einstein Luister naar het lied: ‚One of us‛ van Joan Osborne Bekijk foto B
Bekijk foto C Bekijk foto D
Bekijk foto E Lees de volgende uitspraak van een jongere: ‚Ik geloof dat, als iemand geboren wordt, hij niet zomaar geboren wordt. Je wordt geboren voor iets. ‛ Lees de volgende uitspraak van Phil Bosmans (1922): ‚Ik geloof in God, zoals een blinde gelooft in de zon. Niet omdat hij Hem ziet, maar omdat hij Hem voelt.‛ Lees de volgende uitspraak van Angelina Jolie (1975): ‚Voor mij hoeft er geen God te zijn. Er zit iets in mensen wat spiritueel is, iets God-achtig.‛
Bekijk foto A Kijk naar het volgende filmpje: ‚God is stereotiep< niet‛ Lees de volgende uitspraak van een jongere: ‚God is een uitvinding van mensen die de zinloosheid van het leven niet aankunnen.‛ Bekijk foto’s G Lees de volgende uitspraak van een jongere: ‚De mooie natuur, de wonderen van het leven, de geboorte van een kind, de liefde, < Ik geloof niet het gewoon allemaal toeval kan zijn<‛ Bekijk foto F Lees de volgende uitspraak van een jongere: ‚Als God bestaat, als God liefde is, waarom dan zoveel lijden, waarom doodgaan, waarom zoveel kwaad in de wereld?‛ Lees de volgende uitspraak van zuster Jeanne Devos: ‚Ik geloof dat waar mensen het opnemen voor de zwakkeren, we een beetje Gods wereld kunnen bereiken.‛ Lees het verhaal van de vijgenboom zonder vruchten: Lc 13,6-9: 6 Hij vertelde hun deze gelijkenis: Iemand had een vijgenboom in zijn wijngaard geplant en ging kijken of de boom vrucht droeg, maar hij vond geen vijgen. 7 Hij zei tegen de wijngaardenier: ‚Al drie jaar kom ik kijken of die vijgenboom vrucht draagt, maar tevergeefs. Hak hem maar om, want hij dient tot niets en put alleen de grond uit.‛ 8 Maar de wijngaardenier zei: ‚Heer, laat hem ook dit jaar nog met rust, tot ik de grond eromheen heb omgespit en hem mest heb gegeven, 9 misschien zal hij dan het komende jaar vrucht dragen, en zo niet, dan kunt u hem alsnog omhakken.‛
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
82
Lees de volgende uitspraak van een jongere: ‚Er moet wel ‚iets‛ zijn<, een oneindig leven, < een God< Een leven waar iedereen in vrede samenleeft< dat hoop ik< dat geloof ik< en als dat niet zo zou zijn, vind ik dit leven maar zinloos. ‛
Lees de volgende uitspraak van moeder Theresa: ‚Bidden leidt tot een zuiver hart, een zuiver hart leidt tot liefde, liefde zet je aan tot daden voor je naasten en deze inzet leidt op zijn beurt tot de vrede van het hart. Dus door het gebed hebben wij alles: zuiverheid, vreugde, liefde, inzet en vrede!‛ Lees de volgende uitspraak van John Petit-Senn: ‚Wie God niet overal ziet, vindt hem nergens.‛
Lees de volgende uitspraak van Joseph Roux: ‚God bezoekt ons dikwijls, maar meestal zijn wij niet thuis.‛ Lees de uitspraak van Sören Kierkegaard: ‚Ik ontdekte dat ik minder en minder te zeggen had, tot ik uiteindelijk stil werd en begon te luisteren. En in die stilte hoorde ik de stem van God.‛ Lees het gebed van Gregorius van Nazianze, kerkvader: Gij zijt één Gij zijt alles Gij zijt niemand Gij zijt niet één Gij zijt niet alles O, Gij die alle namen draagt, Hoe zal ik U noemen? Gij Enige Onnoembare, Gij gaat aan alles voorbij. Beluister het lied: ‚If the is a God‛ van The Smashing Pumpkins
Lees het verhaal “God bij ons”: In de kerstnacht had ik een vreemde droom. Ik droomde dat ik over het strand liep, met God aan mijn zijde. Achter ons tekenden zich onze beide voetsporen af. Elke stap was een dag uit mijn leven. Toen ik zorgvuldig keek, zag ik dat er sommige plekken waren waar slechts één voetafdruk zichtbaar was. En als ik terugtelde, bleken dat net de periodes in mijn leven te zijn waarop het slecht met mij ging: dagen van angst of tegenslag, van twijfel of egoïsme. ‚God!‛ riep ik uit. ‚Jij hebt toch belooft dat Je bij mij blijft, alle dagen van mijn leven! Waarom laat Je mij dan in de steek precies op de dagen dat ik problemen had? Waar was je toen?‛ God glimlachte toen Hij mij antwoordde: ‚Vriend, de dagen waarop je slechts één voetspoor ziet, dat zijn de dagen waarop Ik jou gedragen heb.‛ Lees de volgende uitspraak van Edmund Burke: ‚Het enige wat nodig is om het kwade te laten zegevieren is dat goede mensen niets doen.‛
Lees de volgende uitspraak van Martin Luther King Junior: ‚Duisternis kan geen duisternis verdrijven, enkel licht is daartoe in staat. Haat kan geen haat verdrijven, enkel liefde is daartoe in staat.‛ Lees de volgende uitspraak van Fliegende Blätter: ‚Het ongeluk is vaak slechts de weg, die het geluk inslaat om ons te bereiken.” Lees de volgende uitspraak van Henry Kaiser: ‚Problemen zijn kansen in werkkleding.‛
Kijk naar het volgende filmpje: ‚God of this city‛ van Chris Tomlin
Lees de volgende uitspraak van Martinus van Tours (316397): ‚De beste vertaling die ooit van de Bijbel kan bestaan, is de mens zelf.‛
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
83
Omcirkel de godsbeelden die jou aanspreken.
Lees de volgende uitspraak van Diana Robinson: ‚Bidden is wanneer je praat met God, mediteren is wanneer je luistert naar God.‛ Lees het verhaal: “De kleine vis” van Anthony De Mello ‚Excuseert u mij‛ zei een zeevis tegen een andere zeevis. ‚U bent ouder en meer ervaren dan ik en waarschijnlijk zult u mij kunnen helpen. Kunt u mij eens zeggen waar ik dat ding kan vinden dat men de oceaan noemt? Ik heb er overal tevergeefs naar gezocht.‛ ‚De oceaan,‛ zei de oudere vis, ‚is waar u nu in zwemt.‛ ‚Oh dit?‛ Maar dat is slechts water. ‚Ik ben op zoek naar de oceaan.‛ zei de jongere vis, die heel ontgoocheld wegzwom om elders te gaan zoeken.
Lees de volgende uitspraak: ‚God verstaat onze gebeden, zelfs als we de woorden niet vinden om ze te vertellen.‛ Lees de volgende uitspraak van Eleanor Powell: ‚What we are is God's gift to us. What we become is our gift to God‛. Lees het verhaal: “De Wereldbeurs van Godsdiensten” van Anthony De Mello Mijn vriend en ik gingen naar de Wereldbeurs van Godsdiensten. Geen gewone handelsbeurs, maar een heuse godsdienstenmarkt. Maar de wedijver was er even erg, de propaganda even luid. Bij de joodse stand kregen wij pamfletten die zeiden dat God de ‚Almedogende‛ was en de Joden zijn Uitverkoren Volk. De Joden, geen andere volk, was zo Uitverkoren als het Joodse Volk. Bij de stand van de moslims leerden wij dat God de ‚Albarmhartige‛ is en Mohammed zijn enige profeet. Verlossing verkrijg je door te luisteren naar Gods enige profeet. Bij de christelijke stand ontdekten wij dat God ‚Liefde‛ is en dat er geen verlossing is buiten de Kerk. Word lid van de Kerk. Wie geen lid wordt, riskeert eeuwige vervloeking.
Lees het gedicht: “Schepper of Opschepper?” Waar ben ik aan begonnen? Wat ben ik toch van plan? Of ben ik onbezonnen? Hoe verantwoord ik dat dan?
Toen wij naar buiten gingen, vroeg ik aan mijn vriend:‛Wat denk jij over God,‛ Hij antwoordde: ‚Onverdraagzaam is Hij, fanatiek en wreed.‛ Terug in mij huis zei ik tot God. ‚Hoe kunt U dat alles dulden, Heer? Ziet U niet dat U al eeuwenlang een slechte reputatie heeft?‛ God zei: ‚Die beurs heb Ik niet georganiseerd. Zelfs voor een bezoek eraan zou ik te beschaamd zijn.‛ Lees de volgende uitspraak: ‚I believe in the sun even if it isn't shining. I believe in love even when I am alone. I believe in God even when He is silent.‛
Ben ik een echte schepper of doe ik maar wat maf? Schept God mij op de aarde of schep ik Hem eraf?
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
84
Vragen en impulsen voor de activiteit42 (versie voor de begeleider) 1
2
3
Kijk naar het volgende filmpje: “Does God exist?” met Albert Einstein: http://www.kuleuven.be/thomas/algemeen/videodatabank/videoview.php?video_id=313 Wat leren we over de identiteit van God? Wat zegt Einstein over het kwaad, donker en koude in de wereld? Met wat vergelijkt Einstein God? Kan je je daarin vinden? Wat is er als er geen liefde is? In welke situaties kunnen mensen de afwezigheid van God ervaren? Volgens Einstein is God niet slecht zoals de professor beweert. Net als koude de afwezigheid is van warmte en duisternis de afwezigheid is van licht, is kwaad de afwezigheid van God in het hart van de mens. Bekijk foto A43 Wat tracht men in een formule te gieten? Hoe kan iemand de identiteit van God bewijzen of omschrijven? Waarom kan je geen formule maken van God? Van wat kan je wel een formule maken? Wat is het verschil tussen oppervlakte, snelheid, gewicht, geluid, tijd, temperatuur, inhoud, < en God, liefde, vriendschap, Welke eenheid heeft warmte, snelheid, Stel dat je God in een formule zou kunnen gieten, welke eenheid zou je dan kiezen? Maak op een blad papier een eenheid voor de formule en schrijf kort op waarom je dat tekent. In welke situaties proberen mensen God toch in een formule te gieten? Als je zegt dat God goed is, < probeer je dan ook niet te bewijzen? Scarlett Bene: ‚God can never be a definition. He is more than even the entirety of the dictionary.‛ God is, in tegenstelling tot licht, snelheid, <, niet meetbaar. Mensen proberen God vaak grijpbaar, meetbaar te maken. Ze plakken woorden op God, proberen te definiëren, maar elke omschrijving schiet tekort. Eenheden: geluid = decibel, tijd = seconde, warmte = joule, gewicht = gram, inhoud = liter, temperatuur = graden Celsius, oppervlakte = vierkante meter, snelheid = meter per seconde, enz. Luister naar het lied “One of us” van Joan Osborne: http://www.youtube.com/watch?v=xMPJBcalyeY&feature=related Noteer jouw antwoord op de onderstaande vragen op een blad papier. Als God een naam had, hoe zou Hij dan heten? Wat zou je God vragen indien je Hem slechts één vraag zou mogen stellen? Als God een gezicht had, hoe zou Hij er dan uitzien? Hoe zou het zijn als God één van ons zou zijn? Wat voor iemand zou Hij zijn? Wat voor beroep zou God uitoefenen? Zou hij een buschauffeur, een leerkracht, een politieman, < zijn? Waarom denk je er zo over? Daarna worden de individuele vragen samen besproken. Welke namen, beroepen, vragen, < hebben jullie genoteerd? De begeleider noteert op bord. Wat kunnen we besluiten over de manier waarop wij God zien? Welk beroep komt het meest overeen met Gods kijk? Welke naam zou het best bij God passen? Mogen wij wel een naam aan God geven? Joden spreken de naam van God niet uit. Zij zeggen niet God, maar JHWH, uit respect voor de 42 De vragen en impulsen staan in dezelfde volgorde als het materiaal op de kaartjes. 43 Zie bijlage 9: Foto A Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
85
4
5
6
heiligheid van God. JHWH is Hebreeuws voor God. Wanneer er JHWH staat, lezen zij meestal ‚Adonai‛, dat betekent ‚mijn Heer‛. Een naam is een woord waarmee iemand wordt aangeduid. Het dient om iemand te benoemen of te identificeren. In welke situaties kan een naam je macht/kracht geven? Hoe voelt het als iemand je naam na lange tijd niet kent? Kijk naar het volgende filmpje “God is stereotiep… niet”: http://www.kuleuven.be/thomas/algemeen/videodatabank/vidpercat.php?cat_id=1 Welke beelden vormt men van God? Welke beelden zijn stereotiep en welke niet? Wat bedoelt men met stereotiep? Welke vaste beelden heeft men van God? De begeleider noteert op een groot blad papier. Welke beelden zouden (gedeeltelijk) juist kunnen zijn? Vanaf wanneer verdwijnen de maskers? Wat verbergt een masker? Voor wie verberg je je als je een stereotiep aanneemt? Situatie: Je zegt over homo’s dat ze allemaal vrouwelijk zijn. In je klas zit er een homo, maar je vermijdt de jongen omdat je er jouw stereotiepe idee over hebt. Wat veroorzaken stereotypes? Wie heeft er dan een masker op? Welk masker wordt er op de jongen zijn hoofd gezet? ‚Stereotypes pinnen mensen vast op uitspraken die vaak niet juist zijn. Doordat je er niet vanaf geraakt, kan je niet veranderen of heb je gewoon niet de kans om je anders te tonen.‛ Wat hebben stereotypes met maskers te maken? Welke stereotiepe beelden had/heb jij van God? ‚Stereotiep‛ betekent ‚vast‛, ‚onveranderd‛ of ‚cliché‛. Wanneer mensen zich alleen stereotiepe beelden van God vormen, kunnen ze God ook niet anders leren kennen. Ze moeten trachten verder te gaan dan wat anderen hen vertellen. Het is pas door ervaringen en persoonlijke beleving, dat ze ook stilaan voor zichzelf een beeld van God kunnen vormen, een beeld dat veranderbaar is. Dan zetten ze hun masker af en laten ze zichzelf aan God zien. Daardoor zullen ze God ook beter in de wereld zien. Als jij stereotypes volgt, zet je zelf een masker op: je verbergt jezelf. Anderzijds duw je de ander een masker op de neus. Je schrijft iemand het beeld, dat jij van hem hebt, toe. Van dat beeld geraakt die persoon maar moeilijk vanaf. Bekijk foto B44 Welke boodschap geeft deze publiciteit ons? In welke situaties kunnen mensen wanhopen? Wat is de originele reclameboodschap? Wat houdt ‚BOB-zijn‛ in? Hoeveel alcohol mag je in je bloed (O,55%) of in je adem (0,22 mg) hebben? Welke wanhopige situaties kan je allemaal meemaken wanneer je geen BOB bij je hebt? ‚BOB‛ wordt hier vervangen door ‚God‛. Waarom zou men ‚BOB‛ door ‚God‛ vervangen? In welke situaties kan God ons uit de wanhoop helpen? Lees de volgende uitspraak van een jongere: “God is een uitvinding van mensen die de zinloosheid van het leven niet aankunnen.” Wat probeert de jongere ons hier duidelijk te maken? Hoe kan God ons leven zin geven? Wat is zin?
44 Zie bijlage 9: Foto B Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
86
7
8
‚Zonder doel(en) is elke richting verkeerd.‛ Door wat kunnen we ‚doel‛ vervangen? Je doel is Spanje, welke richting moet je uit? Je doel is misschien Spanje, Rusland, Congo, Amerika, < Welke richting moet je uit? Eileen Elias Freeman 1994: ‚Het leven is een wandtapijt. Wij zijn het materiaal. God is de wever. Alleen de wever ziet het hele design.‛ Freeman Dyson: ‚Jij vraagt: Wat is de zin van het leven? Ik kan je enkel antwoorden met een andere vraag: Denk jij dat wij wijs genoeg zijn om Gods geest te lezen?‛ Wat kan je leven nog zin geven? Maak een top drie van dingen die aan jouw leven zin geven. Van Dale: ‚Zingeving is de behoefte dat, wat we doen in het leven, een waarde heeft.‛ Wanneer de mens voelt dat hij met een doel op deze wereld leeft, kan hij ook een gevoel van zinvolheid krijgen. Bekijk foto C45 Wat is de originele reclameboodschap? Wat is ‚Redbull‛? Waarom geeft ‚Redbull‛ je vleugels? Welke effecten heeft ‚Redbull‛ op het lichaam? - Het verhoogt het prestatievermogen - Het verhoogt de concentratie en reactiesnelheid - Het verbetert de alertheid - Het verbetert de gemoedstoestand - Het stimuleert de stofwisseling ‚Redbull‛ wordt vervangen door ‚Christus‛. Wat bedoelt men daarmee? Men doet wel eens alsof Christus de achternaam van Jezus is, maar dat was eigenlijk Jezus van Nazareth. Waarom zegt men dan Jezus Christus? Christus is Grieks voor de Gezalfde, de Verlosser, de Zoon van God. Messias betekent hetzelfde, maar in het Hebreeuws. Men zegt in de Bijbel: ‚Het Woord is vlees geworden.‛ Naar wat verwijst ‚Christus‛ dus eigenlijk? Wanneer merken we dat het goddelijke in mensen hen vleugels geeft? Christus verwijst naar de goddelijkheid van Jezus. Jezus was helemaal doordrongen van de Christuskracht. Hij was zo gericht op God dat Hij zich identificeerde met zijn Vader. Jezus heeft als geen ander de wil van God gepraktiseerd. Bekijk foto’s G46 Slaagt de mens erin om de toren tot de hemel te doen reiken? Wat gebeurt er? (Gn 11, 1-9) Wat wil God daarmee duidelijk maken? Hoe probeert de mens vandaag slimmer te zijn dan God? Welke slimme dingen zeggen mensen zoal over God? Wat heeft hoogmoed met de toren van Babel te maken? ‚Wie weet dat zijn lichaam deel uitmaakt van de aarde is bevrijd van de hoogmoed.‛ Waar prijst een hoogmoedige persoon zich? Waarom mag/kan de mens God niet kennen? ‚De populaire cultuur is het nieuwe Babel. Het is ons enorm sekstheater en de tempel van handel. We leven in een eeuw van idolen. Het heidense verleden komt terug in onze levensstijl.‛ Wat zijn voorbeelden van het Babelse denken van vandaag? De toren van Babel is de uitdrukking van het streven van de mens om beroemd te zijn en om God te 45 Zie bijlage 9: Foto C 46 Zie bijlage 9: Schilderij “De toren van Babel” van Pieter Brueghel de Oude en Peter Hutter Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
87
9
10
kennen. Het gaat om mensen die hoogmoedig zijn, die hun band met de aarde vergeten zijn en zich in de hemel prijzen. Bekijk foto D47 Wat willen de drie personen doen? Wat gaan ze tekenen? Wat is de triniteit? De triniteit is de Drie-eenheid of de Heilige Drievuldigheid. Welke drie personen vormen die eenheid? Wat zeggen christenen wanneer ze een kruisteken maken? De drie personen vormen een eenheid. Maar wat is die eenheid? Men spreekt van eenheid of heiligheid. De drie personen zijn één. Maar wat is heiligheid eigenlijk? Foto J48 Wat heeft de broeder boven zijn hoofd? Bij welke personen schildert of tekent men zo’n lichtkrans boven het hoofd? Wanneer worden mensen heilig verklaard? Kan je heilig verklaard worden als je nog leeft? Wat klopt er hier dan niet? Ken je mensen die heilig verklaard werden? Maar wat betekent dat eigenlijk heilig zijn? Kunnen mensen dan ook niet heilig zijn tijdens hun leven? John Brown, 19de eeuw, Schotse theoloog : ‚Heiligheid bestaat niet uit het zich vormen van beelden en ideeën over wat heilig is, uit enthousiaste bezigheden, uit ongevraagde soberheid, maar het betekent: denken zoals God denkt en willen zoals God wil.‛ F.B. Meyer, 20ste eeuw Engelse pastoor: "Holiness is the habit of being of one mind with God.‛ ‚Heiligheid is heelheid: het betekent zich met heel zijn of haar hart richten op God, het doen van alles wat je doet, in de dienst van God.‛ Deze anonieme bron zegt dat heiligheid heelheid is. Wanneer zijn mensen dus heel? Wie heb je nodig om een geheel te zijn? Wat is het tegenovergestelde van een geheel zijn? Mother Teresa: ‚Holiness is not the luxury of the few, it is a simply duty for you and for me.‛ Wat bedoelt moeder Teresa eigenlijk? Als het geen luxe is, wat is het dan? Betekent het dat iedereen heilig kan zijn? Hoe kunnen wij vandaag proberen om heilig te zijn? Heilig zijn betekent heel zijn. Het betekent dat een mens met zijn hart gericht is op God. De mens denkt zoals God en wil zoals God. Iedereen kan heilig zijn, het is geen luxe die een aantal mensen bezitten. Iedereen kan in verbondenheid leven. Wanneer deze heelheid er niet is, zijn mensen soms verbrokkeld. Ze zien de zin niet in van hun leven, van dat van anderen of van de wereld. Lees de volgende uitspraak van een jongere: “De mooie natuur, de wonderen van het leven, de geboorte van een kind, de liefde, … Ik geloof niet het gewoon allemaal toeval kan zijn…” Wie deelt er dezelfde mening? Als het geen toeval is, wat is het dan wel? Is er iemand of iets die stuurt? Wie of wat regelt deze dingen dan? Waar merken we sturing in de natuur op? ‚In nature we see where God has been. In our fellow man, we see where He is still at work.‛ Welke dingen zijn te gecompliceerd om uit te leggen met de evolutie of een andere theorie? 47 Zie bijlage 9: Foto D 48 Zie bijlage 9: Foto J Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
88
11
12
13
Wat/wie is er volgens jullie in het spel? Voltaire: ‚I cannot imagine how the clockwork of the universe can exist without a clockmaker.‛ Wie is de klokkenmaker? Welke zaken regelt de klokkenmaker? Klokken- en horlogemaker is heel lang een beroep geweest. Vandaag is het dat nog steeds, maar door de digitale klokken wordt het beroep veel minder uitgeoefend. Een klokkenmaker heeft nood aan gevoel voor precisie en inzicht in en kennis van de natuurkunde, technische en elektrotechnische vaardigheid. Je kan vandaag nog een opleiding volgen in Antwerpen en Nederland. Teken hoe jij het universum ziet. Je doet dit door een klok te tekenen en je noteert alle zaken die de klokkenmaker regelt. Bekijk foto E49 Wat probeert de leerkracht uit te leggen? Wat vertelt het creationisme? Waar kunnen we het creationisme terugvinden? Wat is de tegenhanger van het creationisme? Welke van de twee is een theorie en kan wel degelijk bewezen worden? Waarom kan je het creationisme niet bewijzen? Hoe kunnen het creationisme en de evolutieleer tegelijkertijd samenleven? Hoe kan je enerzijds zeggen: ‚Wij stammen nu eenmaal af van de aap.‛ en anderzijds: ‚God is de schepper, we kunnen Hem niet buiten spel zetten.‛? Richard Dawkins, atheïst en één van de bekendste schrijvers over de evolutietheorie: ‚Het is volstrekt veilig om te zeggen dat als men iemand ontmoet die beweert niet te geloven in evolutie, deze persoon onwetend, dom of ziek is, maar de mogelijkheid laat ik open. ‚ Waarom zou je ervan uitgaan dat iemand dom is als die niet wil geloven in evolutie? Maar wat bedoelt hij dan met ‚De mogelijkheid van de schepping laat ik open.‛? Is de wetenschap vandaag in staat om alles te verklaren? Zijn er grenzen? Welke? Het creationisme is de opvatting dat het scheppingsverhaal strikt letterlijk moet genomen worden. Bekijk foto F50 Waarover heerst de discussie? Wanneer zeggen mensen dat God bestaat? Wanneer zeggen zij dat Hij niet bestaat? ‚I believe in the sun even if it isn't shining. I believe in love even when I am alone. I believe in God even when He is silent. ‚ Hoe komt het dat mensen op dat gebied verschillen? Jean Favre: ‚I do not believe in God, for that implies an effort of the will. But I see God everywhere!‛ Waar kan je God vandaag zien? J.D. Salinger : "I was six when I saw that everything was God, and my hair stood up and all," Teddy said. "It was on a Sunday, I remember. My sister was a tiny child then, and she was drinking her milk, and all of a sudden I saw that she was God and the milk was God. I mean, all she was doing was pouring God into God, if you know what I mean.‛ Waar herkent deze man de aanwezigheid van God? Lees de volgende uitspraak van een jongere: “Ik geloof dat, als iemand geboren wordt, hij niet zomaar geboren wordt. Je wordt geboren voor iets. ” Wat wil deze jongere ons vertellen? Wat bedoelt men met een roeping? ‚It’s not more vacation we need, but more vocation.‛ Wanneer zeggen mensen wel eens dat ze nood hebben aan vakantie? Waarom zeggen ze dat? 49 Zie bijlage 9: Foto E 50 Zie bijlage 9: Foto F Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
89
14
15
16
17
Aan wat hebben ze echt nood? Hoe kan je je roeping kennen? ‚Every man has his own vocation, talent is the call (lokroep).‛ Wat zijn jouw talenten? Wat is jouw roeping? Denk na over wat jouw roeping is en noteer dit op een stuk papier. Een roeping is het zich voorbestemd voelen of weten tot een bepaalde levenstaak. Lees de volgende uitspraak van een jongere: “Als God bestaat, als God liefde is, waarom dan zoveel lijden, waarom doodgaan, waarom zoveel kwaad in de wereld?” Wie stelt zich dezelfde vraag? Op welke momenten komt deze vraag in je hoofd op? Jules Renard: ‚I don't know if God exists, but it would be better for His reputation if He didn't.‛ Waarom heeft God volgens deze man een slechte reputatie? ‚Don't look for God where He is needed most. If you didn't bring Him there, He isn't there.‛ Wat is de boodschap van deze persoon? Wat moeten wij doen wanneer er kwaad geschied? Vanwaar komt het kwaad? Albert Einstein: ‚God heeft het kwaad niet geschapen. Het is enkel de oorzaak van de afwezigheid van God in het hart van de mens.‛ Wat wil Einstein ons vertellen over God? Wie of wat veroorzaakt het lijden? Lees de volgende uitspraak van Phil Bosmans (1922): “Ik geloof in God, zoals een blinde gelooft in de zon. Niet omdat hij Hem ziet, maar omdat hij Hem voelt.” Wat is de boodschap van de uitspraak? Wanneer is de zon weg? Wanneer zien we hem niet? Waarom zou men God vergelijken met de zon? ‚God bezoekt ons vaak, maar meestal zijn we niet thuis." Op welke momenten voelde jij de zon? Op welke momenten voelde jij God? De zon is nooit weg, alleen zien we hem niet altijd. Hij is misschien verborgen voor het oog, maar hij is er altijd. Lees de volgende uitspraak van zuster Jeanne Devos: “Ik geloof dat waar mensen het opnemen voor de zwakkeren, we een beetje Gods wereld kunnen bereiken.” In de Bijbel spreekt men geregeld van het koninkrijk van God. Wie is er daar koning? Wat zou er belangrijk kunnen zijn in dat koninkrijk? Wanneer komt men volgens deze persoon een beetje dichter bij dit koninkrijk? Wat betekent ‚het opnemen voor de zwakkeren‛? Wie is een zwakkere zijn in onze samenleving? Hoe kunnen wij vandaag het koninkrijk op andere manieren realiseren? Lees de volgende uitspraak van Angelina Jolie (1975): “Voor mij hoeft er geen God te zijn. Er zit iets in mensen wat spiritueel is, iets God-achtig.” Spiritualiteit is vandaag een populair woord, maar wat betekent het eigenlijk? Wat betekent ‚spirit‛? Wat betekent ‚teamspirit‛? Met wie ben je dan één van geest? Spiritualiteit is eigenlijk hetzelfde als enthousiast zijn. Welk woord herkennen we erin? Synoniemen van enthousiasme zijn: geestdrift, bezieling, < ‚Theos‛ is Grieks voor God. In wie ben je als je in ‚Theos‛ bent? Wat vertelt Angelina ons eigenlijk over God? Van Dale: ‚Spiritualiteit is onlichamelijkheid, onstoffelijkheid.‛ Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
90
Spiritualiteit of enthousiasme betekent één van geest zijn met God. Het wil zeggen dat jij Gods wil
18
19
20
21
wenst uit te voeren. Je bent bezield, je wil God armen en benen geven. Wanneer je bezield bent, ben je eigenlijk ook heilig. Lees het verhaal van de vijgenboom zonder vruchten. Welke van deze twee personages lijkt op God: de man met de vijgenboom of de wijngaardenier? Wat vertelt dit verhaal ons over God en iemand die Gods wil doet? Wat wil Jezus ons duidelijk maken over God? Situatie: Een leerkracht Frans en Nederlands hebben beiden een leerling in de klas. Het gaat niet zo goed met de leerling. Op zowel Frans als Nederlands haalt hij 50%. De leerkracht Frans wil de leerling doorverwijzen naar BSO, de leerkracht Nederlands vraagt de leerkracht Frans om geduldig te zijn. Door de leerling extra te motiveren haalt hij de punten misschien nog op. Wie is de boom? Wie is de wijngaardenier? Wie is de man met de vijgenboom? De begeleider deelt het “werkblad vijgenboom” 51 uit. Noteer in de stam een situatie waarin jij nog moest groeien. Teken in de bijl een situatie waarin jij weinig geduld had met iemand die moest groeien en in de wortel een situatie waarin je wel geduld had. Jezus vertelt in de gelijkenis iets over God. God schrijft mensen niet af, maar geeft hen steeds nieuwe kansen. Hij is geduldig en geeft hen tijd om te groeien. Lees de volgende uitspraak van een jongere: “Er moet wel “iets” zijn…, een oneindig leven, … een God… Een leven waar iedereen in vrede samenleeft… dat hoop ik… dat geloof ik… en als dat niet zo zou zijn, vind ik dit leven maar zinloos. ” Wie deelt er deze mening? Waarom zou het leven dan maar zinloos zijn? ‚Peace on the outside comes from knowing God on the inside.‛ Wat zou er niet zijn, wanneer God er niet is? Voltaire: ‚If God did not exist, it would be necessary to invent Him.‛ Waarom zouden wij Hem dan moeten uitvinden? Waarom is God er, als hij bestaat? Voor welke zaken kunnen we bij God terecht? Lees het verhaal “God bij ons”. Hoe kunnen we de pijn en het lijden in deze wereld verklaren? God heeft de wereld geschapen, heeft Hij dan ook niet het lijden geschapen? ‚De zevende dag is het aan jullie. Het is mijn zevende dag en jullie eerste dag!‛ Naar welke dag/actie verwijst deze uitspraak? Door wie zou deze uitspraak gemaakt kunnen zijn? Wat wil God ons duidelijk maken? Hoe kunnen wij pijn en lijden bestrijden? ‚Don't look for God where He is needed the most. If you didn't bring Him there, He isn't there.‛ Wat is de boodschap van deze uitspraak? Wat moeten wij doen wanneer er kwaad geschied? Hoe kunnen wij God aanwezig stellen in het lijden? Vanwaar komt het kwaad? Albert Einstein: ‚God heeft het kwaad niet geschapen. Het is enkel de oorzaak van de afwezigheid van God in het hart van de mens.‛ Wat wil Einstein zeggen over God? Lees de volgende uitspraak van moeder Teresa: “Bidden leidt tot een zuiver hart, een zuiver hart leidt tot liefde, liefde zet je aan tot daden voor je naasten en deze inzet leidt op zijn beurt tot de vrede van het hart. Dus door het gebed hebben wij alles: zuiverheid, vreugde, liefde, inzet en vrede!” Wat zijn de positieve effecten van bidden? Wat is bidden eigenlijk? 51 Zie bijlage 9: Werkblad vijgenboom Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
91
22
23
24
Getuigenis over bidden52 Wat is bidden volgens de twee vrienden? Met wie ga je een relatie aan? Wie is die hogere macht? ‚Wanneer je bidt, vertel je aan God wat je voelt en denkt.‛ Wat laat je aan God zien? ‚Bidden verandert de wereld misschien niet, maar bidden verandert mensen en mensen veranderen de wereld.‛ Hoe kunnen mensen de wereld veranderen? Hoe kunnen wij de wereld veranderen op het gebied van natuur/milieu? Hoe kunnen wij de wereld veranderen op het gebied van vrede? Hoe kan praten met God een mens veranderen? ‚Peace on the outside comes from knowing God on the inside.‛ Hoe kunnen we komen tot vrede? Wat heeft bidden met deze uitspraak te maken? Bidden is een relatie aangaan met God, praten met God en je op Hem richten, je hart openstellen voor God, aan God laten zien wat je voelt, wat je meemaakt en wat je denkt. Bidden kan een mens veranderen en mensen kunnen de wereld veranderen. Door te bidden, leer je beetje bij beetje kijken met de ogen van God. Dan zie je het grotere geheel en staar je je minder blind op de kleine details. Lees de volgende uitspraak van Edmund Burke: “Het enige wat nodig is om het kwade te laten zegevieren is dat goede mensen niets doen.” Wat wil Burke ons duidelijk maken? Wat is volgens Burke de oorzaak van het kwaad? Hoe komt het dat goede mensen vaak niets doen? Hoe voelt het om niets te doen? ‚Wanneer je niets doet, voel je je verbaasd en machteloos. Maar wanneer je tussenkomt, voel je hoop en voldoening dat komt van het besef dat je werkt om dingen beter te maken.‛ Wie kan een voorbeeld van geven van een situatie waarin mensen niets doen? Situatie: Je buurman wordt overvallen. Al zijn creditcards zijn gestolen en zijn auto ook. Hij vraagt of jij met hem snel naar de bank en het politiebureau wil rijden. Situatie: Je staat met een aantal vrienden in een groepje. Er komt iemand van de klas bijstaan die jij wel nog leuk vindt, maar niet zo populair is. Iemand van jouw vrienden negeert hem en staat met zijn rug naar de persoon. Wat doe jij? Wanneer kan ‚niets doen‛ ernstige gevolgen hebben? Welke gevolgen kan ‚niets doen‛ hebben? Lees de volgende uitspraak van John Petit-Senn: “Wie God niet overal ziet, vindt hem nergens.” Waar kunnen we God vinden? Waarom moeten we God overal kunnen zien? ‚In nature we see where God has been. In our fellow man, we see where He is still at work.‛ Waar in de natuur kan je iets goddelijks herkennen? Wanneer kan je in mensen een glimp opvangen van het goddelijke? Lees de volgende uitspraak van Martin Luther King Junior: “Duisternis kan geen duisternis verdrijven, enkel licht is daartoe in staat. Haat kan geen haat verdrijven, enkel liefde is daartoe in staat.” Wat is de boodschap van Martin Luther King Junior? Wat is de duisternis van onze wereld? Hoe moeten we omgaan met duisternis die naar ons gericht is? Wat moet jij dan doen als iemand jou een mep geeft? Wat moet jij doen als jouw lief je bedriegt? Barack Obama heeft 30.000 extra militairen gestuurd naar Afghanistan. Lokt hij zo niet extra geweld uit? Hoe zouden jullie het aanpakken? 52 Zie bijlage 9: Getuigenis over bidden Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
92
25
26
27
Hoe zouden de ouders van de slachtoffers van Ronald Janssen53 volgens Martin Luther King moeten omgaan met de dood van hun dochter? Is dit realistisch? Zouden jullie in staat zijn om te vergeven? Wat betekent vergeven dan voor jullie? In welke mate kan wraak zoet zijn? ‚Wraak levert je één moment van voldoening op, terwijl vergeving je in staat stelt om gelukkig verder te leven.‛ Lees de volgende uitspraak van Joseph Roux: “God bezoekt ons dikwijls, maar meestal zijn wij niet thuis.” Wat zou deze persoon ons willen duidelijk maken? Waar bezoekt God ons? Wat zegt Joseph over de aanwezigheid van God in de wereld? Situatie: God staat voor de deur, zou je opendoen? Waarom? Hoe zou je God begroeten? Wat zou je tegen Hem zeggen? In de uitspraak staat dat wij meestal niet thuis zijn. Wanneer doen wij weleens alsof we niet thuis zijn? Wie laten we niet graag binnen? Zouden sommige mensen niet opendoen voor God? Waarom zouden ze dat doen? Lees de volgende uitspraak van Fliegende Blätter: “Het ongeluk is vaak slechts de weg, die het geluk inslaat om ons te bereiken.” Wat heeft deze uitspraak te maken met: ‚Na regen komt zonneschijn.‛? Hoe moeten we volgens Blätter in het leven staan? Wat heeft lijden (bijvoorbeeld kanker) met deze uitspraak te maken? Hoe kan je na kanker gelukkiger zijn? Hoe kan je na een herexamen gelukkiger zijn? Lees de uitspraak van Sören Kierkegaard: “Ik ontdekte dat ik minder en minder te zeggen had, tot ik uiteindelijk stil werd en begon te luisteren. En in die stilte hoorde ik de stem van God.” Wanneer is het stil? Wie kan een voorbeeld geven van een situatie waarin het stil was? Oefening op het voelen van de stilte Vandaag is er enorm veel lawaai: niet alleen in de stad, maar ook op school. We gaan daarom eens stilstaan bij het lawaai dat wij elke dag horen. Jullie zetten je recht op je stoel en sluiten de ogen. Als iedereen zijn ogen dicht heeft, luisteren we samen heel aandachtig. We gaan onze aandacht richten op alles wat we rondom ons horen. Eerst gaan we met onze aandacht naar de omgeving van de school
Sofie Raes 2009-2010
93
28
29
Wat heb je allemaal gehoord? Wat vond je het moeilijkste om te horen? Zijn er dingen die je niet hebt gehoord: de stemmen in jezelf? Wat vind je van de volgende uitspraak? ‚Het oorverdovende lawaai van de wereld zorgt ervoor dat wij de stemmen in onszelf niet meer kennen of horen.‛ Wat zijn de stemmen in jezelf? Hoe komt het dat mensen hun gevoelens en gedachten niet meer kennen? Hoe kunnen mensen hun gevoelens ontdekken? Jullie hebben bij deze oefening nu wel gezwegen, jullie waren stil, maar was het ook echt stil? Waarom niet? Wat betekent stilte? Van Dale zegt: ‚Stilte is het ontbreken van geluid.‛ Als stilte het ontbreken van geluid is, wanneer is het dan stil? Wat voelen mensen als het heel stil is? (in een bos) Is stilte alleen het ontbreken van iets of is het iets meer? Henriëtte Roland Holst: ‚De stilte van de natuur is vol geluiden.‛ Als je in de natuur wandelt, wat voor soort geluiden hoor je dan? Paul van den Bergh: ‚Wie de melodie van de stilte kent, kent ook de volheid van de leegte.‛ Hoe kan de stilte ook vol zijn? Wat kunnen we ontdekken in de stilte? Han Fortmann: "Stilte is een spiegel waarin je jezelf ziet en leert kennen.‛ Waarom zouden mensen dan soms zoveel lawaai maken? De stilte is als een volle leegte, als een spiegel waardoor je je eigen binnenkant leert kennen. Dit kan confronterend zijn, waardoor mensen bang worden en veel lawaai maken. Eigenlijk is de stilte niet volledig leeg, hij maakt plaats voor iets anders: voor het ontdekken van onze gevoelens en gedachten of van wie we echt zijn. Maar door het lawaai in de wereld kennen veel mensen hun eigen binnenkant niet. Lees de volgende uitspraak van Henry Kaiser: “Problemen zijn kansen in werkkleding.” Wat wil deze persoon ons duidelijk maken? Hoe moeten we omgaan met de moeilijke momenten in ons leven? Wanneer dragen mensen werkkleding? Waarom is een probleem ook een kans? Situatie: Frederik Deburghgraeve heeft astma. Als kind raadde de dokter hem aan om te zwemmen omdat je longcapaciteit daardoor vergroot. Fien is gebuisd voor L.O. omdat ze niet goed kan lopen. Voor haar herexamen moet ze oefenen zodat ze 3 kilometer kan lopen in maximum 50 minuten. Welke problemen hebben de volgende personen? Hoe kunnen zij deze problemen omzetten in kansen? Welke voordelen kunnen zij later uit de problemen halen? De begeleider deelt het “werkblad overall” 54 uit. Noteer in de werkkleding de problemen die bij jou tot kansen hebben geleid. Lees het gebed van Gregorius van Nazianze, kerkvader. Welke namen geeft Gregorius aan God? Welke namen zijn tegenstrijdig? Wat is het grote probleem? Hoe komt het dat wij God geen naam kunnen geven? Een naam is een woord waarmee iemand wordt aangeduid. Het dient om iemand te benoemen of te identificeren.
54 Zie bijlage 9: Werkblad overall Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
94
30
31
32
‚God is not the name of God, but an opinion about Him.‛ Welke naam zou het best bij God passen? Mogen wij wel een naam aan God geven? Joden spreken de naam van God niet uit. Zij zeggen niet God, maar JHWH, uit respect voor de heiligheid van God. JHWH is Hebreeuws voor God. Wanneer er JHWH staat, lezen zij meestal ‚Adonai‛: mijn Heer. In welke situaties kan een naam je macht/kracht geven? Hoe voelt het als iemand je naam na lange tijd niet kent? Kijk naar het volgende filmpje: “God of this city” van Chris Tomlin: http://www.youtube.com/watch?v=c6iAlnKc20Y Welke godbeelden komen in het lied aan bod? Met welke beelden zijn jullie het eens? De zanger zegt: ‚You’re the God of this city‛. Over welke stad zou het kunnen gaan? Wat is er typisch aan een stad? Wat kan je zeggen over de bevolking? Wat vertelt hij verder over de stad? Er komen verschillende beelden over God aan bod en er zingen verschillende mensen, toch zegt de zanger ‚onze God‛ en niet ‚mijn God‛, waarom zou hij dat doen? Foto L55 Stel dat God licht is, net als het lampje dat licht geeft. Hoe komt dan dat wij geen wit licht zien? Hoe komt dat de ene mens God als roos ziet, de andere als paars, de andere als groen of geel of blauw? Heeft licht kleur? Wat is de eigenschap van licht? Maak per vier een eigen versie van de liedtekst waarin jullie godsbeelden aan bod komen. Licht heeft geen kleur. Wij zien enkel kleuren doordat het licht op materie weerkaatst. Uiteindelijk is God, de god van iedereen. Godsdiensten bekijken het licht vanuit verschillende oogpunten, waardoor het vaak een andere kleur heeft. Maar uiteindelijk is er maar één licht, één licht dat het licht is voor ieder mens. Beluister het lied “If there is a God” van The Smashing Pumpkins56 Wat valt je op in het lied? Op welke manier ziet men God? Weet de zanger wie God is? Waaraan merk je dat? Hoe spreekt de zanger God aan? Welke strofe over God bevalt je het meest? Waarom? Is God mannelijk of vrouwelijk? Gen 1,26 God zei: ‚Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken, zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.‛ 27 God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen. De naam ‚Adam‛ is van Hebreeuwse oorsprong en betekent "mens". De zanger schijnt te denken dat God steeds iemand anders is. Hij zegt: ‚Wie ben Je deze keer?‛ De zanger omschrijft God als Hij, maar ook als Zij en Ze. Lees de volgende uitspraak van Martinus van Tours (316-397): “De beste vertaling die ooit van de Bijbel kan bestaan, is de mens zelf.” Hoe kan de mens wat er in de Bijbel staat vertalen? Het evangelie van Mt is geschreven rond 75 na, van Joh rond 90 na, van Mc rond 65 na en van Lc tussen 60 en 80 na Christus. Dus pas circa 30 jaar na Jezus dood, begon men zijn levensverhaal neer te schrijven.
55 Zie bijlage 9: Foto L 56 Zie bijlage 9: Liedtekst “If there is a God” van The Smasking pumpkins Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
95
33
34
35
Foto M57 ‚De Bijbel is zoals de olifant die de drie blinde mannen probeerden te verstaan. De mannen dachten dat ze wisten hoe het dier eruit zag maar niemand kan beweren de volledige waarheid te kennen.‛ Hoe zien de mannen de olifant? Wat zegt deze persoon over de manier waarop mensen naar de Bijbel kijken? Twee leerlingen lezen het verhaal58 en vertellen het door aan hun buur, deze buur vertelt aan zijn buur enz. De begeleider vraagt aan de laatste persoon om het verhaal te vertellen. Wat heeft dit verhaal te maken met het vertalen van de Bijbel? Ieder mens heeft een eigen interpretatie of beeld van de Bijbel. Deze verschillende beelden zijn soms tegenstrijdig en soms (gedeeltelijk) waar. Omcirkel de godsbeelden die jou aanspreken. (Foto I)59 Waarom staan alle godbeelden op puzzelstukjes? Verhaal van de drie blinde mannen en de olifant 52 Wat zijn de puzzelstukjes in het verhaal? Wie is de olifant? Wie zijn de blinde mannen? Hoe komt het dat wij maar een deeltje kunnen snappen, zien of voelen? De puzzelstukjes zijn de godsbeelden die samen de puzzel maken van wie/wat God is. De blinde mannen zijn alle mensen die zich een beeld van God vormen. Maar de blinde mannen kunnen ook godsdiensten zijn. Lees de volgende uitspraak: “God verstaat onze gebeden, zelfs als we de woorden niet vinden om ze te vertellen.” Wat is een gebed? Een gebed is de woorden waarmee je bidt. Wat is bidden? Getuigenis over bidden60 Wat is bidden volgens de twee vrienden? Met wie ga je een relatie aan? Wie is die hogere macht? ‚Wanneer je bidt, vertel je aan God wat je voelt en denkt.‛ Wat laat je aan God zien? ‚Bidden verandert de wereld misschien niet, maar bidden verandert mensen en mensen veranderen de wereld.‛ Hoe kunnen mensen de wereld veranderen? Hoe kunnen wij de wereld veranderen op het gebied van natuur/milieu? Hoe kunnen wij de wereld veranderen op het gebied van vrede? Hoe kan praten met God een mens veranderen? ‚Peace on the outside comes from knowing God on the inside.‛ Hoe kunnen we komen tot vrede? Wat heeft bidden met deze uitspraak te maken? Bidden is een relatie aangaan met God, praten met God en je op Hem richten, je hart openstellen voor God, aan God laten zien wat je voelt, wat je meemaakt en wat je denkt. Bidden kan een mens veranderen en mensen kunnen de wereld veranderen. Door te bidden, leer je beetje bij beetje kijken met de ogen van God. Dan zie je het grotere geheel en staar je je minder blind op de kleine details. Lees de volgende uitspraak van Diana Robinson: “Bidden is wanneer je praat met God, mediteren is wanneer je luistert naar God.” 57 Zie bijlage 9: Foto M 58 Zie bijlage 9: Verhaal “De drie blinde mannen en de olifant” 59 Zie bijlage 9: Foto I 60 Zie bijlage 9: Getuigenis over bidden Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
96
36
37
Wat is mediteren volgens deze persoon? ‚Bij mediteren probeer je je gedachten, die zijn als een aapje dat van tak tot tak springt, rustig op een takje te laten zitten.‛ Wat probeer je stil te leggen wanneer je mediteert? Wat is het doel van mediteren? ‚Bij meditatie probeer je niet langer jezelf omhoog te houden, maar probeer je afstand te nemen van jezelf en al het overtollige. En dan herinner je je dat je alleen de Waarheid zoekt.‛ Wat is het verschil tussen beiden? De begeleider deelt het “werkblad mindfulness” 61 uit. Schrijf rond de aap de gedachten die regelmatig door jouw hoofd fladderen. Bij beiden ben je gericht op God maar bij bidden praat je met God. Bij mediteren zwijg je volledig en zet je alle gedachten en gevoelens stil zodat al je aandacht bij God is en je wijsheid kan ontvangen. Lees de volgende uitspraak van Eleanor Powell: “What we are is God's gift to us. What we become is our gift to God”. Wat bedoelt Eleanor met de uitspraak? Hoe kijkt zij naar God? Wat heeft God ons gegeven? ‚De zevende dag is het aan jullie. Het is mijn zevende dag en jullie eerste dag!‛ Naar welke dag/actie verwijst deze uitspraak? Door wie zou de uitspraak gemaakt zijn? Wat wil God ons duidelijk maken? Wanneer geven wij een cadeau aan God? Hoe kunnen we dat concreet doen? Lees het verhaal: “De kleine vis” van Anthony De Mello Tweede deel van het verhaal: Hij ging naar de meester in de kleren van een sannyasin. En hij sprak de taal van de sannyasin. “Al jaren ben ik op zoek naar God. Ik ben thuis weggegaan en heb Hem overal gezicht waar Hij eventueel zou kunnen zijn: op bergtoppen, in het hart van de woestijn, in de stilte van de kloosters en de woonbuurten van de armen.” “Heb je hem gevonden?” vroeg de meester. “Ik zou een opschepperige, leugenachtige man zijn als ik ja zei. Neen, ik heb hem niet gevonden. U wel?” Wat kon de meester hem zeggen? De avondzon straalde balken van gouden licht de kamer in. Lustig kwetterden honderden mussen in een nabije banyanboom. In de verte kon hij het geluid van het autoverkeer horen. Bij zijn oor zoemde ene mug, deze wilde zijn bloed… En toch kan de sannyasin, die goede man, daar zitten en zeggen dat hij God niet gevonden had, dat hij nog altijd naar hem op zoek was. Na een tijdje verliet de sannyasin de kamer van de meester, ontgoocheld. Hij ging elders zoeken. “Kleine vis, schei nu uit met zoeken. Er is niets om naar te zoeken. Wees maar stil, open je ogen en kijk. Je kunt er niet naast kijken.” Wat zoekt de kleine vis? Waaraan merk je dat hij de oceaan niet vindt? Waar zoekt de sannyasin God? Waar zou God nog gevonden kunnen worden? Wat is het verband tussen het eerste en het tweede verhaal? Wat zoeken zowel de kleine vis als de sannyasin? Waaraan merk je dat de kleine vis eigenlijk niet naast zou God kunnen kijken? ‚Some people talk about finding God, as if He could get lost.‛ Wat heeft deze uitspraak met het verhaal te maken? Jean Favre: ‚I do not believe in God, for that implies an effort of the will. But I see God everywhere!‛ 61 Zie bijlage 9: Werkblad mindfulness Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
97
38
39
40
Waar kunnen we God zien? Hoe kunnen we God kennen? Vincent van Gogh: ‚But I always think that the best way to know God is to love many things.‛ Wat wil Van Gogh ons vertellen over het vinden van God? De banyanboom is voor veel mensen in India, de Himalya en China heilig. Het is één van 's werelds grootste bomen. De kroon van de banyan kan zo breed uitgroeien dat volgens de legende Alexander de Grote (356-323 v.Chr.) met zijn gehele leger onder deze boom kon schuilen. Een monnik of asceet (Een asceet is iemand die zo zuiver mogelijk wil leven en zich daardoor van vele materiële zaken onthoudt.) in het hindoeïsme heet een sannyasin. Lees het verhaal: “De Wereldbeurs van Godsdiensten” van Anthony De Mello. Waarom ziet de ene vriend God als wreed? Jules Renard: ‚I don't know if God exists, but it would be better for His reputation if He didn't.‛ Waarom heeft God een slechte reputatie? Wie creëert de slechte reputatie van God? Wat leert dit verhaal ons over de manier waarop mensen naar God kijken? Mensen hebben niet alleen een eigen kijk op God, soms dringen ze die kijk ook op. Ze verbinden consequenties aan het niet navolgen van hun visie op God. Lees het gedicht: “Schepper of Opschepper?”. Hoe kunnen wij ook schepper zijn? God heeft de mens toch geschapen naar zijn evenbeeld? Is de mens dan ook niet capabel te scheppen, zoals God? Wat doe je als je een luchtje schept? Wat doe je als je een sfeer schept in de klas? Wat doe je als je opschept? Wat bedoelt de dichter met ‚God van de aarde scheppen?‛ Hoe kan je God van de aarde scheppen? Waaraan merk je dat mensen God soms wegscheppen? Hoe kan je God weer op de aarde scheppen? Lees de volgende uitspraak: “I believe in the sun even if it isn't shining. I believe in love even when I am alone. I believe in God even when He is silent.” Wanneer is de zon weg? Wanneer zien we de zon niet? Waarom zou men God vergelijken met de zon? ‚God bezoekt ons vaak, maar meestal zijn we niet thuis." Op welke momenten voelde jij de zon? Op welke momenten voelde jij God? Op welke momenten is God stil? Woody Allen: "God is silent. Now if only man would shut up." Wat wil Woody ons duidelijk maken? Hoe komt het dat wij God niet horen? De zon is nooit weg, alleen zien we hem niet altijd. Hij is misschien verborgen voor het oog, maar hij is er altijd. God is ook heel stil. Maar door het lawaai in de wereld, in ons hoofd, in ons hart, < kunnen we Hem niet horen.
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
98
2.1.5 “Waardencirkel” Bron van inspiratie voor de activiteit Bij de vormgeving van deze theologische werkvorm heb ik mij laten inspireren door de activiteit die ik tijdens de vorming van ‚Leefsleutels‛ heb beoefend. Deze activiteit heb ik ingepast in de voorbereidende werkvorm van de ‚Waardencirkel‛.62 Uitleg van de voorbereidende activiteit De groepsleden zitten in een cirkel. De theologisch gespreksbegeleider vraagt om na te denken over de waarde die zij het belangrijkste vinden. De begeleider legt veertig waardenkaarten met uitspraken van Jezus en bekende personen op de grond. Deze uitspraken hebben steeds betrekking op een bepaalde waarde. Bijvoorbeeld: wijsheid ‚De anderen kennen is wijsheid, zichzelf kennen is hogere wijsheid.‛ Vervolgens kiezen de groepsleden allemaal één waarde. Daarna zet iedereen zich terug in de cirkel. Nadien staat elk groepslid om beurt recht, zegt zijn naam en benoemt de waarde die hij het belangrijkste vindt. Alle andere groepsleden die de desbetreffende waarde in hun top tien zouden plaatsen, zetten zich ook recht. Op deze manier ontdekken de groepsleden gelijkenissen en verschillende m.b.t. de persoonlijke waarden die zij het meest doorslaggevend vinden. Uitleg van de kernactiviteit De begeleider legt de veertig waardenkaarten van de voorbereidende activiteit in een cirkel. Het is aan de groepsleden om de veertig waarden te reduceren tot een top tien. In het begin liggen er dus veertig waarden in de cirkel, dan dertig, vervolgens twintig en tenslotte moeten ze de tien voornaamste waarden selecteren. Na elke reductieronde zetten de groepsleden zich terug in de cirkel, worden alle waarden die weg mogen in het midden gelegd en stelt de begeleider enkele algemene reflectievragen. De selectie van de waarden moet in groep gebeuren. De tien waarden die resten, moeten dan ook de waarden zijn die de hele groep het belangrijkste vindt. Indien het niet mogelijk is om tot een consensus te komen, moeten de groepsleden keuzes maken op basis van de meerderheid maar met respect voor de minderheid. De waardenkaarten Algemene vragen die gesteld kunnen worden
Mogen deze waarden voor iedereen weg? Voor wie is deze waarde toch belangrijk? Zou iemand een bepaalde waarde wel in zijn top tien plaatsen? Waarom heb je deze waarde dan laten vallen? Hoe heeft de groep jou kunnen overtuigen? Hoe is er rekening gehouden met wat jij belangrijk vindt? Is de communicatie vlot verlopen? Wat werkte remmend?
62 Zie 1.1.2: Neerslag van de vorming van “Leefsleutels” Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
99
Wat bevorderde de communicatie? Hoe zouden jullie het in de volgende ronde (anders) kunnen aanpakken? Kan je een voorbeeld geven van deze waarde? In welke situaties is de waarde voor jou belangrijk? Wat kan gastvrijheid, vergevingsgezindheid, < vandaag in/voor ons leven betekenen? Hoe komen deze waarden in de klas aan bod? Hoe tonen deze waarden zich in jouw gedrag? Dit zijn de tien waarden die resten, die dus het belangrijkste zijn voor jullie. Hoe komen deze waarden vandaag in de groep aan bod? In welke gedrag herken je de waarde? Zijn er ook waarden die nog moeten groeien? Waaraan merk je dat? Hoe kunnen jullie aan deze waarde(n) werken? < Link met de verschillende aspecten van het model “elementariseren”63 Elementaire levensbetekenissen: In (Bijbel)verhalen komen expliciet en impliciet heel wat waarden aan bod. De woorden en daden van Jezus en andere Bijbelpersonages kunnen vandaag vertaald worden naar heel wat concrete waarden (voor jongeren): dingen die mensen (jongeren) belangrijk vinden in de omgang met zichzelf, anderen, de samenleving of de natuur. Elementaire incentieven en media: M.b.v. de actieve werkvorm tracht de begeleider de groepsleden op een ludieke manier in contact te brengen met de woorden en daden uit (Bijbel)verhalen. Elementaire leeractiviteiten: De groepsleden krijgen de opdracht om de waarden van de cirkel te reduceren tot tien waarden waar de hele groep zich in kan vinden. Deze reductie verloopt in drie rondes die elk gepaard gaan met een verwijdering van tien waarden. Elementaire toegangen: De groepsleden krijgen de opdracht om hun opvattingen en houdingen op een open manier te verduidelijken. Zij trachten enerzijds begrip op te wekken voor de waarden die zij doorslaggevend vinden en proberen zich anderzijds in te leven in de opvattingen van de andere groepsleden. De groepsleden en de begeleider moeten rekening houden met het gegeven dat andere groepsleden bepaalde waarden in hun concreet leven geen of nauwelijks invulling kunnen geven. Elementaire ervaringen: Aan welke waarden hechten de groepsleden veel belang? Welke waarden worden zichtbaar in hun concreet omgaan met anderen? Uit onderzoek blijkt dat verantwoordelijkheid (75%), goede manieren (74%), tolerantie en respect voor anderen (70%) en hard werken (50%) door de helft of meer dan de helft van de jongeren als cruciaal geacht worden.64 Structuur en context: Als begeleider is het belangrijk om stil te staan bij context waarin een bepaalde uitspraak gemaakt werd. De begeleider moet in staat zijn om deze context op een bondige en heldere manier te verwoorden. Legende: De versie voor de groepsleden is het printklare materiaal waarmee gewerkt kan worden.
63 Zie 3.6.1 De methode: Het principe van de wederkerige ontsluiting en het model “elementariseren” 64 KNAW, (2007). Project: Europees waardenonderzoek. Het Europees onderzoek naar waarden liep van 1978 tot 2005 en peilde naar de verschillen en overeenkomsten in fundamentele waardeoriëntaties op de terreinen van religie en moraal, maatschappij en politiek, primaire relaties, seksualiteit, opvoeding, arbeid en vrije tijd. Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
100
In de versie voor de begeleider kan men een aantal tekens onderscheiden. In deze versie staan immers vragen die de begeleider kan stellen, impulsen65 of steigertjes die de begeleider kan aanreiken, interpretaties of mogelijke antwoorden die kunnen dienen als leidraad en opdrachten voor de jongeren. De volgorde van deze vragen ligt niet vast maar dient als model. Vragen Impulsen Mogelijk(e) besluit en antwoorden Opdrachten en instructies Proefondervindelijke tips voor de activiteit op basis van de toepassing tijdens de klasdagen66 Bied de groepsleden voldoende vrijheid. Als begeleider is het immers je fundamentele rol om geen kant-en-klare antwoorden op vragen van de jongeren te geven. Afgezien van het stellen van vragen moet de begeleider zich dus zoveel mogelijk buiten spel houden. Als een leerling namelijk vraagt ‚Wat is dat eigenlijk zelfontplooiing?‛, moet je de vraag naar de groep terugkaatsen. Bij het selecteren van de waarden zal je merken dat elke groep het op een andere manier aanpakt. Laat hen daarin ook vrij. Het is pas doordat zij zelf zoeken, discussiëren, fouten maken, enz. dat ze er samen leren uitkomen. In groep één werd er namelijk naar de waarden toegestapt en werd er door elkaar heen de vraag gesteld: ‚Mag dit weg?‛. Deze methodiek zorgde ervoor dat er meer in kleine groepjes dan in de gehele groep gewerkt werd. De aanpak verliep rumoerig en nogal chaotisch, maar het was hun manier. Dat moet je als begeleider respecteren. Je kan hen wel vragen wat ze van hun aanpak vinden, wat het resultaat is en of ze het in de volgende ronde anders willen aanpakken. Op die manier leren ze zelfstandig om op een doelgerichte manier samen te werken. Bovendien zullen de gemaakte conclusies veel meer beklijven dan wanneer de begeleider zegt hoe het moet. Groep twee hanteerde een andere tactiek. Daar bleef iedereen zitten en werd er mondeling overlopen welke waarden in de prullenmand mochten. Er was opnieuw discussie over de manier waarop er helder geselecteerd kon worden, maar na een tiental minuutjes chaos verliep alles probleemloos. Wanneer de jongeren moe of wat passief worden, kan je even naar buiten gaan en een actieve afwisseling voorzien. Zo kan je een oefening op het uitbeelden en herkennen van waarden organiseren. Dergelijke tussendoortjes maken de bezinning actiever en zorgen ervoor dat iedereen opnieuw betrokken is. Bij de waarden is het vooral belangrijk om te peilen naar concreet gedrag: ‚In welke situatie is dit voor jullie belangrijk? Aan welk gedrag kan je merken dat iemand eerbied voor de natuur belangrijk vindt? Hoe proberen jullie gastvrij te zijn in de klas? enz.‛ Je kan het blikveld van de jongeren verruimen door de betekenis van bepaalde waarden te verdiepen: ‚Oké, de zwakkere is iemand die arm is< Maar wanneer ben je een zwakkere op school of in de samenleving?‛ Door de betekenis te verbreden worden de waarden ook concreet betrokken op hun leven.
65 Met “impulsen geven” bedoel ik dat de begeleider op het gepaste moment een handreiking, korte informatie (uitspraak uit de Bijbel, betekenis van een woord, citaat, situatieschets, …) of een afbeelding (symbool, …) aanbiedt die/dat aansluit bij het denkprobleem van de jongere. 66 Zie 2.2 Theologiseren tijdens klasdagen Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
101
Peil ook steeds naar de mate waarop er reeds aan waarden wordt gewerkt. Vraag hen of er nog gegroeid kan worden en hoe zij dat als groep wensen te doen. Je kan de top tien visueel maken door de waarden op een papier te kleven en te versieren. Op het einde van de klasdagen wordt het papier vervolgens meegenomen naar school. Zo hebben de jongeren een houvast van en herinnering aan de waarden die in hun groep leven. Waardenkaarten67 voor de “waardencirkel” (versie voor de jongeren) GASTVRIJHEID Lc 19, 5-6: 5 Toen Jezus daar langskwam, keek hij naar boven en zei: ‚Zacheüs, kom vlug naar beneden, want vandaag moet ik in jouw huis verblijven.‛ 6 Zacheüs kwam meteen naar beneden en ontving Jezus vol vreugde bij zich thuis. VERGEVINGSGEZINDHEID Beeld je in dat het weekend is. Vrijdagavond is jouw lief zonder jou uitgeweest. Jij was er niet bij omdat je niet mocht van jouw ouders. Zaterdagavond ben je supergelukkig, want je ziet hem of haar eindelijk terug. Bovendien ben je in de dag gaan winkelen en heb je echt een kei dure pull van je ouders gekregen. (voor de mannen die niet geïnteresseerd zijn in pulls, is dat een computerspel) Je dag kan niet meer stuk, totdat je lief jou het volgende sms-bericht stuurt: ‚Op de fuif heb ik met mijn ex-lief gekust. Ik ben er echt kapot van, kan ik je zien?‛ VOORKEUR VOOR DE ZWAKKEREN Gerard Bodifée, Vlaams sterrenkundige en filosoof: ‚Wanneer het natuurlijke recht van de sterkste vervangen wordt door het humane principe van zorg voor de zwakkeren, overtreedt de mens de gevestigde wetten van de natuur. Hij overstijgt zijn dierlijkheid om een eigen, meer volkomen bestaan te realiseren.‛ EERBIED VOOR DE NATUUR Prins Constantijn van Nederland, broer van Willem-Alexander en zoon van koningin Beatrix ‚We missen eerbied voor de natuur. Mensen lijken vergeten te zijn zich bescheiden op te stellen tegenover de natuur.‛ NAASTENLIEFDE Mt 5, 44 Heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen. RESPECT VOOR ANDEREN Lev 19, 32 Sta op voor oude mensen en betoon hun respect. Toon ontzag voor je God. Ik ben de HEER. SAMENWERKING ‚Als je voor elke positie de beste speler kiest, heb je nog geen sterk elftal, maar een team dat als los zand uiteen valt.” EERLIJKHEID Spr 24, 26 Wie een eerlijk antwoord geeft, is als iemand die een kus op je lippen drukt. VERANTWOORDELIJKHEID Gen 43, 9 Ik wil persoonlijk borg voor hem staan, u mag mij verantwoordelijk voor hem stellen. Als ik hem niet veilig hier bij u terugbreng, mag u mij dat mijn leven lang aanrekenen. EENVOUD ‚De eenvoudige leeft dicht bij aarde, de hoogmoedige prijst zichzelf in de hemel.‛ Sir 10, 9 Hoogmoed leidt tot schande, wijsheid kenmerkt wie bescheiden is. Stof en as is de mens. Waarom is hij hoogmoedig?
67 De theologisch gespreksbegeleider vergroot de waardenkaarten zodat er twee waarden op één A4-papier staan en knipt ze uit op de stippellijn. Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
102
VRIJHEID Sir 15, 14 Hijzelf heeft de mens in het begin gemaakt en hem de vrijheid gegeven zelf te beslissen. VERBONDENHEID ‚Verbondenheid is als het bouwen van bruggen. Een brug tussen jou en anderen, tussen jou en de natuur, tussen jou en voorwerpen, < Zonder die bruggen sta je maar heel alleen op je eilandje, zonder verbondenheid voelen wij ons eenzaam.‛ VREDE Moeder Theresa, een wereldbekende katholieke zuster: ‚Vrede begint met een glimlach en een glimlach is het begin van de liefde.‛ ‚Oorlog is mensenwerk, vrede ook. Het is een voortdurend streven naar.‛ VERDRAAGZAAMHEID ‚Weinig mensen zouden zichzelf als buur kunnen verdragen.‛ GELUK Psalm 4, 7-8: 7 Velen zeggen: ‚Wie maakt ons gelukkig?‛ ‚HEER, laat het licht van uw gelaat over ons schijnen. 8 In u vindt mijn hart meer vreugde dan zij in hun koren en wijn.‛ BETROUWBAARHEID Lc 16, 10.12: 10 Wie betrouwbaar is in het geringste, is ook betrouwbaar als het om veel gaat en wie oneerlijk is in het geringste is ook oneerlijk als het om veel gaat. 12 En als jullie onbetrouwbaar blijken met wat een ander toebehoort, wie zal jullie dan geven wat jullie zelf toekomt? WIJSHEID ‚De anderen kennen is wijsheid. Zichzelf kennen is hogere wijsheid.‛ ‚Een wijs man is niet iemand die veel kennis bezit, maar iemand die zijn eigen lelijke kant kent. ‚ GEZONDHEID ‚Met geluk is het net als met gezondheid, als je er niets van merkt betekent dit dat het er is.‛ MOEDIGHEID ‚Wij moeten voortdurend dijken van moed opwerpen tegen de stormvloeden van de angst.‛ DOORZETTINGSVERMOGEN Barack Obama: ‚Je onderscheiden van anderen is hard. Als het eenvoudig was, dan zou iedereen het doen. Maar dat is het niet. Het vraagt geduld, verbondenheid en het gaat gepaard met heel wat mislukkingen onderweg. De echte test is niet of je die mislukkingen vermijdt, maar of die mislukkingen je drijven naar opgeven, of je er net van leert, of je kiest om door te zetten.‛ VRIENDELIJKHEID Spr 15, 1 Een vriendelijk antwoord doet woede bedaren, krenkende woorden wakkeren wraakzucht aan. RECHTVAARDIGHEID Martin Luther King Junior: ‚ Echte vrede is niet de afwezigheid van spanningen, maar de aanwezigheid van rechtvaardigheid.‛ VRIJGEVIGHEID Spr 11, 24 Wie vrijgevig is, wordt almaar rijker. Wie gierig is, wordt arm. FATSOENLIJKHEID ‚Goede manieren zijn de beste beveiliging tegen de slechte manieren van anderen.‛ REINHEID ‚Reinheid in het leven is de poort tot reinheid in het hart.‛ WAARDIGHEID (ZELFWAARDERING/ZELFRESPECT) ‚Behoud je menselijke waardigheid. Word nooit een knecht, maar knecht ook geen ander !‛
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
103
VEILIGHEID ‚Het oerinstinct van de mens is het streven naar veiligheid, dat was al tijdens de oertijd en dat is het nu nog steeds.‛ BEHULPZAAMHEID Spr 17, 17 Een vriend heeft je altijd lief. Je broer is geboren om te helpen in tijden van nood. GENEGENHEID Een woord waar warmte inzit, soms is het een gebaar, een glimlach of een blik vol begrip. Zich geborgen voelen; op dezelfde golflengte zitten. Het is je gevoelens laten zien en weten dat de ander ze niet misbruikt. Het kan een lichaamstaal zijn waarvan elke uitdrukking reden en vol eerbied is. Genegenheid is mogelijkheden in jezelf ontdekken, ze is het raakvlak van jezelf met de andere. Je kwetsbaarheid aan de andere durven toevertrouwen. Het is iemand ontmoeten die je bevrijdt uit je eenzaamheid. Noelle GEZELLIGHEID ‚Cosiness is a state of being relaxed and feeling no pain.‛ SCHOONHEID (ESTHETISCHE WAARDE) Spr 11, 22 Schoonheid bij een vrouw of een man zonder verstand is als een gouden ring in de snuit van een varken. ONAFHANKELIJKHEID (AUTONOMIE) ‚Mensen die doen alsof zij onafhankelijk zijn, zijn blind voor hun afhankelijkheid van andere mensen, de natuur en de aarde in haar geheel.‛ VRIENDSCHAP Spr 27, 9 De geur van balsem en wierook maakt gelukkig, maar zoeter voor het hart is ware vriendschap. FAMILIE ‚De band die je verbindt met je ware familie is er niet één van bloed, maar één van respect en vreugde in elkaars bestaan. ‚ GELD VERDIENEN Sir 30, 16 Geen enkele rijkdom gaat gezondheid te boven, geen enkele blijdschap overtreft de vreugde van het hart. GEHOORZAAMHEID "De uitdaging voor de mens is het evenwicht te zoeken tussen zelf gehoorzaam te zijn en anderen te vragen gehoorzaam te zijn." SUCCES George Burns was een Amerikaanse komiek en overleed in de jaren 90: ‚Ik geloof echt dat het beter is te mislukken in datgene wat je graag doet of hebt, dan succes te hebben in iets dat je haat.‛ Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
104
LIEFDE VOOR GOD ‚You don't have to understand God in order to love Him!‛ GEDULDIGHEID Brian Adams: ‚Leer de kunst van het geduld. Ongeduldigheid lokt vrees, angst, moedeloosheid en mislukking uit. Geduld schept vertrouwen en vastberadenheid, wat uiteindelijk leidt tot succes.‛ ZELFONTPLOOIING Uitspraak van een goeroe: ‚The process of self-development can be described as the stripping away of layer after layer of all that is false.‛
Vragen en impulsen voor de activiteit68 (versie voor de begeleider) GASTVRIJHEID
VERGEVINGSGEZINDHEID VOORKEUR VOOR DE ZWAKKEREN EERBIED VOOR DE NATUUR NAASTENLIEFDE RESPECT VOOR ANDEREN
Hoe zou jij reageren als iemand zegt: ‚Hey, ik kom naar jou huis. Ik kom vannacht logeren.‛? In welke situaties kan je gastvrij zijn? In welke situaties was jij al gastvrij? Hoe kan je aan iemand merken dat die gastvrij is? (De houding t.a.v. nieuwe klasgenoot) Wat zou jij in die situatie doen of zeggen? Wanneer zijn jullie al vergevingsgezind geweest? Hoe kan de mens zijn dierlijkheid overstijgen? Wie zijn de zwakkeren van vandaag? Wanneer ben je zwak? Hoe komt dat in de klas aan bod?
SAMENWERKING
EERLIJKHEID
Gaan jullie akkoord met wat hij zegt? Waar herken je vandaag eerbied voor de natuur? Aan welk gedrag merken mensen dat jij eerbied voor de natuur hebt? Hoe ga jij om met mensen waar het niet zo goed mee klikt? Hoe komt naastenliefde aan bod in de klas? Wat kan respect voor andere mensen vandaag betekenen? Wat is respect? Wanneer/in welke situaties kan je opnieuw kijken naar de andere? ‚Respect‛ komt van re- (opnieuw, nog eens) en –spect (kijken). Respect hebben is nog eens kijken naar de andere, eerbied opbrengen voor de andere en niet doen alsof jij de belangrijkste van allemaal bent. Hoe komt samenwerking in de groep aan bod? Aan welk gedrag merken mensen dat jij gericht bent op samenwerking? Zijn jullie één team als een goede voetbalploeg of kan er nog wat aan de samenwerking gewerkt worden? Wat remt voor de samenwerking? Wat werkt bevorderend? Wat is er nodig in een teamsport? In welke situaties is eerlijkheid voor jou belangrijk? Situatie: Je ontdekt dat je beste vriend(in) tijdens een toets in haar boek van Frans bladert om een woord op te zoeken. Dat zorgt ervoor dat zij 10/10 heeft op de toets. De leerkracht Frans is heel verrast, maar vraagt aan jouw hoe het komt dat hij/zij zo’n enorme vorderingen heeft gemaakt. Jouw beste vriend(in) vertelt niet aan de leerkracht dat hij/zij heeft gespiekt. Wat doe jij? Kies je voor eerlijkheid of voor trouw/vriendschap?
68 De vragen en impulsen staan in dezelfde volgorde als de waarden en uitspraken op de waardenkaarten. Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
105
VERANTWOORD -ELIJKHEID
EENVOUD
VRIJHEID
VERBONDEN-
HEID
VREDE
Als je het toch verteld, ben je dan een verklikker? Waarom? Betekent het dan dat jouw vriendschap niet belangrijk is? Wat zegt het over jezelf? In welke situatie zou je zoiets kunnen zeggen? Over wie zou Juda het hebben? Waaraan herken mensen dat jij verantwoordelijkheid belangrijk vindt? Wanneer ben jij al verantwoordelijk geweest voor iemand anders? Juda zegt dit tegen zijn vader en spreekt over zijn broer Benjamin. Juda wil zijn broer beschermen en neemt zijn verantwoordelijkheid op. De farao wil dat de broers Benjamin, hun jongste broer meenemen naar Egypte. Zo kunnen ze bewijzen dat ze de waarheid spreken. Slechts dan mogen zij voedsel van de farao kopen. Maar de vader (Jakob) is bang om zijn zoon te verliezen. Situatie: Je hebt thuis weinig te eten. Je moet naar het OCMW achter voedsel. Je moeder is dood, je hebt 11 broers: één daarvan is dood en de jongste blijft thuis. Met je tien broers wil je naar het OCMW gaan, maar zij geloven jullie verhaal niet en als bewijs moet je de jongste broer meebrengen. Jouw vader is bang dat hij nog een zoon gaat verliezen en wil hem niet meegeven. Jij maakt de uitspraak van Juda. Door wat zou je ‚eenvoudig‛ kunnen vervangen? Situatie: Jouw leerkracht zegt tegen jou: ‚Ik vind het spijtig dat je steeds babbelt tijdens de les. Maar ik heb je gewaarschuwd en je hebt vandaag opnieuw de les gestoord. Daarom blijf je deze les na.‛ Wat zou een nederige reactie zijn? Wat zou een hoogmoedige reactie zijn? Wat zal het resultaat zijn van een hoogmoedige reactie? En van een nederige? Waaraan herkennen mensen dat jij nederig wil zijn? Hoe gedraagt een hoogmoedig mens zich? Synoniemen: nederigheid, discretie, bescheidenheid,soberheid, < Synoniemen: verwaandheid, zelfverheffing, trots, zelfoverschatting, < Wat betekent vrijheid voor jullie? Betekent het dat je dingen zelf mag beslissen? Wat beslis je dan zelf? Hoe gedraagt iemand zich die vrijheid belangrijk vindt? Als jij vrijheid belangrijk vindt? Hoe sta je dan t.a.v. anderen hun vrijheid? Kan je een voorbeeld geven van hoe vrijheid in de groep een rol speelt? Met wat en wie kan je allemaal aan band aangaan? De begeleider maakt een woordspin. (de natuur, jezelf, een ander persoon, de samenleving, materiaal) Wat gebeurt er als die band er niet is? Wat is eigenlijk ‚de-link-wentie‛? Wat ontbreekt er bij delinquentie? Met wie en wat heb jij allemaal een band in dit leven? Hoe zijn jullie verbonden? Wat verbindt jullie? Hoe is die band ontstaan? Hoe staat het met de verbondenheid in de groep? Voel jij je verbonden met de anderen in de groep? Hoe wordt er omgegaan met elkaars materiaal? Situatie: Joeri vraagt of hij het latje van Fien mag lenen. Wanneer hij ermee klaar is gooit hij de lat terug. De lat valt en breekt in twee. Hoe staat het met de verbondenheid? Wat heeft verbondenheid met respect te maken? Wat bekent vrede voor jullie? Van Dale: ‚Vrede is een toestand waarin er geen oorlog is.‛ In Europa is er geen oorlog. Is er dan vrede? Waarom denk je er zo over? Zouden wij vrede kunnen omschrijven als de afwezigheid van vijandigheid? Als er geen vijandschap is, wat is er dan? Waaraan merken mensen dat jij vrede belangrijk vindt?
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
106
VERDRAAGZAAMHEID
GELUK
BETROUWBAAR -HEID
WIJSHEID
Wordt er in jullie groep aan vrede gewerkt? Waaraan merk je dat? In welke situaties herken jij vrede? Wat kan jij moeilijk van andere mensen verdragen? Waarom heb je het daar moeilijk mee? Hoe komt het dat mensen soms met hun buren overhoop liggen? Wat betekent verdraagzaamheid in de volgende situaties? Jeroen vindt dat euthanasie een recht moet zijn. Jij vindt dat niemand zomaar mag doodgaan. Je broer komt tot drie maal toe je kamer binnen om een boek, een balpen, een lijm en allerlei zaken te lenen. Jij probeert rustig te studeren. Er is een nieuwe leerling in de klas. Hij is het gewoon om in de les Frans altijd Frans te spreken. Jullie spreken alleen Frans tijdens dialogen en opdrachten. Waaraan merken mensen dat jij verdraagzaamheid belangrijk vindt? Verdraagzaam zijn is dulden dat mensen andere inzichten, gewoonten, gebruiken, geloof, mening, < hebben. In wat vindt de persoon die de zin uitspreekt geluk? Wat zijn de koren en wijn van vandaag? Zouden we zoiets kunnen zeggen als: ‚Heer, in uw liefde vind ik meer geluk dan in mijn Playstation, snoep en mijn nieuwe brommer?‛ In wat vinden jullie geluk? Hoe kan een mens geluk vinden? Is er iets waar iedereen gelukkig van wordt? Denk eens na over een situatie waarin jij je gelukkig voelde in de klas. Hoe kan je ervoor zorgen dat iedereen zich gelukkig voelt? Geluk is subjectief. De één wordt gelukkig van een nieuwe auto, de ander van een partner, nog iemand anders van een wandeling in de natuur, < Als we iedereen gelukkig willen maken, dan moeten we rekening houden met de geluksbeleving van elk persoon. Wat probeert Jezus hier duidelijk te maken? Wanneer is iemand (on)betrouwbaar? Wat is het gevolg van (on)betrouwbaarheid? Hoe gedraagt iemand zich die betrouwbaar wil zijn? Situatie: Stefanie beloofde aan Lien, haar klasgenoot, dat zij haar woensdagsnamiddag met wiskunde zou helpen. Maar dinsdag vraagt Joke, een vriendin van Stefanie of zij met haar wil gaan winkelen. Stefanie vertelt aan Lien dat zij nog veel werk heeft en haar dus niet kan helpen. Is deze persoon betrouwbaar? Waarom? Noteer een situatie waarin anderen in de klas voor jou betrouwbaar waren. Wat is jouw lelijke kant? Ken je jouw eigen lelijke kant? Noteer minstens drie negatieve kenmerken van jezelf. Wat is de positieve kant van die schaduw? Vaak zie je je eigen schaduw niet omdat je hem verstopt, terwijl anderen hem net heel goed zien. Vraag aan je buur wat jouw grote minpunt is. Zijn de volgende personen wijs? Wat is de positieve kant van hun schaduw? Sofie: ‚Vandaag zei Fien tijdens het groepswerk tegen mij dat ik altijd alle beslissingen neem. Ik heb haar gezegd dat het dankzij mij is dat wij al zo ver staan.‛ Koen: ‚Vandaag zei Joeri tegen mij dat ik wat meer moet helpen bij de groepstaak. Hij vertelde mij dat hij het niet allemaal alleen kan. Ik heb mij verontschuldigd want ik besef dat ik wat te passief ben.‛ Anoniem: ‚Vandaag zei mijn lief tegen mij dat ik maar niet zo jaloers moet zijn. Hij
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
107
GEZONDHEID
MOEDIGHEID
DOORZETTINGS -VERMOGEN VRIENDELIJKHEID
RECHTVAARDIG -HEID
VRIJGEVIGHEID
FATSOENLIJKHEID REINHEID
zegt dat hij het niet leuk vindt dat ik hem altijd controleer. Ik vind dat hij ongelijk heeft. Hij moet maar niet altijd bij andere meisjes lopen!‛ Denk na over een voorbeeld waaruit blijkt dat jij probeert te groeien in wijsheid. Wanneer voel jij je gezond? Heeft gezondheid alleen te maken met je lichaam? Met wat nog? Is gezondheid enkel de afwezigheid van ziekte? Ben je gezond als je een dipje hebt? Is een dipje dan een ziekte? Geef een voorbeeld van een situatie waarin jij je gezond en ongezond voelde. Gezondheid is een toestand van optimaal lichamelijk en geestelijk welzijn. Waaraan merk je dat iemand moedig is? Waarvoor heb je in een groep moed nodig? Zijn de volgende personen moedig of eerder angstig? Iedereen in de klas is voor de keuze van de ‚Moulin Rouge‛ voor de show van de zesdejaars. Lore heeft een ander idee, maar zegt niets. Sander zegt niet tegen de leerkracht dat hij zijn bus mist als hij de orde moet doen. Als hij de bus mist, kan hij zijn broertje niet ophalen aan school. Waarom durven mensen soms niet te vertellen wat ze denken, voelen of willen? Denk na over een situatie (in de klas) waar de angst bij jou overheerste. Waarom hebben wij moedigheid nodig in de omgang met elkaar? Voor wat heb jij al doorzettingsvermogen nodig gehad? Hoe kunnen mensen zien dat jij een doorzetter bent? Is doorzetting een belangrijke waarde voor de groep? Waaraan merk je dat? Hoe moeten wij volgens de spreuk omgaan met anderen om wraak te vermijden? In welke situaties heb jij deze uitspraak al toegepast? Wat zou jij zeggen in de volgende situatie? Simon of Lien zegt tegen jou dat jij helemaal geen vriend(in) bent, omdat je geprobeerd hebt zijn/haar lief te winnen. Welke reactie zullen jouw woorden uitlokken? Waaraan kunnen mensen zien dat jij vriendelijkheid belangrijk vindt? Hoe komt rechtvaardigheid in de groep aan bod? ‚Dat is rechtvaardig‛ kan vervangen worden door ‚Dat is eerlijk, maar ook omgekeerd. In welke situaties heb jij dit al eens gezegd? Hoe proberen jullie ervoor te zorgen dat alles eerlijk verloopt? Hoe worden beslissingen genomen? Hoe moet je beslissingen nemen zodat iedereen kan zeggen ‚Het verloopt eerlijk!‛? Welk gevoel geeft het om iets te kunnen delen met anderen? Hoe kan je rijk worden door te geven aan anderen? In welke situaties was jij vrijgevig? Hoe merken mensen dat vrijgevigheid voor jullie belangrijk is? Op welke gebieden kan je vrijgevig zijn? Heeft vrijgevigheid alleen met goederen te maken? Met wat nog? Wat bedoelt men met deze uitspraak? Wat zijn goede manieren? Wanneer ben je fatsoenlijk? Hoe gedragen fatsoenlijke mensen zich? Wat bedoelt men met de uitspraak? Waar moet de reinheid eerst zichtbaar zijn? Wat is het tegenovergestelde van helder en zuiver? Wat zijn voor jullie rotte, verdorven of troebele daden? Aan welk gedrag kunnen mensen merken dat reinheid voor jullie belangrijk is? Synoniemen: zuiverheid, onverdorvenheid, helderheid, <
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
108
WAARDIGHEID ERING/
ZELFRESPECT)
(ZELFWAARD-
VEILIGHEID BEHULPZAAMHEID
GENEGENHEID
GEZELLIGHEID
SCHOONHEID (ESTHETISCHE
Waaraan merken mensen dat je respect voor jezelf hebt? Wanneer heb je geen respect voor jezelf? Heb je respect voor jezelf als niet sport? Waarom denk je daar zo over? Wat kunnen we zeggen over de zelfwaarde van mensen die hun lichaam verkopen? Denk eens na over een moment waarop jij je de knecht van iemand voelde. Situatie: Simon is heel goed in wetenschappen. Sander is de populaire jongen van de klas en spreekt alleen met hem wanneer het de volgende dag toets is. Simon helpt hem één keer, maar als hij beseft dat Sander hem alleen aardig vindt voor zijn kennis, zegt hij dat hij hem alleen wil helpen als Sander hem helpt met Frans. Heeft Simon respect voor zichzelf? Wanneer zou hij dat niet hebben? Is er in de groep plaats voor iedereen zijn waarde? Waaraan merk je dat? Wat betekent veiligheid voor jullie? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat iedereen zich veilig voelt? Wie is onze broeder? Van Dale: ‚Een broeder is je broer, een pater, maar ook een medemens of een naaste.‛ Wie is onze medemens? Stel dat wij allemaal broeders en zusters zijn, wat zou dat betekenen voor de omgang met elkaar? In welke situaties was jij een broeder of zuster van iemand in de groep? Aan welk gedrag herken je dat behulpzaamheid voor jullie belangrijk is? Waaraan merk jij dat iemand jou genegen is? Wat voel je als iemand zijn of haar genegenheid toont? Denk na over een moment waarop iemand van de groep zijn of haar genegenheid aan jou toonde. Denk na over een moment waarop jij jouw genegenheid toonde. Synoniemen: affectie, warmte, sympathie, < Wanneer hangt er in jullie groep een gezellig sfeertje? Wat voel je dan? Wat doen jullie om het tussen elkaar gezellig te maken? Hoe kunnen jullie de gezelligheid bevorderen? Aan welk gedrag merken mensen dat jij schoonheid belangrijk vindt? Wat bedoelt men met de uitspraak?
WAARDE) ONAFHANKELIJKHEID (AUTONOMIE) VRIENDSCHAP
FAMILIE
GELD
Zijn wij dan geen onafhankelijke wezens? Van wie zijn wij afhankelijk? Wanneer voel jij je afhankelijk van anderen in de groep? Is het dan de bedoeling dat wij volledig afhankelijk zijn? Wat betekent vriendschap voor jou? Wat is vriendschap? Komt vriendschap voldoende aan bod of zou vriendschap nog mogen groeien? Hoe kan je vriendschap doen groeien? Waaraan kunnen mensen merken dat jij vriendschap enorm belangrijk vindt? Waaraan merken mensen dat jouw familie heel belangrijk voor jou is? Denk eens na over de vraag: ‚Zijn wij alleen door bloed met onze familie verbonden of door iets meer?‛ Aan welk gedrag merken mensen dat jij deze waarde belangrijk vindt?
VERDIENEN GEHOORZAAMHEID
In welke situaties is het nodig te gehoorzamen? Denk aan een situatie waarin jij aan de groep gehoorzaamde.
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
109
Denk aan een situatie waarin anderen aan jou gehoorzaamden. SUCCES
LIEFDE VOOR GOD
GEDULDIGHEID
ZELFONTPLOOIING
Is er een evenwicht? Hoe kan je ervoor zorgen dat de weegschaal in balans is? Is succes belangrijk in jouw leven? Waaraan merk je dat? Hangt succes ook meteen samen met liefde of passie? Stel dat je niet goed bent in Frans. Betekent dat meteen dat je Frans haat? Wat vind je van het idee van Burns? Wat is het belangrijkste: succes of iets graag doen? In welke zin speelt liefde voor God een rol in jouw leven? Misschien eerst: ‚In welke zin speelt God een rol in jouw leven.‛? Aan welk gedrag kan je merken dat mensen God graag zien? Wat vindt je van het idee: ‚Wanneer je niet van je medemens houdt, houdt je ook niet van God.‛ Hoe kan dat? Hoe kan de liefde voor een/het (O)onbekende bestaan, als je diegenen die je wel kent niet lief hebt? Hoe kan geduldigheid zichtbaar worden in gedrag? Hoe zou jij reageren in de volgende situaties? Je buur vraagt voor de derde keer om de zin op bord te herhalen. Gisteren vroeg je aan je moeder of zij met jou naar jouw favoriete winkel wou gaan. Vandaag hoor je dat jouw moeder dringend naar haar vader moet om de voorraad eten aan te vullen. Zij heeft dus geen tijd. Jouw broer komt voor de derde keer jouw kamer binnen om materiaal te lenen. Van Dale: ‚Zelfontplooiing is op eigen houtje de vermogens verder ontwikkelen.‛ Wat kan je zoal ontwikkelen? Wat willen de personen in de situaties ontwikkelen? ‚Ik heb aanleg voor technisch inzicht. Ik heb dat meegekregen van mijn grootvader. Mijn vader vindt een technische opleiding niets voor mij en daarom volg ik ASO. In mijn vrije tijd sleutel ik aan brommers.‛ ‚Ik heb een goed ontwikkeld organisatievermogen. Dat merk ik vooral op als ik een presentatie moet geven of we een groepswerk doen. Ik ben altijd diegene die de tijd in het oog houd en die de taken verdeeld.‛ Wat zijn jouw vermogens, jouw talenten? Hoe ga je om met die talenten? Hoe wordt in jouw gedrag zichtbaar dat je jouw talenten wil ontwikkelen?
2.2 Theologiseren tijdens klasdagen 2.2.1 Samenwerking In samenwerking met twee L.O.-studenten, Shara Claes en Hanne Clissen, heb ik in 2010 een programma voor klasdagen uitgewerkt en gerealiseerd. Shara en Hanne richtten zich in hun eindwerk op de concrete en evenwichtige uitwerking van klasdagen als groepsbevorderende activiteit terwijl ik de beschouwelijke aspecten verzorgde. Deze klasdagen trachtten immers een evenwicht aan te brengen tussen groepsdynamische, relatiebevorderende en bezinnende sessies. Vanuit de veiligheid en het vertrouwen in een groep evolueerde de tweedaagse zo naar diepere, Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
110
levensbeschouwelijke en bezinnende activiteiten. Het theologiseren met jongeren is dan ook een praktische werkvorm die hiervoor geschikt was. Theologiseren met jongeren werd tijdens de tweedaagse dus gebruikt als een uitgangspunt om jongeren te helpen reflecteren over de christelijke traditie en religieuze ervaring. Het was bovendien de eerste keer dat ik theologiseren in de praktijk kon uittesten. Tijdens de klasdagen, die plaatsvonden op 25 en 26 februari 2010 en op 4 en 5 maart 2010, heb ik tweemaal de theologische werkvormen ‚Twisten met zes thema’s‛ en ‚Waardencirkel‛ toegepast. Eveneens heb ik een afsluitende bezinning m.b.v. een PowerPoint, een ritueel en een relaxatieoefening uitgewerkt.
2.2.2 Programma De twee klasgroepen Er werd gekozen voor twee STW-klassen van het Heilig-Hart & College Halle. De secundaire school waarmee we samenwerkten had deze klassen zelf uitgekozen. Tijdens de eerste klasdagen werd er immers gewerkt met de leerlingen van 3STWC. Dit was een groep die door de leerkrachten als minder positief werd ervaren dan 3STWA. Ik merkte vooral op dat de leerlingen van 3STWC een negatiever zelfbeeld hadden, hoewel zij naar mijn gevoel heel sympathieke jongeren waren. Programma 3STWC (25 en 26 februari) Dag 1 Voormiddag Activiteit 1 door Frank Claessens69 De jongeren maken een tekening van een klasgenoot en benoemen alle positieve kenmerken en kwaliteiten van die persoon. Activiteit 2 door Frank Claessens De begeleider confronteert de groepsleden met de ervaringen en veranderingswensen van de leerkrachten. Er wordt gereageerd en er worden voorstellen geformuleerd. De jongeren verwoorden verwachtingen t.a.v. leerkrachten en maken afspraken t.a.v. elkaar. Namiddag Activiteit 1 door Hanne Clissen en Shara Claes Er worden actieve vertrouwens- en samenwerkingsspelen georganiseerd. Deze vinden plaats in het bos. Nadien volgt er een nabespreking met voorstellen om de samenwerking en het (zelf)vertrouwen in de klas te verhogen. Avond Activiteit 1 door Frank Claessens en Sofie Raes De oefening in gronding (techniek van Jacobson) wordt begeleid door Frank. Sofie begeleidt de visualisatieoefening: ‚De levensstroom‛. Dit is een oefening die jongeren helpt om stil te staan bij de eigen grote krachten en om die krachten volop te laten stromen.
69 Frank Claessens is één van de promotoren van het eindwerk van Hanne Clissen en Shara Claes en is docent op de campus Parnas en Nieuwland van de HUBrussel. Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
111
Activiteit 2 door Sofie Raes ‚Waardencirkel‛ Activiteit 3 door Hanne Clissen, Shara Claes en Sofie Raes Fakkeltocht Dag 2 Voormiddag Activiteit 1 door Frank Claessens De begeleider organiseert assertiviteitsoefeningen. Er wordt gesproken over: hobby’s, school, thuis, klas, leerkrachten, enz. Frank laat de jongeren weerbaar omgaan met kritiek en groepsdruk en stimuleert hen om op te komen: ‚neen‛ te zeggen en vol te houden. Dit gebeurt a.d.h. van een rollenspel. Namiddag Activiteit 1 door Sofie Raes ‚Twisten met zes thema’s‛ Activiteit 2 door Frank Claessens De afspraken van donderdag worden geconsolideerd. Activiteit 3 door Sofie Raes Afsluiter: Er wordt samen geluisterd naar het lied van Enya. Dit lied wordt begeleid door een PowerPoint. Daarna volgt er een evaluatiemoment: ‚Wat neem je mee in je rugzak?‛ ‚Wat gooi je in de vuilnisbak?‛ Programma 3STWA (4 en 5 maart) Dag 1 Voormiddag Activiteit 1 door Frank Claessens De jongeren maken een tekening van een klasgenoot en benoemen alle positieve kenmerken en kwaliteiten van die persoon. Activiteit 2 door Frank Claessens De leerlingen ontwikkelen een beeld van de klasgroep en geven alle personen in de metafoor een positieve plaats en/of functie. Daarna volgt een reflectiemoment in het plenum. Namiddag Activiteit 1 door Frank Claessens De jongeren brainstormen over de kenmerken van de ‚ideale klas‛. Daarna maken ze een acceptatieschema van de klas en evalueren ze de groep aan de hand van positieve en negatieve kenmerken/eigenschappen. Activiteit 2 door Sofie Raes ‚Waardencirkel‛ Avond Activiteit 1 door Frank Claessens en Sofie Raes De oefening in gronding (techniek van Jacobson) wordt begeleid door Frank. Sofie begeleidt de visualisatieoefening: ‚De levensstroom‛. Dit is een oefening die jongeren helpt om stil te staan bij de eigen grote krachten en om die krachten volop te laten stromen. Activiteit 2 door Sofie Raes, Hanne Clissens en Shara Claes Fakkeltocht Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
112
Dag 2 Voormiddag Activiteit 1 door Hanne Clissen en Shara Claes Er worden actieve vertrouwens- en samenwerkingsspelen georganiseerd. Deze vinden plaats in het bos. Nadien volgt er een nabespreking met voorstellen om de samenwerking en het (zelf)vertrouwen in de klas te verhogen. Activiteit 2 door Hanne Clissen en Shara Claes Het spel wordt nabesproken. De leerlingen formuleren voorstellen in kleine groepjes: ‚Wat gaan wij doen om de ideale klas te realiseren?‛ Elke leerling krijgt de kans om zijn bijdrage tot de realisatie van de ‚ideale klas‛ te formuleren. Namiddag Activiteit 1 door Sofie Raes ‚Twisten met zes thema’s ‚ Activiteit 2 door Frank Claessens De afspraken van donderdag worden geconsolideerd. Activiteit 3 door Sofie Raes Afsluiter: Er wordt samen geluisterd naar het lied van Enya. Dit lied wordt begeleid door een PowerPoint. Daarna volgt er een evaluatiemoment: ‚Wat neem je mee in je rugzak?‛ ‚Wat gooi je in de vuilnisbak?‛
2.2.3 Uitwerking van de afsluitende bezinningsactiviteit Als thematiek werd gekozen voor ‚Ons leven is een tocht, een reis doorheen de tijd.‛ Essentieel voor op reis is een rugzak. Je rugzak is als het ware je huis, je hele hebben en houden dat je gedurende de reis meetorst. Als evaluatiemoment denken de groepsleden daarom na over wat zij in hun rugzak willen meenemen op hun levensweg, op hun weg naar de toekomst en naar de uitbouw van een eigen levensbeschouwelijke identiteit. De groepsleden denken ook na over de ervaringen of inzichten die zij net niet willen meenemen. Eerst kijken ze samen naar de afsluitende PowerPoint die begeleid wordt door het lied ‚Pilgrim‛ van Enya. Daarna plaats de begeleider een rugzak en een vuilnisbak in het midden van de kring en vraagt hij om twee ervaringen, belevingen of inzichten van de klasdagen op een kaartje te noteren. Het kaartje met de ervaring die zij niet willen meenemen, gooien zij in de vuilnisbak en het kaartje met de ervaring die zij wel willen meenemen, gooien zij in de rugzak. Tenslotte mag iedereen een kaartje uit de rugzak trekken en dit bewaren als herinnering aan de klasdagen.
2.2.4 Uitwerking van het relaxatiemoment Deze visualisatieoefening biedt jongeren de mogelijkheid om stil te staan bij hun eigen b(B)ron, bij de eigen grote krachten in zichzelf en om deze bron in zich te laten stromen. De begeleider brengt lavendel mee. Dit is een geur die het gevoel van innerlijke rust en harmonie stimuleert.70
70 Gorinsek, J., 2008, Christelijke zingeving en spiritualiteit. Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
113
Je hebt een lange wandeling gemaakt door weilanden en bossen, over heuvels en door dalen. Dat voel je, < Nu zie je voor je een weg die wat minder gemakkelijk is... Je zal moeten klauteren, wat er zijn bergen in zicht... Ze zijn niet zo ver meer van je af. Je bewondert de ruwe stenen die tot onderaan de bergen liggen< Maar je ziet ook dat je één van die bergen wel kan beklimmen, als je maar voorzichtig bent. Het is wel een beetje uitkijken, want die stenen liggen overal verspreid... Ga maar op je eigen manier verder< Beetje bij beetje kom je steeds hoger. Opeens zie je wat verderop een pad. Loopt dit wat gemakkelijker? Hoe is het pad? Steil? Of gaat het heel langzaam omhoog? Is het smal? Liggen er nog stenen op? Of is het goed begaanbaar? Ga maar verder... Als je weer omhoog kijkt, zie je dat je al heel dicht bij het hoogste punt van de berg bent, zet goed door en luister< Je hoort niet ver van je vandaan, een zacht geruis. Ga naar de richting van waaruit het geruis komt< Dan zie je dat het een fontein is, een heldere waterstraal die uit de grond omhoog komt. Neem even de tijd om te zien hoe krachtig en hoe sterk dat water als het ware opspringt uit de grond< De zon schijnt erop en je ziet waterdruppels in de lucht die wel kristallen lijken als het licht van de zon erin schittert. Kijk goed waar het water heengaat< Het blijft daar niet, maar het stroomt langs de berghelling naar beneden... Richt nu eerst je aandacht weer op die fontein. Je voelt dat je steeds dichter naar die fontein toe gaat< Je wordt je er opeens heel sterk van bewust dat jij die fontein zelf bent. Nu voel je ook heel sterk de kracht waarmee je stroomt< Laat het door je heen gaan< Van je voeten door je benen< naar je buik en verder naar boven< door je borstkas< door je keel< door je hals< door je hoofd< naar boven, steeds hoger en dan is die kracht zo groot, dat je het kristalheldere water rondom je heen in druppeltjes uit elkaar ziet vallen. Naar welke richting je ook kijkt, je ziet overal om je heen die vallende waterdruppels< Je weet nu heel zeker dat jij die fontein bent en dat het jouw kracht is die dat water uit de grond door je voeten laat stromen, zodat het langs de helling van die berg, een weg kan zoeken, naar die diepten daar beneden< Neem maar even de tijd om dit allemaal te beleven. Kan je die kracht voelen, die door je heen stroomt? Je bent nu dat water en je voelt hoe je stroomt< Vanaf de top van die berg naar beneden< Heel gemakkelijk, maar wel krachtig. Dieper en dieper langs de helling< Je voelt dat niets je kan tegenhouden< Geen rotsblokken of stenen. Je zoekt zelf de weg die je wilt gaan. Soms moet je over een uitsteeksel van de berg en stort je in een diepte< Maar je voelt geen angst, omdat je weet dat je kracht zo groot is, dat je altijd weer veilig aankomt< Ergens op een afstand zie je mensen staan. Ze kijken vol bewondering naar die waterval en de pure natuurkracht die hier aan het werk is. Je vervolgt je weg in die diepte, naar een zachte bedding waarin je vrijuit kunt stromen. Aan weerszijden zie je de oevers. Soms staan er bomen langs, een andere keer bloemen en planten of een huisje< Ergens langs de oever, ligt een klein bootje. Er zitten mensen aan de oever. Ze wassen kledingstukken in je heldere water. Andere zoeken verkoeling bij je, ze laten zich door je stroming omspoelen. Je wordt steeds rustiger< Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
114
Je weet dat je over een kracht beschikt, die door niets kan worden tegengehouden en dat er mensen zijn die met bewondering naar je kijken< en anderen die blij zijn dat je er bent< omdat je iets van jezelf gegeven hebt. In dat rustige gevoel stroom je verder door een groot bos, waar oude bomen stil en zwijgend op de oevers staan. Het lijkt alsof ze je aankijken. Zo stroom je heel diep in het bos waar dieren in rust en vrede met elkaar kunnen leven. Je stroomt naar een grote vijver. Hier kom je tot rust, na je reis. Geniet er nog maar even van< Je voelt je energiek en verfrist. Als je er aan toe bent, mag je je ogen weer openen en terugkomen naar de plek waar wij samen zijn. Vragen en opdrachten
Schilder of teken jezelf als water dat van de berghelling stroomt. Hoe zag jouw water eruit? Was het troebel, helder, Was het krachtig, was er een sterke stroming? Was het wild of rustig? Herkende je de mensen die naar jou stonden te kijken? Wie waren zij? Hoe voelde het toen je zag dat ze vol bewondering naar jou keken?
2.3 Theologiseren in de klas 2.3.1 Theologiseren als onderdeel van de les Theologiseren is een didactische werkvorm die perfect aangewend kan worden als fase van de les. In dat geval is theologiseren een middel tot het bereiken van een lesdoelstelling. In de les ‚Stenen voor het heilige‛ was de hoofddoelstelling namelijk: ‚De leerlingen (voelen aan) verwoorden welke rol stenen spelen in de zoektocht naar het heilige .‛ ‚Stenen voor het heilige‛ was immers één van mijn stagelessen waarin ik theologiseren als innovatieve didactische werkvorm integreerde.71 De werkvorm leverde in de betreffende les bemoedigende resultaten op. De leerlingen waren namelijk enthousiast betrokken en formuleerden openlijk hun opvattingen, ervaringen en houdingen t.a.v. het theologisch thema. Bovendien bereikte het theologiseren een ‚hoger niveau‛ toen de leerlingen spontaan over hun Godsbeelden begonnen te vertellen. Naar aanleiding van de vraag: ‚Hoe kunnen mensen zich vandaag heilig voelen?‛ vertelden een aantal leerlingen over hun eigen religieuze ervaringen waaruit zij concludeerden dat God je niet helpt als iemand lijdt. Zo spraken bepaalde leerlingen van momenten van gebed die voor hen niet het gewenste resultaat hadden. Op basis van deze uitspraken kon ik het theologisch gesprek verbreden en verdiepen naar de oorzaak van het lijden, de diepere betekenis van het gebed en Godsbeelden. Wanneer er echter sprake is van dergelijk enthousiasme en de wil tot participatie, duikt er wel gemakkelijker onduidelijkheid op. De theologisch gespreksbegeleider draagt dan des te meer de verantwoordelijkheid om het gesprek te structuren door de gesprekspartners te laten herhalen, hen te vragen om te verduidelijken of te concretiseren en door zelf de aandacht te richten m.b.v.
71 Zie bijlage 5: Lesvoorbereiding “Stenen voor het heilige” Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
115
parafraseringen, korte samenvattingen en accentueringen als ‚Hé, Sara zei daarnet iets dat ons verder kan helpen.‛ Ook tijdens mijn alternatieve stage in de lagere school heb ik theologiseren uitgeprobeerd. Het theologisch gesprek over wijsheid kaderde in de les ‚Wijze verhalen in boeken‛.72 In deze les ondersteunde theologiseren de volgende lesdoelstelling: ‚De leerlingen verwoorden wat wijsheid is.‛ Ook in deze les was theologiseren met, in dat geval, kinderen een succesrijke ervaring. De betrokkenheid en participatie van de leerlingen lagen opnieuw bijzonder hoog. Daarnaast bereikten de leerlingen nogmaals een ‚hoger niveau van theologiseren‛. Toen ik hen namelijk vroeg om voorbeelden te geven van mensen die wijs zijn, kreeg ik meteen het antwoord: ‚God‛. Verder waren er leerlingen die formuleerden dat God en Jezus hetzelfde is. Ik kreeg dus opnieuw de kans om in te spelen op uitspraken over Godsbeelden. Zo verdiepte ik, samen met de kinderen, het theologisch gesprek naar Godsbeelden en het beeld van de mens Jezus. In beide toepassingen van theologiseren in de klas spreek ik van ‚een hoger niveau van theologiseren‛. Hiermee wil ik aangeven dat ik vaststel dat er een gradatie is in het theologisch gesprek. Tijdens het ontwikkelen van het didactisch materiaal stelde ik mij namelijk voortdurend de vraag: ‚Wat is de grens tussen theologiseren en iets anders? Wanneer ben ik echt aan het theologiseren?‛ In mijn theoretisch deel heb ik reeds vermeld dat het een dialogisch gesprek over godsdienstige thema’s is. Maar wat zijn dan godsdienstige thema’s? Je merkt immers dat niet elk onderwerp een even groot theologisch gehalte heeft. Een aantal voorbeelden van theologische vragen zijn: ‚Is de mens onafhankelijk van een God die de wereld bestuurt? In welke mate draagt de mens verantwoordelijkheid voor de natuur als schepping van God? Met wie en wat zijn wij verbonden als schepsel? Wie is de kneder van het deeg? Wat drijft de mens? Hoe kan een mens contact zoeken met God? Waarvoor dient God? Is God mannelijk of vrouwelijk? Wat gebeurt er na onze dood? Houdt God van alle mensen evenveel? Waar zit je geloof? Van wie komt de bekoring? Waarom kan een rijke niet binnengaan in het koninkrijk van God? Hoe kunnen wij vandaag het koninkrijk van God realiseren? Als God een naam had, hoe zou je Hem dan noemen? Wat geeft zin aan ons leven? Waarom noemt men Jezus van Nazareth, Jezus Christus? Als God niet bestaat, waarom zouden we Hem dan wel of niet moeten uitvinden? Wat betekent heilig zijn? Wat is spiritualiteit? Wie of wat veroorzaakt pijn en lijden? Wat is bidden? enz.‛ Vragen als ‚Is God mannelijk of vrouwelijk?‛, ‚Als God een naam zou hebben, hoe zou je Hem dan noemen?‛, ‚Als God niet zou bestaan, waarom zouden we Hem dan wel of niet moeten uitvinden?‛, ‚Hoe oud is God?‛, ‚Wat is bidden?‛, ‚Hoe kunnen God en Josef tegelijk de v(V)ader van Jezus zijn?‛, ‚Waarom noemt men Jezus van Nazareth, Jezus Christus?‛, ‚Wat is spiritualiteit?‛, ‚Wat is je ziel?‛, ‚Wanneer is iemand heilig?‛ enz. zouden we eerder in de top van de piramide73 van het theologisch gesprek kunnen plaatsen. Deze vragen hebben immers rechtstreeks betrekking op ‚Theo‛ en zijn in die zin ook een hogere vorm van theo-logiseren met jongeren. In sommige vragen bespeur je niet meteen het woord God, maar dat hoeft ook niet. Zo is bidden immers een activiteit die duidt op de zoektocht naar verbondenheid met God. Het is God aanspreken en je oor te luisteren leggen voor Zijn Stem. Ook heiligheid verwijst naar de menselijke afstemming op de wil van God. Overigens is de vraag: ‚Waarom noemt men Jezus van Nazareth, Jezus Christus?‛ theologie pur sang of theologiseren in de puurste vorm. Het is naar mijn gevoel de meest fundamentele vraag van heel het christendom en gaat net over wie God voor de mens is: een Vader.
72 Zie bijlage 6: Lesvoorbereiding 73 Zie bijlage 10 Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
116
Deze vragen zijn allemaal theologische vragen. Toch betekent dat niet dat er meteen op een hoog niveau getheologiseerd wordt. Vragen als ‚Wat is bidden?‛ of ‚Wanneer is iemand heilig?‛ kunnen een theologiseren op ‚low level‛ uitlokken. Bij theologiseren op ‚low level‛ vertellen de jongeren bijvoorbeeld over de voorwaarden waaraan moet voldaan worden om heilig verklaard te worden of zeggen zij dat bidden betekent dat je een gebed opzegt. Het is dan ook aan de begeleider om de jongeren zodanig in hun visie uit te dagen dat het gesprek verdiept en op een hoger niveau komt te liggen. De begeleider moet uitdagende vragen stellen en gepaste impulsen geven die hun actuele inzichten doorbreken en verdiepen. Dan pas kunnen leerlingen dichter bij de kern van bidden of heiligheid komen, namelijk de zoektocht naar en de verbondenheid met het Goddelijke. Maar ook de jongeren bepalen zelf of zij het gesprek in de richting van de filosofische of theologische hoek duwen. Theologiseren is dan ook geen les ‚geven‛, zoals we de taak van de leerkracht vaak omschrijven maar, samen met de jongeren, les ‚maken‛. Tenslotte vinden we, helemaal onderaan de piramide, vragen terug als: ‚Met wie en wat zijn wij verbonden?‛, ‚Wat/wie geeft zin aan mijn leven?‛, ‚Wanneer leef je en wordt je geleefd?‛, ‚Wat betekent stilte?‛, ‚Wanneer is iemand vrij?‛, enz. Je merkt dat deze vragen minder ‚Godsgeïnspireerd‛ en dus minder theo-logisch zijn. Daarmee bedoel ik dat de persoonlijke antwoorden niet meteen God hoeven in te sluiten. Een mens kan immers vanuit verschillende hoeken zin en beschouwing aan zijn leven geven: politiek, geloof, cultuur, geschiedenis, sociaal contact, enz. Of zoals de filosofiestudenten van de KUL het formuleren: ‚Filosofie kan laten zien dat er op grote levensvragen zowel religieus als niet-religieus geïnspireerde antwoorden kunnen zijn, dat de religieuze antwoorden niet evident zijn, niet in onze tijd en in andere tijden.‛74 Het fundament van de piramide zouden we dus kunnen omschrijven als ‚niet noodzakelijk religieuze vragen‛. Misschien lijken deze vragen niet theologisch, toch hebben ze allemaal betrekking op wat religie voor mensen kan, maar niet hoeft betekenen. Ze fungeren dan ook als voorbereiding en opstap voor het gaan naar de diepte. Deze vragen worden immers veel regelmatiger gesteld en zijn ook de basis van waaruit een theologisch gesprek kan vertrekken. Ze bieden de kans om alle antwoorden en visies van de leerlingen in beschouwing te nemen en helpen zo ook om God in de wereld te zien. De theologisch gespreksbegeleider wordt, na het stellen van zo’n filosofische vraag, wel uitgedaagd om deze in het religieus perspectief te kaderen: ‚Kunnen mensen ook verbonden zijn met het meer in het leven? Hoe kunnen ze daarmee verbonden zijn? En wat is dat meer dan?‛ of ‚Kan het m(M)ysterie zin geven aan ons leven? Wat of wie is dat (M)ysterie? enz.‛ Door zo’n vragen te stellen wordt de eerder filosofische vraag in een religieuze context geplaatst en wordt er aldus een overgang gemaakt naar ‚Godsgeïnspireerde vragen‛. Bovendien zal je, uit mijn toepassingen hierboven, als in de eigen praktijk, merken dat kinderen en jongeren vaak op een heel spontane en ongedwongen manier God bij het gesprek betrekken. Ook in het boek ‚Klassenvol filosoferen‛ schrijft men dat een filosofische vraag als: ‚Kan iemand alles weten?‛ antwoorden krijgt als: ‚Ja, God weet alles.‛ of ‚Neen, ik geloof niet dat God alles weet. God weet niet dat ik straks kan vallen. Want als Hij dat nu al weet, dan doet Hij mij vallen. Dat kan dus niet want God is voor mij niet iemand die mensen bewust pijn doet.‛75 Uiteraard moet de theologische gespreksbegeleider dergelijke spontane aanzetten aanwenden om het gesprek op een hoger niveau te brengen.
74 Poppelmonde, W. & Wyffels, D., 2008, blz. 24. 75 Poppelmonde, W. & Wyffels, D., 2008, blz. 23. Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
117
De theologisch gespreksbegeleider heeft dus, vanuit zijn motivatie om een theologisch gesprek in de godsdienstles in te brengen, een belangrijke keuze gemaakt: hij heeft in respect voor de eigenheid van zijn leerlingen en in overeenstemming met het leerplan geopteerd om toch zijn eigen religieuze zingevingsvelden in een filosofische dialoog in te brengen. Deze waakzame houding om het religieuze en de zogenaamde ‚Godgerichte‛ thematieken in de groep binnen te brengen, is qua attitude zeker het belangrijkste kenmerk om van een ‚echte‛ theologisch gespreksbegeleider te kunnen spreken. Hij is immers waakzaam omdat hij het gesprek niet zelf in de religieuze hoek duwt, maar dat, indien de gesprekspartners dit wensen, samen met hen doet. Verder dient het theologiseren als didactische werkvorm kapitale opvoedkundige doelen op lange termijn. De theoloog en pedagoog Jan Amos Comenius (1592-1670) formuleerde reeds heel raak waarover men zich in didactiek het hoofd moet breken: ‚Hoe kunnen we bewerkstelligen dat de leerkrachten minder gaan onderwijzen en de leerlingen beter gaan leren?‛ Wanneer je als leerkracht oog hebt voor de meerwaarde van activerend leren kan dat ook in de godsdienstles meer kwalitatief onderwijs opleveren. Onderwijskundigen van nu wijzen er immers op dat de kwaliteit van de leerresultaten direct afhangt van de kwaliteit van de leeractiviteiten die de leerlingen zelf ondernemen. M.a.w.: de leerlingen zullen het aanbod zelf moeten verwerken en toe-eigenen. Precies dat wordt actief beoefend en in praktijk gebracht binnen de werkvorm van het theologiseren. Tijdens het theologisch gesprek is er namelijk sprake van een geconcentreerd en aanhoudend bezig zijn dat duidt op een hoge betrokkenheid die op haar beurt de kwaliteit van het onderwijs positief beïnvloedt. De intensiteit van theologiseren is immers het directe gevolg van de uitnodiging tot persoonlijke antwoorden, motiveringen en opvattingen en van de vraag naar een weerwoord en reactie op de inbreng van de andere gesprekspartners. Bovendien is theologiseren een activerende vorm van leren die perfect in de optiek van het leerplan godsdienst past. De hoofdlijnen van de visietekst spreken hier toch wel boekdelen. Stuk voor stuk kunnen deze doelstellingen via theologiseren gerealiseerd worden. In gesprek met leerlingen openheid scheppen voor Jezus en het christelijk geloven. Aandacht wekken voor vragen en gebeurtenissen in hun leven en wereld. Gevoelig maken voor de levensbeschouwelijke aspecten van de werkelijkheid. Interesse wekken voor een godsdienstige en gelovige benadering van het leven. Helpen de christelijke traditie te ontdekken als een bron van leven. Een gedegen kennismaking met het christendom. Ook de terreindoelen van ons vak in de eerste graad (de zogenaamde graaddoelen) leveren een gedroomde context om theologiseren toe te passen. De vakbekwame godsdienstleerkracht vertel ik hier niets nieuws. Ik licht daarom slechts de twee belangrijkste terreindoelen kort toe. ‚Een taal leren waarin het religieuze en godsdienstige zich uitdrukken,‛ maar ook ‚De wereld van geloof opentrekken via de veelheid en de taal‛ zijn overduidelijk als achtergrond aanwezig binnen theologiseren. Via theologiseren ontwikkelt de leerling zijn godsdienstige en religieuze taalspel immers optimaal. Hij leert, via het inzicht in de diepere betekenis van religieuze taal, woorden als: heilig, bidden, spiritualiteit, enz. bedachtzaam en betekenisvol in de mond te nemen. Ik wil nog opmerken dat ik hierboven een aantal theoretische inzichten rond de praktijk van theologiseren formuleerde. Echter neem ik deze inzichten en conclusies niet in het theoretisch deel op, omdat ik ze op basis van reflectie over mijn praktijk heb verworven en geformuleerd.
Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
118
2.3.2 Theologiseren als doel van de les Theologiseren met jongeren is dus een werkvorm die uitermate functioneel in diverse godsdienstlessen en thema’s is in te passen. Bovendien is het een praktische werkvorm en misschien zelfs een cruciale activiteit van (elke) een godsdienstles! Denk aan het citaat van Henk Kuindersma dat ik opnam in het theoretisch deel: ‚De praktijk van de godsdienstpedagogische communicatie is het kloppend hart van het godsdienstonderwijs.‛76 Theologiseren op zich kadert namelijk, als het in de context van een les wordt gebruikt, in een leerlijn en een ‚getimed‛ lesproces. De aanzet tot theologiseren met een prikkelende lesopstart, maar evenzeer de afronding van een lesgeheel door de consolidatie van verworven inzichten of een vorm van evaluatie, kunnen in de fasen van de les geïntegreerd worden. Toch zal theologiseren als hoofddoel van de les minder toegepast worden dan theologiseren als onderdeel van de les. Ten eerste omdat het meer tijd en voorbereiding van de leerkracht vraagt. Je weet als beginnende leerkracht immers niet welke kant je theologisch gesprek op zal gaan en moet dus breed voorbereid naar de klas komen. Ten tweede is theologiseren als doel van de godsdienstles, niet op alle thema’s even doeltreffend toepasbaar. Een thema als vriendschap zal immers minder theologisch getint zijn dan een thema als liefde of dood. Ten derde is de intensiteit van het theologiseren voor zowel de gespreksbegeleider als de gesprekspartners zo groot dat deze werkvorm slechts effectief werkt voor delen van een les. Uitzonderlijk kunnen leerlingen zo geboeid en gefascineerd aan het gesprek deelnemen dat het een volledige les beslaat, maar dat zal in de praktijk vooral bij jongere leerlingen minder voorkomen. Het is daarom van belang dat er een gezonde afwisseling van doeactiviteiten en theologiseren is. Tijdens de klasdagen en mijn stagelessen heb ik dit zelf duidelijk kunnen vaststellen. Desalniettemin kan, indien er tijd en plaats voor is, één van de vier uitgewerkte actieve werkvormen77 met succes toegepast worden. Deze theologisch-didactische werkvormen kunnen immers, in zowel binnen,- als buitenschoolse activiteiten, ingepast worden. De drie organisatorische bedenkingen die ik in de vorige alinea opsomde kunnen makkelijk afgewogen worden tegenover de meerwaarde voor de lespraktijk van het gebruik van deze werkvormen. Deze voorgestelde werkvormen zijn immers actief genoeg om een gezonde mix te realiseren tussen een intensief gesprek en doeactiviteiten.
76 Kuindersma, H., 2008, blz. 132. 77 “Twisten met zes thema’s”, “Heen-en-weerinterview”, “God… wadde?” en “Waardencirkel” Praktisch deel: Theologiseren met jongeren in een “gedetraditionaliseerde” samenleving
Sofie Raes 2009-2010
119